Hannibal
e
rt
11
tal
li
aans
VOOR JULLIE
Proentje bouwt een toren
ZATERDAG 24 OKTOBER 1959
Erbij
PAGINA
Schaken
cccccccoccoox>cooccoy:cccocc-
j>ooo">_oococ»~ooqo
ÜS5F
:jjR
;.w
Wm.
s
s
Hf
HH
fsjSl
iwi
ÉsH
HÜ
Hü
FEUILLETON VOOR
JONCE MENSEN DOOR
LIZZY SARA MAY
ALBERTO BELLIHI 4
fl
fl
fl
fl
NIEUWE BOEKEN EN BOEKJES
VOOR DE JEUGD
Ditmaal dan de beloofde partij Bouw
meesterTan. onlangs gespeeld in de zes
kamp van de schaakclub „Het Oosten" hier
ter stede.
Een bijzonder opwindend duel, vol ver
rassende pointes aan beide zijden. Bouw
meester, een van de weinige Nederlandse
spelers die vrijwel nooit een partij verliest
(hij maakte zelfs enige tijd geleden remise
met Botwinnik), moest alle zeilen bijzet
ten. De jonge Indonesische student Tan
verloor tenslotte, nadat hij in de tijdnood
fase verzuimde een misgreep van zijn
tegenstander af te straffen. Maar niette
min strekt deze partij hem tot eer, want
zijn frisse en scherpe spel is opvallend.
Telkenmale komt hij met tegenacties,
welke typerend zijn voor de ware schaker.
In het komende Nederlandse kandidaten
toernooi zal hij worden toegelaten, hoewel
hij de Hollandse nationaliteit niet bezit.
Het lijkt ons waarschijnlijk dat hij via een
der hoogste vijf plaatsen zal doordringen
tot de twaalf, die om het landskampioen
schap mogen strijden.
Wit: Bouwmeester Zwart: Tan
Spaanse opening
1) e2e4 e7—e5, 2) Pgl—f3 Pb8—c6, 3)
Rflb5 a7a6, 4) Rb5—a4 b7—b5, 5) Ra4
f3 Rc8b7, 6) oo Pg8f6. Wit kan nu
proberen een pion te winnen met 7) Pg5
d5, 8) ed5: Maar na 8)Pd4! heeft zwart
voldoende compensatie. 7) Tflel Rf8c5,
8) c2c3 Rc5b6, 9) d2—d4 d7—d6, 10)
Rb3c2 Pc6e7. Een originele zet, welke
geen pionoffer inhoudt. Immers na 11)
de5: de5: 12) Dd8 schaak Td8: 13) Pg5 kan
zwart op e4 slaan, daar wit de onderste
lijn gedekt moet houden. 11) a2a4 Pe7
g6 12) Pbld2 o—o 13) Pd2—fl d6—d5!?
Veiliger is Te8. Maar de tekstzet is type
rend voor Tan's stijl. Tegenacties en com
plicaties is zijn motto. 14) Pf3xe5 Pg6xe5,
15) d4xe5 Pf6xe4, 16) Rel—e3Wit
heeft nu enig voordeel, daar hij gemakke
lijk tot een koningsaanval komt. 16)
Rb6xe3, 17) Pflxe3 f7f5! Wederom zeer
onbevangen gespeeld. Wanneer zwart pas
sief blijft, wordt hij onder de voet gelopen.
De pointe van zwart's voortzetting blijkt
aanstonds. 18) f2f3 f5f4! Dat was het.
19) Pe3g4 Misschien had wit zich
toch op 19) fe4: fe3: moeten inlaten. 19)
Pe4c5, 20) a4xb5 20) b4 bene
vens 21) Dd3 haalt niets uit wegens 21)
Dh4! 20) a6xb5 21) Talxa8 Rb7x
a8. Niet Da8: omdat dan de mogelijkheid
Dh4 er uit is. 22) Ddle2! Aanval op
b5 en „Ueberdeckung" van e6, zodat lang
zamerhand e5e6 gevaarlijk wordt. 22)
d5d4! Alweer die frappante voor
keur van de tegenaanval boven de verde
diging. 23) Tel—dl! Na 23) Db5: krijgt
zwart met d4d3 gevaarlijke tegenkansen.
23) d4—d3! Beter dan 23) Pe6
24) cd4: Pd4: 25) Dd3! enz. 24) Rc2xd3
Pc5xd3 25) Tdlxd3Wit heeft nu een
pion gewonnen, maar zijn taak is nog zeer
moeilijk. 25) Dd8—e7 26) Td3—d4
Ra8c6 Dekt b5. 27) Pg4—f2 g7—g5; 28)
Td4dl Na 28) Pd3 is g5—g4 gevaar
lijk. 28) De7e6 29 h2—h3 h7—h5, 30)
Tdl—el Tf8—f5, 31) Kgl—h2 Hier was
31) Pd3 benevens Pc5 of Pb4 beter. 31)
Kg8—f8, 32) Pf2d3 De6—c4, 33) e5—e6!
g5g4! 34) e6e7 schaak Kf8e8.
Zwart: Tan
)c©a>accccco?oooococccc<raxcco:.:ccccco»crccc«
mm. V///M 'WM
pion aan beide spelers scherpe kansen
geven. 35) f3xg4 f4f3! Nogmaals een
voorbeeld van Tan's agressiviteit 36) g2x
f3? Een fout, die beslissend had kun
nen zijn. Juist was 36) De6! met o.m. de
verschrikkelijke dreiging Dc8 schaak. Ge
dwongen is dan dus 36)De6: 37) Te6:
f2, 38) Pf2:Tf2: 39) Tc6: met een toren
eindspel, dat wit bij goed spel kan win
nen. 36) Rc6xf3? Hier mist Tan zijn
grote kans, nl. 36) Tf3:!, die echter
niet bepaald voor de hand lag.
Zie nu de volgende varianten: a) 37) De5
Th3: schaak en wint (Kh3: Dg4: schaak),
b) 37) De6 De6: 38) Te6: Rd5! 39) Pel
(Pe5? 40) Te3!) Th3: schaak! 40) Kh3: Re6:
en wint. c) 37) Pe5 Df4 schaak en wint.
Na de tekstzet trekt wit aan het langste
eind door schaakdreigingen op de onder
ste lijn. 37) De2e3! h5xg4 38) De3h6!
Dreigt Dh8 schaak 38) g4g3
schaak 39) Kh2—gl (Kg3:? Dg8 schaak)
Dc4g8 40) Dh6a6! De verrassende
en elegante pointe. Zwart staat machte
loos Dc8 schaak en gaf het mitsdien op.
Het schaakspel op zijn best!
Mr. Ed. Spanjaard
dan kan noord het contract altijd nog her
stellen tot 4 schoppen.
Dat bij het goed zitten van schoppen
vrouw de Nederlanders geen enkele
moeite hadden bij hel halen van 9 slagen,
is duidelijk: nogmaals 400 voor Nederland.
Zo ziet men, dat hinderlijk tegenbieden
niet steeds een afdoende bescherming
geeft en dat het (soms) wel beter is, de
tegenpartij eenvoudig maar een „vrije
loop" te geven. Gehinderd kwam Neder
land in het ideale eindcont.ract onge
hinderd boden de Duitsers het verkeerde.
Bridgevraag dezer week: NZ staan
kwetsbaar, als zuid opent ge in een vier
tallen wedstrijd robberbridge) met 1
harten op:
4»A 9 H V 7 5 4 2 OH3 V 10 8 6
De westspeler past, noord (uw partner)
biedt 2 ruiten, waarna oost met het ver
rassende bod van 4 schoppen komt. Wat
moet zuid doen?
(Voor het antwoord, zie onderaan de
spelrubriek).
H. W. Filarski
m Wm. wm.
xcocoaxccococccocococcor^xoïcooDa^Dccoïcox
Wit: Bouwmeester (aan zet)
Een adembenemende stelling, in welke
de zwarte koningsaanval en de witte vrij-
e
Eén van de landen waarmede onze brid
gers als regel zeer weinig moeite hebben,
is Duitsland. De Duitse methode van bie
den is over het algemeen primitief" en
goed te merken valt, dat het bridgespel in
Duitsland eerst na dt oorlog van enige
betekenis geworden is.
Ook in Palermo, tijdens het Europese
toernooi, won Nederland overtuigend en
door veel beter spel van onze oosterburen.
Het volgende gebeuren droeg daartoe
kostbare matchpunten bij:
10 6 4
Q V 4
O A 8 6 5
V 8 7 3
West
82
9B 9 8 5 2
OHB9
B94
A H B 9 5
9 A H 3
O V 7 4
10 6
West gever, niemand kwetsbaar.
Na drie maal passen, opende de Duitse
zuidspeler met 1 schoppen, OW boden
niets, noord zei 1 Sansatout, zuid 3 schop
pen en noord 4 schoppen.
Zuids 3 schoppenbod is dubieus niet
temin zou het door vele spelers óók ge
daan zijn. Beter is, 2 SA te bieden het
zuidspel is evenwichtig en het ziet er niet
naar uit dat, bij het ontbreken van schop-
pensteun, 4 schoppen een veiliger contract
is dan 3 SA. Tegen het 4 schoppencontract
kwam de westspeler uit met harten 9
de zuidspeler verloor 2 slagen in klaveren
en 2 slagen in ruiten, hij ging dus één
down en Nederland scoorde 50 punten.
Aan de tweede tafel speelden de Neder
landers NiemanDe Leeuw als noord
zuid. Door Duitse actie in oost-west kreeg
het bieden hier een levendiger karakter:
west pas noord pas oost 1 klaveren
zuid doublet west 1 harten noord
pas oost pas zuid doublet west
pas noord 2 klaveren (OW pasten
verder) zuid 2 schoppen noord 3
schoppen zuid 3 SA.
Noord was natuurlijk al zéér dicht bij
een vrijwillig bod nadat zuid voor de
eerste maal doubleerde en west 1 harten
tussenbood. Toch is zijn passen niet on
juist en als zuid een doublet herhalen kan
en dus een werkelijk zeer goed spel aan
geeft, geeft noord een bod in de kleur der
tegenpartij om positieve kracht aan te
geven.
Zuids 2 schoppenbod is vanzelfsprekend,
noords 3 schoppenbod logisch en zuids
3 SA het bewijs, dat. zuid een zéér goede
speler is. Gezien het bieden betekent
noords 2 klaverenbod vermoedelijk niet
uitsluitend dat noord nog wel zin in een
manche heeft, doch óók dat hij iets in
klaveren bezit. Zou dat niet het geval zijn,
Dammee
Het is verheugend dat twee Haarlemse
damvrienden in het toernooi om het kam
pioenschap van Noordholland, na de tien
de ronde, leiden.
Het ziet er naar uit, dat na de laatste
ronde (op zaterdag 31 oktober) de provin
ciale damtitel in Kennemerland terecht
zal komen.
De twee leiders: J. Bus (Haarlemse
Damclub) en Wim de Jong ('t Oosten),
hebben uitstekend spel te zien gegeven,
doch ook de Kennemerlandkampioen 1958
—1959,'Theo Tielrooy (DCY) en J. Belien
(St. Bavo), hebben goede (en minder goede)
partijen gespeeld.
De vijfde deelnemer uit Kennemerland
ir. M. krijgsman (DCY) heeft vèr bene
den zijn kunnen gespeeld.
Op dit toernooi en de spelprestaties van
de dammers uit ons district komen wij
later terug. Wij laten hieronder alvast een
pittig partijtje zien tussen J. Belien (wit)
en Th. Tielrooy (zwart):
1) 32-28 16-21. 2) 37-32 11-16. 3) 41-37
7-11.
Zwart biedt aan om de „Roozenburg op
stelling" te spelen, waarop wit weigerend
met 4 (31-27) antwoordt. Maar zwart be
gint daarna met 4 19-23 een actie op wit's
lange vleugel. Deze botsingen in spelinlei-
dingen leveren een hoogst interessant
openingsspel op.
4) 31-27 19-23. 5) 28x19 14x23. 6) 33-28
9-14. 7) 28x19 14x23. 8) 35-29 23x34. 9)
40x29 13-19.
Gespeeld om de ruil 29-23 en 27-22 te
voorkomen.
10) 37-31 1-7. Op 21-26 volgt verlies met
29-24. 11} 31-26 4-9. 12) 36-31 8-13. 13)
44-40 2-8. 14) 40-34 10-14. 15) 39-33 20-25.
16) 46-41 14-20. 17) 41-36 19-24. Stand na
de 17de zet van zwart:
1
m
Wm.
Wm.
Wm.
Wm.
üëi
m,
wm
1
wm.
Mm.
WWv,
IP
jjn
Wm.
mm.
ÉS
m
1
1
!P^
11
mm.
Si
IS
H
'Mm
fm.
S
wê.
1
1
H
HÉÜ
s
BI
8 lil
UK
HP
SU
H
f
m§
j§§
Bi
mm,
%777%.
i i
E
Zo was het tenminste gegaan, vertelde
Joost later. Vijftigduizend lire komt
neer op ongeveer ƒ300,-. Maar, zei
Joost. Hij kon er echter geen speld tussen
krijgen. De kleine signore pakte het Fran
se dametje bij haar arm en trok haar mee
de zaal in. Voor elk beeld bleef hij staan,
wees omzichtig en noemde de prijs.
Ziet U dit kleine reliëf, honderddui
zend lire. U denkt: Dat is klein, dus goed
koop. Mis mevrouwtje, helemaal mis. Wat
een werk, wat een werk!!
Joost beende achter het tweetal aan met
ietwat schuldig gebogen hoofd. Hij had het
allang best gevonden.
Maar na een half uurtje glimlachte de
signore tevreden. Met een elegant gebaar
geleidde hij het oude dametje naar het
beeldje terug. Hij verdween in een zijver
trek en verscheen even later met een
kaartje dat hij met een plechtig gebaar te
gen het beeldje zette.
VENDUTO, stond er op. Verkocht.
Het is verkocht, het is verkocht, juich
te Ondine en ze kneep Jaap in zijn arm.
Ze liep naar Joost die bezig was ontelbare
handen te drukken.
Joost, riep Ondine, gefeliciteerd!
Joost knikte, boog daarna zijn hoofd naar
iemand die iets tegen hem zei en drukte
tegelijkertijd de hand van de Amerikaan
se juffrouw met de zonnebril. Een beetje
verdwaasd keek hij Ondine aan. Ondine
grinnikte.
Tjongens, wat heeft die het te kwaad,
dacht ze. Niks voor Joost zoiets. Die houdt
van rustigjes aan. Pijp in de mond, glaasje
binnen het bereik. Misschien is het beter
dat we nu maar weggaan, of kun je dat
niet zomaar?
Zullen we zeggen dat we wegmoeten?
vroeg ze Jaap.
Jaap trok zijn schouders op:
Is dat niet onbeleefd?
Laten we in elk geval Ivo even op
snorren, die heb ik in tijden al niet meer
gezien, zei Ondine. Ze baande zich een weg
tussen de pralende mensen door. Even la
ter vond ze Ivo die in een moeizaam doch
hartelijk gesprek gewikkeld was met een
donkere, knappe Italiaanse jongen.
Dit is Alberto Bellini, zei Jaap niet
zonder trots tegen Ondine. En tegen de
Italiaan:
Ma soeur, eh,.
Sorella, lachte de jongen en hij schud
de Ondines hand.
Alberto studeert in Perugia en hij zou
graag eens een beetje met ons willen pra
ten, zei Ivo.
ZE ZATEN NU weer met z'n allen op
het mooie plein met de fontein op een
terrasje achter een kopje espresso, zwar
te Italiaanse koffie. Met z'n allen, d.w.z.
er was nog iemand bijgekomen: Alberto
Bellini. Hij was een lange donkere jongen
van een jaar of zeventien met een mooie
bruinverbrande huid, donkere guitige
ogen en zwart krullend haar. Zo dacht
Ondine tenminste dat z'n portret goed ge-
gespeeld. hetgeen ook in het verdere ver
loop blijft gehandhaafd.
18) 50-44 5-10. 19) 43-39 10-14. 20) 42-37
18-22.
Zwart moet breken wegens tempo-ge
brek. Leuk is in plaats van 18-22 nu eens
13-19 te spelen, doch zwart moet toch het
eerst breken in de voortzetting 13-19, 9-13
en 3-9 enz. enz.
21) 27x18 13x22. 22) 32-28 9-13. 23) 48-43
3-9. 24) 44-40 21-27. Met de volgende
stand:
Er is door beiden consequent gespeeld.
Zwart heeft de hekstelling en wit heeft de
kortevleugel-opsluiting.
Er wordt met durf en ondernemingslust
coKxx^^^oooo:^^ppooocc^^pooooo^^^,ooooc^^p':^
m
s
s
HÉ
s
Jj§
ut
MK
ÜP
ÊJÉ
0
m
'M
Ml
H
IS
s
W-
Wm.
o
ns§
s
H
gf!
Sf
ÜP
Iwl
tn§
i^l
m§
Hü
8
p
8
lil
O
H
jgp
:Ü1
m§
lip
iü
nn
iwi
Jl
0
0
0
Wit moet er rekening mee houden, dat
zwart dreigt met 27-32 38x18 en 12x41. Nu
kan wit daarvoor 29-23 of 37-32 of 38-32
spelen.
Op 1ste 29-23, 13-19, 35-30, 24x44, 49x40,
19x28, 29-24, 20x29, 34x21, 16x27 en 37-32
waarna 11-16 is verhinderd door 39-33 en
31x4.
Op 2de 37-32 16-21 en wit moet wegens
tempo-gebrek wel tot vereenvoudiging met
34-30 overgaan, waarna wit de hekstelling
heeft verbroken en de „Partie-Bonnard"
is overgebleven.
Op 3de 38-32 (27x38 43-32 16-21 47-42
11-16 31-27 met beter spel voor wit. In de
partij speelde wit 47-41, doch wij geven
de voorkeur aan 38-32, hoewel de beslis
sing voor het bord zeer moeilijk is.
25) 47-41 13-19. 26) 29-23? 25-30.
Een keurig offer van Tielrooy. Wit's
spel wordt overrompeld.
27) 34x25 9-13. Op 37-32 volgt dam met
17-21. Er rest één zet. 28) 49-44 16-21. 29)
37-32 11-16. 30) 41-37 7-11.
Stand na de 30ste zet van zwart:
OOCCCOCOOOOOOOCCCOCOOOOCCCOCCCOOOODCOCCOOCOCCOC^OCCC
tekend was. Hij was ook veel minder be
weeglijk dan andere Italianen, vond ze,
maar misschien als hij ging praten
Zou hij een beetje Engels of Frans ken
nen, of alleen maar Italiaans? Ze wilde
dolgraag eens met een echte Italiaan pra
ten
Maar niemand praatte op het ogenblik.
Stilzwijgend keken ze naar de grote me
nigte voetgangers die het plein en de aan
grenzende straten bevolkte.
Pantoffelparade, verbrak Joost de
rust. Hij zat lui achterover in zijn stoel te
bekomen van de opwindende middag.
Om deze tijd vier uur zet de
politie het rijdend verkeer in de hoofd
straten stop, zodat de mensen zich onge
stoord kunnen vertonen en onbedreigd hun
boodschappen kunnen doen.
Het lijkt de Kalverstraat wel, merk
te Ivo op.
Poe! zei Ondine, de Kalverstraat
Niet te vergelijken!
Noubegon Ivo.
Nee, viel Jaap Ondine bij, dat vind
ik ook. Moet je al die mooie mei
ehmensen zien. En bovendien, de
sfeer is heel anders. Net.... hoe moet ik
het zeggennet schuim
„Zeepbellen", zei Ondine.
Mousserend, knikte Joos. Ja, dit is
het juiste woord. Een mousserende stad.
En je bedoelde eigenlijk, de mooie meis
jes, niet Jaap? Joost glimlachte.
Ja, zei Jaap, en hij kleurde een beetje,
ik heb nog nooit zoveel mooie meisjes bij
elkaar gezien.
Ivo trok zijn onverschilligste gezicht en
liet zijn blikken over de mensen gaan.
Goed berekend van zwart, dat wit het
gewonnen stuk moet terugofferen. Offers
geven toch altijd wel een interessant ka
rakter aan het spel.
31) 35-30 24x35. 32) 39-34 20-24.
Het is een onderzoek waard om met de
32ste zet voor wit 40-34 te spelen. Leuk is
afwikkeling 32) 39-34 20-24. 33) 23-18 12x23.
34) 25-20 14x25. 35) 34-30 25x34. 36) 40x9
8-13. 37) 9x18 22x13. 38) 31x22 19-23. 39)
28x8 17x48. 40) 26x17 48x3. Een problema
tische winst.
In de partij werd het spel als volgt be
slist:
33) 25-20 14x25. 34) 23x14 13-19. 35) 14x23
24-29. 36) 33x24 22x42. 37) 37x48 27x49.
38) 34-30 25x34. 39) 40x29 49x40. 40) 45x34
21-27. 41) 31x22 17x39.
En wit gaf zich gewonnen.
Een levendig spel, waarin nog wel het
een en ander valt te onderzoeken.
Dat Belien de kans van de dag kreeg,
laten wij hier in de steling na de 32ste zet
zien.
Zwart: 6. 8. 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 19,
21, 22, 24, 27, 35.
Wit: 23, 25, 26, 28, 31, 32, 33, 34, 36, 37,
38, 40, 43, 44, 45.-
Wit aan zet. 33) 34-29 15-20? wint 34)
44-39 vrij eenvoudig. 33) 34-29 14-20 of?
34) 23x14 20x9. 35) 29x20 15x24. 36) 40-34
met positionele winst voor wit.
B. Dukel
Oplossingen en correspondentie te zen
den aan het adres van de damredacteur:
B. Dukel, Wijk a. Zeeërweg 125, IJmuiden.
•qjiquago i p do pmz uep aoj
uee jajipajs jaiu aaqaz .ia Ciq si uep 'jaiu
jep fiq si -uauiau a; Suissqsaq apaog uaa
uio aijisod jagijsung iaaA uaa ui paoou si
uaiipssiui !uajei jsao pjoou uee guissqsaq
ap ua uassed snp jaoui pmz quioq uapaiq
ueA janaq ap uee gou ^99 atp .laujaed uaa
gou jfCipuieu ijaaq pinz jgueqje sueqj
guissqsaq ap paooM ajsjeei suai/A uba
si juapisaadsqfu ap jaiu fiq jep 'uaaauui
-.iaq qoiz jaoui pmz 'uagaj jbm 5199 qoop
'.199A jba\ jjaaq saqv "uapatq ua.iaAei>{ S
gou sjjaz jo uajin.i g 'uaj.ieq g 'sues f iaM
uep 'uajajqnop 'uauioq aj gutq.iaiuuee ui
W?!! saqe uea :SeejAa3puq Sutssojdo
Nou, bromde hij, ik vind ze niet an
ders dan ergens anders.
Kom, kom, zei Joost. Speel nu geen
comedie, Ivo. Waarom zou je daar niet
voor uitkomen? Je doet net alsof je je zou
moeten schamen als je een meisje mooi
vindt. Je moet dat net zo zien als een
kunstwerk, of een landschap. Maar wat is
er overigens mooier, dan een schoon, le
vend mens
A thing of beauty is a joy for ever,
citeerde Jaap.
Van wie is dat ook weer? wilde On
dine weten.
Vanehnou, dat weet ik niet
meer, zei Jaap.
(Wordt vervolgd)
M
ISp
m
lös'S
LV
PROENTJE ZAT op de grond te spe
len. Tegenover hem zaten zijn twee
poppen. De ene pop heette Nijn. Het was
.een wollig konijn en had een mooi pak
je aan. De andere pop heette Berebot-
je en was een beertje zonder kleertjes
aan. Ze keken allebei naar Proentje.
En nou zegt Nijn tegen Berebotje,
zei Proentje. „Moet je Proentje eens
zien. Wat doet hij toch." En dan
zegt Berebotje: „Hij bouwt een toren."
Want Proentje bouwde een hele hoge
toren van blauwe, gele, groene en ro
de blokken. Een verschrikkelijk hoge
toren. Nijn en Berebotje keken een
beetje verbaasd omdat Proentje hen
liet praten. En ze zeiden heel, heel
zacht tegen elkaar: Hoe weet Proen
tje nou wat wij tegen elkaar zeggen.
Proentje kon dat natuurlijk niet horen;
hij was veel te druk bezig met bouwen.
En toen zei Nijn, ging Proentje
verder, terwijl hij een groot blauw blok
op de toren legde, toen zei Nijn: „Zou
die toren om kunnen vallen?" En toen
zei Berebotje: „Welnee, sufferd, Proen
tje is toch zeker veel te knap.."
Net had Proentje dat gezegd, of,
bommeldebom, bom, bom! viel de to
ren om.
Stoute Nijn, zei Proentje, dat is
jouw schuld. Jij hebt gezegd dat die to
ren wél om kan vallen. Voor straf zet
ik je met je neus in de hoek.
En Proentje nam Nijn op en zette
hem met zijn neus in de hoek.
Vind je dat nu aardig, mopperde
Nijn heel, heel zacht tegen Berebotje.
Ik heb niet eens wag gezegd!
Stil maar, fluisterde Berebotje
heel, heel zacht terug. Ik vind je best
lief, hoor.
Maar Proentje hoorde niets, die was
alweer bezig een nieuwe toren te bou
wen. Hij deed het nu veel beter en ook
voorzichtiger. Eerst de grote blauwe
blokken, dan de kleinere gele, daarna
de nog kleinere groene en op het laatst,
o zo voorzichtig, de piepkleine rode
blokjes.
Zo, zei Proentje tegen Berebotje,
nu is de toren klaar. Vind je hem niet
prachtig?
En nu zegt Berebotje, zei Proentje;
„Ja, ik vind hem nog mooier dan prach
tig."
Ik ga hem beklimmen, Berebotje,
zei Proentje. Let op! Met zijn twee vin
gers, de wijsvinger en de middelvin
ger van zijn ene hand, begon Proentje
heel voorzichtig de toren te beklim
men. Eerst nam hij grote sprongen,
want de blokken waren veel te hoog
voor zijn vingers, maar daarna kon hij
gewoon met. stappen verder gaan. Toen
hij helemaal boven was riep hij: Hé,
Berebotje, wat ben je nu klein, zeg! Ik
zie alles klein. En de zee kan ik zien.
En het strand. En de vliegmachines
vliegen vlak langs me. En ik kan een
heleboel andere torens zien. Tjé, wat
waait het, hier hard. Gelukkig dat ik
geen hoed op heb.
Toen Proentje een hele tijd boven op
de toren gestaan had, begon hij zich te
vervelen en hup! daar sprong hij zo
maar van de toren naar beneden.
Berebotje schrok ervan. Zou Proentje
zich bezeerd hebben?
Nee hoor, Proentje moest juist erg
lachen.
Ik ben van de toren gedoken, zei
hij. Wat jammer dat de toren niet in
het water staat. Wat had ik dan fijn
kunnen zwemmen.
Maaroh, wat is dat?
Op het onderste blauwe blok liep een
lang beest met wel duizend pootjes.
Een echte duizendpoot.
Oooohhhh, zei Proentje nog eens.
Hij denkt natuurlijk dat ik de toren
voor hém heb gebouwd. Wat zal hij
moe in al die pootjes worden. Of wordt
hij juist niet moe doordat hij zoveel
pootjes heeft? Misschien word je met
maar twee benen veel gauwer moe.
Proentje ging op zijn buik liggen en
keek naar de duizendpoot die al maar
hoger klom. Nu was hij bij de groene
blokken en daar wachtte hij even.
Zal ik je helpen? vroeg Proentje.
Maar de duizendpoot ging al vanzelf
weer verder en was even later boven op
de toren.
Hoe vind je dat nou? vroeg Proen
tje aan Berebotje. Zullen we Nijn nu
ook maar laten kijken?
Proentje keerde Nijn weerom en toen
keken ze alle drie met grote ogen naai
de duizendpoot die heen en weer liep op
het topje van de toren. En toen deed
Proentje iets heel doms.
Hij dacht: Als ik nu het onderste blok
op het bovenste leg, dan wordt de to
ren nog hoger.
Maar kan dat? Nee natuurlijk.
Proentje trok heel voorzichtig het on
derste blauwe blok onder de toren uit
en., bommeldebom, bom, bom, daar
viel de toren weer om.
Ach!! riep Proentje.
O, riepen Nijn en Berebotje heel
zacht.
Waar was de duizendpoot gebleven?
Nergens. Weg was hij. En omdat
Proentje wel wist dat hij heel dom ge
weest was. En omdat hij zich erg
schaamde voor Nijn en Berebotje, zet
te hij de twee poppen allebei met hun
neuzen in de hoek. Daarna stopte hij
zijn handen in zijn zakken en schopte
hij raar fluitend de blokken door de
kamer!
Wat een flauwe Proentje, hè?
Ltjda Elkan
Het leuke hondje Woezel
woont in de Beukenlaan,
en elke morgen om half tien
zie je hem bij 't tuinhek staan.
Hij kijkt naar links, hij kijkt naar
rechts
en jawie komt daar aan?
Het is, kijk maar eens even goed,
postbode Klepperspaan.
Heel blij springt Woezel heen en weer.
„Blaft vrolijk waf woef waf"
De postbode weet het al goed,
Loopt haastig; op een draf.
„Dag Woezel, dag m'n brave hond",
zegt Klepperspaan, en lacht.
„Geef mij eens vlug een pootje, zeg.
'k Heb iets voor je meegebracht."
En als hij 't pootj heeft gehad
krijgt Woezeltje een brief.
Vlug brengt hij die naar 't baasje toe
die zegt: „Je bent héél lief".
Matly van der Burgli-AUeda
Van de uitgeverij Kramers in Den
Haag ontvingen wij „BAB Y CUPIDO"
van Francine Haak-Ochsendorf met
tekeningen van Wilhelmina Frowein en
„D.JAIDIN" van L. van Suchtelen-
Leembruggen met tekeningen van P.
van Velthuysen.
Van de uitgeverij Ploegsma. in Am
sterdam „DE BRIK „DE DRIE
LELIES" van Olie Mattson, uit het
Zweeds vertaald door A. Rutgers van
der Loeff-Basenau met illustraties van
J. Hartogh en „TROUW WORDT BE
LOOND", van F. Hutterer, dat geschikt
is voor kinderen van 9 en 10 jaar.
Van uitgeverij Van Holkema Wa-
rendorf uit Amsterdam ontvingen wij
een serie boekjes van Jaap ter Haar,
„ERNSTJAN EN SNABBELTJE EEN
DESTREKEN", „ERNSTJAN EN
SNABBELTJE AAN DE WANDEL"
en „ERNSTJAN en SNABBELTJE
UIT EN THUIS", alle drie geïllustreerd
door Rein van Looy.