OUD-ORANJE WEER BIJ HFC Sportmensen wensen Onze trainers zijn ambtenaren EINDE IS NOG STEEDS NIET IN ZICHT Cajkovski terug naar Turkije? Australië all out voor 348 runs Onderscheiding voor Mensonides Zwemcracks naar Bremen 27 SPORT OP ZONDAG Okhuysen (DOS) moest een teen missen Moulijn ontvangt maandag aangetekende brief Terlouw blijft winnen in Amsterdam De strijd om Europese titel vlieggewicht yy yy Klein land Kinderen Nonsens Ha usse Klap W ilma Stimulans Geen einde ZATERDAG 31 DECEMBER 1960 Nu mag dan Abe Lenstra zoals gis teren bericht morgen niet can de partij kunnen zijn aan de Spanjaardslaan in Haarlem, een feit blijft hei dal de Oud- Internationals nog een elftal van behoor lijke sterkte in het veld. brengen in de traditionele nieuwjaarswedstrijd tegen HFC. Er zijn oude getrouwen bij zoals Kick Smit, Biesbrouck, De Vroet, Van Schijn- del, Groeneveld, Roozen, Stijger en Schaap, maar ook twee nieuwelingen, doelman Steiger van PSV en Oden thai, oud-speler van EDO, Haarlem, Enschede en tegenwoordig nog actief uitkomend in de tweede-divisieclub Tubantia. Tenslotte is er dan nog Terlouw, de veel omstreden spil van het Nederlands elftal in zijn moeilijkste periode, die voor de tweede keer van de partij is. HFC, dat ook dit jaar weer tot de toon aangevende ploegen behoort van de eerste klasse amateurs, komt met haar normale elftal, dat wil dus zeggen een sterk team. Verleden jaar won HFC op het nipper tje met76 in een wedstrijd die tot de aardigste behoorde van de serie van dertig. De .oudjes" stonden op een gegeven moment met niet minder dan 51 achter, maar gaven niet op en kwamen uiteinde lijk door felle en zuivere schoten van Roo zen, De Vroet, Smit en Groeneveld op die merkwaardige score van 76, waarmede hun een revanche -- ook het jaar daarvoor zegevierde HFC onthouden werd. Belangrijk was dat evenwel niet, want voor de Oud-Internationals was. het ook toen hoofdzaak geweest dat het een echte wedstrijd was geweest met tot het laatste toe spanning over de uitslag. Hoe het dit maal gaan zal? Men zal moe ten afwachten. Men zal er in ieder geval op kunnen rekenen dat ook morgen de oud-Oranjespelers alle moeite zullen doen om de serie nederlagen te breken. De stand van de wedstrijden, die altijd onder alle omstandigheden doorgaan, is op het ogen blik als volgt: HFC 30 16 4 10 123—110 Old. Int. 30 10 4 16 110—123 Zoals bekend spelen vooraf (aanvang half een) de veteranen van HFC en RCH tegen elkaar. Morgen staan ze weer samen voor hete vuren: doelman Steiger (op de grond liggend) en Terlouw. Verder ziet men op deze oude foto (genomen tijdens de interlandwedstrijd, tussen de amateur- ploegen van Nederland en Engeland in Rotterdam) de Nederlander Te bak en een Engelse speler. cooco^oscc.3ococccococcoco:>aoöoo4o6oco|§»(»ccc<xo^ccoooo(xcooocooc«»xocooóoco(»ccoc>coooooscocoaxcaxco3cpoc i OUD-INTERNATIONALS 8 STEIGER 8 ODENTHAL TERLOUW STIJGER ROOZEN SMIT GROENEVELD SCHAAF v. SCHIJNDEL BIE8RROUCK DE VROET Scheidsrechter: A. FORMANOY HOENDERS BOUWMAN JANSEN MOLIJN DRIJVER WIJKHUIZEN VAN DER LEE HONNEF WINTER MOLENAAR DEKKER HFC Er is een summier voetbalprogramma vastgesteld voor nieuwjaarsdag. In het be taalde voetbal zowel als bij de amateurs zijn wat inhaalwedstrijden vastgesteld terwijl er ook nog voor de KNVB-beker wordt gespeeld. Van de clubs uit Kennemerland komt in het betaalde voetbal alleen Stormvogels in het veld in een thuiswedstrijd tegen For- tuna uit Vlaardingen een match overi gens, waarin de thuisclub favoriet is, voor al nu het spelpeil aanzienlijk is gestegen. In de vierde klasse amateurs zijn er voorts voor de clubs uit deze omgeving de wedstrijden: St. Martinus-Terrasvogels en DTO-Oranje Groen. Voetbal Tijdens de indoor-training van DOS in de sportschool van Anton Geesink in Utrecht heeft Okhuysen een ernstige bles sure opgelopen. Hij werd des avonds nog opgenomen in 'n ziekenhuis, waar de op een na kleinste teen van de rechtervoet werd geamputeerd. De behandelende geneesheer verklaarde echter dat Okhuysen mettertijd weer normaal zal kunnen voetballen. Cid Cajkovski. die waarschijnlijk de plaats van Van der Leek als trainer van DOS zou innemen, heeft van de Turkse Voetbalbond een telegram ontvangen, waarin de Turkse bond de wens te ken nen geeft het als hoofd-trainer van het nationale Turkse elftal en als leider van de trainersschool in Ankara aan te stel len. Cajkovski, die momenteel een kort be zoek aan Duitsland brengt, is zelf nog niet op de hoogte van dit telegram, dat bij DOS-voorzitter Willem Berendse bezorgd werd. Bij zijn terugkeer uit Duitsland zal Caj kovski op de hoogte worden gebracht. Aan het, einde van het grote Olympische sportjaar 1960 hebben wij een aantal voor zitters van Nederlandse sportorganisaties de vraag voorgelegd: „Wat is uw innigste wens op sportge bied voor het jaar 1961?" Wij kregen hier op de volgende antwoorden: Luit. gen. C. F. Pahud de Mortanges (NOC): Mijn innigste wens als NOC-voor- zitter is, dat wij in 1961 een goede start voor Tokio zullen hebben. Jhr. mr. A. Feith (Nederlandse Sportfe deratie): Dat is geen moeilijke vraag. Mijn wens is een voortreffelijk sportief jaar zowel voor sportmensen als voor niet- -sportmensen. Iedereen hunkert er immers naar een beetje geluk te hebben. Ir. A. Paulen (Kon. Ned. Atletiek Unie): Ik hoop dat de KNAU er in 1961 in zal slagen de techniek van onze mensen zo hoog op te voeren, opdat wij in het bui tenland meer mee gaan tellen. A. L M. Schroder (KNVB): Wij hebben in de KNVB altijd veel wensen en het is moeilijk om zo maar even uit te maken welke wens moet prevaleren. Maar als voetbalbond moet, dunkt mij, onze eerste wens zijn, dat wij er in slagen tussen alle betrokkenen een zodanige samenwerking tot stand te brengen, dat de resultaten van het Nederlandse elftal in het aan staande jaar op een behoorlijk peil zullen komen Mr. H. W. Vliegen (Kon. Ned. Schaat- senrijdersbond): IJs in Nederland en goe de resultaten van onze rijders in het bui tenland. Verder om te beginnen zeker een kunstijsbaan in Nederland en bij die goede resultaten in het buitenland zou ik gaarne zien een Europese en een wereldtitel kunstrijden. Dr. P. van Dijk (Kon. Ned. Wielren Unie): Dat antwoord heb ik onmiddellijk voor u klaar: een sportpaleis. Jan de Vries (Kon. Ned. Zwembond): Wat een ontzettend moeilijke vraag. Het is eigenlijk alleen maar een kwestie van geld. hoe materialistisch het ook klinkt. Met geld zijn wij namelijk in staat om de kadervorming te bevorderen, ten tweede de topsport te stimuleren, voorts zwem- uren voor training te huren en trainers te betalen. W. A. Onrust (Ned. Boksbond): Het is voor ons altijd nog de liefste wens een algehele rust in de bond te krijgen, een rust die helaas door diverse oorzaken steeds maar weer opnieuw verstoord moet worden. Verder zou ik in 1961 graag vele nieuwe leden willen begroeten, speciaal jonge mensen. Tenslotte staat geld ook nog bovenaan het verlanglijstje. Th. W. Aalbers (Kon. Ned. Gymnastiek- verbond): In de eerste plaats, dat de voor uitgang die wij sportteehnisch al hebben in 1961 wordt gecontinueerd, ten tweede, dat ons eigen ontwikkelings- en recreatie oord in Beekbergen met Pasen geheel vol tooid zal zijn opclat het bondsleven sterker zal worden. In de derde plaats wens ik dat wij vele andere verlangens door bij dragen uit de totogelden zullen kunnen verwezenlijken. C. E van der Ploeg (Nederlandse Roei- bond): In de eerste plaats een goed roei- zeizoen in 1961 met vele mooie wedstrij den in een bijzonder sportieve sfeer tij dens en na de wedstrijden. Toen ik zoeven uw vraag zat na te denken en ik de na uw eerste telefoontje in het bad over regen tegen de ruiten hoorde kletteren dachtik. het zou ook niet zo gek zijn als wij in 1961 een beetje mooi weer zouden krijgen. Ik hoop tevens dat het seizoen be kroond wordt op de Europese kampioen schappen. waar wij de lijn, die tot Magon opwaarts ging en die even werd onderbro ken in Rome, weer hopen te kunnen op nemen. W. F. Westermann (Kon. Ned. Hockey- bond): Voor 1961, maar natuurlijk ook voor de gehele toekomst, wens ik dat de goede geest en de vriendschappelijke on derlinge verhoudingen, die de Hockeybond steeds hebben gekenmerkt, bij de eisen van de moderne tijd en de daarvoor nood zakelijke aanpassingen gehandhaafd zul len blijven met het behoud van de zuiver amateuristische opvattingen. Coen Moulijn houdt het (linker) been stijf. Hij speelt morgen in de bekerwed strijd tegen SVV niet mee. Het bestuur van Feijenoord heeft gisteravond over hem vergaderd Het besluit zal hem per (aan getekende) brief worden medegedeeld. Maandagmorgen wordt de inhoud van de brief bekend gemaakt. Cricket Australië sloot de eerste dag van de tweede testmatch tegen West-Indië af met een totaal van 348, waartoe vooral bijdroe gen Ken Mackay, die een score had van 74, en Johnn Martin (55), een nieuweling in testcricket. In de vijf minuten voor het sluiten verloor West-Indië 1 wicket voor 1 run. De eerste testmatch tussen Austra lië en West-Indië eindigde in een tie. Australië verloor de helft van de wickets voor 189 door goed bowlen van Hall en Worrell, maar de laatste vijf wickets voeg den 159 runs aan het totaal toe, waarvan 97 voor het negende wicket in 76 minuten door Mackay en Martin. Hall, die 4 wickets voor 51 nam, was de beste bowler. Dammen De uitslagen van de achtste ronde van het internationaal damtoernooi in Amster dam waren: TerlouwFanelli 20, Okro- gelnikSlab 20, Van LeeuwenBeeke 11, MulderKinnegen 02. De uitslagen van de negende ronde wa ren: MulderTerlouw 1-1, KinnegenVan Leeuwen 2-0, BeekeOkrogelnik 2-0, Sla- byFanelli 1-1. Stand na negen ronden: 1. Terlouw 14 pnt. 2. Beeke 13 pnt. 3. Kinnegen 11 pnt. 4 en 5. Van Leeuwen en Okrogelnik 9 pnt. 6 en 7. Mulder en Slabv 7 pnt. 8. Fanelli 2 pnt. Zwemmen Het bestuur van de KNZB heeft besloten het Van der Mast-sehild voor de meest in het oog springende zwemprestatie in 1960 voor dit jaar toe te kennen aan de school slagzwemmer van ZIAN. Wieger Menso nides. Mensonides was de enige Europese zwemmer, die tijdens de Olympische Spe len in Rome een medaille won. Hij werd derde op de 200 meter schoolslag. De Bremer Schwimmclub 1885 houdt voor de vijfde maal op 28 en 29 januari internationale wedstrijden, waarop weder om vele prominente Europese zwemmers en zwemsters zullen uitkomen. Uit België. Denemarken. Frankrijk. Zweden. Tsjecho- slowakije, Hongarije en Nederland zijn reeds toezeggingen voor deelneming ont vangen. terwijl bovendien nog wordt ge rekend op de komst van afvaardigingen uit Polen. Oostenrijk en Engeland, o.a Natalie Steward en de Olympische kam pioene op de 200 meter schoolslag. Anita Lonsbrough. In Bremen hoopt men vooral op een revanchewedstrijd tussen Lonsbrough en de Duitse Wiltrud Ürselmann. Nederland zal ongetwijfeld sterk vertegenwoordigd zijn. o.a. door een ploeg van De Robben Ronnie Kroon. Ada den Haan. Corrie Schimmel en anderen. De Europese Boks Unie (EBU) heeft be sloten de winnaar van het gevecht tussen John Caldwell (Eng.) en René Libeer (Fr.) te erkennen als uitdager van de Fin Risto Luukkonen, Europees kampioen vliegge wicht. Het gevecht CaldwellLibeer moet voor 29 maart 1961 gehouden zijn. „De Finse atletiektrainers zijn alleen geschikt voor kantoorwerk". Dat heeft Eero Tuomaala, de bekende Finse lange-afstandloper verklaard. De felle critiek van deze atleet op de Finse atletiektrainers werd in het ochtend blad. van Tampere, „Aamulehti" ge publiceerd. „Onze trainers zijn ambtenaren, die hun salaris en pensioen ontvangen, on geacht hoe ze hun plichten vervullen", zei Tuomaala verbitterd. „Zij zijn niet geschikt om tussen de jongeren te werken; zij missen het jeugdige enthou siasme". Eero Tuomaala vertelde verder, dat het Finse systeem van atletiektraining nog hetzelfde was als dertig jaar geleden. „De topatleten in Finland zien de trainers eens per maand, in trainingskampen. „Hoe kan een trainer een atleet adviezen geven, als hij de man niet eens kent?", vroeg Tuomaala zich af. Hij was voorts van mening, dat men er beter aan deed sx-atleten van naam als trainers aan te stellen. „Zij alleen zijn in staat onze jonge sportlieden te inspireren en hun presta ties op te voeren tot dat niveau, waarop wij Finnen, op de atletiekvelden. voor de oorlog stonden", zo besloot hij zijn critiek. In de afgelopen weken is er veel ge sproken over de povere Finse successen in Rome, vooral de resultaten van de lange-afstandslopers waren bar slecht. Met weemoed denkt men terug aan dc „gouden tijd" van Nurmi. En als de Finse atleten de sportleiders en traiaers vragen naar een verklaring van de teruggang op atletiekgebied, krijgen ze altijd hetzelfde antwoord: „Wij zijn een klein land en hebben niet. voldoende geld om regel matig in wedstrijden tegen grotere lan den uit te komen". Armas Valste, eens een bekende atle- tiektrainer, was van mening, dat de trai ners geen blaam treft. „Er zijn andere en grotere moeilijkheden. Om een doeltref fende training te verkrijgen moet de trai ner de kans hebben dezelfde atleten regelmatig te adviseren en instrueren. De sportman dient bovendien alle gelegen heid te hebben om zijn dagelijkse trai ning bij te houden, ondanks zijn werk. Dit is ook de manier, waarop men onder andere in de Verenigde Staten en in Rus land sportlieden opleidt", aldus Armas Valste. „De Finse Atletiekbond heeft verschei dene trainers in dienst, die per jaar 200 a 300 dagen moeten rondreizen om sport lieden te onderwijzen. De atleten zelf schijnen niet over voldoende geestdrift te beschikken. Zij luisteren eenvoudig niet naar hun trainers en verdwijnen vaak van de sportvelden". Baron Eric K. von Franckell, een van de leiders in Rome van de Finse Olym pische ploeg, gaf op een persconferentie te kennen: „Wij zullen meer aandacht moeten bested enaan de training. Wij zul len moeten zoeken naar talentvolle kin deren van 7 a 8 jaar. Dit doet men ook in de Verenigde Staten en daar is men al begonnen met de training voor de Olympische Spelen van 1964 in Tokio". En verder: „Niet de medailles zijn de hoofdzaak bij Olympische Spelen, maai de deelneming daaraan. Volgens mij zou den wij altijd tenminste honderd sport lieden naar de Olympische wedstrijden moeten afvaardigen". Paavo Nurmi, de grootste atleet aller verklaarde in een artikel in „Helsingin Sanomat", dat de Finse atleten geheel overtraind zijn als ze op de Olympische Spelen verschijnen. „Het is duidelijk, dat zij, die verantwoordelijk zijn voor de Fin se atletiektraining, hiervoor niet zo ge schikt zijn als ze wel met luide stem verkondigen. Zij weten niet genoeg van de training af", meent Nurmi, die zelf in 1936 trainer van de Finse Olympische at- letiekploeg was en tijdens welke Spelen de Finnen drie gouden medailles verover den: op de 10.000 meter, de 5000 meter en de 3000 meter hindernisloop. Paavo Nurmi tijden, winnaar van negen gouden me dailles, die in zijn tijd allé wereldrecords tussen 1500 en 20.000 meter verbeterde, „Droevig is te horen, dat de mogelijk heden om in Finland atleten op te leiden, minder zijn dan in andere landen. Dit is grote nonsens. De intervaltraining. zoals deze in ons land wordt toegepast, is zeer doeltreffend, maar is ook heel uitputtend en daarom bestaat altijd echt gevaar van overtraining. Dit is precies wat met de Finse atleten is gebeurd. Niet alleen bij de Spelen van Rome, maar ook bij die van Melbourne en Helsinki. Finland heeft prachtig oefenterrein, waarom wordt hiervan geen beter gebruik van gemaakt? Onze lange-afstandlopers moeten veel aan veldlopen doen, zowel in de lente als in de vroege zomer. Dat is de beste ma nier om het uithoudingsvermogen op te voeren en het is minder uitputtend dan de training op de sintelbanen". Een van de belangrijkste lorzaken van het falen van de Finse atleten schuilt volgens Nurmi ook in het bijzonder grote aantal wedstrijden, waaraan de sportlieden jaar lijks deelnemen. Is het niet zo dat de problemen met be trekking tot. de atletiek in Finland een beetje dezelfde zijn als in ons land? Men behoeft zich er al lang niet meer over te verwonderen. De mens blijft het in de sport steeds maar beter doen. De grenzen die vroeger onoverschrijdbaai- werden geacht, zijn al weer lang gepas seerd en alleen duikt steeds nog slechts de vraag op: hoe lang nog zal de atleet beter kunnen hoe lang nog zal aan het einde van het jaar een vrijwel volledig verbeterde recordlijst gepubliceerd kun nen worden. Daarover nu niet. Wij willen de lezer die daar belang in stelt op deze laatste dag van het jaar 1960 slechts een over zichtje geven van al die verbeterde records. In de sporten atletiek, zwemmen, ge wichtheffen en schaatsenrijden zijn in 1960 in totaal 161 wereldrecords verbeterd. Dat is 59 meer dan in 1959. Verwonderlijk is deze stijging geenszins. Immers, de voor bereiding voor de Olympische Spelen, de selectiewedstrijden en de Spelen zelf leve ren als regel een ware recordregen op. Dit verklaart tevens, dat de Amerikanen ver reweg het grootste aantal records naar de geschiedenis verwezen. Want in geen enkel ander land is bij de selectiewedstrijden voor de Spelen een dermate grote concur rentie als in de Verenigde Staten. Niet minder dan 54 maal kwam dit jaar de naam van een Amerikaan op de record lijst. Rusland (35 maal) is tweede vóór Australië (31 maal). De Amerikanen ver beterden tevens de meeste atletiekrecords (30). maar bij het zwemmen was de eerste plaats voor Australië (26). Bij het gewicht heffen en het schaatsen tenslotte eisten de Russen met respectievelijk !9 en 3 record verbeteringen de eerste plaats voor zich op Het Olympische jaar 1960 heeft, verge leken met de jaren 1957. 1958 en 1959 weer een hausse te zien gegeven in atletiek records. In totaal kwamen er maar liefst 70 nieuwe wereldrecords op de lijsten (44 bij de heren en 26 bij de dames). De strijd tussen de atletiekgrootmachten Amerika en Rusland spitste zich toe. Kwamen de Amerikaanse heren tot 25 verbeteringen de Russen slechts eenmaal door Pjotr Bolotnikov op de 10.000 meter een record scherper. Twaalf maal was het een Rus sische vrouw die een prestatie van wereld formaat leverde, terwijl Amerika vooral door Wilma Rudolph driemaal een plaatsje op de recordlijst kreeg. Bij de heren doet zich het eigenaardige feit voor dat deze cijfers in genen dele de krachtsverhoudingen juist weergeven, het geen weer bewijst dat niet het record, maai de vorm en de juiste mentale instelling op het goede moment doorslaggevend zijn Anders hadden de „Yankees" bij de Spelen in Rome met meer metaal naar huis moeten gaan dan ooit tevoren en dat was nu juist niet het geval. In 1956 verwierf Amerika zich 15 x een gouden ..plak", een aantal dat in 1960 werd teruggebracht tot 9. terwijl de Russische heren tegenover de twee van Melbourne er nu de vijf van Rome stelden. Was de verhouding in 1956 bij de dames en heren van Amerika en Rusland tesamen 16 tegen 4, in 1960 werd dit teruggebracht tot 12-11 De grootste klap kregen de Amerikanen echter op de sprintafstanden, jarenlang hun onvervreemdbaar domein. In Rome won de Duitser Armin Hary dee 1000 me ter. de Italiaan Livio Berutti de 200 meter en werd de Amerikaanse 4 x 100 metei ploeg wegens een foutieve wissel uitge schakeld. En toen daarbij hoogspringer John Thomas en kogelslingeraar Harold Connolly faalden, kon men welhaast van een „debacle" spreken. Een debficle overi gens die de Amerikanen niet belette dit jaar prestaties van bijzonder gehalte te leveren, waarbij weer enige „droomgren- zen" werden doorbroken. Op de 400 meter door Otis Davis f44.9 sec.), een prestatie die door de Duitser Carl Kaufmann werd geëvenaard, bij het hoogspringen door John Thomas (2.22 me ter). het kogelslingeren door Harold Con nolly (70.33 meter) het kogelstoten door Bil] Nieder (20.06 meter) en door de ko ning der tienkampers Rafer Johnson, die zowel het wereldrecord als de Olympische titel op zijn naam schreef. De Pool Josef Wilma Rudolph, het meisje dat de sportieve wereld in verbazing bracht tijdens het grootste sportevenement van dit jaar, de Olympische Spelen. Achter haar het Engelse meisje Doro thy Hyman en de Italiaanse atlete Guiseppe Leone. Herb Elliott verbeterde wederom het we reldrecord op de 1500 mteer (3.35.6), ter wijl Ralph Boston, met 8.21 meter, het- 25 jaar oude vèrspringrecord van Jesse Owens naar de geschiedenis verwees en hiermee de recordlijst aanmerkelijk verjongde. Ar min Hary (Duitsland), 's werelds snelste man, mocht eindelijk het genoegen smaken de 100 meter in 10 seconden precies te lopen, een prestatie die een maand later door de Canadees Harry Jerome werd ge ëvenaard. Bij de dames dient in de eerste plaats genoemd de Amerikaanse Wilma Rudolph, die als een hinde alle sprinthindernissen nam. De Roemeense Yolanda Balas was een klasse apart bij het hoogspringen, ter wijl de Press-zusters. Tamara op discus en kogel en Irina op de vijfkamp en de 80 meter horden, samen alleen al vier wereldrecords in bezit namen. Ook in Nederland was er weer een aan tal records"(35). Bijzonder warerr ongetwij feld de verrichtingen van. Eef Kamerbeek, die de records verbeterde op de 110 meter horden en de tienkamp (5de in Rome, waar mee hij dezelfde plaats bezette als Jan Brasser in 1936). Jan van Uden kwam. in 1960 eindelijk onder het 22 jaar oude 400 meter record van Baumgarten (47.9 sec.), terwijl Henk Heida op de 800 meter met -.49.8 sec, defintief in het bezit kwam van de door zijn voorganger. Frits de Ruyter. beschikbaar gestelde beker. Frans Kunen verbeterde de records op de 20 km. 25 km en de marathon. Jan Romani benaderde met een worp van 57.83 meter bij het kogelslingeren de 60 metergrens en Cees Koch was een klasse apart met een discus- worp van 56,32 meter en 16,55 meter bij het kogelstoten. Ook in de zwemsport hebben de Olym pische Spelen als de grote stimulans voor het leveren van topprestaties gewerkt. Zo fel was overal de strijd voor een plaats in het vliegtuig naar Rome, dat de record- lijsten op het moment, waarop in de eeuwige stad de wedstrijden om de Olym pische zwemtitels begonnen, nauwelijks voor wijzigingen vatbaar waren. Het aan tal wereldrecords, dat in het Olympisch zwembad werd verbeterd, is dan ook be trekkelijk klein: slechts 4 dames- en 3 herenrecords sneuvelden. In totaal werden in 1960 64 wereldrecords verbeterd tegen 39 in 1959. Het waren 34 damesrecords en 30 herenrecords. In 1959 waren het er respectievelijk 21 en 18. Op de lijst der verbeteringen komt drie maal de naam van een Nederlandse zwemster voor; Marian Heemskerk bracht de 200 meter vlinderslag met 2.34.4 op haar naam en Ria van Velsen verbeterde twee maal het 100 meter rugslag-record met 1.11.0 en 1.10,9. Het is dezelfde nogal magere oogst waarmee ons land sedert de 16 wereld records van 1957 de laatste jaren genoegen moeten nemen. De strijd tussen de Verenigde Staten en Australië is. wat het aantal wereldrecords betreft vrijwel in een draw geëindigd. Bi.i de dames werden door de Amerikaanse meisjes 9 en door de Australische 12 ver beteringen geboekt, bij de heren was de verhouding: V.S. 15, Australië 14. Rusland is het krachtsportland bi.i uit nemendheid. Van de 21 wereldrecords, die in 1960 werden verbeterd, kwamen er niet minder dan 19 op naam van Rusland's sterke mannen. De overige twee gingen niet. zoals men wellicht zou denken, naar de Verenigde Staten, maar naar de jonge Pool Palenski. Voeg hierbij de vijf Russen, die een Olympische titel veroverden, tegen over één voor Amerika en één voor Polen, en men heeft ongeveer een inzicht hoe de verhoudingen liggen. Treffend is overigens dat aan de ver richtingen in deze tak van sport, waar men toch op een gegeven moment aan een grens moet komen, geen einde schijnt te komen. Keek men enige jaren geleden nog op tegen de prestatie van de Amerikaan Paul Anderson, die voor de drie Olympi sche oefeningen in het zwaargewicht een totaal van 512,5 kg opstelde, in Rome tij dens de Olympische Spelen heeft iedereen met verbazing gezien hoe de Rus Yuri Vla- sov deze cijfers belachelijk maakte. De luitenant in hef Russische leger drukte 180 kg. trok 155 kg en stootte 202.5 kg de eerste man die meer dan 200 kg omhoog bracht en verwerkte in totaal 537.5 kg. Hij is er van overtuigd dat er eens een mei op zijn naam scnreei. ue rooi josei hij 1s er van overtuigd dat er eens een Schmidt was een uitzonderlijk hinkstap-1 man zal komen die 600 kg in totaal omhoog springer met 17.03 meter, de Australiër brengt,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 27