IVO ROL
Vrijheid vormt het kernpunt
van het gehele wetsvoorstel
fijn FAAM fantastisch
Natu-raLax
WE WAREN ER ZELF BIJ
MENSEN
Ruilverkaveling
wordt niet
in Spaarnwoude
uitgevoerd
HERENONDERGOED
Speculatie op
zelfstandige ijver
Regelmaat van de klok!
19
~m m
SUPER DONS
INTERLOCK
HALFWOLLEN
JAEGER
natuurlijk
PAARLAARSTEEG 1
Kandidatentoernooi
Keres bracht Tal in grote
moeilijkheden
■laB
Duits perscommentaar
Tanden blank-Adem ffïs
Onbetwist de beste tandpasta
De volleybaluitslagen
die lekkere drop Heet KLAROP
s/w
tandschoon
ONDERWIJSVERNIEUWING (V)
Te weinig interesse van de landbouwers
KAAN
Mijnwerkers stellen
looneisen
Produktiviteit gestegen
dag. u% dag. uit!
Haarlemse rechtbank
Toneelspeler veroordeeld
tot een jaar gevangenis
en drie jaar niet rijden
Rechtbank acht rijden onder
invloed van drank bewezen
Marshall, een militair
die zijn plaats wist
jjUi^iï^DAG 22 OKTOBER 1959
i
„Mooi maar hard," zei de man naast
ons in het Hillegomse café, dat we had
den uitgekozen om naar DuitslandNe
derland op het televisiescherm te gaan
kijken. Geschrokken draaide de caféhou
der het geluid wat zachter, waardoor de
muzikanten het „Deutschland, Deutsch-
land über Alles" pianissimo het Hille
gomse zaaltje inbliezen. Maar dat was
een misvatting, want de bezoeker gaf uit
sluitend zijn prognose weer over het Diüt-
se spel. De fout werd onmiddellijk her
steld en even later bulderde ons aller com
mentator weer door het café, afgebetener
weliswaar dan voor de radio, maar toch
duidelijk herkenbaar.
„Goedemiddag kijkers, we zitten hier
allemaal te kijken, wij in het stadion in
Keulen en u als het ware onzichtbaar,
roe zijn met miljoenen. De scheidsrechter.
Ik heb nu net even tijd om te vertellen,
dat het waarschijnlijk niet zo.Cor van
der Hart.zo mooi zal worden als in Rot
terdam toen we met. Faas.met ne
gen-één wonnen van die.Van der Kuil.
die Belgen wonnen. Aftrap.dat
kunt u zelf wel zien.Faas, Suuskoviak,
Raan.dat is erg mooi, misschien ziet
u het hoe mooi dat isSiedel.dat is
heel anders dan in Rotterdam. Die Duit
sers zijn geen Belgen, maar dat ziet u zelf
wel. Buitenspel, Van Wissen, Faas, Bruuls
Raan. Doelpunt. Ik geloof dat Pieters die
kon houden, maar dat kunt u misschien
nog wel beter beoordelen dan ik
Dit wordt bepaald niet zoals in Rotter
dam, dit wordt geen negen-één. Daar zit
er weer eentje. Dit hadden we niet ge
dacht. U kunt zelf opmerken hoe alles
mee naar voren gaat.Bouwmeester.
Faas.Suuskoviak.Kraai. Doelpunt,
zoals u ziet Rust. „Terug naar Hilver
sum."
Advertentie
3/4 Pantalons 4.75
Borstrokken 4.65
sterk en warm
Lange Pantalons8.95
Borstrokken 7.95
Voor een grote keus
Schaken
Woensdag zijn in Belgrado de partijen
voor de 24ste ronde van het kandidaten-
schaaktoernooi gespeeld. De resultaten
waren: TalKeres afgebroken; Smyslov
Petrosjan remise; FischerBenkö 10;
OlafssonGligoric afgebroken.
Na de vierentwintigste ronde is de
stand: 1. Tal (Rusland) 17'/ï pnt. en 1
afgebroken partij; 2. Keres (Rusland) 15
pnt. en 1 afgebroken partij; 3/4. Smyslov
en Petrosjan (beiden Rusland) elk 13 pnt.;
5. Gligoric (Joegoslavië) 11 pnt. en 1 afge
broken partij; 6. Fischer (Ver. Staten) 10
pnt.; 7. Olafsson (IJsland) 7'/2 pnt. en 1
afgebroken partij; 8. Benkö (Statenloos)
7 punten.
Keres heeft de laatste kans om Tal van
de eerste plaats in het eindklassement van
het kandidatentoernooi te houden zo goed
mogelijk gebruikt. Keres wendde met
zwart ditmaal de Tarrasch-verdediging
aan en reeds na 20 zetten scheen de positie
van Tal onhoudbaar. De nestor van het
schaakgezelschap verzwakte de positie
van de pionnen op de witte koningsvleugel
en ruilde de witte lopers, waarna hij voor
zijn andere loper een open lijn verkreeg.
De positie bleef gedurende vrij lange tijd
ongewijzigd, hoewel Tal tot afruil van
enkele stukken overging. In het eindspel
kwam Tal in grote moeilijkheden omdat
Keres' stukken zet na zet de zwarte ver
dediging verder ontrafelden.. Bij de 29ste
zet gaf Tal een pion prijs. Toen verdwenen
de torens van het bord en er ontstond een
eindspel waarin Keres een pion meer had.
Keres geraakte echter in tijdnood en koos
niet de beste voortzetting. De partij werd
bij de 41ste zet afgebroken. Beide spelers
hadden nog een dame en een paard, ter
wijl Keres nog steeds een pion voor stond.
De positie van Tal is nog steeds zeer
moeilijk.
„Mooi maar hard" zei de man naast
ons weer en hij tikte een eitje stuk, dat
de caféhouder, meegesleept door het spel
iets te lang had laten koken.
„Daar zijn we weer kijkers. Dat is leuk
om nog even mee te delen. Aftrap.Ze-
Ier. Raan, die staat vrij zoals een leek
kan zien. Doelpunt. Ik weet nu zeker dat
het heel anders ivordt dan tegen de Rode
Duivels.Van Wissen.Klaassens.Van
der Hart. Die Duitsers zijn zoals we al
lemaal merken steeds even eerder bij de
bal. Doelpunt. Het kan nu niet meer zo
worden als in Roteerdam toen we met.
Doelpunt.toen we met negen-één won
nen. Dat had niemand gedacht. We kun
nen alleen nog maar hopen op één, twee,
drie, vier of vijf tegengoaltjes. U begrijpt
het al dat wordt weer zo'n.Raan.Doel
punt. Dit was heel iets anders dan een
paar weken geleden. Maar dat heeft u zelf
kunnen zien. Terug naar Hilversum".
„Mooi maar hard", zei onze buurman,
terwijl hij opstond en hij bekeek het stoel
tje, waarop hij anderhalf uur naar het
scherm had zitten kijken.
„Wat vonden jullie van de wedstrijd?"
vroeg de caféhouder.
„Niet zoals in Rotterdam, dat heb je
zelf kunnen zien", zeiden we.
„Mooi, maar hard", zei de man naast
ons.
De Frankforter „Abendpost" schreef
vandaag onder de kop „Duits nationaal
elftal in wereldkampioenschapsvorm"
over de gisteren in Keulen gespeelde in
terlandwedstrijd Duitsland-Nederland het
volgende:
„Deze 7-0 over een waarlijk gerenom
meerde tegenstander, die drie jaar gele
den nog de wereldkampioen met 2-1 ver
slaan kon, is van betekenis.
Eindelijk hebben wij weer een voorhoe
de, die niet alleen fijn kan combineren en
doeltreffend aanvallen, maar ook hard
weet te schieten. En laat nu niemand be
weren dat de Nederlanders geen echte in
ternationale maatstaf voor Herbergers
garde zijn geweest. Zij waren een klasse
beter dan de Zwitsers in Bern, maar had
den echter de pech een Duitéë ploeg aan te
treffen, zoals zij in deze vorm slechts
speelde in de dagen van de wereldkam
pioenschappen
Onder de kop: „Herberger-elftal in gala-
vorm", schreef de Frankforter „Nacht-
ausgabe": „Duitslands nationale voetbal
ploeg heeft de zwakke periode van het af
gelopen seizoen overwonnenBij alle
begrijpelijke vreugde over deze sensatio
nele uitslag, mogen wij echter niet geheel
vergeten, dat de oranjehemden hun
„negen-goal-voorhoede" van Rotterdam op
twee belangrijke posities hebben moeten
veranderen en bovendien tegen een Duits
elftal uitkwamen, dat werkelijk in gala-
vorm was en zich vooral na de rust letter
lijk in een speelroes overgaf."
Advertentie
De resultaten van de gisteravond voor de vol
leybalcompetitie in het Krelagehuis gespeelde
wedstrijden luidden:
HEREN. Overgangsklasse: Die RaeckseMolen
wiek 2—2. Eerste klasse: EclectaVelox 0—3,
OVRACIOS 13. Tweede en derde klasse:
PSVH 2-WIK 2 2—2, CIOS 2—HVS 3 2—2, VVCL
HVS 4 1—3, Set Up-OVRA 3 2—2,OSS 2-CIOS
3 2—2, OVRA 4—WIK 3 1—3.
DAMES. Hoofdklasse: Die RaeckseVC Veenen-
daal 31, Overgangsklasse: AVC--Molenwiek 1—1
gestaakt. Eerste klasse: VesmiaHBC 2 1—3.
Tweede en derde klasse: Vesmia 2—Gios 2 30,
De Blinkert 5—Vesmia 3 0—3, JBSMHBS 2 30,
Eclecta 2—Topscore 0—3, Set Up 2De Blinkert 4
3-0, Gios 4—OSS 3 3—1, SSO—HBC 3—1, OSS
Die Raeckse 3 30.
Advertentie
Aan het nog in dit parlementaire
jaar in behandeling komende wets
ontwerp ter vernieuwing van het
voortgezet onderwijs heeft een ter
zake kundige medewerker van ons
blad een reeks artikelen gewijd,
waarvan hierbij het vijfde wordt
gepubliceerd.
(Door dr. J. A. G. van der Veer, rector van het Stedelijk Gymnasium te Utrecht)
WAT BETREFT de rechten tot verdere studie, verbonden aan een eind
diploma van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, doet de memorie
van toelichting op het door minister Cals ingediende wetsontwerp voortgezet
onderwijs, zoals zij zelf zegt, een revolutionair voorstel: alle vier diploma's geven
recht tot het afleggen van examens in alle faculteiten van universiteiten en
hogescholen. Dit artikel is een logisch gevolg van de vrijheid, die het kernpunt
vormt van het gehele wetsontwerp. In zijn motivering wijst de minister erop,
dat het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs aan zijn leerlingen een zo
danige geestesvorming dient te geven, dat deze in staat geacht kunnen worden
en bereid zullen zijn eventuele tekorten in hun kennis zelfstandig aan te vullen.
Dit voorstel is niet nieuw. Reeds in 1919
is deze kwestie aan de orde geweest; ook
het plan-Volkestein van 1946 kende het.
De huidige formulering van het voorstel
is heel wat beter dan wat de minister
voorgesteld heeft bij zijn ontwerp van
grotere vrijheid van onderwijs (1957),
waarin bijvoorbeeld het diploma van
gymnasium-b eenzijdig gehonoreerd werd.
Dit ging ten koste van de a-afdeling en
dreigde het gehele gymnasiale onderwijs
scheef te trekken. Het voorstel, dat de
minister nu doet, is een verdere door
voering van wat reeds geschiedt in de
nieuwe studierichtingen als psychologie,
sociologie, etc., waar men toegang heeft
tot de examens, onverschillig welk diplo
ma van gymnasium of h.b.s. men bezit.
Maar er zijn symptomen, die toch twijfel
oproepen ten aanzien van de verwachting
van de minister, dat een bezitter van een
einddiploma VWO zelfstandig een tekort
zal aanvullen. Het is redelijk, dat de mi
nister dit als resultaat van het voorbe
reidend wetenschappelijk onderwijs ver
wacht, maar het4 is in strijd met een ten
dens, die zich steeds duidelijker aftekent.
Het verschijnsel doet zich thans voor,
dat eerstejaarsstudenten, zelfs in het bezit
van een adequaat diploma, een soort ap-
plicatiecursus moeten volgen aan de uni
versiteit, alvorens zij met vrucht de
colleges kunnen volgen.
Kwade gevolgen
Op zichzelf zou men dit nog niet zo be
zwaarlijk behoeven te vinden, ware het
niet, dat hiervoor in bepaalde faculteiten
goede leraren aan het voorbereidend hoger
en middelbaar onderwijs worden ont
trokken. Hieraan is op het ogenblik een
groot tekort, en een tekort aan werkelijk
goede leraren zal er altijd blijven.
Volgens het wetsvoorstel ligt deze taak
van „bijwerken" van aankomende stu
denten niet op de weg van de universiteit
of hogeschool; het is te hopen, dat men
de weg vindt om te verhinderen, dat de
universiteit steeds meer een gedeelte van
het voorbereidend onderwijs zal moeten
overnemen, zoals in de Verenigde Staten
bijvoorbeeld is geschied. Dit zal onder
meer er toe leiden, dat het tijdstip, waar
op afgestudeerden in de maatschappij
komen, nog meer naar later verschoven
wordt.
De kleine school
Een ander punt, dat zeer de aandacht
trekt in leraarskringen, is artikel 101 van
het wetsontwerp, dat opheffing van scho
len behandelt. Een gymnasium wordt op-
De landbouwgronden In de gemeen
te Haarlemnierliede en Spaarnwoude
ten noorden van de weg Haarlem
Amsterdam zullen niet worden ver
kaveld. De landbouwers in dit gebied
hebben onvoldoende belangstelling
voor de ruilverkaveling laten blijken.
Naar schatting heeft amper twintig
percent van de belanghebbenden zich
voor de verkaveling uitgesproken.
Toen de weinige belangstelling is ge
bleken, heeft de Cultuurtechnische
dienst de voorbereiding van de ver
kaveling gestaakt.
Vorig jaar juni hebben de plaatselijke
afdelingen in Haarlemmerliede en
Spaarnwoude van .de landbouworganisa
ties en de districtsraad van het Landbouw
schap bij Gedeputeerde Staten een ruil
verkaveling voor de landbouwgronden ten
noorden van de weg Haarlem-Amsterdam
aangevraagd. Gedeputeerde Staten heb
ben de aanvrage gunstig beoordeeld en de
ze naar de Centrale Cultuurtechnische
Dienst in Utrecht doorgestuurd.
De verkaveling werd noodzakelijk ge
acht met het oog op geprojecteerde aanleg
van de rijksweg beoosten Haarlem. Deze
weg zal enkele polders doorkruisen en
waardevolle landbouwgronden door mid
den snijden. Als de wegaanleg doorgaat,
zullen diverse boerderijen van hun gron
den worden geïsoleerd. De gronden zullen
hierdoor uiteraard aanmerkelijk in waar
de dalen.
Reeds in oktober 1956 heeft het
gemeentebestuur van Haarlemmerliede
en Spaarnwoude het initiatief genomen
tot besprekingen met belanghebbenden
over de noodzakelijkheid van een ruilver
kaveling. Deze besprekingen werden on
dermeer gevoerd met vertegenwoordigers
van de Rottepolder, de Verenigde Binnen-
polder, de Inlaagpolder en de Houtrakpol-
der. Toen het tracé van de rijksweg be
kend werd, besloten enkele belanghebben
de organisaties tot het aanvragen van de
verkaveling.
Diverse besprekingen zijn hierna ge
voerd met ingelanden van de polders,
landbouworganisaties enz. Uiteindelijk is
gebleken dat de landbouwers te weinig be
langstelling voor de verkaveling hadden.
Met name heeft het verschil in kwaliteit
van sommige gronden bij de besprekingen
een grote moeilijkheid gevormd. De Pro
vinciale Cultuurtechnische Dienst heeft la
ter op verzoek van de Landbouwvoorlich-
tingsdienst nog twee kleinere verkave
lingsplannen opgesteld, maar het is niet
te verwachten dat een van deze kleinere
plannen zal worden uitgevoerd.
Het was de bedoeling dat de verkave
ling gelijktijdig met de aanleg van de
nieuwe rijksweg tot stand zou komen. Het
gaat hier om een gebied van ongeveer ne
genhonderd tot duizend ha. landbouw
grond, dat een nieuw ontwateringssysteem
en nieuwe wegen zou krijgen. Bij de uit
voering van de ruilverkaveling zouden
boerderijen worden verplaatst en de ka
vels worden heringedeeld. Te kleine be
drijven zouden tevens worden gesaneerd.
Met de uitvoering van het plan, waarvan
de kosten voor een belangrijk deel voor
rekening van het rijk zouden komen, zou
den enkele jaren zijn gemoeid.
Nu de ruilverkaveling niet doorgaat, zul
len bij aanleg van de rijksweg diverse be
drijven ernstig worden gedupeerd. Dat
hebben de betreffende landbouwers dan
echter aan zichzelf te wijten en het is
niet te verwachten dat dan alsnog veel
waarde wordt gehecht aan bezwaren van
gedupeerden.
geheven of de subsidie ervan ingetrokken,
wanneer deze school in de hoogste twee
klassen gedurende drie achtereenvolgende
jaren bezocht is door minder dan gemid
deld 16 leerlingen per kla9. Voor een athe
neum bedraagt dit gemiddelde minimum
20, voor een afdeling gymnasium en een
afdeling atheneum van een lyceum 12
respectievelijk 15.
Iedereen zal het erover eens zijn, dat
een te kleine school geen reden van be
staan heeft. Het is alleen de vraag, wat
een te kleine school is. Als maatstaf moet
men onzes inziens niet alleen het aantal
leerlingen nemen, maar ook het rende
ment. Onder dit laatste is te verstaan de
verhouding, die er in eenzelfde jaar be
staat tussen het aantal geslaagden voor
het eindexamen en het totaal van de
schoolbevolking.
Wat zijn overbodige scholen?
Sinds de bevrijding zijn er in ons land,
teneinde aan de stijgende behoefte van
voorbereidend hoger en middelbaar onder
wijs te voldoen, talrijke lycea en ook wel
hogere burgerscholen opgericht, zowel van
overheidswege als op particulier initiatief.
Dit heeft geleid tot versnippering van do
centen en het in dienst stellen van on
bevoegde leraren. Is dit reeds te be
treuren, ergerlijk is, dat het aantal van
deze nieuwe scholen groter is dan de stij
gende behoefte wettigt.
Een aanwijzing hiervoor is te vinden in
het verschijnsel, dat het verloop, dat wil
zeggen de vermindering van leerlingen in
de hogere klassen, op sommige van deze
scholen groter is dan op de lang bestaan
de, zelfs zo, dat het de aandacht van de
regering getrokken heeft.
Deze scholen hebben wel een imposant
aantal leerlingen in de lagere klassen,
maar in de hogere is de klassebezetting
gering. Wanneer een dergelijke school de
enige vorm van voortgezet onderwijs ver
tegenwoordigt in een groot gebied, dan is
er nog iets voor te zeggen, maar be
treurenswaardig en economisch niet te
verantwoorden is het, dat meer gelijk
soortige scholen naast elkaar voorkomen,
elk met een onderbezetting in de hogere
klassen, zelfs in kleine steden, waar één
school van elk type voldoende zou zijn.
Het publiek verkeert soms in een naïeve
waan, dat deze scholen bloeien, „omdat zij
toch zoveel leerlingen tellen". Dat de
meeste van deze leerlingen niet verder
komen dan de laagste klassen, treedt niet
zo duidelijk aan het licht.
Ongeivenst
Het schijnt, dat het wetsontwerp aan
deze ongewenste toestanden een eind wil
maken; blijkens artikel 63 wordt de op
richting van nieuwe scholen moeilijker
dan thans het geval is. Gelukkig, dat het
wetsvoorstel als maatstaf voor opheffing
van een school niet een bepaald minimum
aan schoolbevolking neemt, maar het aan
tal leerlingen in de hogere klassen, hoe
wel ook dit nog geen absolute waarborg is
voor het rendement van een school. Im
mers dit wordt, zoals boven aangeduid is,
pas bepaald binnen zekere grenzen
door het aantal geslaagden voor het eind
examen in verhouding tot de gehele
schoolbevolking. Het voorstel is dus een
stap in de goede richting, maar laat nog
ruimte voor ongewenste praktijken als te
grote soepelheid bij de bevordering naai
de hoogste twee klassen, zodat een vol
doende bezetting bereikt wordt.
Toch zal men zich ervoor moeten hoe
den het kind met het badwater weg te
werpen. Als voorbeeld mogen de drie
noordelijke provincies aangehaald worden.
Men heeft berekend, dat daar volgens de
voorgestelde normen zullen moeten ver
dwijnen: 4 van de 7 gymnasia, 11 van de
12 gymnasiumafdelingen van lycea, 4 van
de 17 hogere burgerscholen. Van "de 1758
leerlingen, die op 15 september 1957 een
gymnasiumopleiding bezochten, stonden er
831 ingeschreven aan de op te heffen
scholen. De hogere burgerscholen, die
moeten verdwijnen, telden 576 leerlingen.
Deze leerlingen zullen dan grote reizen
moeten ondernemen: voor een openbare
gymnasiumopleiding zijn zij aangewezen
op Groningen en Leeuwarden, voor een
christelijke biedt ook Sneek dan nog ge
legenheid.
Wij nemen niet aan, dat het de bedoeling
is van het wetsontwerp de provincie op
deze wijze te treffen.
Klein maar rendabel
De kleine school met eigen stijl heeft
grote betekenis voor de cultuurspreiding.
En indien in dat opzicht zulk een school
rendabel is, zal men voorzichtig moeten
zijn met opheffing. Op het rendement van
kieine gymnasia werd onder andere ook
in een artikel van bevoegde hand, de aan
dacht gevestigd in de Nieuwe Rotterdamse
Courant van 28 september 1956. Hierin
wordt betoogd dat het rendement van
kleine gymnasia weliswaar geringer is dan
dat van de meeste grotere gymnasia, maar
heel wat groter dan men uit het getal
leerlingen, dat op het eerste gezicht niet
zo overweldigend is, zou opmaken. En
wanneer men het verloop van de school
bevolking op deze reeds zeer lang bestaan
de scholen vergelijkt met dat van vele van
de nieuw opgerichte scholen, mag men
concluderen, dat deze kleine scholen het
„beter doen".
Volgens de voorgestelde normen is een
tiental gymnasia in provinciesteden ge
doemd te verdwijnen. Van een kleiner
aantal wordt het voortbestaan afhankelijk
van toevallige factoren. Vele van deze
gymnasia kunnen bogen op een prachtige
traditie en genieten een gewestelijke repu
tatie. De culturele positie, die zo'n gym
nasium in de provinciestad inneemt en
ver daarbuiten, is vaak groter dan die
van de gymnasia in de grote steden.
Aanslag
Bij uitvoerin" van de normen in het
wetsvoorstel wordt het aantal gymnasia
met ongeveer een kwart verminderd,
waardoor een ernstige aanslag gepleegd
wordt op deze oudste en meest gedegen
vorm van wetenschappelijk voorbereidend
onderwijs en de betekenis van dit school
type achteruit gaat.
Hetzelfde geldt met lichte nuancering
voor de kleine hogere burgerscholen in
de provincie, die evenals de kleine gym
nasia, streekscholen zijn. Ook hun ver
dwijning betekent een gevoelig en in
zekere zin onherstelbaar verlies.
De lezer gelieve in het bovenstaande
geen pleidooi te zien voor de school met
minimale klassebezetting. Maar een auto
matische toepassing van de gestelde nor
men voor opheffing heeft katastrofale ge
volgen. Artikel 102 van het wetsontwerp
maakt uitzonderingen mogelijk.
Hiervan moet een juist gebruik gemaakt
worden om werkelijke uitwassen te be
strijden, maar scholen, die gegronde reden
van bestaan hebben, te laten voortbestaan.
Advertentie
PartijJERLENKA"
DAMESROKKEN
Bijzondere prijs ƒ17.95
Gen. Cronjéstraat 129
Haarlem
Het hoofdbestuur van de Algemene
Bond van Werkers in het Mijnbedrijf te
Heerlen heeft een brief gezonden aan de
Mijnindustrieraad, waarin het stelt, dat
het noodzakelijk is, dat de mijnwerkers
een loonsverhoging krijgen. De beloning
van de mijnwerkers kan niet achterstaan
bij die van werknemers in andere in
dustrieën, aldus de brief. Het bestuur
schrijft verder dat de kolenindustrie zich
weliswaar in een moeilijker situatie be
vindt dan voorheen, doch deze situatie
kan een tijdelijk karakter hebben en is
voorts voor een groot deel te wijten aan
het feit dat niet op tijd maatregelen zijn
genomen om de invoer van kolen te rem
men.
In de brief aan de Mijnindustrieraad
wordt verder gezegd, dat het duidelijk is
dat een loonsverhoging in andere indus
trieën een terugslag zal hebben op de ko
lenindustrie. Voorts zeggen de opstellers
van de brief dat er in de mijnindustrie een
onmiskenbare verhoging van de produkti
viteit heeft plaatsgevonden. Een verhoging,
welke door de regering is erkend als een
reden om tot loonsverhoging over te
gaan.
Het bondsbestuur is van mening dat in
dien de mijnen niet in staat zouden zijn
uit eigen middelen de kosten van een loons
verhoging te financieren, hetgeen nog aan
getoond zal moeten worden, deze kosten
bestreden zouden kunnen worden door de
verplichte bijdrage aan het algemeen
mijnwerkersfonds te verminderen. Deze
mindere inkomsten van het mijnwerkers
fonds zouden dan door de staat aangezui
verd dienen te worden.
De brief wordt besloten met het uitspre
ken van de mening, dat'een beleid voor
gestaan dient te worden, „dat aan de ko
lenindustrie haar bestaansrechten verze
kert en aan de rechtmatige verlangens van
de werkers in de mijnindustrie tegemoet
komt".
Advertentie
Nieuwe onidekking helpt in de
hele wereld lijders aan hard
nèkkige verstopping.
herstelt de natuurlijke regelmaat
Een uitkomst bij hardnekkige verstopping. 60 tabl. f 1.35
De Haarlemse rechtbank heeft vanmor
gen een 41-jarige toneelspeler-regisseur
uit Den Haag veroordeeld tot een jaar ge
vangenisstraf met aftrek en de ontzegging
van de bevoegdheid om motorvoertuigen
te besturen voor de tijd van drie jaar.
De rechtbank achtte bewezen dat ver
dachte met zijn auto op 26 mei op de Ku-
delstaartseweg in Aalsmeer een botsing
heeft veroorzaakt met een hem tegemoet
komende wielrijdster, de 40-jarige me
vrouw H. M. van 't Schip-van der Laan,
moeder van vier kinderen, die zo ernstig
werd gewond dat zij onmiddellijk over
leed.
Verder achtte de rechtbank bewezen
dat de botsing geschiedde terwijl verdach
te onder zodanige invloed van sterke
drank was dat hij niet in staat moest wor
den geacht zijn auto te besturen.
De officier van Justitie mr. G. W. F. van
der Valk Bouman, eiste veertien dagen
geleden een gevangenisstraf van drie jaar
en ontzegging van de rijbevoegdheid voor
vijf jaar.
De raadsman, mr. L. P. van der Does
uit Amsterdam, meende dat het primair
ten laste gelegde bewezen is, maar niet
het verkeren onder zodanige invloed dat
zijn cliënt niet kon rijden.
De officier van Justitie zal nader over
wegen of hij al of niet beroep tegen het
vonnis zal aantekenen.
(Van onze correspondent in de V.S.)
In alle eenvoud is generaal Marshall op
het militaire ere-kerkhof nabij Washing
ton begraven. Zo heeft hij het gewild. Te
recht heeft George Kennan over hem ge
schreven: „Hij was een Amerikaans
„gentleman" bij uitnemendheid eer
zaam, hoffelijk, gespeend van verwaand
heid, veeleisend voor anderen, maar nog
meer voor zichzelf, onverdraagzaam al
leen ten aanzien van lafheid, gedraai en
cynisme".
Het is niet toevallig, dat in de redevoe
ringen en beschouwingen naar aanleiding
van Marshalls dood veel accent wordt ge
legd op het nobele karakter van deze
man. In een tijd en in een land waarin
populair doen, opvallend ageren en handig
politiek manoeuvreren vereisten schijnen
te worden voor succes in staat en leger,
is Marshall erin geslaagd vrijwel alge
meen als superieur te worden erkend,
juist zonder gebruik te maken van re
clame en intrige. Het strekt hem tot eer,
dat hij zo helder beseft heeft, dat de mili
tairen in een civiele maatschappij een on
dergeschikte, uitvoerende positie bekleden.
Toen president Truman, gedurende de
Koreaanse oorlog generaal MacArthur
van zijn post onthief omdat deze een
houding aannam, die niet in overeenstem
ming was met het beleid van de regering
in Washington, heeft hij van Marshall
toen zijn minister van Defensie alle
steun ondervonden. Ieder gevoelde, dat
Marshall toen niet slechts steun verleen
de aan de president van de Verenigde
Staten, maar aan een groot principe, dat
hijzelf altijd hoog had gehouden: een mi
litair is ondergeschikt aan het civiele ge
zag. Het is algemeen bekend, dat Mac
Arthur in de tijd toen hij chef-staf was,
Marshall danig heeft belemmerd in zijn
carrière, maar Marshali's integriteit was
zozeer boven verdenking verheven, dat
het beneden peil geweest zou zijn,
Marshall's actie als revanche te verkla
ren, toen hij partij koos voor Truman en
tegen MacArthur.
Aan critiek meestal van rechts-
extremisten heeft het Marshall niet
ontbroken in de jaren 1939 tot 1953. Vol
maakt is zijn beleid niet steeds geweest,
doch hij handelde naar zijn beste weten
en kunnen. En dat zijn vermogen, vooral
militair en organisatorisch, groot was,
staat vast. Marshall heeft het beneden
zich geacht om op de vaak smadelijke
critiek te antwoorden. Een lucratief aan
bod om memoires te publiceren, heeft hij
van de hand gewezen. Maar het oordeel
van deze bijzondere figuur over personen
en gebeurtenissen van zijn tijd, is daarom
bij zijn dood niet verloren gegaan. Op het
terrein van Virginia's militair instituut
waar Marshall zijn opleiding kreeg zal
een gebouw van 800.000 dollar verrijzen
waarin 155.000 documenten, die op Mar
shall's leven betrekking hebben, onderge
bracht zullen worden. Bovendien is een
geheim interview van veertig uren met
Marshall op geluidsband vastgelegd.
Marshall heeft aan de beheerders van de
„Marshall foundation" vrijheid verleend
met dit materiaal naar goeddunken te
behandelen. Daarom is het mogelijk, dat
binnen afzienbare tijd een belangrijke
bron van kennis geopend zal worden om
trent een periode, die nog slechts kort ach
ter ons ligt.
Schildery vergeten. Een Parijse
kunstexpert, Pierre Maurs, heeft woens
dag op een politiebureau een schilderij
opgehaald dat daar door de vinder was
gebracht. Het schilderij. van de Seine
dat de handtekening van de impressio
nist Claude Monet droeg, was nabij de
Champs Elyseés op straat aangetroffen.
Maurs vertelde de politie dat hij met een
groot aantal pakjes zijn huis was binnen
gegaan en het schilderij even had neer
gezet om het weer vlug te gaan halen. Hij
had dit echter vergeten en was pas later
tot de ontdekking gekomen dat hij het
schilderij kwijt was. Hij had het ontvangen
voor een onderzoek naar de echtheid.