WESTDUITSE NOTITIES ZATERDAG 24 DECEMBER 1960 Erbij PAGINA ACHT Sehakeii Parlementaire sport Parlementsflats „Autobahnen" Schilder C. Westermann morgen tachtig jaar Dammen Kerstnacht Van onze correspondent) Het Westduitse parlement bezit sedert tien jaar een eigen sportclub, waarvan al leen parlementsambtenaren en parlements leden, alsook ministers uit het kabinet- Adenauer, lid mogen zijn. Vroeg in de morgen verdwijnen de heren in de kelders van het Bondshuis aan de Rijn om daar uiterst ernstig te gaan droog-roeien, bok sen, turnen en wat niet al. De dikbuikige ex-admiraal Heye, de eveneens nogal ge zette minister voor al-Duitse Zaken Lem mer en de ex-wielrenner annex minister van Defensie Strauss zijn hier vaste klan ten. In het bijzonder „IJzeren Josef", zoals Strauss door zijn collega's wordt genoemd, is een ijverig sportbeoefenaar, vooral van het schaduwboksen. Hij ziet er dan ook altijd patent uit! Dezer dagen bestaat deze parlementaire sportclub tien jaar. In die .tijd kreeg men er vele takken van sport als tennis, lichte atletiek en tafeltennis bij. Er komt tegen woordig een arts aan te pas, die de leden geregeld controleert. En er wordt druk over gepraat of Bondsdagvoorzitter Ger- stenmaier nu niet eens wat extra's kan uittrekken voor het bouwen van een echte sportzaal. Inmiddels is ook Bondskanselier Adenauer 84! lid geworden. Men fluistert dat hij nog niet precies weet welke tak van sport hij zal beoefenen. In één sporttak is hij, althans in Bonn, onver slaanbaar: in het Italiaanse kegelspel „bocchia", dat de grijze kanselier ieder jaar met een zekere hartstocht in zijn Noorditaliaanse vakantieoord Cadenabbia pleegt te beoefenen. Vlak voor het Bondshuis, het witte par lementsgebouw te Bonn, is de afgelopen maanden een fraai pand verrezen zeer lang, tamelijk smal en anderhalve ver dieping hoog. Vierenzestig parlementsleden kunnen in dit huis een kamer huren, waar in ze kunnen slapen, werken, rusten. Het is een zeer elegant gebouw geworden met teakhouten deuren en een, voor Duitse begrippen, lage huur! De parlementsleden die te ver van Bonn wonen om na iedere vergadering even naar huis te rijden, kun nen hier voor 120 mark in de maand een woonkamer, een slaaphoek, een kleine log gia, en een keuken met koelkast huren. Uiteraard bevindt zich in het appartement een telefoon maar ook een speciale luid spreker waardoor men de debatten in de Bondsdag kan horen, en een belletje, waar mee de president van de Bondsdag de leden voor een stemming pleegt op te roepen Dat dit fraaie gebouw de belastingbe taler twee miljoen mark kostte, dat de ap partementen nogal chic zijn ingericht, dat ook hier de parlementaire indeling (links de S.P.D., in het midden de C.D.U., rechts de F.D.P. en de D.P.) is gehandhaafd: iedereen gaat daar nog wel akkoord mee. Maar die luidspreker en dat belletje in elke zitkamer vindt men te ver gaan! Want straks zal het theoretisch zo kunnen wor den, dat een groot deel van de Bondsdag leden „thuis" blijft, in zijn gezellige appar tementen het gehele debat volgt en mis schien zelfs nog eens met een druk op de knop gaat stemmen. Dat zou dan een par- lement-op-afstand worden Het net van ..autobanen" in de Bonds republiek wordt langzaam maar zeker gro ter. Het omvat thans 2700 km, dat is overi gens maar 600 km meer dan vijf jaar ge leden. Voor de boeg staan thans de vol gende projecten, die ook voor Nederlandse autorijders van betekenis zijn: 1. De afronding van het traject Oostzeé- Zwitserland. Daarvoor moeten bij Han nover nog een paar kilometer worden aan gelegd en zal men eind 1961 klaar zijn met het stuk Offenburg-Freiburg-Bazel. 2. Van de „Holland-linie" tussen Ober- hausen en Arnhem komen volgend jaar bij Emmerik en Oberhausen de eerste stukken gereed. Het gehele project zal pas over een jaar of vijf klaar zijn. 3. De autobaan Keulen-Aken zal op 22 december kant en klaar zijn. 4. De autobaan door het Roergebied krijgt dezer dagen een aftakking van Keu len over Wuppertal naar I-Iamm. Autobanen maken is overigens een duur karwei voor de Westduitse staat: per kilo meter komt een autobaan op 2,8 miljoen mark, in de nabije toekomst zal die prijs, zo vreest men, wel stijgen tot 3,5 a 4 mil joen mark De kunstschilder-illustrator G. Wester- mann wordt morgen tachtig jaar. Hij is geboren in Leeuwarden. Zijn opleiding kreeg hij aan de Rijksacademie van Beel dende Kunsten te Amsterdam, waar hij van 1918 tot 1945 ook doceerde. Hij is voor al bekend om zijn tekeningen en schilde rijen naar paarden. Ilij is lid van „Arti" en „St. Lucas" en was vele jaren be stuurslid van deze schildersverenigingen. Hij werkte veel in Friesland, op Terschel ling, in Brabant en Limburg. Zijn werk werd meerdere malen bekroond in Neder land en éénmaal in de Verenigde Staten. Werken van hem zijn in musea en gebou wen in Amsterdam, Leeuwarden, Haar lem, Tiel en Parijs. De heer W ester mann schildert nog ge regeld in zijn atelier aan de Jacob Marisz- straat in Amsterdam. Door familie-om standigheden is hij echter gedwongen op zijn verjaardag geen bezoek te ontvangen- Deze rubriek heeft gewoonlijk het karak ter van een monoloog. Wij vertellen en de lezer is geheel vrij, het gebodene al of niet in zich op te nemen en te doorgronden. Maar wraak is zoet en daarom zetten wij ditmaal de lezers eens aan het werk. De komende feestdagen noden tot puzzelen en piekeren onder de kerstboom. En zij geven aanspraak op bijzondere gerechten. Van daar dat wij een aantal opgaven hebben uitgezocht, die nu eens iets anders als an ders bieden. De eerste is wel hèèl een voudig: mat in één zet. h2 hl gemakkelijk winnen. De oplossing verbergt een verrassende pointe en is leerzaam voor de praktijk. En tenslotte het laatste plaatje, dat evenals de laatste loodjes het zwaarst weegt. Wit: Kcl, Dh3, Tc8-g6, Ra5-e4, Pb3-c5. Zwart: Kc6, Dc7, Td5-hl, Rc3-d3, Pel-f6, pion h2. Kan het simpeler? Iedere beginner kan de schaakwas doen. Niettemin opgepast, want er schuilt een vermakelijk addertje onder het gras. Opgave II, te vinden in Wit: Kg3, Dc8, Ra8, pion a2 a3 b4 b5 d2 Zwart: Khl, Dh5, Tf5, pion e7 g7 h6 In deze stelling gaf zwart het op. Te recht, want na 1) Kgl 2) Delf Tflt 3) Dc5f moet hij de dames ruilen en kan hij pion-promotie niet meer beletten. Maar wat was de laatste zet van wit? Er is maar één mogelijkheid! De oplossingen van deze problemen zul len worden gepubliceerd in Erbij van Ï4 januari 1961. Wij wensen u gezegende feestdagen en vele schaakpuzzelzweetdrop- pels! Mr. Ed. Spanjaard BITTER BRIDGELEVEN. In de parencompetitie meesterklasse A van de Ned. Bridgebond is het een hoge uitzondering dat een spel „rondgepast" wordt. Steeds heeft één der spelers wel 10 of 11 punten en acht hij dat voldoende om de strijd te beginnen. Een sensationeel spel uit de vorige week gespeelde competitie toont niet alleen wat er gebeuren kan als men niet wil rondpas- sen doch óók hoe bitter het bridgeleven soms wel zijn kan: A B 10 8 7 6 4 G V 10 8 7 4 O V 4» B Wit: Kfl, Da4, Tb2-hl, Ra3-d3, Pg2-h3; pion: e2 f3 g3 h4. Zwart: Kcl, Dh6. Td8-h8, Rb7-g7, Pel; pion: a7 b6 c7 f7 h7. houdt het midden tussen een partijstand en een probleem. Wit begint en geeft mat in twee zetten. Men moet maar op 't idee van de verrassende oplossing komen. Van geheel andere aard is de driedelige •opgave, vervat in A V 5 OB9 O 9 8 3 2 4* A H V 10 9 A A H 6 5 2 O H B 10 7 4 8 6 5 3 W/W/. mm Wit: Kc3. Dg4, Rgl men ziet, ontbreekt de zwarte Zoals koning. Vraag a: Op welk veld moet de zwarte koning worden geplaatst, om pat te staan? Vraag b: En op welk veld staat hij mat? Vraag c: Op welk veld kan hij in één zet worden matgezet? De stelling geeft nog aanleiding tot een vierde vraag, welke echter als zijnde van moeilijker aard wordt gesteld voor de super-puzzelaars. Op welk veld kan de zwarte koning met het aanwezige witte materiaal (koning, dame en loper) hoe dan ook, in het geneel niet worden matgezet? v/ Wit: Kb5. De6, Rd5, pio b7. Zwart: Ke3. Th8. Rc7, Pa8, pion b6 el is een dóódsimpel probleempje. Wit begint en geeft mat in twee zetten. De oplossing zal u even doen glimlachen. Heel wat moeilijker is het eindspel, weergegeven in In deze maand heeft de ontmoeting plaats gehad van de tien sterkste spelers van de Noordhollandse Dambond en de tien beste dammers van de Zuidhollandse Dambond. De Zuidhollandse dammers hebben in de loop der jaren drie keer ge wonnen, de Noordhollanders wonnen vier keer; één ontmoeting eindigde in gelijk spel. De wisselbeker is nu voor een jaar eigendom van de Noordhollandse Dam bond. Bij dit jaarlijks toernooi is er altijd wel wat te beleven. Een levendige (en ietwat vreemde) partij speelden ex-wereldkampioen P. Roozen- burg (wit) en J. H. van Leeuwen (zwart). 1) 31-27 17-22, 2) 37-31 11-17, 3) 41-37 7-11, 4) 32-28 19-23, 5) 28x19 14x23, 6) 38-32 9-14. Voor deze zeer weinig voorkomende opening moet nog een naam bedacht worden 7) 34-29 23x34, 8) 40x29 1-7, 9) 32-28 13-19, 10) 37-32 19-23, 11) 28x19 14x34, 12) 39x30 17-21. Stand na de 12de zet van zwart: J. H. v. LEEUWEN (Z.-H.) A 9 3 2 9 A H 3 O A 6 5 4 4» 7 4 2 Noord was gever, niemand kwetsbaar. Aan de tafel waar BoenderNieman OW, en KaTsérv. d. Velde als NZ speelden, begon noord te passen (begrijpelijk), oost paste (begrijpelijk) en zuid, die het spel daarvoor een slecht resultaat had geboekt, wilde wat ondernemen en opende met 1 schoppen. West bood 2 klaveren en noord verhoogde tot 4 schoppen wat zuid aanvankelijk niet zó plezierig vond. Iedereen paste, doch toen het spel gespeeld werd, de troeven goed bleken te zitten en de hartens prachtig ineen bleken te sluiten, was de vreugde aanvankelijk groot want het contract bleek onverlies- baar en NZ scoorden dus 420 punten. De scorelijst met de resultaten der andere spelers werd opengemaakt.... en NZ bleken te hebben gescoord een NUL. Met monotone regelmaat stond op het score briefje, dat de andere paren in de NZ-li.in gespeeld hadden: 3 schoppen, ge doubleerd en 4 gemaakt, voor een score van 630 punten. Wat was er enkele malen gebeurd'? Aan andere tafels hadden noord, oost en zuid vaak gepast en stond west in de vierde hand voor het. probleem te openen, of het spel weg te gooien. De zwakte in de hoge kleuren had west wellicht voorzichtig moeten doen zijn en hem moeten bewegen tot passen. Zoals echter gezegd, in dit milieu voelt men niet veel voor rondpassen stel je eens voor dat ze tóch net 'n aardig contractje voor OW in blijkt te zitten?! Een enkele west opende daarom met 1 Sansatout, andere wests met 1 klaveren. Het resultaat was dat NZ nu natuurlijk gingen bieden en uit verdediging tegen het 3-klaverenbod van OW terecht kwamen op 3 schoppen, die oost met gretigheid dou bleerde. Alom was de teleurstelling voor OW groot want aan elke tafel werd 4 schoppen „neergelegd". Overigens geeft dit spel een goede kijk op de weinige volmaaktheid der huidige bridgetelling, 3 schoppen gedoubleerd. 4 gemaakt, geeft een bétere score (630) dan 4 schoppen gedoubleerd gemaakt (590). Toch zult ge wel met mij eens zijn, dat de 4 schoppenbieders feitelijk de hogere score verdiend hebben. Verdiepen wij ons er nóg wat verder in, dan blijkt dat de doubleer- ders wèl juist gestraft worden, want het doubleren van 3 schoppen is natuurlijk (in dit geval) slechter dan het doubleren van 4 schoppen. En hebt u er wel eens over gedacht, dat 5 harten gedoubleerd en 6 gemaakt belangrijk minder scoort dan 6 harten gedoubleerd gemaakt? Waar zit de consequentie der telling? Iets om over na te denken tijdens de kerstdagen! H. W. Filarski Bridgevraag dezer week: Niemand kwetsbaar, paren wedstrijd. Oost gever, opent met 1 Sansatout en als zuid hebt u: 4» H B 5 9 B 10 7 3 O 6 5 3 4> H 7 2 Natuurlijk past u, west past ook en noord (uw partner) doubleert. Oost past dan - zuid past - west 2 klaveren - noord 2 rui ten - oost past. Wat moet zuid doen? Ant woord elders op deze bladzijde. •„s^ax paiq jo raa^qnop - uaaoq aapjaA }BA\ jee) 'jau;aed" qoop 'a^qe/Az uaag snp luftz )saaMa§ ((sed gupaoj" uaa uaaaAGiq z do uassed spaoou noz 'pjqnop spjoou do uassed spinz ejq 'uassed uauunq uaqqaq Ciq noz 'peq anapijaoj} sie uapeq jooa gunpisguepq paoou sie ]uba\ 'ajsaq lap si aisjeet jaq 'pno^esues z ua uapeq z uassnj ieeg aznajt aa 'uaop poq uaa pA\ gou qooi pmz }aoui 'uapds uaqiM Ijoaq Wit aan zet houdt remise. Naar het schijnt p.iaaiqnopag ua.iaAejq z laiu paoou um kan zwart met Kgl benevens Pg2 en h3 :SeeaAa3piaq asufnaiiaM do paooAvjuv P. ROOZENBURG (N.-H.) Met 43-39 als 13de zet wint wit een stuk na 20-25 door 31-26. Ook 21-26 is verhin derd door 30-25 26x28 25x14 en hoe zwart ook slaat, steeds volgt stukwinst voor Roo- zenburg. 13) 43-39 3-9, 14) 45-40 9-13, 15) 40-34 21-26, 16) 42-37 11-17, 17) 30-25 7-11, 18) 25x14 10x19. De oud-wereldkampioen is nog altijd een speler die elke stand op het bord durft te aanvaarden. Toch geven wij liever de voorkeur aan de zwartstand. Het is een studie waard, te onderzoeken of wit 44-40 moet spelen om 5-10 te verhinderen door 27-21 16x29 en 40x5. 19) 48-43 5-10. 20) 35-30 10-14, 21) 30-24 19x30, 22) 34x25 13-19, 23) 39-34 8-13. 24) 34-29 22-28, 25) 33x22 17x28. 26) 32x23 19x28, 27) 29-24 14-19. Door een stukoffer onder neemt wit een aanval, die door zwart met een tegenoffer wordt afgeslagen. 28) 25-20 19x30. 29) 20-14 18-23, 30) 44-40 4-9, 31) 14x3 12-17. 32) 3x21 26x17, 33) 46-41 13-19, 34) 47-42 15-20. 35) 31-26 17-21, 36) 26x17 11x31. 37) 37x26 2-7? Stand na 37) 37x26: Zwart: 2. 6, 19, 20, 16. 23, 28. 30. Wit: 26, 36, 40, 41, 42, 43, 49, 50. Zwart heeft belangrijke terreinwinst. Veel sterker en kansrijker is voor zwart i.p.v. 2-7 20-24 en 24-29 op te bouwen. 38) 36-31 7-12, 39) 41-36 12-17, 40) 31-27 20-24, 41) 42-37 28-33, 42) 40-35 23-29, 43) 43-39 33x44, 44) 50x39 19-23, 45) 37-32 è-11, 46) 36-31 29-34, 47) 49-43 23-29, 48) 43-38 34x43, 49) 38x49 29x33, 50) 32-28 33x22, 51) 27x18 17-22, 52) 18x27 11-17, 53) 49-43 30-34, 54) 43-38. Stand na de 54ste zet van wit: Wit: Kei, Ra4 Zwart: Kg2, Ph4, pion h3 In de partij vervolgde zwart aan zet met 54) 34-39, waarna met 55) 38-33 39x28, 56) 27-22 28-33, 57) 22x11 16x7, 58) 31-27 33-39 tot remise werd besloten. Maar voor eindspelliefhebbers is het mo ment bij de 54ste zet 43-38 of 24-29. Naar mijn mening wint 24-29. Tegen de nieuwe Zuidhollandse kam pioen H. J. Kinnegin kreeg ik het volgende eindspel: zwart 5 stukken op 6, 13, 15, 19, 36; wit.4 stukken op 47, 37, 27 en 25. Wit staat in alle spelgangen verloren maar er moet scherp worden gespeeld. Zwart aan zet. 1) 19-23, 2) 27-22 23-29, 3) 37-32 29-33 4) 33-28 33-39, 5) 28-23 39-44, 6) 23-18 13-19, 7) 18-12 44-50, 8) 17-12 gedw. 50x11, 9) 12-8 19-23, 10) 8-2 11-22, 11) 2-35 22-17, 12) 35-40 23-28, 13) 40-35 17-3 en wit geeft op omdat 35-19 faalt door 28-33 19-14 15-20 33-38 en hetoffer 38-42 36-41 wint. B. Dukel NU MOEST DE OPPPERLAKEI aan de koning zeggen, dat niemand eraan gedacht had om voor de nieuwe koning een nieuwe kroon te maken. „Dat is me wat moois", vond de ko ning en hij werd kwaad, „moet ik dan zonder kroon mijn volk toespreken?" „Het spijt ons erg Majesteit", zei de Oppeidakei zenuwachtig, werkelijk Sire, het spijt ons heel, heel erg". Ook de andere lakeien knikten met hun hoofd, om aan de koning te laten zien, dat het ze heel erg speet. De ministers werden erbij geroepen en het speet ook de ministers erg. „Majesteit", waagde de minister van Allerhande Zaken, waarom zet u de kroon van de vorige koning niet op, dat is een erg mooie kroon, met veel juwe len erin. Hij staat op zolder, maar ik wil hem wel even halen". Iedereen keek opgelucht, dat was geen gek idee!! De minister van Al lerhande Zaken werd weggestuurd en kwam spoedig met de kroon terug. BODOS DE ELFDE zette de kroon op zijn hoofd, maar wat een schrik, de kroon was veel te groot en zakte IN PONTALAwas een nieuwe koning gekozen, koning Bodos de Elfde. De vorige koning was een week geleden gestorven, maar er waren niet veel mensen die daar om gehuild hadden, want de vorige koning, Bodos de Tiende was niet erg bemind. Dat kwam omdat die koning helemaal niet goed regeer de, nee, Bodos de Tiende had zijn hele leven niets anders gedaan, dan eten. Eten en drinken. Daarom had hij voor regeren geen tijd gehad. Door al dat eten was de koning steeds maar dikker geworden. Op het laatst moesten alle deuren in het paleis breder gemaakt worden, an ders kon de koning er niet meer door. Het zou allemaal nog niet zo erg ge weest zijn, als de mensen maar niet zo vreselijk veel belasting moesten beta len, want die belasting gebruikte de ko ning alleen maar om er eten voor te kopen. Maar nu was die koning dan dood en alleen de slager en de bakker en de groenteboer hadden gehuild, want die waren nu een goede klant kwijt. De mensen hadden nu koning Bodos de Elfde gekozen. Die was heel anders dan de vorige koning. Bodos de Elfde was klein en mager en eten deed hij maar heel weinig. „Dat is pas eens een goede koning", zeiden zijn onderdanen, „nu hoeven we tenminste geen belasting te betalen voor het eten van de koning". Over een uurtje zou de nieuwe koning op het balkon van het paleis een toe spraak gaan houden. Dat hoorde nu eenmaal zo. Al dagen lang hadden de kleermakers zonder te rusten gewerkt, om op tijd een purperen koningsmantel af te heb ben, met een kraag' van hermelijnbont en knopen van goud en diamant. De schoenmakers hadden ook niet stil gezeten en zij hadden schoenen ge maakt van donkerrood leer met veters van gouddraad en een parel op iedere punt. JA ALLES WAS KANT en klaar en de koning ging zich aankleden. Tenmin ste, dat deed de koning niet zelf, dat kun je begrijpen. Nee, daarvoor waren er vijf lakeien. De koning zelf moest alleen maar gaan staan. Er was een lakei, die de schoen moest aantrekken, een andere lakei, die die schoenen meteen nog even op moest wrijven. Een derde lakei moest de mantel aandoen, een vierde moest de haren van de koning kammen. Deze lakei had het eigenlijk erg gemakkelijk, want de koning had niet zo erg veel haar meer. Eerlijk gezegd had hij nog maar één haar en daar was die lakei natuurlijk gauw mee klaar. De vijfde lakei moest kijken of de vierde andere lakeien hun werk goed deden. Eindelijk was de koning hele maal aangekleed en werkelijk, hij zag er schitterend uit, dat vond zelfs de Opperlakei en die kon het weten, want die had al wel honderd keér een koning aangekleed. Een bediende ging een grote spiegel halen en nu kon de koning zelf zien hoe mooi hij eruit zag. „Buitengewoon, buitengewoon", sprak koning Bodos de Elfde, „werkelijk, ik ben zeer tevreden. Ik weet zeker dat mijn onderdanen trots op mij zullen zijn. Nu zou ik nog graag mijn kroon op hebben, dan ben ik klaar". Toen de koning dat gezegd had, werd het ineens stil. Verschrikt keken de la keien elkaar aanWat dom, dat ze daar niet aan gedacht hadden!! Na tuurlijk moest de koning een kroon op zijn hoofd hebben!'Wat is nu een ko ning zonder kroon. Dat staat net zo raar als een vogel zonder veren! „Nou, ik weet niet waarom jullie me zo lang laten wachten", zei Bodos een beetje ongeduldig, „waar blijft mijn kroon nu?" de koning over de oren, tot op zijn schouders. Dat was een raar gezicht en de koning kon wel huilen van kwaad heid. De mensen stonden al te wachten en de koning moest met zijn toespraak beginnen, maar met een veel te grote kroon ging dat toch niet! „Weet u wat u moet doen", „u moet een opgevouwen krant in de kroon stop pen", riep ineens de minister van Moei lijke Zaken, „dat doe ik óók wel eens ais mijn hoed me niet past". Een lakei ging kranten halen. Er moesten wel vier kranten in de kroon gestopt worden eer hij paste, maar ein delijk kon de koning dan naar het volk gaan om zich te laten zien. De mensen begonnen luid te juichen en zwaaiden met hoeden en petten naar hun nieuwe koning. Dat vond de koning zó 'aardig, dat hij zijn kroon van het hoofd nam en ook begon te zwaaien. Dat was wel een beetje dom, want nu waaiden alle kranten uit de kroon en iedereen begon hard te lachen. Wat schaamde Bodos de Elfde zich, maar ineens riep er iemand: „Nu zien we meteen goed, dat we een magere koning hebben, hiep-hiep-hoeraü!" En iedereen juichte mee: „Lang leve onze nieuwe koning" Jan Nelissen Er stond een stalletje in het veld, een stalletje met twee ruiten, met in een hoek een oude os en dikke sneeuw daarbuiten Toen kwam er tegen middernacht een ezel met een lichte vracht, een ezel met een man en vrouw wat warmte zoeken in de kou. Ze gingen binnen in de stal en lieten het ezeltje gaan, dat liep vlug naar de voerbak toe, waar 't naast de os ging staan. Opeens was de stal vol engelenzang, vol engelenzang en licht, want in de krib lag het Goddelijk Kind en het had er Zijn oogjes nog dicht. De herdertjes kwamen en knielden neer en keken eerbiedig naar Ons Lieve Heer, de os en de ezel, zo oud en zo arm ademden zachtjes het Kindeke warm. En het Kindje dat lachte, dat lachte stil naar die arme herders vol goede wil. De herders gingen naar huis in de nacht en het sneeuwde buiten, het sneeuwde zacht. Jan Nelissen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 20