Onderwaterjagers zoeken in duister
vergeefs naar de Brittenburg
Gratis 8 leuke kinderboekjes:
Pleidooi voor wetenschappelijke
aanpak der verkeersproblematiek
Volgend voorjaar een nieuwe
weerschepen-conferentie
Fa. B. ENGELENBERG
Bollenuitvoer naar Engeland
moet met tact worden opgevoerd
Strandingen in
dichte mist
..De avonturen van Prélientjedoor Annie Al. G. Schmidt
21
KOUD EN VOCHTIG AVONTUUR BIJ KATWIJK
Fa. A. EVERTS SSST*
NEDERLANDS INITIATIEF
Voorlichting moet uitgaan van wetmatigheid
in ongelukken
QFFICIëLE VERKOOP SIKKENS LAKKEN
Gezonken Turk haalde ook
vissersboot naar bodem
Uitspraken Haarlemse
rechtbank
VERGADERING ENGELSE GROEP
Bij elke 2 pak Pré zo'n boekje cadeau. U krijgt ze direct mee bij Uw winkelier.
DONDERDAG 26 NOVEMBER 1959
NAAST ELKAAR stonden ze rillend van ellende in het dobberende motor-
vletje, dat al steigerend van de Wijsmuller-sleepboot „Hector" koers zette naar
dc Katwijkse wal. Bij elke onverwachte zwaai krompen ze even in elkaar, en
steeds verlangender keken ze naar het zeewater, dat hen enkele minuten later
op zou nemen. Twee jongens, die doodgewoon zeeziek waren. Twee leden van
de Amsterdamse onderwaterjagersclub, bezig aan een nieuw experiment, dat
alles of niets kon worden.
Joop van Horn, instructeur. In zijn da
gelijks leven werkt hij bij de Amsterdamse
Droogdokmaatschappij. Hij werd door een
vriend meegenomen en kwam zo bij de
vereniging, die elke maand meer enthou
siaste onderwater jagers trekt. Hij dook
daarna in Vinkeveen en in de Middel
landse Zee.
En Jozef Bar-Pereg. Een Israëliër, die
in Amsterdam studeert. Klein en tenger
naast de stevige gestalte van Van Horn.
Bescheiden en vriendelijk. Maar evengoed
een bekend paratrooper, die al meer dan
veertig maal heeft gesprongen. „Elke
keer, als ik moet springen, ben ik weer
bang" zegt hij eerlijk
HET VLETJE blies stoom af. De vaart
ging er uit, en nu schommelde het alleen
nog een beetje op en neer. Onmiddellijk
liet Joop van Horn zich in het water plof
fen, vrijwel dadelijk gevolgd door Jozef
Bar-Pereg. „Ze zijn helemaal niet bang
voor het koude water", zei men op de
Hector. Maar de jongens waren louter zee
ziek.
Tot ze in het water kwamen, want toen
viel alles van hen af. Bang waren ze niet,
want de nieuwe vinding van de heer
Van Buren geniet het volste vertrouwen
van de duikers, en is dan ook al over de
hele wereld beroemd.
Snel haalden ze nog even de instructies
van ir. Ruitenbeek voor hun geest. „Let
op abnormale begroeiing, en houd vooral
je voorganger in de gaten". Dat zouden
ze doen. De voorganger in de gaten hou
den. Even later waren ze op weg naar de
zeebodem, naar de plaats, waar eens het
Romeinse Castellum Brittenburg moet
hebben gelegen. De archeologen op de
„Hector" wachtten in spanning.
„HOUD JE voorganger in het oog"
dacht Jozef bij zichzelf, toen hij zich naar
de bodem werkte. Hij trachtte om zich
heen te kijken, maar zag alleen maar een
donkere wand, die hem volkomen insloot.
Hoe diep ben ik? dacht hij. De diepteme
ter zat om zijn pols, dus hij hoefde enkel
af te lezen. Maar zelfs daarvoor bleek het
zicht te slecht. „Doorgaan maar" dacht
Jozef, en terwijl hij dacht aan de Golf van
Elad, en aan de rondvaartboten met door
zichtige bodem, waardoor men de zeebo
dem kan zien, ploeterde hij verder in het
kille, troebele water van de Noordzee.
Hij bereikte de bodem. Een modderige
massa. Tastend gingen zijn handen over
het oppervlak van het plateau. Niets.
Zelfs geen vreemd voorwerp, zoals George
Arends dat had gevonden, en waarvan hij
later vertelde, dat het een plank met in
geslagen spijker was.
Alleen maar drab. Jozef Bar-Pereg en
Joop van Horn gingen weer omhoog. Naar
de lichte schemering, die door het troebe
le water heen aan de oppervlakte te zien
was. Boven water zagen ze elkaar weer
Het scheepvaartverkeer op de Schelde
werd vanmorgen gestremd door de stran
ding in dichte mist van de Zweedse erts-
tanker „Tarfala" bij Lillo. Omstreeks
kwart voor tien kon het schip echter op
eigen kracht loskomen en was de strem
ming op de Schelde opgeheven.
Het 499 ton metende Nederlandse mo-
dat uit de Zweedse haven Vesteras naar'
Antwerpen was vertrokken, is nabij Oste-
riff aan de grond gelopen. De Duitse
sleepboot „Danzig" is uitgevaren om, zo
nodig, hulp te verlenen. De „Biak" wil pro
beren bij de eerstvolgende vloed op eigen
kracht weer los te komen.
Het 3413 ton metende Nederlandse
vrachtschip Camerounkust van de n.v.
Amsterdam, dat vanmorgen is gestrand
bij Vlissingen, is om vijf minuten voor
half acht vlot gebracht door twee Neder
landse zeesleepboten. Het waren de Bel
gische sleepboot „Scaldis", die het ber-
gingsstation Vlissingen voor L. Smit en
Co. bezet houdt en de zeesleepboot „Cy
cloop" van het bureau Wijsmuller te
IJmuiden, di etoevallig met een sleep in
Vlissingen was eengekomen.
De Camerounkust, die zonder lading on
derweg was van Antwerpen naar Ham
burg is door beide sleepboten, die een ber
gingscontract hebben op basis van Lloyds
Open Form naar de buitenhaven van Vlis
singen gesleept. Daar zal een duikeron-
derzoek worden ingesteld.
Drie slepers bij „Kon. Juliana"
DUBLIN (UPI) Drie sleepboten zul
len bij hoogwater proberen de Nederland
se kustvaarder „Koningin Juliana" (399
ton, uit Groningen) vlot te trekken. Het
schip liep vorige week donderdag bij Bally
hack in Ierland aan de grond.
Uit Cobh kwam woensdagmiddag de
sleepboot „Turmoil" aan. Met een reeds
eerder aangekomen sleepboot uit Milford-
haven en de „Marina" uit Falmouth hoopt
de gezagvoerder van de „Turmoil" de „Ko
ningin Juliana" vlot te krijgen.
In 1520 werd de zogenaamde Britten
burg (Huis te Britten, Ar.r Brittania)
voor het eerst waargenomen aan het
strand, 300 roeden of 1130 meter van
het oxide Katwijk aan Zee. Tot 1667
zou nog iets van de Brittenburg zicht
baar zijn geweest. Men heeft indertijd
in zee vele vreemde voorwerpen ge
vonden, die iets met het verzonken
Katwijkse kasteel te maken zouden
kunnen hebben. Daarom zijn woens
dag de onderwaterjagers in zee ge
doken, om de juiste plaats van de
Brittenburg vast te stellen. Men zal de
proef wel moeten herhalen, voor men
enige zekerheid heeft, of het aange
troffen plateau iets met het kasteel te
maken heeft.
terug. Ze klommen in het vletje. En waren
prompt weer zeeziek. „We hebben hele
maal niets kunnen zien. Zelfs niet de Cle-
mentientje van ons clublied" zeiden de ja
gers met moeite.
Wat later waren ze allemaal weer op de
Hector. „In deze zee heb je niets aan el
kaar, alleen aan een stuk touw" verklaar
de George Arends, die de ongewone erva
ring had gehad, onder water voor de ra
dio te praten. „Toch hebben we er als on
derwaterjagers veel aan gehad. We heb
ben kunnen ondervinden, dat het heus wel
uithoudbaar is, om in- deze tijd van het
jaar in de Noordzee te duiken", zei ir.
Ruitenbeek, de hoofdinstructeur, die het
aleemaal wel leuk had gevonden.
Maar de wetenschappelijke betekenis?
Hans Toenbreker, de aanvoerder van de
onderwaterjagers, die het eerst had ge
doken, zei dat men in elk geval een pla
teau had gevonden met een paaltje. En
de archeologen hieleden zich voorlopig
op de vlakte.
„Wat zouden we moeten zeggen?" zei
het bestuurslid van de archeologische
werkgroep, de heer H. Arends. „We moe
ten het in het voorjaar nog maar eens pro
beren," en toen ging hij enthousiast ver
tellen over de nieuwe richtingen in de ar
cheologie, waarin het zelfdoen een grote
rol speelt, en over zijn nieuwe cursus in
Oosterse muziek. Want denk niet, dat ar
cheologen altijd droge mensen zijn! En
initiatiefnemer H. Beijne was evenmin on
tevreden. „We hebben de jagers opmerk
zaam gemaakt op een nieuwe mogelijk
heid. Als ze bij hun werk ook aan mo
gelijke bodemvondsten aandacht gaan be
steden, is er al veel gewonnen. Als ze toch
eens op de Doggersbank gingen duiken,
daar zouden ze beslist boeiende dingen
kunnen zien."
Als een sleepboot met twee vletten ach
ter zich naar huis vaart, gaat daar wel
een uurtje over heen. Gelegenheid genoeg
om te vernemen, dat men in januari ook
in Haarlem met een onderwaterjagers
club gaat beginnen.
In Amsterdam heeft men al 135 leden,
en in Haarlem zit veel perspectief. Er zijn
onder andere verschillende artsen, die de
sport samen met de Amsterdamse dokter
Hora Adema al lang beoefenen.
De duikers vertellen veel aanlokkelijke
dingen over hun sport. „In Vinkeveen heb
ik eens tien minuten neus aan neus ge
staan met een snoek" vertelt er een. En
ondertussen bezint ir. Trippe-Burger zich
op de wetenschappelijke mogelijkheden.
Hij zal straks rapport uitbrengen aan pro
fessor Glazema. de directeur van het In
stituut voor Oudheidkundig Bodemonder
zoek, die op de IJmuider Wijsmullerstei-
ger 's morgens vroeg de Hector heeft af
geduwd.
Terwijl de hele reis door één ding in de
bijzondere aandacht staat: de snert. De
kok moet vele koppen volscheppen, en
daardoor verdwijnen ook de laatste spo
ren van de zeeziekte, die op de heenreis
tegen wind de gelederen zo heeft gedund.
Zowel bij duikers als bij journalisten.
Bij de Wijsmullermannen heerst een
goede stemming, omdai de „Cycloop" een
job heeft op de Schelde, notabene in het
operatieterrein van Smit. Maar die goe
de stemming is er ook bij de anderen.
Want al is de Brittenburg (nog) niet ge
vonden, het is toch een bijzondere dag ge-
geweest.
Ze staan weer in hun colbertje, Hans
Toenbreker, Hidde Hora Adema en Geor
ge Arends van de eerste ploeg en Joop
van Horn, Jozef Bar-Pereg en ir. Ruiten
beek van de tweede ploeg. Maar in hun
ogen staat al weer het verlangen naar
nieuwe avonturen. Al is het dan niet tus
sen paal 86 en 85, maar misschien in heer
lijke warme oorden. Het liefst bij Haifa,
nietwaar Jozef?
Advertentie
Hofdijkstraat 32 - Haarlem - Tel.12181
Showroom: Wagenweg 104-Tel 12730
COMPLETE KEUKENINRICHTING
Medio maart volgend jaar zal in het
Vredespaleis te Den Haag een conferentie
worden gehouden, op verzoek van Neder
land van de landen, die betrokken zijn bij
het verdrag van de weerschepen op de
Noord-Atlantische oceaan ten behoeve van
de luchtvaart.
In 1946 werd in Londen de eerste bijeen
komst gehouden om een weerschepensche-
ma op te zetten, dat zou voortspruiten
uit het toen bestaande net voor de mili
taire,- en burgerluchtvaart. Weerschepen
op de Noord-Atlantische oceaan waren no
dig, omdat men reeds in de eerste jaren
na de oorlog begonnen was met trans
atlantische diensten van vliegtuigen tus
sen Amerika en Canada enerzijds, en
Europa anderzijds.
Op de Londense conferentie werden der
tien stations voor weerschepen geprojec
teerd, waarbij Nederland en België een
station, gelegen op 47 graden n.b. en 15
graden westerlengte (Golf van Biscaje)
voor hun rekening namen en daarvoor
twee schepen bij toerbeurt hebben ingezet.
Het verdrag was voor drie jaar geldig en
de bijdragen der lande- voor het net van
deze dertien stations werden vastgelegd
volgens het aandeel, dat de luchtvaart
maatschappijen van die landen in het
noord-atlantisch verkeer hadden.
In 1949 werd te Londen een tweede con
ferentie gehouden, waarbij het aantal sta
tions van dertien tot tien werd geredu
ceerd, hetgeen men voldoende achtte. We
derom werd het schema voor drie jaar
vastgelegd met de mogelijkheid van ver
lenging bij protocol. België zou in den
vervolge uitsluitend een financiële bijdra
ge leveren, Nederland zette twee weer
schepen in en kreeg, aangezien men meer
deed dan volgens het aandeel in het ver
keer eigenlijk noodzakelijk was een finan
ciële vergoeding. De twee schepen, de
„Cumulus" en de „Cirrus", deden dienst
op drie plaatsen, namelijk in de buurt van
IJsland, bij de Golf van Biscaje en ten
westen van Ierland.
Het akkoord van 1954
Dit weerschepenverdrag werd verlengd
tot 30 juni 1954. Maar in het jaar daar
voor was reeds in Brighton de derde con
ferentie tezamen geroepen om een herzie
ning van het verdrag voor te bereiden. De
twintig landen, die in Brighton aanwezig
waren, konden op financieel en admini
stratief gebied geen overeenstemming be
reiken. In februari 1954 werd in Parijs de
vierde bijeenkomst gehouden en op deze
conferentie werd men het eens. Het aan
tal stations voor de weerschepen werd tot
negen teruggebracht. Bij de berekening der
financiële verplichtingen der landen deed
een nieuw element zijn intrede: de bijdra
gen der verschillende landen werden niet
meer uitsluitend berekend naar rato van
het aandeel in het trans-atlantisch lucht
verkeer, maar in den vervolge werden
ook de niet-op-de-luchtvaart betrekking
hebbende baten, zoals die voor de weer
voorspellingen ten behoeve van landbouw
en visserij, bij het bepalen van ieders aan
deel in de berekening betrokken. Neder
land bleef twee weerschepen exploiteren,
die verschillende reizen zouden uitvoeren
naar vijf stations, nl. een ten westen van
de Noorse kust, ongeveer ter hoogte van
Bergen, twee stations ten Westen van Ier
land, e e n in de buurt van IJsland, en een
bij de Golf van Biscaje. Het verdrag loopt
tot 30 juni 1960.
Financiële bezwaren
Nederland heeft het initiatief genomen
voor een nieuwe conferentie omdat ons
land de financiële bepalingen niet hele
maal aanvaardbaar meer acht, voorna
melijk ten aanzien van de verdeling dei-
verplichtingen tussen de varende landen
(waar Nederland bij hoort) en de niet-va-
rende staten (contribuanten), die niet
meer reëel is, volgens het Nederlandse
standpunt.
In Europa hebben Nederland (2 sche
pen), Frankrijk (2), Noorwegen en Zwe
den (tezamen 2) en Groot-Brittannië (4)
schepen ingezet en de Verenigde Staten
en Canada tezamen 11. De niet-varende
landen, die dus wel betrokken zijn bij het
trans-atlantisch luchtverkeer en in het
weerschepenverdrag alleen een financiële
bijdrage leveren, zijn Australië, België,
Denemarken, Duitsland, Ierland, Portu
gal, Cuba, Columbia, IJsland, Israel, Ita
lië, Zwitserland en Spanje.
(Van onze Haagse redacteur)
In de ongeveer honderdvijftigduizend
verkeersongelukken, welke in Nederland
per jaar gebeuren, met hun gemiddeld
zestienhonderd doden, vijftienduizend ern
stig- en vijfentwintigduizend lichtgewon
den, schuilt een zekere wetmatigheid om
dat volgens de wetten der waarschijn
lijkheid een zeker percentage van con
flictmogelijkheden noodzakelijkerwijs ge
realiseerd wordt. En ook in de oorzaken
ligt meestal eenzelfde percentuele inde
ling naar de aard ervan ten grondslag.
Zo wordt al enige jaren lang 85 pet. der
verkeersongelukken veroorzaakt door fou
ten van het rijdend verkeer, zes percent
door die van voetgangers, één percent door
gebreken van het voertuig en een kleine
vier percent door slippen en dergelijke.
Ook de verhoudingscijfers voor de leef
tijdsopbouw der slachtoffers en de soort
van de ongevallen blijven gelijk. Zo komt
de omschrijving „door paard en wagen
overreden" alleen voor bij de kinderen
beneden veertien jaar; „door tram over
reden" is echter een ongevalsgroep wel
ke men alleen bij de boven-vijftigjarigen
aantreft. Duidt het eerste feit vooral op
het gevaar dat spelende kinderen op
straat treft, het tweede wijst in de rich
ting van de mindere behendigheid dei-
ouderen.
De directeur Wegen en Verkeer van de
A.N.W.B., de heer A. G. M. Boost, heeft
woensdag op een overwegend door ver-
keersdeskundigen bezochte bijeenkomst
van het Contactcentrum op voorlichtings-
gebied te Den Haag betoogd, dat men van
deze gegevens uit moet gaan om tot een
gerichte en systematische voorlichting te
komen over het verkeer. Gelukkig is er
een zekere aanpassing van de mens aan
de levensomstandigheden en ook missen
de krachten, die het verkeer in toom hou
den hun uitwerking niet: voorschriften,
handhaving daarvan en bestraffing, tech
nische verbetering van de weg en het
voertuig, opvoeding en voorlichting. Wa
ren deze ten goede werkende krachten er
niet geweest, dan zouden de ongelukken-
cijfers er nog veel rampzaliger uitzien.
Tussen 1932 en thans ;s het aantal motor
rijtuigen immers vervijfvoudigd, maar de
verhouding van het aantal doden tot het
aantal auto's en motorfietsen daalde met
zestig percent van 45,5 tot 17,5, waarbij
men nog bedenken moet, dat de bevolking
in die tijd met drie miljoen toenam en er
anderhalf miljoen fietsers en negenhon
derdduizend bromfietsers meer op de
weg kwamen.
Advertentie
Doelstraat 39 Haariem Tel. 15232
LINNEN en CRÊPE PLAKBAND
HAMBUR G(UPI) Een Duitse vis
sersboot is woensdagochtend ter hoogte
van het Oostfriese eiland Langeoog in
aanvaring gekomen met het wrak van het
dinsdag gezonken Turkr schip „Tanar",
en onmiddellijk gezonden. De bemanning
is door passerende scheoepen overgeno
men.
De „Tanar" is dinsdag gezonken na een
aanvaring in de mist met het Russische
schip „Kharkov". De vissersboot is tegen
de masten van het gezonken schip geva
ren.
De heer Boost stelde voorop, dat alles
wat wij beginnen ten behoeve van het ver
keer gebaseerd dient te zijn op systema
tisch onderzoek, analyse en bedrijfspsy
chologie. Het is niet mogelijk „op ge
voel" allerlei dingen te doen. Maatrege
len moeten het publiek aanspreken en dus
berusten op goede verkeersgewoonten en
op zorgvuldige studie en analysering van
de ongevallen per soort verkeersdeelne
mers.
Zo zou voor de jeugd het verplicht ver-
keersonderwijs tot de middelbare school
moeten worden uitgebreid, zouden er meer
verkeersparken (waarin de jeugd de ver
keersregels spelenderwijs kan leren toe
passen) en speelstraten moeten komen.
Voor de ouderen zou een populaire weg-
code, zoals in Engeland bestaat, huis-aan-
huis verspreid moeten worden, radio en
televisie zouden meer kunnen doen op het
gebied van de verkeersvoorlichting. Aan
dacht moet worden besteed aan de vor
ming tot goed automobilist, waartoe het
rij-examen maar een grove zeef vormt.
De verkeersdeelnemer moet voorts hoge
eisen leren stellen aan de onderhoudstoe-
stand van zijn voertuig en alles weten van
remafstanden. vitale onderdelen, belading
en verlichting.
De weg moet in het belang van een vlot
en veilig verkeer voldoen aan technische
en visuele eisen. De te treffen maatre
gelen moeten afgestemd zijn op rijprak-
tijk, reactie van weggebruikers, berm
vrees, misleiding en onduidelijkheden.
Observatie en studie zijn daartoe nodig,
met name met betrekking tot vormgeving
van straat- en wegprofielindeling, kruis
punten, wegdek en verlichting.
De heer Boost herinnerde eraan, dat de
A.N.W.B. door middel van verkeerstech
nische leergangen, memoranda, documen-
tatierapporten en het Tijdschrift voor ver
keerstechniek adviezen verstrekt aan
tweeduizend wegbeherende instanties.
Een hevige ontploffing heeft de gas
fabriek in Leerdam gedeeltelijk verwoest.
De 52-jarige hoofdfitter K. Verdoorn
kwam bij de ontploffing om het leven, drie
van zijn collega's werden zeer ernstig ge
wond. Een van hen, de 42-jarige G. van
Aalst, is hedenmorgen overleden. Niet al
leen Leerdam, maar ook Culemborg, IJsel-
stein, Vianen en Schoonrewoerd waren op
deze gasfabriek aangesloten. Men probeert
thans door het aanleggen van noodleidin-
gen de gaslevering te herstellen. Op het
terrein van de fabriek was het een enorme
ravage. Van huizen in de omgeving werden
ruiten vernield en dakpannen weggevaagd.
De Haarlemse rechtbank heeft vanmor
gen een 31-jarige opperman uit Beverwijk
veroordeeld tot zeven maanden gevange
nisstraf met aftrek van het voorarrest en
drie jaar intrekking van het rijbewijs.
Hem is ten laste gelegd dat hij op 10
augustus van dit jaar 's nachts om een uur
onder invloed met zijn auto in zijn woon
plaats een voetganger heeft aangereden
en is doorgereden zonder zich bekend te
maken. Verdachte erkende tijdens de be
handeling van de zaak dat hij die avond
zes glaasjes citroenjenever en vier glazen
bier had gedronken. Hij ontkende echter
iemand aangereden te hebben. De officier
van Justitie had een jaar gevangenisstraf
met aftrek en vijf jaar ontzegging van de
rijbevoegdheid geëist.
Drie automobilisten die sneller dan de
toegestane 50 km. hebben gereden, werden
in hoger beroep veroordeeld. In alle drie
gevallen had de officier van Justitie be
vestiging van het vonnis van de kanton
rechter geëist.
Een 41-jarige caféhouder uit Den Haag
kreeg nu 50 (eis 65), een 38-jarige tim
merman uit Den Haag 40 (eis 50) en
een 49-jarige ingenieur uit Bloemendaal
20 (eis 30). De laatste zou bij het in
halen ongeveer 60 km. per uur hebben ge
reden. Hij bestreed de juistheid van snel-
heidsmeting die nog volgens een oude me
thode was geschied. De methode is later
gewijzigd omdat zij te onnauwkeurig
bleek.
De voorzitter van de Engelse Groep
van de Bond van Bloembollenhandelaren
de heer A. Warnaar, nam woensdagmor
gen op de vergadering in „Treslong",
Hillegom, de gelegenheid te baat om er
zijn teleurstelling over uit te spreken, dat
zo weinigen hem hebben gefeliciteerd met
het succes van de strijd om de vrijma
king van de invoer van bollen in Enge
land. „Vier jaar heb ik tussen twee vu
ren gestaan. Aan Nederlandse kant de
nauw verholen critiek op de weinige voort
gang, die het bestuur boekte bij de vrijma
king en aan de andere kant de Engelse
vrienden, die het mij kwalijk namen te
vechten voor de opheffing van de invoer
beperking". De exporteurs zijn met de
schaarste aan bloembollen in het vooruit
zicht echter niet in een hoerastemming.
Het nieuws over de liberalisatie is op
het ideale moment gekomen, vlak voor
de verkoopperiode. De heer Warnaar ge
loofde niet, dat er net als in 1950 weer
na een jaar een contingentering zal ko
men. Toen waren er bloembollen te veel,
nu te weinig. Met het oog hierop meende
hij dat het raadzaam is zichzelf grote be
perkingen bij de verkoop op te leggen.
„Als we bij deze schaarste net als in 1950
bijna vijfduizend ton meer gaan verko
pen dan snijden we ons niet in de vingers,
maar de keel af". De uitvoer moet rustig
worden opgevoerd, zodat men op de bin
nenlandse en de Engelse markt geen on
gelukken maakt".
De voorzitter bestreed de geruchten als
zouden ingewijden hebben geweten dat de
liberalisatie spoedig op komst was.
Advertentie
Bij een uiteenzetting over de liberalisa
tie legde hij er de nadruk op, dat deze mi
nimumprijzen een verhoging van de in
voerrechten hebben voorkomen. Deze zou
den met minstens tien procent worden
verhoogd. Nu is er een regeling voor drie
jaar getroffen, waarbij men ieder jaar
veer onderhandelen kan. De prijzen zijn
een compromis tussen Engelse en Neder
landse voorstellen.
Daarna vroeg men zich af hoe enig zin
nig mens zulke prijzen kon maken. De
voorzitter suggereerde dat men zich beter
aan door een commissie voorgestelde
leidraadprijzen kan houden. De voorzit
ter beaamde dit en wees er tevens op, dat
niet iedere Engelse koper blij is met de
contingentering en dus de verkoper zal
dwingen om te leveren, ook al is er geen
bol te vinden. De Engelse bollenkwekers
zullen zeer tevreden zijn met deze prijzen,
want zij kunnen veel goedkoper telen.
Men vroeg daarom een uitvoer van
De heer C. J. van Til, actief lid van de
Franse groep zag de toekomst wat som
ber in, want ook Frankrijk zal de hoge
invoerrechten (ook een soort contingente
ring) vermoedelijk binnenkort verlagen.
De vergadering was het er mee eens,
dat men zal moeten trachten de onzinnige
lange krediettermijn te bekorten. De be
talingscondities zijn zestig dagen na fac
tuurdatum en „wij zijn al tevreden als
we het geld tien maanden later binnenkrij
gen". Nu in de periode van schaarste is
het de juiste tijd hierin verandering te
brengen. Men zal volgend jaar al beginnen
de termijn aanmerkelijk te bekorten. De
zaken die groothandelskortingen krijgen
zullen na 1961 geen korting meer krijgen
als ze niet op tijd betalen.
De scheepvaartcommissie, die de verla
ding bewaakt, kreeg de suggestie om in de
Engelse havens een controleur te zetten,
zoals dat in Rotterdam het geval is. In
Harwich worden bij voorbeeld zeer veel
bollen gestolen. De reis van die haven naar
Londen duurt soms veertien dagen.
Men zal de suggestie bestuderen om de
verzekeringsmaatschappijen in te scha
kelen bij de controle bestuderen.
Koeiendieven. De mannen die dezei
dagen negen koeien uit een polder bij
Purmerend hebben gestolen, zijn ge
arresteerd. Het zijn een 32-jarige arbeider
uit Enschede, een 27-jarige koopman uit
Zwaag en een 24-jarige slagersknecht uit
Zwaag. Zij hebben ook veediefstallen ge
pleegd in Haren (Gron.) en Medemblik. Het
vee werd vervoerd door een expediteur uit
Glanerbrug, die echter te goeder trouw is
geweest.