„Kom s.v.p. niet met kerstmis, Georg..."
De klokkenmaker van de watertoren 'tldZboo,
LEGE PLEKKEN....
Nieuwe pieren
VERBRIJZELDE RUIT
WILDAVOND
DERDAG 2 2 DECEMBER 1960
Kerstverhaal door
Jaap Stichter
Nieuwe sporischoo'
Gezellige
LOENDERSLOOT
DE HELE DAG HADDEN de ouders
-.ich ingehouden terwille van Anneliesje
iet late geschenk in hun huwelijk die
net haar grote blauwe ogen, strovlechten
en spillebeentjes het huis weer tot in alle
uithoeken beheerst had. Het was een druk,
nerveus en beweeglijk kind, dat zeer ver
traagd naar de volwassenheid groeide en
ondanks een leeftijd van veertien jaar met
haar vreugde om de aanwezige kerstboom
geen raad wist Ze rende doelloos heen en
weer, liet bij het vaat wassen twee
kopjes kapot vallen en stelde talloze vrij
domme vragen, waar nagenoeg geen ant
woord op mogelijk was.
Op school ging het slecht: ze doubleerde
iedere klas en hing steeds achteraan. Ze
had ook haar eigen droomwereld, die ze
door de buitenwacht niet doorbreken liet.
Men vond haar algemeen een „naar kind"
mede door haar eigenwijze, enigszins
schutterige manier van optreden.
Vader kon haar uitgelaten gedoe wel het
minst verdragen. Dat was al dadelijk te
merken aan de geïrriteerde manier, waar
mede hij met as morste en de sigaar van
de ene naar de andere mondhoek liet wan
delen. Hij was eigenlijk geen man om thuis
te zitten, de krant te lezen en van zijn
rust te genieten, want hij voelde zich al
gauw „doelloos". Als aannemer werkte hij
dag en nacht en hij zou het liefst op de
kerstdagen wat op kantoor zijn gaan wer
ken, indien hij niet wist, dat de centrale
verwarming uitwas.
Hij gold als een stugge en onverzoenlij
ke man, wiens incasseringsvermogen niet
zo bijster groot was. De mensen van de
bouw vroegen dan ook zelden naar hem,
mijnheer Gorredaal, maar liever naar zijn
compagnon, die de gezelligheid van zijn
pafferige hangwangen afstraalde en in de
wandeling „de bolle Bruisma" genoemd
werd.
Terwille van Anneliesje zou en moest er
nu een kerstboom komen. Dat had zijn
vrouw zo gewild en ze had dit op haar
eigen manier, met de beproefde strategie,
die ze in jaren had uitgedokterd, weten
door te zetten. Ze begon met verre om
wegen haar doel te benaderen, zodat het
niet duidelijk werd, waar ze heenwilde.
Nauwkeurig werd zijn stemming afgetast
en werden de zwakke punten gepeild.
Reeds deze aandacht voor de barometer
van zijn wisselvallig humeur en dat wist
zij ook heel goed kon hem veel milder
maken. En dan plaatste ze ineens, wel
overwogen, de naald bij hem in het vlees.
Ze miste haast nooit.en zo was dan het
besluit van vorig jaar, dat Anneliesje zo
langzamerhand te oud werd voor een kerst
boom, weer getorpedeerd.
„Het kind moet nuchter wordenniet
steeds zo met het hoofd in de romantiek,"
had hij nog gezegd, maar de overtuigde
klank in zijn woorden was zoek.
GEORG, DE OUDSTE van de vier kin
deren hij was nu 32 jaar was eigen
lijk de jongen, die samen met zijn vrouw
Hanna (ja, vooral zij) op dagen als deze
nóóit verstek liet gaan en enige sfeer en
warmte in huis bracht. Dan leek ook An
neliesje evenwichtiger; er was onderling
een betere binding en er werd gelachen
en gezellig gepraat. Dan kon zelfs die
„oude brombeer" nog wel eens beginnen
over vroeger en in het bijzonder over zijn
dienstjaren, waar hij met twee linker be
nen en armen met allerlei vermakelijke
ongelukken doorheen gestapt was. Georg
was eigenlijk de beste van allemaal.
Frits en Willem waren drie jaar gele
den met hun vrouwen naar Australië ver
trokken en schreven af en toe lange en
dodelijk saaie brieven over de interne toe
standen ginds en het klimaat. Het leek wel.
(hoewel ze heel wat kilometers uit elkaar
woonden) of ze bij elkaar in de leer gingen
om de kunst van deze bloedloze schrijverij
goed onder de knie te krijgener
mocht vooral niets persoonlijks in staan en
zo het er toch (noodgedwongen) in voor
kwam, dan diende het in een vrij starre
formule, zo kort mogelijk, te worden af
gedaan. En Gonnie? Zij was getrouwd met
iemand, die met het hoofd boven de wol
ken zat en dacht de wereld te verrijken
met nieuwe zwaarwichtige kerkorgelmu-
ziek. Zo'n soort tweede Bach. Ze ging met
haar man, die zich op feestelijke dagen
omringde met allerlei „vreemde figuren"
(dichters, schilders en zo), geheel mee en
zou kennelijk ook vinden, dat haar ouders
wel gezellig ja, dat woord zou ze ge
bruiken maar ook niet meer dan dat
waren. Stellig geen mensen, waarmede je
kunt doordringen naar een echte kerstsfeer
die iedereen zo anders beleeft.
EN NU HAD ZICH JUIST dat beroer
de geval met Georg voorgedaan. Geheel
afgezien van het feit, dat bepaalde din
gen nu eenmaal tegen principiële religi
euze opvattingen indruisten en in dit
opzicht kon vader Gorredaal ook bijzon
der scherp van tong en ongemakkelijk
zijn kon en mocht hij dit Hanna nooit
aandoen.
De abrupte manier, waarmede hij de
echtscheiding inleidde, had de zaak nog
erger gemaakt.
Hanna, die zes jaar ouder was dan
Georg toegegeven had zich tijdens
de oorlog en in het bijzonder gedurende
de hongerwinter als een zuivere en goede
ziel laten kennen. Geen Frits, geen Gon
nie, wie dan ook, had zo zijn best gedaan
om de schoonouders op alle mogelijke ma
nieren te helpen. Vader lag toen met
ischias en kon zelf weinig doen; hij was
Advertentie
VRIJDAG 23 DECEMBER
WOENSDAG 28 DECEMBER
Aanvang 8 uur
VELE PRIJZEN
CAFETARIA SCHAGEN
Bik en Arnoldkade 43-44 - Tel. 6564
er trouwens de man ook niet naar om
de boer op te gaan en allerlei ruiltrans-
acties te doen.
Hanna had zich werkelijk als een engel
gedragen. Ze werd de oogappel van de
Gorredaal's; Oh. kom niet aan Hanna..
het is hier altijd hetzelfde liedje. Er is er
maar één. die deugt".
En nu had Georg dan een meisje ont
moet nu ja, op het meisje op zichzelf
viel niets aan te merken, al was er dan
ook geen kraak en geen smaak aan dat
hem geïnspireerd had, Hanna in de steek
te laten.
ER WAS EEN HEVIGE woordenwisse
ling gevolgd. Dat kon niet uitblijven. De
schoonouders ja, ook moeder deed
mee gedroegen zich feller dan Hanna
zelf.
Maar wat vermogen striemende woor
den?
Dit kerstfeest, voor het eerst zonder
Georg. was eenzamer dan ooit. En aan
tafel, bij het eten van de tamme eend,
had de angst geheerst, dat Anneliesje
over Georg beginnen zou. Ze was nog te
jong voor een dergelijk conflict. En dan
was er ook nog zoiets van schaamte te
genover het kind. .schaamte, dat Georg
zoiets gedaan had. Maar tóch: de ouders
hadden beide de hele dag hun tong in
bedwang moeten houden. Ze wilden er
over spreken, afreageren; nog eens de
schuldvraag" nagaanDat was men
selijk.
Eindelijk, eindelijk, was de drukke An
neliesje na veel gezeur en een spelletje,
waarbij ze drie boterkransjes kon winnen,
wanneer ze het juiste aantal kaarsen van
de boom raadde, naar bed
MAAR VADER GORREDAAL begon
eerst helemaal niet over Georg. Hij wilde
stoom afblazen en mopperde over de zin
loosheid van het kerstfeest; de atoombom
en de vredesgedachte, die zuiver gedach
te blijft. Wat doet een mens met een paar
van die „lege" dagen
Nou ja, voor het kind. Altijd hetzelfde
refreintjevoor het kind offert men zich
op. Maar er is geen sprake van iets we
zenlijks; zo'n boom is een beetje klater
goud en wat tierelantijntjesen dan is
alles meteen op ook.
En toen begon zijn vrouw plompverlo
ren, ditmaal iets minder taktischer dan
gewoonlijk, over Georg te spreken. Haar
stem kreeg zelfs een enigszins theatraal
toontje, toen ze het had over „de verlo-
en zoon, die thuis keert".
„Ik was niet te scherp tegen Georg," zei
hij, „en ik heb hem ook niet de deur ge
wezen. Mijn woorden waren zo gesteld,
dat hij zelf de conclusie kon trekken, dat
hij beter gaan kon. Zo is het. En aan al
die verdere dingen,die je zegtwat
koop ik daarvoor? Je weet, dat Hanna..
en je weet het misschien nog beter, dan
ik
„Laat Hanna nu" onderbrak ze hem
daar gaat het niet om. Natuurlijk ben
ik ook nuchter genoeg om te weten, dat
juist met kerstfeestach kom, dat
ZUIL EN LANTAARNPAAL DOOR
VRACHTAUTO GERAMD.
Vanmorgen omstreeks acht uur heeft een
vrachtwagen van een Beverwijks expedi
tiebedrijf een verkeerszuil en een lantaarn
paal op de Wijkerstraatweg in Velsen-
Noord omvergereden. De bestuurder heeft
kennelijk de bocht te ruim genomen. De
verkeerszuil werd volkomen vernield, de
lantaarnpaal werd geheel ontzet en de
vrachtauto werd aan de voorzijde zwaar
beschadigd. De ravage was groot.
moeten weten in je eigen kamer zittend
dat het kerstfeest is en dat er „sfeer"
moet zijn
De vrouw luisterde. Het klonk haar
enigszins vreemd en verward in de oren.
„Wat had jij dan gewild?"
„Ik weet niet, maar niet zo die toegeef
lijkheid aan Anneliesjeje tilt het
kind helemaal over het paard. Het raakt
verwender groeit niets uit."
Dat was geen antwoord en had met de
hele zaak eigenlijk weinig te maken.
„De mensen maken fouten," zei zij,
iedereen maakt foutenen als we de
geest van dit feest verstaan en in ons
eigen hart kijkenwelik zou
zeggen
Ze maakte haar betoog niet af, maar
vouwde de handen krampachtig ineen. De
woorden waren niet goed: de toon van de
snaren, die ze aansloeg, klonk voor haar
gehoor vals.
„Ik wil geen verdediging horen.ik
heb een streep gezet. Dat moet jij ook
doen. Punt. Basta. Ik wil hem niet meer
zien. Nooit meerhem niet en die juf
niet, die haar ogen uit 'r hoofd moest
schamen
„Maar als hij nu komt en zegt
„Hij zal niet komen," stoof hij op.
ZE WAREN WEER ALLEEN met hun
gedachten.
Georg en Hanna, maar ook de „derde
figuur", lieten zich niet meer verdringen.
Ze waren in de kamer.
Georg, de nonchalante, met zijn brede
spontane lach. De jongen, die eigenlijk
nergens voor deugde, maar die zich overal
sympathiek wist te maken. Hij was nu
vertegenwoordiger in de een of andere
motorbranche, maar het was geen succes.
De baas mocht hem echterhij kon
een potje breken.
En dan Hanna met haar vochtige glan
zende herte-ogen. Met haar melancholieke
mond, licht gebogen neus en lang loshan
gende haren. De vrouw, die veel te goed
was voor deze wereld; die de jongen ook
veel teveel vrijheid gegund had.
„Ik vertrouw hem volkomenhij
zal steeds bij mij terug komen. Maar hij
moet zich niet gebonden weteneen
vrouw, die de man de illusie van vrijheid
geeftwel, is die niet verstandig?"
Jajaals daar niet „die andere"
geweest was.
Een jong meisje met een uitdagend fi
guur. Ze stond ergens in een stoffenzaak,
was niet kerkelijk en veel te „modern".
Ineens was Anneliesje in de huiskamer.
Op blote voetjes, .wat was het toch eigen
lijk nog een kind, wanneer je haar zo zag
met roodbehuilde ogen en in dat wijde rose
nachthemdje met opgestikte vergeet-mij-
nietjes.
„Het is weer zover," mopperde de vader.
„Oh, mammie," riep het meisje angstig
uit en sloeg de armen om de nek van haar
moeder.
„Je moet rustig gaan slapen", zei vader,
echter enigszins milder.
„Ach laat..je weet toch," aldus moeder,
„nou vertel 'ns Liesje.. je hoeft je niet
bang te maken, hoor. Er is niets in je ka
mertje, .je moet je dat niet steeds voor
stellen. Heb je weer van die enge dieren
gedroomd?"
„Nee. .nee. .ik. .nee, geen beesten, mam-
lees je alleen in verhalen. De werkelijk
heid is zo anders
„Het is morgen tweede kerstdag, maal
laat hem asjeblieft wegblijven", zei de
man.
„Zo hoef je het ook niet te stellen
ik bedoel alleen, dat de verloren zoon in
werkelijkheid op de Kerst nooit thuis komt
en jij maakt ervan: laat hem asjeblieft
niet komen
„Ja, dat maak ik ervan
„Misschien heeft hij een gevoelig hoek
je in zijn hart
„Mens, doe niet zo sentimenteel. Daar
krijg ik wat van. Verloren zonen en ge
voelige hoekjeswelke blaadjes lees
je tegenwoordig?"
ER VIEL EEN STILTE in het gesprek.
Ze keken beiden naar de gedoofde kerst
boom, welks glimmende versieringen zich
met enkele heldere flitsen in het donkere
vensterglas weerkaatsten. Het strak-lijnige
dressoir, het hiermede niet combinerende
enigszins ouderwetse bankstel en de grote
bloemen in het felkleurige vloerkleed,
waarop precies op de plaats, waar Anne
liesje gezeten had nog een beentje van
het gebraad lag, werkten nuchterder dan
ooit. Wat viel er nog te zeggen?
Terwijl de vrouw, na aanvankelijke ver
ontwaardiging over Georg's gedrag thans
de weg van de verzoening gaan wilde
en meende, dat juist dit feest, waarop zijn
aanwezigheid zo gemist werd, hiervoor
een aanknopingspunt bood, al wist ze dan
niet precies, hoe scheen haar man de
bokkepruik opgezet te hebben.
Hoe denkbeeldig de mogelijkheid dan
ook was, dat Georg kwam volgens va
der moest hij (ja, hij moest nadrukkelijk)
juist op kerstfeest wegblijven.
De kerstboom had h et gedaan. Die
maakte het huis nu juist vreselijk onge
zellig en miste iedere functie. Je moet ook
eens feest kunnen vieren zonder vast te
zitten aan herinneringen; zonder steeds te
mie. Maar steeds zag ik die kerstboom en
die vloog in brand..alles vuur. .en dan
kwam uit het vuur.."
„Nou, wat kwam uit het vuur?" vroeg moe
der, toen het kind zweeg.
„Sjors kwam eruit., hij was helemaal wit
van de sneeuw en toch had-ie brandwon
den en bloedde-ie.en hij huilde, omdat
ik niet meer mag komen.en omdat ik ook
de hele dag aan hem gedacht heb, omdat
we anders weer, evenals vorig jaar, een
sneeuwpop in de tuin hadden kunnen ma
ken enne.
Ze begon jammerlijk te snikken. Vader
maakte tegen zijn vrouw een gebaar, alsof
hij iets uit spitse vingertoppen liet vallen,
hetgeen beduidde: geef haar weer eens
een zenuwtabletje. Ze moet gaan slapen.
TOEN HET KIND gekalmeerd was, zet
te vader de radio aan. Er was niet veel,
wat de moeite waard was. De vrouw haal
de zwijgend een sherryfles met twee gla
zen te voorschijn. Terwijl ze inschonk,
luisterde ze met scheef gehouden hoofd,
of ze het meisje vanuit haar kamertje
hoorde roepen.
„Ze zal nu wel gaan slapen," zei ze,
„ik heb een dubbel rantsoen gegeven.
„Jajaja" zei de man, „het wordt voor
ons ook zo zoetjesaan tijd. Ik neem niet
meer dan één glas. Ik heb vandaag al
veel teveel gegeten. Mijn maag.."
Zijn stem bleef zweven.
Er lag iets wits bij de deur.een beetje
verfrommeld.
„Wat is dat?"
„Wat?"
Hij knikte met het hoofd in de richting,
nipte van het glas.
„Oh., dat is iets van Liesje.. heeft ze
zeker laten vallen.
Het is., eh.. een nieuwjaarskaart, die
ze laatst van zo'n man aan de deur ge
kocht heeft voor een paar centen. Ze vond
hem erg mooi., en ze zou die naar Sjors
sturen, zei ze me boven nog."
„Acht wat," zei de man wrevelig.
Al drie maanden lang klimt
de Oud-IJmuidenaar Willem
Groen, elektriciën en reserve-
machinist. in dienst van het
gemeentelijke gas- en water
bedrijf van Velsen, vele ke
ren per dag de stalen trap
pen van de IJmuidense wa
tertoren op en af. Met tan
gen, sleutels en grote mes
singraderen in zijn handen.
Willem Groen is belast met
onderhoud en reparatie van
de klokken boven in de to
ren, veertig meter boven de
grond. De laatste paar maan
den heeft hij het oude uur
werk, dat vier klokken aan
dreef en volkomen op was,
er uit gehaald. Dit oude uur
werk is nu vervangen door
twee nieuwe uurwerken, die
ieder twee klokken voor hun
rekening nemen. Vijfhonderd
meter kabel heeft Willem
Groen van de begane grond
tot boven in de toren moeten
aanleggen. Meestal werkte
hij alleen in de kille vochtige
toren. In de nauwe ruimte,
bezaaid met vette tandwie
len. doosjes met schroeven
en geelglanzende onderdelen,
hoog in de toren, zette hij
iedere ochtend opnieuw een
ladder tegen de muur om iets
te verstellen of te monteren
aan de uurwerken. Vooral de
„flexibele koppelingen" le
verden nog al eens wat moei
lijkheden op. Vandaar dat de
watertorenklokken de laatste
tijd zulke vreemde kuren
vertoonden.
Vóór Kerstmis hoopt Wil
lem Groen alles in orde te
hebben. Ook de lampjes van
de wijzers en van de klok
zijn vernieuwd. De wijzers
bevatten 22 langwerpige
lampjes van 10 watt elk,
daarbij komen dus nog
twaalf lampjes, voor ieder
cijfer één van 3 watt. Ieder
van de twee uurwerken heeft
dertien tandwielen. Dat is
niet veel. Voor een elektrisch
aangedreven uurwerk is dit
echter genoeg.
Het hart van de klokken in
de toren ligt ergens in de
diepte, namelijk in 't hoofd
kantoor aan de Trompstraat.
Daar, in een klein kamertje
op de eerste verdieping, waar
ook de telefooncentrale ra
telt. hangt een doodgewone
wandklok, die men haar be
langrijke taak niet aanziet.
Deze kleine klok geeft iedere
halve minuut een klik. Dat
is het teken dat via een tele
foonkabel een elektrische
impuls op weg is naar de
uurwerken in de toren. Op
hetzelfde ogenblik versprin
gen de wijzers. En als de
flexibele koppelingen nu ook
een beetje meewerken, dan
kan iedere IJmuidenaar de
komende week weer zien hoe
snel een feestdag pleegt om
te gaan en hoe het verschil
tussen het oude en het nieu
we jaar list in slechts een
enkele elektrische impuls.
De aankondiging door wet
houder R. Verbeek, tijdens
de behandeling door de Vel-
sense gemeenteraad van de
begroting 1961, dat we bin
nenkort een mooi, groot
nieuw gebouw aan de Lange
Nieuwstraat zullen zien ver
rijzen, klonk als muziek in
veler oren. Deze verkeers-
slagader vertoont aan weers
zijden akelig lege plekken,
die de architectonische mis
lukking van het geheel
slechts accentueren.
Het nieuwe pand van V.
D. hoe fraai het ook vol
gens de onlangs in onze
krant gepubliceerde maquet
te belooft te worden zal
slechts gelijk een druppel op
een gloeiende plaat zijn; ze
ker, maar het is in elk geval
een goede stap in de goede
richting om te redden wat
er nog te redden valt. Som
migen zijn van mening, dat
het centraal kantorengebouw
en het nieuwe raadhuis, die
al jaren slechts op papier
bestaan, noodzakelijker zijn
dan een warenhuis. Dit moge
dan waar zijn, maar iets is,
zeker in dit geval, toch beter
dan niets.
De gemeente Velsen raakt
zo langzamerhand vol ge
bouwd, zo heeft men ook in
het verslag van dezelfde be
grotingsvergadering kunnen
lezen, en dan valt hoe langer
hoe meer op, dat wat er
reeds aan stedebouw gereali
seerd is, niet af is. In feite is
het belangrijkste er nog
steeds niet: een hart.
Iedereen die het wel meent
met Velsen, en met IJmuiden
in het bijzonder, hoopt nu
maar dat dit de instanties die
verantwoordelijk zijn voor
dit steeds zwaarder wegende
gemis, zo langzamerhand ook
duidelijk is geworden en dat
het niet juist kan zijn altijd
en overal precies naar de
letter der voorschriften en
bepalingen te handelen.
Misschien zijn we optimis
tisch, maar helemaal uitge
sloten achten we het toch ook
weer niet, dat in het komen
de jaar nog een of meer lege
plekken aan de Lange
Nieuwstraat worden opge
vuld.
Maar ook al is de straat
volgebouwd, dan nog is de
kous niet af. Ook dan kan
men verder gaan met ver
beteringen. Afbreken van al
het lelijke gaat nu eenmaal
niet. Het zou échter alweer
een belangrijke stap in de
goede richting zijn, ihdien de
monsterlijke houten balkon
netjes van sommige flatcom
plexen worden vervangen
door iets dat voor het oog
aanvaardbaarder is. Een fris
verfje zal er toch in elk geval
wel af kunnen.
De werkzaamheden aan de
pieren van IJmuiden, die tot
medio 1964 zullen duren, zijn
een moeilijk te verteren
tegenvaller voor honderden
oprechte amateurhengelaars
in binnen- en buitenland, die
louter voor hun genoegen bij
dag en in de nacht, bij tij en
ontij, daar hun vrijetijdsbe
steding hadden.
Maar de pieren komen (ook
voor de amateurhengelaars)
terug: mooiei^ breder en veel
langer, zoals het ontwerp,
dat de „IJmuider Courant"
van 9 december als primeur
bracht, laat zien.
Het laat zich echter aan
zien, dat, in het belang van
de veiligheid, zekere beper
kende maatregelen ook
straks niet zullen kunnen
uitblijven. Het is duidelijk,
dat. hoe soliede de herboren
IJmuidense pieren ook zullen
zijn, een wandeling van drie
ëneenhalve kilometer in zee
niet onder élle weersomstan
digheden verantwoord kan
zijn. Maar evenals voorheen
zullen er mensen zijn, die
zich niet zullen storen aan
bordjes met „Verboden" er
op. Daarom denkt men nu
reeds aan maatregelen die
het geheel onmogelijk zullen
maken de pieren straks te
betreden, als de weersom
standigheden zo iets te ge
vaarlijk maken. Van oprechte
amateurhengelaars mag ove
rigens worden verwacht, dat
zij er loyaal aan meewerken
dat de leden van de red
dingsorganisaties zo weinig
mogelijk behoeven op te
treden.
BELGISCHE ONDER-
SCHEIDING
De directeur-generaal van
het Loodswezen, schout bij
nacht H. Tichelman, is be
noemd tot grootofficier in de
orde van Leopold de Tweede.
Het kerstnummer van „de
Reddingboot", het orgaan
van de Koninklijke Noord
en Zuid-Hollandsche Red
ding-Maatschappij, is uit
stekend verzorgd. Het bevat
onder meer uittreksels van
rapporten, rijkelijk geïllus
treerd, over moeilijke red
dingstochten, boeiende lec
tuur.
In februari 1911, dus bijna
vijftig jaar geleden, ging het
eerste nummer van „de Red
dingboot" in zee. Dit orgaan
schiep de mogelijkheid de
contribuanten van de Red
dingmaatschappij iets meer
te vertellen over de diensten
der reddingstations en we
tenswaardigheden op het ge
bied van het reddingwezen.
„De Reddingboot" die twee
maal per jaar verschijnt,
heeft thans een oplage van
60.00(1. Het is een verblijdend
teken, dat er zovele „redders
aan de wal" zijn, die door
hun financiële bijdrage van
tenminste vier gulden per
jaar het mogelijk maken de
KNZHRM paraat te houden.
Maarhet is niet genoeg.
Er moeten meer „redders aan
de wal" komen. Dezer dagen
heeft men kunnen lezen, hoe
een dame haar ganse na
latenschap liet aan de Red
dingmaatschappij en dat
hieruit de bouw van de red
dingboot „Carlot" groten
deels kon worden bekostigd.
Zoiets zal wel een uitzonde
ring blijven. Met vierhonderd
centen per jaar af te staan
aan de KNZHRM doet men
echter eveneens heel mooi
werk.
De heer J. de Lange, die
in Beverwijk een sportschool
leidt in de bovenzaal van
veilinggebouw Kennemer-
land aan de Breestraat, is
voornemens een ander nieuw
pand te doen bouwen. Dit is
dan het gevolg van het feit,
dat het veilinggebouw zal
verhuizen naar het industrie
terrein aan de Pijp.
In het leegkomende en
grote veilinggebouw zal naar
ïlle waarschijnlijkheid een
filiaal van het groothandels
bedrijf C. en A. gevestigd
tvorden.
Wie heeft dit op zijn ge
weten? Een verdwaalde vo
gel, een steen, een elleboog?
In ieder geval levert deze in
duizend stukken gebarsten
maar niet uiteengevallen
ruit in het wachthuisje van
de N.Z.H. bij het Cultureel
Centrum in IJmuiden een
merkwaardig schouwspel op.
Als men er onder een be
paalde hoek doorheen kijkt,
glanst het licht op alle
breukvlakjes, zodat het lijkt
of een dronken spin een on
regelmatig web heeft ge
sponnen van dikke zilver
achtige draden. Laat dit
merkwaardige geval echter
geen aanmoediging zijn voor
herhaling. De kostprijs is te
duur. Als het een vogel, wel
licht een meeuw, is geweest,
die de schade heeft veroor
zaakt, kan men er vrede mee
hebben. Bedenkelijk wordt
het, als dit weer eens een
voorbeeld mocht zijn van
baldadigheid. Die zijn er al
genoeg in IJmuiden!
Maar hij stond op, bukte zich.
„Moet je nu eens kijken, wat voor een
smaak dat kind heeft.een kind van veer
tien jaar," zei hij.
Het was een in puddingtinten uitgevoerd
ijslandschap, waarover een overmatig gro
te wijnrode zon opging. De voorgrond was
bespoten met fijna zilversplinters.
„Er zijn van die kerels, die zoiets zelf
maken., aan de lopende band. Omdat ze
te lui zijn om te werken. En dan maar
leuren langs de deur. Iedere kaart mins
tens een kwartje, zeg eens zelf, kost dit
vod niet minstens een kwartje?"
„Ik weet het niet."
HIJ HAD HET ZO INEENS gedaan
met een norse trek om de mond. De
kaart plat gestreken, er met ongeduldige
getuite lippen wat los geraakt zilver afge-
Advertentie
LANGE NIEUWSTRAAT
blazen en toen de vulpen losgeschroefd
om met rustige letters te schrijven: „Een
goed nieuw begin voor jullie beide. Va
der". Hij reikte de kaart zwijgend aan
zijn vrouw, die het glas uit de hand zette
en als versteend bleef zitten.
„Ik dank je," zei ze toonloos, „weet je..
het is ons kind en we moeten kunnen ver
geven. En die andere., dat is nu ook een
beetje ons kind geworden ik heb je dit
vanavond willen zeggen, maar ik vond de
woorden niet zo.
„Jaja, het is al goed," deed hij kortaf.
Hij keek haar aan en vervolgde: „En
laat die zakdoek nu weg.ik kan niet te
gen gegrien, dat weet je."
„Nu is het pas kerstfeest., nu weet ik
pas, dat het kerstfeest is," snikte ze.
„Ach, dat gebazel van jou over verlo
ren zonen, gevoelige hoekjes en kerst
feest. ik zal voortaan eens wat meer op
letten, wat je alzo leest.dat gaat dan al
lemaal de kachel in.
Maar ze zag in zijn ogen iets vonken,
dat niet mis te verstaan was. Het kon al
leen een grote innerlijke vreugde zijn. de
kracht gevonden te hebben, te vergeven.