Bromfietsrijders AVADA C0R0LY Bij de dood van een groot Italiaans politicus A. J. Brasser Europese parlementariërs en Afrikaanse leiders bijeen Bonner politie ging personalia van 110 „Halbstarken" na Fabuleuze groei van Aeroflot heeft eigenaardige redenen KLEINE FEITEN UIT BONN Gematigde zonen van Afrika willen periode van nationalisme overslaan alleen bij COR OLY voor f 695.- De helft hunner is zonder vader opgegroeid, velen zijn vluchtelingen Moderne overjassen 9 VISIOENEN VAN „EURAFRIKA" Raadsverkiezingen gaan vooraf aan Utrechts- Gelderse grenswijziging Don Enrico" kende noch eerzucht noch winstbejag Een grote dienst Ook de republiek Spaarduitjes uitgeput Boeiende analyse van Zweeds kapitein GOOD NIGHT DEKENS Woninginrichting Kleinii Antisemitisme Failliet DONDERDAG 15 OKTOBER 1959 (Van onze correspondent in Brussel) Op voorstel van de Franse Europa-par lementariër, Remy Montagne, zijn leden van het Straatsburgse parlement en voor aanstaande personaliteiten uit de min of meer onafhankelijk geworden Afrikaan se landen bij elkaar gebracht te Cannes. Die bijeenkomst in het Palais des Festi vals heeft ons veel geleerd omtrent de kansen van „Eurafrika", zoals de even tuele federatie of confederatie van Euro pese en Afrikaanse landen zou worden ge noemd. Het was waarschijnlijk de eerste keer, dat Straatsburgse parlementsleden luisterden naar Afrikaanse persoonlijkhe den, zoals dr. Leopold Sedar Senghor, dichter en president van de assemblee der Mali, een van de onafhankelijk ge worden Franse koloniale gebieden van de Sahara, de heer Assale, minister van Fi nanciën van Kameroen, mevrouw Couli- bali, afgevaardigde van Haute Volta, Marcel Lihau uit Belgisch Kongo, Gas- pard Cyimana uit R'oeanda-Oeroendi, en mr. O. S. Dafe, president van de natio nale raad van Nigeria. Dit eerste contact, waaraan ook van Nederlandse zijde werd deelgenomen, is bedoeld als inleiding tot een grotere conferentie tussen Afrikanen en Europeanen, die men het volgend jaar in Italië wenst te organiseren. De heer Senghor zei, dat de koloniale periode in Afrika thans ter ziele gaat en moet worden vervangen door een con federatie van Eurafrikaanse volkeren, waarin Europeanen en Afrikanen als ge lijken aan dezelfde tafel kunnen gaan zit ten. Het koloniaal systeem is in Afrika verantwoordelijk geweest voor de slaven handel der negers, die volgens Senghor waarschijnlijk tweehonderd miljoen do den heeft gekost. „Met ons als studenten was er in de jaren 1930-1934 ook niet te praten", aldus Senghor, „ook wij waren toqen racisten. Maar zoals Frobenius het heeft gezegd, kan thans worden gepoogd een verzoening tot stand te brengen tus sen twee culturen, die elkaar aanvullen. Niet alleen de cultuur, maar ook de geo grafische ligging aan dezelfde Middel landse Zee en de economie van Europa en Afrika zijn complementair. Afrika heeft 88 percent van de wereldproduktie van kobalt, 26 percent van de koper- produktie, 58 percent van het goud, 98 percent van de diamant. Ongeveer 40 percent van de hydro-elektrische capaci teit bevindt zich op het Afrikaanse con tinent. Als ervaren politicus weet Senghor, dat de gelijkheid van de Afrikaanse en Euro pese volkeren in een Eurafrikaanse con federatie voorlopig slechts theorie is. Het nationaal inkomen bedraagt in Frans Afrika ongeveer 20.000 Franse frank per jaar tegen 400.000 frank per jaar in Frank rijk. Maar die „nominale" onafhankelijk heid is de basis van de toekomstige wer kelijke onafhankelijkheid van de Afri kaanse landen. Gaan de Afrikanen nu echter 19de-eeuwse nationalisten worden op het ogenblik, dat de Europeanen be reid worden gevonden een deel van hun nationale souvereiniteit af te staan aan de nieuwe Europese instellingen? Senghor wijst die ontwikkeling af. Wanneer wij een confederatie van vrije Afrikaanse en Europese volkeren oprichten, dienen wij die verticale staatsvorm te complementeren door een horizontale constructie: de Ver enigde Staten van Afrika. Alleen wanneer de Afrikaanse volkeren onderling een gro tere politieke en economische eenheid tot stand brengen, zullen zij sterker staan te genover de rest van de wereld, en een betere partner vormen in de Eurafrikaan se gemeenschap. Het viel op, dat Senghor daarenboven rekende op de steun van de „Europese volkeren, die in Afrika geen koloniale verantwoordelijkheid hebben", met name Nederland, West-Duitsland, Luxemburg en Italië (Somali wordt vol gend jaar onafhankelijk. Dat Eurafrika gaat veel verder dan de eenvoudige, in het verdrag van Rome voorziene associa tie van de zes landen met de overzeese gebiedsdelen. In het gistende Afrika is er één volk, dat eerder huiverig staat tegen de beloof de onafhankelijkheid. Gaspard Cyimana, een student uit Roeanda, die momenteel in Antwerpen verblijft, zei dat er in zijn land nog steeds een soort feodaal regime bestaat. De Batoetsi's, een fysiek zeer sterk negerras van mannen, die soms meer dan twee meter groot zijn, maar slechts 14 percent van de bevolking vor men, heersen sedert generaties over de 86 percent Bahoetoes, die gewone Bantoe negers zijn. Het zijn de Batoetsi's, die momenteel een felle campagne voeren opdat België spoedig de onafhankelijkheid van Roeanda en de Oeroendi zou uitroe pen, met het gevolg, dat zij hun heer schappij nog sterker dan onder het Belgi sche bestuur zouden kunnen vestigen. Vcor de eerste wereldoorlog steunden de Duitse gouverneurs de Batoetsi's, en toen de Belgen in 1919 het mandaat over de beide koninkrijken verkregen, deden zij hetzelfde. Alleen intervenieerden zij meer in de binnenlandse toestanden. Pas in 1952 werd een decreet uitgevaardigd dat een begin betekende van democratische organisatie, en van verkiezingen. Maar de onderworpen Bahoetoes, die het vee van hun meesters huren, stemden opa vele plaatsen voor hun Batoetsi-chefs. De stel ling van Cyimana, die een Bahoetoe is, is duidelijk: geen onafhankelijkheid zon der garantie van een democratische grondwet. De Batoetsi-stamhoofden zou den niet langer rechter mogen zijn, vol gens een op de „volkstraditie" gebaseer de maar zeer willekeurig geïnterpreteer de rechtspraak. Mevrouw Coulibari wees op de nog zeer ondergeschikte positie van de vrouwen en meisjes in dat onmetelijke Afrika, waar de bruidegom aan de ouders van het meis je nog steeds vrij grote bedragen moet betalen of giften moet schenken als bruids schat. In haar land, de Haute Volta, wordt 23 percent van de landsbegroting aan het onderwijs besteed en toch gaat 'echts acht percent van de kinderen op v".ooileeftijd naar school. De kernproblemen van de onafhankelij- a Afrikaanse staten of de landen, die on- fhankelijk gaan worden, zijn de econo mische problemen, de fiscale inkomsten n volkshuishoudingen, die van de ex port leven van enkele landbouwproduk- en, de vestiging van buitenlandse bedrij ven en het aantrekken van Europees en Amerikaanse kapitaal. Wanneer men on afhankelijk is geworden, is de roes gauw voorbijEen student uit Belgisch Kon go, die te Leuven rechten studeert, Mar cel Lihau, en de minister van Financiën van- Kameroen zeiden het zeer duide lijk: het vormen van een Eurafrikaanse confederatie mag voor Europa geen aan leiding zijn tot een soort neo-kolonialisme. In onze landen hebben wij kapitalen no dig, bedrijfsleiders en technici. Waarom niet gemengde Europees-Afrikaanse be drijven oprichten? Minister Assale zei, hoe moeilijk het is om de belastingen te verhogen en de uitgaven van het bestuur van zijn land te verlagen. De enige bron van inkomsten wordt gevormd door de uitvoerrechten, die worden geheven op koffie, cacao en enkele andere tropische produkten. In Belgisch Kongo bedraagt de bevolkingsaanwas 2,75 percent per jaar en om het nationaal inkomen ieder jaar met twee a drie percent te doen toenemen, zou er ieder jaar 12 miljard frank (of bijkans een miljard gulden) in de Kongolese eco nomie moeten worden geïnvesteerd. Men kan zich voorstellen, welke problemen Nigeria, dat groter is dan Frankrijk en Duitsland samen, met zijn 36 miljoen in woners zal moeten oplossen wanneer het volgend jaar, in oktober 1960, onafhanke lijk wordt in het raam van het Britse gemenebest. Op het ogenblik staan de Europese en de Amerikaanse investeer ders huiverig tegenover investeringen in Afrika. In Marokko willen de meeste blanken zo gauw mogelijk, en voor een appel en een ei, hun uitgestrekte plantages verkopen. De Afrikanen in Cannes waren eensgezind: kom met kapitaal, schenk ons uw vertrouwen, en wij zullen samen de Eurafrikaanse gemeenschap opbou wen. Moet Europa de toegestoken hand aan vaarden? De vraag werd door de aan wezige Europese parlementsleden posi tief beantwoord. De Europese en Afri kaanse belangen zijn niet in tegenstelling, zij vullen elkaar in de meeste gevallen aan. Maar het gaat er om een positieve in houd te geven aan het nog vage concept van een Eurafrikaanse confederatie van vrije en gelijke volkeren in Europa en Afrika. Sommige redenaars wezen op de gevaren, dat de Afrikaanse landen in het vaarwater van Moskou geraken, of, zoals sommige Zuidamerikaanse landen, in de greep van de grote Amerikaanse concerns, maar in tegenstelling met wat men zou kunnen verwachten, maakte het argu ment geen grote indruk. Als conclusie van die gesprekken te Cannes kan men voor opstellen, dat eerlijke en verantwoorde economische en monetaire contracten de basis moeten vormen van de economische samenwerking tussen Afrika en Europa. Die oplossingen en ook de politieke en cul turele, moeten in het raam van nieuwe instellingen worden gezocht. Dat is una niem de wens van de Afrikaanse woord voerders. In dit opzicht is het verdrag van de gemeenschappelijke markt dus voorbijgestreefd en moet men nieuwe wegen op. Advertentie met 3 versn. HMW-motor en dubbele achtertelescopen, met de grootste tank 18 L. Iets moois Wegens export-annulatie van 800.— Breestraat 108 - Beverwijk - Tel. 4627 Met ingang van 1 januari aanstaande wordt de grenswijziging tussen de provin cies Gelderland en Utrecht van kracht, dan zullen 620 hectaren met ongeveer 4600 inwoners overgaan van Gelderland naar Utrecht en omgekeerd 635 hectaren met ongeveer 1200 inwoners van Utrecht naar Gelderland. In Veenendaal en Scherpen- zeel worden in verband met deze grens wijziging vandaag verkiezingen gehouden voor een nieuwe tijdelijke gemeenteraad (tot 1962). Het grootste aantal mensen is betrokken bij de vergroting van de ge meente Veenendaal, die ruim 4300 inwo ners krijgt van de gemeente Ede met 365 hectaren grond, en ongeveer 550 inwoners van Renswoude. In het bebouwde gebied van het zich steeds uitbreidende Veenen daal is een „drie-gemeentenpunt" gelegen dat allerlei verwikkelingen schept en daarom nu wordt opgeheven. Wat Scher- penzeel aangaat: midden in de bebouwde kom loopt over en bij de rijksweg Utrecht- Arnhem de gemeentegrens, die tevens provinciale grens is. Zij kruist de weg en kele malen. Een dergelijk grensverloop schenkt verwikkelingen. De hele „ge meenschap" Scherpenzeel wordt onder de „gemeente" Scherpenzeel ondergebracht. De twee gehuchten langs de oostgrens van Scherpenzeel worden bij Renswoude gevoegd. Scherpenzeel krijgt ongeveer 800 inwoners meer. Woudenberg verliest 700 inwoners en Renswoude 650. Aanvan kelijk had de minister voorgesteld ook voor het verkleinde Ede nieuwe raadsver kiezingen te houden, maar op aandrang van de Kamer diende hij een nota van wij ziging in waardoor in Ede geen verkiezin gen voor een nieuwe tijdelijke gemeente raad wordqn gehouden. (Van onze correspondent in Bonn) Een tiental dagen geleden revolteerden ze ook in Bonn: de „Halbstarken", de no zems of hoe men ze noemen wil. Ze gre pen met een man of tien passerende auto's beet, hieven ze op en lieten ze met een smak vallen. Toen de politie kwam, ble ven ze staan en ze weken pas na felle ge vechten onder de slagen van de gummi knuppels. Men arresteerde 110 jongens in de leeftijd van 15 tot 25 jaar, van wie er één, een 20-jarige metselaar, een maand loon had van 800 mark en de rest ten minste het netto maandloon van 400 mark pleegt te verdienen. Ook het rustige, bijna provinciaalse Bonn had al maanden lang straten waar geen meisje of vrouw zich dorst te verto nen: de „halbstarken" stonden daar klaar om aan te vallen. Op een weekend, na de zo burgerlijk-rustige mijnwerkersdemon stratie, gingen ze ten slotte naar het cen trum van de stad. Onder leiding van hun aanvoerders, de zogenaamde „bullen", sloegen ze er op los. Sedertdien heeft men nauwkeurig uit geplozen, wat dat nu toch voor jongens zijn, die auto's in de lucht gooien, die met de politie vechten en die tot alles in staat zijn. De metselaar van 20 jaar, die met zijn maandsalaris van 800 mark meer verdient dan een behoorlijke regerings ambtenaar, is geen uitzondering. De 16-, 17- en 18-jarigen verdienen allemaal per maand tenminste 400 mark. Ze hebben al lemaal een bromfiets, vier of vijf pakken in de kast, een leren vest en een spijker broek. Er zijn zoons van Bonner burgers, ambtenaren, en middenstanders onder hen. Een paar zijn de zoons van hoge re geringsambtenaren. Twaalf van de 110 komen uit zeer welgestelde families. Maar toch het merendeel, namelijk de helft, is zonder vader opgegroeid. Het zijn de kinderen van soldaten, die in de laatste oorlogsjaren gesneuveld zijn. Hun moeder hebben ze altijd zien werken of er via een zogenaamde „Onkel-ehe" een eigen aardig verhoudingshuwelijk op na zien houden. Velen zijn vluchtelingen, wier vader en-of moeder nog in Oost-Duitsland wonen. Een van de jongens heeft een va der, die onder-officier is in de Oostduitse communistische volkspolitie. De gemiddelde Duitser is bij al de vecht partijen van deze nozems een hartelijke toeschouwer. Belangstellend stonden de mensen naar de gevechten tussen de jon gens en de politie te kijken. De volgende dag riepen ze in ingezonden stukken in de kranten weliswaar braaf de politie op „om er op te slaan". Maar hun belangstelling met lachende gezichten had dan toch maar meegeholpen de „Bullen" en hun jongens op te hitsenOverigens, dat er op geslagen moet worden, daar is ieder een het wel over eens. Tenminste, in kri tieke situaties, zo zegt men hier, moet de politie niet aarzelen. Maar men beseft drommels goed, dat daarmee het kwaad niet uit de wereld wordt geholpen. Want de vraag is allereerst: waarom doen die jongens dat? De paedagogen en sociolo gen zeggen: de jongens staan op de fa briek of op de school (want er zijn nogal wat gymnasiasten onder deze nozems...) in het gelid, in de collectiviteit. Hun per soonlijkheid wordt ingeperkt, terwijl ze juist een grote dadendrang hebben. Ze on dergaan de invloed van de film, van al lerlei laag-bij-de-grondse lectuur. Hun ouderlijk huis heeft gefaald: vader ont breekt, of vader en moeder hebben het te druk met geld-verdienen. Er is een brom fiets, er is geld, een leren vest, een „Bulle" die de jongens opjaagt, die de technisch geïnteresseerde jeugd tot daden aanzet. Zo zoekt de jeugd, aldus de paedagogen en sociologen, een ventiel voor haar da dendrang, voor haar behoefte aan span ning, avontuur en menselijk contact. En het geld speelt daarbij een zeer belang rijke rol: ten slotte gaat er in West-Duits land door de handen van de jeugd per jaar een bedrag van 250 miljoen mark, dat is een kwait miljard! Bonn zal de nozems-van-het-wirtschafts wunder voorlopig met gevangenisstraffen, boetes en dergelijke aanpakken. Daar naast is de stad van plan door zogenaam de open-deur-tehuizen de jeugd naar zich toe te halen voor een eerlijk gesprek van man-tot-man. En ook heeft men reeds bromfietswedstrijden georganiseerd, ten gerieve van de jonge geweldenaren, die bij (Van onze correspondent in Rome) Italië heeft in Enrico de Nicola, de eer ste president der Italiaanse republiek, een wel zeer bijzonder man verloren. Het is onmogelijk voor deze uiterst integere fi guur geen bewondering te hebben. Wij hebben hem enkele malen mogen ontmoe ten, juist in zijn laatste levensjaren. Dat was niet zo moeilijk. Toen hij in 1948 af getreden was als president keerde hij te rug naar Napels en heropende zijn advo catenkantoor, ook al beperkte hij zich, ge zien zijn hoge leeftijd, tot zaken in het hof van cassatie. Op een bepaald uur kon men hem dicht bij de Napolitaanse beurs bij de autobushalte zien staan wachten. Hij nam dan de bus naar Torre Del Greco, twaalf kilometer ten zuiden van Napels, waar hij in een bescheiden villaatje woon de. Een eigen auto heeft deze grote ad vocaat en nog groter politicus nooit be zeten. Het eigenaardige van „Don Enrico", zo als de Napolitanen hem noemden, was dat eerzucht en winstbejag twee dingen wa ren, die hij niet kende. Voor een politicus is vooral volledig gebrek aan eerzucht iets heel bijzonders. De Nicola heeft nooit enig ambt begeerd. Het zijn altijd anderen ge weest die hem de hoogste ambten hebben opgedrongen. Bij het bekleden van onver schillig welk ambt, was hij dermate nauw gezet en trouw in het naleven van al zijn plichten, dat hij vaak na enige tijd, wan neer hij oordeelde dat er iets onrechtma tigs gebeurde, aftrad, en meestal was zulk een besluit onherroepelijk. Deze man kon geen onrecht verdragen, onverschillig door wie gepleegd, en hij eiste van allen hetzelfde strenge plichtsbesef, dat hem zelf kenmerkte. Hoewel uiterst vriendelijk en voorkomend, was De Nicola dus niet altijd een gemakkelijk man, zeker niet in een land waar men geneigd is de zaken een beetje op hun beloop te laten. Op 9 november 1877 werd De Nicola ge boren, natuurlijk te Napels, want een man met zo buitengewone geestesgaven, van een zo onkreukbare eerlijkheid en zo sublieme beschaving kan alleen maar Na- politaan zijn. (De oppervlakkige toerist vindt doorgaans Napels een smerige stad vol boefjes en oplichters. Dat is de buiten kant. In werkelijkheid zijn de Napolita nen de meest eerlijke, oprechte en toege wijde mensen die men zich maar denken kan en werken zij veel harder dan wij ons dit in ons noorden kunnen voorstellen). De Nicola paarde de eruditie van een hoog gecultiveerd man van letteren aan de an tieke wijsheid van een Grieks denker uit de tijd van Pericles. Hij was journalist, schrijver, advocaat en politicus. Als ad vocaat heeft hij reeds in zijn jeugd triom fen gevierd en behoorde hij ook thans, meer dan tachtig jaren oud, nog tot „de prinsen van het Napolitaanse forum". In 1909 werd hij voor het eerst op de li berale lijst gekozen als lid van het Ita liaanse parlement en tot 1924 vertegen woordigde hij onafgebroken het kiescolle ge van Napels. Hij heeft steeds geweigerd minister of eerste minister te worden, hoe wel hem dit vooral in de moeilijke jaren tussen 1919 en 1922 meermalen is aange boden. Wel was hij in die jaren en tot 1924 voorzitter van de Kamer, iets heel eigen aardigs daar het in Italië in die dagen re gel was, dat alleen een oud-minister voor die taak werd gekozen. Als voorzitter was hij een voorbeeld van werkzaamheid voor allen en van een zeldzame onpartijdig heid. Een keer slechts heeft hij gezegd wat hij over het fascisme dacht: er moest een gedenksteen worden ingewijd voor de tij dens de wereldoorlog gesneuvelde kamer leden. De Nicola moest daarbij de rede uitspreken in het bijzijn van Mussolini, die het parlement aan banden had gelegd. Hij eindigde met deze woorden: „Parle menten kunnen wel worden verduisterd, maar zij kennen geen ondergang. Waar eenmaal het licht der vrijheid werd ont stoken, kan het nooit meer worden ge doofd." In 1924 toen zijn mandaat was af gelopen, stelde hij zich niet opnieuw ver kiesbaar. De koning benoemde hem kort daarop tot senator voor het leven, maar hij heeft nooit aan de zittingen deelgeno men. Van 1924 tot 1943, dus tot na de val van het fascisme, stond De Nicola buiten het politieke leven en wijdde zich aan zijn advocatenpraktijk. Maar in 1943, in een zeer moeilijk ogen blik, heeft hij Italië een bijzonder grote dienst bewezen. Het land was voor drie vierden door de Duitsers bezet. In het zui den bevond zich de uit Rome gevluchte ko ning. De regering-Badoglio had te kampen met grote moeilijkheden, daar enkele der nacht en ontij met hun machientjes dooi de straten jakkeren. Of het allemaal veel zal helpen? Men weet het niet. Want straks kan het weer beginnen. Straks kan weer een 20-jarige „bulle" zijn „mannen" oproe pen om eens een „show" weg te geven meest vooraanstaande politici onmiddel lijk de Republiek wilden uitroepen: voor hen was Victor Emanuel III de man die in 1922 de grondwet had geschonden. De Ni cola was een voorstander van de monar chie, maar hij begreep dat de oude koning niet zonder meer kon worden gehandhaafd. Na overleg met Benedetto Croce en graaf Sforza (beiden voor de republiek) wist hij de buitengewoon eigenzinnige koning te overreden zonder afstand te doen van de troon zijn zoon Umberto tot stadhouder te benoemen. Dank zij deze maatregel, die alleen een zo tactvol man als De Nicola kon doorzetten, is het gelukt ih het bevrijde deel van Italië een burgeroorlog tussen ro yalisten en republikeinen te voorkomen en de beslissing over het vraagstuk, mo narchie of republiek, uit te stellen tot een plebisciet na de algehele bevrijding van het land. Toen dat plebisciet in juni 1946 werd ge houden, was de uitslag anders dan De Ni- cola had gehoopt. De republiek had echter met een zeer geringe meerderheid gewon nen en het leek nog alsof er een burgeroor log zou uitbreken tussen het republikeinse noorden en het koningsgezinde zuiden. Al gauw ging het gerucht, dat De Nicola de aangewezen man was om als „voorlopig staatshoofd" op te treden, terwijl de grondwetgevende vergadering haar werk verrichte. Hij voelde daar heel weinig voor en gaf te verstaan, dat hij er alleen toe be reid was, wanneer men er niet in zou sla gen een ander te vinden, die het gevaar voor burgeroorlog zou kunnen bezweren. Met een overgrote meerderheid van stem men werd hij door christendemocraten, socialisten en communisten tot „voorlopig staatshoofd" gekozen en toen de royalis tische bevolking van Torre Del Greco, het stadje ten zuiden van Napels waar hij woonde, hem toejuichte met de kreet „Le ve Don Enrico en leve ook de republiek was dat woordje „ook" voor hem beslis send. Hij begreep, dat men de republiek zou dulden indien....het hoofd van staat een royalist was. Natuurlijk is de toestand nu anders, maar in die dagen was het een ge weldig probleem. Zo keerde De Nicola terug naar Rome en nam zijn intrek in het sombere paleis Giustiniani, zonloos en triest. Hij weigerde in het Quirinaal te wonen, „het paleis van de koning". Hij weigerde ook een hofstoet en stelde zich tevreden met een paar be dienden, die hij uit eigen zak betaalde, daar hij nooit een lire uit 's rijks kas heeft willen aannemen. („Het is de plicht van ieder burger het land te dienen op de plaats waartoe hij wordt geroepen"). Zelfs de postzegels voor de correspondentie van het staatshoofd betaalde hijzelf en de en kele keer, dat hij naar Napels ging betaal de hij niet alleen de benzine, maar ook de verblijfkosten van de chauffeur. Op 1 janu ari 1948 kon hij de nieuwe grondwet afkon digen en daarmee hield hij tegelijk op „voorlopig staatshoofd" te zijn en werd president der republiek. Enkele maanden later, in mei, was zijn ambtstijd verstre ken en „om niet het slechte voorbeeld te geven van een president die wanneer zijn tijd voorbij is, zich beschikbaar stelt voor een nieuwe ambtsperiode" trok hij zich terug te Torre Del Greco. Bij de nieuwe presidentskeuze kreeg hij tot tweemaal toe de stemmen van alle kamerleden en senatoren, maar hij kwam niet terug op zijn besluit. Daar zijn spaarduitjes door dat dure presidentschap vrijwel uitgeput waren, moest hij opnieuw zijn advokaten- praktijk openen. President Einaudi benoemde hem tot senator voor het leven. In 1956 werd hij voorzitter van de constitutionele raad, het hoogste rechtsorgaan van Italië en heeft veel werk gedaan om oude fascistische wetten, die in strijd zijn met de grondwet, te doen afschaffen en in Italië de rechts staat metterdaad te herstellen. Maar toen hij bemerkte, dat op andere wijze het on recht, dat hij bestreed, toch weer wettig of onwettig zegepraalde, legde hij dit ambt in 1958 neer en hei-vatte opnieuw zijn prak tijk als advocaat in Napels. Een voorbeel dig leven is tot een einde gekomen. Daar hij ongehuwd was, laat „Don Enrico" al leen neven en achterneven na. Advertentie Perfekte pasvorm Kennemerlaan 36 - Umuiden - Tel. 4453 (Van onze correspondent in Stockholm) Tot 1957 groeide de Russische lucht vaartmaatschappij Aeroflot in normaal tempo. Dit tempo lag onder dat van de grote Amerikaanse maatschappijen, maar plotseling heeft zich de situatie ge heel gewijzigd. In 1957 transporteerde men al 69 percent meer passagiers dan in 1956. In 1958 werden negen miljoen per sonen vervoerd en in dit jaar hoopt men op vijftien miljoen te komen. Volgend jaar zullen het er vermoedelijk 21 miljoen zijn. Reeds thans noemt Aeroflot zich met trots de grootste luchtvaartmaatschappij ter wereld. Nu is een totaal van 21 miljoen passa giers nog niet zo schrikbarend veel. In 1958 telden de Amerikaanse maatschap pijen er bij elkaar liefst 49 miljoen, een cijfer dat de Russen in de loop van 1965 hopen te halen. Het is evenwel opvallend, dat deze groei zo plotseling is begonnen. De Zweedse kapitein Nils Oberg, die dit onderwerp in het Zweedse militaire tijd schrift „Kontakt" behandelt, noemt enke le argumenten voor deze ontwikkeling. Ten eerste beziet hij het militair. De vloot van Aeroflot bestaat thans uit twee duizend toestellen, waarvan er tweehon derd tot de modernste types mogen wor den gerekend. Een groot gedeelte van de ze toestellen kan meteen als militaire transportvliegtuigen in dienst worden ge nomen. Het net van Aeroflot bedraagt thans een kleine 600.000 km. Er worden niet alleen belangrijke steden in Rusland en in de verschillende volksrepublieken aangevlo gen, maar ook verschillende steden in West-Europa. Dit geeft de piloten de mo gelijkheid, reeds nu het overvlogen ge bied op het radarscherm te verkennen. Aangezien alle moderne types radarnavi- gatie in de cockpit hebben, kan de beman ning in vredestijd bepaalde kustlijnen en andere karakteristieke punten leren afle zen. De activiteit van Aeroflot heeft echter ook een economische betekenis. Aange zien het niet nodig is met winst te wer ken, kunnen de tarieven bovendien buiten gewoon laag worden gehouden. Als voor beeld kan de lijn Moskou-Leningrad wor den genomen, die per trein 12 uur duurt en 150 roebel kost. De moderne TU-104 b. doet er echter slechts 55 minuten over. En de prijs? 130 roebel! Dat is nog maar een begin. De non-stop vlucht van Kroesjtsjev maakt het ieder een duidelijk, dat de Russen ook aan lan gere afstanden denken. Er zijn reeds plan nen om de lijndiensten naar Noord- en Zuid-Amerika door te trekken. Op de thans gevlogen lijnen zal ook nieuw materieel komen. Gedacht wordt wat de verbindingen naar Praag en Berlijn betreft aan het type IL-18 „Moskva", dat in de eerste klasse 75 pas sagiers kan vervoeren of, indien omge bouwd tot toeristklasse, aan honderd pas sagiers plaats biedt. Dit toestel heeft trouwens een wereldrecord behaald door met vijftien ton last een hoogte van 12.471 m. te halen. Na de militaire en economische ge zichtspunten moet ook nog worden ge dacht aan de propagandistische betekenis. Het is een soort demonstratie, als een ge weldige machine van de Russische lucht vloot landt. Ook daar heeft Rusland iets voor over. Advertentie WOL is niet te vervangen. KOOP DAAROM Al spoedig zal blijken dat u een verstandige keus heeft gedaan. Koningsplein 8 IJmuiden Tel. 4540 (Van onze correspondent in Bonn) Deze maand was het achttien jaar ge leden, dat in het Duitsland van Hitier de eerste Jodensterren gedragen moesten worden. Het was een gele, zeshoekige ster met het woord „Jude" erop. Een maand later begon de S.S. met de massale moordpartij, waarvan zes miljoen of meer Joodse mannen en vrouwen en kin deren het slachtoffer werden. Het Ham- burgse weekblad „Die Zeit" schreef dezer dagen: „Dat alles is lang bekend,hoewel niet iedereen in Duitsland het gelooft. Het geweten weigert een dergelijke berg van schuld ook slechts ter kennis te nemen. Schuld? „Wir haben es nicht gewusst", is bijna altijd de reactie. De biologische vernietiging van de Joden door geïn dustrialiseerde executie was een „gehei me Reichssache" en het Duitse volk hoor de er pas in volle omvang van na 1945, hoewel ontzettende dingen uit de concen tratiekampen doorgesijpeld waren. Hoe evenwel stond het met de kleinigheid van de Jodenster? Hebben wij destijds ook maar een van die ongelukkigen ons mee gevoel getoond? Zijn wij er op af gegaan, als daar zo'n sterrendrager alleen stond en hebben wij tegen hen gezegd: beste man, beste mevrouw, ik schaam me voor wat u daar draagt. Ik heb niet de moed me er tegen te verzetten, maar u moet we ten dat u niet alleen staat en niet veracht bent De brouwerijknecht Wolfgang Brit- zwein uit Münster heeft onlangs een vreemde weddenschap aangegaan. Hij moet de afstand MünchenFlensburg (aan de Deense grens)Bochum in het Ruhrgebied met vijf mark op zak te voet afleggen. De beloning zal zijn: het loon, dat hij zal missen op zijn werk, plus als bijzondere premie een vat bier van twee honderd liter. De route is 1250 kilometer lang en hij moet in ieder café dat hij on derweg bezoekt een reisboekje laten af stempelen. Verliest Wolfgang de wedden schap, dan krijgt hij geen loon en moet hij zijn collega's tweehonderd liter bier schenken. Op een medisch congres te Karlsruhe heeft onlangs een huidspecialist ronduit gezegd: „de man die tengevolge van een normale haaruitval .-en kaal hoofd krijgt, behoeft geen hoop meer op een volle haar dos te hebben. Hij moet er zich bij neer leggen: hij wordt absoluut kaal". De do cent van de universiteits-huidkliniek te Tübbingen, Friedrich, verkondigde dit op het therapiecongres te Karlsruhe. En dat terwijl in West-Duitsland per jaar voor 115 miljoen mark wordt uitgegeven voor haargroeimiddelen en dergelijke. Vol gens Friedrich bestaat er alleen uitzicht op het groeien van het haar, wanneer het haarverlies door „een functie-onderbre king van de haarvormende hoofdhuid" is veroorzaakt. De enige raad die Friedrich heeft is: bij sterke haaruitval meteen naar de dokter. Toen de Westduitse ex-president profes sor Heuss dezer dagen zijn nieuwe huis te Stuttgart betrok, stond er een korf met lelieknollen voor de deur. Het bleek een geschenk van de Westduitse bond van belastingbetalers te zijn. In een briefje in de korf stond, dat de lelie het symbool van de trots en de waardigheid is, maar ook teken van de bescheidenheid, de rein heid en de zuiverheid. De lelie is voor de belastingbetalersbond nu het symbool voor de werkzaamheid van Heuss, die in zijn presidentschap de Zwabische spaarzaam heid te Bonn heeft gecultiveerd, en dat in een tijd, waarin de zucht om te re presenteren steeds grotere kringen trekt. In de Bondsrepubliek pakt men het anti-semitisme in grote lijnen toch wel krachtig aan. Zo was er in Mörs in het Rijnland een zestigjarige arbeider op een lampenfabriek, die vroeger „S.A.-sturm- führer" geweest was. In 1956 en in 1958 toen hij voorzitter van de ondernemings raad van de lampenfabriek was, zei hij bij herhaling tegen collega's over Joden: „Er zijn er te weinig vergast". Een col lega van de ex-S.A.-man en de secretaris den de ex-nazi aan. Dezer dagen werd hij generaal van de centrale raad van Joden in Duitsland, dr. H. G. van Dam, klaag- tot vijf maanden gevangenisstraf veroor deeld. De rechter wees uitdrukkelijk daar bij een verzoek om die straf voorwaarde lijk toe te passen, van de hand. De ex- S.A.-man zal moeten zitten.... Te Bremerhafen werd onlangs het pas sagiersschip Arosa Sun (20.000 ton) ver kocht. Het ging hier om een deel van de failliete boedel van de Italiaans-Griekse reder Niccolo Rizzi, die onder Zwitserse vlag met zijn Arosa-lijn heel wat fraaie passagiersschepen heeft laten varen. De schepen voeren tussen Europa en Canada, liepen weliswaar langzaam maar de pas sage was goedkoop. De rederij ging even wel failliet. Te Bremerhaven waren bij •de verkoop bij executie niet slechts ver tegenwoordigers van grote rederijen, maar ook matrozen van de Arosa-lijn, die in geen jaar hun gage hadden gekregen. De Arosa Sun ging voor 2,02 miljoen mark van de hand, terwijl bij de eerste aanbie ding nog zeveh miljoen mark geboden was. Er is dus vijf miljoen mark wegge gevenDe Arosa-lijn had een schuld van dertig miljoen mark. De krediteuren kunnen nu onder elkaar de 2,02 miljoen mark verdelen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 9