Onderwaterjagers zoeken in duister vergeefs naar de Brittenburg Gratis 8 leuke kinderboekjes: Pleidooi voor wetenschappelijke aanpak der verkeersproblematiek Volgend voorjaar een nieuwe weerschepen-conferentie Fa. B. ENGELENBERG Bollenuitvoer naar Engeland moet met tact worden opgevoerd Strandingen in dichte mist ..De avonturen van Prélientjedoor Annie Al. G. Schmidt 21 KOUD EN VOCHTIG AVONTUUR BIJ KATWIJK Fa. A. EVERTS SSST* NEDERLANDS INITIATIEF Voorlichting moet uitgaan van wetmatigheid in ongelukken QFFICIëLE VERKOOP SIKKENS LAKKEN Gezonken Turk haalde ook vissersboot naar bodem Uitspraken Haarlemse rechtbank VERGADERING ENGELSE GROEP Bij elke 2 pak Pré zo'n boekje cadeau. U krijgt ze direct mee bij Uw winkelier. DONDERDAG 26 NOVEMBER 1959 NAAST ELKAAR stonden ze rillend van ellende in het dobberende motor- vletje, dat al steigerend van de Wijsmuller-sleepboot „Hector" koers zette naar dc Katwijkse wal. Bij elke onverwachte zwaai krompen ze even in elkaar, en steeds verlangender keken ze naar het zeewater, dat hen enkele minuten later op zou nemen. Twee jongens, die doodgewoon zeeziek waren. Twee leden van de Amsterdamse onderwaterjagersclub, bezig aan een nieuw experiment, dat alles of niets kon worden. Joop van Horn, instructeur. In zijn da gelijks leven werkt hij bij de Amsterdamse Droogdokmaatschappij. Hij werd door een vriend meegenomen en kwam zo bij de vereniging, die elke maand meer enthou siaste onderwater jagers trekt. Hij dook daarna in Vinkeveen en in de Middel landse Zee. En Jozef Bar-Pereg. Een Israëliër, die in Amsterdam studeert. Klein en tenger naast de stevige gestalte van Van Horn. Bescheiden en vriendelijk. Maar evengoed een bekend paratrooper, die al meer dan veertig maal heeft gesprongen. „Elke keer, als ik moet springen, ben ik weer bang" zegt hij eerlijk HET VLETJE blies stoom af. De vaart ging er uit, en nu schommelde het alleen nog een beetje op en neer. Onmiddellijk liet Joop van Horn zich in het water plof fen, vrijwel dadelijk gevolgd door Jozef Bar-Pereg. „Ze zijn helemaal niet bang voor het koude water", zei men op de Hector. Maar de jongens waren louter zee ziek. Tot ze in het water kwamen, want toen viel alles van hen af. Bang waren ze niet, want de nieuwe vinding van de heer Van Buren geniet het volste vertrouwen van de duikers, en is dan ook al over de hele wereld beroemd. Snel haalden ze nog even de instructies van ir. Ruitenbeek voor hun geest. „Let op abnormale begroeiing, en houd vooral je voorganger in de gaten". Dat zouden ze doen. De voorganger in de gaten hou den. Even later waren ze op weg naar de zeebodem, naar de plaats, waar eens het Romeinse Castellum Brittenburg moet hebben gelegen. De archeologen op de „Hector" wachtten in spanning. „HOUD JE voorganger in het oog" dacht Jozef bij zichzelf, toen hij zich naar de bodem werkte. Hij trachtte om zich heen te kijken, maar zag alleen maar een donkere wand, die hem volkomen insloot. Hoe diep ben ik? dacht hij. De diepteme ter zat om zijn pols, dus hij hoefde enkel af te lezen. Maar zelfs daarvoor bleek het zicht te slecht. „Doorgaan maar" dacht Jozef, en terwijl hij dacht aan de Golf van Elad, en aan de rondvaartboten met door zichtige bodem, waardoor men de zeebo dem kan zien, ploeterde hij verder in het kille, troebele water van de Noordzee. Hij bereikte de bodem. Een modderige massa. Tastend gingen zijn handen over het oppervlak van het plateau. Niets. Zelfs geen vreemd voorwerp, zoals George Arends dat had gevonden, en waarvan hij later vertelde, dat het een plank met in geslagen spijker was. Alleen maar drab. Jozef Bar-Pereg en Joop van Horn gingen weer omhoog. Naar de lichte schemering, die door het troebe le water heen aan de oppervlakte te zien was. Boven water zagen ze elkaar weer Het scheepvaartverkeer op de Schelde werd vanmorgen gestremd door de stran ding in dichte mist van de Zweedse erts- tanker „Tarfala" bij Lillo. Omstreeks kwart voor tien kon het schip echter op eigen kracht loskomen en was de strem ming op de Schelde opgeheven. Het 499 ton metende Nederlandse mo- dat uit de Zweedse haven Vesteras naar' Antwerpen was vertrokken, is nabij Oste- riff aan de grond gelopen. De Duitse sleepboot „Danzig" is uitgevaren om, zo nodig, hulp te verlenen. De „Biak" wil pro beren bij de eerstvolgende vloed op eigen kracht weer los te komen. Het 3413 ton metende Nederlandse vrachtschip Camerounkust van de n.v. Amsterdam, dat vanmorgen is gestrand bij Vlissingen, is om vijf minuten voor half acht vlot gebracht door twee Neder landse zeesleepboten. Het waren de Bel gische sleepboot „Scaldis", die het ber- gingsstation Vlissingen voor L. Smit en Co. bezet houdt en de zeesleepboot „Cy cloop" van het bureau Wijsmuller te IJmuiden, di etoevallig met een sleep in Vlissingen was eengekomen. De Camerounkust, die zonder lading on derweg was van Antwerpen naar Ham burg is door beide sleepboten, die een ber gingscontract hebben op basis van Lloyds Open Form naar de buitenhaven van Vlis singen gesleept. Daar zal een duikeron- derzoek worden ingesteld. Drie slepers bij „Kon. Juliana" DUBLIN (UPI) Drie sleepboten zul len bij hoogwater proberen de Nederland se kustvaarder „Koningin Juliana" (399 ton, uit Groningen) vlot te trekken. Het schip liep vorige week donderdag bij Bally hack in Ierland aan de grond. Uit Cobh kwam woensdagmiddag de sleepboot „Turmoil" aan. Met een reeds eerder aangekomen sleepboot uit Milford- haven en de „Marina" uit Falmouth hoopt de gezagvoerder van de „Turmoil" de „Ko ningin Juliana" vlot te krijgen. In 1520 werd de zogenaamde Britten burg (Huis te Britten, Ar.r Brittania) voor het eerst waargenomen aan het strand, 300 roeden of 1130 meter van het oxide Katwijk aan Zee. Tot 1667 zou nog iets van de Brittenburg zicht baar zijn geweest. Men heeft indertijd in zee vele vreemde voorwerpen ge vonden, die iets met het verzonken Katwijkse kasteel te maken zouden kunnen hebben. Daarom zijn woens dag de onderwaterjagers in zee ge doken, om de juiste plaats van de Brittenburg vast te stellen. Men zal de proef wel moeten herhalen, voor men enige zekerheid heeft, of het aange troffen plateau iets met het kasteel te maken heeft. terug. Ze klommen in het vletje. En waren prompt weer zeeziek. „We hebben hele maal niets kunnen zien. Zelfs niet de Cle- mentientje van ons clublied" zeiden de ja gers met moeite. Wat later waren ze allemaal weer op de Hector. „In deze zee heb je niets aan el kaar, alleen aan een stuk touw" verklaar de George Arends, die de ongewone erva ring had gehad, onder water voor de ra dio te praten. „Toch hebben we er als on derwaterjagers veel aan gehad. We heb ben kunnen ondervinden, dat het heus wel uithoudbaar is, om in- deze tijd van het jaar in de Noordzee te duiken", zei ir. Ruitenbeek, de hoofdinstructeur, die het aleemaal wel leuk had gevonden. Maar de wetenschappelijke betekenis? Hans Toenbreker, de aanvoerder van de onderwaterjagers, die het eerst had ge doken, zei dat men in elk geval een pla teau had gevonden met een paaltje. En de archeologen hieleden zich voorlopig op de vlakte. „Wat zouden we moeten zeggen?" zei het bestuurslid van de archeologische werkgroep, de heer H. Arends. „We moe ten het in het voorjaar nog maar eens pro beren," en toen ging hij enthousiast ver tellen over de nieuwe richtingen in de ar cheologie, waarin het zelfdoen een grote rol speelt, en over zijn nieuwe cursus in Oosterse muziek. Want denk niet, dat ar cheologen altijd droge mensen zijn! En initiatiefnemer H. Beijne was evenmin on tevreden. „We hebben de jagers opmerk zaam gemaakt op een nieuwe mogelijk heid. Als ze bij hun werk ook aan mo gelijke bodemvondsten aandacht gaan be steden, is er al veel gewonnen. Als ze toch eens op de Doggersbank gingen duiken, daar zouden ze beslist boeiende dingen kunnen zien." Als een sleepboot met twee vletten ach ter zich naar huis vaart, gaat daar wel een uurtje over heen. Gelegenheid genoeg om te vernemen, dat men in januari ook in Haarlem met een onderwaterjagers club gaat beginnen. In Amsterdam heeft men al 135 leden, en in Haarlem zit veel perspectief. Er zijn onder andere verschillende artsen, die de sport samen met de Amsterdamse dokter Hora Adema al lang beoefenen. De duikers vertellen veel aanlokkelijke dingen over hun sport. „In Vinkeveen heb ik eens tien minuten neus aan neus ge staan met een snoek" vertelt er een. En ondertussen bezint ir. Trippe-Burger zich op de wetenschappelijke mogelijkheden. Hij zal straks rapport uitbrengen aan pro fessor Glazema. de directeur van het In stituut voor Oudheidkundig Bodemonder zoek, die op de IJmuider Wijsmullerstei- ger 's morgens vroeg de Hector heeft af geduwd. Terwijl de hele reis door één ding in de bijzondere aandacht staat: de snert. De kok moet vele koppen volscheppen, en daardoor verdwijnen ook de laatste spo ren van de zeeziekte, die op de heenreis tegen wind de gelederen zo heeft gedund. Zowel bij duikers als bij journalisten. Bij de Wijsmullermannen heerst een goede stemming, omdai de „Cycloop" een job heeft op de Schelde, notabene in het operatieterrein van Smit. Maar die goe de stemming is er ook bij de anderen. Want al is de Brittenburg (nog) niet ge vonden, het is toch een bijzondere dag ge- geweest. Ze staan weer in hun colbertje, Hans Toenbreker, Hidde Hora Adema en Geor ge Arends van de eerste ploeg en Joop van Horn, Jozef Bar-Pereg en ir. Ruiten beek van de tweede ploeg. Maar in hun ogen staat al weer het verlangen naar nieuwe avonturen. Al is het dan niet tus sen paal 86 en 85, maar misschien in heer lijke warme oorden. Het liefst bij Haifa, nietwaar Jozef? Advertentie Hofdijkstraat 32 - Haarlem - Tel.12181 Showroom: Wagenweg 104-Tel 12730 COMPLETE KEUKENINRICHTING Medio maart volgend jaar zal in het Vredespaleis te Den Haag een conferentie worden gehouden, op verzoek van Neder land van de landen, die betrokken zijn bij het verdrag van de weerschepen op de Noord-Atlantische oceaan ten behoeve van de luchtvaart. In 1946 werd in Londen de eerste bijeen komst gehouden om een weerschepensche- ma op te zetten, dat zou voortspruiten uit het toen bestaande net voor de mili taire,- en burgerluchtvaart. Weerschepen op de Noord-Atlantische oceaan waren no dig, omdat men reeds in de eerste jaren na de oorlog begonnen was met trans atlantische diensten van vliegtuigen tus sen Amerika en Canada enerzijds, en Europa anderzijds. Op de Londense conferentie werden der tien stations voor weerschepen geprojec teerd, waarbij Nederland en België een station, gelegen op 47 graden n.b. en 15 graden westerlengte (Golf van Biscaje) voor hun rekening namen en daarvoor twee schepen bij toerbeurt hebben ingezet. Het verdrag was voor drie jaar geldig en de bijdragen der lande- voor het net van deze dertien stations werden vastgelegd volgens het aandeel, dat de luchtvaart maatschappijen van die landen in het noord-atlantisch verkeer hadden. In 1949 werd te Londen een tweede con ferentie gehouden, waarbij het aantal sta tions van dertien tot tien werd geredu ceerd, hetgeen men voldoende achtte. We derom werd het schema voor drie jaar vastgelegd met de mogelijkheid van ver lenging bij protocol. België zou in den vervolge uitsluitend een financiële bijdra ge leveren, Nederland zette twee weer schepen in en kreeg, aangezien men meer deed dan volgens het aandeel in het ver keer eigenlijk noodzakelijk was een finan ciële vergoeding. De twee schepen, de „Cumulus" en de „Cirrus", deden dienst op drie plaatsen, namelijk in de buurt van IJsland, bij de Golf van Biscaje en ten westen van Ierland. Het akkoord van 1954 Dit weerschepenverdrag werd verlengd tot 30 juni 1954. Maar in het jaar daar voor was reeds in Brighton de derde con ferentie tezamen geroepen om een herzie ning van het verdrag voor te bereiden. De twintig landen, die in Brighton aanwezig waren, konden op financieel en admini stratief gebied geen overeenstemming be reiken. In februari 1954 werd in Parijs de vierde bijeenkomst gehouden en op deze conferentie werd men het eens. Het aan tal stations voor de weerschepen werd tot negen teruggebracht. Bij de berekening der financiële verplichtingen der landen deed een nieuw element zijn intrede: de bijdra gen der verschillende landen werden niet meer uitsluitend berekend naar rato van het aandeel in het trans-atlantisch lucht verkeer, maar in den vervolge werden ook de niet-op-de-luchtvaart betrekking hebbende baten, zoals die voor de weer voorspellingen ten behoeve van landbouw en visserij, bij het bepalen van ieders aan deel in de berekening betrokken. Neder land bleef twee weerschepen exploiteren, die verschillende reizen zouden uitvoeren naar vijf stations, nl. een ten westen van de Noorse kust, ongeveer ter hoogte van Bergen, twee stations ten Westen van Ier land, e e n in de buurt van IJsland, en een bij de Golf van Biscaje. Het verdrag loopt tot 30 juni 1960. Financiële bezwaren Nederland heeft het initiatief genomen voor een nieuwe conferentie omdat ons land de financiële bepalingen niet hele maal aanvaardbaar meer acht, voorna melijk ten aanzien van de verdeling dei- verplichtingen tussen de varende landen (waar Nederland bij hoort) en de niet-va- rende staten (contribuanten), die niet meer reëel is, volgens het Nederlandse standpunt. In Europa hebben Nederland (2 sche pen), Frankrijk (2), Noorwegen en Zwe den (tezamen 2) en Groot-Brittannië (4) schepen ingezet en de Verenigde Staten en Canada tezamen 11. De niet-varende landen, die dus wel betrokken zijn bij het trans-atlantisch luchtverkeer en in het weerschepenverdrag alleen een financiële bijdrage leveren, zijn Australië, België, Denemarken, Duitsland, Ierland, Portu gal, Cuba, Columbia, IJsland, Israel, Ita lië, Zwitserland en Spanje. (Van onze Haagse redacteur) In de ongeveer honderdvijftigduizend verkeersongelukken, welke in Nederland per jaar gebeuren, met hun gemiddeld zestienhonderd doden, vijftienduizend ern stig- en vijfentwintigduizend lichtgewon den, schuilt een zekere wetmatigheid om dat volgens de wetten der waarschijn lijkheid een zeker percentage van con flictmogelijkheden noodzakelijkerwijs ge realiseerd wordt. En ook in de oorzaken ligt meestal eenzelfde percentuele inde ling naar de aard ervan ten grondslag. Zo wordt al enige jaren lang 85 pet. der verkeersongelukken veroorzaakt door fou ten van het rijdend verkeer, zes percent door die van voetgangers, één percent door gebreken van het voertuig en een kleine vier percent door slippen en dergelijke. Ook de verhoudingscijfers voor de leef tijdsopbouw der slachtoffers en de soort van de ongevallen blijven gelijk. Zo komt de omschrijving „door paard en wagen overreden" alleen voor bij de kinderen beneden veertien jaar; „door tram over reden" is echter een ongevalsgroep wel ke men alleen bij de boven-vijftigjarigen aantreft. Duidt het eerste feit vooral op het gevaar dat spelende kinderen op straat treft, het tweede wijst in de rich ting van de mindere behendigheid dei- ouderen. De directeur Wegen en Verkeer van de A.N.W.B., de heer A. G. M. Boost, heeft woensdag op een overwegend door ver- keersdeskundigen bezochte bijeenkomst van het Contactcentrum op voorlichtings- gebied te Den Haag betoogd, dat men van deze gegevens uit moet gaan om tot een gerichte en systematische voorlichting te komen over het verkeer. Gelukkig is er een zekere aanpassing van de mens aan de levensomstandigheden en ook missen de krachten, die het verkeer in toom hou den hun uitwerking niet: voorschriften, handhaving daarvan en bestraffing, tech nische verbetering van de weg en het voertuig, opvoeding en voorlichting. Wa ren deze ten goede werkende krachten er niet geweest, dan zouden de ongelukken- cijfers er nog veel rampzaliger uitzien. Tussen 1932 en thans ;s het aantal motor rijtuigen immers vervijfvoudigd, maar de verhouding van het aantal doden tot het aantal auto's en motorfietsen daalde met zestig percent van 45,5 tot 17,5, waarbij men nog bedenken moet, dat de bevolking in die tijd met drie miljoen toenam en er anderhalf miljoen fietsers en negenhon derdduizend bromfietsers meer op de weg kwamen. Advertentie Doelstraat 39 Haariem Tel. 15232 LINNEN en CRÊPE PLAKBAND HAMBUR G(UPI) Een Duitse vis sersboot is woensdagochtend ter hoogte van het Oostfriese eiland Langeoog in aanvaring gekomen met het wrak van het dinsdag gezonken Turkr schip „Tanar", en onmiddellijk gezonden. De bemanning is door passerende scheoepen overgeno men. De „Tanar" is dinsdag gezonken na een aanvaring in de mist met het Russische schip „Kharkov". De vissersboot is tegen de masten van het gezonken schip geva ren. De heer Boost stelde voorop, dat alles wat wij beginnen ten behoeve van het ver keer gebaseerd dient te zijn op systema tisch onderzoek, analyse en bedrijfspsy chologie. Het is niet mogelijk „op ge voel" allerlei dingen te doen. Maatrege len moeten het publiek aanspreken en dus berusten op goede verkeersgewoonten en op zorgvuldige studie en analysering van de ongevallen per soort verkeersdeelne mers. Zo zou voor de jeugd het verplicht ver- keersonderwijs tot de middelbare school moeten worden uitgebreid, zouden er meer verkeersparken (waarin de jeugd de ver keersregels spelenderwijs kan leren toe passen) en speelstraten moeten komen. Voor de ouderen zou een populaire weg- code, zoals in Engeland bestaat, huis-aan- huis verspreid moeten worden, radio en televisie zouden meer kunnen doen op het gebied van de verkeersvoorlichting. Aan dacht moet worden besteed aan de vor ming tot goed automobilist, waartoe het rij-examen maar een grove zeef vormt. De verkeersdeelnemer moet voorts hoge eisen leren stellen aan de onderhoudstoe- stand van zijn voertuig en alles weten van remafstanden. vitale onderdelen, belading en verlichting. De weg moet in het belang van een vlot en veilig verkeer voldoen aan technische en visuele eisen. De te treffen maatre gelen moeten afgestemd zijn op rijprak- tijk, reactie van weggebruikers, berm vrees, misleiding en onduidelijkheden. Observatie en studie zijn daartoe nodig, met name met betrekking tot vormgeving van straat- en wegprofielindeling, kruis punten, wegdek en verlichting. De heer Boost herinnerde eraan, dat de A.N.W.B. door middel van verkeerstech nische leergangen, memoranda, documen- tatierapporten en het Tijdschrift voor ver keerstechniek adviezen verstrekt aan tweeduizend wegbeherende instanties. Een hevige ontploffing heeft de gas fabriek in Leerdam gedeeltelijk verwoest. De 52-jarige hoofdfitter K. Verdoorn kwam bij de ontploffing om het leven, drie van zijn collega's werden zeer ernstig ge wond. Een van hen, de 42-jarige G. van Aalst, is hedenmorgen overleden. Niet al leen Leerdam, maar ook Culemborg, IJsel- stein, Vianen en Schoonrewoerd waren op deze gasfabriek aangesloten. Men probeert thans door het aanleggen van noodleidin- gen de gaslevering te herstellen. Op het terrein van de fabriek was het een enorme ravage. Van huizen in de omgeving werden ruiten vernield en dakpannen weggevaagd. De Haarlemse rechtbank heeft vanmor gen een 31-jarige opperman uit Beverwijk veroordeeld tot zeven maanden gevange nisstraf met aftrek van het voorarrest en drie jaar intrekking van het rijbewijs. Hem is ten laste gelegd dat hij op 10 augustus van dit jaar 's nachts om een uur onder invloed met zijn auto in zijn woon plaats een voetganger heeft aangereden en is doorgereden zonder zich bekend te maken. Verdachte erkende tijdens de be handeling van de zaak dat hij die avond zes glaasjes citroenjenever en vier glazen bier had gedronken. Hij ontkende echter iemand aangereden te hebben. De officier van Justitie had een jaar gevangenisstraf met aftrek en vijf jaar ontzegging van de rijbevoegdheid geëist. Drie automobilisten die sneller dan de toegestane 50 km. hebben gereden, werden in hoger beroep veroordeeld. In alle drie gevallen had de officier van Justitie be vestiging van het vonnis van de kanton rechter geëist. Een 41-jarige caféhouder uit Den Haag kreeg nu 50 (eis 65), een 38-jarige tim merman uit Den Haag 40 (eis 50) en een 49-jarige ingenieur uit Bloemendaal 20 (eis 30). De laatste zou bij het in halen ongeveer 60 km. per uur hebben ge reden. Hij bestreed de juistheid van snel- heidsmeting die nog volgens een oude me thode was geschied. De methode is later gewijzigd omdat zij te onnauwkeurig bleek. De voorzitter van de Engelse Groep van de Bond van Bloembollenhandelaren de heer A. Warnaar, nam woensdagmor gen op de vergadering in „Treslong", Hillegom, de gelegenheid te baat om er zijn teleurstelling over uit te spreken, dat zo weinigen hem hebben gefeliciteerd met het succes van de strijd om de vrijma king van de invoer van bollen in Enge land. „Vier jaar heb ik tussen twee vu ren gestaan. Aan Nederlandse kant de nauw verholen critiek op de weinige voort gang, die het bestuur boekte bij de vrijma king en aan de andere kant de Engelse vrienden, die het mij kwalijk namen te vechten voor de opheffing van de invoer beperking". De exporteurs zijn met de schaarste aan bloembollen in het vooruit zicht echter niet in een hoerastemming. Het nieuws over de liberalisatie is op het ideale moment gekomen, vlak voor de verkoopperiode. De heer Warnaar ge loofde niet, dat er net als in 1950 weer na een jaar een contingentering zal ko men. Toen waren er bloembollen te veel, nu te weinig. Met het oog hierop meende hij dat het raadzaam is zichzelf grote be perkingen bij de verkoop op te leggen. „Als we bij deze schaarste net als in 1950 bijna vijfduizend ton meer gaan verko pen dan snijden we ons niet in de vingers, maar de keel af". De uitvoer moet rustig worden opgevoerd, zodat men op de bin nenlandse en de Engelse markt geen on gelukken maakt". De voorzitter bestreed de geruchten als zouden ingewijden hebben geweten dat de liberalisatie spoedig op komst was. Advertentie Bij een uiteenzetting over de liberalisa tie legde hij er de nadruk op, dat deze mi nimumprijzen een verhoging van de in voerrechten hebben voorkomen. Deze zou den met minstens tien procent worden verhoogd. Nu is er een regeling voor drie jaar getroffen, waarbij men ieder jaar veer onderhandelen kan. De prijzen zijn een compromis tussen Engelse en Neder landse voorstellen. Daarna vroeg men zich af hoe enig zin nig mens zulke prijzen kon maken. De voorzitter suggereerde dat men zich beter aan door een commissie voorgestelde leidraadprijzen kan houden. De voorzit ter beaamde dit en wees er tevens op, dat niet iedere Engelse koper blij is met de contingentering en dus de verkoper zal dwingen om te leveren, ook al is er geen bol te vinden. De Engelse bollenkwekers zullen zeer tevreden zijn met deze prijzen, want zij kunnen veel goedkoper telen. Men vroeg daarom een uitvoer van De heer C. J. van Til, actief lid van de Franse groep zag de toekomst wat som ber in, want ook Frankrijk zal de hoge invoerrechten (ook een soort contingente ring) vermoedelijk binnenkort verlagen. De vergadering was het er mee eens, dat men zal moeten trachten de onzinnige lange krediettermijn te bekorten. De be talingscondities zijn zestig dagen na fac tuurdatum en „wij zijn al tevreden als we het geld tien maanden later binnenkrij gen". Nu in de periode van schaarste is het de juiste tijd hierin verandering te brengen. Men zal volgend jaar al beginnen de termijn aanmerkelijk te bekorten. De zaken die groothandelskortingen krijgen zullen na 1961 geen korting meer krijgen als ze niet op tijd betalen. De scheepvaartcommissie, die de verla ding bewaakt, kreeg de suggestie om in de Engelse havens een controleur te zetten, zoals dat in Rotterdam het geval is. In Harwich worden bij voorbeeld zeer veel bollen gestolen. De reis van die haven naar Londen duurt soms veertien dagen. Men zal de suggestie bestuderen om de verzekeringsmaatschappijen in te scha kelen bij de controle bestuderen. Koeiendieven. De mannen die dezei dagen negen koeien uit een polder bij Purmerend hebben gestolen, zijn ge arresteerd. Het zijn een 32-jarige arbeider uit Enschede, een 27-jarige koopman uit Zwaag en een 24-jarige slagersknecht uit Zwaag. Zij hebben ook veediefstallen ge pleegd in Haren (Gron.) en Medemblik. Het vee werd vervoerd door een expediteur uit Glanerbrug, die echter te goeder trouw is geweest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 21