WESTDUITSE
NOTITIES
ZATERDAG 24 DECEMBER 1960
Erbij
PAGINA ACHT
Sehakeii
Parlementaire sport
Parlementsflats
„Autobahnen"
Schilder C. Westermann
morgen tachtig jaar
Dammen
Kerstnacht
Van onze correspondent)
Het Westduitse parlement bezit sedert
tien jaar een eigen sportclub, waarvan al
leen parlementsambtenaren en parlements
leden, alsook ministers uit het kabinet-
Adenauer, lid mogen zijn. Vroeg in de
morgen verdwijnen de heren in de kelders
van het Bondshuis aan de Rijn om daar
uiterst ernstig te gaan droog-roeien, bok
sen, turnen en wat niet al. De dikbuikige
ex-admiraal Heye, de eveneens nogal ge
zette minister voor al-Duitse Zaken Lem
mer en de ex-wielrenner annex minister
van Defensie Strauss zijn hier vaste klan
ten. In het bijzonder „IJzeren Josef", zoals
Strauss door zijn collega's wordt genoemd,
is een ijverig sportbeoefenaar, vooral van
het schaduwboksen. Hij ziet er dan ook
altijd patent uit!
Dezer dagen bestaat deze parlementaire
sportclub tien jaar. In die .tijd kreeg men
er vele takken van sport als tennis, lichte
atletiek en tafeltennis bij. Er komt tegen
woordig een arts aan te pas, die de leden
geregeld controleert. En er wordt druk
over gepraat of Bondsdagvoorzitter Ger-
stenmaier nu niet eens wat extra's kan
uittrekken voor het bouwen van een echte
sportzaal. Inmiddels is ook Bondskanselier
Adenauer 84! lid geworden. Men
fluistert dat hij nog niet precies weet
welke tak van sport hij zal beoefenen. In
één sporttak is hij, althans in Bonn, onver
slaanbaar: in het Italiaanse kegelspel
„bocchia", dat de grijze kanselier ieder
jaar met een zekere hartstocht in zijn
Noorditaliaanse vakantieoord Cadenabbia
pleegt te beoefenen.
Vlak voor het Bondshuis, het witte par
lementsgebouw te Bonn, is de afgelopen
maanden een fraai pand verrezen zeer
lang, tamelijk smal en anderhalve ver
dieping hoog. Vierenzestig parlementsleden
kunnen in dit huis een kamer huren, waar
in ze kunnen slapen, werken, rusten. Het
is een zeer elegant gebouw geworden met
teakhouten deuren en een, voor Duitse
begrippen, lage huur! De parlementsleden
die te ver van Bonn wonen om na iedere
vergadering even naar huis te rijden, kun
nen hier voor 120 mark in de maand een
woonkamer, een slaaphoek, een kleine log
gia, en een keuken met koelkast huren.
Uiteraard bevindt zich in het appartement
een telefoon maar ook een speciale luid
spreker waardoor men de debatten in de
Bondsdag kan horen, en een belletje, waar
mee de president van de Bondsdag de
leden voor een stemming pleegt op te
roepen
Dat dit fraaie gebouw de belastingbe
taler twee miljoen mark kostte, dat de ap
partementen nogal chic zijn ingericht, dat
ook hier de parlementaire indeling (links
de S.P.D., in het midden de C.D.U., rechts
de F.D.P. en de D.P.) is gehandhaafd:
iedereen gaat daar nog wel akkoord mee.
Maar die luidspreker en dat belletje in
elke zitkamer vindt men te ver gaan! Want
straks zal het theoretisch zo kunnen wor
den, dat een groot deel van de Bondsdag
leden „thuis" blijft, in zijn gezellige appar
tementen het gehele debat volgt en mis
schien zelfs nog eens met een druk op de
knop gaat stemmen. Dat zou dan een par-
lement-op-afstand worden
Het net van ..autobanen" in de Bonds
republiek wordt langzaam maar zeker gro
ter. Het omvat thans 2700 km, dat is overi
gens maar 600 km meer dan vijf jaar ge
leden. Voor de boeg staan thans de vol
gende projecten, die ook voor Nederlandse
autorijders van betekenis zijn:
1. De afronding van het traject Oostzeé-
Zwitserland. Daarvoor moeten bij Han
nover nog een paar kilometer worden aan
gelegd en zal men eind 1961 klaar zijn met
het stuk Offenburg-Freiburg-Bazel.
2. Van de „Holland-linie" tussen Ober-
hausen en Arnhem komen volgend jaar bij
Emmerik en Oberhausen de eerste stukken
gereed. Het gehele project zal pas over een
jaar of vijf klaar zijn.
3. De autobaan Keulen-Aken zal op
22 december kant en klaar zijn.
4. De autobaan door het Roergebied
krijgt dezer dagen een aftakking van Keu
len over Wuppertal naar I-Iamm.
Autobanen maken is overigens een duur
karwei voor de Westduitse staat: per kilo
meter komt een autobaan op 2,8 miljoen
mark, in de nabije toekomst zal die prijs,
zo vreest men, wel stijgen tot 3,5 a 4 mil
joen mark
De kunstschilder-illustrator G. Wester-
mann wordt morgen tachtig jaar. Hij is
geboren in Leeuwarden. Zijn opleiding
kreeg hij aan de Rijksacademie van Beel
dende Kunsten te Amsterdam, waar hij
van 1918 tot 1945 ook doceerde. Hij is voor
al bekend om zijn tekeningen en schilde
rijen naar paarden. Ilij is lid van „Arti"
en „St. Lucas" en was vele jaren be
stuurslid van deze schildersverenigingen.
Hij werkte veel in Friesland, op Terschel
ling, in Brabant en Limburg. Zijn werk
werd meerdere malen bekroond in Neder
land en éénmaal in de Verenigde Staten.
Werken van hem zijn in musea en gebou
wen in Amsterdam, Leeuwarden, Haar
lem, Tiel en Parijs.
De heer W ester mann schildert nog ge
regeld in zijn atelier aan de Jacob Marisz-
straat in Amsterdam. Door familie-om
standigheden is hij echter gedwongen op
zijn verjaardag geen bezoek te ontvangen-
Deze rubriek heeft gewoonlijk het karak
ter van een monoloog. Wij vertellen en de
lezer is geheel vrij, het gebodene al of niet
in zich op te nemen en te doorgronden.
Maar wraak is zoet en daarom zetten wij
ditmaal de lezers eens aan het werk. De
komende feestdagen noden tot puzzelen en
piekeren onder de kerstboom. En zij geven
aanspraak op bijzondere gerechten. Van
daar dat wij een aantal opgaven hebben
uitgezocht, die nu eens iets anders als an
ders bieden. De eerste is wel hèèl een
voudig: mat in één zet.
h2 hl gemakkelijk winnen. De oplossing
verbergt een verrassende pointe en is
leerzaam voor de praktijk.
En tenslotte het laatste plaatje, dat
evenals de laatste loodjes het zwaarst
weegt.
Wit: Kcl, Dh3, Tc8-g6, Ra5-e4, Pb3-c5.
Zwart: Kc6, Dc7, Td5-hl, Rc3-d3, Pel-f6,
pion h2.
Kan het simpeler? Iedere beginner kan
de schaakwas doen. Niettemin opgepast,
want er schuilt een vermakelijk addertje
onder het gras.
Opgave II, te vinden in
Wit: Kg3, Dc8, Ra8, pion a2 a3 b4 b5 d2
Zwart: Khl, Dh5, Tf5, pion e7 g7 h6
In deze stelling gaf zwart het op. Te
recht, want na 1) Kgl 2) Delf Tflt
3) Dc5f moet hij de dames ruilen en kan hij
pion-promotie niet meer beletten.
Maar wat was de laatste zet van wit?
Er is maar één mogelijkheid!
De oplossingen van deze problemen zul
len worden gepubliceerd in Erbij van Ï4
januari 1961. Wij wensen u gezegende
feestdagen en vele schaakpuzzelzweetdrop-
pels!
Mr. Ed. Spanjaard
BITTER BRIDGELEVEN.
In de parencompetitie meesterklasse A
van de Ned. Bridgebond is het een hoge
uitzondering dat een spel „rondgepast"
wordt. Steeds heeft één der spelers wel 10
of 11 punten en acht hij dat voldoende om
de strijd te beginnen.
Een sensationeel spel uit de vorige week
gespeelde competitie toont niet alleen wat
er gebeuren kan als men niet wil rondpas-
sen doch óók hoe bitter het bridgeleven
soms wel zijn kan:
A B 10 8 7 6 4
G V 10 8 7 4
O V
4» B
Wit: Kfl, Da4, Tb2-hl, Ra3-d3, Pg2-h3;
pion: e2 f3 g3 h4.
Zwart: Kcl, Dh6. Td8-h8, Rb7-g7, Pel;
pion: a7 b6 c7 f7 h7.
houdt het midden tussen een partijstand
en een probleem. Wit begint en geeft mat
in twee zetten. Men moet maar op 't idee
van de verrassende oplossing komen.
Van geheel andere aard is de driedelige
•opgave, vervat in
A V 5
OB9
O 9 8 3 2
4* A H V 10 9
A A H
6 5 2
O H B 10 7
4 8 6 5 3
W/W/.
mm
Wit: Kc3. Dg4, Rgl
men ziet, ontbreekt de
zwarte
Zoals
koning.
Vraag a: Op welk veld moet de zwarte
koning worden geplaatst, om pat te staan?
Vraag b: En op welk veld staat hij mat?
Vraag c: Op welk veld kan hij in één
zet worden matgezet? De stelling geeft nog
aanleiding tot een vierde vraag, welke
echter als zijnde van moeilijker aard
wordt gesteld voor de super-puzzelaars.
Op welk veld kan de zwarte koning met
het aanwezige witte materiaal (koning,
dame en loper) hoe dan ook, in het geneel
niet worden matgezet?
v/
Wit: Kb5. De6, Rd5, pio b7.
Zwart: Ke3. Th8. Rc7, Pa8, pion b6 el
is een dóódsimpel probleempje. Wit begint
en geeft mat in twee zetten. De oplossing
zal u even doen glimlachen.
Heel wat moeilijker is het eindspel,
weergegeven in
In deze maand heeft de ontmoeting
plaats gehad van de tien sterkste spelers
van de Noordhollandse Dambond en de
tien beste dammers van de Zuidhollandse
Dambond. De Zuidhollandse dammers
hebben in de loop der jaren drie keer ge
wonnen, de Noordhollanders wonnen vier
keer; één ontmoeting eindigde in gelijk
spel. De wisselbeker is nu voor een jaar
eigendom van de Noordhollandse Dam
bond. Bij dit jaarlijks toernooi is er altijd
wel wat te beleven.
Een levendige (en ietwat vreemde) partij
speelden ex-wereldkampioen P. Roozen-
burg (wit) en J. H. van Leeuwen (zwart).
1) 31-27 17-22, 2) 37-31 11-17, 3) 41-37
7-11, 4) 32-28 19-23, 5) 28x19 14x23, 6)
38-32 9-14.
Voor deze zeer weinig voorkomende
opening moet nog een naam bedacht
worden
7) 34-29 23x34, 8) 40x29 1-7, 9) 32-28 13-19,
10) 37-32 19-23, 11) 28x19 14x34, 12) 39x30
17-21.
Stand na de 12de zet van zwart:
J. H. v. LEEUWEN (Z.-H.)
A 9 3 2
9 A H 3
O A 6 5 4
4» 7 4 2
Noord was gever, niemand kwetsbaar.
Aan de tafel waar BoenderNieman OW,
en KaTsérv. d. Velde als NZ speelden,
begon noord te passen (begrijpelijk), oost
paste (begrijpelijk) en zuid, die het spel
daarvoor een slecht resultaat had geboekt,
wilde wat ondernemen en opende met 1
schoppen. West bood 2 klaveren en
noord verhoogde tot 4 schoppen
wat zuid aanvankelijk niet zó plezierig
vond. Iedereen paste, doch toen het spel
gespeeld werd, de troeven goed bleken te
zitten en de hartens prachtig ineen bleken
te sluiten, was de vreugde aanvankelijk
groot want het contract bleek onverlies-
baar en NZ scoorden dus 420 punten.
De scorelijst met de resultaten der
andere spelers werd opengemaakt.... en
NZ bleken te hebben gescoord een NUL.
Met monotone regelmaat stond op het
score briefje, dat de andere paren in de
NZ-li.in gespeeld hadden: 3 schoppen, ge
doubleerd en 4 gemaakt, voor een score
van 630 punten.
Wat was er enkele malen gebeurd'? Aan
andere tafels hadden noord, oost en zuid
vaak gepast en stond west in de vierde
hand voor het. probleem te openen, of het
spel weg te gooien. De zwakte in de hoge
kleuren had west wellicht voorzichtig
moeten doen zijn en hem moeten bewegen
tot passen. Zoals echter gezegd, in dit
milieu voelt men niet veel voor rondpassen
stel je eens voor dat ze tóch net 'n aardig
contractje voor OW in blijkt te zitten?!
Een enkele west opende daarom met 1
Sansatout, andere wests met 1 klaveren.
Het resultaat was dat NZ nu natuurlijk
gingen bieden en uit verdediging tegen
het 3-klaverenbod van OW terecht kwamen
op 3 schoppen, die oost met gretigheid dou
bleerde. Alom was de teleurstelling voor
OW groot want aan elke tafel werd 4
schoppen „neergelegd".
Overigens geeft dit spel een goede kijk
op de weinige volmaaktheid der huidige
bridgetelling, 3 schoppen gedoubleerd. 4
gemaakt, geeft een bétere score (630) dan
4 schoppen gedoubleerd gemaakt (590).
Toch zult ge wel met mij eens zijn, dat de
4 schoppenbieders feitelijk de hogere score
verdiend hebben. Verdiepen wij ons er nóg
wat verder in, dan blijkt dat de doubleer-
ders wèl juist gestraft worden, want het
doubleren van 3 schoppen is natuurlijk
(in dit geval) slechter dan het doubleren
van 4 schoppen. En hebt u er wel eens over
gedacht, dat 5 harten gedoubleerd en 6
gemaakt belangrijk minder scoort dan
6 harten gedoubleerd gemaakt? Waar zit
de consequentie der telling? Iets om over
na te denken tijdens de kerstdagen!
H. W. Filarski
Bridgevraag dezer week: Niemand
kwetsbaar, paren wedstrijd. Oost gever,
opent met 1 Sansatout en als zuid hebt u:
4» H B 5 9 B 10 7 3 O 6 5 3 4> H 7 2
Natuurlijk past u, west past ook en noord
(uw partner) doubleert. Oost past dan -
zuid past - west 2 klaveren - noord 2 rui
ten - oost past. Wat moet zuid doen? Ant
woord elders op deze bladzijde.
•„s^ax paiq jo raa^qnop - uaaoq
aapjaA }BA\ jee) 'jau;aed" qoop 'a^qe/Az
uaag snp luftz )saaMa§ ((sed gupaoj" uaa
uaaaAGiq z do uassed spaoou noz 'pjqnop
spjoou do uassed spinz ejq 'uassed uauunq
uaqqaq Ciq noz 'peq anapijaoj} sie uapeq
jooa gunpisguepq paoou sie ]uba\ 'ajsaq
lap si aisjeet jaq 'pno^esues z ua uapeq z
uassnj ieeg aznajt aa 'uaop poq uaa pA\
gou qooi pmz }aoui 'uapds uaqiM Ijoaq
Wit aan zet houdt remise. Naar het schijnt p.iaaiqnopag ua.iaAejq z laiu paoou um
kan zwart met Kgl benevens Pg2 en h3 :SeeaAa3piaq asufnaiiaM do paooAvjuv
P. ROOZENBURG (N.-H.)
Met 43-39 als 13de zet wint wit een stuk
na 20-25 door 31-26. Ook 21-26 is verhin
derd door 30-25 26x28 25x14 en hoe zwart
ook slaat, steeds volgt stukwinst voor Roo-
zenburg. 13) 43-39 3-9, 14) 45-40 9-13, 15)
40-34 21-26, 16) 42-37 11-17, 17) 30-25 7-11,
18) 25x14 10x19. De oud-wereldkampioen is
nog altijd een speler die elke stand op het
bord durft te aanvaarden.
Toch geven wij liever de voorkeur aan
de zwartstand. Het is een studie waard, te
onderzoeken of wit 44-40 moet spelen om
5-10 te verhinderen door 27-21 16x29 en
40x5.
19) 48-43 5-10. 20) 35-30 10-14, 21) 30-24
19x30, 22) 34x25 13-19, 23) 39-34 8-13. 24)
34-29 22-28, 25) 33x22 17x28. 26) 32x23 19x28,
27) 29-24 14-19. Door een stukoffer onder
neemt wit een aanval, die door zwart met
een tegenoffer wordt afgeslagen.
28) 25-20 19x30. 29) 20-14 18-23, 30) 44-40
4-9, 31) 14x3 12-17. 32) 3x21 26x17, 33) 46-41
13-19, 34) 47-42 15-20. 35) 31-26 17-21, 36)
26x17 11x31. 37) 37x26 2-7?
Stand na 37) 37x26:
Zwart: 2. 6, 19, 20, 16. 23, 28. 30.
Wit: 26, 36, 40, 41, 42, 43, 49, 50.
Zwart heeft belangrijke terreinwinst. Veel
sterker en kansrijker is voor zwart i.p.v.
2-7 20-24 en 24-29 op te bouwen.
38) 36-31 7-12, 39) 41-36 12-17, 40) 31-27
20-24, 41) 42-37 28-33, 42) 40-35 23-29, 43)
43-39 33x44, 44) 50x39 19-23, 45) 37-32 è-11,
46) 36-31 29-34, 47) 49-43 23-29, 48) 43-38
34x43, 49) 38x49 29x33, 50) 32-28 33x22, 51)
27x18 17-22, 52) 18x27 11-17, 53) 49-43 30-34,
54) 43-38.
Stand na de 54ste zet van wit:
Wit: Kei, Ra4
Zwart: Kg2, Ph4, pion h3
In de partij vervolgde zwart aan zet met
54) 34-39, waarna met 55) 38-33 39x28,
56) 27-22 28-33, 57) 22x11 16x7, 58) 31-27
33-39 tot remise werd besloten.
Maar voor eindspelliefhebbers is het mo
ment bij de 54ste zet 43-38 of 24-29. Naar
mijn mening wint 24-29.
Tegen de nieuwe Zuidhollandse kam
pioen H. J. Kinnegin kreeg ik het volgende
eindspel:
zwart 5 stukken op 6, 13, 15, 19, 36;
wit.4 stukken op 47, 37, 27 en 25.
Wit staat in alle spelgangen verloren
maar er moet scherp worden gespeeld.
Zwart aan zet.
1) 19-23, 2) 27-22 23-29, 3) 37-32 29-33
4) 33-28 33-39, 5) 28-23 39-44, 6) 23-18 13-19,
7) 18-12 44-50, 8) 17-12 gedw. 50x11, 9) 12-8
19-23, 10) 8-2 11-22, 11) 2-35 22-17, 12) 35-40
23-28, 13) 40-35 17-3 en wit geeft op omdat
35-19 faalt door 28-33 19-14 15-20 33-38 en
hetoffer 38-42 36-41 wint.
B. Dukel
NU MOEST DE OPPPERLAKEI aan
de koning zeggen, dat niemand eraan
gedacht had om voor de nieuwe koning
een nieuwe kroon te maken.
„Dat is me wat moois", vond de ko
ning en hij werd kwaad, „moet ik dan
zonder kroon mijn volk toespreken?"
„Het spijt ons erg Majesteit", zei de
Oppeidakei zenuwachtig, werkelijk Sire,
het spijt ons heel, heel erg". Ook de
andere lakeien knikten met hun hoofd,
om aan de koning te laten zien, dat
het ze heel erg speet.
De ministers werden erbij geroepen
en het speet ook de ministers erg.
„Majesteit", waagde de minister van
Allerhande Zaken, waarom zet u de
kroon van de vorige koning niet op, dat
is een erg mooie kroon, met veel juwe
len erin. Hij staat op zolder, maar ik
wil hem wel even halen".
Iedereen keek opgelucht, dat was
geen gek idee!! De minister van Al
lerhande Zaken werd weggestuurd en
kwam spoedig met de kroon terug.
BODOS DE ELFDE zette de kroon
op zijn hoofd, maar wat een schrik,
de kroon was veel te groot en zakte
IN PONTALAwas een nieuwe koning
gekozen, koning Bodos de Elfde. De
vorige koning was een week geleden
gestorven, maar er waren niet veel
mensen die daar om gehuild hadden,
want de vorige koning, Bodos de Tiende
was niet erg bemind. Dat kwam omdat
die koning helemaal niet goed regeer
de, nee, Bodos de Tiende had zijn hele
leven niets anders gedaan, dan eten.
Eten en drinken. Daarom had hij voor
regeren geen tijd gehad.
Door al dat eten was de koning steeds
maar dikker geworden.
Op het laatst moesten alle deuren in
het paleis breder gemaakt worden, an
ders kon de koning er niet meer door.
Het zou allemaal nog niet zo erg ge
weest zijn, als de mensen maar niet zo
vreselijk veel belasting moesten beta
len, want die belasting gebruikte de ko
ning alleen maar om er eten voor te
kopen.
Maar nu was die koning dan dood en
alleen de slager en de bakker en de
groenteboer hadden gehuild, want die
waren nu een goede klant kwijt. De
mensen hadden nu koning Bodos de
Elfde gekozen. Die was heel anders
dan de vorige koning. Bodos de Elfde
was klein en mager en eten deed hij
maar heel weinig.
„Dat is pas eens een goede koning",
zeiden zijn onderdanen, „nu hoeven we
tenminste geen belasting te betalen
voor het eten van de koning".
Over een uurtje zou de nieuwe koning
op het balkon van het paleis een toe
spraak gaan houden. Dat hoorde nu
eenmaal zo.
Al dagen lang hadden de kleermakers
zonder te rusten gewerkt, om op tijd
een purperen koningsmantel af te heb
ben, met een kraag' van hermelijnbont
en knopen van goud en diamant.
De schoenmakers hadden ook niet stil
gezeten en zij hadden schoenen ge
maakt van donkerrood leer met veters
van gouddraad en een parel op iedere
punt.
JA ALLES WAS KANT en klaar en
de koning ging zich aankleden. Tenmin
ste, dat deed de koning niet zelf, dat
kun je begrijpen. Nee, daarvoor waren
er vijf lakeien. De koning zelf moest
alleen maar gaan staan.
Er was een lakei, die de schoen
moest aantrekken, een andere lakei,
die die schoenen meteen nog even op
moest wrijven. Een derde lakei moest
de mantel aandoen, een vierde moest
de haren van de koning kammen. Deze
lakei had het eigenlijk erg gemakkelijk,
want de koning had niet zo erg veel
haar meer. Eerlijk gezegd had hij nog
maar één haar en daar was die lakei
natuurlijk gauw mee klaar.
De vijfde lakei moest kijken of de
vierde andere lakeien hun werk goed
deden. Eindelijk was de koning hele
maal aangekleed en werkelijk, hij zag
er schitterend uit, dat vond zelfs de
Opperlakei en die kon het weten, want
die had al wel honderd keér een koning
aangekleed.
Een bediende ging een grote spiegel
halen en nu kon de koning zelf zien hoe
mooi hij eruit zag.
„Buitengewoon, buitengewoon", sprak
koning Bodos de Elfde, „werkelijk, ik
ben zeer tevreden. Ik weet zeker dat
mijn onderdanen trots op mij zullen
zijn. Nu zou ik nog graag mijn kroon
op hebben, dan ben ik klaar".
Toen de koning dat gezegd had, werd
het ineens stil. Verschrikt keken de la
keien elkaar aanWat dom, dat ze
daar niet aan gedacht hadden!! Na
tuurlijk moest de koning een kroon op
zijn hoofd hebben!'Wat is nu een ko
ning zonder kroon. Dat staat net zo
raar als een vogel zonder veren!
„Nou, ik weet niet waarom jullie me
zo lang laten wachten", zei Bodos een
beetje ongeduldig, „waar blijft mijn
kroon nu?"
de koning over de oren, tot op zijn
schouders. Dat was een raar gezicht en
de koning kon wel huilen van kwaad
heid. De mensen stonden al te wachten
en de koning moest met zijn toespraak
beginnen, maar met een veel te grote
kroon ging dat toch niet!
„Weet u wat u moet doen", „u moet
een opgevouwen krant in de kroon stop
pen", riep ineens de minister van Moei
lijke Zaken, „dat doe ik óók wel eens
ais mijn hoed me niet past".
Een lakei ging kranten halen. Er
moesten wel vier kranten in de kroon
gestopt worden eer hij paste, maar ein
delijk kon de koning dan naar het volk
gaan om zich te laten zien.
De mensen begonnen luid te juichen
en zwaaiden met hoeden en petten naar
hun nieuwe koning. Dat vond de koning
zó 'aardig, dat hij zijn kroon van het
hoofd nam en ook begon te zwaaien.
Dat was wel een beetje dom, want nu
waaiden alle kranten uit de kroon en
iedereen begon hard te lachen.
Wat schaamde Bodos de Elfde zich,
maar ineens riep er iemand: „Nu zien
we meteen goed, dat we een magere
koning hebben, hiep-hiep-hoeraü!"
En iedereen juichte mee: „Lang leve
onze nieuwe koning"
Jan Nelissen
Er stond een stalletje in het veld,
een stalletje met twee ruiten,
met in een hoek een oude os
en dikke sneeuw daarbuiten
Toen kwam er tegen middernacht
een ezel met een lichte vracht,
een ezel met een man en vrouw
wat warmte zoeken in de kou.
Ze gingen binnen in de stal
en lieten het ezeltje gaan,
dat liep vlug naar de voerbak toe,
waar 't naast de os ging staan.
Opeens was de stal vol engelenzang,
vol engelenzang en licht,
want in de krib lag het Goddelijk Kind
en het had er Zijn oogjes nog dicht.
De herdertjes kwamen en knielden neer
en keken eerbiedig naar Ons Lieve
Heer,
de os en de ezel, zo oud en zo arm
ademden zachtjes het Kindeke warm.
En het Kindje dat lachte, dat lachte
stil
naar die arme herders vol goede wil.
De herders gingen naar huis in de
nacht
en het sneeuwde buiten, het sneeuwde
zacht.
Jan Nelissen