RANG is alleen RANG als er RANG op staat
Men is bevreesd voor
ongewenste consequenties
Blik over de scheidsmuren
NUTROMA
mrm
urm
rnrro
Wekelijkse Esperanto cursus
DERDE LES
19
TÏTÏÏT
"m-i'
m '58P
icé
DE ONDERWIJSVERNIEUWING (SLOT)
Verzending van zeepost
grieven aan
de redactie
KERKELIJK LEVEN
Hij proeft hetZij weet het
De veevoer-hulpactie en
de fiscus
Oude verdwijningsaffaire
in V.S. weer opgerakeld
A anwijzing van paragnost
Croiset niet opgevolgd
Automobilist zag steiger
voor overweg aan
VRIJDAG 30 OKTOBER 1939
Advertentie
Rang Fruit
19 ct per rol
Rang Menthol
19 ct per rol
Rang Crème de Cacao
22 ct per rol
Rang Ice Mints
19 ct per rol
VAN DE KLEINE naar de zeer grote school. Het wetsontwerp-Cals is aan
leiding tot het ontstaan van scholen van 1000 en meer leerlingen. Men beweert
wel, dat een school van deze omvang zoveel meer mogelijkheden biedt en
verwijst ter staving van deze bewering naar het voorkomen van nog grotere
scholen in het buitenland, maar het is de vraag, of deze mogelijkheden werkelijk
zoveel meer bedragen dan op een school van 500, 600 leerlingen, een grootte,
die men in leraarskringen als een maximum beschouwt.
Ook trekt men wel vergelijkingen met
het bedrijfsleven. Dit levert dan direct als
resultaat op, dat de rector-directeur een
soort manager wordt. Is een dergelijke fi
guur in het onderwijs op zijn plaats? On
derwijs berust op persoonlijk contact tus
sen schoolleider, leraren en leerlingen.
Het contact van de schoolleider met de
leerlingen zal verdwijnen, endat met
de leraren ook.
Elke leraar heeft in elke klas. waar hij
les geeft, zijn eigen verantwoordelijkheid.
Iedere leraar komt aan de eigenaardighe
den en eventuele noden van een klas op
zijn persoorilijke wijze tegemoet. Dat er
in het huidige, prevalerende schoolsy
steem min of meer een grote lijn ontstaat,
wordt tot stand gebracht door het con
tact tussen schoolleider en leraren, gedra
gen door een esprit de corps. Dit moet op
een school met 'n leerlingenaantal van
boven de 1000 zwak worden. Ook al omdat
in het zeer grote aantal leraren veel mu
tatie zal optreden. De gehele sfeer op
zo'n zeer grote school loopt kans onper
soonlijk te worden, het zich verschuilen
achter de ander, het meest afbrekende ele
ment in de opvoeding, zal bevorderd wor-
den.
Maar zal men zeggen, er komt toch een
staf van rector en drie of vier conrectoren,
elk met'een eigen afdeling.
Behalve dat dit de innerlijke eenheid
van de school I zeker niet bevordert,
klemt de vraag dan nog meer: wat
is de positie van de schoolleider in zulk
een geheel. Hij staat zoals te hopen is,
bovenaan, maar in ieder geval ernaast.
En vermoedelijk vertoeft hij meer bui
ten dan binnen de school, en zal naar bui
ten toe een voorstelling van zaken geven,
die hij zelf niet van nabij kent, maar
slechts uit de tweede hand, waardoor de
vervreemding tussen schoolleider en le
raren gevaar loopt toe te nemen. Vermoe
delijk zullen weinig onderwijsmensen in
Nederland zich lenen voor een functie van
deze aard.
Gevaarlijke helltngr
In leraarskringen is geen gejuich ont
staan over het wetsontwerp-Cals. Eer
der vraagt men zich af, tot wat dit alles
zal leiden, en heerst het gevoelen van
over u en zonder u. Wij hebben gezien,
dat het wetsontwerp ongetwijfeld op goe
de denkbeelden berust, maar dat de uit
voering tot vreemde consequenties zal
kunnen leiden, die even ongewenst zijn
als de bestaande euvelen en tekortko
mingen, die het wetsontwerp tracht te
bestrijden.
Dit wetsontwerp wil in overeenstem
ming zijn met het geestelijk en sociaal
klimaat van het tijdsbestek, waarin wij
leven. Dit betekent: „Iedere Nederlander
zijn onderwijs". Uitstekend. Maar er zijn
ook verontrustende verschijnselen in on
ze samenleving, bijv. het „meer rechten,
minder plichten".
Men krijgt als onderwijsman bij de
doordenking van het wetsontwerp-Cals
weieens het onbehaaglijke gevoel, dat dit
verschijnsel nu zijn kans krijgt het voort
gezet onderwijs binnen te dringen, het
geen met zich brengt, dat het kwali-
teitsonderwijs een knauw krijgt.
Immers het onderwijs wordt verlegd
naar latere leeftijd en het tempo vertraagd
om ook de mindere leerling een kans te
geven de aansluiting te halen. De uitwijk
mogelijkheden voor de leerling worden
talrijker, zijn gemakzucht kan bevorderd
worden.
Nivelleringsgevaar
De kans bestaat, dat het democratisch
fundament van dit wetsontwerp eerder
een nivellerend effect zal hebben dan
dat het ook de betere leerling aan zijn
trekken laat komen. Ook een democra
tische samenleving kan echter niet zonder
een kleine groep voortrekkers. Om deze
te kweken is onderwijs, dat ook de leer
ling alle kansen geeft, onmisbaar.
De minister ziet dit zeer wel in, en heeft
zijn ontwerp er juist op gericht, dat ieder
aan bod kan komen. Maar zal de wet-Cals
kwaliteit (van onderwijs) en kwantiteit
(van deelnemers) weten te combineren.
Analoge ervaringen in het buitenland zijn
niet hoopgevend.
Er zijn echter twee factoren, die kun
nen bijdragen tot het bereiken van het
doel van minister Cals.
Allereerst de algemene maatregelen
van bestuur, die de nadere precisering en
uitvoering zullen regelen.
Deze vormen grote vraagtekens in het
wetsontwerp: men weet b.v. wèl, welke
vakken er op een bepaald schooltype ge
geven zullen worden, maar niet de om
vang van de leerstof of het aantal uren.
Dit kan ook niet in een wet, die slechts
de grote lijn aangeeft, maar het is moge
lijk, dat de onderwijsmensen voor onaan
gename verrassingen komen te staan. Het
is te hopen, dat onder meer de nog te
bepalen minima van leerstof en aantal
lesuren niet van dien aard zullen zijn,
dat men eigenlijk niet meer van een norm
kan spreken.
En verder de uitvoerders, de leraren.
Vermoedelijk zal er van de leraar in de
toekomst meer geëist worden, indien de
wet uitgevoerd wordt, zoals de minister
zich dat voorstelt.
Veel zal dus afhangen van de goede wil
en energie van het Nedei-landse docenten
corps. De meeste leraren hebben plezier
in hun werk, maar toch doet zich een
bedenkelijk verschijnsel voor in leraars
kringen: het gevoel van machteloosheid.
Dit vereist enige toelichting.
Het krantenlezende publiek weet, dat er
iets gaande is tussen de minister van
onderwijs en de leraren van het VHMO
over salariskwesties. O.i. is er eer iets
gaande haar aanleiding van salariskwes
ties, namelijk de wijze, waarop de minis
ter, of indien men wil: de regering ge
meend heeft de leraren te kunnen behan
delen.
De leraar is een intellectueel. De in
tellectueel kan zijn geestelijke arbeid
slechts in vrijheid verrichten. Hij ver
zet zich tegen conformisme en dirigis
me en staat dus vaak critisch tegenover
een overheid, die op haar beurt weer
kittelorig is tegenover die sceptische,
zich niet conformerende intellectueel.
Zover komt het met de verhouding tus
sen intellectueel en publiek niet: hoogs
tens wordt hij als een soort monsieur
Hulot beschouwd, waarmee men niet goed
raad weet. Wanneer een groep intellectue
len zich in de ogen van de maatschappij
als onmisbaar en onvervangbaar kan mo
tiveren, slaagt deze groep erin zich zelf
standig te handhaven. Dit hebben de me
dici b.v. in ons land bereikt, al moeten zij
hun veroverde veste steeds verdedigen.
Niet onmisbaar
De groep van leraren wordt niet als
onmisbaar gevoeld. In de grond van de
zaak zijn zij dat wel, maar zij kunnen dit
niet genoeg aantonen, omdat er voor hen
geen of weinig uitwijkmogelijkheden zijn
naar andere beroepen. En onvervang
baar zijn zij ook niet, want men kan zon
der enige bevoegdheid les geven. Onbe
voegd uitoefenen van de geneeskunde
wordt terecht gestraft. O.i. is het dit
gevoel van machteloosheid en gebrek aan
waardering, dat zich luid geopenbaard
heeft naar aanleiding van een salaris
kwestie.
Het is te hopen, dat minister Cals, die
er niet tegen op ziet het gehele voortgezet
onderwijs op de helling te zetten, ook zal
pogen het klimaat in de lerarenwereld te
verbeteren. Dit is in het belang van de
geest, waarin zijn eventueel aangenomen
wet zal moeten worden uitgevoerd om een
werkelijke verbetering van het onderwijs
tot stand te kunnen brengen.
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk ter post moet zijn
bezorgd, staan achter de naam van het
schip vermeld.
Argentinië: s.s. „Delius" 1 nov.; Austra
lië: s.s. „Otaio" 1 nov. en m.s. „Leipzig"
4 nov.; Brazilië: m.s. „Ruhrstein" 1 nov.,
s.s. „Delius" 1 nov. en m.s. „Argentina
Star" 5 nov.; Canada: s.s. „Empress of
France" 1 nov. en m.s. „Prins Willem van
Oranje" 5 nov.; Indonesië: s.s. „Adrastus"
3 nov. en m.s. „Nederwaal" 5 nov.; Ned.
Antillen: m.s. „Aegis" 2 nov.; Suriname:
m.s. „Willemstad" 4 nov.; Unie van Zuid-
Afrika en Zuidwest-Afrika: m.s. „Win
chester Castle" 1 nov.; Brits Oost-Afrika:
s.s. „Si-Kiang" 5 nov.
Inlichtingen betreffende de verzendings
data van postpakketten geven de post
kantoren.
i
(Verkort weergegeven)
Broodoorlog. Diverse abonnees zonden
ons brieven waarin zij de broodoorlog ter
sprake brengen. Enige tijd geleden reeds
lieten wij de in deze broodstrijd gewikkelde
partijen aan het woord en wij blijven bij
ons standpunt, dat een verdere discussie
in deze rubriek weinig zin heeft, teminder
omdat rnen ook in de rayonale bakkerij
commissie na talrijke vergaderingen niet
tot een vergelijk kon komen.
Bovendien komen in deze brieven geen
nieuwe zienswijzen naar voren. Redactie.
„Voorhof" is de naam van de uniek
oecumenisch initiatief, dat de volgende
maand te Nijmegen zal worden verwe
zenlijkt. Een comité bestaande uit verte
genwoordigers van de-protestantse kerken
en van de rooms-katholieke kerk. als ook
van het gemeentebestuur van Nijmegen,
heeft namelijk een ontmoeting van kerk
en kunst voorbereid.
Het comité beoogt een confrontatie van
rooms-katholieken en protestanten, die
ieder op eigen wijze in de laatste tiental
len jaren te maken hebben gekregen met
aanzienlijke verschuivingen op het ter
rein van kerk en kunst. De organisatie
van de kunstmaand „Voorhof" werd toe
vertrouwd aan de prof. dr. G. van der
Leeuw-stichting en haar r.k. tegenhanger,
het St. Bernulphus gilde.
Het programma voor november bevat
onder meer vier symposia. De universi
teitsstad Nijmegen zal namelijk gastvrij
heid verlenen aan een vijftigtal vooraan
staande geleerden, geestelijken en kunste
naars uit ons land, die toegezegd hebben
zich aan een gesprek te willen wagen over
de kerkbouw, de functie van de beeldende
kunsten in de kerk, de kerkzang, de kerk
muziek en de betekenis van het kerkelijk
spel (in Engeland bekend geworden als
„religious drama").
Pararlel aan dit overleg lopen verschil
lende evenementen, die (tegelijk) voor
r.k. parochianen en prot. gemeenteleden
bestemd zijn. Zo komen er voorlichtings
avonden, waaraan vooraanstaande kerk
musici en koren zullen meewerken en
waarbij men ook zal kunnen oefenen in het
zingen van nieuwe kerkliederen.
Op vrijdagavond, 6 november, zal de
opening plaats vinden zowel van de kunst
maand „Voorhof" als van de tentoonstel-
Advertentie
de veredelde koffiemelk van 7tutriciu
Sed, kiu nun iras en la gardeno? Cu
Karlo? Ne, ne! Li ne estas la malgranda
knabo. Sur Iia kapo estas alta, nigra capelo
kaj granda, griza surtuto pendas cirkaü
lia korpo. En la mano estas kofro, mal-
nova, verda kofro kaj en la alia (klemtoon!)
mano estas bastono, irbastono. Malrapide
la knabo iras al la patrino sur la benko.
„Panjo", li diras, „mi ne estas Karlo. Mi
estas sinjoro! Granda kaj rica sinjoro. Mi
ne restas ce vi en la gardeno. Ricaj sin-
joroj vojagas. Ankaö mi vojagas! Mi iras
al fremdaj landoi per granda sipo aü per
aeroplano. Mi adiaüas (a-di-aw-as). Mi
salutas, kaj nun mi iras for!"
Allereerst nog een nieuwe letter, of
eigenlijk een tweeklank. We vonden hem
in -aü- en in adiaüas. Als dat boogje niet
boven die -u- stond, zouden we de -a- en
de -u- afzonderlijk moeten uitspreken,
maar dat boogje maakt er een tweeklank
van, die we uitspreken als -aw-, de auw
van het Nederlandse woord blauw.
Er is nog een tweeklank, de -eü-, doch
die vinden we maar in enkele woorden.
We spreken hem uit als -ew-, b.v. in Eüro-
po (Ew-ro-po). Let u bij de uitspraak nog
steeds goed op de a, en Ook aan het
eind van de woorden? Ja? Prachtig! En
zegt u wel -sed- met een -d- achteraan en
niet, zoals wij gewoon zijn met een -t-, als
in goed en land. Als u daar niet aan denkt,
wordt u later ook door de Engelsen aange
zien voor Nederlandse Esperantisten, om
dat zij daarvan nou toevallig geen last
hebben.
Taalregels.
12. Kiu (kie-oe) wie? Het vraagt alleen
naar personen. Als we dus vragen: „Kiu?"
dan kan het antwoord alleen maar zijn:
Jan, Kees, de bakker, mijn zusje, of ik, jij,
hij, maar nooit: de hond, de tafel of zo iets.
Het is het eerste van een rijtje van vijf
woordjes, die u goed doet in het Neder
lands even van buiten te leren. In de ge
geven volgorde natuurlijk, wie? - die -
iemand - niemand - iedereen.
13. -Cu- is alleen maar een vraagwoord,
dat we niet kunnen vertalen. U moogt het
bekijken als een vraagteken aan het be
gin van de zin.
Weet u, dat er twee soorten van vragen
zijn? De ene helft begint met een vraag
woord: Wie? Wat? Waar? Wanneer? enz.
Die groep begint in Esp. ook met een
vraagwoord en het woordje -kiu?- uit
taalregel 12 is er één van.
De andere helft van de vragen begint
met een werkwoord: Woon je al in je
nieuwe huis? Sta je al lang te wachten?
Deze hele groep begint in Esp. met -Cu-,
want, al zetten we in de Esp. vertaling van
deze zinnetjes het werkwoord voorop, dan
worden het nog geen vragen, omdat de
woordorde van de zin in Esperanto vrij is.
U mag de woorden door elkaar haspelen,
maar we houden ons in de praktijk aan een
bepaalde volgorde.
Willen we van de zin: La patrino sidas
sur la benko, een vraag maken, dan zetten
we er enkel en alleen maar het woordje
-cu- voor en de zaak is in orde. Dat mag
u dan later, als u wat verder bent
voor de nadruk op de zin (dus uit een oog
punt van stijl) naar eigen inzicht verande
ren, maar voorlopig moet u zich houden
aan de gegeven regel.
Hij zit op de bank.
Li sidas sur la benko.
(Vraag. Goed!) Cu li sidas sur la benko?
(Fout!) Cu sidas li sur la benko?
14. Van de persoonlijke voornaamwoor
den, die we' gebruiken bij de vervoeging
van het werkwoord, maken we bezittelijke
voornaamwoorden, door achter de eerste
een -a- te zetten.
mi -ras en mia gardeno.
li sidas sur lia benko.
15. Panjo is de naam van de moeder,
zoals wij gebruiken: moe, mam, mams, enz.
16. Als u het even in de twee lessen wilt
nagaan, dan zult u zien, dat we nu de per
soonlijke voornaamw. voor het enkelvoud
bij elkaar hebben: mi - vi- li - si en gi.
17. -per- is: door middel van. Wij gebrui
ken het in het Nederlands ook vaak: per
fiets, per auto, maar daarnaast: te voet en
met de ogen. In Esp. passen we het konse-
kwent toe. Daar kijken we per la okuloj en
we horen per la oreloj en we slaan per la
bastono.
Vertaling.
Maar, wie loopt (er) nu in de tuin? Ka-
rel? Nee, nee! Hij is niet de kleine jongen.
Op zijn hoofd is een hoge zwarte hoed en
een grote grijze overjas hangt om zijn lijf.
In de hand is een koffer, een oude, groene
koffer en in de andere hand is een stok,
een wandelstok. Langzaam gaat de jongen
naar de moeder op de bank. „Mams", zegt
hij, ik ben Karei niet. Ik ben een heer! Een
grote en rijke heer! Ik blijf niet bij U in
dc tuin. Rijke heren reizen. Ook ik reis. Ik
ga naar vreemde landen met een groot
schip of per vliegmachine. Ik zeg u vaar
wel. Ik groet (u) en nu ga ik weg!"
Oefeningen.
Als u geregeld, d.w.z. elke dag eenmaal
het verhaaltje vanaf het begin overleest,
liefst hardop, kunt u al heel gauw be
schikken over een aardige woordenschat.
Woordenkennis is in Esp. hoofdzaak. De
rest, hoe belangrijk ook, bijzaak. Door ge
regeld hardop te lezen krijgt u de woorden
voor in de mond, zodat u er niet meer naar
hoeft t,e zoeken. Pas dan beleeft u er ple
zier aan!
9. Vertalen.
Wie zit op de bank in de tuin? Is de
bank kapot? De overjas van Karei ligt bij
de moeder op de bank. Grote heren reizen.
Reizen ze naar vreemde landen? Reizen ze
per schip of per vliegmachine? Wie blijft
in de tuin? De knaap rent plotseling naar
het huis. Wie loopt in de tuin met een
hoge hoed op het hoofd en een wandelstok
in de hand?
10. Eerst de zin vertalen in Esperanto,
dan er een vraag van maken, die met -cu-
begint en dan er een vraag onder zetten,
die met -kiu- begint. Van elk zinnetje
krijgen we er dus vier.
Karei blijft bij de moeder in de tuin.
Karlo
Cu Karlo
Kiu re
Evenzo:
De jongen reist per schip naar andere
landen.
Karei gaat naar het huis.
De moeder kijkt naar de groene koffer.
Mams zit op de bank en kijkt naar de
bloemen.
11. Gebruik -mia-, -via-, -lia- en -sia-
zoals het voorbeeld dat aangeeft.
mia kapo via sipo lia benko sia kofro
mia enz. enz. enz.
mia
mia
mia
12. Het verhaaltje weer aan u zelf ver
tellen.
ling „Moderne Kerkbouw". Bij die gele
genheid zal het woord gevoerd worden
door Anton van Duinkerken en ds. Jan
Wit.
De organisatoren van eeVoorhof" hopen
met deze manifestatie de algemene be
langstelling te verlevendigen voor de li
turgie van onze rooms-katholieke en refor
matorische kerken. Dit deelde de voorzit
ter van het comité van voorbereiding, ds.
F. H. Janssen, hervormd predikant, mee
op een persconferentie. De vice-voorzitter,
mgr. C. J. N van Dijck, deken van Nijme
gen, deed een beroep op de pers om het
ontmoetingskarakter van „Voorhof" voor
de bevolking in het licht te stellen. Dat ook
het episcopaat volledig achter deze mani
festatie staat, aldus de deken, blijkt wel
uit het feit, dat het deze kunstmaand sub-
sideëert.
De voorzitter van de prof. dr. G. van
der Leeuw-stichting deelde mee, dat aan
rooms-katholieke en aan protestantse kant
precies dezelfde vragen leven, maar dat
„we in Nederland langs elkaar heen ploe
teren", zulks in tegenstelling tot bijvoor
beeld in Duitsland. „Een initiatief als dit
is er in ons land nog niet eerder ge
weest. Voorhof is geheel toegesplitst op de
ontmoeting met de ander en op het eerlijk
zoeken naar diens bedoelingen".
Verzoek aan Jezieten
Tijdens een vergadering van de Vrije
Kerken te Londen heeft de president der
Methodisten-synode voorgesteld, dat de
Jezuieten zouden worden belast met de al
gemene her-kerstening van het openbaar
leven. Het voorstel werd gedaan, toen de
vergadering de voortschrijdende ontkers
tening van het leven in Engeland besprak.
De president weer er hierbij op, dat de
christelijke godsdiensten op dit terrein
zouden kunnen samenwerken.
Naar de mening van deze woordvoerder
heeft de rooms-katholieke kerk op dit ge
bied een bijzondere ervaring, vooral de
Jezuieten. Hij stelde aan het slot van zijn
uiteenzetting voor, dat dezen dan ook met
de leiding der activiteiten zouden worden
belast.
De superior van de Jezuieten in Londen
is van mening, dat een dergelijke activi
teit het best gevoerd kan worden door mid
del van gezamenlijke openbare bijeenkom
sten, algemeen-christelijke t.v.-program-
ma's en dergelijke. Hij is de overtuiging
toegedaan, dat een dergelijke samenwer
king „voor de vaststelling van fundamen
teel godsdienstige waarheden" goed te
verenigen is met de pauselijke initiatieven
voor de christelijke eenheid.
Hulp in Algerije
In tegenwoordigheid van de aartsbis
schop van Algerije en de minister van
transport, heeft kardinaal Feltin de vorige
week te Parijs tien ambulancewagons ge
zegend, die bestemd zijn voor de vluchte
lingenkampen in Algei'ije. De nieuwe voer
tuigen kunnen zowel voor ziekentransport
als voor aanvoer van levens- en genees
middelen dienst doen.
Deze hulpactie is een resultaat van de
oproep, welke kardinaal Feltin en de be
kende Franse predikant Boegner gedaan
hebben. De protestantse hulpactie „Ci-
made" en de „Secours Catholique" zullen
in de komende winter gezamenlijk een
enorme hulp verlenen aan de Algerijnse
vluchtelingen, die geïsoleerd zijn of in
kampen leven.
Het Columbiaans landelijk secretariaat
van het Rooms-Katholieke episcopaat heeft
de rooms-katholieken in de stad La Plata
verzocht de schade te herstellen welke is
aangebracht aan een protestantse kapel,
die in dit gebied wordt gebouwd.
Een groep roomse demonstranten trok
ken een in aanbouw zijnde muur om en
verspreidden de stenen naar alle kanten.
De aanval werd voorafgegaan door woede
uitbarstingen tegen de protestanten en te
gen de plaatselijke autoriteiten, die ver
gunning hadden gegeven aan de honderd
leden tellende protestantse gemeente om
de kapel te bouwen.
De oproep van het rooms-katholieke
episcopaat zegt, dat de gebeurtenissen te
wijten zijn geweest aan „proselytisme,
dat houvast probeert te krijgen in de ka
tholieke bevolking zonder te letten op kos
ten of methoden".
Het rooms-katholieke secretariaat legt
er voorts de nadruk op, dat desondanks
„het gebruik van destructief geweld nooit
kan worden gerechtvaardigd tegenover
dit soort penetratiepogingen van sekten
met geweldige finantiële hulpbx-onnen".
De veehouders die tijdens de droogte
periode door collega's met veevoer zijn
geholpen, zullen over de waarde van dit
voeder geen belasting hoeven te betalen.
Deze in natura ontvangen goederen en
diensten worden niet beschouwd als een
door hen genoten bedrijfsvoordeel. De
landbouwers echter, die in nood verke
rende veehouders veevoeder hebben afge
staan, zullen de waarde daarvan niet voor
de belastingen mogen aftrekken. Zij kun
nen deze giften in natura volgens de wet
telijke bepalingen niet als bedrijfslast aan
merken. Om der wille van de gevolgen
kan de staatssecretaris van Financiën
geen uitzondering maken door de belas
tingambtenaren voor te schrijven, deze
schenkingen niettemin als bedrijfslast
voor de landbouwers aan te merken.
Dit heeft de staatssecretaris van Finan
ciën. de heer Van den Berge, meegedeeld
in zijn antwoord op de desbetreffende
schriftelijke vragen van het Tweede-Ka
merlid de heer Kieft (A.R.).
Voor wat betreft de kosten van het
transport van het veevoer merkt de staats
secretaris op, dat dit door militairen is
verricht, zodat hier van belastingkwesties
geen sprake is.
DEN HAAG (AFP-ANP) Een thans
in het Amerikaanse tijdschrift „Harper's"
verschenen artikel van de particuliere de
tective Murray Teigh Bloom heeft een
mysterie van dertig jaar geleden, waar
bij ook de Nederlandse helderziende Croi
set werd betrokken, opgerakeld. Het gaat
om het verdwijnen destijds van Joseph
Force Crater, rechter van het hoogge
rechtshof van de staat New York, die de
avond van de zesde augustus 1930 in een
café in Manhattan had doorgebracht, zijn
vrienden had verlaten om een taxi te ne
men en sedertdien nooit meer werd terug
gezien. Volgens sommigen zou Crater be
trokken zijn geweest bij onwettige gok
spelen en zelf zijn verdwijning gearran
geerd hebben. Anderen meenden, dat hij
het slachtoffer van misdadigers was ge
worden. De zaak raakte langzamerhand
in het vergeetboek.
Nu vertelt de genoemde detective Bloom
in zijn artikel dat de Newyorkse politie
reeds vijf jaar geleden nieuwe aanwijzin
gen in handen kreeg. De slager Henry
Krauss uit Bronx 'New York) had name
lijk in januari 1954, enkele dagen voordat
hij overleed, een politieman meegedeeld,
dat rechter Crater ongetwijfeld begraven
was in de tuin van een huis te Yonkers, in
de omgeving van New York. Krauss en
Crater hadden gemeenschappelijke poli
tieke vrienden gehad.
Bloom'was toen in 1954 naar Utrecht ge
gaan om de helderziende Croiset te raad
plegen. De heer Croiset (die dit het ANP
desgevraagd bevestigde) legde zijn han
den op een gesloten enveloppe met een
foto van rechter Crater er in en wees daar
na op een kaart de plaats aan, waar Cra
ter volgens hem begraven was. Hij teken
de zelfs het huis, waarbij de door Krauss
bedoelde tuin behoorde. Later kreeg hij
van Bloom uit Amerika foto's van dat huis
toegestuurd en die klopten met zijn teke
ning, aldus de heer Croiset. Verder hoor
de hij echter niets ineer over de zaak.
Volgens AFP zegt de Newyorkse poli
tie niet over voldoende aanwijzigingen te
beschikken, die de kosten van opgravin
gen in de door Krauss en Croiset aange
geven tuin te Yonkers zouden rechtvaar
digen. De huidige eigenaars van het pand
willen dergelijke naspeuringen wel toe
staan maar verlangen daarvoor een rui
me schadevergoeding.
HAANSTRA's „REMBRANDT"
WEER BEKROOND
De film „Rembrandt" van Bert Haanstra
is donderdag bekroond met de eremedaille
van het internationale centrum voor
onderwijs- en cultuurfilms. De film werd
vertoond op de negende internationale
„week van de toeristische en folkloris
tische film", die van 22 tot 29 oktober in
Brussel is gehouden.
Advertentie
(Van onze Amsterdamse redacteur)
Het eerste bezoek aan Amsterdam van
de in Londen wonende Pool M. Klausner
zal deze man wel altijd in herinnering
blijven. Met zijn van een Zweeds nummer
bord voorziene auto reed hij de noordelij
ke aanlegsteiger van de Valkenwegpont
over het IJ op. Hij stopte voor het rode
licht en had niet in de gaten, dat aan de
naastgelegen steiger een pont lag ge
meerd. Toen het wachten hem wat lang
duurde, reed hij voorzichtig vooruit, uit
kijkend naar links en rechts, maar niet
naar voren, want dan had hij gezien dat
hij niet voor een onbewaakte overweg
stond, zoals hij dacht, maar voor het 150
meter brede IJ. Zijn vergissing zag hij pas
in toen de auto in het water dook.
De heer Klausner wist zich via een ach
terportier te bevrijden alvorens de auto
vol water begon te lopen en naar de tien
meter lagei liggende IJbodem zonk. Pont-
personeel heeft de Pool van een drenke-
lingenpak voorzien, waarna de man in een
hotel op zijn verhaal kon komen. Het bleek
dat hij uit Hamburg was gekomen en de
rit van daar naar Amsterdam vrijwel zon
der onderbreking had gereden. Hij was
oververmoeid.