Bromfietsrijders
AVADA
C0R0LY
Bij de dood van een groot
Italiaans politicus
A. J. Brasser
Europese parlementariërs en
Afrikaanse leiders bijeen
Bonner politie ging personalia
van 110 „Halbstarken" na
Fabuleuze groei van Aeroflot
heeft eigenaardige redenen
KLEINE FEITEN
UIT BONN
Gematigde zonen van Afrika willen
periode van nationalisme overslaan
alleen bij COR OLY
voor f 695.-
De helft hunner is zonder vader
opgegroeid, velen zijn vluchtelingen
Moderne
overjassen
9
VISIOENEN VAN „EURAFRIKA"
Raadsverkiezingen gaan
vooraf aan Utrechts-
Gelderse grenswijziging
Don Enrico" kende noch eerzucht noch winstbejag
Een grote dienst
Ook de republiek
Spaarduitjes uitgeput
Boeiende analyse van
Zweeds kapitein
GOOD NIGHT DEKENS
Woninginrichting
Kleinii
Antisemitisme
Failliet
DONDERDAG 15 OKTOBER 1959
(Van onze correspondent in Brussel)
Op voorstel van de Franse Europa-par
lementariër, Remy Montagne, zijn leden
van het Straatsburgse parlement en voor
aanstaande personaliteiten uit de min of
meer onafhankelijk geworden Afrikaan
se landen bij elkaar gebracht te Cannes.
Die bijeenkomst in het Palais des Festi
vals heeft ons veel geleerd omtrent de
kansen van „Eurafrika", zoals de even
tuele federatie of confederatie van Euro
pese en Afrikaanse landen zou worden ge
noemd. Het was waarschijnlijk de eerste
keer, dat Straatsburgse parlementsleden
luisterden naar Afrikaanse persoonlijkhe
den, zoals dr. Leopold Sedar Senghor,
dichter en president van de assemblee
der Mali, een van de onafhankelijk ge
worden Franse koloniale gebieden van de
Sahara, de heer Assale, minister van Fi
nanciën van Kameroen, mevrouw Couli-
bali, afgevaardigde van Haute Volta,
Marcel Lihau uit Belgisch Kongo, Gas-
pard Cyimana uit R'oeanda-Oeroendi, en
mr. O. S. Dafe, president van de natio
nale raad van Nigeria. Dit eerste contact,
waaraan ook van Nederlandse zijde werd
deelgenomen, is bedoeld als inleiding tot
een grotere conferentie tussen Afrikanen
en Europeanen, die men het volgend jaar
in Italië wenst te organiseren.
De heer Senghor zei, dat de koloniale
periode in Afrika thans ter ziele gaat en
moet worden vervangen door een con
federatie van Eurafrikaanse volkeren,
waarin Europeanen en Afrikanen als ge
lijken aan dezelfde tafel kunnen gaan zit
ten. Het koloniaal systeem is in Afrika
verantwoordelijk geweest voor de slaven
handel der negers, die volgens Senghor
waarschijnlijk tweehonderd miljoen do
den heeft gekost. „Met ons als studenten
was er in de jaren 1930-1934 ook niet te
praten", aldus Senghor, „ook wij waren
toqen racisten. Maar zoals Frobenius het
heeft gezegd, kan thans worden gepoogd
een verzoening tot stand te brengen tus
sen twee culturen, die elkaar aanvullen.
Niet alleen de cultuur, maar ook de geo
grafische ligging aan dezelfde Middel
landse Zee en de economie van Europa
en Afrika zijn complementair. Afrika
heeft 88 percent van de wereldproduktie
van kobalt, 26 percent van de koper-
produktie, 58 percent van het goud, 98
percent van de diamant. Ongeveer 40
percent van de hydro-elektrische capaci
teit bevindt zich op het Afrikaanse con
tinent.
Als ervaren politicus weet Senghor, dat
de gelijkheid van de Afrikaanse en Euro
pese volkeren in een Eurafrikaanse con
federatie voorlopig slechts theorie is. Het
nationaal inkomen bedraagt in Frans
Afrika ongeveer 20.000 Franse frank per
jaar tegen 400.000 frank per jaar in Frank
rijk. Maar die „nominale" onafhankelijk
heid is de basis van de toekomstige wer
kelijke onafhankelijkheid van de Afri
kaanse landen. Gaan de Afrikanen nu
echter 19de-eeuwse nationalisten worden
op het ogenblik, dat de Europeanen be
reid worden gevonden een deel van hun
nationale souvereiniteit af te staan aan
de nieuwe Europese instellingen? Senghor
wijst die ontwikkeling af. Wanneer wij een
confederatie van vrije Afrikaanse en
Europese volkeren oprichten, dienen wij
die verticale staatsvorm te complementeren
door een horizontale constructie: de Ver
enigde Staten van Afrika. Alleen wanneer
de Afrikaanse volkeren onderling een gro
tere politieke en economische eenheid tot
stand brengen, zullen zij sterker staan te
genover de rest van de wereld, en een
betere partner vormen in de Eurafrikaan
se gemeenschap. Het viel op, dat Senghor
daarenboven rekende op de steun van de
„Europese volkeren, die in Afrika geen
koloniale verantwoordelijkheid hebben",
met name Nederland, West-Duitsland,
Luxemburg en Italië (Somali wordt vol
gend jaar onafhankelijk. Dat Eurafrika
gaat veel verder dan de eenvoudige, in
het verdrag van Rome voorziene associa
tie van de zes landen met de overzeese
gebiedsdelen.
In het gistende Afrika is er één volk,
dat eerder huiverig staat tegen de beloof
de onafhankelijkheid. Gaspard Cyimana,
een student uit Roeanda, die momenteel
in Antwerpen verblijft, zei dat er in zijn
land nog steeds een soort feodaal regime
bestaat. De Batoetsi's, een fysiek zeer
sterk negerras van mannen, die soms
meer dan twee meter groot zijn, maar
slechts 14 percent van de bevolking vor
men, heersen sedert generaties over de
86 percent Bahoetoes, die gewone Bantoe
negers zijn. Het zijn de Batoetsi's, die
momenteel een felle campagne voeren
opdat België spoedig de onafhankelijkheid
van Roeanda en de Oeroendi zou uitroe
pen, met het gevolg, dat zij hun heer
schappij nog sterker dan onder het Belgi
sche bestuur zouden kunnen vestigen.
Vcor de eerste wereldoorlog steunden de
Duitse gouverneurs de Batoetsi's, en toen
de Belgen in 1919 het mandaat over de
beide koninkrijken verkregen, deden zij
hetzelfde. Alleen intervenieerden zij meer
in de binnenlandse toestanden. Pas in
1952 werd een decreet uitgevaardigd dat
een begin betekende van democratische
organisatie, en van verkiezingen. Maar
de onderworpen Bahoetoes, die het vee van
hun meesters huren, stemden opa vele
plaatsen voor hun Batoetsi-chefs. De stel
ling van Cyimana, die een Bahoetoe is,
is duidelijk: geen onafhankelijkheid zon
der garantie van een democratische
grondwet. De Batoetsi-stamhoofden zou
den niet langer rechter mogen zijn, vol
gens een op de „volkstraditie" gebaseer
de maar zeer willekeurig geïnterpreteer
de rechtspraak.
Mevrouw Coulibari wees op de nog zeer
ondergeschikte positie van de vrouwen en
meisjes in dat onmetelijke Afrika, waar
de bruidegom aan de ouders van het meis
je nog steeds vrij grote bedragen moet
betalen of giften moet schenken als bruids
schat. In haar land, de Haute Volta,
wordt 23 percent van de landsbegroting
aan het onderwijs besteed en toch gaat
'echts acht percent van de kinderen op
v".ooileeftijd naar school.
De kernproblemen van de onafhankelij-
a Afrikaanse staten of de landen, die on-
fhankelijk gaan worden, zijn de econo
mische problemen, de fiscale inkomsten
n volkshuishoudingen, die van de ex
port leven van enkele landbouwproduk-
en, de vestiging van buitenlandse bedrij
ven en het aantrekken van Europees en
Amerikaanse kapitaal. Wanneer men on
afhankelijk is geworden, is de roes gauw
voorbijEen student uit Belgisch Kon
go, die te Leuven rechten studeert, Mar
cel Lihau, en de minister van Financiën
van- Kameroen zeiden het zeer duide
lijk: het vormen van een Eurafrikaanse
confederatie mag voor Europa geen aan
leiding zijn tot een soort neo-kolonialisme.
In onze landen hebben wij kapitalen no
dig, bedrijfsleiders en technici. Waarom
niet gemengde Europees-Afrikaanse be
drijven oprichten? Minister Assale zei,
hoe moeilijk het is om de belastingen te
verhogen en de uitgaven van het bestuur
van zijn land te verlagen. De enige bron
van inkomsten wordt gevormd door de
uitvoerrechten, die worden geheven op
koffie, cacao en enkele andere tropische
produkten. In Belgisch Kongo bedraagt de
bevolkingsaanwas 2,75 percent per jaar en
om het nationaal inkomen ieder jaar met
twee a drie percent te doen toenemen, zou
er ieder jaar 12 miljard frank (of bijkans
een miljard gulden) in de Kongolese eco
nomie moeten worden geïnvesteerd. Men
kan zich voorstellen, welke problemen
Nigeria, dat groter is dan Frankrijk en
Duitsland samen, met zijn 36 miljoen in
woners zal moeten oplossen wanneer het
volgend jaar, in oktober 1960, onafhanke
lijk wordt in het raam van het Britse
gemenebest. Op het ogenblik staan de
Europese en de Amerikaanse investeer
ders huiverig tegenover investeringen in
Afrika. In Marokko willen de meeste
blanken zo gauw mogelijk, en voor een
appel en een ei, hun uitgestrekte plantages
verkopen. De Afrikanen in Cannes waren
eensgezind: kom met kapitaal, schenk
ons uw vertrouwen, en wij zullen samen
de Eurafrikaanse gemeenschap opbou
wen.
Moet Europa de toegestoken hand aan
vaarden? De vraag werd door de aan
wezige Europese parlementsleden posi
tief beantwoord. De Europese en Afri
kaanse belangen zijn niet in tegenstelling,
zij vullen elkaar in de meeste gevallen aan.
Maar het gaat er om een positieve in
houd te geven aan het nog vage concept
van een Eurafrikaanse confederatie van
vrije en gelijke volkeren in Europa en
Afrika. Sommige redenaars wezen op de
gevaren, dat de Afrikaanse landen in het
vaarwater van Moskou geraken, of, zoals
sommige Zuidamerikaanse landen, in de
greep van de grote Amerikaanse concerns,
maar in tegenstelling met wat men zou
kunnen verwachten, maakte het argu
ment geen grote indruk. Als conclusie van
die gesprekken te Cannes kan men voor
opstellen, dat eerlijke en verantwoorde
economische en monetaire contracten de
basis moeten vormen van de economische
samenwerking tussen Afrika en Europa.
Die oplossingen en ook de politieke en cul
turele, moeten in het raam van nieuwe
instellingen worden gezocht. Dat is una
niem de wens van de Afrikaanse woord
voerders. In dit opzicht is het verdrag
van de gemeenschappelijke markt dus
voorbijgestreefd en moet men nieuwe
wegen op.
Advertentie
met 3 versn. HMW-motor en
dubbele achtertelescopen, met
de grootste tank 18 L.
Iets moois
Wegens export-annulatie van 800.—
Breestraat 108 - Beverwijk - Tel. 4627
Met ingang van 1 januari aanstaande
wordt de grenswijziging tussen de provin
cies Gelderland en Utrecht van kracht,
dan zullen 620 hectaren met ongeveer 4600
inwoners overgaan van Gelderland naar
Utrecht en omgekeerd 635 hectaren met
ongeveer 1200 inwoners van Utrecht naar
Gelderland. In Veenendaal en Scherpen-
zeel worden in verband met deze grens
wijziging vandaag verkiezingen gehouden
voor een nieuwe tijdelijke gemeenteraad
(tot 1962). Het grootste aantal mensen is
betrokken bij de vergroting van de ge
meente Veenendaal, die ruim 4300 inwo
ners krijgt van de gemeente Ede met 365
hectaren grond, en ongeveer 550 inwoners
van Renswoude. In het bebouwde gebied
van het zich steeds uitbreidende Veenen
daal is een „drie-gemeentenpunt" gelegen
dat allerlei verwikkelingen schept en
daarom nu wordt opgeheven. Wat Scher-
penzeel aangaat: midden in de bebouwde
kom loopt over en bij de rijksweg Utrecht-
Arnhem de gemeentegrens, die tevens
provinciale grens is. Zij kruist de weg en
kele malen. Een dergelijk grensverloop
schenkt verwikkelingen. De hele „ge
meenschap" Scherpenzeel wordt onder de
„gemeente" Scherpenzeel ondergebracht.
De twee gehuchten langs de oostgrens
van Scherpenzeel worden bij Renswoude
gevoegd. Scherpenzeel krijgt ongeveer
800 inwoners meer. Woudenberg verliest
700 inwoners en Renswoude 650. Aanvan
kelijk had de minister voorgesteld ook
voor het verkleinde Ede nieuwe raadsver
kiezingen te houden, maar op aandrang
van de Kamer diende hij een nota van wij
ziging in waardoor in Ede geen verkiezin
gen voor een nieuwe tijdelijke gemeente
raad wordqn gehouden.
(Van onze correspondent in Bonn)
Een tiental dagen geleden revolteerden
ze ook in Bonn: de „Halbstarken", de no
zems of hoe men ze noemen wil. Ze gre
pen met een man of tien passerende auto's
beet, hieven ze op en lieten ze met een
smak vallen. Toen de politie kwam, ble
ven ze staan en ze weken pas na felle ge
vechten onder de slagen van de gummi
knuppels. Men arresteerde 110 jongens in
de leeftijd van 15 tot 25 jaar, van wie er
één, een 20-jarige metselaar, een maand
loon had van 800 mark en de rest ten
minste het netto maandloon van 400 mark
pleegt te verdienen.
Ook het rustige, bijna provinciaalse
Bonn had al maanden lang straten waar
geen meisje of vrouw zich dorst te verto
nen: de „halbstarken" stonden daar klaar
om aan te vallen. Op een weekend, na de
zo burgerlijk-rustige mijnwerkersdemon
stratie, gingen ze ten slotte naar het cen
trum van de stad. Onder leiding van hun
aanvoerders, de zogenaamde „bullen",
sloegen ze er op los.
Sedertdien heeft men nauwkeurig uit
geplozen, wat dat nu toch voor jongens
zijn, die auto's in de lucht gooien, die met
de politie vechten en die tot alles in staat
zijn. De metselaar van 20 jaar, die met
zijn maandsalaris van 800 mark meer
verdient dan een behoorlijke regerings
ambtenaar, is geen uitzondering. De 16-,
17- en 18-jarigen verdienen allemaal per
maand tenminste 400 mark. Ze hebben al
lemaal een bromfiets, vier of vijf pakken
in de kast, een leren vest en een spijker
broek. Er zijn zoons van Bonner burgers,
ambtenaren, en middenstanders onder
hen. Een paar zijn de zoons van hoge re
geringsambtenaren. Twaalf van de 110
komen uit zeer welgestelde families. Maar
toch het merendeel, namelijk de helft,
is zonder vader opgegroeid. Het zijn de
kinderen van soldaten, die in de laatste
oorlogsjaren gesneuveld zijn. Hun moeder
hebben ze altijd zien werken of er via
een zogenaamde „Onkel-ehe" een eigen
aardig verhoudingshuwelijk op na zien
houden. Velen zijn vluchtelingen, wier
vader en-of moeder nog in Oost-Duitsland
wonen. Een van de jongens heeft een va
der, die onder-officier is in de Oostduitse
communistische volkspolitie.
De gemiddelde Duitser is bij al de vecht
partijen van deze nozems een hartelijke
toeschouwer. Belangstellend stonden de
mensen naar de gevechten tussen de jon
gens en de politie te kijken. De volgende
dag riepen ze in ingezonden stukken in de
kranten weliswaar braaf de politie op „om
er op te slaan". Maar hun belangstelling
met lachende gezichten had dan toch
maar meegeholpen de „Bullen" en hun
jongens op te hitsenOverigens, dat er
op geslagen moet worden, daar is ieder
een het wel over eens. Tenminste, in kri
tieke situaties, zo zegt men hier, moet de
politie niet aarzelen. Maar men beseft
drommels goed, dat daarmee het kwaad
niet uit de wereld wordt geholpen. Want
de vraag is allereerst: waarom doen die
jongens dat? De paedagogen en sociolo
gen zeggen: de jongens staan op de fa
briek of op de school (want er zijn nogal
wat gymnasiasten onder deze nozems...)
in het gelid, in de collectiviteit. Hun per
soonlijkheid wordt ingeperkt, terwijl ze
juist een grote dadendrang hebben. Ze on
dergaan de invloed van de film, van al
lerlei laag-bij-de-grondse lectuur. Hun
ouderlijk huis heeft gefaald: vader ont
breekt, of vader en moeder hebben het te
druk met geld-verdienen. Er is een brom
fiets, er is geld, een leren vest, een „Bulle"
die de jongens opjaagt, die de technisch
geïnteresseerde jeugd tot daden aanzet.
Zo zoekt de jeugd, aldus de paedagogen
en sociologen, een ventiel voor haar da
dendrang, voor haar behoefte aan span
ning, avontuur en menselijk contact. En
het geld speelt daarbij een zeer belang
rijke rol: ten slotte gaat er in West-Duits
land door de handen van de jeugd per
jaar een bedrag van 250 miljoen mark, dat
is een kwait miljard!
Bonn zal de nozems-van-het-wirtschafts
wunder voorlopig met gevangenisstraffen,
boetes en dergelijke aanpakken. Daar
naast is de stad van plan door zogenaam
de open-deur-tehuizen de jeugd naar zich
toe te halen voor een eerlijk gesprek van
man-tot-man. En ook heeft men reeds
bromfietswedstrijden georganiseerd, ten
gerieve van de jonge geweldenaren, die bij
(Van onze correspondent in Rome)
Italië heeft in Enrico de Nicola, de eer
ste president der Italiaanse republiek, een
wel zeer bijzonder man verloren. Het is
onmogelijk voor deze uiterst integere fi
guur geen bewondering te hebben. Wij
hebben hem enkele malen mogen ontmoe
ten, juist in zijn laatste levensjaren. Dat
was niet zo moeilijk. Toen hij in 1948 af
getreden was als president keerde hij te
rug naar Napels en heropende zijn advo
catenkantoor, ook al beperkte hij zich, ge
zien zijn hoge leeftijd, tot zaken in het
hof van cassatie. Op een bepaald uur kon
men hem dicht bij de Napolitaanse beurs
bij de autobushalte zien staan wachten. Hij
nam dan de bus naar Torre Del Greco,
twaalf kilometer ten zuiden van Napels,
waar hij in een bescheiden villaatje woon
de. Een eigen auto heeft deze grote ad
vocaat en nog groter politicus nooit be
zeten.
Het eigenaardige van „Don Enrico", zo
als de Napolitanen hem noemden, was dat
eerzucht en winstbejag twee dingen wa
ren, die hij niet kende. Voor een politicus
is vooral volledig gebrek aan eerzucht iets
heel bijzonders. De Nicola heeft nooit enig
ambt begeerd. Het zijn altijd anderen ge
weest die hem de hoogste ambten hebben
opgedrongen. Bij het bekleden van onver
schillig welk ambt, was hij dermate nauw
gezet en trouw in het naleven van al zijn
plichten, dat hij vaak na enige tijd, wan
neer hij oordeelde dat er iets onrechtma
tigs gebeurde, aftrad, en meestal was zulk
een besluit onherroepelijk. Deze man kon
geen onrecht verdragen, onverschillig
door wie gepleegd, en hij eiste van allen
hetzelfde strenge plichtsbesef, dat hem
zelf kenmerkte. Hoewel uiterst vriendelijk
en voorkomend, was De Nicola dus niet
altijd een gemakkelijk man, zeker niet in
een land waar men geneigd is de zaken
een beetje op hun beloop te laten.
Op 9 november 1877 werd De Nicola ge
boren, natuurlijk te Napels, want een
man met zo buitengewone geestesgaven,
van een zo onkreukbare eerlijkheid en zo
sublieme beschaving kan alleen maar Na-
politaan zijn. (De oppervlakkige toerist
vindt doorgaans Napels een smerige stad
vol boefjes en oplichters. Dat is de buiten
kant. In werkelijkheid zijn de Napolita
nen de meest eerlijke, oprechte en toege
wijde mensen die men zich maar denken
kan en werken zij veel harder dan wij ons
dit in ons noorden kunnen voorstellen). De
Nicola paarde de eruditie van een hoog
gecultiveerd man van letteren aan de an
tieke wijsheid van een Grieks denker uit
de tijd van Pericles. Hij was journalist,
schrijver, advocaat en politicus. Als ad
vocaat heeft hij reeds in zijn jeugd triom
fen gevierd en behoorde hij ook thans,
meer dan tachtig jaren oud, nog tot „de
prinsen van het Napolitaanse forum".
In 1909 werd hij voor het eerst op de li
berale lijst gekozen als lid van het Ita
liaanse parlement en tot 1924 vertegen
woordigde hij onafgebroken het kiescolle
ge van Napels. Hij heeft steeds geweigerd
minister of eerste minister te worden, hoe
wel hem dit vooral in de moeilijke jaren
tussen 1919 en 1922 meermalen is aange
boden. Wel was hij in die jaren en tot 1924
voorzitter van de Kamer, iets heel eigen
aardigs daar het in Italië in die dagen re
gel was, dat alleen een oud-minister voor
die taak werd gekozen. Als voorzitter was
hij een voorbeeld van werkzaamheid voor
allen en van een zeldzame onpartijdig
heid.
Een keer slechts heeft hij gezegd wat
hij over het fascisme dacht: er moest een
gedenksteen worden ingewijd voor de tij
dens de wereldoorlog gesneuvelde kamer
leden. De Nicola moest daarbij de rede
uitspreken in het bijzijn van Mussolini,
die het parlement aan banden had gelegd.
Hij eindigde met deze woorden: „Parle
menten kunnen wel worden verduisterd,
maar zij kennen geen ondergang. Waar
eenmaal het licht der vrijheid werd ont
stoken, kan het nooit meer worden ge
doofd." In 1924 toen zijn mandaat was af
gelopen, stelde hij zich niet opnieuw ver
kiesbaar. De koning benoemde hem kort
daarop tot senator voor het leven, maar
hij heeft nooit aan de zittingen deelgeno
men. Van 1924 tot 1943, dus tot na de val
van het fascisme, stond De Nicola buiten
het politieke leven en wijdde zich aan zijn
advocatenpraktijk.
Maar in 1943, in een zeer moeilijk ogen
blik, heeft hij Italië een bijzonder grote
dienst bewezen. Het land was voor drie
vierden door de Duitsers bezet. In het zui
den bevond zich de uit Rome gevluchte ko
ning. De regering-Badoglio had te kampen
met grote moeilijkheden, daar enkele der
nacht en ontij met hun machientjes dooi
de straten jakkeren. Of het allemaal veel
zal helpen? Men weet het niet. Want straks
kan het weer beginnen. Straks kan weer
een 20-jarige „bulle" zijn „mannen" oproe
pen om eens een „show" weg te geven
meest vooraanstaande politici onmiddel
lijk de Republiek wilden uitroepen: voor
hen was Victor Emanuel III de man die in
1922 de grondwet had geschonden. De Ni
cola was een voorstander van de monar
chie, maar hij begreep dat de oude koning
niet zonder meer kon worden gehandhaafd.
Na overleg met Benedetto Croce en graaf
Sforza (beiden voor de republiek) wist hij
de buitengewoon eigenzinnige koning te
overreden zonder afstand te doen van de
troon zijn zoon Umberto tot stadhouder te
benoemen. Dank zij deze maatregel, die
alleen een zo tactvol man als De Nicola kon
doorzetten, is het gelukt ih het bevrijde
deel van Italië een burgeroorlog tussen ro
yalisten en republikeinen te voorkomen
en de beslissing over het vraagstuk, mo
narchie of republiek, uit te stellen tot een
plebisciet na de algehele bevrijding van
het land.
Toen dat plebisciet in juni 1946 werd ge
houden, was de uitslag anders dan De Ni-
cola had gehoopt. De republiek had echter
met een zeer geringe meerderheid gewon
nen en het leek nog alsof er een burgeroor
log zou uitbreken tussen het republikeinse
noorden en het koningsgezinde zuiden. Al
gauw ging het gerucht, dat De Nicola de
aangewezen man was om als „voorlopig
staatshoofd" op te treden, terwijl de
grondwetgevende vergadering haar werk
verrichte. Hij voelde daar heel weinig voor
en gaf te verstaan, dat hij er alleen toe be
reid was, wanneer men er niet in zou sla
gen een ander te vinden, die het gevaar
voor burgeroorlog zou kunnen bezweren.
Met een overgrote meerderheid van stem
men werd hij door christendemocraten,
socialisten en communisten tot „voorlopig
staatshoofd" gekozen en toen de royalis
tische bevolking van Torre Del Greco, het
stadje ten zuiden van Napels waar hij
woonde, hem toejuichte met de kreet „Le
ve Don Enrico en leve ook de republiek
was dat woordje „ook" voor hem beslis
send. Hij begreep, dat men de republiek
zou dulden indien....het hoofd van staat een
royalist was. Natuurlijk is de toestand nu
anders, maar in die dagen was het een ge
weldig probleem.
Zo keerde De Nicola terug naar Rome
en nam zijn intrek in het sombere paleis
Giustiniani, zonloos en triest. Hij weigerde
in het Quirinaal te wonen, „het paleis van
de koning". Hij weigerde ook een hofstoet
en stelde zich tevreden met een paar be
dienden, die hij uit eigen zak betaalde,
daar hij nooit een lire uit 's rijks kas heeft
willen aannemen. („Het is de plicht van
ieder burger het land te dienen op de plaats
waartoe hij wordt geroepen"). Zelfs de
postzegels voor de correspondentie van
het staatshoofd betaalde hijzelf en de en
kele keer, dat hij naar Napels ging betaal
de hij niet alleen de benzine, maar ook de
verblijfkosten van de chauffeur. Op 1 janu
ari 1948 kon hij de nieuwe grondwet afkon
digen en daarmee hield hij tegelijk op
„voorlopig staatshoofd" te zijn en werd
president der republiek. Enkele maanden
later, in mei, was zijn ambtstijd verstre
ken en „om niet het slechte voorbeeld te
geven van een president die wanneer zijn
tijd voorbij is, zich beschikbaar stelt voor
een nieuwe ambtsperiode" trok hij zich
terug te Torre Del Greco. Bij de nieuwe
presidentskeuze kreeg hij tot tweemaal
toe de stemmen van alle kamerleden en
senatoren, maar hij kwam niet terug op
zijn besluit. Daar zijn spaarduitjes door
dat dure presidentschap vrijwel uitgeput
waren, moest hij opnieuw zijn advokaten-
praktijk openen.
President Einaudi benoemde hem tot
senator voor het leven. In 1956 werd hij
voorzitter van de constitutionele raad, het
hoogste rechtsorgaan van Italië en heeft
veel werk gedaan om oude fascistische
wetten, die in strijd zijn met de grondwet,
te doen afschaffen en in Italië de rechts
staat metterdaad te herstellen. Maar toen
hij bemerkte, dat op andere wijze het on
recht, dat hij bestreed, toch weer wettig
of onwettig zegepraalde, legde hij dit ambt
in 1958 neer en hei-vatte opnieuw zijn prak
tijk als advocaat in Napels. Een voorbeel
dig leven is tot een einde gekomen. Daar
hij ongehuwd was, laat „Don Enrico" al
leen neven en achterneven na.
Advertentie
Perfekte pasvorm
Kennemerlaan 36 - Umuiden - Tel. 4453
(Van onze correspondent in Stockholm)
Tot 1957 groeide de Russische lucht
vaartmaatschappij Aeroflot in normaal
tempo. Dit tempo lag onder dat van de
grote Amerikaanse maatschappijen,
maar plotseling heeft zich de situatie ge
heel gewijzigd. In 1957 transporteerde
men al 69 percent meer passagiers dan
in 1956. In 1958 werden negen miljoen per
sonen vervoerd en in dit jaar hoopt men
op vijftien miljoen te komen. Volgend
jaar zullen het er vermoedelijk 21 miljoen
zijn. Reeds thans noemt Aeroflot zich met
trots de grootste luchtvaartmaatschappij
ter wereld.
Nu is een totaal van 21 miljoen passa
giers nog niet zo schrikbarend veel. In
1958 telden de Amerikaanse maatschap
pijen er bij elkaar liefst 49 miljoen, een
cijfer dat de Russen in de loop van 1965
hopen te halen. Het is evenwel opvallend,
dat deze groei zo plotseling is begonnen.
De Zweedse kapitein Nils Oberg, die dit
onderwerp in het Zweedse militaire tijd
schrift „Kontakt" behandelt, noemt enke
le argumenten voor deze ontwikkeling.
Ten eerste beziet hij het militair. De
vloot van Aeroflot bestaat thans uit twee
duizend toestellen, waarvan er tweehon
derd tot de modernste types mogen wor
den gerekend. Een groot gedeelte van de
ze toestellen kan meteen als militaire
transportvliegtuigen in dienst worden ge
nomen.
Het net van Aeroflot bedraagt thans een
kleine 600.000 km. Er worden niet alleen
belangrijke steden in Rusland en in de
verschillende volksrepublieken aangevlo
gen, maar ook verschillende steden in
West-Europa. Dit geeft de piloten de mo
gelijkheid, reeds nu het overvlogen ge
bied op het radarscherm te verkennen.
Aangezien alle moderne types radarnavi-
gatie in de cockpit hebben, kan de beman
ning in vredestijd bepaalde kustlijnen en
andere karakteristieke punten leren afle
zen.
De activiteit van Aeroflot heeft echter
ook een economische betekenis. Aange
zien het niet nodig is met winst te wer
ken, kunnen de tarieven bovendien buiten
gewoon laag worden gehouden. Als voor
beeld kan de lijn Moskou-Leningrad wor
den genomen, die per trein 12 uur duurt
en 150 roebel kost. De moderne TU-104 b.
doet er echter slechts 55 minuten over. En
de prijs? 130 roebel!
Dat is nog maar een begin. De non-stop
vlucht van Kroesjtsjev maakt het ieder
een duidelijk, dat de Russen ook aan lan
gere afstanden denken. Er zijn reeds plan
nen om de lijndiensten naar Noord- en
Zuid-Amerika door te trekken.
Op de thans gevlogen lijnen zal ook
nieuw materieel komen. Gedacht wordt
wat de verbindingen naar Praag
en Berlijn betreft aan het type IL-18
„Moskva", dat in de eerste klasse 75 pas
sagiers kan vervoeren of, indien omge
bouwd tot toeristklasse, aan honderd pas
sagiers plaats biedt. Dit toestel heeft
trouwens een wereldrecord behaald door
met vijftien ton last een hoogte van 12.471
m. te halen.
Na de militaire en economische ge
zichtspunten moet ook nog worden ge
dacht aan de propagandistische betekenis.
Het is een soort demonstratie, als een ge
weldige machine van de Russische lucht
vloot landt. Ook daar heeft Rusland iets
voor over.
Advertentie
WOL is niet te vervangen.
KOOP DAAROM
Al spoedig zal blijken dat u een
verstandige keus heeft gedaan.
Koningsplein 8
IJmuiden
Tel. 4540
(Van onze correspondent in Bonn)
Deze maand was het achttien jaar ge
leden, dat in het Duitsland van Hitier de
eerste Jodensterren gedragen moesten
worden. Het was een gele, zeshoekige ster
met het woord „Jude" erop. Een maand
later begon de S.S. met de massale
moordpartij, waarvan zes miljoen of
meer Joodse mannen en vrouwen en kin
deren het slachtoffer werden. Het Ham-
burgse weekblad „Die Zeit" schreef dezer
dagen: „Dat alles is lang bekend,hoewel
niet iedereen in Duitsland het gelooft. Het
geweten weigert een dergelijke berg van
schuld ook slechts ter kennis te nemen.
Schuld? „Wir haben es nicht gewusst",
is bijna altijd de reactie. De biologische
vernietiging van de Joden door geïn
dustrialiseerde executie was een „gehei
me Reichssache" en het Duitse volk hoor
de er pas in volle omvang van na 1945,
hoewel ontzettende dingen uit de concen
tratiekampen doorgesijpeld waren. Hoe
evenwel stond het met de kleinigheid van
de Jodenster? Hebben wij destijds ook
maar een van die ongelukkigen ons mee
gevoel getoond? Zijn wij er op af gegaan,
als daar zo'n sterrendrager alleen stond en
hebben wij tegen hen gezegd: beste man,
beste mevrouw, ik schaam me voor wat
u daar draagt. Ik heb niet de moed me
er tegen te verzetten, maar u moet we
ten dat u niet alleen staat en niet veracht
bent
De brouwerijknecht Wolfgang Brit-
zwein uit Münster heeft onlangs een
vreemde weddenschap aangegaan. Hij
moet de afstand MünchenFlensburg
(aan de Deense grens)Bochum in het
Ruhrgebied met vijf mark op zak te voet
afleggen. De beloning zal zijn: het loon,
dat hij zal missen op zijn werk, plus als
bijzondere premie een vat bier van twee
honderd liter. De route is 1250 kilometer
lang en hij moet in ieder café dat hij on
derweg bezoekt een reisboekje laten af
stempelen. Verliest Wolfgang de wedden
schap, dan krijgt hij geen loon en moet
hij zijn collega's tweehonderd liter bier
schenken.
Op een medisch congres te Karlsruhe
heeft onlangs een huidspecialist ronduit
gezegd: „de man die tengevolge van een
normale haaruitval .-en kaal hoofd krijgt,
behoeft geen hoop meer op een volle haar
dos te hebben. Hij moet er zich bij neer
leggen: hij wordt absoluut kaal". De do
cent van de universiteits-huidkliniek te
Tübbingen, Friedrich, verkondigde dit op
het therapiecongres te Karlsruhe. En dat
terwijl in West-Duitsland per jaar voor
115 miljoen mark wordt uitgegeven voor
haargroeimiddelen en dergelijke. Vol
gens Friedrich bestaat er alleen uitzicht
op het groeien van het haar, wanneer het
haarverlies door „een functie-onderbre
king van de haarvormende hoofdhuid" is
veroorzaakt. De enige raad die Friedrich
heeft is: bij sterke haaruitval meteen
naar de dokter.
Toen de Westduitse ex-president profes
sor Heuss dezer dagen zijn nieuwe huis te
Stuttgart betrok, stond er een korf met
lelieknollen voor de deur. Het bleek een
geschenk van de Westduitse bond van
belastingbetalers te zijn. In een briefje
in de korf stond, dat de lelie het symbool
van de trots en de waardigheid is, maar
ook teken van de bescheidenheid, de rein
heid en de zuiverheid. De lelie is voor de
belastingbetalersbond nu het symbool voor
de werkzaamheid van Heuss, die in zijn
presidentschap de Zwabische spaarzaam
heid te Bonn heeft gecultiveerd, en dat
in een tijd, waarin de zucht om te re
presenteren steeds grotere kringen trekt.
In de Bondsrepubliek pakt men het
anti-semitisme in grote lijnen toch wel
krachtig aan. Zo was er in Mörs in het
Rijnland een zestigjarige arbeider op een
lampenfabriek, die vroeger „S.A.-sturm-
führer" geweest was. In 1956 en in 1958
toen hij voorzitter van de ondernemings
raad van de lampenfabriek was, zei hij
bij herhaling tegen collega's over Joden:
„Er zijn er te weinig vergast". Een col
lega van de ex-S.A.-man en de secretaris
den de ex-nazi aan. Dezer dagen werd hij
generaal van de centrale raad van Joden
in Duitsland, dr. H. G. van Dam, klaag-
tot vijf maanden gevangenisstraf veroor
deeld. De rechter wees uitdrukkelijk daar
bij een verzoek om die straf voorwaarde
lijk toe te passen, van de hand. De ex-
S.A.-man zal moeten zitten....
Te Bremerhafen werd onlangs het pas
sagiersschip Arosa Sun (20.000 ton) ver
kocht. Het ging hier om een deel van de
failliete boedel van de Italiaans-Griekse
reder Niccolo Rizzi, die onder Zwitserse
vlag met zijn Arosa-lijn heel wat fraaie
passagiersschepen heeft laten varen. De
schepen voeren tussen Europa en Canada,
liepen weliswaar langzaam maar de pas
sage was goedkoop. De rederij ging even
wel failliet. Te Bremerhaven waren bij
•de verkoop bij executie niet slechts ver
tegenwoordigers van grote rederijen,
maar ook matrozen van de Arosa-lijn, die
in geen jaar hun gage hadden gekregen.
De Arosa Sun ging voor 2,02 miljoen mark
van de hand, terwijl bij de eerste aanbie
ding nog zeveh miljoen mark geboden
was. Er is dus vijf miljoen mark wegge
gevenDe Arosa-lijn had een schuld
van dertig miljoen mark. De krediteuren
kunnen nu onder elkaar de 2,02 miljoen
mark verdelen