Nboinbo de zwarte weldoener
NIEUW!
kh de Jong
w
Boeken
Spelen
Puzzels
Kinderpost enz.
In meeste zeemansgezinnen is pa
niet thuis als de Sint komt
Loendersloot
Een Sinterklaas-vertelling
DE TRIANG RAILWAY
fiïjTy
Rotsbreker zonk
Jicvtca Zaomets
Hoofdambtenaar
was tapijtendief
WOENSDAG 18 NOVEMBER 1959
13
Kantoorboekhandel
FEESTDAGEN OP ZEE
Triang
ISMCHrjBs sim*.
Bijna alle pakjes waren uitgepakt en
Jan Koelewater keek naar zijn nieuwver-
worven trofeeën: een paar bruine sokken,
een fonkelende das, een moderne sjaal
met kleurige strepen. Hij glimlachte en
zei: dank je wel, sinterklaas! meer om
dat het bij de situatie paste, dan uit wa
re dankbaarheid, want het waren weer
dezelfde saaie cadeautjes, daarbij inbegre
pen de sigarettenaansteker ter vervan
ging van het ding, dat hij laatst verloren
had. Maar de glimlach op zijn kaken was
hol, want er was nog geen bericht van de
politie, dat zijn gestolen auto was terug
gevonden en ook de langverwachte mede
deling van zijn chef, dat hij in een hogere
salarisklasse was ingedeeld, liet nog op
zich wachten. Truus van haar kant bab
belde als een -kind zo blij over dat aardi
ge schortje en die nieuwe tas. Wat weet
die Sint toch goed mijn maat en wat kent
hij mijn smaak, grapte ze opgewekt en
ze woog daarbij de halsketting van imita
tie bloedkoralen op haar hand: zie je, zo
heb ik ze als kind al willen hebben.. Ze
was gelukkig met dat poederdoosje en dat
grammofoonplaatje van Mary O'Hara.
Maar wat was het toch allemaal goedkoop
spul: nog geen nieuwe stofzuiger en geen
televisie; desnoods met alleen nog maai
de eerste termijn betaald..
„Eén grote verrassing is er nog," be
gon Truus met in haar ogen een lichte ver
borgen vreugde. Maar Jan zag het niet; hij
zei: „O ja!" en greep naar het laatste
pakje. „Voor Jan Koelewater!" las hij.
Dat zal wel van vader en moeder Koele
water zijn, dachten ze: proberen de vol
gende sinterklaas maar met zijn vieren te
houden; met zijn tweeën is het toch nooit
zo aardig. Onderwijl frutselden Jans vin
gers aan de touwtjes, die met tien, twin
tig knopen waren vastgemaakt. Het ene
papiertje na het andere dwarrelde op de
grond tot Jan ten slotte dit sinterklaasge
schenk in handen hield. „Moet je nou
zien!" proestte hij, „wat voor malligheid
is dat? Het is., een wichelroede! met een
gedicht erbij!"
Het gedicht had de gebruikelijke primi
tieve vorm en het eindigde met de woor
den: „Ga spoedig met dit ding op pad:
het wijst de weg je naar een schat. En
dat wat goeds je hiermee vindt, dat wenst
je toe de Goede Sint!"
„Kolder van een van mijn vrienden,"
vermoedde Jan, „dat noemen ze tegen
woordig een „practical joke". Flauw hè?"
„Wat heb je nou aan een wichelroede," 'zei
Truus schouderophalend, „maar nu komt
Marjr O'Hara!" Ze zette het plaatje op en
luisterde met overgave.
Jan keek met opgetrokken wenkbrau
wen naar de wichelroede en pakte het ding
om het bij de papieren, de touwtjes en de
lege dozen te smijten, maar hij trok zijn
hand terug alsof hij door een adder was
gebeten: het kronkelde onder zijn vingers
als een levende slang! Verbeelding, dacht
hij, maar dat was het niet, want de onbe
kende gever had de wichelroede toevallig
volgens de regels van de kunst gesneden:
uit het hout van een hazelaar in het be
gin van de maand december, tijdens een
maanlichte nacht op het moment, dat de
torenklok in de nabijheid de eerste slagen
liet horen van het middernachtelijk uur.
Nieuwsgierig geworden greep Jan Koelb-
water de wichelroede bij de hunne einden,
alleen maar bij wijze van proef, zo grin
nikte hij hij, maar toen werd hij gegrepen
door de geheimzinnigheid. De tak trilde in
zijn vingers alsof er leven in zat. Je had
van die mensen, die er succes mee had
den. Misschien was hij er een van..
„Het is een Iers wiegeliedje," begon zijn
vrouw weer, „de Sint had me geen beter
cadeau kunnen geven, want.Truus keek
om naar haar man, maar die was er niet
meer. Die liep met de wichelroede in de
tuin, over de knarsende kiezelpaden en
door het vochtige gras, tot achteraan on
der de druipende treurwilg. Daar sloeg
de wichelroede krachtig uit. Te gek om
los te lopen, dacht Jan, en hij begon op
nieuw: eerst voor in de tuin niets! Over
het grasperk niets! Onder de treurwilg.
Weer sloeg de wichelroede krachtig uit,
als bezield met eigen leven. Met de hak
van zijn schoen maakte hij een kruis in
de vastgetrapte aarde. Zo, en nu nog eens,
met dichte ogen, om zeker te zijn, dat het
geen suggestie is. En weer dat tintelende
gevoel in zijn armspieren. Weer sloeg de
roede uit. Precies op dezelfde plek. Er was
geen twijfel aan. Daar zat dus iets verbor
gen. Een waterader? Welnee, een schat!
Een kist met geld misschien, hier verbor
gen door bewoners die gevlucht zijn in de
eerste oorlogsdagen. Jan ging zitten op een
marmeren bank, die daar onder de treur
wilg stond en dacht diep na, de kin in de
handpalm. Een torenklok liet zijn slagen
horen. Nee, hij zou niet wachten: dit was
het uur. Het moest in deze nacht gebeu
ren. Hij waarschuwde Truus, die bezig
was het pakpapier glad te strijken en de
touwtjes op te rollen: „Ik ben zo terug,
schat, ik moet nog even wat doen!" Ze
vroeg nog, of dat niet kon wachten tot mor
gen, maar hij was al weg. Ze hoorde hem
morrelen bij de schuurdeur en trok haar
schouders op: zeker iets aan zijn geleende
motor. Tja, hij moest morgen weer vroeg
naar zijn werk.
Het was nu donker in de tuin, donker
vooral onder de treurwilg. De maan was
weggekropen achter de wolken. Jan Koe
lewater haalde dus uit de schuur niet
slechts een schop, maar ook een lantaarn;
hij hing die aan een wilgentak en begon
te graven op de plek, die hij gemerkt had.
De kuil was ongeveer twee spit diep, toen
hij stootte op iets hards. Daar had je het
dus! De schop schraapte er overheen met
een knorrend geluid. Voorzichtig groef hij
door. De kluiten in de kuil lieten smak
kend en zuchtend met bijna menselijke
geluiden los. De lantaarn wierp in het gat
een onzeker licht. Vagelijk waren kop en
schouders te onderscheiden van wat Jan
veronderstelde een zwart beeldje te zijn.
Jan wrikte het heen en weer en daarbij
kwam het zo te liggen, dat het licht van
de lamp op het zwarte gelaat viel; het
keek hem aan met zo'n duivelse grijns,
dat hij het los liet en verschrikt achteruit
sprong.
Zo iets geks heb ik nog nooit meege
maakt, dacht Jan, maar opgeven? nooit.!
Hij nam een lap en poetste de modder
weg van de kromme neus, uit de spottend
lachende ogen en uit de halgeopende
mond. Toen hij met zijn vinger de mod
der wegwerkte van tussen de stenen ka
ken, leek het hem of de kaakspieren zich
plotseling spanden en of de tanden zich
krachtig om zijn vinger sloten. „Au!" zei
hij en terwijl hij zijn pijnlijke vinger
wreef, kwam het hem voor, dat de schou
ders van het beeldje trilden in een stille
geluidloze lach. Even kalmeren, zei hij,
en hij stak een sigaret op met zijn nieuwe
sigarettenaansteker en hij bukte zich om
met het vlammetje zijn werk eens nader
te belichten. Toen hij het voor het stenen
gezicht hield, hoorde hij een geluid alsof
geen twijfel mogelijk: het stenen beeld
vertoonde tekenen van leven...
„Dat wordt mij te gek!" zei Jan, die
zich voor een nuchter man hield, „Zwarte
Piet, of wie je ook mag zijn, ik stop je
weer netjes onder de aarde en morgen kij
ken we verder!" Maar uit de kuil sloeg
een zo erbarmelijke schreeuw op, dat Jan
Koelewater de schrik om het hart sloeg.
Maar toen ging de jammerklacht over in
een bulderend gelach en beschaamd bleef
iemand niesde en het vlammetje doofde.
Hij probeerde het nog eens en nog eens,
telkens met hetzelfde resultaat. Er was
Jan op enige afstand staan. „Wie of wat
je ook bent?" riep hij, „hou asjeblieft on
middellijk op met dat gebruil!"
„Help me er uit!" klonk een stem uit de
kuil, „ik heb twintig jaar in de grond ge
zeten en verlang naar wat frisse lucht!"
„Als je kunt praten, kun je ook wel je
zelf helpen", zei Jan.
„Niet als ik op mijn rug lig; leg me op
mijn andere kant en draai je dan om!"
„Waarom dat?"
„Vraag niet zoveel: Ik kan niets zolang
iemand kritisch naar me kijkt".
Jan deed wat hem bevolen was en wendde
zich om. Hij hoorde het gekraak van ste
nen gewrichten en het zuchten van de zui
gende modder.
„Daar ben ik dan", zei de stem achter
hem, „draai je nu maar om!" Hij draai
de zich om en zag een zwarte figuur met
lange afhangende armen en korte benen.
„Zwarte Piet", zei hij huiverend, „ik
weet niet of je komt als vriend of als
vijand, maar zodra je kwaad gaat doen,
ga je de kuil weer in!"
„Ik ben Nbombo van Afrika", zei het
beeld, „de zwartjes noemen mij de Grote
Weldoener. Ik ben om zo te zeggen het
prototype van alle Zwarte Pieten in de
wereld".
„Met een zak vol geschenken zeker?"
spotte Jan.
„Met een zak vol geschenken. Mits je
doet wat ik van je verlang".
„En dat is?"
„Dat je me op het voetstuk zet, waarop
ik thuishoor. Professor Witkop had niet
het recht me weg te stoppen in die kuil.
Ik heb al zijn wensen vervuld... alle op
één na.
„Wat dan niet?"
„1-Iij zei: maak me geleerd! en ik leerde
hem alle 200 negertalen. Hij zei: Maak
me rijk! en hij werd rijk. Geef me een
vrouw! en hij kreeg een vfouw. Geef me
rust! en ze liep bij hem weg. Hij zei: laat
me sterven! Maar dat kan Nbombo niet:
de Grote Geest is sterker dan hij!".
„Ik zet je op dat voetstuk, Nbombo, op,
die marmeren bank!"
„En dan een bad, voordat we verder
praten! Zet er de tuinslang op!"
Even later stond Nbombo op het mar
meren voetstuk, netjes schoongespoeld en
glimmend in zijn huid van zwarte gepo
lijste steen. Jan Koelewater zat naast hem
op basis van gelijkheid en rolde een nieu
we sigaret.
„Goed Nbombo", zei hij zakelijk, „ik
geef je zoveel frisse lucht als je maar ver
langt. Maar ik ben hier de baas en ik stel
mijn voorwaarden. Die negertalen laten
mij koud en een vrouw heb ik al. Als ik
thuis ben, mag ze best een beetje.eh..
een beetje onrustig zijn. Want ik ben niet
vaak thuis. Ik ben verkoop-man bij een
machinefabriek. En nu is mijn auto laatst
gestolen. Zou Nbombo, de Grote Weldoe
ner, me die kunnen terugbezorgen? Zo om
te bewijzen, dat een afspraak met hem
wat waard is?"
Nbombo klakte met zijn stenen tong:
„Je zult niet lang hoeven te wachten
de wielen van het lot zijn al in beweging".
„Mooi zo, en dan nog een voorwaarde",
zei Jan, „ik wil niet, dat mijn vrouw van
je schrikt, zoals ik dat gedaan heb. Fris
se lucht? Goed, zoveel je wilt, maar geen
beweging meer, geen genies, geen gelach
en geen gepraat. Begrepen?"
„Ja", zei Nbombo, „ik vind het een re
delijke eis. Die afspraak had ik ook met
professor Witkop. Iedere wens vervul ik:
een onuitgesproken wens is al voldoen
de!"
Op dat ogenblik klonk de stem van
Truus. Ze riep: „Jan, Jan... waar zit je...
telefoontje van het hoofdbureau: ze heb
ben je wagen weergevonden!"
Jan Koelewater knikte goedkeurend:
„Goed werk, ouwe jongen! Ik geloof, dat
wij het uitstekend met elkaar zullen vin
den!" Toen ging hij naar binnen.
Die avond had Jan weinig wensen
meer, hetgeen niet te verbazen is na al
het graafwerk, dat hij verricht had. Maar
de volgende dag begon het al vroeg. Hij
wilde graag eens heerlijk uitslapen en
sliep dan ook prompt door de wekker heen
net als zijn vrouw. Hij kwam te laat voor
de vastgestelde conferentie, waar hij zo
weinig zin in had, maar het hinderde niet
want een stille wens was in vervulling
gegaan: de directeuren hadden zijn gun
stige cijfers ontdekt en ontvingen hem met
een salarisverhoging en een vererende op
dracht. De moeilijkheden begonnen, toen
hij 's avonds uit zijn auto stapte en flui
tend door het
tuinhekje naar
binnen kwam. Bij
de deur bedacht
hij, dat hij ver
geten had bloe
men mee te nemen
voor zijn vrouw.
Ik wou, dat ik
een arm vol rozen
had, dacht hij en
toen Truus hem
open deed, keek
ze verbijsterd naar
de bloemenweel
de: dertig, veertig
gloeiend rode ro
zen. „Asjeblieft!"
zei hij eenvoudig.
„Wat een prach
tige rozen! Maar
waar haal je die
vandaan? Ik zag
je zónder langs
het tuinpad lo
pen„Een be
kende goocheltruc,
kindje: ik schud
ze zo maar uit
mijn mouw!" Er
ger werd het, toen
ze het eten op
diende. Ik hoop,
dat het vandaag geen andijvie is,
dacht Jan. Het was wel andijvie, maar
Nbombo maakte er asperges van, in de
tijd dat Truus de jus ging halen.
„Dat is nog eens een etentje", zei Jan
goedkeurend, maar Truus schudde be
duusd het hoofd: „Ik... ik begrijp het
niet", stotterde ze, „ik meende toch.ik
dacht, dat ik andijvie had gekookt..."
Snel wenste Jan, dat ze die andijvie maar
zou vergeten. En dat kalmeerde haar.
Later op de avond kwamen er gasten:
meneer en mevrouw Veldboer. Zij kwa
men pronken met de dure bontmantel, die
mevrouw van Sinterklaas gekregen had.
Jan deed een stille wens en we^s toen op
zijn vrouw, die met een bleek en zorgelijk
gezicht voor de spiegel stond in een nerts,
die haar kleedde als een koninginnetje.
„En hoe vind je die van Truus?" vroeg
hij onschuldig. Mevrouw Veldboer betast
te de mantel wantrouwend en vroeg of hij
wel echt was en meneer vroeg ongema
nierd: waarvan kun jij dat betalen?
Toen deed Jan een onvoorzichtige wens:
hij mompelde binnensmonds „Vlieg op!"
en was even later blij, dat Nbombo deze
wens niet letterlijk had opgévat. Het hielp
niet of Jan na het haastige vertrek van
de gasten, de vragen van zijn vrouw al met
een schouderophalen beantwoordde: elke
dag opnieuw vroeg ze: „Ik begrijp er niets
van. Gaan je zaken zó goed?"
Met allerlei kleinigheden had Jan zo
veel succes, dat hij overmoedig begon te
worden en ten slotte half-gekscherend zei:
Wat wil je? Ik heb er altijd naar verlangd
om honderdduizend gulden op mijn bank
te hebben. En bel ze nu eens op om te
vragen, wat het saldo is?" Nbombo deed
zijn werk sekuur: Er stond honderddui
zend gulden op Jans rekening, geen cent
meer en geen cent minder. „Hoe kom je
eraan? vroeg Truus, „ik wil nu eindelijk
weten wat er aan de hand is. Het is niet
in de haak en je verbergt wat voor me..
„Goed, schat", zei Jan in arren moe
de, „trek je overschoenen dan maar aan
en ga mee naar achter in de tuin!"
„Ik heb geen overschoenen", protesteer
de ze „en wat moet ik achter in die mod
derige tuin?"
„Wacht, ik haal ze voor je", zei Jan en
hij kwam terug met een paar, dat ze
nog nooit gezien had. Ze beet zich op de
lip en ging gedwee mee. „Zie je", bereid
de hij haar voor, „die wichelroede, hè, op
Sinterklaas... ik heb wat gevonden met
dat ding.Nbombo, de Grote Weldoener.
en sedertdien heb ik Sinterklaas in per
manentie: elke wens wordt onmiddellijk
vervuld. Kijk, daar staat-ie!"
Truus slaakte een gil bij het zien van
het grijnzend afgodsbeeldje onder de
treurwilg, maar toen barstte zij in snik
ken uit: „Je houdt me voor de gek... je
hebt wat verkeerds gedaan... je probeert
me om de tuin te leiden met een baker
sprookje... o, mijn hoofd. Mijn arme
hoofd!"
Van toen af werd Jan Koelewater wat
voorzichtiger. Hij begreep, dat de verras
singen, waarvoor ze elke dag stond, haar
zenuwen op een zware proef stelden. Een
paar dagen wenste hij alleen maar kleine
dingen, zoals een nieuwe koelkast en een
televisieapparaat en jonge doppertjes,
hoewel het hartje winter was.
Maar op een regenachtige dag midden
december zag hij haar bleke gezicht en
haar ingevallen wangen. Hij schudde het
hoofd en keek mistroostig naar de natte
druilerige tuin. Ze moest eigenlijk, be
dacht hij zorgelijk, ze moest eigenlijk eens
een weekje kunnen doorbrengen aan de
Rivièra, goed gekleed en zorgeloos, zo met
een heleboel geld op zak
Het was maar een voorbijflitsende ge
dachte, maar Nbombo vervulde haar on
middellijk. Toen Jan zich omwendde, was
zijn vrouw verdwenen en met haar een
koffer met reisgoed. En het kwam geen
ogenblik bij hem op, dat dit zijn eigen
wens was, integendeel, hij maakte zich
ernstige zorgen. Hij dacht dat ze bij hem
was weggelopen, zoals de vrouw van pro
fessor Witkop. De eenzame dagen maak
ten hem diep ongelukkig en op een avond
liep hij naar Nbombo achter in de tuin. De
maan scheen weer door de hangende tak
ken .van de treurwilg en glinsterde op de
versgevallen sneeuw.
„Dit is niet eerlijk, Nbombo," begon hij,
„nu ik je nodig heb antwoord je niet
Dit is geen leven: acht dagen lang heb ik
niets van Truus gehoord! Ik kan beter
dood zijn.... metéén!"
Maar Nbombo antwoordde niet.
„Ben je uitgewerkt? Weiger je de
dienst? Spreek op! Jan had het beeld
bij de schouders gegrepen en schudde het
heftig heen en weer. „Au, au!" zei het,
„wees niet zo hardhandig! Over vijf minu
ten is ze bij je terug: Je hebt haar zelf
naar de Rivièra gewenst!"
De sneeuw op het tuinpad kraakte onder
lichte verende stappen. Jan wendde zich
om en herkende zijn vrouw. „Wel heb ik
van mijn leven," zei hij.
„Jan Jan, wat heb je me een fijne va
kantie bezorgd. Ik ben weer helemaal be
ter. Ik herinner me nu alles weer normaal.
Ik heb het je niet durven zeggen, Jan maar
er was wat men mijn geheugen. En ik
droomde van dat nare beeld daar achter
je. Dat moet je weg doen, Jan!" „Vooruit
kerel!" zei Nbombo, „neem haar in je
armen!" Hij gaf Jan een stevige duw in
de rug".
Jan greep zich aan zijn vrouw vast om
niet te vallen en zei: „dat advies heb ik
niet nodigzeg nou maar nietsdat
is tegen de afspraak Hij kuste Truus innig.
„Iets wou ik toch nog zeggen," zei
Truus, „ik had het met Sinterklaas al wil
len doen, maar je was al maar zo onbe
reikbaar." Ze fluisterde hem een heuge
lijk nieuwtje in het oor, dat ons geen van
allen aangaat.
Maar Nbombo is
de volgende dag
weer diep in de
aarde begraven,
in de eerste plaats
omdat de Grote
Weldoener zich
niet aan de af
spraak had ge
houden en in de
tweede en voor
naamste plaats,
omdat Truus dat
zo wenste. Want
vanaf de dag dat
zij terugkwam,
waren het haar
wensen, die alle
op staande voet
werden vervuld.
Advertentie
Wij hebben ingericht een speciale afdeling voor
het kind.
KENNEMERLAAN 59
TELEFOON 5326
DE ZEEMAN wiens schip met Sint
Nicolaas in de thuishaven ligt, boft. Al
weken tevoren gaan moeder en kinderen
thuis aan het rekenen, waarbij ze vurig
hopen op een uitkomst volgens welke papa
op 5 december „juist binnen" zal zijn.
Maar de meeste zeelui zijn op alle feest
dagen op zee. Het kan meestal ook niet
anders. Natuurlijk gaat er niets boven
Sint Nicolaas, Kerst, Oud- en Nieuwjaar
in eigen familiekring vieren en het is al
tijd wel een grote teleurstelling als het zo
niet uitkomt. Daarom proberen de rede
rijen het gemis van deze vreugde voor de
opvarenden van hun schepen zoveel mo
gelijk te compenseren door een extraatje
aan boord. Vooral op onze passagiers
schepen wordt op bovengenoemde feest
dagen heel veel werk gemaakt om het
passagiers en bemanningen zoveel mo
gelijk naar de zin te maken. Men kan er
van op aan. dat de schepen die in deze tijd
van het jaar via de IJmuidense sluizen of
de Nieuwe Waterweg zee kiezen en die
een lange reis voor de boeg hebben al
vorens ze de vuurtorens van IJmuiden of
Hoek van Holland weer in zicht krijgen,
zo het een en ander aan extra lekkers en
surprises voor jong en oud aan boord
hebben. Vergen de voorbereidingen voor
elke grote reis van elk groot schip heel
wat tijd, in deze weken geldt dit dubbel.
In de tijd dat elke week beurtelings uit
Amsterdam en Rotterdam een groot pas
sagiersschip de lange reis naar Tandjong
Priok op het eiland Java aanving, waren
november en december wel de gulden
periode voor de scheepsleveranciers van
de Stoomvaartmaatschappij Nederland en
de Rotterdamsche Lloyd. Tienduizenden
Nederlanders zullen zich zo'n Sint Nico-
laasfeest en/of zo'n Kerst- en Oud- en
Nieuwjaarsviering aan boord van een
Lloyd- of Nederland-schip nog wel her
inneren. Het was altijd af: genoemde rede
rijen waren niet kinderachtig met het uit
delen van natjes en droogjes en fraaie
cadeaus. De hofmeesters en allen die op
de wal en aan boord er iets mee te maken
hadden legden hun ziel in het enorme
extra werk dat de viering van die feest
dagen altijd weer met zich meebracht.
Vele passagiers hadden en hebben het ook
daarna nooit plezieriger gehad.
Ruim vijfentwinti? jaar geleden, onmid
dellijk nadat het motorpassagiersschip
„Indrapoera" van de Rotterdamsche Lloyd
Advertentie
De aanschaf van een electr.
treinstel behoeft geen
honderd gulden te kosten.
Wij brengen reeds een complete
treinset voor 28.50.
in 12 volts uitvoering is het
ideaal voor Vader en Zoon.
Alle onderdelen als loco's, wagons,
rails, wissels, kruisstukken enz. zijn
voorradig.
12 volts transformatoren met
omschakeling en regelaar 15.75
KOMT DIT ZIEN BIJ DE DEALER
]IKH
De sleepboot „Cycloop" van bureau
Wijsmuller te IJmuiden heeft op 12 no
vember ter hoogte van Lissabon een deel
van haar sleep, een rotsbreker, verspeeld.
Het vaartuig sloeg lek en zonk. De run
ners konden er tijdig worden afgehaald.
De „Cycloop" was op weg van West-
Afrika via Teneriffe naar Brest en Ant
werpen en sleepte de rotsbreker „Cy-
clope", de sleepboot „Helene" en een bak.
Ter hoogte van Lissabon raakte de sleep
in zeer slecht weer. Er stond een strom-
achtige noordwestenwind met kracht 7.
Op de ruwe zee sloeg de rotsbreker lek
en kwam steeds dieper te liggen. Daar het
niet mogelijk was het binnenstromende
water weg te pompen, gaf de kapitein
van de sleepboot, de runners onder de sleep
te verlaten. Zij werden aan boord van de
„Cycloop" genomen.
De scheepvaart voor de Portugese kust
is gewaarschuwd, dat het wrak van de
rotsbreker wellicht ondersteboven rond
drijft.
zijn passagiers uit Indië keurig afgeleverd
had aan de honderden wachtende familie
leden op de Rotterdamse Lloydkade, ving
de huishoudelijke dienst aan boord aan
met het opnieuw klaarmaken van het
drijvend luxe-hotel voor de volgende reis.
Ogenschijnlijk was het een warboel van
jewelste, maar na enkele uren begon de
reusachtige schoonmaak van hutten, eet
zalen, salons, bars etc. vorm te krijgen en
menig huisvrouw zou moeten erkennen dat
zij het bepaald niet efficiënter zou kun
nen. Het was nog maar het begin. Na de
schoonmaak zou, aan de lopende band,
de herinrichting volgen. En daaima zouden
de extra verrassingen worden ingeladen.
Maar zover kwam het (althans voor
lopig) nietToen op 1 december kapi
tein J. Lap op de Lloydkade arriveerde
hij was na aankomst van het schip naar
zijn villa te Wassenaar gegaan sprongen
de tranen hem in de ogen: brand had de
rooksalon eerste klasse, de conversatie-
zaal op dek B, de verblijven op het
sloependek en het promenadedek ver
woest.
Hoe die brand was ontstaan?
De Raad voor de Scheepvaart te Am
sterdam, die een diepgaand onderzoek in
stelde, kwam tot de conclusie dat de brand
ontstaan moest zijn in de rooksalon, waar
honderden kapokmatrassen uit de hutten
waren opgestapeld. De hofmeesters ver
zekerden, dat onder het werk niet was ge
rookt, noch door de kwieke Javaanse be
dienden, noch door het Europese personeel.
De wachtsman Arie van Reen had vijf mi
nuten tevoren op zijn ronde nog alles in
orde bevonden. Een en ander deed sterk
aan brandstichting denken, aldus de Raad
voor de Scheepvaart, onder voorzitterschap
van prof. mr. B. M. Taverne. Maar te be
wijzen was het niet De ware oorzaak
van de brand aan boord van het m.s. „In
drapoera" (10.745.87 br. reg. ton) is een
mysterie gebleven.
Het schip heeft na de herstellingen nog
heel lang op Nederlands-Indië gevaren.
Het heeft na de brand nog tienduizenden
passagiers een onvergetelijk Sint Nicolaas-
feest bezorgd, alvorens het in de tweede
wereldoorlog, in dienst van de geallieer
den. nabij Kreta strijdend ten onder ging.
Advertentie
VERWULFT - TEL. 11605
UW SPEELGOEDZAAK
In Zwolle is aangehouden een 45-jarige
technisch hoofdambtenaar bij de elektri
citeitsmaatschappij IJselcentrale te Zwol
le. Hij bleek de dader te zijn van de ta
pijtendiefstallen, die de laatste tijd op de
Noord-Veluwe zijn gepleegd. Ook in Naar-
den zou hij tapijten hebben gestolen. Hij
was pas dit jaar in dienst bij de IJselcen
trale gekomen.
Hij woonde in Zwolle in een pension,
's Avonds fietste hij de Veluwe op en ging
in een bosje, niet al te ver van de villa
waar hij zijn slag dacht te slaan in zijn
slaapzak slapen, 's Nachts ging hij dan
met zijn fiets aan de hand naar zijn doel,
verschafte zich toegang rolde zoveel tapij
ten op als hij kon dragen en verdween
met zijn last in de duisternis. De buit
verstopte hij in de Veluwse bossen. Ver
volgens reed hij naar huis. Enkele dagen
later huurde hij een auto om de tapijten
op te halen, die hij daarna verkocht in
verschillende plaatsen. De politie heeft
reeds tapijten in beslag genomen in Gro
ningen, Leeuwarden en Zutphen. Bij een
huiszoeking in het pension vond de politie
slaapzak, gymnastiekschoenen, afge
schermde lantaarns, beitels en schi-oeven-
draaiers.
De man heeft zich niet ontzien, onlangs in
te breken in een villa waar een overlede
ne stond opgebaard. Hij zette bloemen en
meubelen opzij en nam enige kostbare
Perzische tapijten mee.
Hij had een goede positie, maar stond er
financieel niet zo gunstig voor, omdat hij
vrij hoge bedragen moest uitkeren aan
zijn vrouw van wie hij gescheiden was.
Hij heeft volledig bekend.
Advertentie
Dinky Toys Meccanodozen
Marklin - Trix
Matchbox
Lange Nieuwstr. 433-435 - IJmuiden