RANG is alleen RANG als er RANG op staat Men is bevreesd voor ongewenste consequenties Blik over de scheidsmuren NUTROMA mrm urm rnrro Wekelijkse Esperanto cursus DERDE LES 19 TÏTÏÏT "m-i' m '58P icé DE ONDERWIJSVERNIEUWING (SLOT) Verzending van zeepost grieven aan de redactie KERKELIJK LEVEN Hij proeft hetZij weet het De veevoer-hulpactie en de fiscus Oude verdwijningsaffaire in V.S. weer opgerakeld A anwijzing van paragnost Croiset niet opgevolgd Automobilist zag steiger voor overweg aan VRIJDAG 30 OKTOBER 1939 Advertentie Rang Fruit 19 ct per rol Rang Menthol 19 ct per rol Rang Crème de Cacao 22 ct per rol Rang Ice Mints 19 ct per rol VAN DE KLEINE naar de zeer grote school. Het wetsontwerp-Cals is aan leiding tot het ontstaan van scholen van 1000 en meer leerlingen. Men beweert wel, dat een school van deze omvang zoveel meer mogelijkheden biedt en verwijst ter staving van deze bewering naar het voorkomen van nog grotere scholen in het buitenland, maar het is de vraag, of deze mogelijkheden werkelijk zoveel meer bedragen dan op een school van 500, 600 leerlingen, een grootte, die men in leraarskringen als een maximum beschouwt. Ook trekt men wel vergelijkingen met het bedrijfsleven. Dit levert dan direct als resultaat op, dat de rector-directeur een soort manager wordt. Is een dergelijke fi guur in het onderwijs op zijn plaats? On derwijs berust op persoonlijk contact tus sen schoolleider, leraren en leerlingen. Het contact van de schoolleider met de leerlingen zal verdwijnen, endat met de leraren ook. Elke leraar heeft in elke klas. waar hij les geeft, zijn eigen verantwoordelijkheid. Iedere leraar komt aan de eigenaardighe den en eventuele noden van een klas op zijn persoorilijke wijze tegemoet. Dat er in het huidige, prevalerende schoolsy steem min of meer een grote lijn ontstaat, wordt tot stand gebracht door het con tact tussen schoolleider en leraren, gedra gen door een esprit de corps. Dit moet op een school met 'n leerlingenaantal van boven de 1000 zwak worden. Ook al omdat in het zeer grote aantal leraren veel mu tatie zal optreden. De gehele sfeer op zo'n zeer grote school loopt kans onper soonlijk te worden, het zich verschuilen achter de ander, het meest afbrekende ele ment in de opvoeding, zal bevorderd wor- den. Maar zal men zeggen, er komt toch een staf van rector en drie of vier conrectoren, elk met'een eigen afdeling. Behalve dat dit de innerlijke eenheid van de school I zeker niet bevordert, klemt de vraag dan nog meer: wat is de positie van de schoolleider in zulk een geheel. Hij staat zoals te hopen is, bovenaan, maar in ieder geval ernaast. En vermoedelijk vertoeft hij meer bui ten dan binnen de school, en zal naar bui ten toe een voorstelling van zaken geven, die hij zelf niet van nabij kent, maar slechts uit de tweede hand, waardoor de vervreemding tussen schoolleider en le raren gevaar loopt toe te nemen. Vermoe delijk zullen weinig onderwijsmensen in Nederland zich lenen voor een functie van deze aard. Gevaarlijke helltngr In leraarskringen is geen gejuich ont staan over het wetsontwerp-Cals. Eer der vraagt men zich af, tot wat dit alles zal leiden, en heerst het gevoelen van over u en zonder u. Wij hebben gezien, dat het wetsontwerp ongetwijfeld op goe de denkbeelden berust, maar dat de uit voering tot vreemde consequenties zal kunnen leiden, die even ongewenst zijn als de bestaande euvelen en tekortko mingen, die het wetsontwerp tracht te bestrijden. Dit wetsontwerp wil in overeenstem ming zijn met het geestelijk en sociaal klimaat van het tijdsbestek, waarin wij leven. Dit betekent: „Iedere Nederlander zijn onderwijs". Uitstekend. Maar er zijn ook verontrustende verschijnselen in on ze samenleving, bijv. het „meer rechten, minder plichten". Men krijgt als onderwijsman bij de doordenking van het wetsontwerp-Cals weieens het onbehaaglijke gevoel, dat dit verschijnsel nu zijn kans krijgt het voort gezet onderwijs binnen te dringen, het geen met zich brengt, dat het kwali- teitsonderwijs een knauw krijgt. Immers het onderwijs wordt verlegd naar latere leeftijd en het tempo vertraagd om ook de mindere leerling een kans te geven de aansluiting te halen. De uitwijk mogelijkheden voor de leerling worden talrijker, zijn gemakzucht kan bevorderd worden. Nivelleringsgevaar De kans bestaat, dat het democratisch fundament van dit wetsontwerp eerder een nivellerend effect zal hebben dan dat het ook de betere leerling aan zijn trekken laat komen. Ook een democra tische samenleving kan echter niet zonder een kleine groep voortrekkers. Om deze te kweken is onderwijs, dat ook de leer ling alle kansen geeft, onmisbaar. De minister ziet dit zeer wel in, en heeft zijn ontwerp er juist op gericht, dat ieder aan bod kan komen. Maar zal de wet-Cals kwaliteit (van onderwijs) en kwantiteit (van deelnemers) weten te combineren. Analoge ervaringen in het buitenland zijn niet hoopgevend. Er zijn echter twee factoren, die kun nen bijdragen tot het bereiken van het doel van minister Cals. Allereerst de algemene maatregelen van bestuur, die de nadere precisering en uitvoering zullen regelen. Deze vormen grote vraagtekens in het wetsontwerp: men weet b.v. wèl, welke vakken er op een bepaald schooltype ge geven zullen worden, maar niet de om vang van de leerstof of het aantal uren. Dit kan ook niet in een wet, die slechts de grote lijn aangeeft, maar het is moge lijk, dat de onderwijsmensen voor onaan gename verrassingen komen te staan. Het is te hopen, dat onder meer de nog te bepalen minima van leerstof en aantal lesuren niet van dien aard zullen zijn, dat men eigenlijk niet meer van een norm kan spreken. En verder de uitvoerders, de leraren. Vermoedelijk zal er van de leraar in de toekomst meer geëist worden, indien de wet uitgevoerd wordt, zoals de minister zich dat voorstelt. Veel zal dus afhangen van de goede wil en energie van het Nedei-landse docenten corps. De meeste leraren hebben plezier in hun werk, maar toch doet zich een bedenkelijk verschijnsel voor in leraars kringen: het gevoel van machteloosheid. Dit vereist enige toelichting. Het krantenlezende publiek weet, dat er iets gaande is tussen de minister van onderwijs en de leraren van het VHMO over salariskwesties. O.i. is er eer iets gaande haar aanleiding van salariskwes ties, namelijk de wijze, waarop de minis ter, of indien men wil: de regering ge meend heeft de leraren te kunnen behan delen. De leraar is een intellectueel. De in tellectueel kan zijn geestelijke arbeid slechts in vrijheid verrichten. Hij ver zet zich tegen conformisme en dirigis me en staat dus vaak critisch tegenover een overheid, die op haar beurt weer kittelorig is tegenover die sceptische, zich niet conformerende intellectueel. Zover komt het met de verhouding tus sen intellectueel en publiek niet: hoogs tens wordt hij als een soort monsieur Hulot beschouwd, waarmee men niet goed raad weet. Wanneer een groep intellectue len zich in de ogen van de maatschappij als onmisbaar en onvervangbaar kan mo tiveren, slaagt deze groep erin zich zelf standig te handhaven. Dit hebben de me dici b.v. in ons land bereikt, al moeten zij hun veroverde veste steeds verdedigen. Niet onmisbaar De groep van leraren wordt niet als onmisbaar gevoeld. In de grond van de zaak zijn zij dat wel, maar zij kunnen dit niet genoeg aantonen, omdat er voor hen geen of weinig uitwijkmogelijkheden zijn naar andere beroepen. En onvervang baar zijn zij ook niet, want men kan zon der enige bevoegdheid les geven. Onbe voegd uitoefenen van de geneeskunde wordt terecht gestraft. O.i. is het dit gevoel van machteloosheid en gebrek aan waardering, dat zich luid geopenbaard heeft naar aanleiding van een salaris kwestie. Het is te hopen, dat minister Cals, die er niet tegen op ziet het gehele voortgezet onderwijs op de helling te zetten, ook zal pogen het klimaat in de lerarenwereld te verbeteren. Dit is in het belang van de geest, waarin zijn eventueel aangenomen wet zal moeten worden uitgevoerd om een werkelijke verbetering van het onderwijs tot stand te kunnen brengen. Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden. De data, waarop de correspondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd, staan achter de naam van het schip vermeld. Argentinië: s.s. „Delius" 1 nov.; Austra lië: s.s. „Otaio" 1 nov. en m.s. „Leipzig" 4 nov.; Brazilië: m.s. „Ruhrstein" 1 nov., s.s. „Delius" 1 nov. en m.s. „Argentina Star" 5 nov.; Canada: s.s. „Empress of France" 1 nov. en m.s. „Prins Willem van Oranje" 5 nov.; Indonesië: s.s. „Adrastus" 3 nov. en m.s. „Nederwaal" 5 nov.; Ned. Antillen: m.s. „Aegis" 2 nov.; Suriname: m.s. „Willemstad" 4 nov.; Unie van Zuid- Afrika en Zuidwest-Afrika: m.s. „Win chester Castle" 1 nov.; Brits Oost-Afrika: s.s. „Si-Kiang" 5 nov. Inlichtingen betreffende de verzendings data van postpakketten geven de post kantoren. i (Verkort weergegeven) Broodoorlog. Diverse abonnees zonden ons brieven waarin zij de broodoorlog ter sprake brengen. Enige tijd geleden reeds lieten wij de in deze broodstrijd gewikkelde partijen aan het woord en wij blijven bij ons standpunt, dat een verdere discussie in deze rubriek weinig zin heeft, teminder omdat rnen ook in de rayonale bakkerij commissie na talrijke vergaderingen niet tot een vergelijk kon komen. Bovendien komen in deze brieven geen nieuwe zienswijzen naar voren. Redactie. „Voorhof" is de naam van de uniek oecumenisch initiatief, dat de volgende maand te Nijmegen zal worden verwe zenlijkt. Een comité bestaande uit verte genwoordigers van de-protestantse kerken en van de rooms-katholieke kerk. als ook van het gemeentebestuur van Nijmegen, heeft namelijk een ontmoeting van kerk en kunst voorbereid. Het comité beoogt een confrontatie van rooms-katholieken en protestanten, die ieder op eigen wijze in de laatste tiental len jaren te maken hebben gekregen met aanzienlijke verschuivingen op het ter rein van kerk en kunst. De organisatie van de kunstmaand „Voorhof" werd toe vertrouwd aan de prof. dr. G. van der Leeuw-stichting en haar r.k. tegenhanger, het St. Bernulphus gilde. Het programma voor november bevat onder meer vier symposia. De universi teitsstad Nijmegen zal namelijk gastvrij heid verlenen aan een vijftigtal vooraan staande geleerden, geestelijken en kunste naars uit ons land, die toegezegd hebben zich aan een gesprek te willen wagen over de kerkbouw, de functie van de beeldende kunsten in de kerk, de kerkzang, de kerk muziek en de betekenis van het kerkelijk spel (in Engeland bekend geworden als „religious drama"). Pararlel aan dit overleg lopen verschil lende evenementen, die (tegelijk) voor r.k. parochianen en prot. gemeenteleden bestemd zijn. Zo komen er voorlichtings avonden, waaraan vooraanstaande kerk musici en koren zullen meewerken en waarbij men ook zal kunnen oefenen in het zingen van nieuwe kerkliederen. Op vrijdagavond, 6 november, zal de opening plaats vinden zowel van de kunst maand „Voorhof" als van de tentoonstel- Advertentie de veredelde koffiemelk van 7tutriciu Sed, kiu nun iras en la gardeno? Cu Karlo? Ne, ne! Li ne estas la malgranda knabo. Sur Iia kapo estas alta, nigra capelo kaj granda, griza surtuto pendas cirkaü lia korpo. En la mano estas kofro, mal- nova, verda kofro kaj en la alia (klemtoon!) mano estas bastono, irbastono. Malrapide la knabo iras al la patrino sur la benko. „Panjo", li diras, „mi ne estas Karlo. Mi estas sinjoro! Granda kaj rica sinjoro. Mi ne restas ce vi en la gardeno. Ricaj sin- joroj vojagas. Ankaö mi vojagas! Mi iras al fremdaj landoi per granda sipo aü per aeroplano. Mi adiaüas (a-di-aw-as). Mi salutas, kaj nun mi iras for!" Allereerst nog een nieuwe letter, of eigenlijk een tweeklank. We vonden hem in -aü- en in adiaüas. Als dat boogje niet boven die -u- stond, zouden we de -a- en de -u- afzonderlijk moeten uitspreken, maar dat boogje maakt er een tweeklank van, die we uitspreken als -aw-, de auw van het Nederlandse woord blauw. Er is nog een tweeklank, de -eü-, doch die vinden we maar in enkele woorden. We spreken hem uit als -ew-, b.v. in Eüro- po (Ew-ro-po). Let u bij de uitspraak nog steeds goed op de a, en Ook aan het eind van de woorden? Ja? Prachtig! En zegt u wel -sed- met een -d- achteraan en niet, zoals wij gewoon zijn met een -t-, als in goed en land. Als u daar niet aan denkt, wordt u later ook door de Engelsen aange zien voor Nederlandse Esperantisten, om dat zij daarvan nou toevallig geen last hebben. Taalregels. 12. Kiu (kie-oe) wie? Het vraagt alleen naar personen. Als we dus vragen: „Kiu?" dan kan het antwoord alleen maar zijn: Jan, Kees, de bakker, mijn zusje, of ik, jij, hij, maar nooit: de hond, de tafel of zo iets. Het is het eerste van een rijtje van vijf woordjes, die u goed doet in het Neder lands even van buiten te leren. In de ge geven volgorde natuurlijk, wie? - die - iemand - niemand - iedereen. 13. -Cu- is alleen maar een vraagwoord, dat we niet kunnen vertalen. U moogt het bekijken als een vraagteken aan het be gin van de zin. Weet u, dat er twee soorten van vragen zijn? De ene helft begint met een vraag woord: Wie? Wat? Waar? Wanneer? enz. Die groep begint in Esp. ook met een vraagwoord en het woordje -kiu?- uit taalregel 12 is er één van. De andere helft van de vragen begint met een werkwoord: Woon je al in je nieuwe huis? Sta je al lang te wachten? Deze hele groep begint in Esp. met -Cu-, want, al zetten we in de Esp. vertaling van deze zinnetjes het werkwoord voorop, dan worden het nog geen vragen, omdat de woordorde van de zin in Esperanto vrij is. U mag de woorden door elkaar haspelen, maar we houden ons in de praktijk aan een bepaalde volgorde. Willen we van de zin: La patrino sidas sur la benko, een vraag maken, dan zetten we er enkel en alleen maar het woordje -cu- voor en de zaak is in orde. Dat mag u dan later, als u wat verder bent voor de nadruk op de zin (dus uit een oog punt van stijl) naar eigen inzicht verande ren, maar voorlopig moet u zich houden aan de gegeven regel. Hij zit op de bank. Li sidas sur la benko. (Vraag. Goed!) Cu li sidas sur la benko? (Fout!) Cu sidas li sur la benko? 14. Van de persoonlijke voornaamwoor den, die we' gebruiken bij de vervoeging van het werkwoord, maken we bezittelijke voornaamwoorden, door achter de eerste een -a- te zetten. mi -ras en mia gardeno. li sidas sur lia benko. 15. Panjo is de naam van de moeder, zoals wij gebruiken: moe, mam, mams, enz. 16. Als u het even in de twee lessen wilt nagaan, dan zult u zien, dat we nu de per soonlijke voornaamw. voor het enkelvoud bij elkaar hebben: mi - vi- li - si en gi. 17. -per- is: door middel van. Wij gebrui ken het in het Nederlands ook vaak: per fiets, per auto, maar daarnaast: te voet en met de ogen. In Esp. passen we het konse- kwent toe. Daar kijken we per la okuloj en we horen per la oreloj en we slaan per la bastono. Vertaling. Maar, wie loopt (er) nu in de tuin? Ka- rel? Nee, nee! Hij is niet de kleine jongen. Op zijn hoofd is een hoge zwarte hoed en een grote grijze overjas hangt om zijn lijf. In de hand is een koffer, een oude, groene koffer en in de andere hand is een stok, een wandelstok. Langzaam gaat de jongen naar de moeder op de bank. „Mams", zegt hij, ik ben Karei niet. Ik ben een heer! Een grote en rijke heer! Ik blijf niet bij U in dc tuin. Rijke heren reizen. Ook ik reis. Ik ga naar vreemde landen met een groot schip of per vliegmachine. Ik zeg u vaar wel. Ik groet (u) en nu ga ik weg!" Oefeningen. Als u geregeld, d.w.z. elke dag eenmaal het verhaaltje vanaf het begin overleest, liefst hardop, kunt u al heel gauw be schikken over een aardige woordenschat. Woordenkennis is in Esp. hoofdzaak. De rest, hoe belangrijk ook, bijzaak. Door ge regeld hardop te lezen krijgt u de woorden voor in de mond, zodat u er niet meer naar hoeft t,e zoeken. Pas dan beleeft u er ple zier aan! 9. Vertalen. Wie zit op de bank in de tuin? Is de bank kapot? De overjas van Karei ligt bij de moeder op de bank. Grote heren reizen. Reizen ze naar vreemde landen? Reizen ze per schip of per vliegmachine? Wie blijft in de tuin? De knaap rent plotseling naar het huis. Wie loopt in de tuin met een hoge hoed op het hoofd en een wandelstok in de hand? 10. Eerst de zin vertalen in Esperanto, dan er een vraag van maken, die met -cu- begint en dan er een vraag onder zetten, die met -kiu- begint. Van elk zinnetje krijgen we er dus vier. Karei blijft bij de moeder in de tuin. Karlo Cu Karlo Kiu re Evenzo: De jongen reist per schip naar andere landen. Karei gaat naar het huis. De moeder kijkt naar de groene koffer. Mams zit op de bank en kijkt naar de bloemen. 11. Gebruik -mia-, -via-, -lia- en -sia- zoals het voorbeeld dat aangeeft. mia kapo via sipo lia benko sia kofro mia enz. enz. enz. mia mia mia 12. Het verhaaltje weer aan u zelf ver tellen. ling „Moderne Kerkbouw". Bij die gele genheid zal het woord gevoerd worden door Anton van Duinkerken en ds. Jan Wit. De organisatoren van eeVoorhof" hopen met deze manifestatie de algemene be langstelling te verlevendigen voor de li turgie van onze rooms-katholieke en refor matorische kerken. Dit deelde de voorzit ter van het comité van voorbereiding, ds. F. H. Janssen, hervormd predikant, mee op een persconferentie. De vice-voorzitter, mgr. C. J. N van Dijck, deken van Nijme gen, deed een beroep op de pers om het ontmoetingskarakter van „Voorhof" voor de bevolking in het licht te stellen. Dat ook het episcopaat volledig achter deze mani festatie staat, aldus de deken, blijkt wel uit het feit, dat het deze kunstmaand sub- sideëert. De voorzitter van de prof. dr. G. van der Leeuw-stichting deelde mee, dat aan rooms-katholieke en aan protestantse kant precies dezelfde vragen leven, maar dat „we in Nederland langs elkaar heen ploe teren", zulks in tegenstelling tot bijvoor beeld in Duitsland. „Een initiatief als dit is er in ons land nog niet eerder ge weest. Voorhof is geheel toegesplitst op de ontmoeting met de ander en op het eerlijk zoeken naar diens bedoelingen". Verzoek aan Jezieten Tijdens een vergadering van de Vrije Kerken te Londen heeft de president der Methodisten-synode voorgesteld, dat de Jezuieten zouden worden belast met de al gemene her-kerstening van het openbaar leven. Het voorstel werd gedaan, toen de vergadering de voortschrijdende ontkers tening van het leven in Engeland besprak. De president weer er hierbij op, dat de christelijke godsdiensten op dit terrein zouden kunnen samenwerken. Naar de mening van deze woordvoerder heeft de rooms-katholieke kerk op dit ge bied een bijzondere ervaring, vooral de Jezuieten. Hij stelde aan het slot van zijn uiteenzetting voor, dat dezen dan ook met de leiding der activiteiten zouden worden belast. De superior van de Jezuieten in Londen is van mening, dat een dergelijke activi teit het best gevoerd kan worden door mid del van gezamenlijke openbare bijeenkom sten, algemeen-christelijke t.v.-program- ma's en dergelijke. Hij is de overtuiging toegedaan, dat een dergelijke samenwer king „voor de vaststelling van fundamen teel godsdienstige waarheden" goed te verenigen is met de pauselijke initiatieven voor de christelijke eenheid. Hulp in Algerije In tegenwoordigheid van de aartsbis schop van Algerije en de minister van transport, heeft kardinaal Feltin de vorige week te Parijs tien ambulancewagons ge zegend, die bestemd zijn voor de vluchte lingenkampen in Algei'ije. De nieuwe voer tuigen kunnen zowel voor ziekentransport als voor aanvoer van levens- en genees middelen dienst doen. Deze hulpactie is een resultaat van de oproep, welke kardinaal Feltin en de be kende Franse predikant Boegner gedaan hebben. De protestantse hulpactie „Ci- made" en de „Secours Catholique" zullen in de komende winter gezamenlijk een enorme hulp verlenen aan de Algerijnse vluchtelingen, die geïsoleerd zijn of in kampen leven. Het Columbiaans landelijk secretariaat van het Rooms-Katholieke episcopaat heeft de rooms-katholieken in de stad La Plata verzocht de schade te herstellen welke is aangebracht aan een protestantse kapel, die in dit gebied wordt gebouwd. Een groep roomse demonstranten trok ken een in aanbouw zijnde muur om en verspreidden de stenen naar alle kanten. De aanval werd voorafgegaan door woede uitbarstingen tegen de protestanten en te gen de plaatselijke autoriteiten, die ver gunning hadden gegeven aan de honderd leden tellende protestantse gemeente om de kapel te bouwen. De oproep van het rooms-katholieke episcopaat zegt, dat de gebeurtenissen te wijten zijn geweest aan „proselytisme, dat houvast probeert te krijgen in de ka tholieke bevolking zonder te letten op kos ten of methoden". Het rooms-katholieke secretariaat legt er voorts de nadruk op, dat desondanks „het gebruik van destructief geweld nooit kan worden gerechtvaardigd tegenover dit soort penetratiepogingen van sekten met geweldige finantiële hulpbx-onnen". De veehouders die tijdens de droogte periode door collega's met veevoer zijn geholpen, zullen over de waarde van dit voeder geen belasting hoeven te betalen. Deze in natura ontvangen goederen en diensten worden niet beschouwd als een door hen genoten bedrijfsvoordeel. De landbouwers echter, die in nood verke rende veehouders veevoeder hebben afge staan, zullen de waarde daarvan niet voor de belastingen mogen aftrekken. Zij kun nen deze giften in natura volgens de wet telijke bepalingen niet als bedrijfslast aan merken. Om der wille van de gevolgen kan de staatssecretaris van Financiën geen uitzondering maken door de belas tingambtenaren voor te schrijven, deze schenkingen niettemin als bedrijfslast voor de landbouwers aan te merken. Dit heeft de staatssecretaris van Finan ciën. de heer Van den Berge, meegedeeld in zijn antwoord op de desbetreffende schriftelijke vragen van het Tweede-Ka merlid de heer Kieft (A.R.). Voor wat betreft de kosten van het transport van het veevoer merkt de staats secretaris op, dat dit door militairen is verricht, zodat hier van belastingkwesties geen sprake is. DEN HAAG (AFP-ANP) Een thans in het Amerikaanse tijdschrift „Harper's" verschenen artikel van de particuliere de tective Murray Teigh Bloom heeft een mysterie van dertig jaar geleden, waar bij ook de Nederlandse helderziende Croi set werd betrokken, opgerakeld. Het gaat om het verdwijnen destijds van Joseph Force Crater, rechter van het hoogge rechtshof van de staat New York, die de avond van de zesde augustus 1930 in een café in Manhattan had doorgebracht, zijn vrienden had verlaten om een taxi te ne men en sedertdien nooit meer werd terug gezien. Volgens sommigen zou Crater be trokken zijn geweest bij onwettige gok spelen en zelf zijn verdwijning gearran geerd hebben. Anderen meenden, dat hij het slachtoffer van misdadigers was ge worden. De zaak raakte langzamerhand in het vergeetboek. Nu vertelt de genoemde detective Bloom in zijn artikel dat de Newyorkse politie reeds vijf jaar geleden nieuwe aanwijzin gen in handen kreeg. De slager Henry Krauss uit Bronx 'New York) had name lijk in januari 1954, enkele dagen voordat hij overleed, een politieman meegedeeld, dat rechter Crater ongetwijfeld begraven was in de tuin van een huis te Yonkers, in de omgeving van New York. Krauss en Crater hadden gemeenschappelijke poli tieke vrienden gehad. Bloom'was toen in 1954 naar Utrecht ge gaan om de helderziende Croiset te raad plegen. De heer Croiset (die dit het ANP desgevraagd bevestigde) legde zijn han den op een gesloten enveloppe met een foto van rechter Crater er in en wees daar na op een kaart de plaats aan, waar Cra ter volgens hem begraven was. Hij teken de zelfs het huis, waarbij de door Krauss bedoelde tuin behoorde. Later kreeg hij van Bloom uit Amerika foto's van dat huis toegestuurd en die klopten met zijn teke ning, aldus de heer Croiset. Verder hoor de hij echter niets ineer over de zaak. Volgens AFP zegt de Newyorkse poli tie niet over voldoende aanwijzigingen te beschikken, die de kosten van opgravin gen in de door Krauss en Croiset aange geven tuin te Yonkers zouden rechtvaar digen. De huidige eigenaars van het pand willen dergelijke naspeuringen wel toe staan maar verlangen daarvoor een rui me schadevergoeding. HAANSTRA's „REMBRANDT" WEER BEKROOND De film „Rembrandt" van Bert Haanstra is donderdag bekroond met de eremedaille van het internationale centrum voor onderwijs- en cultuurfilms. De film werd vertoond op de negende internationale „week van de toeristische en folkloris tische film", die van 22 tot 29 oktober in Brussel is gehouden. Advertentie (Van onze Amsterdamse redacteur) Het eerste bezoek aan Amsterdam van de in Londen wonende Pool M. Klausner zal deze man wel altijd in herinnering blijven. Met zijn van een Zweeds nummer bord voorziene auto reed hij de noordelij ke aanlegsteiger van de Valkenwegpont over het IJ op. Hij stopte voor het rode licht en had niet in de gaten, dat aan de naastgelegen steiger een pont lag ge meerd. Toen het wachten hem wat lang duurde, reed hij voorzichtig vooruit, uit kijkend naar links en rechts, maar niet naar voren, want dan had hij gezien dat hij niet voor een onbewaakte overweg stond, zoals hij dacht, maar voor het 150 meter brede IJ. Zijn vergissing zag hij pas in toen de auto in het water dook. De heer Klausner wist zich via een ach terportier te bevrijden alvorens de auto vol water begon te lopen en naar de tien meter lagei liggende IJbodem zonk. Pont- personeel heeft de Pool van een drenke- lingenpak voorzien, waarna de man in een hotel op zijn verhaal kon komen. Het bleek dat hij uit Hamburg was gekomen en de rit van daar naar Amsterdam vrijwel zon der onderbreking had gereden. Hij was oververmoeid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 19