WENNEKER
WENNEKER
3i°/<
F. Domela Nieuwenhuis; apostel en halfgod
van het Nederlandse socialisme
Jn&jQTUVQ
WEKELIJKSE
ESPERANTO-CURSUS
Elfde les
Bejaarden spelen toneel
Wilt U
Nieuwe leider van
Leger des Heils
Friese Statenjacht is
aan reparatie toe
SPAAR VEILIG - SPAAR VOORDELIG
NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ
DONDERDAG 24 DECEMBER 1959
9
Kerkelijk Leven
Kerkelijk Nieuws
9ie Genever
[OUDE PROEVER
oude genever
Sleen wil geschorste
burgemeester houden
mooie witte tanden hebben,
gebruik dan IVOROLtandpasta
rente
tot f 30.000.-
EXPOSITIE IN MUSEUM FODOR IN AMSTERDAM
Domela in Beverwijk
W. Langeveld
Een even voorbeeldig als succesvol ini
tiatief op het gebied van vrijetijdsbeste
ding door bejaarden is afkomstig van dr.
Fred Eastman, een voormalig docent in
biografie en toneel aan het Theologisch
Seminarie van Chicago en thans woonach
tig in een christelijk bejaardencentrum te
Claremont in Californië.
Toen professor Eastman en zijn vrouw
in 1952 hun intrek hadden genomen in Pil
grim Place te Claremont, een tehuis voor
oud-predikanten, -zendelingen en andere
kerkelijke werkers, vroeg men hem en en
kele andere huisgenoten een kerstspel te
organiseren. Zij namen die uitnodiging aan
en dat is het begin geweest van een reeks
opvoeringen door bejaarden van niet min
der dan vijftig stukken, ten dele van be
roemde toneelschrijvers zoals Wilder, Fry
en Housman.
Dat dit riskante initiatief bijzonder goed
geslaagd is, is te danken aan het feit, dat
de initiatiefnemer, die zijn huisgenoten op
uiteraard zeer deskundige wijze regisseer
de de gevaarlijkste klippen, waarop to
neelopvoeringen van dilettanten (die bo
vendien nog extra door hun leeftijd waren
gehandicapt) gewoonlijk stranden, op vin
dingrijke wijze heeft weten te omzeilen.
Men zocht voor de bejaarde spelers dra
matisch sterke, maar in tijdsduur korte
stukken uit, in één bedrijf en van achttien
tot dertig minuten.
Voorts is het in Pilgrim Place niet nodig
dat de bejaarde spelers hun stukken uit
het hoofd leren; zij zitten in een halve cir
kel naar de zaal gewend op het toneel
en lezen hun rol. De spelers die geacht wor
den „op" te zijn, staan voor hun stoel,
zij die „off stage" zijn blijven zo lang rus
tig zitten. Om decors, die ingewikkeld, kost
baar en bij amateuruitvoeringen meestal
niet goed zijn. te vermijden pleegt men
tijdens de voorstelling slechts drie aan het
plafond bevestigde sterke lampen op de
spelers te richten. Wel zijn de spelers over
eenkomstig hun rol gekostumeerd. In
plaats van het halen en zakken van het
doek staat de regisseur voor het toneel
op, en geeft met het opheffen en neerla
ten van zijn armen het begin en het einde
van het stuk aan.
Dank zij een gedegen voorbereiding
elke nieuwe lezer ontvangt een stencil met
„Ten suggestions for drama group read
ers" en vele repetities zijn de opvoerin
gen volgens deskundigen een groot succes
geworden. Van de 250 tot. 275 bejaarden
hebben in de vijftig opgevoerde stukken
sedert 1952 in totaal 110 personen 170 ver
schillende rollen gespeeld. Hun gemiddel
de leeftijd was 75 tot 80 jaar. De door
gaans enerverende laatste tien minuten
vóór de aanvang van de uitvoering plegen
de spelers in gebed door te brengen.
„De zwarte Billy Graham"
Grote invloed gaat in Afrika uit van de
vijftigjarige neger-evangelist Nicholas
Bhengoe, die men „de zwarte Billy Gra
ham" noemt.
Bhengoe, kleinzoon van een Zoeloe-stam
hoofd en zoon van een predikant op een
lutherse zendingspost in Zoeloeland (het
noordelijk deel van de provincie Natal),
heeft gestudeerd in de Verenigde Staten
en voorts de landen van Europa bereisd.
Na een voorbijgaande neiging tot het mar
xisme en het communisme keerde hij tot
het christendom terug en trad als predi
kant in dienst van een „Assembly of God",
een beweging die aan de Pinkstergemeen
ten verwant is.
Verrassend is de „ontwapenende" in
vloed die Bhengoe met zijn preken op zijn
Afrikaanse toehoorders uitoefent. Hij
streeft naar geestelijke opwekking en wil
tot een christelijke levenswandel bekeren.
Als gevolg van zijn invloedrijke activiteit
bespeurt men vaak een aanzienlijke te
ruggang van het aantal misdaden.
Aan de aansporing tot zijn toehoorders:
„Geeft uw wapens af en levert uzelf uit
aan God," geeft men gewoonlijk onmid
dellijk gevolg, zodat bij zi.in bijeenkomsten
vaak bergen van steek- en slagwapens
worden opgestapeld. Ook gebeurt het, dat
Afrikaanse jongelui grote hoeveelheden
gestolen goederen bij hem afleveren.
Eveneens is het voorgekomen, dat Bhen
goe aan het slot van een meeting een man
die men al sinds lang probeerde op te spo
ren en aan te houden, naar de politie be-
geMdde.
Bhengoe waarschuwt met bijzonder gro-
Advertentie
maind tampons
*,'*V
het vertrouwde merk
geen verband - geen gordel.
Veilig - hygiënisch.
10 tampons
f. 1.20
Zonder
inbreng
systeem
f.l.-
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Sloten (Fr.) A. F. Verheule,
kand. te 's-Graveland.
Aangenomen naar Hoogeveen (vac. dr.
J. W. Beerekamp) M. van den Bosch te
Nigtevecht, die bedankte voor Ommen.
Bedankt voor Rhoon (2de pred.pl.) P.
Holst te Rotterdam-Charlois.
Geref. Kerken
Beroepen te Soest C. M. van der Loo te
Dordrecht te Wissenkerke W. F. Koelé,
kand. te 's-Gravenhage.
Beroepbaar: De classis Goes heeft, na
gehouden samenspreking, besloten ds. F.
van den Bos, tot voor kort predikant van
de Geref. Kerk (Vrijgemaakt) te Goes,
beroepbaar te stellen. Ds. v. d. Bos wil
gaarne de kerken dienen en een eventueel
beroep in overweging nemen. Zijn adres
is Tulpstraat 76, Goes.
Chr. Geref. Kerken
Beroepen te Aalsmeer J. M. Visser te
Dokkum.
Bedankt voor Huizen (N.H.) B. Bijleveld
te Noordeloos.
Vrjje Evang. Gemeenten
Aangenomen naar Oude Pekela D. J. van
Wijck te Gouda,
te nadruk voor een christendom, dat ten
gevolge- van de ongeloofwaardigheid van
zijn aanhangers een „loze noot" dreigt te
worden: „Wanneer de christenen in prak
tijk brachten wat ze predikten, zouden er
geen teleurstelling en geen vrees meer be
staan."
Anglicanen
De Anglicaanse kerk van Engeland heeft
een boek met statistische gegevens over
haarzelf gepubliceerd. Daaruit blijkt dat
de gemiddelde leeftijd van de 14.454 gees
telijken 56 jaar is en de gemiddelde leef
tijd voor bevestiging in het ambt 33. In
het noorden van Engeland is er één gees
telijke op elke 4.115 mensen en in het zui
den één op elke 2.919.
Ongeveer de helft der huwelijken in En
geland wordt volgens het ritueel van de
Anglicaanse kerk voltrokken en 66 per
cent van de veertig miljoen inwoners van
Engeland werden in die kerk gedoopt.
Het aantal van hen die met Pasen aan
het H. Avondmaal dèelnamen (dit wordt
als een fundamentele vereiste beschouwd
voor het lidmaatschap der kerk) is in de
laatste tien jaar geleidelijk toegenomen
tot bijna twee en een half miljoen gemeen
teleden. Minder gunstig is de medede
ling, dat van de 26 miljoen gedoopten
slechts negen miljoen als gemeenteleden
zijn aangenomen en bevestigd. „De bre
de kloof tussen hen die als lidmaten be
vestigd zijn en diegenen onder hen die vol
harden in trouw en gehoorzaamheid zal
de kerk van Engeland nog moeten over
bruggen," aldus de commentator op deze
getallen.
Advertentie
1'
WJTIUAIEURS BRAWBE*5
HlEDAM HOLL»"0
"lil
vraagt
uw slijter:
Commissioner R. Ahlberg, territoriaal
leider van het Leger des Heils in Neder
land, is door generaal Wilfred Kitching
per 28 januari aangesteld tot territoriaal
leider van het Leger des Heils in Zweden.
Hij zal zich tezamen met zijn echtgenote
in januari naar zijn nieuwe arbeidsterrein
begeven.
Kolonel W. F. Palstra
Met ingang van dezelfde datum is tot
territoriaal leider in Nederland aange
steld kolonel W. F. Palstra, de huidige
chefsecretaris.
De Provinciale Staten van Friesland
hebben de begroting voor 1960 aangeno
men. Een post welke nogal wat besprekin
gen uitlokte was die van ƒ22.000 voor re
paratiekosten van het Statenjacht.
Zes jaar geleden heeft het Friese be
drijfsleven dit jacht een fraaie boeier
aan het provinciaal bestuur aangeboden
en dit heeft er bij officiële bezoeken en de
ontvanest van relaties herhaaldelijk dank
baar gebruik van gemaakt. Het is echt ge
schikt om zoals gedeputeerde Hoogland
opmerkte „mensen waarvan je iets ge
daan moet hebben in een goede stemming
te brengen". De statenleden bleken over
tuigd te zijn van het nut van dit jacht,
maar de heer Falkena (V.V.D.) vond het
toch wel vreemd, dat voor deze boeier, die
destijds voor ƒ20.000 te koop was, thans
22.000 moet worden uitgegeven.
Gedeputeerde Hoogland (P.v.d.A.) ant
woordde dat zes jaar geleden door deskun
digen is verklaard dat de boeier in goede
staat verkeerde. Dat is helaas niet waar
gebleken. Het schip voldoet niet meer aan
de eisen die er aan gesteld kunnen worden
en een grondige reparatie zal noodzake
lijk zijn. Men kan natuurlijk moeilijk zeg
gen in hoeverre het jacht de tot nu toe be
stede kosten heeft opgebracht, maar dat
deze bijzonder gelukkige vorm van repre
sentatie de provincie voordelen heeft ge
bracht staat in ieder geval vast.
Na deze uiteenzetting gaven de heer
Falkena en ook de nadere statenleden hun
goedkeuring aan de post.
Burgemeester. Tot burgemeester van
Roosendaal en Nispen is benoemd de heer
J. P. Godwaldt, met gelijktijdig eervol
nntciag als burgemeester van Etten en
Leur.
De bevolking van de gemeente Sleen is
het niet eens met de schorsing van zijn
burgemeester. In het dorp zijn grote aan
plakbiljetten opgehangen, waarop staat:
„Wij willen onze burgemeester houden".
De bevolking wil met deze geste sym
pathie voor de burgemeester betuigen.
Toen deze indertijd 25 jaar zijn ambt be
kleedde, werd hem door de bevolking een
overweldigende hulde gebracht.
Er lopen geruchten in Sleen dat men
een „protestmars" naar Assen wil gaan
ondernemen.
Advertentie
Advertentie
Breng uw besparingen
naar de N. H. M. Onze
bank waarborgt u een
veilige belegging.
Wij zenden u op uw
verzoek of bij ontvangst
van de eerste storting
van minimaal f 250.- een
folder over deze spaar
rekening. U kunt ook
gireren op de post
rekening van een onzer
kantoren, onder vermel
ding „spaarrekening".
Kapitaal en open reserves f 126 miljoen
FERDINAND DOMELA NIEUWENHUIS, een naam die voor talloze Nederlanders
een begrip werd en dat voor de ouderen onder ons nog is; door velen veracht,
gesmaad, belachelijk gemaakt, voor anderen een aanbeden, soms verafgode leider,
een held voor wie men door het vuur ging, een man die de Nederlandse arbeiders
klasse wist te bezielen zoals geen socialistisch leider voor noch na hem. Hoe treedt
deze man ons thans vanuit zijn werken, de brieven, de foto's en de documenten,
die in het Museum Fodor te Amsterdam zijn tentoongesteld, tegemoet? Een tentoon
stelling over een mens, die zich voornamelijk schriftelijk en mondeling heeft uit
gedrukt is altijd, in vergelijking tot exposities van bijvoorbeeld beeldende kunst,
een hachelijke onderneming, omdat men een vrij gering contact krijgt met de levende
mens achter alle uitgestalde zaken. Deze immers kan men dan slechts leren kennen
door lezing en bestudering van de werken. Ook schuilt er in dit soort exposities een
snobistisch gevaar, vooral wanneer men nog levende figuren als onderwerp kiest.
Niets van dit alles echter op de Nieu-
wenhuis-tentoonstelling. Enkele reusach
tige foto's tonen ons deze grote Neder
lander in al zijn volharding die vaak in
koppigheid overging; in zijn stoere daad
kracht die aan het onvoorstelbare grensde;
in zijn koude ongenaakbare hartstocht
voor de zaak die hij diende; in zijn be
heersing, die ten dele een zekere gevoel
loosheid verborg. Men ziet hem er als
jong student in de theologie, met lang
haar, een fijne intelligente kop; men ziet
hem op gevorderde leeftijd met het hoofd
van een apostel, gegroefd door de slagen
die het leven en de strijd hem toebrachten.
Het is de kop van een ziener, maar tevens
van een mens, die verbeten en onplooibaar
vecht voor een zaak, die door steeds min
der mensen als de ware wordt gezien.
Maar het was voor deze bijna-arrogante
eenling onmogelijk ook maar het geringste
scheutje water in zijn anarchistische, wijn
te doen en evenmin kon deze geboren
leider andere leidinggevende krachten
naast zich dulden.
Zijn persoonlijk leven is van grote be
tekenis geweest vooral op jeugdige leef
tijd voor de ommekeer, die in zijn poli
tieke en maatschappelijke visie plaats vond.
Op 31 december 1846 werd Ferdinand ge
boren als zoon van dr. Domela Nieuwen
huis, professor aan het Luthers Semina
rium te Amsterdam. Ferdinand kiest, bij-
lom antaü la sepa ili estas pretaj. Kune
ili portas la pladojN, la telerojN, la saücu-
joN kaj la mangilojN al la kuirejo.
„Nu", diras Pacjo, „vi ankoraü havas
iom da tempo por ludi en la gardeno aü
sur la strato, sed unue Niko donu iom da
terpomoj al Mopso. Intertempe mi kune
kun la patrino purigos la mangilaroN kaj
poste. kioN mi devas fari poste, Karlo?"
„Rakonti, Pacjo, pri.... pri.... pri mu-
soj aü kunikloj!"
„Nu, ni vidos! Iru al la gardeno kaj ludu!
Mi vokos viN, kiam ni estos pretaj, car
ankaü Panjo satas audi la rakontoN".
Iom post la sepa la tuta familio sidas
en la cambro. En komforta seg'o sidas la
patro kaj sur la dekstra genuo sidas Karlo,
dum Niko trovis lokon sur la alia (klem
toon!). La patrino sidas en alia komforta
sego, kiam la patro komencas siaN rakon
toN.
Jakobo estis malgranda knabo. Li havis
ses jarojN kaj li logis en malgranda vila
go. Vilago ne estas urbo. En la urboj la
domoj estas altaj kaj ili staras unu kon-
traü la aliaj (klemtoon!), fenestro apud
fenestro, "pordo apud pordo kaj kune ili
faras longajN stratojN. En vilago la do
moj staras aparte kaj oni povas iri cirkaü
preskaü ciu domo En vilago ankaü ne es
tas multaj stratoj kaj en la stratoj vi vidas
multajN arbojN kaj nur malmultajN kaj
malgrandajN butikojN.
Nu, en tia vilago logis Jakobo, la ses-
jara knabo. Malantaü la domo estis gran-
da gardeno kun muite da legomo kaj bel-
koloraj floroj staris apud la domo.
Taalregels.
56. We kennen nu de getallen tot en met
twaalf. Hier volgt de rest.
dek tri dek kvar enz. dudek.
tridek kvardek kvindek cent.
cent unu cent du cent dek cent
dudek cent naüdek naü ducent.
mil (duizend) dekmil cent.mil
miliono.
1959 is dus mil naücent kvindek naü.
57. Naast de hoofdtelwoorden, die we nu
kennen, zijn er ook rangtelwoorden, die
zeggen de hoeveelste we bedoelen.
la unua (klemtoon!) tago de la jaro
de eerste dag van het jaar.
la tria domo en la strato.
kioma horo estas? hoe laat is het?
(eigenlijk: het hoeveelste uur is het?).
58. -ar- is een achtervoegsel, dat een
aantal gelijksoortige dingen bijeenvoegt tot
een nieuw begrip.
mangi mangiloj (messen, vorken, le
pels) mangilaro (eetgerei),
sipo siparo vloot,
safo schaap safaro een kudde
schapen.
59. La patro komencas siaN rakontoN.
Dat -sia- gebruiken we alleen bij li, si,
gi en ili. Dat zal u duidelijk worden als
u de volgende zinnetjes bekijkt.
Mi legas en mia libro (dat is duidelijk
en niet verkeerd te verstaan).
Vi legas en via libro (dat is ook duide
lijk).
Li legas en lia libro. (Dat is niet duide
lijk, want het kan zijn eigen boek zijn,
maar ook dat van een andere -li-. Is nu
het boek van hem zelf. dan zeggen we ter
wille van de duidelijkheid: sia. Dus: li
legas en sia libro.
Let dus even goed op het verschil:
La sinjorino sidas sur sia sego (haar
eigen).
La sinjorino sidas sur sia sego (die van
een andere dame).
Vertaling.
Even voor zevenen zijn ze klaar. Samen
dragen ze de schalen, de borden, de saus
kom en het eetgerei naar de keuken.
„Nu", zegt Vader, „hebben jullie nog even
tijd om in de tuin of op straat te spelen,
maar eerst moet Niko nog wat aardappels
aan Mops geven. Intussen maak ik met
moeder het eetgerei schoon en daarna....
wat moet ik daarna doen, Karei?"
„Vertellen, Paps, over.... over.... over
muizen of konijnen!"
„Nou, we zullen (wel eens) zien! Ga
(maar) naar de tuin en speel. Ik zal jullie
(wel) roepen, als we klaar zijn, want ook
Mams wil het verhaal graag horen". Even
over zevenen zit de hele familie in de ka
mer. Vader zit in een gemakkelijke stoel,
op zijn rechter knie zit Karei, terwijl Niko
plaats heeft gevonden op de andere. Moe
der zit in een andere gemakkelijke stoel,
als Vader zijn verhaal begint.
Jakob was een kleine jongen. Hij was
zes jaar oud en woonde in een klein dorp.
Een dorp is geen stad. In de steden zijn
de huizen hoog en ze staan tegen elkaar
aan, venster naast venster, deur naast deur
en samen maken ze lange straten. In een
dorp staan de huizen apart en kan men
om bijna ieder huis heen lopen. In een
dorp iijn ook niet veel straten en in de
straten zie je veel bomen en maar weinige
en kleine winkels.
Nu, in zo'n stad woonde Jakob, het zes
jarige jongetje. Achter het huis was een
grote tuin met veel groente en mooi ge
kleurde bloemen stonden vlak bij het huis.
Oefeningen.
38. Vertalen.
wie loopt? wat komt?
wie lopen? wie komen?
wat ligt? wat rijdt?
wie ligt? wie rijdt?
ligt hij? rijdt zij?
wie zitten? rijden zij?
wie vertelt?
wie vertellen?
vertelt vader?
wat gebeurt?
gebeurt het ongeluk?
wie vallen?
39. Vertalen. (Het kruisje waarschuwt,
dat er een -n- ingevuld moet worden).
Wie komt thuis? (richtings-n!). Vader
gaat in een gemakkelijke stoel zitten. X
Hij leest de krant. De krant is het avond
blad. Moeder werkt in de keuken. Speelt
Vader met de kinderen? Ja, hij loopt voor
de kar. X Hij trekt beide jongens. X Wie
drinkt thee? X Wie drinken limonade?
Heeft Moeder veel werk in de keuken? Om
half zes gaat moeder aan het werk (ge
bruik hier -ek). De hond ligt in de mand
en luistert. Laten we met de kar spelen.
40. Vertalen.
Ik drink uit mijn glas.
Jij drinkt uit jouw glas.
Hij drinkt uit zijn eigen glas.
Mijn zusje drinkt uit haar eigen glas.
Karei drinkt uit zijn glas (van Niko).
Moeder drinkt uit haar glas (van een
vriendin).
Zij drinken uit hun (eigen) glas (pas op:
glazen).
Ik zit in mijn kar.
Wij zitten in onze kar.
Jullie zit in jullie kar.
Hij zit in mijn kar.
Het meisje zit in haar (eigen) kar.
Niko zit in zijn (eigen) kar.
Niko zit in zijn kar (van Karei).
Zij zitten in hun karren (van een ander).
41. Zinnetjes maken. Wij geven het
hoofdtelwoord en u maakt een zinnetje
met het bijbehorende rangtelwoord. Net
als in het voorbeeld.
du la dua glaso da limonado staras
sur la tablo.
tri
kvar
kvin
ses
sep
ok
naü
dek
42. Nogmaals de -N-. Leg het recept uit
les 5 er maar naast.
En la cambr- mi vidis la malgrand-
Karl- sur la dekstr- genu- de la patr-.
La du knabo- iras kun la patrin- al la
kuirej- por trinki glas- da limonad-.
Kie iras la knab- kun la cilindr- capel-
sur la kap-?
La patrin- vidas la du knab- en angul-
de la garden-.
Leest u wel trouw uw verhaaltje en pro
beert u het na te vertellen?.
na vanzelfsprekend de studie in de theo
logie en preekt reeds op 22-jarige leeftijd
te Harlingen. Hij behoort nog in zijn stu
dententijd tot de „moderne richting" onder
invloed van de lezing van Strauss en
Feuerbach. Reeds te Harlingen kan men
voortekenen zien van een ontwakend radi
calisme, waardoor hij het herhaaldelijk
aan de stok kreeg met de kerk. Domela
spreekt van een door hem aangehangen
humanisme, en hij meende dat de kerk
tot eerste taak had het bevorderen van de
materiële en geestelijke welvaart van de
arbeidersklasse. In 1872 sterft zijn eerste
vrouw, Johanna Lulofs, waarmee hij pas
twee jaar in de echt verbonden was, in
het kraambed. Reeds dan schrijft Nieuwen
huis aan een vriend aan de goddelijke
rechtvaardigheid te twijfelen. Deze twijfel
zal in 1879 leiden tot de uittreding uit de
kerk. Zo ergens, dan is hier de mens
Domela op de tentoonstelling reëel aan
wezig. Uit de geëxposeerde brieven kun
nen wij de worsteling volgen, die tot deze
vergaande stap voerde. Maar in zijn ge
schrift: „Mijn afscheid van de Kerk" rept
hij nog met geen woord van zijn nieuwe
beginselen, ook al wezen vele van zijn
preken in deze richting en al had hij in de
winter van 1878/'79 in „De Werkmans
bode" zijn bekende „Sociale Brieven" ge
publiceerd. Op 1 maart 1879 richtte hij het
eerste socialistische orgaan „Recht voor
Allen" op, daar „De Werkmansbode" lang
zamerhand geheel in werkgevers-vaar
water was gekomen.
Veroordeling
Vele moeilijkheden en persoonlijke te
genslag de eerste drie vrouwen van
Nieuwenhuis stierven allen in het kraam
bed hebben hem getroffen. Vooral zijn
veroordeling wegens majesteitsschennis ge
pleegd in een artikel in „Recht voor Al
len", tot een jaar gevangenisstraf treft
hem zwaar. Het is niet zeker of het artikel
nu wel of niet door Domela werd geschre
ven, want niet iedereen accepteert dat
Boelens, die zich aanmeldde als auteur van
het anonieme artikel, dat ook werkelijk is.
De rechtzitting van 10 juni 1886 werd in
„Recht voor Allen" op de volgende manier
aangekondigd:
„Anti-Sociaaldemokratische Bond (goed
gekeurd bij de wet van 18 April 1827,
Stbl. no. 20) Groote Openbare Vergade
ring cp Donderdag 10 Juni 1886, des mor
gens ten tien ure, in het lokaal Vijver
berg no. 3, te 's-Gravenhage. Onder
werp: „Rood of Oranje? of Liefde en
Eerbied op hoog bevel!" Sprekers: F.
Domela Nieuwenhuis en C. Croll. Entrée
vrij. Beperkte diskussie."
In 1888 wordt Domela eigenlijk con-
tre-coeur gekozen als lid van de Tweede
Kamer voor het kiesdistrict Schoterland.
Hij zal maar drie jaar Kamerlid zijn en
ontplooit daarin ook wel activiteit. Maar
zijn kracht ligt niet in de parlementaire
strijd. Men schuwt hem daar als de pest.
De koning weigert de Staten-Generaal te
openen als Domela daar aanwezig is! Al
leen de anti-revolutionaire minister Keu-
chenius toont meer waardering. Voor het
parlementaire werk miste Domela het
noodzakelijke zintuig en het lukte hem ook
niet over de hoofden van Kamerleden en
ministers heen tot het volk te spreken. Dit
trouwens was Domela hoe vreemd het
ook mag klinken helemaal niet in sterke
mate gegund. Van zijn speeches, in einde
loze reeksen gehouden, van zijn honder
den artikelen en van zijn boeken gaat een
bezielende kracht uit, maar zijn instelling
is negativistisch, critisch en afbrekend.
Zijn felle redevoeringen zijn uiterst ge
schikt om de werkmansklasse uit haar
doffe berusting en diepe ellende te doen
Tijdens het pastoraat van Domela
Nieuwenhuis te Beverwijk van 1871
'75 sprak hij zich niet alleen uit voor
de onafhankelijkheid van de koloniën,
maar hij stichtte ook een weekblad
waarin hij deze opvatting en die op tal
van andere gebieden publiceerde. Het
weekblad „Kennemerland" richtte hij
in 1873 in samenwerking met enkele
middenstanders op, in concurrentie met
een vanuit Krommenie verspreid blad
„Het Kanton Beverwijk". Hoewel de
meeste stxikken in „Kennemerland"
niet ondertekend zijn is het wel zeker,
dat Domela Nieuwenhuis het weekblad
vrijwel in zijn eentje vulde. Uit dit or
gaan is het thans nog verschijnende
Dagblad voor Kennemerland geboren.
Het affiche voor de expositie F. Dome
la Nieuwenhuis in museum Fodor in
Amsterdam. De thans in Frankrijk
woonachtige Cesar Domela Nieuwen
huis maakte, sterk geïnspireerd door
de beginselen van de Stijlgroep, dit
profiel van zijn vader in 1923.
ontwaken; zij ontsteken dat stormachtig
enthousiasme, dat tot misschien wel de
felste Nederlandse betogingen der moder
ne geschiedenis heeft geleid. Maar hij
geeft zijn aanhangers weinig van een die
per fundament, weinig wetenschappelijks
mee. Niet omdat hij dat niet kon (hij
bewerkte en populariseerde „Het Kapitaal"
van Marx), maar omdat zijn karakter hem
dwong tot ageren en omdat zijn overtui
ging hem noopte een andere weg te gaan
dan de sociaal-democratische.
De breuk
In 1897 volgt zijn breuk met de Socialis-
tenbond en in 1898 legt hij de redactie
van „Recht voor Allen" neer. Op 2 april
verschijnt „De Vrije Socialist". Domela
Nieuwenhuis blijft onbuigzaam en kiest
de weg van het anarchisme. Hoeveel ver
bittering, hoeveel strijd is hiervan het ge
volg geweest. Van modern gezichtspunt uit
heeft zijn houding het socialisme in zekere
zin in Nederland niet bevorderd. Vooral
zijn koppige onthoudingspolitiek, waardoor
duizenden niet deelnamen aan politieke
actie noch verkiezingen, heeft de opkomst
van het socialisme in strijdbare, georgani
seerde vorm vertraagd. Dit neemt niet
weg, dat de mens Domela Nieuwenhuis,
zoals wij met hem kennis kunnen maken
in Fodor, ons (opnieuw) overtuigt van de
betekenis van deze felle, diep menselijke
man, die door de kracht van zijn persoon
lijkheid bij zijn felste tegenstanders nog
respect afdwong. Dit bleek ook bij zijn uit
vaart te Amsterdam op 22 november 1919
(nu dus ruim 40 jaar geleden), een der aan
grijpendste gebeurtenissen uit de geschie
denis van de Nederlandse arbeidersklasse,
waarbij duizenden op de been waren om
„hun" Domela de laatste eer te bewijzen.
Toen waren de scherpste kanten van de
tegenstellingen ook al afgesleten en de eer
ste grote resultaten geboekt Onder invloed
van zijn werk zijn die sociale verbeterin
gen gebracht, die voor talloze jongeren
volkomen natuurlijke zaken zijn. Mogen
zij op deze tentoonstelling ervaren hoeveel
hiervoor geleden is. De tentoonstelling
duurt tot 25 januari 1960.
De tentoonstelling in Museum Fodor is
georganiseerd door het Domela Nieuwen-
huis-Fonds, dat in 1914 in het leven werd
geroepen om Domela financieel te steunen.
Na zijn overlijden werd het Fonds een
Stichting om de nagelaten betrekkingen
van Domela te helpen. Daartoe droegen
ruim tienduizend arbeiders gedurende een
jaar 10 ct. per week bij. Nadat mevrouw
Domela Nieuwenhuis was overleden werd
de rente van het kapitaal gebruikt voor een
instelling ter nagedachtenis van Domela
Nieuwenhuis. Deze instelling is de als
museum ingerichte werkkamer van Domela
met de bibliotheek en schriftelijke na
latenschap. In het begin van de tweede
wereldoorlog is het gehele kapitaal van
het Fonds door mr. M. M. Rost van Ton
ningen in beslag genomen. Dit kapitaal is
na de oorlog slechts ten dele gerestitueerd,
daar de Raad voor het Rechtsherstel van
mening was dat alles legaal was toegegaan.
Het Fonds is van mening dat aan hem geen
recht is gedaan. Aan het eind van 1958
heeft het Fonds de bibliotheek en het ar
chief in langdurig bruikleen afgestaan aan
het Instituut voor Sociale Geschiedenis te
Amsterdam, waarvan een der kamers als
museum is ingericht.