Blijde kerst voor Dorothy LIEVE LEUGENAAR Steye van Brandenberg debuteert als regisseur in „Carlotta" Experimenten en eksperimenten dooi Haagse en Antwerpse werkgroepen Weihnachts-oratorium onder leiding van Anton de Beer RED BAND Vijfde concert in D-serie van het N.Ph.O. De negen Muzen in Haarlem geestdriftig ontvangen 4 Litteraire prijzen voor romans over de toekomst Brand in kasteel-museum DINSDAG 2 7 DECEMBER I960 Op dinsdag 3 januari heeft het. vijfde concert in de D-serie van het Noordhol lands Philharmonisch Orkest plaats. So listische medewerking wordt verleend door de bekende violist André Gertler. die een uitvoering zal geven van het vioolconcert van Alban Berg, en door de alt Sonia Kurwin, die ten gehore zal brengen La- mento di Arianna van Monteverdi en Isol des Liebestod uit „Tristan en Isolde" van Wagner. Voorts staat nog op het program ma een Concerto grosso van Bonporti. André Gertler werd te Boedapest ge boren. Hij bezocht de Muziekacademie al daar en studeerde viool bij Jenö Hubay en compositie bij Zoltan Kodaly. Op 16-jarige leeftijd verliet hij de Muziekacademie, waarna zijn solistische loopbaan begon. Hij concerteerde in alle grote steden van Euro pa en maakte tournees door Noord-Afrika en Belgisch Kongo. Hij formeerde een strijkkwartet waarmede hij meer dan dui zend concerten gaf. Gertler is thans leraar aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel en aan het Conservatorium te Keulen. Sonia Kurwin studeerde aan het Muziek- lyceum te Amsterdam piano bij Jaap Spaanderman en later bij Kees van Baaren. Daarna ging zij over op zangstudie bij Jan Willem Hofstra en Eva Liebenberg. Zij was soliste bij de Zuid Nederlandse Opera en gaf vele liederenrecitals. Opcraseizoen te Rome. In het opera gebouw te Rome is op tweede kerstavond het operaseioen geopend met een uitvoe ring van de opera „Otello" van Verdi. Vele prominenten, onder wie de president van Italië Giovanni Gronchi, en diens echtge note alsmede leden van de Romeinse aris tocratie woonden de voorstelling bij. HET GEBEURT NIET zo vaak eigen lijk vrijwel alleen indien de opvoerings rechten al bij voorbaat werden gecontrac teerd dat een Nederlands gezelscha een stuk tot vertoning brengt, dat elders weinig succes heeft gehad. Het Rotter dams Toneel heeft het er toch op gewaagd met. „Carlotta" van de Spaanse auteur Mi guel Mihura, dat te Parijs (in bewerking van Emmanuel Robles) dit voorjaar am per veertig voorstellingen haalde. Blijk baar ziet men er dus wat in, speciaal voor een periode vol feestdagen. Waar schijnlijk rekent men daarbij in hoofdzaak op de beproefde aantrekkingskracht van de combinatie van spanning en humor. „CARLOTTA" wordt gespeeld in de soe- pelklinkende vertaling van Mies Bouhuys en onder regie van Steye van Branden berg, die met deze bijzonder moeilijke op gave zijn debuut mocht maken. Waarom men de t in de naam van de titelheldin heeft verdubbeld (zij heet oorspronkelijk Carlota) is niet duidelijk, maar het doet er niet veel toe. Het stuk wordt op het affiche en in het programma aangekon digd als een thriller. Die opvatting moé ten wij eerbiedigen. De meermalen ver rassende wendingen van de intrige mag ik hier dus niet verraden. De handeling be gint op een mistige avond in het Londen van 1884 met een ontmoeting op straat tussen de beroemde detective Douglas Hil ton, de brigadier van politie Karris en de nerveuze heer Charlie Barrington, juist als deze laatste sinds enkele ogenblikken Carlotta's weduwnaar is geworden. Na de ze proloog wordt men gedurende twee be drijven op overwegend amusante wijze in het ongewisse gelaten omtrent de myste rieuze toedracht bij de moord, waarvan zij het slachtoffer is. De reconstructie van de misdaad (het enige dat in Engeland tot de verbeelding spreekt, laat Mihura een van zijn figuren ergens zeggen, daar bij cricket totaal vergetend..) geschiedt door middel van talrijke flash-backs gelukkig maar, want dankzij dat van film en televisie afgekeken pi-océdé krijgt men een even geestige als bekoorlijke creatie van Lia Dorana als de raadselachtige, pos tume hoofdpersoon te zien. Maar is het wel een thriller, moet men „Carlotta" niet veeleer beschouwen als een geslaagde parodie op dit genre? Zo wel de personen als de gebeurtenissen lij ken te gek om wgar te zijn. Miguel Mi hura geniet in zijn vaderiand (en daar buiten als schrijver van het scenario van de grappige film over de Marshallhulp in een klein Spaans dorp) een grote reputa tie als satiricus. In dit geval heeft hij en niemand minder dan Mark Twain is hem daarin al vóórgeweest ten minste de Angelsaksische detectivestukken door aandikking van derzelver romantische bui tensporigheid willen ridiculiseren. Succes sievelijk worden alle bijbehorende conven ties belachelijk gemaakt. Om slechts één voorbeeld te noemen: de agenten dragen handige heupflessen om in geval van nood zelfs op straat thee te kunnen drinken Douglas Hilton en zijn gebochelde assi stent zijn tweedemachtsverheffingen van de superspeurder Sherlock Holmes en de domme dokter Watson (door hun uiterlijke verschijning en edele verontwaardiging wordt men trouwens ook aan Don Quijote en Sancho Panza herinnerd). De eerstge noemde is een glorieuze kampioen in de Een in België geboren en thans in Parijs woonachtige journalist heeft op eerste kerstdag de internationale Grand Prix voor romans van de toekomst gekregen. De 28-jarige José van den Esch van L'Au- rore optving de onderscheiding voor zijn novelle „Januari, 2000". De jury moesl kiezen uit 253 inzendingen uit Frankrijk, Engeland, Rusland. Italië en Duitsland. De internationale prijs voor „science fiction" romans ging naar de Zwitser Pierre Ver- sins, voor zijn „Het verre Heden". Beide bekroonde novellen werden door de jury geprezen als „gedurfde werken van grote vlucht en vurige poëzie". De tweede prijzen gingen naar Jeanne Sene- chal uit Rabat, Marokko, voor „De mar- tiaanse Superbeschaving", en Cris Renard uit Parijs voor „De geboorte der Goden". Een prijs voor een „thriller" op science fiction gebied, ging naar de Milanees Sey- ryl Norton voor „De Schaduwplaneet" Karol Bor uit Monte Carlo legde beslag op de prijs voor de toekomst-thriller ovei spionage „Atlantide 1980". kunst der uiterste vereenvoudiging, on derzoekt deurposten door een vergrootglas en bereikt de nog-net-niet-definitieve con clusie door de vondst van een snipper con fetti op het tapijt. UITERAARD is het al lastig genoeg om deze elementen in evenwicht te houden. In zijn vakkundig doorwrochte en van ge voelig vakmanschap getuigende speliei- ding heeft Steye van Brandenberg daar met succes naar gestreefd. Hij had geen briljante maar wel een tot typeren bekwa me bezetting tot zijn beschikking. Adolf Ri.ikens weet de voorgeschreven gezwol lenheid met nuchtere humor te vermen gen, Trees van der Donck en Marlies van Alcmaer zetten een paar dwaze vriendin nen neer, Jetty van Dijk-R.iecker geeft de huishoudster iets sinisters en verder kan men uiteenlopende bijdragen van Matthieu van Eijsden, Wim Grelinger. Guido de Moor, Jacques Commandeur, Sacco van der Made en Petra Verbeek waarderen. Als de van radeloosheid tot redeloosheid vervallen echtgenoot weet André van den Heuvel bij alle gewilde geloofwaardigheid dé aandacht gaande té" tióüdèh. Het lijkt'mij echter niét onmogelijk, dat Miguel Mihura dit alles ironisch en dus met een diepere bedoeling aan de orde heeft willen stellen. Daarbij denk ik niet alleen aan zijn spottend prijzen van du bieuze deugden. Zijn misschien door „Ar senicum en oude kant" ingegeven scherts met gifmengersactiviteiten, ten tonele on dernomen om wat avontuurlijks in het hu welijksleven te brengen, heeft een (door Lia Dorana enigszins gesuggereerde) on dertoon van vriendelijke ernst, zoiets in de trant van: het is een treurige maat schappij, waarin de vrouwen gedoemd zijn zich te vervelen. En dan is er tenslotte ook nog de vraag: zijn de mannen het waard, dat er gestreden wordt om hen te behouden? Het is niet uitgesloten, dunkt mij, dat een kluchtiger stijl dit scherper zou hebben doen beseffen. Overigens: „Carlotta" is bepaald geen meesterwerk, maar toch wel dwaas. Lia. Dorana en Jacques Commandeur in „Carlotta" van Miguel Mihura. Bij een brand welke zondagmiddag uit brak en die tot de volgende morgen duurde, is het grootste deel van het historisch zeer waardevolle kasteel van Mariemont bij Charleroi verwoest, en gingen verscheidene delen van de waardevolle kunstverzame ling verloren. Het vuur is waarschijnlijk ontstaan in de kamers van de conserva trice mevrouw Faider, die op dat moment bij buren was. Ongeveer tachtig percent van de kunst schatten is bewaard gebleven. Van de 35.000 boeken werd slechts een gering aan tal licht beschadigd door water en vuur. Toen het vuur zich snel verbreidde wer den ook de brandweren van Bergen en Brussel te hulp geroepen. Zij konden ech ter evenmin voorkomen, dat het vuur de gehele dakbedekking van het kasteel ver nielde. De zuidelijke vleugel met Chinese, Griekse en Romeinse kunstverzamelingen, bleef behouden. IN AFWIJKING VAN voorgaande jaren zijn er ditkeer in de periode rond Kerstmis weinig of geen premières ge geven. Daardoor heb ik thans mooi de gelegenheid een kleine achterstand in te halen en dusdoende de aandacht te ves tigen op enkele voorstellingen buiten het gangbare repertoire, die in de bijna af gelopen maand plaatshadden. IN „HET PARADIJS" van de Konink lijke Schouwburg de tot studio ver bouwde vroegere foyer van de galerij, waar de toeschouwers in een halve cirkel zitten rond een open toneel heeft de Werkgroep Haagse Comedie belangstellen den laten kennismaken met drie éénakters van Fernando Arabal, een te Parijs wo nende (in 1932 geboren) schrijver van Spaanse origine. Arrabal wil kennelijk zijn publiek schokken met noodkreten. Voor lopig blijven zijn obsessies en idealen in drukwekkender dan zijn kunstenaarschap. Het is een merkwaardig verschijnsel, dat de jongere generatie van toneelschrijvers voor de dramatische verkondiging van protesten en bedoelingen zich bedient van naargeestig naturalisme of meer nog van het wezenlijk verouderde expressionisme. Dat zou nog niet. zo erg zijn, als om de woorden van Gerrit Achterberg te ge bruiken, die Harry Mulisch tot motto van zijn „Archibald Strohalm" koos de sym bolen maar tot cymbalen werden en dus weerklank zouden wekken. Bij Arrabal echter men bemerkt hoezeer de recen sent van de weeromstuit in de littera tuur verzeild raakt, want nu levert wijlen Niclolaas Beets de verslagzin hoort men wel de nagalm van een orgeltoon, zelden of nooit het geluid van zijn persoon. „DE TWEE BEULEN" is een moderne allegorie (dat wil zeggen: gebaseerd op motieven uit de recente geschiedenis) over de dictatuur van de kerk, gepersonifieerd in een hypocriete moeder. In deze rol be wees Carla Dura over éen talent voor het pathos te beschikken, dat sterke leiding zal behoeven. „Guernica" is een reeks „beelden" van de ondergang van twee oude mensen tijdens het bombardement in de burgeroorlog. De prestigewaarde hier van werd in de vertoning een wereld première versterkt door projectie van een reproduktie van Picasso's befaamde schilderij. Eén zinsnede daaruit heb ik ongeveer onthouden: „Dit is een open stad, open als een graf.." Verder moet ik getuigen van oprechte waardering voor de knappe ty pering van een bejaarde Bask door de jon ge Kees Coolen, die zo al niet de aandacht dan toch de sympathie geboeid wist te hou den. Voor het overige bleef de combina tie van het navrante in dé stijl van Heming way en het tragikomische in die van Iones- co onverdragelijk geforceerd. Om „De picknick" kon men tenminste nog lachen, zolang de auteur ons niet uitnodigde de overgang van het ridicule naar het sublie me mee te maken. Arrabal schreef deze studie in stupiditeit naar aanleiding van Dank zij de medewerking van mensen uit de gehele wereld, heeft de kleine Doro thy Ridgeway de mooiste Kerstmis van haar leven gehad. Dorothy is 9 jaar en woont in de Ameri kaanse staat Virginia. Zij lijdt aan een on geneeslijke ziekte en de dokters geloven niet dat zij nog langer dan een paar jaar zal leven. Verleden week verscheen een kerstboodschap over haar lot op het telex- net van de Amerikaanse meteorologische dienst, dat in de gehele wereld wordt ge lezen. Niemand schijnt te weten hoe die boodschap er op kwam, maar de gevolgen waren niet gering. Dorothy heeft tenmin ste 25 grote zakken met brieven, kerst kaarten en geschenken ontvangen, o.a. uit Japan, Engeland en Hongkong. Voorts hebben Amerikaanse soldaten zaterdag per luchtbrug kerstvreugde gebracht in Doro thy's kleine huis nabij het stadje Hardy. David Koning, Onder leiding van sergeant Joseph Wits- Voor Haarlems Gemengd Koor begon er na het overlijden van zijn dirigent Jan Booda in augustus van dit jaar een periode van onzekerheid en van moeilijke beslis singen. Jan Booda was een persoonlijkheid, die zijn wil wist op te leggen aan het koor en die daardoor aan al zijn uitvoeringen een eigen, bewogen karakter kon geven. Tot zijn opvolger koos men de jonge toonkunstenaar Anton de Beer, die direct al voor de grote taak kwam te staan de jaarlijkse traditie van de uitvoering van Johann Sebastian Bachs „Weihnachtsoratorium" op de tweede kerstdag voort te zetten. Met bijzondere belangstelling heeft men ongetwijfeld uitgezien naar deze uitvoering. Haarlems Gemengd Koor had daarvoor de medewerking gekregen van de Haar lemse gemengde zangvereniging „Polyhym nia" (dirigent Henk Arisz), een versterking, die van betekenis bleek. Een groot koor stond op het podium, met een goede stem menverhouding, behoudens een wat te klein aantal tenoren. En dit koor heeft on der Anton de Beers leiding een verheu gende indruk kunnen maken. Inderdaad kwam er een uitvoering tot stand, die in veel opzichten afweek van die uit voor gaande jaren. Niet zo dat zij een volstrekte tegenstelling daarmede vormde, want de grote koren klonken even juichend en stralend en hadden een even levendige, stuwende ritmiek als voorheen. Het ver schil openbaarde zich in de eerste plaats in de intensiteit der uitdrukkingskracht der koralen. Anton de Beer vermeed hier bij alle nadrukkelijke accenten zonder evenwel té vervallen in uitdrukkingloos heid. De dirigent richtte zich op het wezen lijke der muziek, een voortreffelijk prin cipe, dat de grondslag legde voor verant woord musiceren. Ja, er waren koren of koorfragmenten, waarvan de uitvoerings zekerheid groter had kunnen zijn. Ik denk hier vooral aan het „Ehre sei Gott in der Höhe". Maar feestelijk klonk het inlei dingskoor en de jubel van entatische vreugde doorstraalde het „Herrscher des Himmels", het „Ehre sei dir, Gott ge- sungen" en „Fallt mit Danken". Van de solisten maakte de alt Wilhel- mine Matthès, die de door ziekte verhin derde Annie Hermes verving, veel indruk met de innig bewogen gezongen aria's „Be- reite dich, Zion!", „Schlafe mein Liebster" en „Schlièsse. mein Herze". De tenor Si mon van der Geest vertolkte zijn aandeel (recitatieven en aria's) zeer muzikaal en met sonore, beheerste klank. Herman Schey gaf aan zijn zang de kracht van overtuiging. In het duet met. de sopraan Bep van Zut.phen-Wagener paste hij zich lofwaardig aan op het niveau, waarop de uitvoering reeds stond. Maar dit kan de indruk van dit duet, waarvan de begelei ding zeer leed door het onzuivere spel der houtblazers, toch niet meer redden. De sopraansoliste was ongetwijfeld het best op dreef in de „Echo-aria", een fragment, waarin ook de hobo-solist zich kon onder scheiden. Over de begeleiding van het Noordhol lands Philharmonisch Orkest kon men over het algemeen tevreden zijn. Een bijzonder woord van waardering wil ik hier toch schrijven voor de voortreffelijke trompet- tiste, de hoornisten en de vioolsolist. Bij de organist Klaas Bolt was de orgelbege leiding in vertrouwde handen. Deze uitvoering van het Weihnachtsora torium heeft de verheugende overtuiging geschonken, dat Haarlems Gemengd Koor in Anton de Beer een dirigent heeft ge kregen, die het koor naar een succesrijke toekomst zal kunnen leiden en dat de schone traditie van deze kerstuitvoering voor Haarlem bewaard zal kunnen blijven. Maar met dankbaarheid zal men blijven denken aan Jan Booda, die deze traditie opbouwde, zoals op deze middag de ere voorzitter van het koor, de heer W. Struys, deed in een toespraak voor de aanvang der uitvoering. Hij verzocht de aanwezigen op te staan en enige ogenblikken in stilte de overleden dirigent te gedenken. V. Zviaanswijk kin brachten de soldaten 300 kilo levens middelen, kleding en speelgoed voor het gezin Ridgeway bijeen. de Koreaanse oorlog op negentienjarige leeftijd. Vooral dankzij Maria de Booy, .Jules Rooyaards. Dolf de Vides en Hep van Delft kon men er enig'-leedvermaak aan beleven. Jules Croiset heeft de drie korte stukken vertaald en vervolgens ge- regisseeerd met een verbetenheid, niet een betere zaak maar wel een betere drama turgie waardig. ENKELE TIENTALLEN LEDEN van het kunstcentrum 'tVenster woonden in „De Lantaren" te Rotterdam een merk waardige voorstelling bij, die door de „Eksperimentele Werkgroep Toneel" uit Antwerpen onder regie van Lode Hen- drickx werd verzorgd. Onder de titel „Geur van Honig" speelde dit ensemble „A Taste of Honey" (in de vertaling gaat de associatie met „Voorproef van het hu welijk" verloren) van Shelagh Delaney, wier tweede stuk deze week in het Royal Court Theatre ten doop wordt gehouden. Haar eersteling heeft in 1958, kort na de première in de voorstad Stratford naar het Londense West End overgebracht, nog al veel opzien gebaard. Men begroette de toen negentienjarige schrijfster, een meis je uit een arbeidersgezin in Lancashire, als ware zij de Frangoise Sagan van de Engelse zelfkant, evenzeer purende uit vroegrijpe levenservaring maar zonder snobistische aanstellerij. Velen prezen de vinnige directheid van haar vrolijke moed der wanhoop boven de intellectuele schijn gevechten van Osborne, die trouwens te genwoordig alleen nog maar „boos" is op de belastingautoriteiten.... Dergelijke overschattingen en overdrijvingen horen als het ware bij het romantische realisme, de natuurlijke stijl van Shelagh Delaney met haar kennelijke bloedverwantschap van de Ierse volkslitteratuur. In Nederland is dit stuk tot dusverre on- gespeeld gelaten Herman Bouber heeft geen eigen gezelschap meer en Beppie Nooy vindt het misschien te artistiek om waar te zijn. Dat is toch wel jammer, want het heeft onmiskenbare kwalitei ten. Hoofdpersoon is het schoolmeisje Jo, dochter van een zopas hertrouwde prosti tuee, die de zelfstandigheid zoekt om haal betere mogelijkheden een kans te geven. Zij kan echter de sfeer van haar milieu niet ontlopen en bezwijkt al bij de eerste verleiding als zij zonder huwelijksboot het gedroomde eiland van geluk wil bereiken. De samenwoning met een homoseksuele vriend wordt evenmin een succes: als de bevalling nadert is zij terug onder haar moeders dubieuze hoede. De scènes van dit episodische stuk vloeien met muzika le verbindingen in elkaar, overeenkomstig het cyclische verloop van de natuurlijke geschiedenis met haar materialistische herhalingsdrang. De genoemde rollen ga ven respectievelijk Gerda Marchand, Ma deleine Snijders (kostelijk in haar vulgair optimisme) en Robert van der Vekén de beste kansen, waarvan voortreffelijk werd geprofiteerd. De verdere bezetting was zwak. TWEE EIGENAARDIGHEDEN moeten nog worden vermeld. Het stuk werd ge speeld in Antwerps dialect, naar mijn me ning terecht, gelet op de werking van het milieu en de handelingsdriften uit onmid dellijk onder de oppervlakte liggende emo ties.. Een .ander „eksperiment" was de manier van instudering, waaromtrent in het programma 'te- lézen' stond:Slechts zeiden werd de tekst ter hand genomen. Vertrekkend van een schematische lijn van het spel, werd door logisch te den ken en de situatie in te leven, de juiste dialoog opgebouwd." Met alle waardering voor de opvattingen van kunstzinnige ver tegenwoordigers van een buurvolk, waar mee wij door een cultureel akkoord zo nauw zijn verbonden: dit is slechts ge- Weensè ijsrevüe. Een enthousiast pu bliek heeft aan het slot van de eerste voor stelling van de Weense ijsrevüe in ons land in de Utrechtse jaarbeurshallen de medewerkers van deze show met een ova tioneel applaus beloond. Dit gold met name onze Nederlandse kunstrijdster Joan Haan appel, die sinds juli in de Weense ijsrevüe optreedt. Met Hanna Eiger, die meermalen Europees kampioen is geweest, excelleerde zij in deze show, waarin vooral de grote variatie in de kostuums opviel. Tot 8 ja nuari zal men in Utrecht optreden, waarna het gezelschap naar Kopenhagen vertrekt om in februari weer in Hilversum een aan tal voorstellingen te verzorgen. De Pierre Bayleprys 1961. De Rotter damse Kunststichting heeft besloten de Pierre Bayleprijs (critiekprijs) in 1961 toe te kennen aan hem of haar, die op het ge bied van de beeldende kunst stelselmatig en op littérair niveau gedurende verschei dene jaren zijn of haar bemiddelende cri- tische taak opbouwend en gezagafdwin- gend heeft verricht. De jury, die belast is met de uitvoering van die taak, bestaat uit de heren prof. dr. A. M. W. J. Hammacher, prof. dr. J. G. van Gelder en dr. H. L. C. Jaffé. Als secretaris is toegevoegd drs. W. Hofman. Rjjksmuseumgebouw 75 jaar. In het Rijksmuseum te Amsterdam heeft de chef van de afdeling Oudheidkunde en Natuur- historie van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. F. P. TTi. Rohling. een kleine tentoonstelling geopend die gewijd is aan het 75-jarig bestaan van het Rijksmuseumgebouw. Dit gebouw werd op 13 juli 1885 officieel in gebriiik geno men. De viering van dit vijftiende lustrum is enige maanden uitgesteld, in verband met de pas in 1958 gehouden festiviteiten ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van het Rijksmuseum als instelling. De tentoonstelling, die is ingericht in een tweetal zaaltjes van de Drucker-uitbouw van het museum, omvat een groot aantal schetsen, tekeningen en documenten uit de tijd van de bouw van het museum. Advertentie formuleerde onzin. Zelfs het streven naar een dergelijke wijze van toneelspelen zou even belachelijk als ongerijmd zijn. David Koning 59 John Henry Ridgeway verdient niet veel als houthakker en hij moet nog vijf andere gezinsleden onderhouden. Het leger stuur de een van zijn vliegtuigen naar Roano ke, bij Hardy. Het vliegtuig werd door vrachtauto's van het leger op gewacht om voor het verder transport van de geschen ken te zorgen. Onderweg stopten de solda ten bij het postkantoor van Hardy en haal den daar nog 18 zakken post op. In een er van zat een telegram van 2 meter bij 1 72 meter, dat van een luchtvaartmaat schappij afkomstig was. Buitenop was een grote foto van de kerstman. Frank Sinatra en Sammy Davis jr. bestelden telegrafisch uit Hollywood een dozijn rode rozen. De moeder van Dorothy viel flauw, toen de soldaten kwamen aanrijden door de dikke sneeuw. Ridgeway was weg om hout te hakken. Kleine Dorothy, gekleed in rok en truitje, begroette de soldaten en sprak: „God zegene u". Met glanzende ogen zei zij dat zij persoonlijk iedereen wilde be danken die geholpen had deze kerstmis tot de mooiste te maken die zij ooit had ge had. De soldaten sjouwden zo veel als zij konden het huis binnen en lieten de rest op de veranda achter. Honderden andere telegrammen, brieven en geschenken uit alle delen van de wereld volgden. Fa brieksmeisjes uit Frakrijk zonden een prachtige pop met complete garderobe. Engelse mijnwerkers, warenhuispersoneel uit Tokio en vele anderen stuurden groeps gewijs speelgoed, bloemen en lekkers. Het zal weken duren voor Dorothy en haar ouders alle paketten geopend hebben en nog steeds stromen nieuwe brieven en pak jes binnen. SHAW DESMOND OVERLEDEN Shaw Desmond, een Anglo-Ierse schrij ver en avonturier die in reïncarnatie ge loofde, is vrijdag in een Londens zieken huis gestorven. Hij was 53 jaar. Desmonds vrouw, de Deense schrijfster Karen Ewald. overleed in 1954. Desmond, die een Ierse vader en Engelse moeder had en in Ier land geboren werd, schreef 75 boeken, zo als „The Isle of Ghosts". „Tales of the lit tle Sisters van St. Francis", „Windjammer", „African Log", „London Pride" en „Chaos". 95 HET ZOGENAAMDE „SPEL" want een echt toneelspel is het niet „Dear Liar", dat de Amerikaanse acteur Jerome Kilty heeft gecompileerd op basis van de correspondentie tussen George Bernard Shaw en mevrouw Patrick Campbell, maakt nu al enige jaren een zegetocht door de schouwburgen van de wereld. Na de start in 1957 te Chicago, waar (evenals later in Londen) Cavada Humphrey en Küty zelf de twee rollen speelden, werd het in Berlijn (en deze zomer in Nederland) vertolkt 'door Elisabeth Bergner en O. E. Hasse, in New York door Katherine Cornell en Brian Aherne, in Parijs door Maria Casarès en Pierre Brasseur, in Rome door Rina Morelli en Paolo Stoppain Stockholm door Gunn Wallgren en Holger Lowenadler, en sedert kort in ons land, door Ida Wasserman en Paul Steenbergen. Een indrukwekkende erelijst, vooral voor een toneeltekst, waarvan één der vertolkers, namelijk Hasse, vol komen terecht heeft gezegd: „Een stuk? Het is helemaal geen stuk!" ONDANKS HET FEIT. dat „Lieve leu genaar" zoals deze tekst in de voor treffelijke vertaling van mr. E. Elias heet inderdaad geenszins beantwoordt aan de elementaire eisen die aan een toneelstuk moeten worden gesteld, voelen grote to neelspelers en massa's toneelliefhebbers op de hele wereld er zich blijkbaar door aangetrokken. Waarom? Vermoedelijk niet omdat het werk indiscreties bevat om trent de overigens zo uiterst platonische „liefdesgeschiedenis" die zich tussen een wereldberoemde schrijver en een in Enge land beroemde actrice heeft afgespeeld, want ach, hoe discreet klinken in onze tijd zelfs die indiscreties en wat zegt in Neder land (of in Frankrijk, of in Italië) de naam Patrick Campbell? Het is zelfs zeer de vraag of die naam op dit ogenblik ook in Engeland nog iets zegt. Wat spelers en publiek in deze tekst aantrekt, moet dus iets anders zijn. Naar mijn mening is het dan voornamelijk de humor, de diabolische ironie, de onverbiddelijke zelfspot en dan opeens de diepe ernst, de mens en wereld doorgrondende intelligentie van Shaw aan de ene kant, en daar tegenover de charme de door en door vrouwelijke koketterie, de hunkering naar begrip en liefde, en de telkens weer alle critiek ontwapenende openhartigheid van de door hem platonisch beminde actrice (die hij soms met een verbluffende liefdeloosheid kon behande len). Al deze eigenschappen zijn in hun brieven zó duidelijk naar voren gekomen zelfs al wordt mrs. Campbell daarin door haarzelf èn door Shaw om 't hardst van ..analfabetisme" beschuldigd dat Jerome Kilty heel weinig heeft hoeven te doen om twee intens levende mensen op het toneel te zetten twee mensen, bovendien, door wier ogen wij flitsen te zien krijgen van het leven in de eerste veertig iaar van de twintigste eeuw. Dit. gevoegd bij enige door Kilty ingelaste echte speelscènes (de repetitie van „Pygmalion" en het „door nemen" van een scène uit „The applecart") is meer dan genoeg om een acteur en een actrice van formaat kostelijk spelmate riaal te verschaffen en om een talrijk pu bliek een avond lang geboeid te houden. IN ONS BLAD is „Dear liar" al twee keer besproken door David Koning: na de Duitse vertoning in juni van dit jaar en na de Haagse première in het begin van deze maand. De Duitse vertoning heb ik gemist, maar wel heb ik kort geleden de Franse voorstelling gezien, waarvoor nie mand minder dan Jean Cocteau de ver taling had gemaakt. Maria Casarès (een van de grootste actrices van het huidige Franse toneel) en Pierre Brasseur gaven, onder regie van Kilty zelf. fascinerend spel te zien. waarbij grote soberheid werd be tracht en de dictie veelal „con sordino" werd gehouden, hetgeen een zeer deli cate sfeer wekte. De Nederlandse opvoe ring is er méér een „van vlees en bloed". Ida Wasserman speelt de kokette, de amoureuze kant van Pat Campbell's ka rakter veel meer uit dan haar Franse col lega (hetgeen niet bepaald het traditionele verschil tussen Franse en Nederlandse ver tolkingen is!); en terwijl Brasseur bijna voortdurend liet voelen dat hij hoe vir tuoos ook brieven voorlas maar geen rol speelde, slaagde Paul Steenbergen er in. zonder grime, pruik of baard, de figuur van Shaw herhaaldelijk voor ons te doen oprijzen dóór het uiterlijk van de acteur heen. Men kan hier op aanmerken dat het een meer naturalistische speelwijze is dan het voorlezen van brieven strikt genomen rechtvaardigt; anderzijds dwingt het respect af voor de meesterlijke wijze waar op het wordt gedaan. Zo groeide er een prachtig stuk toneel wérkelijk toneel uit Pat Campbell's brief over het sneuvelen van haar zoon: een stuk toneel dat. mede door de grimmige reacties van Shaw- Steenbergen daarop, een diep ontroerende aanklacht tegen de oorlog werd. DE TAAK van de twee speler? werd gis teravond zeer bemoeilijkt door het onop houdelijk gehoest in de zaal. dat sornr klonk of men zich in een sanatorium be vond en dat het niet-hoestende deel van het publiek af en toe verhinderde de tekst geheel te volgen. Desondanks was het suc ces groot en bracht de stampvolle schouw burg aan het slot enthousiaste hulde aan Ida Wasserman en Paul Steenbergen Simon Koster

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 4