„Kom s.v.p. niet met kerstmis, Georg..." De klokkenmaker van de watertoren 'tldZboo, LEGE PLEKKEN.... Nieuwe pieren VERBRIJZELDE RUIT WILDAVOND DERDAG 2 2 DECEMBER 1960 Kerstverhaal door Jaap Stichter Nieuwe sporischoo' Gezellige LOENDERSLOOT DE HELE DAG HADDEN de ouders -.ich ingehouden terwille van Anneliesje iet late geschenk in hun huwelijk die net haar grote blauwe ogen, strovlechten en spillebeentjes het huis weer tot in alle uithoeken beheerst had. Het was een druk, nerveus en beweeglijk kind, dat zeer ver traagd naar de volwassenheid groeide en ondanks een leeftijd van veertien jaar met haar vreugde om de aanwezige kerstboom geen raad wist Ze rende doelloos heen en weer, liet bij het vaat wassen twee kopjes kapot vallen en stelde talloze vrij domme vragen, waar nagenoeg geen ant woord op mogelijk was. Op school ging het slecht: ze doubleerde iedere klas en hing steeds achteraan. Ze had ook haar eigen droomwereld, die ze door de buitenwacht niet doorbreken liet. Men vond haar algemeen een „naar kind" mede door haar eigenwijze, enigszins schutterige manier van optreden. Vader kon haar uitgelaten gedoe wel het minst verdragen. Dat was al dadelijk te merken aan de geïrriteerde manier, waar mede hij met as morste en de sigaar van de ene naar de andere mondhoek liet wan delen. Hij was eigenlijk geen man om thuis te zitten, de krant te lezen en van zijn rust te genieten, want hij voelde zich al gauw „doelloos". Als aannemer werkte hij dag en nacht en hij zou het liefst op de kerstdagen wat op kantoor zijn gaan wer ken, indien hij niet wist, dat de centrale verwarming uitwas. Hij gold als een stugge en onverzoenlij ke man, wiens incasseringsvermogen niet zo bijster groot was. De mensen van de bouw vroegen dan ook zelden naar hem, mijnheer Gorredaal, maar liever naar zijn compagnon, die de gezelligheid van zijn pafferige hangwangen afstraalde en in de wandeling „de bolle Bruisma" genoemd werd. Terwille van Anneliesje zou en moest er nu een kerstboom komen. Dat had zijn vrouw zo gewild en ze had dit op haar eigen manier, met de beproefde strategie, die ze in jaren had uitgedokterd, weten door te zetten. Ze begon met verre om wegen haar doel te benaderen, zodat het niet duidelijk werd, waar ze heenwilde. Nauwkeurig werd zijn stemming afgetast en werden de zwakke punten gepeild. Reeds deze aandacht voor de barometer van zijn wisselvallig humeur en dat wist zij ook heel goed kon hem veel milder maken. En dan plaatste ze ineens, wel overwogen, de naald bij hem in het vlees. Ze miste haast nooit.en zo was dan het besluit van vorig jaar, dat Anneliesje zo langzamerhand te oud werd voor een kerst boom, weer getorpedeerd. „Het kind moet nuchter wordenniet steeds zo met het hoofd in de romantiek," had hij nog gezegd, maar de overtuigde klank in zijn woorden was zoek. GEORG, DE OUDSTE van de vier kin deren hij was nu 32 jaar was eigen lijk de jongen, die samen met zijn vrouw Hanna (ja, vooral zij) op dagen als deze nóóit verstek liet gaan en enige sfeer en warmte in huis bracht. Dan leek ook An neliesje evenwichtiger; er was onderling een betere binding en er werd gelachen en gezellig gepraat. Dan kon zelfs die „oude brombeer" nog wel eens beginnen over vroeger en in het bijzonder over zijn dienstjaren, waar hij met twee linker be nen en armen met allerlei vermakelijke ongelukken doorheen gestapt was. Georg was eigenlijk de beste van allemaal. Frits en Willem waren drie jaar gele den met hun vrouwen naar Australië ver trokken en schreven af en toe lange en dodelijk saaie brieven over de interne toe standen ginds en het klimaat. Het leek wel. (hoewel ze heel wat kilometers uit elkaar woonden) of ze bij elkaar in de leer gingen om de kunst van deze bloedloze schrijverij goed onder de knie te krijgener mocht vooral niets persoonlijks in staan en zo het er toch (noodgedwongen) in voor kwam, dan diende het in een vrij starre formule, zo kort mogelijk, te worden af gedaan. En Gonnie? Zij was getrouwd met iemand, die met het hoofd boven de wol ken zat en dacht de wereld te verrijken met nieuwe zwaarwichtige kerkorgelmu- ziek. Zo'n soort tweede Bach. Ze ging met haar man, die zich op feestelijke dagen omringde met allerlei „vreemde figuren" (dichters, schilders en zo), geheel mee en zou kennelijk ook vinden, dat haar ouders wel gezellig ja, dat woord zou ze ge bruiken maar ook niet meer dan dat waren. Stellig geen mensen, waarmede je kunt doordringen naar een echte kerstsfeer die iedereen zo anders beleeft. EN NU HAD ZICH JUIST dat beroer de geval met Georg voorgedaan. Geheel afgezien van het feit, dat bepaalde din gen nu eenmaal tegen principiële religi euze opvattingen indruisten en in dit opzicht kon vader Gorredaal ook bijzon der scherp van tong en ongemakkelijk zijn kon en mocht hij dit Hanna nooit aandoen. De abrupte manier, waarmede hij de echtscheiding inleidde, had de zaak nog erger gemaakt. Hanna, die zes jaar ouder was dan Georg toegegeven had zich tijdens de oorlog en in het bijzonder gedurende de hongerwinter als een zuivere en goede ziel laten kennen. Geen Frits, geen Gon nie, wie dan ook, had zo zijn best gedaan om de schoonouders op alle mogelijke ma nieren te helpen. Vader lag toen met ischias en kon zelf weinig doen; hij was Advertentie VRIJDAG 23 DECEMBER WOENSDAG 28 DECEMBER Aanvang 8 uur VELE PRIJZEN CAFETARIA SCHAGEN Bik en Arnoldkade 43-44 - Tel. 6564 er trouwens de man ook niet naar om de boer op te gaan en allerlei ruiltrans- acties te doen. Hanna had zich werkelijk als een engel gedragen. Ze werd de oogappel van de Gorredaal's; Oh. kom niet aan Hanna.. het is hier altijd hetzelfde liedje. Er is er maar één. die deugt". En nu had Georg dan een meisje ont moet nu ja, op het meisje op zichzelf viel niets aan te merken, al was er dan ook geen kraak en geen smaak aan dat hem geïnspireerd had, Hanna in de steek te laten. ER WAS EEN HEVIGE woordenwisse ling gevolgd. Dat kon niet uitblijven. De schoonouders ja, ook moeder deed mee gedroegen zich feller dan Hanna zelf. Maar wat vermogen striemende woor den? Dit kerstfeest, voor het eerst zonder Georg. was eenzamer dan ooit. En aan tafel, bij het eten van de tamme eend, had de angst geheerst, dat Anneliesje over Georg beginnen zou. Ze was nog te jong voor een dergelijk conflict. En dan was er ook nog zoiets van schaamte te genover het kind. .schaamte, dat Georg zoiets gedaan had. Maar tóch: de ouders hadden beide de hele dag hun tong in bedwang moeten houden. Ze wilden er over spreken, afreageren; nog eens de schuldvraag" nagaanDat was men selijk. Eindelijk, eindelijk, was de drukke An neliesje na veel gezeur en een spelletje, waarbij ze drie boterkransjes kon winnen, wanneer ze het juiste aantal kaarsen van de boom raadde, naar bed MAAR VADER GORREDAAL begon eerst helemaal niet over Georg. Hij wilde stoom afblazen en mopperde over de zin loosheid van het kerstfeest; de atoombom en de vredesgedachte, die zuiver gedach te blijft. Wat doet een mens met een paar van die „lege" dagen Nou ja, voor het kind. Altijd hetzelfde refreintjevoor het kind offert men zich op. Maar er is geen sprake van iets we zenlijks; zo'n boom is een beetje klater goud en wat tierelantijntjesen dan is alles meteen op ook. En toen begon zijn vrouw plompverlo ren, ditmaal iets minder taktischer dan gewoonlijk, over Georg te spreken. Haar stem kreeg zelfs een enigszins theatraal toontje, toen ze het had over „de verlo- en zoon, die thuis keert". „Ik was niet te scherp tegen Georg," zei hij, „en ik heb hem ook niet de deur ge wezen. Mijn woorden waren zo gesteld, dat hij zelf de conclusie kon trekken, dat hij beter gaan kon. Zo is het. En aan al die verdere dingen,die je zegtwat koop ik daarvoor? Je weet, dat Hanna.. en je weet het misschien nog beter, dan ik „Laat Hanna nu" onderbrak ze hem daar gaat het niet om. Natuurlijk ben ik ook nuchter genoeg om te weten, dat juist met kerstfeestach kom, dat ZUIL EN LANTAARNPAAL DOOR VRACHTAUTO GERAMD. Vanmorgen omstreeks acht uur heeft een vrachtwagen van een Beverwijks expedi tiebedrijf een verkeerszuil en een lantaarn paal op de Wijkerstraatweg in Velsen- Noord omvergereden. De bestuurder heeft kennelijk de bocht te ruim genomen. De verkeerszuil werd volkomen vernield, de lantaarnpaal werd geheel ontzet en de vrachtauto werd aan de voorzijde zwaar beschadigd. De ravage was groot. moeten weten in je eigen kamer zittend dat het kerstfeest is en dat er „sfeer" moet zijn De vrouw luisterde. Het klonk haar enigszins vreemd en verward in de oren. „Wat had jij dan gewild?" „Ik weet niet, maar niet zo die toegeef lijkheid aan Anneliesjeje tilt het kind helemaal over het paard. Het raakt verwender groeit niets uit." Dat was geen antwoord en had met de hele zaak eigenlijk weinig te maken. „De mensen maken fouten," zei zij, iedereen maakt foutenen als we de geest van dit feest verstaan en in ons eigen hart kijkenwelik zou zeggen Ze maakte haar betoog niet af, maar vouwde de handen krampachtig ineen. De woorden waren niet goed: de toon van de snaren, die ze aansloeg, klonk voor haar gehoor vals. „Ik wil geen verdediging horen.ik heb een streep gezet. Dat moet jij ook doen. Punt. Basta. Ik wil hem niet meer zien. Nooit meerhem niet en die juf niet, die haar ogen uit 'r hoofd moest schamen „Maar als hij nu komt en zegt „Hij zal niet komen," stoof hij op. ZE WAREN WEER ALLEEN met hun gedachten. Georg en Hanna, maar ook de „derde figuur", lieten zich niet meer verdringen. Ze waren in de kamer. Georg, de nonchalante, met zijn brede spontane lach. De jongen, die eigenlijk nergens voor deugde, maar die zich overal sympathiek wist te maken. Hij was nu vertegenwoordiger in de een of andere motorbranche, maar het was geen succes. De baas mocht hem echterhij kon een potje breken. En dan Hanna met haar vochtige glan zende herte-ogen. Met haar melancholieke mond, licht gebogen neus en lang loshan gende haren. De vrouw, die veel te goed was voor deze wereld; die de jongen ook veel teveel vrijheid gegund had. „Ik vertrouw hem volkomenhij zal steeds bij mij terug komen. Maar hij moet zich niet gebonden weteneen vrouw, die de man de illusie van vrijheid geeftwel, is die niet verstandig?" Jajaals daar niet „die andere" geweest was. Een jong meisje met een uitdagend fi guur. Ze stond ergens in een stoffenzaak, was niet kerkelijk en veel te „modern". Ineens was Anneliesje in de huiskamer. Op blote voetjes, .wat was het toch eigen lijk nog een kind, wanneer je haar zo zag met roodbehuilde ogen en in dat wijde rose nachthemdje met opgestikte vergeet-mij- nietjes. „Het is weer zover," mopperde de vader. „Oh, mammie," riep het meisje angstig uit en sloeg de armen om de nek van haar moeder. „Je moet rustig gaan slapen", zei vader, echter enigszins milder. „Ach laat..je weet toch," aldus moeder, „nou vertel 'ns Liesje.. je hoeft je niet bang te maken, hoor. Er is niets in je ka mertje, .je moet je dat niet steeds voor stellen. Heb je weer van die enge dieren gedroomd?" „Nee. .nee. .ik. .nee, geen beesten, mam- lees je alleen in verhalen. De werkelijk heid is zo anders „Het is morgen tweede kerstdag, maal laat hem asjeblieft wegblijven", zei de man. „Zo hoef je het ook niet te stellen ik bedoel alleen, dat de verloren zoon in werkelijkheid op de Kerst nooit thuis komt en jij maakt ervan: laat hem asjeblieft niet komen „Ja, dat maak ik ervan „Misschien heeft hij een gevoelig hoek je in zijn hart „Mens, doe niet zo sentimenteel. Daar krijg ik wat van. Verloren zonen en ge voelige hoekjeswelke blaadjes lees je tegenwoordig?" ER VIEL EEN STILTE in het gesprek. Ze keken beiden naar de gedoofde kerst boom, welks glimmende versieringen zich met enkele heldere flitsen in het donkere vensterglas weerkaatsten. Het strak-lijnige dressoir, het hiermede niet combinerende enigszins ouderwetse bankstel en de grote bloemen in het felkleurige vloerkleed, waarop precies op de plaats, waar Anne liesje gezeten had nog een beentje van het gebraad lag, werkten nuchterder dan ooit. Wat viel er nog te zeggen? Terwijl de vrouw, na aanvankelijke ver ontwaardiging over Georg's gedrag thans de weg van de verzoening gaan wilde en meende, dat juist dit feest, waarop zijn aanwezigheid zo gemist werd, hiervoor een aanknopingspunt bood, al wist ze dan niet precies, hoe scheen haar man de bokkepruik opgezet te hebben. Hoe denkbeeldig de mogelijkheid dan ook was, dat Georg kwam volgens va der moest hij (ja, hij moest nadrukkelijk) juist op kerstfeest wegblijven. De kerstboom had h et gedaan. Die maakte het huis nu juist vreselijk onge zellig en miste iedere functie. Je moet ook eens feest kunnen vieren zonder vast te zitten aan herinneringen; zonder steeds te mie. Maar steeds zag ik die kerstboom en die vloog in brand..alles vuur. .en dan kwam uit het vuur.." „Nou, wat kwam uit het vuur?" vroeg moe der, toen het kind zweeg. „Sjors kwam eruit., hij was helemaal wit van de sneeuw en toch had-ie brandwon den en bloedde-ie.en hij huilde, omdat ik niet meer mag komen.en omdat ik ook de hele dag aan hem gedacht heb, omdat we anders weer, evenals vorig jaar, een sneeuwpop in de tuin hadden kunnen ma ken enne. Ze begon jammerlijk te snikken. Vader maakte tegen zijn vrouw een gebaar, alsof hij iets uit spitse vingertoppen liet vallen, hetgeen beduidde: geef haar weer eens een zenuwtabletje. Ze moet gaan slapen. TOEN HET KIND gekalmeerd was, zet te vader de radio aan. Er was niet veel, wat de moeite waard was. De vrouw haal de zwijgend een sherryfles met twee gla zen te voorschijn. Terwijl ze inschonk, luisterde ze met scheef gehouden hoofd, of ze het meisje vanuit haar kamertje hoorde roepen. „Ze zal nu wel gaan slapen," zei ze, „ik heb een dubbel rantsoen gegeven. „Jajaja" zei de man, „het wordt voor ons ook zo zoetjesaan tijd. Ik neem niet meer dan één glas. Ik heb vandaag al veel teveel gegeten. Mijn maag.." Zijn stem bleef zweven. Er lag iets wits bij de deur.een beetje verfrommeld. „Wat is dat?" „Wat?" Hij knikte met het hoofd in de richting, nipte van het glas. „Oh., dat is iets van Liesje.. heeft ze zeker laten vallen. Het is., eh.. een nieuwjaarskaart, die ze laatst van zo'n man aan de deur ge kocht heeft voor een paar centen. Ze vond hem erg mooi., en ze zou die naar Sjors sturen, zei ze me boven nog." „Acht wat," zei de man wrevelig. Al drie maanden lang klimt de Oud-IJmuidenaar Willem Groen, elektriciën en reserve- machinist. in dienst van het gemeentelijke gas- en water bedrijf van Velsen, vele ke ren per dag de stalen trap pen van de IJmuidense wa tertoren op en af. Met tan gen, sleutels en grote mes singraderen in zijn handen. Willem Groen is belast met onderhoud en reparatie van de klokken boven in de to ren, veertig meter boven de grond. De laatste paar maan den heeft hij het oude uur werk, dat vier klokken aan dreef en volkomen op was, er uit gehaald. Dit oude uur werk is nu vervangen door twee nieuwe uurwerken, die ieder twee klokken voor hun rekening nemen. Vijfhonderd meter kabel heeft Willem Groen van de begane grond tot boven in de toren moeten aanleggen. Meestal werkte hij alleen in de kille vochtige toren. In de nauwe ruimte, bezaaid met vette tandwie len. doosjes met schroeven en geelglanzende onderdelen, hoog in de toren, zette hij iedere ochtend opnieuw een ladder tegen de muur om iets te verstellen of te monteren aan de uurwerken. Vooral de „flexibele koppelingen" le verden nog al eens wat moei lijkheden op. Vandaar dat de watertorenklokken de laatste tijd zulke vreemde kuren vertoonden. Vóór Kerstmis hoopt Wil lem Groen alles in orde te hebben. Ook de lampjes van de wijzers en van de klok zijn vernieuwd. De wijzers bevatten 22 langwerpige lampjes van 10 watt elk, daarbij komen dus nog twaalf lampjes, voor ieder cijfer één van 3 watt. Ieder van de twee uurwerken heeft dertien tandwielen. Dat is niet veel. Voor een elektrisch aangedreven uurwerk is dit echter genoeg. Het hart van de klokken in de toren ligt ergens in de diepte, namelijk in 't hoofd kantoor aan de Trompstraat. Daar, in een klein kamertje op de eerste verdieping, waar ook de telefooncentrale ra telt. hangt een doodgewone wandklok, die men haar be langrijke taak niet aanziet. Deze kleine klok geeft iedere halve minuut een klik. Dat is het teken dat via een tele foonkabel een elektrische impuls op weg is naar de uurwerken in de toren. Op hetzelfde ogenblik versprin gen de wijzers. En als de flexibele koppelingen nu ook een beetje meewerken, dan kan iedere IJmuidenaar de komende week weer zien hoe snel een feestdag pleegt om te gaan en hoe het verschil tussen het oude en het nieu we jaar list in slechts een enkele elektrische impuls. De aankondiging door wet houder R. Verbeek, tijdens de behandeling door de Vel- sense gemeenteraad van de begroting 1961, dat we bin nenkort een mooi, groot nieuw gebouw aan de Lange Nieuwstraat zullen zien ver rijzen, klonk als muziek in veler oren. Deze verkeers- slagader vertoont aan weers zijden akelig lege plekken, die de architectonische mis lukking van het geheel slechts accentueren. Het nieuwe pand van V. D. hoe fraai het ook vol gens de onlangs in onze krant gepubliceerde maquet te belooft te worden zal slechts gelijk een druppel op een gloeiende plaat zijn; ze ker, maar het is in elk geval een goede stap in de goede richting om te redden wat er nog te redden valt. Som migen zijn van mening, dat het centraal kantorengebouw en het nieuwe raadhuis, die al jaren slechts op papier bestaan, noodzakelijker zijn dan een warenhuis. Dit moge dan waar zijn, maar iets is, zeker in dit geval, toch beter dan niets. De gemeente Velsen raakt zo langzamerhand vol ge bouwd, zo heeft men ook in het verslag van dezelfde be grotingsvergadering kunnen lezen, en dan valt hoe langer hoe meer op, dat wat er reeds aan stedebouw gereali seerd is, niet af is. In feite is het belangrijkste er nog steeds niet: een hart. Iedereen die het wel meent met Velsen, en met IJmuiden in het bijzonder, hoopt nu maar dat dit de instanties die verantwoordelijk zijn voor dit steeds zwaarder wegende gemis, zo langzamerhand ook duidelijk is geworden en dat het niet juist kan zijn altijd en overal precies naar de letter der voorschriften en bepalingen te handelen. Misschien zijn we optimis tisch, maar helemaal uitge sloten achten we het toch ook weer niet, dat in het komen de jaar nog een of meer lege plekken aan de Lange Nieuwstraat worden opge vuld. Maar ook al is de straat volgebouwd, dan nog is de kous niet af. Ook dan kan men verder gaan met ver beteringen. Afbreken van al het lelijke gaat nu eenmaal niet. Het zou échter alweer een belangrijke stap in de goede richting zijn, ihdien de monsterlijke houten balkon netjes van sommige flatcom plexen worden vervangen door iets dat voor het oog aanvaardbaarder is. Een fris verfje zal er toch in elk geval wel af kunnen. De werkzaamheden aan de pieren van IJmuiden, die tot medio 1964 zullen duren, zijn een moeilijk te verteren tegenvaller voor honderden oprechte amateurhengelaars in binnen- en buitenland, die louter voor hun genoegen bij dag en in de nacht, bij tij en ontij, daar hun vrijetijdsbe steding hadden. Maar de pieren komen (ook voor de amateurhengelaars) terug: mooiei^ breder en veel langer, zoals het ontwerp, dat de „IJmuider Courant" van 9 december als primeur bracht, laat zien. Het laat zich echter aan zien, dat, in het belang van de veiligheid, zekere beper kende maatregelen ook straks niet zullen kunnen uitblijven. Het is duidelijk, dat. hoe soliede de herboren IJmuidense pieren ook zullen zijn, een wandeling van drie ëneenhalve kilometer in zee niet onder élle weersomstan digheden verantwoord kan zijn. Maar evenals voorheen zullen er mensen zijn, die zich niet zullen storen aan bordjes met „Verboden" er op. Daarom denkt men nu reeds aan maatregelen die het geheel onmogelijk zullen maken de pieren straks te betreden, als de weersom standigheden zo iets te ge vaarlijk maken. Van oprechte amateurhengelaars mag ove rigens worden verwacht, dat zij er loyaal aan meewerken dat de leden van de red dingsorganisaties zo weinig mogelijk behoeven op te treden. BELGISCHE ONDER- SCHEIDING De directeur-generaal van het Loodswezen, schout bij nacht H. Tichelman, is be noemd tot grootofficier in de orde van Leopold de Tweede. Het kerstnummer van „de Reddingboot", het orgaan van de Koninklijke Noord en Zuid-Hollandsche Red ding-Maatschappij, is uit stekend verzorgd. Het bevat onder meer uittreksels van rapporten, rijkelijk geïllus treerd, over moeilijke red dingstochten, boeiende lec tuur. In februari 1911, dus bijna vijftig jaar geleden, ging het eerste nummer van „de Red dingboot" in zee. Dit orgaan schiep de mogelijkheid de contribuanten van de Red dingmaatschappij iets meer te vertellen over de diensten der reddingstations en we tenswaardigheden op het ge bied van het reddingwezen. „De Reddingboot" die twee maal per jaar verschijnt, heeft thans een oplage van 60.00(1. Het is een verblijdend teken, dat er zovele „redders aan de wal" zijn, die door hun financiële bijdrage van tenminste vier gulden per jaar het mogelijk maken de KNZHRM paraat te houden. Maarhet is niet genoeg. Er moeten meer „redders aan de wal" komen. Dezer dagen heeft men kunnen lezen, hoe een dame haar ganse na latenschap liet aan de Red dingmaatschappij en dat hieruit de bouw van de red dingboot „Carlot" groten deels kon worden bekostigd. Zoiets zal wel een uitzonde ring blijven. Met vierhonderd centen per jaar af te staan aan de KNZHRM doet men echter eveneens heel mooi werk. De heer J. de Lange, die in Beverwijk een sportschool leidt in de bovenzaal van veilinggebouw Kennemer- land aan de Breestraat, is voornemens een ander nieuw pand te doen bouwen. Dit is dan het gevolg van het feit, dat het veilinggebouw zal verhuizen naar het industrie terrein aan de Pijp. In het leegkomende en grote veilinggebouw zal naar ïlle waarschijnlijkheid een filiaal van het groothandels bedrijf C. en A. gevestigd tvorden. Wie heeft dit op zijn ge weten? Een verdwaalde vo gel, een steen, een elleboog? In ieder geval levert deze in duizend stukken gebarsten maar niet uiteengevallen ruit in het wachthuisje van de N.Z.H. bij het Cultureel Centrum in IJmuiden een merkwaardig schouwspel op. Als men er onder een be paalde hoek doorheen kijkt, glanst het licht op alle breukvlakjes, zodat het lijkt of een dronken spin een on regelmatig web heeft ge sponnen van dikke zilver achtige draden. Laat dit merkwaardige geval echter geen aanmoediging zijn voor herhaling. De kostprijs is te duur. Als het een vogel, wel licht een meeuw, is geweest, die de schade heeft veroor zaakt, kan men er vrede mee hebben. Bedenkelijk wordt het, als dit weer eens een voorbeeld mocht zijn van baldadigheid. Die zijn er al genoeg in IJmuiden! Maar hij stond op, bukte zich. „Moet je nu eens kijken, wat voor een smaak dat kind heeft.een kind van veer tien jaar," zei hij. Het was een in puddingtinten uitgevoerd ijslandschap, waarover een overmatig gro te wijnrode zon opging. De voorgrond was bespoten met fijna zilversplinters. „Er zijn van die kerels, die zoiets zelf maken., aan de lopende band. Omdat ze te lui zijn om te werken. En dan maar leuren langs de deur. Iedere kaart mins tens een kwartje, zeg eens zelf, kost dit vod niet minstens een kwartje?" „Ik weet het niet." HIJ HAD HET ZO INEENS gedaan met een norse trek om de mond. De kaart plat gestreken, er met ongeduldige getuite lippen wat los geraakt zilver afge- Advertentie LANGE NIEUWSTRAAT blazen en toen de vulpen losgeschroefd om met rustige letters te schrijven: „Een goed nieuw begin voor jullie beide. Va der". Hij reikte de kaart zwijgend aan zijn vrouw, die het glas uit de hand zette en als versteend bleef zitten. „Ik dank je," zei ze toonloos, „weet je.. het is ons kind en we moeten kunnen ver geven. En die andere., dat is nu ook een beetje ons kind geworden ik heb je dit vanavond willen zeggen, maar ik vond de woorden niet zo. „Jaja, het is al goed," deed hij kortaf. Hij keek haar aan en vervolgde: „En laat die zakdoek nu weg.ik kan niet te gen gegrien, dat weet je." „Nu is het pas kerstfeest., nu weet ik pas, dat het kerstfeest is," snikte ze. „Ach, dat gebazel van jou over verlo ren zonen, gevoelige hoekjes en kerst feest. ik zal voortaan eens wat meer op letten, wat je alzo leest.dat gaat dan al lemaal de kachel in. Maar ze zag in zijn ogen iets vonken, dat niet mis te verstaan was. Het kon al leen een grote innerlijke vreugde zijn. de kracht gevonden te hebben, te vergeven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 6