Blijde kerst voor Dorothy
LIEVE LEUGENAAR
Steye van Brandenberg debuteert
als regisseur in „Carlotta"
Experimenten en eksperimenten dooi
Haagse en Antwerpse werkgroepen
Weihnachts-oratorium onder
leiding van Anton de Beer
RED BAND
Vijfde concert in
D-serie van
het N.Ph.O.
De negen Muzen
in Haarlem geestdriftig ontvangen
4
Litteraire prijzen voor
romans over de toekomst
Brand in kasteel-museum
DINSDAG 2 7 DECEMBER I960
Op dinsdag 3 januari heeft het. vijfde
concert in de D-serie van het Noordhol
lands Philharmonisch Orkest plaats. So
listische medewerking wordt verleend door
de bekende violist André Gertler. die een
uitvoering zal geven van het vioolconcert
van Alban Berg, en door de alt Sonia
Kurwin, die ten gehore zal brengen La-
mento di Arianna van Monteverdi en Isol
des Liebestod uit „Tristan en Isolde" van
Wagner. Voorts staat nog op het program
ma een Concerto grosso van Bonporti.
André Gertler werd te Boedapest ge
boren. Hij bezocht de Muziekacademie al
daar en studeerde viool bij Jenö Hubay en
compositie bij Zoltan Kodaly. Op 16-jarige
leeftijd verliet hij de Muziekacademie,
waarna zijn solistische loopbaan begon. Hij
concerteerde in alle grote steden van Euro
pa en maakte tournees door Noord-Afrika
en Belgisch Kongo. Hij formeerde een
strijkkwartet waarmede hij meer dan dui
zend concerten gaf. Gertler is thans leraar
aan het Koninklijk Conservatorium te
Brussel en aan het Conservatorium te
Keulen.
Sonia Kurwin studeerde aan het Muziek-
lyceum te Amsterdam piano bij Jaap
Spaanderman en later bij Kees van Baaren.
Daarna ging zij over op zangstudie bij Jan
Willem Hofstra en Eva Liebenberg. Zij was
soliste bij de Zuid Nederlandse Opera en
gaf vele liederenrecitals.
Opcraseizoen te Rome. In het opera
gebouw te Rome is op tweede kerstavond
het operaseioen geopend met een uitvoe
ring van de opera „Otello" van Verdi. Vele
prominenten, onder wie de president van
Italië Giovanni Gronchi, en diens echtge
note alsmede leden van de Romeinse aris
tocratie woonden de voorstelling bij.
HET GEBEURT NIET zo vaak eigen
lijk vrijwel alleen indien de opvoerings
rechten al bij voorbaat werden gecontrac
teerd dat een Nederlands gezelscha
een stuk tot vertoning brengt, dat elders
weinig succes heeft gehad. Het Rotter
dams Toneel heeft het er toch op gewaagd
met. „Carlotta" van de Spaanse auteur Mi
guel Mihura, dat te Parijs (in bewerking
van Emmanuel Robles) dit voorjaar am
per veertig voorstellingen haalde. Blijk
baar ziet men er dus wat in, speciaal
voor een periode vol feestdagen. Waar
schijnlijk rekent men daarbij in hoofdzaak
op de beproefde aantrekkingskracht van
de combinatie van spanning en humor.
„CARLOTTA" wordt gespeeld in de soe-
pelklinkende vertaling van Mies Bouhuys
en onder regie van Steye van Branden
berg, die met deze bijzonder moeilijke op
gave zijn debuut mocht maken. Waarom
men de t in de naam van de titelheldin
heeft verdubbeld (zij heet oorspronkelijk
Carlota) is niet duidelijk, maar het doet
er niet veel toe. Het stuk wordt op het
affiche en in het programma aangekon
digd als een thriller. Die opvatting moé
ten wij eerbiedigen. De meermalen ver
rassende wendingen van de intrige mag ik
hier dus niet verraden. De handeling be
gint op een mistige avond in het Londen
van 1884 met een ontmoeting op straat
tussen de beroemde detective Douglas Hil
ton, de brigadier van politie Karris en
de nerveuze heer Charlie Barrington, juist
als deze laatste sinds enkele ogenblikken
Carlotta's weduwnaar is geworden. Na de
ze proloog wordt men gedurende twee be
drijven op overwegend amusante wijze in
het ongewisse gelaten omtrent de myste
rieuze toedracht bij de moord, waarvan
zij het slachtoffer is. De reconstructie van
de misdaad (het enige dat in Engeland
tot de verbeelding spreekt, laat Mihura
een van zijn figuren ergens zeggen, daar
bij cricket totaal vergetend..) geschiedt
door middel van talrijke flash-backs
gelukkig maar, want dankzij dat van film
en televisie afgekeken pi-océdé krijgt men
een even geestige als bekoorlijke creatie
van Lia Dorana als de raadselachtige, pos
tume hoofdpersoon te zien.
Maar is het wel een thriller, moet men
„Carlotta" niet veeleer beschouwen als
een geslaagde parodie op dit genre? Zo
wel de personen als de gebeurtenissen lij
ken te gek om wgar te zijn. Miguel Mi
hura geniet in zijn vaderiand (en daar
buiten als schrijver van het scenario van
de grappige film over de Marshallhulp in
een klein Spaans dorp) een grote reputa
tie als satiricus. In dit geval heeft hij
en niemand minder dan Mark Twain is
hem daarin al vóórgeweest ten minste
de Angelsaksische detectivestukken door
aandikking van derzelver romantische bui
tensporigheid willen ridiculiseren. Succes
sievelijk worden alle bijbehorende conven
ties belachelijk gemaakt. Om slechts één
voorbeeld te noemen: de agenten dragen
handige heupflessen om in geval van nood
zelfs op straat thee te kunnen drinken
Douglas Hilton en zijn gebochelde assi
stent zijn tweedemachtsverheffingen van
de superspeurder Sherlock Holmes en de
domme dokter Watson (door hun uiterlijke
verschijning en edele verontwaardiging
wordt men trouwens ook aan Don Quijote
en Sancho Panza herinnerd). De eerstge
noemde is een glorieuze kampioen in de
Een in België geboren en thans in Parijs
woonachtige journalist heeft op eerste
kerstdag de internationale Grand Prix
voor romans van de toekomst gekregen.
De 28-jarige José van den Esch van L'Au-
rore optving de onderscheiding voor zijn
novelle „Januari, 2000". De jury moesl
kiezen uit 253 inzendingen uit Frankrijk,
Engeland, Rusland. Italië en Duitsland. De
internationale prijs voor „science fiction"
romans ging naar de Zwitser Pierre Ver-
sins, voor zijn „Het verre Heden".
Beide bekroonde novellen werden door
de jury geprezen als „gedurfde werken
van grote vlucht en vurige poëzie". De
tweede prijzen gingen naar Jeanne Sene-
chal uit Rabat, Marokko, voor „De mar-
tiaanse Superbeschaving", en Cris Renard
uit Parijs voor „De geboorte der Goden".
Een prijs voor een „thriller" op science
fiction gebied, ging naar de Milanees Sey-
ryl Norton voor „De Schaduwplaneet"
Karol Bor uit Monte Carlo legde beslag op
de prijs voor de toekomst-thriller ovei
spionage „Atlantide 1980".
kunst der uiterste vereenvoudiging, on
derzoekt deurposten door een vergrootglas
en bereikt de nog-net-niet-definitieve con
clusie door de vondst van een snipper con
fetti op het tapijt.
UITERAARD is het al lastig genoeg om
deze elementen in evenwicht te houden.
In zijn vakkundig doorwrochte en van ge
voelig vakmanschap getuigende speliei-
ding heeft Steye van Brandenberg daar
met succes naar gestreefd. Hij had geen
briljante maar wel een tot typeren bekwa
me bezetting tot zijn beschikking. Adolf
Ri.ikens weet de voorgeschreven gezwol
lenheid met nuchtere humor te vermen
gen, Trees van der Donck en Marlies van
Alcmaer zetten een paar dwaze vriendin
nen neer, Jetty van Dijk-R.iecker geeft de
huishoudster iets sinisters en verder kan
men uiteenlopende bijdragen van Matthieu
van Eijsden, Wim Grelinger. Guido de
Moor, Jacques Commandeur, Sacco van
der Made en Petra Verbeek waarderen.
Als de van radeloosheid tot redeloosheid
vervallen echtgenoot weet André van den
Heuvel bij alle gewilde geloofwaardigheid
dé aandacht gaande té" tióüdèh.
Het lijkt'mij echter niét onmogelijk, dat
Miguel Mihura dit alles ironisch en dus
met een diepere bedoeling aan de orde
heeft willen stellen. Daarbij denk ik niet
alleen aan zijn spottend prijzen van du
bieuze deugden. Zijn misschien door „Ar
senicum en oude kant" ingegeven scherts
met gifmengersactiviteiten, ten tonele on
dernomen om wat avontuurlijks in het hu
welijksleven te brengen, heeft een (door
Lia Dorana enigszins gesuggereerde) on
dertoon van vriendelijke ernst, zoiets in
de trant van: het is een treurige maat
schappij, waarin de vrouwen gedoemd zijn
zich te vervelen. En dan is er tenslotte
ook nog de vraag: zijn de mannen het
waard, dat er gestreden wordt om hen te
behouden? Het is niet uitgesloten, dunkt
mij, dat een kluchtiger stijl dit scherper
zou hebben doen beseffen. Overigens:
„Carlotta" is bepaald geen meesterwerk,
maar toch wel dwaas.
Lia. Dorana en Jacques Commandeur
in „Carlotta" van Miguel Mihura.
Bij een brand welke zondagmiddag uit
brak en die tot de volgende morgen duurde,
is het grootste deel van het historisch zeer
waardevolle kasteel van Mariemont bij
Charleroi verwoest, en gingen verscheidene
delen van de waardevolle kunstverzame
ling verloren. Het vuur is waarschijnlijk
ontstaan in de kamers van de conserva
trice mevrouw Faider, die op dat moment
bij buren was.
Ongeveer tachtig percent van de kunst
schatten is bewaard gebleven. Van de
35.000 boeken werd slechts een gering aan
tal licht beschadigd door water en vuur.
Toen het vuur zich snel verbreidde wer
den ook de brandweren van Bergen en
Brussel te hulp geroepen. Zij konden ech
ter evenmin voorkomen, dat het vuur de
gehele dakbedekking van het kasteel ver
nielde. De zuidelijke vleugel met Chinese,
Griekse en Romeinse kunstverzamelingen,
bleef behouden.
IN AFWIJKING VAN voorgaande
jaren zijn er ditkeer in de periode rond
Kerstmis weinig of geen premières ge
geven. Daardoor heb ik thans mooi de
gelegenheid een kleine achterstand in te
halen en dusdoende de aandacht te ves
tigen op enkele voorstellingen buiten het
gangbare repertoire, die in de bijna af
gelopen maand plaatshadden.
IN „HET PARADIJS" van de Konink
lijke Schouwburg de tot studio ver
bouwde vroegere foyer van de galerij,
waar de toeschouwers in een halve cirkel
zitten rond een open toneel heeft de
Werkgroep Haagse Comedie belangstellen
den laten kennismaken met drie éénakters
van Fernando Arabal, een te Parijs wo
nende (in 1932 geboren) schrijver van
Spaanse origine. Arrabal wil kennelijk zijn
publiek schokken met noodkreten. Voor
lopig blijven zijn obsessies en idealen in
drukwekkender dan zijn kunstenaarschap.
Het is een merkwaardig verschijnsel, dat
de jongere generatie van toneelschrijvers
voor de dramatische verkondiging van
protesten en bedoelingen zich bedient van
naargeestig naturalisme of meer nog van
het wezenlijk verouderde expressionisme.
Dat zou nog niet. zo erg zijn, als om
de woorden van Gerrit Achterberg te ge
bruiken, die Harry Mulisch tot motto van
zijn „Archibald Strohalm" koos de sym
bolen maar tot cymbalen werden en dus
weerklank zouden wekken. Bij Arrabal
echter men bemerkt hoezeer de recen
sent van de weeromstuit in de littera
tuur verzeild raakt, want nu levert wijlen
Niclolaas Beets de verslagzin hoort men
wel de nagalm van een orgeltoon, zelden
of nooit het geluid van zijn persoon.
„DE TWEE BEULEN" is een moderne
allegorie (dat wil zeggen: gebaseerd op
motieven uit de recente geschiedenis) over
de dictatuur van de kerk, gepersonifieerd
in een hypocriete moeder. In deze rol be
wees Carla Dura over éen talent voor het
pathos te beschikken, dat sterke leiding
zal behoeven. „Guernica" is een reeks
„beelden" van de ondergang van twee
oude mensen tijdens het bombardement in
de burgeroorlog. De prestigewaarde hier
van werd in de vertoning een wereld
première versterkt door projectie van
een reproduktie van Picasso's befaamde
schilderij.
Eén zinsnede daaruit heb ik ongeveer
onthouden: „Dit is een open stad, open als
een graf.." Verder moet ik getuigen van
oprechte waardering voor de knappe ty
pering van een bejaarde Bask door de jon
ge Kees Coolen, die zo al niet de aandacht
dan toch de sympathie geboeid wist te hou
den. Voor het overige bleef de combina
tie van het navrante in dé stijl van Heming
way en het tragikomische in die van Iones-
co onverdragelijk geforceerd. Om „De
picknick" kon men tenminste nog lachen,
zolang de auteur ons niet uitnodigde de
overgang van het ridicule naar het sublie
me mee te maken. Arrabal schreef deze
studie in stupiditeit naar aanleiding van
Dank zij de medewerking van mensen
uit de gehele wereld, heeft de kleine Doro
thy Ridgeway de mooiste Kerstmis van
haar leven gehad.
Dorothy is 9 jaar en woont in de Ameri
kaanse staat Virginia. Zij lijdt aan een on
geneeslijke ziekte en de dokters geloven
niet dat zij nog langer dan een paar jaar
zal leven. Verleden week verscheen een
kerstboodschap over haar lot op het telex-
net van de Amerikaanse meteorologische
dienst, dat in de gehele wereld wordt ge
lezen. Niemand schijnt te weten hoe die
boodschap er op kwam, maar de gevolgen
waren niet gering. Dorothy heeft tenmin
ste 25 grote zakken met brieven, kerst
kaarten en geschenken ontvangen, o.a. uit
Japan, Engeland en Hongkong. Voorts
hebben Amerikaanse soldaten zaterdag per
luchtbrug kerstvreugde gebracht in Doro
thy's kleine huis nabij het stadje Hardy.
David Koning, Onder leiding van sergeant Joseph Wits-
Voor Haarlems Gemengd Koor begon er na het overlijden van zijn dirigent Jan
Booda in augustus van dit jaar een periode van onzekerheid en van moeilijke beslis
singen. Jan Booda was een persoonlijkheid, die zijn wil wist op te leggen aan het
koor en die daardoor aan al zijn uitvoeringen een eigen, bewogen karakter kon geven.
Tot zijn opvolger koos men de jonge toonkunstenaar Anton de Beer, die direct al
voor de grote taak kwam te staan de jaarlijkse traditie van de uitvoering van Johann
Sebastian Bachs „Weihnachtsoratorium" op de tweede kerstdag voort te zetten. Met
bijzondere belangstelling heeft men ongetwijfeld uitgezien naar deze uitvoering.
Haarlems Gemengd Koor had daarvoor
de medewerking gekregen van de Haar
lemse gemengde zangvereniging „Polyhym
nia" (dirigent Henk Arisz), een versterking,
die van betekenis bleek. Een groot koor
stond op het podium, met een goede stem
menverhouding, behoudens een wat te
klein aantal tenoren. En dit koor heeft on
der Anton de Beers leiding een verheu
gende indruk kunnen maken. Inderdaad
kwam er een uitvoering tot stand, die in
veel opzichten afweek van die uit voor
gaande jaren. Niet zo dat zij een volstrekte
tegenstelling daarmede vormde, want de
grote koren klonken even juichend en
stralend en hadden een even levendige,
stuwende ritmiek als voorheen. Het ver
schil openbaarde zich in de eerste plaats
in de intensiteit der uitdrukkingskracht
der koralen. Anton de Beer vermeed hier
bij alle nadrukkelijke accenten zonder
evenwel té vervallen in uitdrukkingloos
heid. De dirigent richtte zich op het wezen
lijke der muziek, een voortreffelijk prin
cipe, dat de grondslag legde voor verant
woord musiceren. Ja, er waren koren of
koorfragmenten, waarvan de uitvoerings
zekerheid groter had kunnen zijn. Ik denk
hier vooral aan het „Ehre sei Gott in der
Höhe". Maar feestelijk klonk het inlei
dingskoor en de jubel van entatische
vreugde doorstraalde het „Herrscher des
Himmels", het „Ehre sei dir, Gott ge-
sungen" en „Fallt mit Danken".
Van de solisten maakte de alt Wilhel-
mine Matthès, die de door ziekte verhin
derde Annie Hermes verving, veel indruk
met de innig bewogen gezongen aria's „Be-
reite dich, Zion!", „Schlafe mein Liebster"
en „Schlièsse. mein Herze". De tenor Si
mon van der Geest vertolkte zijn aandeel
(recitatieven en aria's) zeer muzikaal en
met sonore, beheerste klank. Herman
Schey gaf aan zijn zang de kracht van
overtuiging. In het duet met. de sopraan
Bep van Zut.phen-Wagener paste hij zich
lofwaardig aan op het niveau, waarop de
uitvoering reeds stond. Maar dit kan de
indruk van dit duet, waarvan de begelei
ding zeer leed door het onzuivere spel der
houtblazers, toch niet meer redden. De
sopraansoliste was ongetwijfeld het best
op dreef in de „Echo-aria", een fragment,
waarin ook de hobo-solist zich kon onder
scheiden.
Over de begeleiding van het Noordhol
lands Philharmonisch Orkest kon men over
het algemeen tevreden zijn. Een bijzonder
woord van waardering wil ik hier toch
schrijven voor de voortreffelijke trompet-
tiste, de hoornisten en de vioolsolist. Bij
de organist Klaas Bolt was de orgelbege
leiding in vertrouwde handen.
Deze uitvoering van het Weihnachtsora
torium heeft de verheugende overtuiging
geschonken, dat Haarlems Gemengd Koor
in Anton de Beer een dirigent heeft ge
kregen, die het koor naar een succesrijke
toekomst zal kunnen leiden en dat de
schone traditie van deze kerstuitvoering
voor Haarlem bewaard zal kunnen blijven.
Maar met dankbaarheid zal men blijven
denken aan Jan Booda, die deze traditie
opbouwde, zoals op deze middag de ere
voorzitter van het koor, de heer W. Struys,
deed in een toespraak voor de aanvang der
uitvoering. Hij verzocht de aanwezigen op
te staan en enige ogenblikken in stilte de
overleden dirigent te gedenken.
V. Zviaanswijk
kin brachten de soldaten 300 kilo levens
middelen, kleding en speelgoed voor het
gezin Ridgeway bijeen.
de Koreaanse oorlog op negentienjarige
leeftijd. Vooral dankzij Maria de Booy,
.Jules Rooyaards. Dolf de Vides en Hep
van Delft kon men er enig'-leedvermaak
aan beleven. Jules Croiset heeft de drie
korte stukken vertaald en vervolgens ge-
regisseeerd met een verbetenheid, niet een
betere zaak maar wel een betere drama
turgie waardig.
ENKELE TIENTALLEN LEDEN van
het kunstcentrum 'tVenster woonden in
„De Lantaren" te Rotterdam een merk
waardige voorstelling bij, die door de
„Eksperimentele Werkgroep Toneel" uit
Antwerpen onder regie van Lode Hen-
drickx werd verzorgd. Onder de titel
„Geur van Honig" speelde dit ensemble
„A Taste of Honey" (in de vertaling gaat
de associatie met „Voorproef van het hu
welijk" verloren) van Shelagh Delaney,
wier tweede stuk deze week in het Royal
Court Theatre ten doop wordt gehouden.
Haar eersteling heeft in 1958, kort na de
première in de voorstad Stratford naar
het Londense West End overgebracht, nog
al veel opzien gebaard. Men begroette de
toen negentienjarige schrijfster, een meis
je uit een arbeidersgezin in Lancashire,
als ware zij de Frangoise Sagan van de
Engelse zelfkant, evenzeer purende uit
vroegrijpe levenservaring maar zonder
snobistische aanstellerij. Velen prezen de
vinnige directheid van haar vrolijke moed
der wanhoop boven de intellectuele schijn
gevechten van Osborne, die trouwens te
genwoordig alleen nog maar „boos" is op
de belastingautoriteiten.... Dergelijke
overschattingen en overdrijvingen horen
als het ware bij het romantische realisme,
de natuurlijke stijl van Shelagh Delaney
met haar kennelijke bloedverwantschap
van de Ierse volkslitteratuur.
In Nederland is dit stuk tot dusverre on-
gespeeld gelaten Herman Bouber heeft
geen eigen gezelschap meer en Beppie
Nooy vindt het misschien te artistiek om
waar te zijn. Dat is toch wel jammer,
want het heeft onmiskenbare kwalitei
ten. Hoofdpersoon is het schoolmeisje Jo,
dochter van een zopas hertrouwde prosti
tuee, die de zelfstandigheid zoekt om haal
betere mogelijkheden een kans te geven.
Zij kan echter de sfeer van haar milieu
niet ontlopen en bezwijkt al bij de eerste
verleiding als zij zonder huwelijksboot het
gedroomde eiland van geluk wil bereiken.
De samenwoning met een homoseksuele
vriend wordt evenmin een succes: als de
bevalling nadert is zij terug onder haar
moeders dubieuze hoede. De scènes van
dit episodische stuk vloeien met muzika
le verbindingen in elkaar, overeenkomstig
het cyclische verloop van de natuurlijke
geschiedenis met haar materialistische
herhalingsdrang. De genoemde rollen ga
ven respectievelijk Gerda Marchand, Ma
deleine Snijders (kostelijk in haar vulgair
optimisme) en Robert van der Vekén de
beste kansen, waarvan voortreffelijk werd
geprofiteerd. De verdere bezetting was
zwak.
TWEE EIGENAARDIGHEDEN moeten
nog worden vermeld. Het stuk werd ge
speeld in Antwerps dialect, naar mijn me
ning terecht, gelet op de werking van het
milieu en de handelingsdriften uit onmid
dellijk onder de oppervlakte liggende emo
ties.. Een .ander „eksperiment" was de
manier van instudering, waaromtrent in
het programma 'te- lézen' stond:Slechts
zeiden werd de tekst ter hand genomen.
Vertrekkend van een schematische lijn
van het spel, werd door logisch te den
ken en de situatie in te leven, de juiste
dialoog opgebouwd." Met alle waardering
voor de opvattingen van kunstzinnige ver
tegenwoordigers van een buurvolk, waar
mee wij door een cultureel akkoord zo
nauw zijn verbonden: dit is slechts ge-
Weensè ijsrevüe. Een enthousiast pu
bliek heeft aan het slot van de eerste voor
stelling van de Weense ijsrevüe in ons
land in de Utrechtse jaarbeurshallen de
medewerkers van deze show met een ova
tioneel applaus beloond. Dit gold met name
onze Nederlandse kunstrijdster Joan Haan
appel, die sinds juli in de Weense ijsrevüe
optreedt. Met Hanna Eiger, die meermalen
Europees kampioen is geweest, excelleerde
zij in deze show, waarin vooral de grote
variatie in de kostuums opviel. Tot 8 ja
nuari zal men in Utrecht optreden, waarna
het gezelschap naar Kopenhagen vertrekt
om in februari weer in Hilversum een aan
tal voorstellingen te verzorgen.
De Pierre Bayleprys 1961. De Rotter
damse Kunststichting heeft besloten de
Pierre Bayleprijs (critiekprijs) in 1961 toe
te kennen aan hem of haar, die op het ge
bied van de beeldende kunst stelselmatig
en op littérair niveau gedurende verschei
dene jaren zijn of haar bemiddelende cri-
tische taak opbouwend en gezagafdwin-
gend heeft verricht. De jury, die belast is
met de uitvoering van die taak, bestaat uit
de heren prof. dr. A. M. W. J. Hammacher,
prof. dr. J. G. van Gelder en dr. H. L. C.
Jaffé. Als secretaris is toegevoegd drs. W.
Hofman.
Rjjksmuseumgebouw 75 jaar. In het
Rijksmuseum te Amsterdam heeft de chef
van de afdeling Oudheidkunde en Natuur-
historie van het ministerie van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, mr. F. P. TTi.
Rohling. een kleine tentoonstelling geopend
die gewijd is aan het 75-jarig bestaan van
het Rijksmuseumgebouw. Dit gebouw werd
op 13 juli 1885 officieel in gebriiik geno
men. De viering van dit vijftiende lustrum
is enige maanden uitgesteld, in verband
met de pas in 1958 gehouden festiviteiten
ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan
van het Rijksmuseum als instelling. De
tentoonstelling, die is ingericht in een
tweetal zaaltjes van de Drucker-uitbouw
van het museum, omvat een groot aantal
schetsen, tekeningen en documenten uit de
tijd van de bouw van het museum.
Advertentie
formuleerde onzin. Zelfs het streven naar
een dergelijke wijze van toneelspelen zou
even belachelijk als ongerijmd zijn.
David Koning
59
John Henry Ridgeway verdient niet veel
als houthakker en hij moet nog vijf andere
gezinsleden onderhouden. Het leger stuur
de een van zijn vliegtuigen naar Roano
ke, bij Hardy. Het vliegtuig werd door
vrachtauto's van het leger op gewacht om
voor het verder transport van de geschen
ken te zorgen. Onderweg stopten de solda
ten bij het postkantoor van Hardy en haal
den daar nog 18 zakken post op. In een
er van zat een telegram van 2 meter bij
1 72 meter, dat van een luchtvaartmaat
schappij afkomstig was. Buitenop was een
grote foto van de kerstman. Frank Sinatra
en Sammy Davis jr. bestelden telegrafisch
uit Hollywood een dozijn rode rozen. De
moeder van Dorothy viel flauw, toen de
soldaten kwamen aanrijden door de dikke
sneeuw. Ridgeway was weg om hout te
hakken. Kleine Dorothy, gekleed in rok en
truitje, begroette de soldaten en sprak:
„God zegene u". Met glanzende ogen zei
zij dat zij persoonlijk iedereen wilde be
danken die geholpen had deze kerstmis tot
de mooiste te maken die zij ooit had ge
had. De soldaten sjouwden zo veel als zij
konden het huis binnen en lieten de rest
op de veranda achter. Honderden andere
telegrammen, brieven en geschenken uit
alle delen van de wereld volgden. Fa
brieksmeisjes uit Frakrijk zonden een
prachtige pop met complete garderobe.
Engelse mijnwerkers, warenhuispersoneel
uit Tokio en vele anderen stuurden groeps
gewijs speelgoed, bloemen en lekkers. Het
zal weken duren voor Dorothy en haar
ouders alle paketten geopend hebben en
nog steeds stromen nieuwe brieven en pak
jes binnen.
SHAW DESMOND OVERLEDEN
Shaw Desmond, een Anglo-Ierse schrij
ver en avonturier die in reïncarnatie ge
loofde, is vrijdag in een Londens zieken
huis gestorven. Hij was 53 jaar. Desmonds
vrouw, de Deense schrijfster Karen Ewald.
overleed in 1954. Desmond, die een Ierse
vader en Engelse moeder had en in Ier
land geboren werd, schreef 75 boeken, zo
als „The Isle of Ghosts". „Tales of the lit
tle Sisters van St. Francis", „Windjammer",
„African Log", „London Pride" en „Chaos".
95
HET ZOGENAAMDE „SPEL" want een echt toneelspel is het niet „Dear
Liar", dat de Amerikaanse acteur Jerome Kilty heeft gecompileerd op basis van de
correspondentie tussen George Bernard Shaw en mevrouw Patrick Campbell, maakt
nu al enige jaren een zegetocht door de schouwburgen van de wereld. Na de start in
1957 te Chicago, waar (evenals later in Londen) Cavada Humphrey en Küty zelf de
twee rollen speelden, werd het in Berlijn (en deze zomer in Nederland) vertolkt 'door
Elisabeth Bergner en O. E. Hasse, in New York door Katherine Cornell en Brian
Aherne, in Parijs door Maria Casarès en Pierre Brasseur, in Rome door Rina Morelli
en Paolo Stoppain Stockholm door Gunn Wallgren en Holger Lowenadler, en sedert
kort in ons land, door Ida Wasserman en Paul Steenbergen. Een indrukwekkende
erelijst, vooral voor een toneeltekst, waarvan één der vertolkers, namelijk Hasse, vol
komen terecht heeft gezegd: „Een stuk? Het is helemaal geen stuk!"
ONDANKS HET FEIT. dat „Lieve leu
genaar" zoals deze tekst in de voor
treffelijke vertaling van mr. E. Elias heet
inderdaad geenszins beantwoordt aan de
elementaire eisen die aan een toneelstuk
moeten worden gesteld, voelen grote to
neelspelers en massa's toneelliefhebbers
op de hele wereld er zich blijkbaar door
aangetrokken. Waarom? Vermoedelijk niet
omdat het werk indiscreties bevat om
trent de overigens zo uiterst platonische
„liefdesgeschiedenis" die zich tussen een
wereldberoemde schrijver en een in Enge
land beroemde actrice heeft afgespeeld,
want ach, hoe discreet klinken in onze tijd
zelfs die indiscreties en wat zegt in Neder
land (of in Frankrijk, of in Italië) de
naam Patrick Campbell? Het is zelfs zeer
de vraag of die naam op dit ogenblik ook
in Engeland nog iets zegt. Wat spelers en
publiek in deze tekst aantrekt, moet dus
iets anders zijn. Naar mijn mening is het
dan voornamelijk de humor, de diabolische
ironie, de onverbiddelijke zelfspot en dan
opeens de diepe ernst, de mens en wereld
doorgrondende intelligentie van Shaw aan
de ene kant, en daar tegenover de charme
de door en door vrouwelijke koketterie, de
hunkering naar begrip en liefde, en de
telkens weer alle critiek ontwapenende
openhartigheid van de door hem platonisch
beminde actrice (die hij soms met een
verbluffende liefdeloosheid kon behande
len). Al deze eigenschappen zijn in hun
brieven zó duidelijk naar voren gekomen
zelfs al wordt mrs. Campbell daarin
door haarzelf èn door Shaw om 't hardst van
..analfabetisme" beschuldigd dat Jerome
Kilty heel weinig heeft hoeven te doen om
twee intens levende mensen op het toneel
te zetten twee mensen, bovendien, door
wier ogen wij flitsen te zien krijgen van
het leven in de eerste veertig iaar van de
twintigste eeuw. Dit. gevoegd bij enige
door Kilty ingelaste echte speelscènes (de
repetitie van „Pygmalion" en het „door
nemen" van een scène uit „The applecart")
is meer dan genoeg om een acteur en een
actrice van formaat kostelijk spelmate
riaal te verschaffen en om een talrijk pu
bliek een avond lang geboeid te houden.
IN ONS BLAD is „Dear liar" al twee
keer besproken door David Koning: na de
Duitse vertoning in juni van dit jaar en
na de Haagse première in het begin van
deze maand. De Duitse vertoning heb ik
gemist, maar wel heb ik kort geleden de
Franse voorstelling gezien, waarvoor nie
mand minder dan Jean Cocteau de ver
taling had gemaakt. Maria Casarès (een
van de grootste actrices van het huidige
Franse toneel) en Pierre Brasseur gaven,
onder regie van Kilty zelf. fascinerend spel
te zien. waarbij grote soberheid werd be
tracht en de dictie veelal „con sordino"
werd gehouden, hetgeen een zeer deli
cate sfeer wekte. De Nederlandse opvoe
ring is er méér een „van vlees en bloed".
Ida Wasserman speelt de kokette, de
amoureuze kant van Pat Campbell's ka
rakter veel meer uit dan haar Franse col
lega (hetgeen niet bepaald het traditionele
verschil tussen Franse en Nederlandse ver
tolkingen is!); en terwijl Brasseur bijna
voortdurend liet voelen dat hij hoe vir
tuoos ook brieven voorlas maar geen rol
speelde, slaagde Paul Steenbergen er in.
zonder grime, pruik of baard, de figuur
van Shaw herhaaldelijk voor ons te doen
oprijzen dóór het uiterlijk van de acteur
heen. Men kan hier op aanmerken dat het
een meer naturalistische speelwijze is dan
het voorlezen van brieven strikt genomen
rechtvaardigt; anderzijds dwingt het
respect af voor de meesterlijke wijze waar
op het wordt gedaan. Zo groeide er een
prachtig stuk toneel wérkelijk toneel
uit Pat Campbell's brief over het sneuvelen
van haar zoon: een stuk toneel dat. mede
door de grimmige reacties van Shaw-
Steenbergen daarop, een diep ontroerende
aanklacht tegen de oorlog werd.
DE TAAK van de twee speler? werd gis
teravond zeer bemoeilijkt door het onop
houdelijk gehoest in de zaal. dat sornr
klonk of men zich in een sanatorium be
vond en dat het niet-hoestende deel van
het publiek af en toe verhinderde de tekst
geheel te volgen. Desondanks was het suc
ces groot en bracht de stampvolle schouw
burg aan het slot enthousiaste hulde aan
Ida Wasserman en Paul Steenbergen
Simon Koster