SEREN: een botanisch gokspel met weinig kansen en vele nieten BLOEMBOLLENBEBRIJF STAAT NOG EEN GROOTSE ONTWIKKELING TE WACHTEN CATALOGUE FLEUB. S, DAN TWAALF MILJOEN PRIJSCOURANTEN PER JAAR Bloembollencultuur in cijfers DONDERDAG 24 MAART 1960 29 DOOR DR. A. J. VERHAGE voorzitter Produkschap voor Siergewassen Oppervlakte Export hectare guldens 1860 300 1.000.000 1910 4000 12.000.000 1930 9000 46.000.000 1933 7500 19.000.000 1934 7500 22.250.000 1946 5550 54.500.000 1950 5850 113.800.000 1959 7100 200.000.000 den om de levensstandaard van de bevol king aanzienlijk te kunnen vergroten. Ook politieke factoren spelen hierbij een rol. Dit alles toont aan, dat ook deze ontwik keling niet is tegen te houden en dat het bloembollenbedrijf zich aan deze ontwik keling zal moeten aanpassen om een grondslag te scheppen voor een verdere groei. Op het ogenblik constateren wij de vor ming van grote blocs in tie wereld, die toch ook weer een nauwer contact ook in hun handel zullen gaan onderhouden. Wanneer ik hierbij denk aan het Ameri kaanse bloc, het Aziatisch-Afrikaanse bloc het Sovjetbloc, dan is het haast niet te be grijpen, dat de vorming van een Europese eenheid op economisch gebied zich op dit moment nog beperkt tot zes landen. Deze zes landen zijn op zichzelf uiterst belang rijk en hebben een inwonertal dat verge lijkbaar is met dat van de Verenigde Sta ten van Amerika en van de Sovjet-Unie. Zeven andere Europese landen hebben een Vrijhandelszone gevormd. Het zal als een noodzakelijkheid moeten worden ge zien dat deze „zes" en „zeven" zich ook weer op een of andere wijze verstaan. Op dit moment moeten wij echter met deze ontwikkeling rekening houden, wanneer wij de toekomst van het bloembollenbe drijf willen bezien. 34 percent van de bloembollenexport gaat naar de landen van de Europese Eco nomische Gemeenschap. Volgens het ver drag zullen contingenten en invoerrech ten geleidelijk verdwijnen, zodat na een overgangsperiode binnen dit kleine Euro pa een vrije goederenruil mogelijk zal zijn. Wanneer die toestand zal zijn be reikt, zullen heel wat vraagstukken door de beoefenaren van het bloembollenvak moeten zijn overwonnen. In het zuiden van dit kleine Europa liggen landen, die onder veel gunstiger klimatologische om standigheden goedkope snijbloemen, met name anjers, op de Europese markten kunnen brengen. Tot nu toe zijn afgesne den tulpen en narcissen, ook hyacinten en tulpen in pot, de goedkope bloemen in de winter geweest. honderd jaar geleden de tulp in voelen dan ook optimistisch worden be oordeeld. Vanzelfsprekend zal het bloem bollenbedrijf zich aan deze ontwikkeling moeten aanpassen. De verkoop aan parti culieren zal sortimentswijziging en veran dering in de verkoopmethoden meebren gen. Voor de verkoop op de Amerikaanse markt hebben deze problemen eigenlijk al hun oplossing gevonden. Daarom zal dit het bloembollenbedrijf, dat zo elastisch in zijn gedachtengang is, zeker geen moei lijkheden bieden. Men zal zich ook moeten realiseren dat stelsels van minimumexportprijzen, mis schien ook van produktiebeheersing, aan deze ontwikkeling moeten worden aange past. In Europa zullen wij gaan naar een Europese marktordening. Het zal wel heel wat gedachtenwisseling ook bij het bloem bollenbedrijf vereisen om deze aanpassing tot stand te brengen. Maar ook hier zal het bloembollenbedrijf de juiste oplossing in een ontwikkeling van jaren weten te kiezen. In de overgangsperiode dienen wij voor zichtig te zijn. Het agrarische bedrijf brengt hier juist de moeilijkheden en het verdrag voor de Europese Unie geeft voor deze produkten de mogelijkheden van ex tra bescherming aan de grenzen. Den ken wij alleen maar aan de mogelijkheid van minimum-importprijzen, die in dit verdrag is voorzien. Dit betekent dat wij geen maatregelen zullen moeten gaan af breken zonder overleg met onze buiten landse afnemers. Zowel door de vrije or ganisaties als door de publiekrechtelijke lichamen wordt dit overleg nu al gepleegd en onze Koninklijke Algemene Vereniging speelt daarin ook een grote rol. Wanneer wij hier de zegswijze volgen, dat voor zichtigheid de moeder van de porcelein- kast is, zullen wij ook deze overgangspe riode zonder bijzondere moeilijkheden kunnen doorkomen. Nu nog de verhouding tot de derde lan den. Het grootste deel van onze bloem bollenexport is on deze landen gericht. DE LEIDSE HOOGLERAAR Carolus Clusius komt de eer toe zo'n vier- ons land te hebben geïntrodu ceerd. De groei van de tulpenteelt en de ontwikkeling van de gehele bloembollencultuur zouden on denkbaar zijn geweest zonder het wetenschappelijk onderzoek en het werk van bekwame vakmen sen. Dagelijks zitten geleerden ziekten van de bollen te bestude ren en wapens tegen hun kwalen te vergaren En in de praktijk span nen kwekers zich in ter verbetering van de bollen„kraam". Ervaren vak mensen zijn met stoïcijns geduld op jacht naar nieuwigheden. Dank zij hun arbeid worden jaar op jaar nieuwe namen toegevoegd aan de reeds lange lijst van variëteiten. De nuchtere vermeldingen van de namen vertellen echter niets van de vele teleurstellingen die de zoekers naar nieuwigheden, de hybridisateurs, steeds weer moe ten incasseren. HET HYBRIDISEREN of kruisen om nieuwe variëteiten te winnen wordt in het bollenvak voornamelijk de laatste vijftig jaar welbewust toegepast. Vooral de on derzoekingen van dr. W. E. de Mol zijn hiervoor van betekenis geweest. Vaak ont staat een nieuwe variëteit door het spel van de natuur, zonder dat de mens van invloed is geweest. Kan een kweker van zo'n nieuwigheid profiteren, dan heeft hij uiteraard een prachtig buitenkansje, dat hem niet gauw weer in de schoot zal wor den geworpen. Maar deze „verlopingen" doen zich slechts sporadisch voor. En een kweker kan er echt niet op gaan zitten wachten. Het kruisen moge dan welbe wust gebeuren, het is een „gok"spel met weinig kansen. Een spel dat gedegen vak kennis, een grote dosis geluk en veel ge duld vereist. Na een aantal jaren kan pas worden gezien, of een kruising kans van slagen biedt. Is dit het geval, dan is de hybridisateur zoals de man van de ver edelingen heet er nog niet. Want dan moet hij zich nog veel moeite getroosten om de nieuwe aanwinst op de markt te brengen. Ook dit lukt niet altijd. En daar om kan het voorkomen dat een geslaag de kruising pas na jaren voldoende aftrek krijgt. De leek kent voornamelijk rode. rose, witte, gele of gevlamde tulpen. Maar voor de vakman is de zaak wel wat gecompli ceerder. Er bestaan namelijk ruim drie duizend variëteiten tulpen. En geregeld komen er nog nieuwe namen bij. Zoals in 1958, toen er achttien nieuwe namen aan de zgn. nomenclatuurlijst werden toege voegd. HET WINNEN van nieuwigheden lijkt heel simpel te beginnen. Als de bloem van een bol rijp is, brengt de hybridisateur met een penseeltje wat stuifmeel op de stamper over. Als het zaad van deze bloem is gewonnen, wordt het later in pot ten of kistjes uitgezaaid en deze worden buiten ingegraven. De eerste bolletjes zijn vaak nog kleiner dan de kop van een lu cifer. Geruime tijd gaat er overheen eer men de resultaten kan beoordelen. Na on geveer vijf jaar kan de vakman vaststel len of zijn veredelingswerk geslaagd is. DE NIEUWE variëteit moet aan tal van voorwaarden voldoen, wil zij kans van slagen maken. De eisen van thans ver schillen sterk van die van vroeger; zij lig gen anders en dat maakt het voor de hy bridisateurs niet gemakkelijk. De bollen moeten een goed weerstandsvermogen te gen ziekten hebben. Zij moeten tegen een stootje kunnen, want anders zouden zij bij diverse behandelingen in de schuur en bij het transport schade oplopen. Zeer be langrijk zijn uiteraard kleur en vorm van de nieuwe bloem. De houdbaarheid van de bloem, de sterkte van de stengel enz. zijn mede van belang. Kan een nieuwe tulp aan alle eisen be antwoorden, dan brengt de kweker haar op een van de wekelijkse keuringen in hel Haarlemse Krelagehuis. waar ze word1 onderworpen aan het oordeel van een des kundige commissie, die voor de nieuwig heden getuigschriften verleent. Van hei keuringsrapport zal het mede afhangen of de nieuwe variëteit als handelsartikel een succes wordt. Soms worden onmiddel lijk al hoge bedragen geboden, maar ook kan het gebeuren dat aan het verschijnen van de nieuwigheid haast geen aandacht wordt geschonken. De kweker kan een re clamecampagne ontketenen om de nieu we tulp onder de vakgenoten populair te maken, ook kan de kweker de nieuwe bol len reserveren voor zijn eigen afnemers. ALS ER MEER dan drieduizend tulpe namen zijn, wordt het natuurlijk moeilijk steeds nieuwe te bedenken. Want bij de bloemen zijn al zoveel koningen en konin ginnen, prinsen en prinsessen, schoonhe den en andere beroemdheden, dat het heel wat gepeins vraagt om een naam voor de nieuweling te verzinnen. Is de kweker fan tasierijk en origineel dan kost dit hem na tuurlijk weinig hoofdbrekens. Maar hij loopt wel kans dat hij in zijn fantasie te ver is gegaan en de naam geen goedkeuring krijgt. Iedere nieuwe naam moet namelijk worden ingediend bij de nomenclatuur commissie, die de „burgerlijke stand" van het bollenvak bijhoudt. Deze commis sie heeft een open oog voor de maatschap pelijke rangorde. Daarom krijgt een tulp eerder de naam van bij voorbeeld Doris Day dan van Prins Bernhard. Die naamgeving is soms toch merkwaar dig. Alfred van Sprang, zwervend radio verslaggever, is voor eeuwig verbonden aan een tulp. Maar nergens ziet-men in het voorjaar' een „Willem Dreës'? op het veld bloeien en in de lentewind staan wiegelen. Dr. Drees zal er trouwens waarschijnlijk nooit moeite voor hebben gedaan. Zulks in tegenstelling tot de mensen, die menen dat de wereld er maar bedenkelijk aan toe is, als hun naam niet aan een bloem wordt verbonden. Om toch maar die bedenkelij ke toestand op te heffen, proberen deze mensen kwekers van hun grootheid te overtuigen. Een hoogst enkele keer hebben ze hiermee succes. Meestal denkt de kwe ker het eerst aan een hem populaire naam. En daarom vindt men misschien zoveel „madames" en '„beauties" op de velden. De Engelse namen voeren de boventoon en dat is, gezien het afzetgebied, wel be grijpelijk. „Keukenhof" is tussen de bloeiende velden een trekpleister geworden, die het toeristische seizoen heeft ver vroegd. Ver in de omgeving van de bollenstreek ondervindt men de gun stige gevolgen van de bollendrukle. BIJ DE BEOORDELING van bollen en bloemen worden voor de leek volkomen onbegrijpelijke vaktermen gebruikt. Zo verhandelt men: Lady Hamilton droog, schoon en goed in de huid. Of: Een Kroon prinses met een gespleten kroontje. Om een mutatie in de kleur aan te geven, wordt bijvoorbeeld gesproken van: Een verlopen Prins van Oostenrijk. Al die koninginnen, prinsen en schoon heden kunnen zich soms jaren achtereen als een goed handelsprodukt op de markt handhaven. Zoals Zomerschoon, een tulp uit 1620, die nog steeds wordt gevraagd. Anderen verdwijnen geruisloos, door ziek ten of verdrongen door nieuwere variëtei ten. Bij het botanische „gokspel" worden ja renlang Utopia's nagejaagd. Alexander Dumas heeft er zelfs een boek aan gewijd: De Zwarte Tulp. Nog nimmer echter heeft een kweker een geheel zwarte tulp te voor schijn kunnen toveren. Of men hierin ooit zal slagen, is het geheim van de natuur. Want de natuur blijft de mens ook bij intensief wetenschappelijk onderzoek steeds weer voor raadsels stellen. Geluk kig voor de vakmensen, voor wie 't hybri- diseren een boeiend en avontuurlijk spel is. Een spel met vele verliezers. De spaar zame winnaars kunnen meestal met hun „goede gok" best tevreden zijn HET KAN GEBEUREN dat iemand op een morgen in voor- of najaar een fleurige prijskrant mei een overvloed aan bloemenfoto's in zijn brievenbus aantreft. Die „iemand" kan dan in ons land wonen. Maar ook bijvoorbeeld in Engeland, Duitsland, België of Frank rijk. De afzender is in de meeste ge vallen een van de bloembollenhande- larcn uit bollenstreek of Kennemerland. Hij biedt zijn relaties in binnen- en buitenland een keur van bloembollen en -knollen voor huis en tuin aan. Zo'n prijskrant blijft, lussen de vele reclame- foldertjes, meestal niet ongezien. Want vooral op dames oefenen de kleurrijke pagina's met de vele afbeeldingen van bloemen een sterke aantrekkingskracht uit. Dikwijls heeft zo'n prijskrant dan ook een bestelling als resultaat. HET BOLLENVAK bestedt ieder jaar duizenden guldens aan de zgn. onpersoon lijke reclame. De kwekers en exporteurs hebben er, begrijpelijk, best wat voor over. Want zij moeten het van de buitenlandse markt hebben. En het is hun dus wat waard om de naam van de Nederlandse bloembol in het buitenland te propageren. Dat doen zij door bijv. tulpenkoninginnen toernees door de Verenigde Staten te laten maken, door affiches in stations en adver tenties in grote bladen. IS DIE ONPERSOONLIJKE reclame voor het bollenvak zeer waardevol, van grote betekenis is ook de reclame, die de afzonderlijke bedrijven voeren. Natuurlijk proberen zij met hun prijs- kranten zoveel mogelijk bollen af te zetten. Maar die prijskranten zijn toch ook van onschatbare waarde voor het ge hele bollenvak. Zij dragen er mede toe bij om de buitenlandse markt goed te stem men. Die prijskranten zijn afkomstig van detailbollenhandelaren, die zich recht streeks tot het grote publiek wenden. Ge zamenlijk sturen zij een enorm aantal ca talogi de deur uit. Naar schatting verstu ren de Nederlandse detailbollenhandela ren ieder jaar zo'n twaalf tot vijftien mil joen prijskranten. Slechts één miljoen hiervan blijft in eigen land. De andere ca talogi belanden voornamelijk in Engeland en Duitsland. De meeste firma's verzenden twee keer per jaar een catalogus. Dus gaan er zowel in het voor- als in het najaar zo n zes miljoen prijskranten de deur uit. Wie zo'n catalogus ontvangt, vraagt zich misschien even af: hoe komt zo'n firma aan mijn naam? Maar dat is natuurlijk geen probleem. De detaillisten kunnen op alle mogelijke manieren in het bezit van de adressen komen: zij zoeken telefoon- en adresboeken af, onderhouden contacten met buitenlandse firma's, roepen de me dewerking in van adressenbureaus enz. DE PRIJSKRANTEN zijn soms bijzon der mooi uitgevoerd. Want de detailisten weten dat de eerste indruk die de catalo gus maakt, heel belangrijk is. Vele prijs kranten worden in het buitenland ge drukt. De Nederlandse drukkers zijn dikwijls niet in staat om in een zeer korte termijn een grote order uit te voe ren. De prijskranten worden ondermeer in Zwitserland, befaamd om zijn grafisch vakmanschap, gedrukt. In snel tempo moeten de catalogi van de persen rollen, want de bollenhandel is nu eenmaal aan pri jsschommelingen onderhevig. De belangrijkste Nederlandse detaillis ten hebben zich verenigd in de Bond van Detailbollenhandelaren, die aan het einde van dit jaar een kwart eeuw bestaat. Het komt nog wel eens zij het in steeds mindere mate voor dat mensen die rechtstreeks bollen hebben besteld, bedrogen uitkomen. Zij krijgen slechte bollen, of geheel andere dan de bestelde. Dergelijke onbehoorlijke praktijken doen het bollenvak natuurlijk geen goed. En daarom drukt de bond zijn leden op het hart de verplichtingen altijd na te komen, het publiek waar voor zijn geld te geven en het vertrouwen van de klant nimmer te beschamen. De bond streeft naar een eerlijke en betrouwbare handel. Komen er desondanks soms onbe hoorlijke praktijken voor, dan zijn die meestal niet te wijten aan een van de le den, maar aan een niet-aangesloten, soms minder bona-fide handelaar. Ook dan Rechts: De tulp in haar oudste vorm, de tulipa chrysantha. Door vele ver edelingen heeft de tulp ook andere vormen gekregen. Links: Een van de nieuwste tulpen: Lefeber's Romantique. Ook in vroeger tijden werden aan buiten landse relaties prijskranten verzonden. probeert de bond de kwestie tussen ver koper en koper tot ieders goeddunken te regelen. UITERAARD tot tevredenheid van de detailbollenhandelaren worden er ieder jaar steeds meer bloembollen verkocht; een gevolg van de groeiende welvaart. Voor een vergroting van de omzet moet echter veel moeite worden gedaan. Voor de detaillisten betekent dit dat zij met nóg meer en nóg mooier prijskranten het publiek in de verleiding moeten brengen bloembollen te kopen. Hier zal men sterke concurrentie gaan ondervinden, maar dat zal allerminst be tekenen dat de bolbloemen een sterk ver minderde vraag zullen ontmoeten. Wan neer wij erin slagen om door een geza menlijke propaganda het bloemengebruik in alle Eui-opese landen op te voeren en de mogelijkheden hiertoe zijn ongetwij feld aanwezig —dan zullen bolbloemen ook in belangrijke mate gevraagd worden daar de Europeanen in het algemeen een té sterke uniformiteit op esthetisch ge bied verfoeien. Hoe in de afzet van snij bloemen de verhoudingen precies zullen komen te liggen is niet te voorspellen, maar voor overdreven pessimisme is naar mijn gevoelen geen reden, wanneer bol bloemen op een juiste wijze onder de aan dacht van het publiek worden gebracht. In dat kleine Europa liggen er voor de bloembollenafzet gunstige mogelijkheden. Steeds meer gaat men bloembollen ge bruiken voor beplanting in tuinen en par ken. Het zijn nu eenmaal in onze bloemen wereld de voorjaarsboden. Een stijgen de koopkracht, een kortere werkweek en afwisseling van de eentonige arbeid met wat de natuur biedt, dit alles zijn redenen om groot vertrouwen te hebben in de mo gelijkheid om in stijgende mate bloembol len voor tuinbeplanting te gaan leveren. De afzet binnen het kleine Europa kan over het geheel genomen naar mijn ge- DES PLUS BELLES 0 X G 2T Q XT S DES COMMf 1 A C 1 N T H E S, t U l i p e s, B.ANONCULES .ANEMONES, £?c. Qu'oo trouve i vciidre chcz DIRK DUURMAN FILS, Flcuriuei i Harlim en Hollen Je, Pou: TAnnée iicz Dr. A. J. Verhage Wanneer een bloc-vorming in de wereld zou gaan betekenen, dat iedere eenheid veel groter wordt, maar dat de bescher ming aan de grenzen van die eenheden wordt versterkt, zal dit voor het bloembol lenbedrijf zonder twijfel nadelig zijn. In de huidige wereldontwikkeling is dit nau welijks aan te nemen, ook al lijkt het op dit moment alsof E.E.G. en Vrijhandels zone dergelijke moeilijkheden zouden kun nen gaan veroorzaken. De taak van het bloembollenbedrijf is om invloed aan te wenden op de regelingen, teneinde split sing tussen de beschermde economische eenheden te voorkomen. Gelukkig staat de Nederlandse regering nu al op dit standpunt. Belangrijke kansen Op iets langere termijn gezien lijkt mij een dergelijke ontwikkeling zo ingaan te gen wat de wereld nodig heeft, dat zij toch wel zeer onwaarschijnlijk moet wor den geacht. En dan heeft het bloembollen bedrijf ook in de landen buiten de huidi ge Europese eenheid nog belangrijke kan sen. In die landen bestaat er nog altijd vrees voor onderbieding van de markt. De situatie op handelspolitiek terrein van de dertiger jaren is nog lang niet vergeten. Hiertegen zullen wij ons moeten wapenen door maatregelen, die nu al bestaan of die in de toekomst getroffen moeten worden, in gemeenschappelijk beraad te behouden of tot stand te brengen, teneinde afweren de handelspolitiek in de derde landen te voorkomen. Dit stelt ons voor de moeilijke opgave, dat wij ten aanzien van de Europese markt zoveel mogelijk maatregelen overboord zullen moeten gaan gooien, die wij in het belang van onze export naar derde landen in de huidige of in een andere vorm zul len moeten behouden. Bij het oplossen van deze vraagstukken zal grote eenheid ge boden zijn. Bij het eeuwfeest van „Bloem bollencultuur" moge ik dan de hoop uit spreken dat, ook al zal in de toekomst de gedachtenwisseling wel weer eens hard zijn. oplossingen worden gevonden die het juiste midden weten te benaderen. Dit eeuwfeest brengt ons in herinnering dat dit in het verleden gelukt is en geeft ons alle vertrouwen dat dit ook in de toekomst zal lukken. Het bloembollenbedrijf staat dan nog een grootse ontwikkeling te wach ten. NB. Lr: Mcli Aeit Srpteinire font le pluproprt peur tramper ter let Oigncns. HET HONDERDJARIG bestaan wordt gevierd in een tijd, waarin nieuwe ontwik kelingen welhaast van revolutionair ka rakter zijn. Ik denk in dit verband niet alleen aan onze Nederlandse verhoudin gen, waarin bijv. de publiekrechterlijke bedrijfsorganisatie groeiende is. Zonder enige twijfel zal de vereniging deze ont wikkeling begrijpen en hierin een belang rijke taak vinden. Ik denk echter vooral aan de ontwikkeling in de wereld, die wij toch zo moeten zien, dat zich veel grotere gebieden vooral op economisch terrein aan het vormen zijn. Dit is een gevolg van de voortschrijding van de techniek, waardoor het vormen van grotere econo mische eenheden een noodzaak is gewor- DE KONINKLIJKE Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur heeft een belangrijke staat van dienst in de honderd jaren van haar bestaan. Het is, wanneer ik het verzoek van de redactie van Haarlems Dagblad bezie, niet mijn taak om deze staat van dienst te schetsen. Wel moet ik erop wijzen dat de af gelopen eeuw een tijdvak geweest is van een stormachtige ontwikkeling op allerlei gebied, ook op economisch terrein. Dit heeft de vereniging en naar leiding vaak voor moeilijke beslissingen geplaatst. Bij deze beslissingen moest steeds rekening worden gehouden met wijzigingen in de maatschappelijke ont wikkeling en het economisch bestel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 29