VOOR JULLIE Hoe een koning werd gekozen IN BAD P dè drank der Duitse DONDERDAG 24 DECEMBER 1959 Erbij PAGINA ZES LIZZY SARA MAY JONGE MENSEN DOOR FEUILLETON VOOR OOK HIER NOZEMS, MAAR te alleen maar op de adelaar en pro beerde op een punt te komen waar hij vlak boven hem kwam te vliegen. Dat lukte hem net op tijd want na enkele vleugelslagen van de adelaar voerde die het vogeltje op zijn rug mee de lucht in, zonder dat hij daar iets van merkte. Al gauw gaven een heleboel vogels het op. Het allereerst de paar mus sen en toen de spreeuwen, de lijsters, de eksters en nog vele anderen. De klei ne leeuwerik was een geduchte tegen stander. Die was het dan ook gewend steil de lucht in te vliegen om op grote hoogte zijn trillers te laten horen. Maar ook hij moest het ten slotte opgeven. De grote vogels vlogen door tot ze niet meer konden. Stuk voor stuk lieten ze zich met gespreide vleugels op de wind di'ijven, om uit te rusten en om een oogje in het zeil te houden of het verder wel eerlijk toe ging. EN EINDELIJK was er nog maar één vogel over en dat was de adelaar. Hij was erg moe, maar hij wou het met een zo groot mogelijke voorsprong win nen om te laten zien dat hij het waard was koning te worden.- Eindelijk liet ook hij zich drijven en keek voldaan neer op de uitgeputte vogels onder hem. En plotseling hoorde hij een piepstem metje dat riep: „Kijk, ik vlieg nog ho ger, ik ben nog lang niet moe." En wer kelijk zag hij een heel klein vogeltje dat steil omhoog vloog, hoewel het een beetje afdreef op de sterke lucht stroom. Het was zo klein dat de ade laar en de vogels die daar rond dre ven het na een poosje niet eens meer zagen. Maar plotseling kwam het naar beneden dwarrelen, schoot voorbij de stomverbaasde vogels en piepte: „Ik heb gewonnen, ik ben koning. Hoera! Ik heb gewonnen!" Dat maakte een eind aan hun ver starring. De hele zwerm liet zich zo wat naar beneden vallen en kwam daar natuurlijk veel eerder aan dan de klei ne koning. Ze begonnen een verward verhaal, waarvan niemand iets be greep. Het scheen dat er nog een ko ning uit de lucht moest komen, maar dat was een bedrieger en meer van dergelijke praat. In de lucht was niets te zien en men begon aan een algeme ne verstandsverbijstering van de gro te vogels te geloven. Misschien was de inspanning toch te veel voor ze ge weest. Maar nee, er werd een stipje zicht baar in de lucht, dat als een dwarre lend blaadje nader kwam. En toen het eindelijk goed zichtbaar werd kon nie mand zijn ogen geloven. Het was dat hele kleine vogeltje, dat zich met nie mand bemoeide en dat men nauwe lijks kende. T-Iet ging op een tak zitten en zei: „Ik heb het hoogste gevlogen. Ik ben koning." DE VOGELS waren zo verbaasd dat het wel een minuut stil bleef. Maar toen had ook iedereen wat te zeggen en was het lawaai oorverdovend. Het duurde wel een week voor ze tot een oplossing waren gekomen. Iedereen be greep dat het kleine ding onmogelijk zo hoog had kunnen vliegen. Men sprak het vermoeden uit dat één van de gro te vogels had geholpen, maar die ont kenden dat verontwaardigd. En waar om zouden ze het ook gedaan hebben. Het vogeltje wist zijn snaveltje goed te roeren en had de lachers vaak op zijn hand. De vele grappenmakers on der de vogels vonden het eigenlijk een reuze mop en gingen het vogeltje steun geven. Eindelijk kwam men tot over eenstemming. De adelaar werd natuur lijk toch koning. Maar het kleine vogel tje zou gedurende de drie wintermaan den mogen regeren en voortaan de ti tel Winterkoning dragen. Daar was iedereen tevreden mee. De meeste vo gels waren dan toch op reis en de rest had het te druk om door de winter heen te komen om zich over iets anders te bekommeren. En zo is het winterkoninkje dus aan zijn naam gekomen. E. Smulders Vóór Fritsje 's avonds slapen gaat, Dan mag hij fijn in bad. Hij maakt zijn lijfje en zijn bol En ook de vloer kletsnat. 't Is net een glanzend kikkertje, Zo springt hij van plezier. En als 't een poosje heeft geduurd, Zegt Mammie: „Kom eens hier". Maar Fritsje schudt héél hard van nee En wordt dan werk'lijk boos. Hij zegt: „Het water is zo fijn, Ik blijf hier nog een poos". Dan trekt Mama de stop eruit En roept: „Vlug lieve schat, Als al het water daaruit gaat, Verdwijn jij ook door 't gat". Marianne van Raait LANG GELEDEN vonden de vogels dat ze toch eigenlijk een koning moes ten hebben. Ja, maar hoe kwam je aan een koning? Daar moest over ver gaderd worden, zei de uil. En toen hij had uitgelegd wat vergaderen eigen lijk was, waren alle vogels het er mee eens. En toen het dan eindelijk zo ver was, werd het een enorme bijeenkomst, waar bijna alle soorten vogels waren verschenen. Het-was een getsjilp en ge kwetter van belang; niemand begreep wat er toch met die vogels aan de hand was. Dat er een koning moest komen daar waren ze het allemaal over eens. Maar wie moest er koning zijn? Er werden allerlei plannen geopperd, maar wat de een voorstelde vond de ander weer niet goed. De mussen wilden dat er over gestemd zou worden. Ze maakten met zijn allen zo'n ontzettend lawaai dat de andere vogels daar eindelijk maar in toestemden al was het alleen maar om van dat gekwetter af te zijn. De adelaar van wie trouwens het plan was uitgegaan dacht niet an ders dan dat hij gekozen zou worden; want was hij eigenlijk al niet de onge kroonde koning? Hij was dan ook erg verbaasd dat de mus Adelbert de mees te stemmen kreeg. Maar er zijn zo ont zettend veel mussen die een stem kun nen uitbrengen, dat het toch eigenlijk niet te verwonderen was. HIJ HAD MAAR één stem gekregen en die had hij zelf uitgebracht. Dat kon niet anders, want, er was geen andere adelaar aanwezig. En verder hadden de vogels ieder een koning van hun eigen soort gekozen. Het was allemaal erg vervelend, maar een mus als ko ning dat kon toch niet. Daarom ver zocht de adelaar om stilte en verkreeg die ook, met behulp van wat gieren, condors en andere grote roofvogels. Toen verklaarde hij dat deze stemming onwettig was. Hij kreeg enorme bijval, want haast alle vogels vonden dat ook en dus was de triomf van de mussen maar van korte duur. De adelaar zei toen dat hij een ander voorstel had een vliegwedstrijd. Dat was een royaal en eerlijk voorstel, dat zou iedereen moeten toegeven. Nu, daar vergiste hij zich in, want er brak een hels lawaai los van hon derden vogels die dat niet toegaven. Maar nu gingen de grote vogels de or de herstellen, en dat hielp. Gestemd werd er niet meer. De adelaar maakte de regels voor de wedstrijd bekend, en daarmee uit. Het was heel eenvou dig. Wie het hoogste vloog die had ge wénnen, en iédereen kon meedingen. EVEN LATER vlogen duizenden vo gels de lucht in: de zon werd er haast door verduisterd; en de kleinere vo gels, zoals vinken, sijsjes, roodborst jes, deden niet eens mee. Ze begrepen dat ze toch geen kans hadden. Alleen enkele mussen stegen mee op en wer den danig door het kleine grut uitge lachen. Natuurlijk waren er bij de klei nere trekvogels een heleboel goede vlie gers, maar omhoog vliegen was toch weer wat anders dan lange afstanden afleggen. Niemand had een heel klein vogel tje opgemerkt dat in de top van een hoge boom alles wat er gebeurde aan dachtig had gevolgd. Nu sloeg het zijn kleine vleugeltjes uit en was al een aardig eindje gestegen toen de vogel zwerm zich in beweging zette. Het let- Sekt is, volgens het handboek „Das Buch vom deutschen Sekt" van prof. dr. Helmut Arntz, een koolzuurhouden de, door alcoholische gisting, uit ivijn bereide drank. Een drank die tenmin ste 70 gram alcohol per liter bevat en in gesloten flessen bij een temperatuur van 20 graden celsius een koolzuur- druk von minstens drie atmosfeer be zitMaar Sekt is méér: men heeft het ook een heldere, fijn gegiste, pa relende wijn genoemd, die oud kan worden zónder te verouderen. En de Franse, 19-eeuwse diplomaat Talley rand noemde Sekt en champagne „uit dragers der beschaving!" De naam „Sekt" kwam. uit Spanje via een om weg naar Duitsland. De Spanjaarden van „vino secco", als ze het hadden over een harde, droge wijn. Die Spaan se wijn belandde in de veertiende eeuw via. Frankrijk (vin Sec, droge wijn) in Engeland, waar men het had over „sack". En in de zeventiende eeuw, tijdens de dertigjarige oorlog, kwam de „sack", aangevuld met eieren bijvoor beeld, in Duitsland, ivaar men het had over „der Seek". En tenslotte over „Sekt". Maar pas toen de Berlijnse toneelspeler Devriendt omstreeks 1825 het woord Sekt via Shakespeare-ver- talingen voor champagne gebruikte (hij was dol op champagne, ma.ar gebruikte daarvoor het Shakespeareaanse Sekt!) kwam Sekt er als synoniem voor „Schaumwein" in. De Duitse wet „er kende" het woord pas in 1925 Thans is Sekt een prima Duitse, soms een Franse wijn die een dubbele gisting heeft ondergaan en via een dosering met „likeur" (in oude wijn opgeloste Sektkandïs of kristalsuiker) een aparte smaak heeft gekregen. Het is géén pro- dukt uit de fabriek, maar het werk van een pure vakman. Een goede fles Sekt ondergaat ontelbaar veel behande lingen: van het mengen van edele wij nen tot de cuvée, tot het toevoegen van gist; van dit tweede gistingsproces (het eerste maakte het druivensap tot wijn!) tot het rijpen; van dit rijpingsproces tot het verwijderen van pist en vandaar tot de Sekt honderdenzestigmaal is een fles Sekt tijdens dit jarenlange proces in de hand genomen, gedraaid, op de kop gezet, ontdaan van gist, be waard en wat niet al. Pas na die 160 voorzichtige handelingen kan zo'n fles Sekt verkocht worden! Niet eerder De beste bereidingswijze is die waarbij de Sekt „op fles" gegist wordt. De flessen worden na jaren omgekeerd bewaard te zijn, gekoeld en „ontgist". Dat ziet men hier: de voorlopige kurk wordt verwijderd, waarbij gistings- gassen, een ijsprop Sekt en koolzuur ontwijken. Daarna wordt er een „do- sage" liqueur toegevoegd en mag de wijn nog een half jaar afrijpen. SEKT DE GOEDE, met de harde, parelende smaak voor kenners, is een drank met karakter die het in het moderne West-Duitsland gebracht heeft tot „elitevocht der genieters". Sekt, deze Duitse broeder van de Franse champagne, was enkele jaren geleden nog de ware elitedrank voor de bovenste top van Duitslands industrie en handel. Thans dringt hij door tot alle lagen der bevolking, die het aan haar welvaart verplicht acht te tonen dat de ruisende, schuimende drank er is voor iedereen, die 5 tot 15 mark voor een liter fles wil betalen. Want wie is thans niet in goeden doen in deze wonder-republiek der Bonner Duitsers, waarin Sekt mét ijskast, Volkswagen of Mercedes, de televisie- radio-grammofoon-kast en het mooie pak, de graad van wel vaart van jan-en-alleman, van fabrikant en 40 uur per week arbeidende werker aangeeft? Ongeveer 270 jaar geleden, aan het einde van de zeventiende eeuw, vulde de Benedictijner monnik en „keldermeester" van de abdij van Hautviïlers, Dom Pérignon, een reeks flessen met wijn die bijzonder zoet was. Kort daarna merkte hij, dat deze nog jonge wijn in de flessen een nagisting had ondergaan, waardoor koolzuur was ontstaan die de wijn mousserend had gemaakt. Dat was het begin van de roemruchte Franse champagneproduktie, die thans aan strenge regels is gebonden: de ware champagne komt. van druiven van een zeer bepaalde soort uit het departement Marne en dient afkomstig te zijn van wijn, die juist in dit gebied op flessen mousserend is gemaakt. En de druif, die deze wijn oplevert, is de beroemde pinot noir, een blauwe druif die een witte wijn geeft, daar alleen het sap van de druif gebruikt wordt, zonder de schil. De Fransen hebben hun champagne omgeven door een muur van verfijnde bepalingen, die in de Bondsrepubliek bepaald niet in deze mate gelden. „Stel je voor", vervolgde de dottore, „dat jullie met een jaar of achttien al geen kans op werk hadden. Dat zou dus betekenen: geen toekomst. Niet kunnen trouwen, hongerlijden, op de zak van je ouders leven die het ook niet al te breed hebben". WE ZWEGEN en wisten niet hoe we kij ken moesten. Alleen Alberto lachte. Hij snapte er natuurlijk niets van, omdat er Hollands gesproken werd. „Maar waarom wordt er dan niets voor hen gedaan?" vroeg Ivo. „Wat moeten we doen. als er alleen van bovenaf iets aan gedaan kan worden en als dat nagelaten wordt". „Maar er is hier toch een democrati sche regering", zei Jaap. IN DÈ WIJN- en Sektstad langs de Rijn, Linz, 25 km ten zuiden van Bonn, heeft men ons trachten in te wijden in de hoge kunst van het maken van deze edele drank, deze Sekt die geen champagne is omdat champagne van de hellingen van de Marne en de Vesne komt; omdat champagne nobeler heet te zijn; omdat champagne iets anders smaakt, kwalitatief overigens, vol gens de Sektkenners, niet veel boven de Sekt staatDe Bondsrepubliek telt 110 zogenaamde „Sektkellereien" met als grote bedrijven Henkei, MM, Deinhard, Söhn- lein. Maar in Linz zweert men bij de Sekt van de Blumentahls wijnbrouwers met een reputatie van honderd jaar oud, die een paar jaar geleden met Sekt op de markt verschenen. Zij kochten in Frank rijk van de hellingen langs de Gironde, rond Bordeaux en nog enkele andere plaatsen, maar soms ook in Italië en zeker in het Moezelgebied, wijn met een hoge zuurgraad en weinig alcohol. De Rijn wijnen achtten zij te zwak van zuurgraad. Die Franse, Italiaanse en Moezelwijnen liggen in reusachtige vaten bij de Linzer Sektfirma opgeslagen in de donkere kel ders, die hier zijn gebouwd in de oude muren van deze Middeleeuwse Rijnstad. DE MAN, die ons door deze Linzer wijn spelonken rondleidde, kwam er openlijk voor uit: de duizenden liters wijn, die hier liggen en die de basis van de Sektfabrica- ge vormen, zijn geen „spitzenweine" al zijn ze van hoge kwaliteit. Want voor de Sektmeesters geldt toch voor alles: „Wenn ich einen guten Wein nehme, nur dann kann ich einen guten Sekt machen". Maar om dè goede kwaliteit gaat het niet: het gaat om de diverse soorten goede kwa liteit De wijnen van dit jaar, de 1959-ers, beloven uitzonderlijk goed te zijn. En toch moet de daarvan gemaakte Sekt in kwali teit ongeveer gelijk zijn aan de Sekt, ge maakt van mindere wijnenDit ge vecht met de kwaliteit, met de smaak van het publiek, is een enerverende strijd zon der einde. Daarom analyseert Blumen- tahl in Linz steeds weer zijn nieuwe wijnen tot het laatste element Hij begint, voor er nog van Sekt sprake is, het „ijzer" uit de wijn te trekken ijzer van de Franse en Moezel-wijnmolens, van metaaldelen, on vermijdelijk noodzakelijk bij het proces van druif tot wijn. In tegenstelling tot de champagnefabricage brengt de Sektma ker de jonge wijn niet op flessen. Waar de Fransen en ook enkele Duitsers de jonge wijn in de fles, door toevoeging van wat suiker, een nagisting laten ondergaan, waarbij het noodzakelijke koolzuur moet ontstaan daar doet men het te Linz in het groot, in tanks met eveneens suiker toevoeging, met een zelfde tweede gisting, waarbij eigenlijk ten tweede male, want bij het ontstaan van jonge wijn is dat reeds geschied uit suiker alcohol en koolzuur ontstaat. Waar men bij de wijnfabricage de koolzuur laat ontvluchten, daar houdt men hem hier stevig vast. In tanks van 15.000 en 18.000 liter! MAANDENLANG laat men deze „dub- belgegiste" wijn daarna liggen, diepge- koeld in de Linzer kelders, waar eens, vijf honderd, zeshonderd jaar geleden, mon niken en leken-wijnmeesters hun werk verrichtten. Tot 4 graden onder nul koelt men de wijn af om de wijnsteen uit het koolzuur te verdrijven. En pas veel latei- komt het grote geheim van iedere Sekt firma, aan de Sektfabricage te pas: een verfijnde likeursoort wordt aan de wijn toegevoegd om er de bijzondere Sekt- smaak aan te geven. Daarvóór echter on- Ja wel, zei de dottore, „wel een demo cratische regering, maar die is onderling te veel verdeeld om tot een goede leiding te komen. Er wordt te veel gekletst en te weinig gedacht..." „Maar moet u eens luisteren?" zei Ivo. „We gaan hier opgravingen doen. Zouden ze niet kunnen meedoen?" Dottore Alfredo lachte: „Kun je daarvan eten?" vroeg hij. „Neeheen", zei Ivo. „Dat niet maar..." „Je bent een brave jongen", zei de dot tore en hij klopte Ivo op zijn schouder. Ivo bloosde als een meisje. „Ik zal jullie eens een verhaal vertel len over de toestanden hier", vervolgde de dottore: „Meer naar het zuiden, zijn er nog hele dorpen die geen water, gas of elektriciteit hebben. De mensen zijn daar te arm om zich die luxe te kunnen permitteren... Ze zijn ook te arm om meer dan een kamer met een keuken te kunnen bewonen. De keuken dient voor salon, kamer, keuken enfin, men wóónt daar... In de andere kamer wordt geslapen, vaak met het vee.. Er zijn er zelfs die dat ook niet hebben, ik bedoel, ze hebben alleen die slaapka mer-keuken maar. En daar wonen heus niet alleen een man met zijn vrouw en kind. Nee, daar wonen de grootouders, de ouders, de kinderen en de schoonkinde- ren Enfin, op een nacht staat de grootvader op omdat hij iets buiten meent te horen. Hij baant zich in de duisternis een weg tussen de vele slaapplaatsen en op een slecht ogenblik zakt hij door de vloer. Grootmoeder hoort gekraak, roept haar man, krijgt geen antwoord en probeert in de duisternis haar man te vinden. Ook zij verdwijnt in het gat. Vader, moeder, kinderen en schoonkinderen volgen dezelf de weg. Nu kun je natuurlijk lachen om dit ver haal, want het is een gek verhaal, maar toch moet het je tot nadenken stemmen, want zo is het eigenlijk in heel Italië. In plaats van verbeteringen aan te brengen, vallen ze steeds in hetzelfde gat..." We wisten niet wat we zeggen moesten. „Arrivederci" zei de dottore en weg was hij. „Je zou nog spijt krijgen dat je naar Italië gegaan bent", zei Ivo. „Zullen we espresso bestellen?" vroeg Alberto. „Daar knap je van op". „Het lijkt allemaal veel erger dan het is", probeerde hij ons op te kikkeren. Ónder het koffie drinken keken we naai de jongelui, die er toch heus niet zo be droefd uitzagen. Integendeel. Ze hadden een geweldig plezier. En toen opeens be gon het te onweren! Stel je voor, en een regen, een regen... en dat in Italië!! JOOST LACHT zich'naar om ons plan. Maar we hebben hem moeten beloven dat het eerste voorwerp dat we vinden voor hem zal zijn. ONDINE LEGDE haar ballpoint neer en staarde voor zich uit. Wat gek, dacht ze, nooit had ik gedacht dat je tijdens een vakantie zoveel narigheid te horen zou kunnen krijgen. Je ging toch uit om ple zier te maken.Misschien komt het door dat we ouder worden. Als kind gaan al die nare dingen natuurlijk aan je voorbij. Maar als je ouder wordt ga je beseffen dat het niet allemaal koek en ei is in de wereld. En toch wilde je graag volwassen zijn... Wat is het leven toch wonderlijk. SO NICE OF YOU to help me.zei Mrs. Sippy. Wat aardig van jullie om me te helpen. Helemaal niet, helemaal niet, wim pelde Ivo beleefd af. We vinden het ge weldig interessant. Ze hadden Mrs. Sippy de reden van hun ijver maar niet verteld. Straks was ze het niet met hun plannen eens en wat dan.. Kijk, zei Mrs. Sippy. We moeten deze kant uit. Ze wees naar links en liep voor hen uit een smal pad af dwars door een grote boomgaard van wijd uiteenstaande perzikbomen. Achter de tuin kwamen ze op een weide waar een ezeltje eenzaam stond te grazen. Overal lagen kleine en grotere rotsblokken en achter de weide begon een pad dat in zachte glooiingen tegen een berg opliep en verder achter de heuvels ver dween. Hier is het, zei Mrs. Sippy en ze wees op een grote kuil. Heeft u al iets gevonden? vroeg Jaap. (Wordt vervolgd) derneemt men met centrifuges alles om de zware, schadelijke stoffen uit de wijn te slingeren. En pas laat in het produktie- proces brengt men de Sekt in flessen een proces dat onder lage temperaturen geschiedt ter vermijding van koolzuurver- lies. Dat vullen van Sektflessen, dat ge schiedt in op Spoetniks gelijkende enorme apparaten, is een strijd tegen het koolzuur dat ontwijken wil. Waar de Fransen hun champagne in de fles enige jaren in oude mijngangen bewaren, daar gaat men er hier toe over na het proces van jonge wijn tot Sekt, de gevulde flessen in de Linzer kelders te bewaren. Want bewaren het lijkt het begin en eind van alles wat met wijn te maken heeft! Tienduizenden Sekt- flessen staan in de kelders van Linz: te wachten, te groeien, te worden tot Sekt Drieduizend of meer liters Sekt bevat elk van deze vaten in de enorme kelders, waar de wijn rijpt en zijn edele „bouquet" krijgt. van kwaliteit, soms een jaar en voor vele soorten twee jaar lang. Dan is de Sekt vol wassen, pas daarna komt de 2 kilo wegen de fles met het mousserende vocht, dat schuimt en bruist, op de markt. In negen van de tien gevallen als witte Sekt, een heel enkele kenner wenst een „Rotsekt", gemaakt van bepaalde rode Franse wij nen. Voor de Zuidduitsers maakt men Sekt die zoet is, voor de Noordduitsers Sekt die hard, droog isWant ieder gebied schijnt zijn eigen smaak te hebben! DE CHEF VAN DE Sektkellerei was ka rig met zijn mededelingen over de soort wijn, die hij voor zijn Sekt gebruikt en over de likeur, die hij later toevoegt fabrieksgeheim! Maar hij kon niet stoppen met zijn verhaal over de smaak van Sekt in het algemeen. „Ongeveer vijfenvijftig miljoen flessen maken alle Duitse Sekt kellereien thans", zei hij met overtuiging. „Nog een paar jaar: en Sekt, waarvan slechts 10 pet. wordt geëxporteerd, is doorgedrongen tot alle lagen der bevol king. En toch, meneer, Sekt is een edele drank, een elitedrank, een wijn die eigen lijk door enkelen, op een feestelijke avond dient te worden gedronken..." Hij voegde i het was half twaalf in de morgen al spoedig de daad bij zijn krachtige zakelij ke woorden en schonk ons zijn goede, zijn betere en zijn beste, zijn witte en zijn rode Sekt in fraaie glazen, waaruit deze go dendrank van het Duitse „Wirtschaftswun- der" onze keel binnenparelde Nooit tevoren is er in Duitsland zo veel Sekt gedronken als de laatste jaren. Te genwoordig drinkt, zo lijkt het, met de feestdagen iederéén deze Duitse „cham pagne". De produktie vertoont dan ook een snelle groei: 1954: 21,3 miljoen flessen, 1955: 27,9 miljoen, 1956: 35,3 miljoen, 1957: 42,4 miljoen, 1958: 49.7 miljoen flessen. De drank lijkt de stijging van de Duitse wel vaart precies aan te geven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1959 | | pagina 20