9
m
9
m
m
m
'9\
m
m
M
W
Mi
ml
Naar Tuindorp Oostzaan
Erbij
Schaken
jjf 'WsAiiWë
Dammen
IP
üf
9
lm
ÜP
IP
m
8
i pp
8
B
H
H
Hü
jjjj
IS
jjj
p
u
H
Bridge
IfP^
ife
l||P^ x
Üf
ui
H
I jfj
•ft'9
B
u
J§§
B
1 j|Ü
Hf
ÜH
m
1
jgj
Ï3
m
Is
ÜP
,/v;
H
FEUILLETON VOOR
EEN HOTEL
VOL MENSEN
JONGE MENSEN DOOR
LIZZY SARA MAY
Konlmö Kila
Verborgen plaatsen
ZATERDAG 23 JANUARI 196 0
PAGINA 7i« 3
Het zojuist beëindigde Hoogoventoernooi
heeft weer tal van boeiende partijen op
geleverd. Enkele daarvan zullen wij in
deze rubriek bespreken.
Ditmaal de ontmoeting DonnerMata-
novic uit de laatste ronde. De Joegoslaaf
kon door een overwinning nog op de ge
deelde eerste plaats komen en speelde
daarom met. zwart scherp op winst. Daar
bij verloor hij de eigen veiligheid even uit
het oog. Donner profiteerde er onmiddel
lijk van door een vlijmscherpe combinatie
welke tot onafwendbaar mat leidde.
Wit: Donner; zwart: Matanovic. (Nimzo
—Indisch): 1. d2-d4 Pg8-f6, 2. c2-c4 e7-e6,
3. Pbl-c3 Rf8-b4. 4. e2-e3 c7-c5, 5. Rfl-d3
0-0. 6. Pgl-f3 d7-d5, 7. 0-0 Pb8-c6, 8. a2-a3
Rb4xc3, 9. b2xc3 d5xc4, 10. Rd3xc4 Dd8-c7,
11. Rc4-b5 Tf8-d8. Een nieuwe zet in deze
stelling, die o.m. ook ontstond in de re
cente partij Donner—Clarke tijdens de
jongste landenwedstri.id tegen Engeland.
Clarke speelde toen 11. b6. De tekstzet
lijkt een verbetering. 12. Tfl-el a7-a6, 13.
Rb5-d3 e6-e5. 14. Ddl-c2 b7-b5. Volgens
Donner was hier 14. Dd6 nog sterker.
Zwart dreigt dan op d4 te slaan, terwijl
wit zijn ontwikkeling moeilijk kan vol
tooien. Als dit alles juist is. zullen wit's lie
en 12e zet op de helling moeten. 15. Pf3xe5
Pc6xe5, 16. d4xe5 Dc7xe5, 17. f2-f3 c5-c4.
Een begrijpelijke voortzetting, omdat pion
c3 nu op zwart geblokkeerd wordt en zo
doende de werkingssfeer van Rel inperkt.
Onze nationale kampioen was echter van
mening, dat 17. Re6 benevens Rc4 de
voorkeur verdiende. Na afruil op c4 zou
zwart op d3 binnendringen. 18. Rd3-fl
Pf6-d7. Zwart laat geen gras groeien over
zijn plan. een paard op b3 te nestelen. 19.
e3-e4 Pd7-c5. 20. Rcl-e3 Pc5-b3, 21. Tal-
dl Rc8-b7, 22. Tdlxd8f Ta8xd8, 23. Tel-
dl Td8xdl, 24. Dc2xdl
De strategische lijn is nu duidelijk; Pion
a3 zal op den duur niet houdbaar zijn,
waarna de zwarte pionnenmacht. op de
dame-vleugel zeer gevaarlijk wordt. Daar
tegenover beschikt wit over twee bijzon
der sterke lopers, terwijl het zwarte paard
voorlopig inactief staat. In een dergelijke
..tweesnijdende" situatie wint gewoonlijk
de sterkste speler.
2 4De5-e7, 25. Kgl-f2 Tegen
het onaangename f7-f5 gericht. In aan
merking kwam ook Rb6 om tot dameruil
te geraken. Achteraf zal Donner wel blij
geweest zijn. dat hij dit alternatief niet
verkoos. Opgemerkt zij, dat nu 25
Dh4f? 26. g3 Dh2:f, 27. Rg2 een stuk zou
kosten. Zwart moet eerst het dreigende
mat pareren, waarna Dd7 volgt met ver
overing van Rb7.
2 5Rb7-c6, 26. g2-g3 De7xa3. Een
scherpe winstpoging. Veiliger was b.v. 26.
h6, 27. Ddl-d8f Da3-f8, 28. Dd8-b6 Df8-
a8, 29. Rfl-h3 a6-a5. Weer overscherp;
zwart onderschat wit's aanvalskansen. 30.
Db6-c7!Dreigt 31. Rc8! met onmiddel
lijke beslissing b.v. 30, a4, 31. Rc8 h6,
32. Dd8f Kh7, 33. Df8 eveneens 34. Rf5t
enz. 30Da8-e8, 31. Dc7-d6! a5-a4, 32.
e4-e5 Kg8-h8? Zwart volhardt in het
kwaad. Beter 32. a3. 33. Da3: De5: met
beiderzijdse kansen. Nu wordt wits aan
val onweerstaanbaar.
33. e5-e6 f7xe6, 34. Rh3xe6 a4-a3? Nood
zakelijk was h7-h5 om de koning lucht te
geven. Remise zou dan wel het resultaat
geweest zijn. Maar de weerlegging van de
tekstzet ligt niet bepaald voor de hand.
Wie vindt de winst voor wit?
Zwart: MATANOVIC
xxoocct' ooa "wv-
Een prachtige combinatie, gebaseerd op
meerdere tactische kenmerken. Natuurlijk
faalt nu 35. gh6:? op 36. De5 mat. Na
35. a2, 36. De5! is het mat onafwend
baar. b.v. 36. Df8, 37. Rg7: f Dg7:,
38. Db8f enz. Het merkwaardige is. dat
zwart absoluut machteloos staat tegen de
dreiging De5, hetgeen voornamelijk het ge
volg is van het matgevaar op de onderste
lijn. Zwart probeerde nog 35Pb3-cl,
36. Dd6-d4Natuurlijk niet 36. De5??
Pd3f, 36Pcl-d3f Het schaak der
wrake. 37. Kf2-gl en zwart gaf het op,
daar na 37. Df3, 38. Rg7f: en 39. Dd8t
volgt.
Een brillant slot, dat Donner nog juist
tot. de prijswinnaars bracht.
Uit de partij H. LarosBen Springer:
H. LAROS
Mr. Ed. Spanjaard
De prestaties van de 24-iarige Senega
lese dammeester Baba-Sy in het IJmuiden-
se toernooi zijn wel ver beneden de
verwachtingen gebleven. Ben Springer, die
nu 62 jaar oud is en in 1928 wereldkam
pioen was, won het toernooi; hij werd ge
volgd door Baba-Sy, Laros en de Noord
hollandse kampioen en Theo Tielrooy (25)
en Eddie Holstvoogd (17) waren de hekke-
slu iters.
Toch hebben de vijftien gespeelde par
tijen leuke momenten gehad. Vooral
Springer toonde zich een listig speler. Al
leen tegen Laros kreeg hij moeilijkheden
doch. met een stuk minder, wist Springer
keurig de remisehaven te bereiken in een
soort „Woldouby-stelling".
De Senegalees Woldouby speelde inder
tijd evenals Baba-Sy nu zeer snel. Tegen
de sterke groep Nederlandse meesters Bom,
Van Dijk, P. Roozenburg, B. Springer,
Keiler, Huisman, Bergsma, is Baba-Sy nog
niet opgewassen. Maar aanleg voor het
spel heeft hij zeker. Zijn winstpartij op
Theo Tielrooy was uitstekend.
Hier volgt de partij tussen Ben Springer
en P. van lieerde.
P. VAN HEERDE
'rim.
mri.
wÉ.
;A -
BEN SPRINGER
Nu is het beste spel voor wit 1) 31-27
11-16 of? 38-33 enz. enz. Maar keurig kwam
Laros in het voordeel toen Springer een
steek liet vallen in het volgende spel.
1) 45-40 10-14. Nu kan 31-27 niet meer
wegens 18-22 27x20 en 14x45. 2) 40-34 8-12.
3) 30-25 21-26. 4) 43-39 11-16. 5) 34-30 7-11.
6) 39-34 11-17. 7) 31-27 9-13.
De cijferstand is nu: Zwart 12, 13, 14, 16,
17. 18, 19, 23, 24, 26. Wit 25, 27, 28, 30, 32,
34, 35. 37, 38, 42.
Deze ..IJmuidense stand" zal geschiede
nis maken, omdat Springer met wit aan zet
door het verrassend offer 25-20 steeds re
mise afdwong.
In de partij verliep het spel als volgt:
8) 25-20 14x25. 9) 38-33 17-21. 10) 28-22
12-17. 11) 22x11 16x7. 12) 27x16 18-22. 13)
33-28 22x33. 141 33-29 remise gegeven. Wie
ontdekt winst???
B. Dnkcl
(Oplossingen en correspondentie te zen
den aan het adres ra?r de damredacteur,
B. Dukel, Wijk a. Zeeërweg 125, IJmuiden.)
lijk 4 maal pas. Zuid kon niet 1 klaveren
openen, omdat dit bod een sterk spel aan
geeft en geen 3 klaveren omdat het
zuidspel daarvoor weer te sterk is.
Diverse malen was het (goede) openings
bod van zuid 4 klaveren, waarna iedereen
wel gedwongen was te zwijgen. West her
innerde zich de regel, dat het tegen zulke
biedingen vaak goed is met een aas uit
te komen en legde dan ook schoppenaas
op tafel. Zuid troefde af. ging met har
tenheer naar noord en gooide op schon-
penheer alvast een ruitentje weg. Daarna
schoppenboer en het helpt oost niet
wat hij ook doet. Gooit hij schoppenvrouw,
dan troeft zuid, gaat weer met een harten
naar noord en ruimt op schopnen 10 de
laatste ruiten op. Zes gemaakt aan
diverse tafels.
De bedoeling van een uitkomst met een
aas is, aan slag te blijven en na de
dummy (tafel) gezien te hebben, te be
palen wat men moet naspelen. West had
in dit geval een béter Aas gehad om mee
aan slag te blijven: troefaas. Na die ge
maakt te hebben, is het duidelijk, dat hij
géén schoppen of harten moet spelen en
zullen OW hun rechtmatige aandeel 3
slagen kunnen maken.
Het was de grote verdienste van Frans
Pels Rijcken. dat hij 't probleem ook met
dichte kaarten wist op te lossen. Tegen
zijn uitkomst van de klaveren 2 stond de
zuidspeler machteloos en konden er door
NZ nimmer meer dan 10 slagen worden
gemaakt. Zéér goed bridge!
II. W. Filarski
De bridgevraag van deze week: In een
parenwedstrijd in noord (uw partner)
gever en past, oost past en als zuid opent
ge met 1 klaveren op:
4 V 6 9 8 5 9 8 5 3 A PI V 10 9 5
Uw linker tegenstander (west) biedt dan
1 schoppen, noord zegt 2 Sansatout en
oost past. Wat moet zuid doen? Antwoord
elders op deze pagina.
ycccr
X
zyyy
'mm.
V/ZY//'.
'YYMY,
Wit: DONNER
Stelling na 34. a4-a3, 35. Re3-h6ü.
BEN SPRINGER
Zwart 8, 9, 12. 15, 21, 22, 25, 27. Wit 19,
24, 33, 34, 36, 37. 40, 45.
Wit. heeft beslist voordeel en de wijze
waarop hij in het verloop van het spel de
Noordhollandse kampioen in de val liet
lopen is een oud-wereldkampioen waardig.
Wit aan zet. 1) 34-30 25x34. 2) 40x29
12-18. 3) 37-31 21-26. 4) 19-13 8x30. 5) 33-28
22x24. 6) 31x4 Zwart kan ineens opgeven
omdat de vier zwartstukken niets meer
kunnen bereiken na 30-34. 7) 4-22 en wit
op de velden 22 of 17 of 11 blijven spelen.
Een overrompelende winst. Vanuit de aan-
vangstelling is na 34-30 25x34 40x29. 12-18
37-31 het beste ineens 27-32 te vervolgen.
Wel kan 31-27 22x31 36x16. 32-37 16-11
37-41 11-7. 9-14 19x10 15x4 met behoorlijke
kans op remise. P. van Heerde meende na
1) 34-30 25x34. 2) 40x29 toch het beste 21-26
te spelen. Op 29-23 volgt dan 9-13 en er
is geen winst meer.
De laatste ronden van de parencompe
titie der meesterklasse N.B.B. hebben een
bijzonder spannend verloop gehad en zo
wel de deelnemers als de toeschouwers
zullen zich veel van deze aardige finale
blijven herinneren. Opvallend was vooral
het constant goede en rustige spel van het,
oorspronkelijk als outsiders aangemerkte
paar dr. W. Oudshoorn (Rotterdam) met
mr. F. Pels Rijcken (Breda), dat op nog
vrij gemakkelijke wijze wist te winnen.
Iedereen gunde deze buitengewoon sym
pathieke en sportieve combinatie de fraaie
overwinning zelfs ook hun naaste con
currenten FilarskiVerboog, die nummer
2 werden na een weekeinde van minder
scherp snel, gepaard aan doorlopende
tegenslagen. Bij het geringe verschil van
krachten onder de topparen van de N.B.B.
kan men nooit winnen als men niet geluk
en ongeluk in redelijke volgorde afwisselt.
De gebroeders Kaiser met hun (nieuwe)
Napolitaanse biedsysteem kwamen ten
slotte toch nog als derde aan, vóór Cats
Kramer die zich fantastisch hersteld had
den. na onderaan te hebben gestaan. In de
tweede ronde had de Rotterdamse crack
Slavenburg voor onberaden wedder ge-
sneeld en was onderaan gekomen: later
ging hij bridge spelen en eindigde nog als
nummer zeven, tezamen met Hans Kreyns.
F,en aardig spel uit die laatste ronde was
het volgende:
A HB 10 8
O H V 5
AB 8 6 5 4
5
\iaaq-see
-uapna U9 seeuaddoqos a.iapue japuo peq
p.ioou assepi-iaisaaui ap ui jooa
luba\>i (ads ;an 'pua§aA\jaao )uaoin§.ie p?p
si pfu)spaA\ua.md uaa ui quiA\ uaraAei-q
g a§ sp2 uauioq ua aip 09 ap U,'P
\e ua;und 0L 49UI 9§ IP91! 'P1BBUJ sues
aaA\) sppais a§ siv 'uapaiq a) ua.iaAtqq
g uaieieu n laoui jeAag jqa ui -uauioq
uaunz iqoa.iai ioB.i)uoouajaAep[-g uaa
ui j3A\ uajed asraAip .mep 'uassed uauunq
VS Z do a§ ipnoz pru}spaA\ua.ied aqqeA\z
uaa ui -p.ioou uba guiqqapuaddoqas ap fiq
uauaqaiaq §uiuna}s.iepuo agipuee uaa Sou
uaipuaAoq ueq A\noJAuaddoqos aa 'uaSep
g auapue ap jooa ufiz paoS jaA\ fiq IBZ
'aped jauped a\n la.waoq ua aaui uaSep 9
iSua.iq n qnoiesues 8 poq ajsaq ;aq iajfiA\;
.iapuoz st pfu)spaA\ua.ied apazaq q.iais uaa
ui :SeejAaSpuq asqfqaïiaM dfo pjooMjuv
A A 9 6 4 2
9 7 8
9 V P 7 3
A 2
N
W O
Z
V 7 5 3
9 B 9 8 6 4
O A PI
73
rf» -
9A102
O 10 2
*HVB 10 9864
Zuid gever, OW kwetsbaar.
Komisch was het biedverloop van de
Kaisers tegen SlavenburgKreyns, name-
Ik!?? zei meneer Bijkema. Met een
vinger wees hij op zichzelf. Die man is
niet snik, zei hij tegen Joost. Kom, ga
mee. Laten we wegwezen. Hij stond blik
semsnel op en nam enkele reuzenstappen
in de richting van de perzikenboomgaard.
Maar voordat hij meer reuzenstappen had
kunnen nemen werd hij bij de mouw ge
grepen door het kleine mannetje met de
zwarte snor.
Prego, signore, prego, smeekte het
mannetje. Gaat u mee naar de camera
man. die spreekt Engels... You English
speak also?
Maar ik wil niet, stotterde meneer
Bijkema nadat hij voor Henri Benice ge
sleept was. Ik ben geen filmster, ik ben
leraar. Tekenleraar. Ik moet niets van
die filmerij hebben. Dat strookt niet met
m'n waardigheid, snapt u dat? Do you
snap that? Als de directeur die film onder
ogen krijgt ga ik de laan uit.I loose
my job!!
Het duurde niet lang of meneer Bijke
ma was omringd door de hele filmstaf,
Joost, mrs. Sippy, de jongens en Ondine.
Iedereen praatte door elkaar, het voor en
tegen overwegend van deze nieuwbakken
pseudo-Hannibal.
TERWIJL IEDEREEN door elkaar
schreeuwde, maakte meneer Bijkema van
deze unieke gelegenheid gebruik om stille
tjes de benen te nemen.
Ze zullen me niet krijgen, de fiere
Vlaamse leeuw, mompelde hij zachtjes in
zichzelf van boom tot boom sluipend. Han
nibal, ik Hannibal, wel ja, op een olifant
nog wel.Ik kruip gewoon in die eend en
wacht daar op Joost.Die zal er nu ook
wel genoeg van hebben.Tjonge, tjonge,
wat is dat ding heet. Arme eend, je bent
al gebakken en gebraden voordat je ge
slacht bent.Bah, wat een beroerde ge
dachten. komt allemaal door die malle
film.
Dov'è Annibali, riep signore Benve-
nuto wie niets ontging.
Ja, waar is ie? vroeg Joost, die rood
aanliep van het lachen.
Die heeft de wijste partij gekozen,
grinnikte Jaap. Hij zal wel in zijn naam
genoot gekropen zijn.
Hij is weg, zei Ondine. Foetsie! En
ze maakte met haar armen een groot ge
baar zoals ze het de Italianen had zien
doen.
Ah, perduto, zei signore Benvenuto.
Hij wreef zich het zweet uit de ogen. Per
duto, herhaalde hij, maar je kon aan hem
zien dat hij met zijn gedachten allang weer
ergens anders was. Geen wonder! want de
olifanten, die inmiddels weer naar boven
waren geklommen, kwamen voor de derde
keer naar beneden.
Attendere! gilde hij door de mega
foon. AttendereüWachten! Maar, zoals
de andere keren, was het onmogelijk om
op het smalle pad te keren en moesten
de filmmensen gelaten wachten tot de
olifanten beneden aangekomen weer ke
ren konden.
O, how terrible, zuchtte mrs. Sippy,
die met de regisseur te doen kreeg.
Als dat zo doorgaat, zei Joost, zitten
we over vier weken nog te kijken. Wie
gaat er mee?
MENEER BIJKEM, zei Ivo toen ze
's avonds met z'n allen om twee bijeen
geschoven tafels zaten te dineren, nu moet
u ons toch eens vertellen hoe het komt
dat u mrs. Sippy kent.
O, dat is heel eenvoudig, zei meneer
Bijkema en hij keek mrs. Sippy aan die
prompt bloosde. Ik ken mrs. Sippy nog uit
mijn studiejaren. We waren toevallig al
lebei naar dezelfde plaats uitgezonden om
opgravingen te doen. Zij vanuit Engeland
en ik vanuit Nederland.
En mister Sippy, zei Ondine die het
nooit laten kon.
He is dead, the poor thing, zei mrs.
Sippy.
—O, sorry, mompelde Ondine terwijl
ze zich schaamde om haar ontactische
vraag. Joost schudde het hoofd:
Ondine toch.
Enfin, vervolgde meneer Bijkema.
We correspondeerden nog een poos met
elkaar, maar door omstandigheden die te
ver voeren om ze hier zo een, twee, drie
te vertellen, hielden we daar mee op. Een
jaar of vijf hoorden we dus niets meer
van elkaar. Jullie begrijpt hoe blij verrast
ik was, toen ik mijn goede vriendin hier
weer onverwacht ontmoette.Meneer,
Bijkema hief zijn glas To you! zei hij.
Cheerio! piepte mrs. Sippy en de an
deren stemden met het Hollandse „proost"
in op deze wonderbaarlijke ontmoeting.
ER HING EEN gezellig geroezemoes
van stemmen in de eetzaal. Plotseling was
het hele hotel volgeboekt met gasten. Het
was of Passignano opeens het middelpunt
van de wereld geworden was. En of die
drukte nog niet genoeg was; als door een
windstoot werd de deur plotseling openge
rukt en binnen kwamen een zestal mannen
met koffers en aktetassen die zonder boe
of ba aan de grote leestafel gingen zitten
midden in de eetzaal, de koppen bij elkaar
staken en een ogenschijnlijk geheimzinni
ge conferentie begonnen te houden.
Journalisten! fluisterde signore Nero
die juist met schotels beladen naar hun
tafeltje kwam draven respectvol. Voor de
film! voegde hij er aan toe.
En het duurde niet lang, of ook de leden
van de filmstaf deden hun intrede. Voorop
liep signore Benvenuto gevolgd door Hen
ri Benice, de scriptgirl, het mannetje met
het zwarte snorretje, Hannibal, die een
beetje hinkte en die in zijn gewone pakje
eigenlijk indrukwekkender was dan in de
filmkleren waarin hij zich blijkbaar niet
erg thuisvoelde, en tot slot een dame met
zeer lange rode haren, zeer lange krullen
de oogharen en een manier van kijken
alsof ze voortdurend ergens pijn had.
Signore Nero verscheen in de deurope
ning van de keuken, boog, rende naar het
filmteam, fluisterde, wees ten overvloede
op de journalisten en geleidde het gezel
schap naar een grote hoektafel achter in
de zaal.
ER WERDEN STOELEN aangescho
ven, borden en bestek neergelegd, flessen
chianti met glazen op tafel gezet. De jour
nalisten stonden op en gingen op het gezel
schap toe, pen en bloknoten in aanslag.
Maar signore Benvenuto wuifde ze met
één gebaar weg; eerst eten, dan praten.
Waarop de journalisten afdropen, hun hor
loges met elkaar gelijk zetten en weer om
de grote leestafel plaatsnamen terwijl ze
nu en dan tersluiks over hun schouders ke
ken hoever de maaltijd gevorderd was. En
die vorderde maar langzaam. Het tafeltje
waaraan Joost, mrs. Sippy, meneer Bij
kema en de jongelui zaten was reeds lang
afgeruimd, en mrs. Sippy, die alleen maar
minachtende blikken voor de filmmensen
over gehad had, was reeds lang naar haar
kamer vertrokken, toen eindelijk signore
Benvenuto de journalisten het lang ver
beide teken gaf dat het spel beginnen kon.
Als één man stonden de journalisten
overeind. Een van hen greep snel zijn foto
toestel, duwde de anderen opzij en zocht
de beste plaats op om zijn plaatjes te
schieten.
Subito, subito, even wachten riep
de roodharige dame angstig. Ze deed een
greep in haar tas, haalde er een lippen
stift uit en begon omzichtig haar lippen te
verven. Toen dit gebeurd was hief de foto
graaf ten tweede male zijn toestel, maar:
Subito, subito, riep de dame weer.
De beurt was nu aan haar kapsel en haar
wenkbrauwen. Met een klein kammetje
werkte ze eerst de laatste bij om daarna
met een grote kam haar lokken de juiste
valling te laten krijgen. Na deze inspan
nende arbeid vertrok ze haar mond in een
schone, geplooide glimlach:
Pronto, riep ze triomfantelijk. Klaar!
Prego, zei signore Benvenuto. Mag
ik u verzoeken.
(Wordt vervolgd)
jes aan land. Van één vlet gaan da
mannen even een huis binnen, waar ze
anijsmelk krijgen. Een paar minuten
ligt het bootje verlaten aan de wal.
Straks zal het weer uitvaren en tussen
de huizen in de overstroomde straten
zoeken naar zolders waar duiven zitten
of misschien wel geitenMaar
niemand zal weten dat in het huis van
het oude vrouwtje nog een lieve poes
zit. Een poes die kan knipogen. Een
poes met maar voor twee dagen voer..
Plotseling neemt Kees een besluit.
Zonder dat iemand het ziet, laat hij
zich in het bootje glijden. Hij duikt weg
onder een brede plank, maakt zich zo
klein mogelijk en trekt een dekzeil over
zich heen.
Het enige dat hij nu kan doen, is
wachten, met een bonzend hart
ONDER HET DIKKE zeil in het
bootje is het vreselijk benauwd, maar
Kees durft het geen centimeter op te
tillen. Gespannen luistert hij naar alle
geluiden die gedempt tot hem door
dringen. Wanneer hij dichtbij mensen
hoort praten, houdt hij zijn adem in.
Maar ze gaan gelukkig voorbij
Dan, toch nog onverwacht, voelt hij
een schok: de mannen komen weer aan
boord. Ze hebben zeker niet gepraat
samen, want hij heeft ze niet horen
aankomen. Als ze nu maar niet het zeil
wegtrekken! Als ze nu maar niet op de
plank gaan ziften waar hij onder ligt,
want dan schoppen ze natuurlijk tegen
het zeil en wordt hij ontdekt. Ze zullen
hem zeker wegsturen. Daarom kan hij
pas tevoorschijn komen als ze al een
flink eind op het water zijn. De poes
van het vrouwtje móet gered worden!
Er zijn haast geen golven. Het ge
ronk van de motor is als één lange
snurk. Eerst gaat het een tijdje recht
uit, daarna maken ze een paar keer een
bocht. Daaraan merkt Kees, dat ze nu
in het ondergelopen dorp zijn. Raar
hoor, zomaar varen in de straten!
„Waar moeten we allemaal zijn?",
vraagt één van de mannen. Een ander
noemt een rijtje op: .Kerkstraat,
Dorpstraat, Zaansteeg
„Ja, Zaansteeg", roept Kees zo
hard als hij kan en kruipt meteen onder
het zeil vandaan. „Nummer drie! Op
nummer drie zit de poes van het oude
vrouwtje en die kan knipogen! De póes
kan knipogen!. Op zolder!. Op
nummer drie!!"
DE STOERE MANNEN zijn maar
een heel klein beetje geschrokken van
zijn plotseling opduiken. En nu moeten
ze lachen om zijn opgewonden woor
den.
Ze hebben het wel erg druk, maar
toch luisteren ze naar zijn verhaal. En
dan vinden zij hem géén kwajongen.
Achteraf is het nog maar goed ook
dat Kees meegevaren is. Want op één
adres moeten ze duiven halen, die nu,
door het hoge water, alleen maar te
pakken zijn als je door een heel klein
raampje klimt. Dat kan alleen Kees
maar! Hij wordt opgetild en één voor
één vangt hij de duiven. Voorzichtig
geeft hij ze door het raampje aan de
mannen. Die stoppen de vogels in een
mand.
Na een poos hebben ze van alles bij
elkaar: een mand duiven, een kooi met
parkieten. 12 kippen, 2 honden en
de poes die kan knipogen. En óf hij
knipoogt! Eerst alleen tegen Kees,
maar al gauw ook, netjes om de beurt,
tegen de mannen.
EENMAAL TERUG in het haventje,
zeggen ze tegen Kees: „Nou jó, je hebt
fijn geholpen hoor! Maar je moet het
toch maar niet nog eens doen! Hier heb
je je poes. Breng hem maar vlug naar
die mevrouw toe".
Kees aarzelt. Hij ziet al hoe het
vrouwtje poes zal knuffelen. En ze zal
hem, Kees, willen bedanken. En ze zal
daarbij wel huilen ook, denkt hij.
Hi,i kijkt de mannen aan en zegt:
„Kan iemand anders dat misschien
doen? Ik moet eigenlijk de andere kant
uit". Meteen loopt hij weg. Hij stopt z'n
handen diep in z'n broekzakken en hij
fluit een deuntje. En af en toe schopt
hij tegen een steen. En wie hem niet
kent, zou kunnen denken: wat een on
verschillige jongen is dat!
Cor van Ruyssel
De grote koning Kila uit het land van Kilaween
Had in zijn lange, wollen sok een gaatje in de teen.
Hij pakte in de linnenkast een schoon paar uit het laatje
Maar, wat ivas dat nou? Lieve help! Ook daarin zat een gaatje!
Nu werd de koning heel erg boos en ieder, iedereen
vierd bang van koning Kila van het land van Kilaween.
De hoflakeien slopen op hun tenen door de gang.
Je gelooft het niet, maar heus hoor, zelfs de koningin was bang.
In 't midden van de troonzaal, daar zat zij heel alleen
Daar zat zij op de gouden troon, de troon van Kilaween.
De zaken van de staal heeft zij toen zelf maar afgedaan
Want koning Kila, ach die had nog steeds geen sokken aan.
Maar 's avonds nam de koningin wat stopwol, naald en schaar
En stopte toen wel zeventien paar sokken bij elkaar
Zodat nu koning Kila tot de vreugd van iedereen
Het land weer zelf regeren kan, het land van Kilaween.
Marjan van Beek
„MENEER. MENEER. roept
een oud vrouwtje maar aldoor tegen de
politie-agent en tenslotte trekt ze hem
aan zijn mouw. Dat merkt hij en hij
draait zich om. Kees zit op een grote,
omgekeerde mand vlakbij en hoort wat
er gezegd wordt. Het gaat over een
poes.
„Een mooie grijze, met een wit
puntje aan z'n staart", zegt het vrouw
tje, „Ik ben maar alleen. Kunt U hem
niet voor mij van de zolder laten ha
len? Hij heeft maar voer voor twee da
gen. En het is zo'n lief beest. Soms
knipoogt ie tegen je
De agent heeft het druk met. zoveel
mensen die door het water uit. hun hui
zen gejaagd zijn. Hij zegt haastig,
maar vriendelijk: ..Ik begrijp het wel,
maar huisdieren moet U daar opgeven,
in dat kerkje aan de overkant. Ieder
een wil zijn konijn, z'n hond of z'n kat
terughebben. Er zal wel een lange rij
staanVlug loopt hij weg; er is
zo véél te doen.
De oude vrouw kijkt hem na met tra
nen in haar ogen. Ze is zó moe! Ze
beeft over haar hele lichaam. Ze zal
niet eens tot aan de overkant kunnen
lopen
Dan staat Kees plotseling voor haar.
„Mevrouw", zegt hij, „Waar zit Uw
poes precies?"
„Ach jongen," snikt ze. „Jij kan me
ook niet helpen. Daarvoor ben je nog
te klein."
Maar Kees houdt vol. „Mevrouw, U
móet mij laten helpen. Anders gaat Uw
poes dood en dat wilt U toch ook niet?
Geeft U mij nu een briefje met Uw
naam en adres er op. Dan geef ik dat
wel aan de mannen die naar het dorp
varen om de dieren te redden."
NU HEEFT ZE toch geluisterd en
met beverige letters schrijft zij op een
stukje papier. Maar als Kees daarmee
naar de overkant gaat en na lang wach
ten aan de beurt is, wordt het een grote
teleurstelling.
Een meneer kijkt eerst op het briefje
en dan naar hem.
„Hoe heet jij?", vraagt hij.
„Kees Beerman, meneer", zegt
Kees.
„Dat klopt niet met déze naam. Is
het familie van je?"
„Nee meneer, ik ken die mevrouw
eigenlijk niet eens."
..Wat doe je hier dan. aap van een
jongen? Voor flauwe grapjes hebben
we geen tijd hier. Maak dat je weg
komt!"
Kees wil het allemaal uitleggen,
maar niemand luistert naar hem. Hij
pakt zijn briefje op en loopt het gebouw
uit
MET ZIJN HANDEN IN z'n zakken
slentert hij de straat uit tot het haven
tje. Daar heeft iedereen het ook al
druk. Vletten varen af en aan. Die plat
te bootjes brengen honden en ganzen,
kippen en katten en zelfs kanariepiet-
•uiaqu.iy 'saoQ 'laoojsaauiy 'ail0A\z 'uaAoqpuia 'uaguiuojo :Suissoiüo