Nboinbo de zwarte weldoener NIEUW! kh de Jong w Boeken Spelen Puzzels Kinderpost enz. In meeste zeemansgezinnen is pa niet thuis als de Sint komt Loendersloot Een Sinterklaas-vertelling DE TRIANG RAILWAY fiïjTy Rotsbreker zonk Jicvtca Zaomets Hoofdambtenaar was tapijtendief WOENSDAG 18 NOVEMBER 1959 13 Kantoorboekhandel FEESTDAGEN OP ZEE Triang ISMCHrjBs sim*. Bijna alle pakjes waren uitgepakt en Jan Koelewater keek naar zijn nieuwver- worven trofeeën: een paar bruine sokken, een fonkelende das, een moderne sjaal met kleurige strepen. Hij glimlachte en zei: dank je wel, sinterklaas! meer om dat het bij de situatie paste, dan uit wa re dankbaarheid, want het waren weer dezelfde saaie cadeautjes, daarbij inbegre pen de sigarettenaansteker ter vervan ging van het ding, dat hij laatst verloren had. Maar de glimlach op zijn kaken was hol, want er was nog geen bericht van de politie, dat zijn gestolen auto was terug gevonden en ook de langverwachte mede deling van zijn chef, dat hij in een hogere salarisklasse was ingedeeld, liet nog op zich wachten. Truus van haar kant bab belde als een -kind zo blij over dat aardi ge schortje en die nieuwe tas. Wat weet die Sint toch goed mijn maat en wat kent hij mijn smaak, grapte ze opgewekt en ze woog daarbij de halsketting van imita tie bloedkoralen op haar hand: zie je, zo heb ik ze als kind al willen hebben.. Ze was gelukkig met dat poederdoosje en dat grammofoonplaatje van Mary O'Hara. Maar wat was het toch allemaal goedkoop spul: nog geen nieuwe stofzuiger en geen televisie; desnoods met alleen nog maai de eerste termijn betaald.. „Eén grote verrassing is er nog," be gon Truus met in haar ogen een lichte ver borgen vreugde. Maar Jan zag het niet; hij zei: „O ja!" en greep naar het laatste pakje. „Voor Jan Koelewater!" las hij. Dat zal wel van vader en moeder Koele water zijn, dachten ze: proberen de vol gende sinterklaas maar met zijn vieren te houden; met zijn tweeën is het toch nooit zo aardig. Onderwijl frutselden Jans vin gers aan de touwtjes, die met tien, twin tig knopen waren vastgemaakt. Het ene papiertje na het andere dwarrelde op de grond tot Jan ten slotte dit sinterklaasge schenk in handen hield. „Moet je nou zien!" proestte hij, „wat voor malligheid is dat? Het is., een wichelroede! met een gedicht erbij!" Het gedicht had de gebruikelijke primi tieve vorm en het eindigde met de woor den: „Ga spoedig met dit ding op pad: het wijst de weg je naar een schat. En dat wat goeds je hiermee vindt, dat wenst je toe de Goede Sint!" „Kolder van een van mijn vrienden," vermoedde Jan, „dat noemen ze tegen woordig een „practical joke". Flauw hè?" „Wat heb je nou aan een wichelroede," 'zei Truus schouderophalend, „maar nu komt Marjr O'Hara!" Ze zette het plaatje op en luisterde met overgave. Jan keek met opgetrokken wenkbrau wen naar de wichelroede en pakte het ding om het bij de papieren, de touwtjes en de lege dozen te smijten, maar hij trok zijn hand terug alsof hij door een adder was gebeten: het kronkelde onder zijn vingers als een levende slang! Verbeelding, dacht hij, maar dat was het niet, want de onbe kende gever had de wichelroede toevallig volgens de regels van de kunst gesneden: uit het hout van een hazelaar in het be gin van de maand december, tijdens een maanlichte nacht op het moment, dat de torenklok in de nabijheid de eerste slagen liet horen van het middernachtelijk uur. Nieuwsgierig geworden greep Jan Koelb- water de wichelroede bij de hunne einden, alleen maar bij wijze van proef, zo grin nikte hij hij, maar toen werd hij gegrepen door de geheimzinnigheid. De tak trilde in zijn vingers alsof er leven in zat. Je had van die mensen, die er succes mee had den. Misschien was hij er een van.. „Het is een Iers wiegeliedje," begon zijn vrouw weer, „de Sint had me geen beter cadeau kunnen geven, want.Truus keek om naar haar man, maar die was er niet meer. Die liep met de wichelroede in de tuin, over de knarsende kiezelpaden en door het vochtige gras, tot achteraan on der de druipende treurwilg. Daar sloeg de wichelroede krachtig uit. Te gek om los te lopen, dacht Jan, en hij begon op nieuw: eerst voor in de tuin niets! Over het grasperk niets! Onder de treurwilg. Weer sloeg de wichelroede krachtig uit, als bezield met eigen leven. Met de hak van zijn schoen maakte hij een kruis in de vastgetrapte aarde. Zo, en nu nog eens, met dichte ogen, om zeker te zijn, dat het geen suggestie is. En weer dat tintelende gevoel in zijn armspieren. Weer sloeg de roede uit. Precies op dezelfde plek. Er was geen twijfel aan. Daar zat dus iets verbor gen. Een waterader? Welnee, een schat! Een kist met geld misschien, hier verbor gen door bewoners die gevlucht zijn in de eerste oorlogsdagen. Jan ging zitten op een marmeren bank, die daar onder de treur wilg stond en dacht diep na, de kin in de handpalm. Een torenklok liet zijn slagen horen. Nee, hij zou niet wachten: dit was het uur. Het moest in deze nacht gebeu ren. Hij waarschuwde Truus, die bezig was het pakpapier glad te strijken en de touwtjes op te rollen: „Ik ben zo terug, schat, ik moet nog even wat doen!" Ze vroeg nog, of dat niet kon wachten tot mor gen, maar hij was al weg. Ze hoorde hem morrelen bij de schuurdeur en trok haar schouders op: zeker iets aan zijn geleende motor. Tja, hij moest morgen weer vroeg naar zijn werk. Het was nu donker in de tuin, donker vooral onder de treurwilg. De maan was weggekropen achter de wolken. Jan Koe lewater haalde dus uit de schuur niet slechts een schop, maar ook een lantaarn; hij hing die aan een wilgentak en begon te graven op de plek, die hij gemerkt had. De kuil was ongeveer twee spit diep, toen hij stootte op iets hards. Daar had je het dus! De schop schraapte er overheen met een knorrend geluid. Voorzichtig groef hij door. De kluiten in de kuil lieten smak kend en zuchtend met bijna menselijke geluiden los. De lantaarn wierp in het gat een onzeker licht. Vagelijk waren kop en schouders te onderscheiden van wat Jan veronderstelde een zwart beeldje te zijn. Jan wrikte het heen en weer en daarbij kwam het zo te liggen, dat het licht van de lamp op het zwarte gelaat viel; het keek hem aan met zo'n duivelse grijns, dat hij het los liet en verschrikt achteruit sprong. Zo iets geks heb ik nog nooit meege maakt, dacht Jan, maar opgeven? nooit.! Hij nam een lap en poetste de modder weg van de kromme neus, uit de spottend lachende ogen en uit de halgeopende mond. Toen hij met zijn vinger de mod der wegwerkte van tussen de stenen ka ken, leek het hem of de kaakspieren zich plotseling spanden en of de tanden zich krachtig om zijn vinger sloten. „Au!" zei hij en terwijl hij zijn pijnlijke vinger wreef, kwam het hem voor, dat de schou ders van het beeldje trilden in een stille geluidloze lach. Even kalmeren, zei hij, en hij stak een sigaret op met zijn nieuwe sigarettenaansteker en hij bukte zich om met het vlammetje zijn werk eens nader te belichten. Toen hij het voor het stenen gezicht hield, hoorde hij een geluid alsof geen twijfel mogelijk: het stenen beeld vertoonde tekenen van leven... „Dat wordt mij te gek!" zei Jan, die zich voor een nuchter man hield, „Zwarte Piet, of wie je ook mag zijn, ik stop je weer netjes onder de aarde en morgen kij ken we verder!" Maar uit de kuil sloeg een zo erbarmelijke schreeuw op, dat Jan Koelewater de schrik om het hart sloeg. Maar toen ging de jammerklacht over in een bulderend gelach en beschaamd bleef iemand niesde en het vlammetje doofde. Hij probeerde het nog eens en nog eens, telkens met hetzelfde resultaat. Er was Jan op enige afstand staan. „Wie of wat je ook bent?" riep hij, „hou asjeblieft on middellijk op met dat gebruil!" „Help me er uit!" klonk een stem uit de kuil, „ik heb twintig jaar in de grond ge zeten en verlang naar wat frisse lucht!" „Als je kunt praten, kun je ook wel je zelf helpen", zei Jan. „Niet als ik op mijn rug lig; leg me op mijn andere kant en draai je dan om!" „Waarom dat?" „Vraag niet zoveel: Ik kan niets zolang iemand kritisch naar me kijkt". Jan deed wat hem bevolen was en wendde zich om. Hij hoorde het gekraak van ste nen gewrichten en het zuchten van de zui gende modder. „Daar ben ik dan", zei de stem achter hem, „draai je nu maar om!" Hij draai de zich om en zag een zwarte figuur met lange afhangende armen en korte benen. „Zwarte Piet", zei hij huiverend, „ik weet niet of je komt als vriend of als vijand, maar zodra je kwaad gaat doen, ga je de kuil weer in!" „Ik ben Nbombo van Afrika", zei het beeld, „de zwartjes noemen mij de Grote Weldoener. Ik ben om zo te zeggen het prototype van alle Zwarte Pieten in de wereld". „Met een zak vol geschenken zeker?" spotte Jan. „Met een zak vol geschenken. Mits je doet wat ik van je verlang". „En dat is?" „Dat je me op het voetstuk zet, waarop ik thuishoor. Professor Witkop had niet het recht me weg te stoppen in die kuil. Ik heb al zijn wensen vervuld... alle op één na. „Wat dan niet?" „1-Iij zei: maak me geleerd! en ik leerde hem alle 200 negertalen. Hij zei: Maak me rijk! en hij werd rijk. Geef me een vrouw! en hij kreeg een vfouw. Geef me rust! en ze liep bij hem weg. Hij zei: laat me sterven! Maar dat kan Nbombo niet: de Grote Geest is sterker dan hij!". „Ik zet je op dat voetstuk, Nbombo, op, die marmeren bank!" „En dan een bad, voordat we verder praten! Zet er de tuinslang op!" Even later stond Nbombo op het mar meren voetstuk, netjes schoongespoeld en glimmend in zijn huid van zwarte gepo lijste steen. Jan Koelewater zat naast hem op basis van gelijkheid en rolde een nieu we sigaret. „Goed Nbombo", zei hij zakelijk, „ik geef je zoveel frisse lucht als je maar ver langt. Maar ik ben hier de baas en ik stel mijn voorwaarden. Die negertalen laten mij koud en een vrouw heb ik al. Als ik thuis ben, mag ze best een beetje.eh.. een beetje onrustig zijn. Want ik ben niet vaak thuis. Ik ben verkoop-man bij een machinefabriek. En nu is mijn auto laatst gestolen. Zou Nbombo, de Grote Weldoe ner, me die kunnen terugbezorgen? Zo om te bewijzen, dat een afspraak met hem wat waard is?" Nbombo klakte met zijn stenen tong: „Je zult niet lang hoeven te wachten de wielen van het lot zijn al in beweging". „Mooi zo, en dan nog een voorwaarde", zei Jan, „ik wil niet, dat mijn vrouw van je schrikt, zoals ik dat gedaan heb. Fris se lucht? Goed, zoveel je wilt, maar geen beweging meer, geen genies, geen gelach en geen gepraat. Begrepen?" „Ja", zei Nbombo, „ik vind het een re delijke eis. Die afspraak had ik ook met professor Witkop. Iedere wens vervul ik: een onuitgesproken wens is al voldoen de!" Op dat ogenblik klonk de stem van Truus. Ze riep: „Jan, Jan... waar zit je... telefoontje van het hoofdbureau: ze heb ben je wagen weergevonden!" Jan Koelewater knikte goedkeurend: „Goed werk, ouwe jongen! Ik geloof, dat wij het uitstekend met elkaar zullen vin den!" Toen ging hij naar binnen. Die avond had Jan weinig wensen meer, hetgeen niet te verbazen is na al het graafwerk, dat hij verricht had. Maar de volgende dag begon het al vroeg. Hij wilde graag eens heerlijk uitslapen en sliep dan ook prompt door de wekker heen net als zijn vrouw. Hij kwam te laat voor de vastgestelde conferentie, waar hij zo weinig zin in had, maar het hinderde niet want een stille wens was in vervulling gegaan: de directeuren hadden zijn gun stige cijfers ontdekt en ontvingen hem met een salarisverhoging en een vererende op dracht. De moeilijkheden begonnen, toen hij 's avonds uit zijn auto stapte en flui tend door het tuinhekje naar binnen kwam. Bij de deur bedacht hij, dat hij ver geten had bloe men mee te nemen voor zijn vrouw. Ik wou, dat ik een arm vol rozen had, dacht hij en toen Truus hem open deed, keek ze verbijsterd naar de bloemenweel de: dertig, veertig gloeiend rode ro zen. „Asjeblieft!" zei hij eenvoudig. „Wat een prach tige rozen! Maar waar haal je die vandaan? Ik zag je zónder langs het tuinpad lo pen„Een be kende goocheltruc, kindje: ik schud ze zo maar uit mijn mouw!" Er ger werd het, toen ze het eten op diende. Ik hoop, dat het vandaag geen andijvie is, dacht Jan. Het was wel andijvie, maar Nbombo maakte er asperges van, in de tijd dat Truus de jus ging halen. „Dat is nog eens een etentje", zei Jan goedkeurend, maar Truus schudde be duusd het hoofd: „Ik... ik begrijp het niet", stotterde ze, „ik meende toch.ik dacht, dat ik andijvie had gekookt..." Snel wenste Jan, dat ze die andijvie maar zou vergeten. En dat kalmeerde haar. Later op de avond kwamen er gasten: meneer en mevrouw Veldboer. Zij kwa men pronken met de dure bontmantel, die mevrouw van Sinterklaas gekregen had. Jan deed een stille wens en we^s toen op zijn vrouw, die met een bleek en zorgelijk gezicht voor de spiegel stond in een nerts, die haar kleedde als een koninginnetje. „En hoe vind je die van Truus?" vroeg hij onschuldig. Mevrouw Veldboer betast te de mantel wantrouwend en vroeg of hij wel echt was en meneer vroeg ongema nierd: waarvan kun jij dat betalen? Toen deed Jan een onvoorzichtige wens: hij mompelde binnensmonds „Vlieg op!" en was even later blij, dat Nbombo deze wens niet letterlijk had opgévat. Het hielp niet of Jan na het haastige vertrek van de gasten, de vragen van zijn vrouw al met een schouderophalen beantwoordde: elke dag opnieuw vroeg ze: „Ik begrijp er niets van. Gaan je zaken zó goed?" Met allerlei kleinigheden had Jan zo veel succes, dat hij overmoedig begon te worden en ten slotte half-gekscherend zei: Wat wil je? Ik heb er altijd naar verlangd om honderdduizend gulden op mijn bank te hebben. En bel ze nu eens op om te vragen, wat het saldo is?" Nbombo deed zijn werk sekuur: Er stond honderddui zend gulden op Jans rekening, geen cent meer en geen cent minder. „Hoe kom je eraan? vroeg Truus, „ik wil nu eindelijk weten wat er aan de hand is. Het is niet in de haak en je verbergt wat voor me.. „Goed, schat", zei Jan in arren moe de, „trek je overschoenen dan maar aan en ga mee naar achter in de tuin!" „Ik heb geen overschoenen", protesteer de ze „en wat moet ik achter in die mod derige tuin?" „Wacht, ik haal ze voor je", zei Jan en hij kwam terug met een paar, dat ze nog nooit gezien had. Ze beet zich op de lip en ging gedwee mee. „Zie je", bereid de hij haar voor, „die wichelroede, hè, op Sinterklaas... ik heb wat gevonden met dat ding.Nbombo, de Grote Weldoener. en sedertdien heb ik Sinterklaas in per manentie: elke wens wordt onmiddellijk vervuld. Kijk, daar staat-ie!" Truus slaakte een gil bij het zien van het grijnzend afgodsbeeldje onder de treurwilg, maar toen barstte zij in snik ken uit: „Je houdt me voor de gek... je hebt wat verkeerds gedaan... je probeert me om de tuin te leiden met een baker sprookje... o, mijn hoofd. Mijn arme hoofd!" Van toen af werd Jan Koelewater wat voorzichtiger. Hij begreep, dat de verras singen, waarvoor ze elke dag stond, haar zenuwen op een zware proef stelden. Een paar dagen wenste hij alleen maar kleine dingen, zoals een nieuwe koelkast en een televisieapparaat en jonge doppertjes, hoewel het hartje winter was. Maar op een regenachtige dag midden december zag hij haar bleke gezicht en haar ingevallen wangen. Hij schudde het hoofd en keek mistroostig naar de natte druilerige tuin. Ze moest eigenlijk, be dacht hij zorgelijk, ze moest eigenlijk eens een weekje kunnen doorbrengen aan de Rivièra, goed gekleed en zorgeloos, zo met een heleboel geld op zak Het was maar een voorbijflitsende ge dachte, maar Nbombo vervulde haar on middellijk. Toen Jan zich omwendde, was zijn vrouw verdwenen en met haar een koffer met reisgoed. En het kwam geen ogenblik bij hem op, dat dit zijn eigen wens was, integendeel, hij maakte zich ernstige zorgen. Hij dacht dat ze bij hem was weggelopen, zoals de vrouw van pro fessor Witkop. De eenzame dagen maak ten hem diep ongelukkig en op een avond liep hij naar Nbombo achter in de tuin. De maan scheen weer door de hangende tak ken .van de treurwilg en glinsterde op de versgevallen sneeuw. „Dit is niet eerlijk, Nbombo," begon hij, „nu ik je nodig heb antwoord je niet Dit is geen leven: acht dagen lang heb ik niets van Truus gehoord! Ik kan beter dood zijn.... metéén!" Maar Nbombo antwoordde niet. „Ben je uitgewerkt? Weiger je de dienst? Spreek op! Jan had het beeld bij de schouders gegrepen en schudde het heftig heen en weer. „Au, au!" zei het, „wees niet zo hardhandig! Over vijf minu ten is ze bij je terug: Je hebt haar zelf naar de Rivièra gewenst!" De sneeuw op het tuinpad kraakte onder lichte verende stappen. Jan wendde zich om en herkende zijn vrouw. „Wel heb ik van mijn leven," zei hij. „Jan Jan, wat heb je me een fijne va kantie bezorgd. Ik ben weer helemaal be ter. Ik herinner me nu alles weer normaal. Ik heb het je niet durven zeggen, Jan maar er was wat men mijn geheugen. En ik droomde van dat nare beeld daar achter je. Dat moet je weg doen, Jan!" „Vooruit kerel!" zei Nbombo, „neem haar in je armen!" Hij gaf Jan een stevige duw in de rug". Jan greep zich aan zijn vrouw vast om niet te vallen en zei: „dat advies heb ik niet nodigzeg nou maar nietsdat is tegen de afspraak Hij kuste Truus innig. „Iets wou ik toch nog zeggen," zei Truus, „ik had het met Sinterklaas al wil len doen, maar je was al maar zo onbe reikbaar." Ze fluisterde hem een heuge lijk nieuwtje in het oor, dat ons geen van allen aangaat. Maar Nbombo is de volgende dag weer diep in de aarde begraven, in de eerste plaats omdat de Grote Weldoener zich niet aan de af spraak had ge houden en in de tweede en voor naamste plaats, omdat Truus dat zo wenste. Want vanaf de dag dat zij terugkwam, waren het haar wensen, die alle op staande voet werden vervuld. Advertentie Wij hebben ingericht een speciale afdeling voor het kind. KENNEMERLAAN 59 TELEFOON 5326 DE ZEEMAN wiens schip met Sint Nicolaas in de thuishaven ligt, boft. Al weken tevoren gaan moeder en kinderen thuis aan het rekenen, waarbij ze vurig hopen op een uitkomst volgens welke papa op 5 december „juist binnen" zal zijn. Maar de meeste zeelui zijn op alle feest dagen op zee. Het kan meestal ook niet anders. Natuurlijk gaat er niets boven Sint Nicolaas, Kerst, Oud- en Nieuwjaar in eigen familiekring vieren en het is al tijd wel een grote teleurstelling als het zo niet uitkomt. Daarom proberen de rede rijen het gemis van deze vreugde voor de opvarenden van hun schepen zoveel mo gelijk te compenseren door een extraatje aan boord. Vooral op onze passagiers schepen wordt op bovengenoemde feest dagen heel veel werk gemaakt om het passagiers en bemanningen zoveel mo gelijk naar de zin te maken. Men kan er van op aan. dat de schepen die in deze tijd van het jaar via de IJmuidense sluizen of de Nieuwe Waterweg zee kiezen en die een lange reis voor de boeg hebben al vorens ze de vuurtorens van IJmuiden of Hoek van Holland weer in zicht krijgen, zo het een en ander aan extra lekkers en surprises voor jong en oud aan boord hebben. Vergen de voorbereidingen voor elke grote reis van elk groot schip heel wat tijd, in deze weken geldt dit dubbel. In de tijd dat elke week beurtelings uit Amsterdam en Rotterdam een groot pas sagiersschip de lange reis naar Tandjong Priok op het eiland Java aanving, waren november en december wel de gulden periode voor de scheepsleveranciers van de Stoomvaartmaatschappij Nederland en de Rotterdamsche Lloyd. Tienduizenden Nederlanders zullen zich zo'n Sint Nico- laasfeest en/of zo'n Kerst- en Oud- en Nieuwjaarsviering aan boord van een Lloyd- of Nederland-schip nog wel her inneren. Het was altijd af: genoemde rede rijen waren niet kinderachtig met het uit delen van natjes en droogjes en fraaie cadeaus. De hofmeesters en allen die op de wal en aan boord er iets mee te maken hadden legden hun ziel in het enorme extra werk dat de viering van die feest dagen altijd weer met zich meebracht. Vele passagiers hadden en hebben het ook daarna nooit plezieriger gehad. Ruim vijfentwinti? jaar geleden, onmid dellijk nadat het motorpassagiersschip „Indrapoera" van de Rotterdamsche Lloyd Advertentie De aanschaf van een electr. treinstel behoeft geen honderd gulden te kosten. Wij brengen reeds een complete treinset voor 28.50. in 12 volts uitvoering is het ideaal voor Vader en Zoon. Alle onderdelen als loco's, wagons, rails, wissels, kruisstukken enz. zijn voorradig. 12 volts transformatoren met omschakeling en regelaar 15.75 KOMT DIT ZIEN BIJ DE DEALER ]IKH De sleepboot „Cycloop" van bureau Wijsmuller te IJmuiden heeft op 12 no vember ter hoogte van Lissabon een deel van haar sleep, een rotsbreker, verspeeld. Het vaartuig sloeg lek en zonk. De run ners konden er tijdig worden afgehaald. De „Cycloop" was op weg van West- Afrika via Teneriffe naar Brest en Ant werpen en sleepte de rotsbreker „Cy- clope", de sleepboot „Helene" en een bak. Ter hoogte van Lissabon raakte de sleep in zeer slecht weer. Er stond een strom- achtige noordwestenwind met kracht 7. Op de ruwe zee sloeg de rotsbreker lek en kwam steeds dieper te liggen. Daar het niet mogelijk was het binnenstromende water weg te pompen, gaf de kapitein van de sleepboot, de runners onder de sleep te verlaten. Zij werden aan boord van de „Cycloop" genomen. De scheepvaart voor de Portugese kust is gewaarschuwd, dat het wrak van de rotsbreker wellicht ondersteboven rond drijft. zijn passagiers uit Indië keurig afgeleverd had aan de honderden wachtende familie leden op de Rotterdamse Lloydkade, ving de huishoudelijke dienst aan boord aan met het opnieuw klaarmaken van het drijvend luxe-hotel voor de volgende reis. Ogenschijnlijk was het een warboel van jewelste, maar na enkele uren begon de reusachtige schoonmaak van hutten, eet zalen, salons, bars etc. vorm te krijgen en menig huisvrouw zou moeten erkennen dat zij het bepaald niet efficiënter zou kun nen. Het was nog maar het begin. Na de schoonmaak zou, aan de lopende band, de herinrichting volgen. En daaima zouden de extra verrassingen worden ingeladen. Maar zover kwam het (althans voor lopig) nietToen op 1 december kapi tein J. Lap op de Lloydkade arriveerde hij was na aankomst van het schip naar zijn villa te Wassenaar gegaan sprongen de tranen hem in de ogen: brand had de rooksalon eerste klasse, de conversatie- zaal op dek B, de verblijven op het sloependek en het promenadedek ver woest. Hoe die brand was ontstaan? De Raad voor de Scheepvaart te Am sterdam, die een diepgaand onderzoek in stelde, kwam tot de conclusie dat de brand ontstaan moest zijn in de rooksalon, waar honderden kapokmatrassen uit de hutten waren opgestapeld. De hofmeesters ver zekerden, dat onder het werk niet was ge rookt, noch door de kwieke Javaanse be dienden, noch door het Europese personeel. De wachtsman Arie van Reen had vijf mi nuten tevoren op zijn ronde nog alles in orde bevonden. Een en ander deed sterk aan brandstichting denken, aldus de Raad voor de Scheepvaart, onder voorzitterschap van prof. mr. B. M. Taverne. Maar te be wijzen was het niet De ware oorzaak van de brand aan boord van het m.s. „In drapoera" (10.745.87 br. reg. ton) is een mysterie gebleven. Het schip heeft na de herstellingen nog heel lang op Nederlands-Indië gevaren. Het heeft na de brand nog tienduizenden passagiers een onvergetelijk Sint Nicolaas- feest bezorgd, alvorens het in de tweede wereldoorlog, in dienst van de geallieer den. nabij Kreta strijdend ten onder ging. Advertentie VERWULFT - TEL. 11605 UW SPEELGOEDZAAK In Zwolle is aangehouden een 45-jarige technisch hoofdambtenaar bij de elektri citeitsmaatschappij IJselcentrale te Zwol le. Hij bleek de dader te zijn van de ta pijtendiefstallen, die de laatste tijd op de Noord-Veluwe zijn gepleegd. Ook in Naar- den zou hij tapijten hebben gestolen. Hij was pas dit jaar in dienst bij de IJselcen trale gekomen. Hij woonde in Zwolle in een pension, 's Avonds fietste hij de Veluwe op en ging in een bosje, niet al te ver van de villa waar hij zijn slag dacht te slaan in zijn slaapzak slapen, 's Nachts ging hij dan met zijn fiets aan de hand naar zijn doel, verschafte zich toegang rolde zoveel tapij ten op als hij kon dragen en verdween met zijn last in de duisternis. De buit verstopte hij in de Veluwse bossen. Ver volgens reed hij naar huis. Enkele dagen later huurde hij een auto om de tapijten op te halen, die hij daarna verkocht in verschillende plaatsen. De politie heeft reeds tapijten in beslag genomen in Gro ningen, Leeuwarden en Zutphen. Bij een huiszoeking in het pension vond de politie slaapzak, gymnastiekschoenen, afge schermde lantaarns, beitels en schi-oeven- draaiers. De man heeft zich niet ontzien, onlangs in te breken in een villa waar een overlede ne stond opgebaard. Hij zette bloemen en meubelen opzij en nam enige kostbare Perzische tapijten mee. Hij had een goede positie, maar stond er financieel niet zo gunstig voor, omdat hij vrij hoge bedragen moest uitkeren aan zijn vrouw van wie hij gescheiden was. Hij heeft volledig bekend. Advertentie Dinky Toys Meccanodozen Marklin - Trix Matchbox Lange Nieuwstr. 433-435 - IJmuiden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 13