9 m 9 m m m '9\ m m M W Mi ml Naar Tuindorp Oostzaan Erbij Schaken jjf 'WsAiiWë Dammen IP üf 9 lm ÜP IP m 8 i pp 8 B H H Hü jjjj IS jjj p u H Bridge IfP^ ife l||P^ x Üf ui H I jfj •ft'9 B u J§§ B 1 j|Ü Hf ÜH m 1 jgj Ï3 m Is ÜP ,/v; H FEUILLETON VOOR EEN HOTEL VOL MENSEN JONGE MENSEN DOOR LIZZY SARA MAY Konlmö Kila Verborgen plaatsen ZATERDAG 23 JANUARI 196 0 PAGINA 7i« 3 Het zojuist beëindigde Hoogoventoernooi heeft weer tal van boeiende partijen op geleverd. Enkele daarvan zullen wij in deze rubriek bespreken. Ditmaal de ontmoeting DonnerMata- novic uit de laatste ronde. De Joegoslaaf kon door een overwinning nog op de ge deelde eerste plaats komen en speelde daarom met. zwart scherp op winst. Daar bij verloor hij de eigen veiligheid even uit het oog. Donner profiteerde er onmiddel lijk van door een vlijmscherpe combinatie welke tot onafwendbaar mat leidde. Wit: Donner; zwart: Matanovic. (Nimzo —Indisch): 1. d2-d4 Pg8-f6, 2. c2-c4 e7-e6, 3. Pbl-c3 Rf8-b4. 4. e2-e3 c7-c5, 5. Rfl-d3 0-0. 6. Pgl-f3 d7-d5, 7. 0-0 Pb8-c6, 8. a2-a3 Rb4xc3, 9. b2xc3 d5xc4, 10. Rd3xc4 Dd8-c7, 11. Rc4-b5 Tf8-d8. Een nieuwe zet in deze stelling, die o.m. ook ontstond in de re cente partij Donner—Clarke tijdens de jongste landenwedstri.id tegen Engeland. Clarke speelde toen 11. b6. De tekstzet lijkt een verbetering. 12. Tfl-el a7-a6, 13. Rb5-d3 e6-e5. 14. Ddl-c2 b7-b5. Volgens Donner was hier 14. Dd6 nog sterker. Zwart dreigt dan op d4 te slaan, terwijl wit zijn ontwikkeling moeilijk kan vol tooien. Als dit alles juist is. zullen wit's lie en 12e zet op de helling moeten. 15. Pf3xe5 Pc6xe5, 16. d4xe5 Dc7xe5, 17. f2-f3 c5-c4. Een begrijpelijke voortzetting, omdat pion c3 nu op zwart geblokkeerd wordt en zo doende de werkingssfeer van Rel inperkt. Onze nationale kampioen was echter van mening, dat 17. Re6 benevens Rc4 de voorkeur verdiende. Na afruil op c4 zou zwart op d3 binnendringen. 18. Rd3-fl Pf6-d7. Zwart laat geen gras groeien over zijn plan. een paard op b3 te nestelen. 19. e3-e4 Pd7-c5. 20. Rcl-e3 Pc5-b3, 21. Tal- dl Rc8-b7, 22. Tdlxd8f Ta8xd8, 23. Tel- dl Td8xdl, 24. Dc2xdl De strategische lijn is nu duidelijk; Pion a3 zal op den duur niet houdbaar zijn, waarna de zwarte pionnenmacht. op de dame-vleugel zeer gevaarlijk wordt. Daar tegenover beschikt wit over twee bijzon der sterke lopers, terwijl het zwarte paard voorlopig inactief staat. In een dergelijke ..tweesnijdende" situatie wint gewoonlijk de sterkste speler. 2 4De5-e7, 25. Kgl-f2 Tegen het onaangename f7-f5 gericht. In aan merking kwam ook Rb6 om tot dameruil te geraken. Achteraf zal Donner wel blij geweest zijn. dat hij dit alternatief niet verkoos. Opgemerkt zij, dat nu 25 Dh4f? 26. g3 Dh2:f, 27. Rg2 een stuk zou kosten. Zwart moet eerst het dreigende mat pareren, waarna Dd7 volgt met ver overing van Rb7. 2 5Rb7-c6, 26. g2-g3 De7xa3. Een scherpe winstpoging. Veiliger was b.v. 26. h6, 27. Ddl-d8f Da3-f8, 28. Dd8-b6 Df8- a8, 29. Rfl-h3 a6-a5. Weer overscherp; zwart onderschat wit's aanvalskansen. 30. Db6-c7!Dreigt 31. Rc8! met onmiddel lijke beslissing b.v. 30, a4, 31. Rc8 h6, 32. Dd8f Kh7, 33. Df8 eveneens 34. Rf5t enz. 30Da8-e8, 31. Dc7-d6! a5-a4, 32. e4-e5 Kg8-h8? Zwart volhardt in het kwaad. Beter 32. a3. 33. Da3: De5: met beiderzijdse kansen. Nu wordt wits aan val onweerstaanbaar. 33. e5-e6 f7xe6, 34. Rh3xe6 a4-a3? Nood zakelijk was h7-h5 om de koning lucht te geven. Remise zou dan wel het resultaat geweest zijn. Maar de weerlegging van de tekstzet ligt niet bepaald voor de hand. Wie vindt de winst voor wit? Zwart: MATANOVIC xxoocct' ooa "wv- Een prachtige combinatie, gebaseerd op meerdere tactische kenmerken. Natuurlijk faalt nu 35. gh6:? op 36. De5 mat. Na 35. a2, 36. De5! is het mat onafwend baar. b.v. 36. Df8, 37. Rg7: f Dg7:, 38. Db8f enz. Het merkwaardige is. dat zwart absoluut machteloos staat tegen de dreiging De5, hetgeen voornamelijk het ge volg is van het matgevaar op de onderste lijn. Zwart probeerde nog 35Pb3-cl, 36. Dd6-d4Natuurlijk niet 36. De5?? Pd3f, 36Pcl-d3f Het schaak der wrake. 37. Kf2-gl en zwart gaf het op, daar na 37. Df3, 38. Rg7f: en 39. Dd8t volgt. Een brillant slot, dat Donner nog juist tot. de prijswinnaars bracht. Uit de partij H. LarosBen Springer: H. LAROS Mr. Ed. Spanjaard De prestaties van de 24-iarige Senega lese dammeester Baba-Sy in het IJmuiden- se toernooi zijn wel ver beneden de verwachtingen gebleven. Ben Springer, die nu 62 jaar oud is en in 1928 wereldkam pioen was, won het toernooi; hij werd ge volgd door Baba-Sy, Laros en de Noord hollandse kampioen en Theo Tielrooy (25) en Eddie Holstvoogd (17) waren de hekke- slu iters. Toch hebben de vijftien gespeelde par tijen leuke momenten gehad. Vooral Springer toonde zich een listig speler. Al leen tegen Laros kreeg hij moeilijkheden doch. met een stuk minder, wist Springer keurig de remisehaven te bereiken in een soort „Woldouby-stelling". De Senegalees Woldouby speelde inder tijd evenals Baba-Sy nu zeer snel. Tegen de sterke groep Nederlandse meesters Bom, Van Dijk, P. Roozenburg, B. Springer, Keiler, Huisman, Bergsma, is Baba-Sy nog niet opgewassen. Maar aanleg voor het spel heeft hij zeker. Zijn winstpartij op Theo Tielrooy was uitstekend. Hier volgt de partij tussen Ben Springer en P. van lieerde. P. VAN HEERDE 'rim. mri. wÉ. ;A - BEN SPRINGER Nu is het beste spel voor wit 1) 31-27 11-16 of? 38-33 enz. enz. Maar keurig kwam Laros in het voordeel toen Springer een steek liet vallen in het volgende spel. 1) 45-40 10-14. Nu kan 31-27 niet meer wegens 18-22 27x20 en 14x45. 2) 40-34 8-12. 3) 30-25 21-26. 4) 43-39 11-16. 5) 34-30 7-11. 6) 39-34 11-17. 7) 31-27 9-13. De cijferstand is nu: Zwart 12, 13, 14, 16, 17. 18, 19, 23, 24, 26. Wit 25, 27, 28, 30, 32, 34, 35. 37, 38, 42. Deze ..IJmuidense stand" zal geschiede nis maken, omdat Springer met wit aan zet door het verrassend offer 25-20 steeds re mise afdwong. In de partij verliep het spel als volgt: 8) 25-20 14x25. 9) 38-33 17-21. 10) 28-22 12-17. 11) 22x11 16x7. 12) 27x16 18-22. 13) 33-28 22x33. 141 33-29 remise gegeven. Wie ontdekt winst??? B. Dnkcl (Oplossingen en correspondentie te zen den aan het adres ra?r de damredacteur, B. Dukel, Wijk a. Zeeërweg 125, IJmuiden.) lijk 4 maal pas. Zuid kon niet 1 klaveren openen, omdat dit bod een sterk spel aan geeft en geen 3 klaveren omdat het zuidspel daarvoor weer te sterk is. Diverse malen was het (goede) openings bod van zuid 4 klaveren, waarna iedereen wel gedwongen was te zwijgen. West her innerde zich de regel, dat het tegen zulke biedingen vaak goed is met een aas uit te komen en legde dan ook schoppenaas op tafel. Zuid troefde af. ging met har tenheer naar noord en gooide op schon- penheer alvast een ruitentje weg. Daarna schoppenboer en het helpt oost niet wat hij ook doet. Gooit hij schoppenvrouw, dan troeft zuid, gaat weer met een harten naar noord en ruimt op schopnen 10 de laatste ruiten op. Zes gemaakt aan diverse tafels. De bedoeling van een uitkomst met een aas is, aan slag te blijven en na de dummy (tafel) gezien te hebben, te be palen wat men moet naspelen. West had in dit geval een béter Aas gehad om mee aan slag te blijven: troefaas. Na die ge maakt te hebben, is het duidelijk, dat hij géén schoppen of harten moet spelen en zullen OW hun rechtmatige aandeel 3 slagen kunnen maken. Het was de grote verdienste van Frans Pels Rijcken. dat hij 't probleem ook met dichte kaarten wist op te lossen. Tegen zijn uitkomst van de klaveren 2 stond de zuidspeler machteloos en konden er door NZ nimmer meer dan 10 slagen worden gemaakt. Zéér goed bridge! II. W. Filarski De bridgevraag van deze week: In een parenwedstrijd in noord (uw partner) gever en past, oost past en als zuid opent ge met 1 klaveren op: 4 V 6 9 8 5 9 8 5 3 A PI V 10 9 5 Uw linker tegenstander (west) biedt dan 1 schoppen, noord zegt 2 Sansatout en oost past. Wat moet zuid doen? Antwoord elders op deze pagina. ycccr X zyyy 'mm. V/ZY//'. 'YYMY, Wit: DONNER Stelling na 34. a4-a3, 35. Re3-h6ü. BEN SPRINGER Zwart 8, 9, 12. 15, 21, 22, 25, 27. Wit 19, 24, 33, 34, 36, 37. 40, 45. Wit. heeft beslist voordeel en de wijze waarop hij in het verloop van het spel de Noordhollandse kampioen in de val liet lopen is een oud-wereldkampioen waardig. Wit aan zet. 1) 34-30 25x34. 2) 40x29 12-18. 3) 37-31 21-26. 4) 19-13 8x30. 5) 33-28 22x24. 6) 31x4 Zwart kan ineens opgeven omdat de vier zwartstukken niets meer kunnen bereiken na 30-34. 7) 4-22 en wit op de velden 22 of 17 of 11 blijven spelen. Een overrompelende winst. Vanuit de aan- vangstelling is na 34-30 25x34 40x29. 12-18 37-31 het beste ineens 27-32 te vervolgen. Wel kan 31-27 22x31 36x16. 32-37 16-11 37-41 11-7. 9-14 19x10 15x4 met behoorlijke kans op remise. P. van Heerde meende na 1) 34-30 25x34. 2) 40x29 toch het beste 21-26 te spelen. Op 29-23 volgt dan 9-13 en er is geen winst meer. De laatste ronden van de parencompe titie der meesterklasse N.B.B. hebben een bijzonder spannend verloop gehad en zo wel de deelnemers als de toeschouwers zullen zich veel van deze aardige finale blijven herinneren. Opvallend was vooral het constant goede en rustige spel van het, oorspronkelijk als outsiders aangemerkte paar dr. W. Oudshoorn (Rotterdam) met mr. F. Pels Rijcken (Breda), dat op nog vrij gemakkelijke wijze wist te winnen. Iedereen gunde deze buitengewoon sym pathieke en sportieve combinatie de fraaie overwinning zelfs ook hun naaste con currenten FilarskiVerboog, die nummer 2 werden na een weekeinde van minder scherp snel, gepaard aan doorlopende tegenslagen. Bij het geringe verschil van krachten onder de topparen van de N.B.B. kan men nooit winnen als men niet geluk en ongeluk in redelijke volgorde afwisselt. De gebroeders Kaiser met hun (nieuwe) Napolitaanse biedsysteem kwamen ten slotte toch nog als derde aan, vóór Cats Kramer die zich fantastisch hersteld had den. na onderaan te hebben gestaan. In de tweede ronde had de Rotterdamse crack Slavenburg voor onberaden wedder ge- sneeld en was onderaan gekomen: later ging hij bridge spelen en eindigde nog als nummer zeven, tezamen met Hans Kreyns. F,en aardig spel uit die laatste ronde was het volgende: A HB 10 8 O H V 5 AB 8 6 5 4 5 \iaaq-see -uapna U9 seeuaddoqos a.iapue japuo peq p.ioou assepi-iaisaaui ap ui jooa luba\>i (ads ;an 'pua§aA\jaao )uaoin§.ie p?p si pfu)spaA\ua.md uaa ui quiA\ uaraAei-q g a§ sp2 uauioq ua aip 09 ap U,'P \e ua;und 0L 49UI 9§ IP91! 'P1BBUJ sues aaA\) sppais a§ siv 'uapaiq a) ua.iaAtqq g uaieieu n laoui jeAag jqa ui -uauioq uaunz iqoa.iai ioB.i)uoouajaAep[-g uaa ui j3A\ uajed asraAip .mep 'uassed uauunq VS Z do a§ ipnoz pru}spaA\ua.ied aqqeA\z uaa ui -p.ioou uba guiqqapuaddoqas ap fiq uauaqaiaq §uiuna}s.iepuo agipuee uaa Sou uaipuaAoq ueq A\noJAuaddoqos aa 'uaSep g auapue ap jooa ufiz paoS jaA\ fiq IBZ 'aped jauped a\n la.waoq ua aaui uaSep 9 iSua.iq n qnoiesues 8 poq ajsaq ;aq iajfiA\; .iapuoz st pfu)spaA\ua.ied apazaq q.iais uaa ui :SeejAaSpuq asqfqaïiaM dfo pjooMjuv A A 9 6 4 2 9 7 8 9 V P 7 3 A 2 N W O Z V 7 5 3 9 B 9 8 6 4 O A PI 73 rf» - 9A102 O 10 2 *HVB 10 9864 Zuid gever, OW kwetsbaar. Komisch was het biedverloop van de Kaisers tegen SlavenburgKreyns, name- Ik!?? zei meneer Bijkema. Met een vinger wees hij op zichzelf. Die man is niet snik, zei hij tegen Joost. Kom, ga mee. Laten we wegwezen. Hij stond blik semsnel op en nam enkele reuzenstappen in de richting van de perzikenboomgaard. Maar voordat hij meer reuzenstappen had kunnen nemen werd hij bij de mouw ge grepen door het kleine mannetje met de zwarte snor. Prego, signore, prego, smeekte het mannetje. Gaat u mee naar de camera man. die spreekt Engels... You English speak also? Maar ik wil niet, stotterde meneer Bijkema nadat hij voor Henri Benice ge sleept was. Ik ben geen filmster, ik ben leraar. Tekenleraar. Ik moet niets van die filmerij hebben. Dat strookt niet met m'n waardigheid, snapt u dat? Do you snap that? Als de directeur die film onder ogen krijgt ga ik de laan uit.I loose my job!! Het duurde niet lang of meneer Bijke ma was omringd door de hele filmstaf, Joost, mrs. Sippy, de jongens en Ondine. Iedereen praatte door elkaar, het voor en tegen overwegend van deze nieuwbakken pseudo-Hannibal. TERWIJL IEDEREEN door elkaar schreeuwde, maakte meneer Bijkema van deze unieke gelegenheid gebruik om stille tjes de benen te nemen. Ze zullen me niet krijgen, de fiere Vlaamse leeuw, mompelde hij zachtjes in zichzelf van boom tot boom sluipend. Han nibal, ik Hannibal, wel ja, op een olifant nog wel.Ik kruip gewoon in die eend en wacht daar op Joost.Die zal er nu ook wel genoeg van hebben.Tjonge, tjonge, wat is dat ding heet. Arme eend, je bent al gebakken en gebraden voordat je ge slacht bent.Bah, wat een beroerde ge dachten. komt allemaal door die malle film. Dov'è Annibali, riep signore Benve- nuto wie niets ontging. Ja, waar is ie? vroeg Joost, die rood aanliep van het lachen. Die heeft de wijste partij gekozen, grinnikte Jaap. Hij zal wel in zijn naam genoot gekropen zijn. Hij is weg, zei Ondine. Foetsie! En ze maakte met haar armen een groot ge baar zoals ze het de Italianen had zien doen. Ah, perduto, zei signore Benvenuto. Hij wreef zich het zweet uit de ogen. Per duto, herhaalde hij, maar je kon aan hem zien dat hij met zijn gedachten allang weer ergens anders was. Geen wonder! want de olifanten, die inmiddels weer naar boven waren geklommen, kwamen voor de derde keer naar beneden. Attendere! gilde hij door de mega foon. AttendereüWachten! Maar, zoals de andere keren, was het onmogelijk om op het smalle pad te keren en moesten de filmmensen gelaten wachten tot de olifanten beneden aangekomen weer ke ren konden. O, how terrible, zuchtte mrs. Sippy, die met de regisseur te doen kreeg. Als dat zo doorgaat, zei Joost, zitten we over vier weken nog te kijken. Wie gaat er mee? MENEER BIJKEM, zei Ivo toen ze 's avonds met z'n allen om twee bijeen geschoven tafels zaten te dineren, nu moet u ons toch eens vertellen hoe het komt dat u mrs. Sippy kent. O, dat is heel eenvoudig, zei meneer Bijkema en hij keek mrs. Sippy aan die prompt bloosde. Ik ken mrs. Sippy nog uit mijn studiejaren. We waren toevallig al lebei naar dezelfde plaats uitgezonden om opgravingen te doen. Zij vanuit Engeland en ik vanuit Nederland. En mister Sippy, zei Ondine die het nooit laten kon. He is dead, the poor thing, zei mrs. Sippy. —O, sorry, mompelde Ondine terwijl ze zich schaamde om haar ontactische vraag. Joost schudde het hoofd: Ondine toch. Enfin, vervolgde meneer Bijkema. We correspondeerden nog een poos met elkaar, maar door omstandigheden die te ver voeren om ze hier zo een, twee, drie te vertellen, hielden we daar mee op. Een jaar of vijf hoorden we dus niets meer van elkaar. Jullie begrijpt hoe blij verrast ik was, toen ik mijn goede vriendin hier weer onverwacht ontmoette.Meneer, Bijkema hief zijn glas To you! zei hij. Cheerio! piepte mrs. Sippy en de an deren stemden met het Hollandse „proost" in op deze wonderbaarlijke ontmoeting. ER HING EEN gezellig geroezemoes van stemmen in de eetzaal. Plotseling was het hele hotel volgeboekt met gasten. Het was of Passignano opeens het middelpunt van de wereld geworden was. En of die drukte nog niet genoeg was; als door een windstoot werd de deur plotseling openge rukt en binnen kwamen een zestal mannen met koffers en aktetassen die zonder boe of ba aan de grote leestafel gingen zitten midden in de eetzaal, de koppen bij elkaar staken en een ogenschijnlijk geheimzinni ge conferentie begonnen te houden. Journalisten! fluisterde signore Nero die juist met schotels beladen naar hun tafeltje kwam draven respectvol. Voor de film! voegde hij er aan toe. En het duurde niet lang, of ook de leden van de filmstaf deden hun intrede. Voorop liep signore Benvenuto gevolgd door Hen ri Benice, de scriptgirl, het mannetje met het zwarte snorretje, Hannibal, die een beetje hinkte en die in zijn gewone pakje eigenlijk indrukwekkender was dan in de filmkleren waarin hij zich blijkbaar niet erg thuisvoelde, en tot slot een dame met zeer lange rode haren, zeer lange krullen de oogharen en een manier van kijken alsof ze voortdurend ergens pijn had. Signore Nero verscheen in de deurope ning van de keuken, boog, rende naar het filmteam, fluisterde, wees ten overvloede op de journalisten en geleidde het gezel schap naar een grote hoektafel achter in de zaal. ER WERDEN STOELEN aangescho ven, borden en bestek neergelegd, flessen chianti met glazen op tafel gezet. De jour nalisten stonden op en gingen op het gezel schap toe, pen en bloknoten in aanslag. Maar signore Benvenuto wuifde ze met één gebaar weg; eerst eten, dan praten. Waarop de journalisten afdropen, hun hor loges met elkaar gelijk zetten en weer om de grote leestafel plaatsnamen terwijl ze nu en dan tersluiks over hun schouders ke ken hoever de maaltijd gevorderd was. En die vorderde maar langzaam. Het tafeltje waaraan Joost, mrs. Sippy, meneer Bij kema en de jongelui zaten was reeds lang afgeruimd, en mrs. Sippy, die alleen maar minachtende blikken voor de filmmensen over gehad had, was reeds lang naar haar kamer vertrokken, toen eindelijk signore Benvenuto de journalisten het lang ver beide teken gaf dat het spel beginnen kon. Als één man stonden de journalisten overeind. Een van hen greep snel zijn foto toestel, duwde de anderen opzij en zocht de beste plaats op om zijn plaatjes te schieten. Subito, subito, even wachten riep de roodharige dame angstig. Ze deed een greep in haar tas, haalde er een lippen stift uit en begon omzichtig haar lippen te verven. Toen dit gebeurd was hief de foto graaf ten tweede male zijn toestel, maar: Subito, subito, riep de dame weer. De beurt was nu aan haar kapsel en haar wenkbrauwen. Met een klein kammetje werkte ze eerst de laatste bij om daarna met een grote kam haar lokken de juiste valling te laten krijgen. Na deze inspan nende arbeid vertrok ze haar mond in een schone, geplooide glimlach: Pronto, riep ze triomfantelijk. Klaar! Prego, zei signore Benvenuto. Mag ik u verzoeken. (Wordt vervolgd) jes aan land. Van één vlet gaan da mannen even een huis binnen, waar ze anijsmelk krijgen. Een paar minuten ligt het bootje verlaten aan de wal. Straks zal het weer uitvaren en tussen de huizen in de overstroomde straten zoeken naar zolders waar duiven zitten of misschien wel geitenMaar niemand zal weten dat in het huis van het oude vrouwtje nog een lieve poes zit. Een poes die kan knipogen. Een poes met maar voor twee dagen voer.. Plotseling neemt Kees een besluit. Zonder dat iemand het ziet, laat hij zich in het bootje glijden. Hij duikt weg onder een brede plank, maakt zich zo klein mogelijk en trekt een dekzeil over zich heen. Het enige dat hij nu kan doen, is wachten, met een bonzend hart ONDER HET DIKKE zeil in het bootje is het vreselijk benauwd, maar Kees durft het geen centimeter op te tillen. Gespannen luistert hij naar alle geluiden die gedempt tot hem door dringen. Wanneer hij dichtbij mensen hoort praten, houdt hij zijn adem in. Maar ze gaan gelukkig voorbij Dan, toch nog onverwacht, voelt hij een schok: de mannen komen weer aan boord. Ze hebben zeker niet gepraat samen, want hij heeft ze niet horen aankomen. Als ze nu maar niet het zeil wegtrekken! Als ze nu maar niet op de plank gaan ziften waar hij onder ligt, want dan schoppen ze natuurlijk tegen het zeil en wordt hij ontdekt. Ze zullen hem zeker wegsturen. Daarom kan hij pas tevoorschijn komen als ze al een flink eind op het water zijn. De poes van het vrouwtje móet gered worden! Er zijn haast geen golven. Het ge ronk van de motor is als één lange snurk. Eerst gaat het een tijdje recht uit, daarna maken ze een paar keer een bocht. Daaraan merkt Kees, dat ze nu in het ondergelopen dorp zijn. Raar hoor, zomaar varen in de straten! „Waar moeten we allemaal zijn?", vraagt één van de mannen. Een ander noemt een rijtje op: .Kerkstraat, Dorpstraat, Zaansteeg „Ja, Zaansteeg", roept Kees zo hard als hij kan en kruipt meteen onder het zeil vandaan. „Nummer drie! Op nummer drie zit de poes van het oude vrouwtje en die kan knipogen! De póes kan knipogen!. Op zolder!. Op nummer drie!!" DE STOERE MANNEN zijn maar een heel klein beetje geschrokken van zijn plotseling opduiken. En nu moeten ze lachen om zijn opgewonden woor den. Ze hebben het wel erg druk, maar toch luisteren ze naar zijn verhaal. En dan vinden zij hem géén kwajongen. Achteraf is het nog maar goed ook dat Kees meegevaren is. Want op één adres moeten ze duiven halen, die nu, door het hoge water, alleen maar te pakken zijn als je door een heel klein raampje klimt. Dat kan alleen Kees maar! Hij wordt opgetild en één voor één vangt hij de duiven. Voorzichtig geeft hij ze door het raampje aan de mannen. Die stoppen de vogels in een mand. Na een poos hebben ze van alles bij elkaar: een mand duiven, een kooi met parkieten. 12 kippen, 2 honden en de poes die kan knipogen. En óf hij knipoogt! Eerst alleen tegen Kees, maar al gauw ook, netjes om de beurt, tegen de mannen. EENMAAL TERUG in het haventje, zeggen ze tegen Kees: „Nou jó, je hebt fijn geholpen hoor! Maar je moet het toch maar niet nog eens doen! Hier heb je je poes. Breng hem maar vlug naar die mevrouw toe". Kees aarzelt. Hij ziet al hoe het vrouwtje poes zal knuffelen. En ze zal hem, Kees, willen bedanken. En ze zal daarbij wel huilen ook, denkt hij. Hi,i kijkt de mannen aan en zegt: „Kan iemand anders dat misschien doen? Ik moet eigenlijk de andere kant uit". Meteen loopt hij weg. Hij stopt z'n handen diep in z'n broekzakken en hij fluit een deuntje. En af en toe schopt hij tegen een steen. En wie hem niet kent, zou kunnen denken: wat een on verschillige jongen is dat! Cor van Ruyssel De grote koning Kila uit het land van Kilaween Had in zijn lange, wollen sok een gaatje in de teen. Hij pakte in de linnenkast een schoon paar uit het laatje Maar, wat ivas dat nou? Lieve help! Ook daarin zat een gaatje! Nu werd de koning heel erg boos en ieder, iedereen vierd bang van koning Kila van het land van Kilaween. De hoflakeien slopen op hun tenen door de gang. Je gelooft het niet, maar heus hoor, zelfs de koningin was bang. In 't midden van de troonzaal, daar zat zij heel alleen Daar zat zij op de gouden troon, de troon van Kilaween. De zaken van de staal heeft zij toen zelf maar afgedaan Want koning Kila, ach die had nog steeds geen sokken aan. Maar 's avonds nam de koningin wat stopwol, naald en schaar En stopte toen wel zeventien paar sokken bij elkaar Zodat nu koning Kila tot de vreugd van iedereen Het land weer zelf regeren kan, het land van Kilaween. Marjan van Beek „MENEER. MENEER. roept een oud vrouwtje maar aldoor tegen de politie-agent en tenslotte trekt ze hem aan zijn mouw. Dat merkt hij en hij draait zich om. Kees zit op een grote, omgekeerde mand vlakbij en hoort wat er gezegd wordt. Het gaat over een poes. „Een mooie grijze, met een wit puntje aan z'n staart", zegt het vrouw tje, „Ik ben maar alleen. Kunt U hem niet voor mij van de zolder laten ha len? Hij heeft maar voer voor twee da gen. En het is zo'n lief beest. Soms knipoogt ie tegen je De agent heeft het druk met. zoveel mensen die door het water uit. hun hui zen gejaagd zijn. Hij zegt haastig, maar vriendelijk: ..Ik begrijp het wel, maar huisdieren moet U daar opgeven, in dat kerkje aan de overkant. Ieder een wil zijn konijn, z'n hond of z'n kat terughebben. Er zal wel een lange rij staanVlug loopt hij weg; er is zo véél te doen. De oude vrouw kijkt hem na met tra nen in haar ogen. Ze is zó moe! Ze beeft over haar hele lichaam. Ze zal niet eens tot aan de overkant kunnen lopen Dan staat Kees plotseling voor haar. „Mevrouw", zegt hij, „Waar zit Uw poes precies?" „Ach jongen," snikt ze. „Jij kan me ook niet helpen. Daarvoor ben je nog te klein." Maar Kees houdt vol. „Mevrouw, U móet mij laten helpen. Anders gaat Uw poes dood en dat wilt U toch ook niet? Geeft U mij nu een briefje met Uw naam en adres er op. Dan geef ik dat wel aan de mannen die naar het dorp varen om de dieren te redden." NU HEEFT ZE toch geluisterd en met beverige letters schrijft zij op een stukje papier. Maar als Kees daarmee naar de overkant gaat en na lang wach ten aan de beurt is, wordt het een grote teleurstelling. Een meneer kijkt eerst op het briefje en dan naar hem. „Hoe heet jij?", vraagt hij. „Kees Beerman, meneer", zegt Kees. „Dat klopt niet met déze naam. Is het familie van je?" „Nee meneer, ik ken die mevrouw eigenlijk niet eens." ..Wat doe je hier dan. aap van een jongen? Voor flauwe grapjes hebben we geen tijd hier. Maak dat je weg komt!" Kees wil het allemaal uitleggen, maar niemand luistert naar hem. Hij pakt zijn briefje op en loopt het gebouw uit MET ZIJN HANDEN IN z'n zakken slentert hij de straat uit tot het haven tje. Daar heeft iedereen het ook al druk. Vletten varen af en aan. Die plat te bootjes brengen honden en ganzen, kippen en katten en zelfs kanariepiet- •uiaqu.iy 'saoQ 'laoojsaauiy 'ail0A\z 'uaAoqpuia 'uaguiuojo :Suissoiüo

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 16