„WEG NAAR DE WERELD"
De Neëem Muizen
Vierde N.Ph.O. V-concert met
Aafje Heynis als soliste
Strassburger bracht Amsterdam
weer een galapremière
Betsy Westendorp-Osieck wordt
volgende week tachtig jaar
Fraai solo-optreden van
Barbara Jefford
Nederlands Theater
Jaarboek verschenen
Dutch Swing College
in nieuwe bezetting
Bartók's Concert voor
Orkestweer uitgevoerd
Maastrichtse jongen boekt
succes op Londens toneel
Volksmuziekschool te
Amsterdam verbouwd
Onderwijs
voor moeilijk
lerende kind
ZATERDAG 24 DECEMBER 19 6 0
DE EERSTE HELFT van het vierde
vrijdagavondconcert van het Noordhol
lands Philharmonisch Orkest was groten
deels gewijd aan werken van strijkorkest,
al of niet met solisten. Het programma
opende met Vivaldi's bekendste Concerto
Grosso, dat in d kleine terts, waarin de
heren Jan Hesmerg en Leendert de Graaff
de obligaatpartijen kundig vervulden.
Een bijzondere aantrekkingskracht kreeg
dit concert door de medewerking van de
geliefde altzangeres Aafje Heynis. Haar
milde, warme stem leende zich bij uitstek
voor de voordracht van Drie Kerstliede
ren van Peter Cornelius, tijdgenoot van
Brahms en componist van een groot aan
tal liederen en van de komische opera
„Der Barbier von Bagdad". Zij bereikte
een treffende vermenging van haar stern-
timbre met de begeleiding der strijkinstru
menten, die door de componist weliswaar
eenvoudig, maar geenszins onbeduidend
behandeld is. Een aardige slotnoot vorm
de de dansante zes-achtste-maat van het
laatste lied: „Christkind"
0
Hierbij sloot goed aan het bekendste or
kestwerk van Hendrik Andriessen „Varia
ties en Fuga over een thema van Jo-
het strijkerskorps een enigszins aan het
hann Kuhnau". De componist heeft aan
orgel verwante klankkleur ontlokt, en be
reikt in de fuga met eenvoudige middelen
een treffende climax. De uitvoering wierp
licht op tal van onvermoede harmonische
schakeringen en verenigde strakheid en
bewogenheid, in de geest van de compo
nist.
Een „Adoro te" voor altsolo en orkest
strijkorkest met enkele blazers
bracht Aafje Heynis opnieuw voor het
voetlicht; het is een compositie van Ru-
dolf Mengelberg, neef van de dirigent, in
Deze aap van Ille and Jean Hoppe
steekt zijn baas en het publiek uit
dagend zijn enorme tong toe. Probeert
u ook eens met een kopje op uw hoofd
te lopen.
Paul Steenbergen en Ida Wasserman
beste acteur en beste actrice
Dezer dagen is de negende aflevering
van het Nederlands Theater Jaarboek
verschenen, waarin het toneelseizoen
1959-1960 wordt gerecapituleerd. Ook
ditmaal is het een aantrekkelijk souvenir
voor de toneelminnaar geworden door
de duidelijke en uitgebreide documen
tatie en de foto's van vrijwel alle belang
rijke evenementen.
Zoals gebruikelijk hebben ook ditmaal
de lezei-s van het jaarboek de acteur en
actrice van het jaar 1958-1959 aangewezen.
Beide onderscheidingen vielen ten deel aan
leden van de Haagse Comedie: Ida Wasser
man werd actrice van het jaar door haar
rol" als Nora Melody in O'Neills „De Dag
van Talavera" en Paul Steenbergen acteur
van het jaar als Archie Rice in Osborne's
„De Humorist", dat ook als beste stuk
werd aangemerkt. Hiermede heeft het pu
bliek de beslissing van de Louis d'Or-jury
van het seizoen 1958-1959 bevestigd. Ja
cqueline Rolaards-Sandberg en Jan Le-
maire sr. werden aangewezen als de beste
acteurs in bijrollen.
KERSTCONCERT
In de Wilhélminakerk aan de Gedempte
Oude Gracht wordt op maandag 26 decem
ber (tweede kerstdag) acht uur n.m. een
kerstconcert gegeven waaraan medewer
king wordt verleend door Teke Bijlsma
(orgel), Ans Philippo, sopraan en de bariton
Cornelis Beek. Het programma vermeldt
werken van onder anderen Bach, Corne
lius en Jan Zwart Het concert is ten bate
van het Bouwfonds Geref. Kerk Haarlem-
Zuid.
De familie Strassburger heeft Amster
dam het traditionele kerstcircus niet wil
len onthouden, ondanks het feit dat men
ditmaal in verband met de komst van
„Mij Fair Lady" gedurende slechts drie
weken in plaats van de gebruikelijke twee
en een halve maand het winterkwartier
in theater Carré kon betrekken.
Deze inkrimping van de Amsterdamse
speelperiode bracht tal van moeilijkheden
mee. O.m. het vinden van geschikt perso
neel voor een zo korte tijd. Dankzij de
medewerking van de andere Nederlandse
circussen kon echter toch een staf ver
zameld worden die de kneepjes van het
vak kent.
Mede-directrice Elly BelliStrassbur
ger onderbrak een langdurig engagement
met het Spaanse circus Prince om in Am
sterdam te gaan werken met de paarden
van Hans Strassburger, die trouwens zelf
ook in de piste kwam als hogeschoolrij
der.
Zij zijn niet de enige leden van de fa
milie, die bet kerstcircus met hun ervaring
ondersteunen. Achter de schermen heeft
mevrouw Regina Strassburger de touwtjes
in handen, terwijl haar dochter Regina
als spreekstalmeersteres fungeert. En ten
slotte stond alles wat zich in de piste
afspeelde onder supervisie van Willie
Strasfeburger.
Het publiek dat vrijdagavond de premiè
re bijwoonde was blijkens het steeds weer
opklaterende applaus, dankbaar voor het
handhaven van de traditie.
Maar toch, het programma was niet zo
„circus" als we van Strassburger gewend
zijn. De jonge Nederlandse Mr. Charles
bracht zijn in Valkenburg gedresseerde
Bengaalse tijgers met veel enthousiasme
Hans Strassburger was als altijd grandioos
met zijn hogeschool-nummer.
Met klassieke grandeur tot in de klein
ste bijzonderheden brengt hij zijn nummer.
Een klasse apart. Een luchtnummer van
klasse brachten de Mandos Sisters, met
een looping staande op eikaars schouders
De Amsterdamse kunstenares Johanna
Elisabeth (Betsy) Westendorp-Osieck, de
jongste der vier overgebleven leden van
de groep van de zeven „Amsterdamse
Joffers", wordt donderdag 29 december
a.s. tachtig jaar. Die namiddag zal zij
van vier tot zes uur recipiëren in het
Amstel Hotel te Amsterdam.
HÉl
IÉIka
Betsy Westendorp Osieck, de jongste
d.er vier overgebleven leden van de
groep van De Zeven Amsterdamse
Joffers.
Zij kreeg haar opleiding aan de Rijks
academie van Beeldende Kunsten in de
hoofdstad onder leiding van de hooglera
ren Allebé en Der Kinderen. Sedert 1912
behoort de schilderes tot de groep der
Amsterdamse Joffers, die, in mindere of
meerdere mate door het impressionisme
beïnvloed, de naturalistisch-coloristische
traditie op eigen wijzen voortzetten.
In 1917 huwde zij met mr. H. K. Wes
tendorp, die het Aziatisch Museum in Am
sterdam heeft gesticht. Tijdens de reizen
met haar man naar Noord-Afrika, het
toenmalige Nederlands-Indië, China, Ja
pan en Noord-Amerika, maakte zij veel
aquarellen. Voorts schilderde zij land
schappen. stillevens, portretten onder an
dere van S. P. van Eeghen, mr. G. Visse
ring, C. G. Vattier Kraane, dr. C. J. K.
van der Aalst, dr. E. Heldring en verle
den jaar maakte zij nog een portret van
de zangeres Gré Brouwenstijn. Van het
grafisch werk van mevrouw Westendorp
zijn twee uitgaven verschenen, „Etsen
naar oude Amsterdamse Tuinhuizen" en
„Etsen van oude Amsterdamse Gevelste
nen". In 1955 stichtte zij ter herinnering
aan de belangstelling en werkzaamheden
van haar overleden echtgenoot, die jaren
lang voorzitter is geweest van de commis
sie van toezicht van de Rijksacademie van
Beeldende Kunsten, het „Mr. H. K. Wes
tendorpfonds". Van de rente van dit fonds
ontvangt de winnaar van de zilveren ere
penning van de Prix de Rome een uitke
ring (aan de gouden ere-penning was
reeds een rijksstipendium verbonden).
Mevrouw Westendorp ontving vele on
derscheidingen, onder andere de gouden
medaille van Koningin Wilhelmina (op een
expositie in Arti et Amicitiae in 1936). een
gouden medaille op de Wereldtentoonstel
ling te Parijs in 1938, St. Lucasprijs (1930),
Willink van Collemprijs. Zij is officier in
de orde van Oranje Nassau. De kunstena
res ontving in 1956 de Zilveren Anjer van
het Prins Bernhard Fonds voor: „Het te
zamen met wijlen haar echtgenoot met
zeer grote liefde, geduld, goede smaak en
wetenschappelijke speurzin bijeenbrengen
en houden van een bijzonder belangrijke,
uitgebreide collectie Aziatische kunst en
het bestemmen van deze collectie voor
openbaar bezit".
De schilderes exposeert nog geregeld bij
verschillende kunstenaarsverenigingen als
Arti et Amicitiae. St. Lucas. Pulchri en de
Aquarellistenkring. Werk van haar hangt
onder meer in de gemeentelijke musea
van Amsterdam. Den Haag. Schiedam,
Utrecht en Hull (Eng.). het. museum Boy
mans-Van Beuningen in Rotterdam, het
Van Abbe-museum in Eindhoven, het Mu~
sée du Jeu de Paume te Parijs en het
Staatsmuseum in Belgrado.
Mevrouw Westendorp woont in de Lai-
ressestraat in Amsterdam.
in de nok van Carré. Het is niet moeilijk
om uit dit programma aardige momenten
aan te wijzen. Zoals bijvoorbeeld Ille and
Jean Hoppe, die met duiven, apen, hon
den en een kat een gezellig nummer brach
ten. Of het werk op de trampoline van
de vier Massino's.
Maar in z'n geheel was het programma
zonder voldoende spanning en sfeer die we
ons herinneren van de Strassburger pro
gramma's. Misschien dat de maar zo korte
tijd, drie weken, dat Carré beschikbaar is
er de schuld van is dat het geheel niet
zo groots is opgebouwd als we wel gewend
zijn.
In ieder geval hebben we de familie
Strassburger, met hun paarden met ge
noegen terug gezien.
leven artistiek directeur van het Amster
dams Concertgebouworkest. Het is een
welluidende, maar wat onpersoonlijke
hymne, geschreven in de schaduw van
Diepenbrock en Mahler, maar zonder de
markante fysionomie van deze beide com
ponisten. Door de klankschone vertolking
van Aafje Heynis, uitmuntend in begrip
voor de melodische structuur, was de uit
voering van dit nogal verouderde werk
stuk. toch nog wel gerechtvaardigd.
DE TWEEDE HELFT van het program-
ma was geheel gewijd aan Béla Bartók's
vijfdelige Concert voor Orkest uit 1943.
Zonder aan de persoonlijke zeggingskracht
toe te- komen van bij voorbeeld de „Mu
ziek voor snaarinstx-umenten", het Diver
timento of de Sonate voor twee piano's
en slagwerk, blijft dit op concerterende en
symfonische leest geschoeide opus toch
van grote waarde als introductie tot het
oeuvre van een van de meest markante
componistenfiguren die deze eeuw heeft
opgeleverd. De uitvoering had, sinds de
Haarlemse première twee jaar geleden,
aan vastheid en kracht gewonnen. Vooral
van de finale maakten Arends en het or
kest een uiterst effectvol en eclatant stuk,
hetgeen, gezien de zware eisen die hier
vooral aan de strijkers gesteld worden,
wel iets zegt. Trouwens over de hele linie
werd er met bijzondei'e toewijding en ac
curatesse muziek gemaakt. Een bijzonder
compliment verdienen de blazers voor hun
pittige behandeling van het tweede deel,
een scherzo, „Spel der paren" genaamd.
Het is te hopen dat deze kapitale com
positie nu definitief op het repertoire ge
handhaafd blijft en dat zowel het orkest
als het publiek er zich goed mee ver
trouwd kunnen maken. Wellicht zullen de
feestelijke, humoristische en agressieve
elementen dan nog iets plastischer naar
buiten treden en zal de wat introverte
indruk die het stuk thans nog naliet ovex"-
wonnen worden door een nog duidelijker
geleding van hoofd- en nevenstemmen,
een spx-ankelender klank op de hoogte
punten, een navranter toon in de uitdaging
van het „onderbx-oken intei'mezzo", myste
rieuzer in de natuurgeluiden van de Elegia.
Hetgeen niet wegneemt dat men nu reeds
van een markante prestatie van het or
kest kan spreken, in vele opzichten volle
dig doorwerkt, en van een zodanig niveau
dat het publiek met gx-ote instemming rea-
geex-de.
Sas Bunge
Nederlandse muziek. Onder de naam
Audio-visuele Donemus Serie verschijnt
binnenkort een reeks grammofoonplaten
met pai'tituren van hedendaagse Neder
landse muziekwerken. De stichting Done
mus. Documentatie in Nederland voor Mu
ziek en Nederlandse Muziekbelangen. heb
ben het initiatief daartoe genomen. Zij
'nebben de medewerking verkx-egen van
onder-andere de Wereldomroep (die band
opnamen beschikbaar stelt), en enkele or
kesten (als het Concei-tgebou work est en
het Utrechts Stedelijk Orkest). Het ligt in
de bedoeling van maart 1961 af elke drie
maanden zulk een plaat met partituren te
doen uitkomen.
De 12-jax-ige in Maastricht geboren John
Bosch, die in 1956 met zijn ouders van
Maastricht naar Londen verhuisde, maakt
in de Engelse hoofdstad als toneelspeler
furore. Momenteel speelt hij de hoofdrol
in het toneelstuk „Emil en de Detective"
van Erich Kastner. Het stuk wordt opge
voerd in het Mermaid-Theatre te Londen
en de Engelse pers heeft niets dan lof
voor het spel van de jongen. John heeft
voor de televisie reeds in een twintigtal
stukken gespeeld en hij doet dit met zoveel
succes, dat men hem keer op keer vraagt
voor een andere rol. De vader van John
is Maastrichtenaar van geboorte: hij is
met een Engelse vx-ouw gehuwd.
In het voorjaar van 1956 werd John
Bosch als leerling aangenomen op de be
roemde Corona-toneelschool te Londen. Op
deze school krijgen de leerlingen behalve 'n
toneelopleiding een normale middelbare
schoolopleiding. Doordat men slechts een
klein aantal leex-lingen heeft, in totaal vijf
tig kan men de beide opleidingen vrij ge
makkelijk aan elkaar aanpassen. Dat John
aanleg heeft voor het toneelspelen, bewijst
wel het enorme succes dat hij oogst. Zo
schreef- zelfs de anders zeer moeilijk te
bevredigen toneelcx-iticus van de „Daily
Express" zeer complimenteus over de jon
gen.
De Amsterdamse wethouder van Onder
wijs en Kunstzaken, mr. A. de Roos heeft
de inwendig geheel vernieuwde hoofdste
delijke volksmuziekschool officieel ge
opend. De achtentwintig jaar oude school
is gehuisvest in een tachtig jaar oud
schoolgebouw in de Nieuwe Kerkstraat te
Amsterdam. Binnen de oude mux-en van
dit gebouw heeft de dienst der Publieke
Werken van de gemeente Amsterdam
thans een aantal moderne lokalen gescha
pen, die volgens de dix-ectie van de school
volledig beantwoorden aan de vele eisen,
die aan leslokalen voor muziekonderwijs
moeten worden gesteld. De totale kosten
hebben ruim 400.000 gulden bedragen.
Een groot aantal sprekers wenste het be
stuur van de Stichting Volksmuziekschool
Amsterdam en de hoofddirecteur van de
school, de heer W. Gehrels, geluk met
het bereiken van deze mijlpaal. De school,
die amateurs opleidt in het musiceren met
allerlei soorten instrumenten en tevens
een algemene muzikale vorming geeft,
wordt thans regelmatig bezocht door meer
dan 3000 leerlingen per jaar.
„WEG NAAR DE WERELD" is een
film", die in de bioscopen niet zal draaien.
Geen film naar het leven. Een film van
het leven. In opdracht van een Hilversum-
se vereniging, die zich bekommert om het
buitengewoon lager onderwijs is ze als een
brok noodzakelijke voorlichting vervaar
digd voor oudex-s, opvoeders, artsen, die
met dat buitengewoon lager onderwijs te
maken hebben of te maken kx-ijgen. Het
begrip daarvoor is nog niet overal aan
wezig. Buitengewoon lager onderwijs be
tekent niet: scholen voor achterlijke kin
deren. Het houdt niet in dat men zijn kin
deren naar een „gekkenschooltje" stuurt.
Voor de kinderen zelf is dit onderwijssys
teem geen kwelling. Eerder is het de be
vrijding uit een ongezonde situatie, waarin
ieder kind komt te verkeren, dat het on
derwijs op de lagere school niet of xnet te
gx-ote moeite kan volgen. Ook voor deze
kinderen is er een weg naar de wereld.
Op die gedachte is de film gebaseerd.
Misschien heeft scenarioschrijver en re
gisseur Leo Moen een wel wat ideaal beeld
gegeven van het b.l.o. zoals het in deze
film wox-dt gekenschetst. Misschien zal de
heer G. Leerkamp, die zich al jax-en be
ijvert voor deze vorm van onderwijs, dat
ideale beeld bewust hebben nagestreefd,
toen hij Moen zijn ideeën voor „Weg naar
de wereld ontvouwde. Men kan er noch
tans vrede mee hebben. Om ouders en
opvoedei's voor deze vox-m van onderwijs
te winnen moeten soms heel wat weer
standen worden ovei-wonnen. Men beseft
dikwijls niet dat zijn kind het inderdaad
nodig heeft. Ouders generen zich of onder
schatten de realiteit. Dat zij hun kinderen
er gelukkig mee maken laat deze film
zien. Ze handelt voornamelijk om kinde
ren, die tx-aag zijn en geremd, om kinde
ren met lees-, schrijf- en i-ekenstoornissen,
die het tempo van de normale school niet
bij kunnen houden; om moeilijk lerende
kinderen. Andere categorieën zoals kinde
ren met sterke physische en psychische
afwijkingen komen niet aan de orde. Ex-
zijn in ons land zo'n 35.000 kinderen, die
scholen voor moeilijk lerende kinderen be
zoeken. Zij worden er voorbereid op hun
aandeel in het maatschappelijk verkeer,
hun aandeel in het arbeidspi-oces en het
gezinsleven. Ze lei'en er straks als vol-
waardige gelukkige mensen in op te gaan
en er, bevrijd van hun remmingen en te
kort aan critisch vermogen, een gelukkige
levensstaat te bereiken.
HOE DAT IN ZIJN WERK GAAT ver
telt Leo Moen met een verblijdend heldere
verhaaltrant, dynamisch in zijn beeldover
gangen. gedurfd door zijn vei-rassende ef
fecten en vooral met een scherp en ver
antwoord observatievermogen. Hij bouwt
een logisch verhaal op, dat steeds blijft
boeien en spreidt vaak daarin gevoelige
accenten, die de aandacht telkens op
stoten. Ik geloof dat hij deze toch niet zo
eenvoudige materie zeer knap heeft be
heerst en men hem om zijn rake behande
ling dankbaar mag zijn. Wat mij bij de
vertoning tegenviel was de beeldkwaliteit,
die soms wazig was, een technisch euvel,
waaraan belichtingsondeugden debet kun
nen zijn. Naar de filmkunstige conceptie
beoordeeld kan „Weg naar de wex-eld" gel
den als een bijzonder goed specimen van
de opdrachtfilm en daarmee wint de voor
lichting op het terrein van het b.l.o. alleen
maar aan diepte en scherpte. Voor allen,
die met deze problematiek te maken krij
gen is er dus nu een film, die in staat is
indruk te maken. Een film voor ouder-
avonden, dunkt mij, en verenigingen,
welke er eigenlijk iedereen een dienst mee
kunnen bewijzen.
P. W. Franse
DE NOG JEUGDIGE, maar in Engeland reeds vrij vermaarde actrice Barbara
Jefford brengt deze week een bezoek aan enkele steden in ons land met „proef
vertoningen van een programma van solofragmenten uit stukken van Shake
speare, door Michael Benthall artistiek leider van de Old Vic, van welk gezel
schap zij deel uitmaakt geregisseerd. Donderdagavond heb ik haar recital in
het Nieuwe de la Martheater bijgewoond. Het optreden had plaats onder aus
piciën van de Volksuniversiteit Amsterdam.
„Heroines of Shakespeax-e" heeft zij
haar rijkgevarieerde bloemlezing uit
's meesters werken genoemd. De samen
stelling is kennelijk in hoofdzaak bepaald
door de behoefte om bekende vrouwefigu
ren (voor vele bezoekex-s zal alleen Imo-
gon uit „Cymbeline" een voordien onge-
hoorde en ongeziene zijn geweest) in
kax-akteristieke scènes spx-ekend tot hun
recht te laten komen. Barbara Jefford
kreeg aldus elf uiteenlopende rollen te ver
vullen. Het bezwaar van een dergelijke
opzet is, dat het bewijzen van virtuositeit
in veelzijdigheid hoofdzaak zou kunnen
worden. Enkele jaren geleden is Sir John
Gielgud in hetzelfde theater ten tonele
verschenen met een éénmansvoordracht,
waarvoor het materiaal eveneens aan een
groot aantal stukken van Shakespeax-e
was ontleend, maar waarin duidelijk een
thema tot ontwikkeling werd gebracht.
Een dusdanige methode lijkt mij zinrijker
dan de nu gevolgde. De eerlijkheid ge
biedt hier met waardering direct aan toe
te voegen, dat Barbara Jefford zich met
lichaam en ziel dienstbaar heeft gemaakt
aan de wenselijkheid om in de eerste
plaats de aandacht te vestigen op de pi
kante of ontroerende schoonheid der op
dichterlijke wijze mensonthullende tek
sten.
Het programma bestond uit drie delen
Zij begon na de fameuze proloog uit
„Hendrik de Vijfde" met drie vex-schij-
ningen in travestie. Vooral Rosalind uit
„Naar het u lijkt" maakte bij de zaalbe
volking geestdrift gaande. Dóór alle vex--
momming en raffinement bleef de natuur
lijkheid stralen. Zij moet een welhaast
ideale Saint Joan zijn geweest, geloof ik.
Een climax voor de pauze werd na een
wat mat begin in de daaraan voox-afgaan-
de scènes in de monoloog „Alle geuren
Kerstfeest bij Rembrandt. Op maan
dag 26 december a.s. zal museum „Het
Rembrandthuis", Jodenbx-eestraat 4-6 te
Amsterdam-C. van 1 tot 4 uur opengesteld
zijn bij kaarslicht ter gelegenheid van de
kerstfeestviering. Hierbij zal een muzikale
illustratie tot verhoging van de gewijde
stemming bijdragen in het oud-hollandse
huis, waarin Nederlands grootste beelden
de kunstenaar twintig jaar heeft gewoond
Bovendien zal regelmatig toelichting ge
geven worden tot het in deze woning ge-
exposeerde aan etsen en tekeningen van
Rembrandt. Ieder is op deze kerstviering
welkom, waarbij de gewone entreeprijs tot
het museum 0.50) verschuldigd zal zijn;
kinderen half geld.
Aanwinsten prentenkabinet. In het
Prentenkabinet van het Rijksmuseum te
Amsterdam worden, traditiegetrouw, de
nieuwe aanwinsten aan tekeningen en
prenten over het jaar 1960 getoond. De
expositie duurt tot 20 februari a.s. Dit jaar
vormen de aankopen van tekeningen het
hoofdbestanddeel. De keuze is zeer om
vangrijk en strekt zich over vele eeuwen
uit van vroege Veronese tekeningen, uit
het einde der 14de eeuw. via belangrijke
16de-eeuwse Italiaanse tekeningen tot het
werk van Toorop Bij de belangrijke groep
Japanse pi-enten en boekjes zijn een unieke
serie van Utamaro-boeken en vroege druk
ken van Hokusai's beroemde 100 gezichten
op de Fuji.
Roterende schilderijen. De Ameri
kaanse raketdeskundige Frank Joseph
Malina houdt in Parijs een tentoonstelling
van roterende schilderijen. Hij had zich tot
taak gesteld, aldus vertelde hij aan de
correspondent van de New York Times,
techniek en kunst te verenigen. Elk van de
28 tentoongestelde stukken bestaat uit een
statisch en een draaiend element, met lich
ten Het kleurenpatroon is met het penseel
opgebracht. De kleine motor voor het ro
terende gedeelte krijgt stx-oom door een
snoei-, waaraan het schilderij tevens is
opgehangen. De 48-jarige Malina is de
geestelijke vader van de „Wac Corporal"
de eerste succesvolle Amerikaanse raket
voor grote hoogte.
Thieme-prysvraag. De Stichting tot het
bevorderen van de schoonheid in de grafi
sche vakken, het Gerrit Jan Thiemefonds,
organiseert wederom een prijsvraag om 't
esthetische en druktechnische peil van de
kalenders en kantooi-agenda's op te voeren.
Elke in Nederland gedrukte kalender en
kantooragenda kan worden ingezo'- len. De
jury let hij de beoordeling op de kwaliteit
van ontwerp en uitvoering. Geïllustreerde
en niet overwegend geïllustreerde kalen
ders, alsmede kantooragenda's woi-den
apart beoordeeld. In elke categorie zijn
drie prijzen in de vorm van penningen
—beschikbaar, terwijl ook eervolle vermel
dingen mogelijk zijn.
Tournee van het N.S.O. De negende
tournee van het Nederlands Studenten Or
kest zal op 16 januari beginnen met een
concert in Bergen (N.H.). Het orkest zal
weer onder leiding staan van Jan Brussen.
Als solist zal optreden de pianist Hans
Dercksen, die het eerste pianoconcei-t van
Beethoven zal spelen. Verder staan onder
van Arabiëuit „Macbeth" bei-eikt.
Van de romantische creaties (het derde
deel) was mij de titelheldin uit „Romeo
en Julia" het liefst. De toespraak over de
genade van Portia voor het gerechtshof
uit „De Koopman van Venetië" vond ik
niet zo mooi. Maar een waai-derende op
somming heeft al even weinig zin als
het betx-euren der afwezigheid van bij
voox-beeld Anne Bullen of Beatrice in deze
pax-ade. Het meest ben ik onder de indruk
gekomen van het doeltreffende gebruik
beheerst, weloverwogen, recht op de man
af van een in alle toonaarden geper
fectioneerde techniek. De beschikking
daarover en een levendig stijlbesef („stijl
is weten wat men doet" heeft Gielgud eens
gezegd) maken het mogelijk de superieure
toneeltaal van Shakespeare zo eenvoudig
en doorzichtig te doen klinken, zo exact
iedere voorgeschreven emotie te registre-
i*en. Prachtig was tevens het zou ook
niet anders kunnen onder alle omstan
digheden haar plastiek.
David Koning
The Dutch Swing College band, onder
leiding van Peter Schilperoort, heeft vrij
dagavond op uitnodiging van de Haarlem
se Jazz-club gespeeld in de Haarlemse
dansschool Schroder. De opmerking „Ntrur
komt het" van een jeugdige minnaar van
de „oude" jazz, bijhet horen van een
loopoefening op de klarinet, was typerend
voor de verwachting waarmee de vele
aanwezigen het optreden van deze band
verbeidden. En deze verwachting bleek ten
dele gerechtvaardigd.
In de nieuwe bezetting met vier blazers,
waarbij de verrichtingen van de nieuwe
Oostenrijkse trompettist Oscar Klein en
bariton-saxofonist Peter Schilperoort het
meest op de voorgx-ond traden en een
driekoppige ritmesectie (de piano ont-
bx-ak) heeft deze beroepsband, ondanks
het gebruikelijke gemis aan spontaneïteit
bewezen dat zij nog steeds aan de top
van de Europese „klassieke" jazz-ladder
staat.
Niet alleen deze nieuwe bezetting, maar
tevens de stuwende swing in de soli van
trompettist Klein, die met zijn vaak inge
togen wijze van spelen een prachtige klank
aan zijn instx-ument wist te ontlokken en
saxofonist Schilpex-oort stelden het pu
bliek meex-malen voor aangename verras
singen. In de nummers „Fidgety Feet"
en „Some of these days" (het laatste met
een gevoelvolle „inleiding" van klarinet
tist Jan Morris) kwam dit duidelijk tot
uiting.
De overige leden van het gezelschap,
(Dik Kaart het wegens een kaakontsteking
zijn plaats geruimd voor trombonist Wim
Kolstee) vervulden hun muzikale plicht op
pi-ofessionele wijze en daar is niets te
weinig mee gezegd.
De wijze waarop men bij de traditionele
„Tiger Rag" het enthousiasme van het
publiek glad en efficiënt opving was wel
leuk, maar tevens kenmerkend voor de
bex-oepssfeer van deze band, waarin he
laas maar al te dikwijls de kenmerkende
eigenschappen van de jazz, spontaneïteit,
originaliteit en improvisatie, worden ge-
smoord.
Voorafgaand aan het optreden van de
The Dutch Swing College band, speelde
het huisorkest van de jazz-club „The Mid-
getown Jazzband" met hoopgevende pres
taties van trombonist-leider Hans Her-
waarth, ti-ompettist Frank Middelburg en
klarinettist Ruud Ditmarsch, onder meer
het bekende „Sorry".
Jam-sessions en het, tijdens de uitvoe
ringen bijzonder hinderlijke, gepraat van
het publiek vulden de tijd die tussen het
optreden van beide genoemde bands lag.
meer werken van Kraus en Iiaydn op het
programma. Na een repetitie-periode van
twaalf dagen in Bergen, zal het N.S.O. dit
jaar tien concerten geven in de belang
rijkste steden, benevens twee concerten in
het buitenland; in Haarlem treedt het
N.S.O op 6 januari op.
Nederlandse architectuur. Voor een
tournee door Oostenrijk is de foto-exposi
tie van hedendaagse Nederlandse architec
tuur gerevideerd en aangevuld. De collec
tie zal van 20 januari tot 12 februari wor
den getoond in het Osterreichische Bau-
zentrum in het paleis Liechtenstein in
Wenen, onder de titel „Holland Heute
Architektur in den Niederlanden". Na
Wenen zal de collectie nog in Graz en in
Innsbruck worden geëxposeerd.
De tentoonstelling is verzorgd door de
Rijksvoorlichtingsdienst naar ontwerp van
architect W. van Gelderen te Heemstede.
In 1953 werd voor het eerst de collectie
foto's van de beste scheppingen van de
hedendaagse Nederlandse bouwkunst na
1945 samengesteld Deze collectie is in 1953
'n Londen en drie andere plaatsen in En
geland getoond.