OUD-ORANJE WEER BIJ HFC
Sportmensen wensen
Onze trainers zijn ambtenaren
EINDE IS NOG
STEEDS NIET
IN ZICHT
Cajkovski terug
naar Turkije?
Australië all out
voor 348 runs
Onderscheiding
voor Mensonides
Zwemcracks naar
Bremen
27
SPORT OP ZONDAG
Okhuysen (DOS) moest
een teen missen
Moulijn ontvangt maandag
aangetekende brief
Terlouw blijft winnen
in Amsterdam
De strijd om Europese
titel vlieggewicht
yy
yy
Klein land
Kinderen
Nonsens
Ha usse
Klap
W ilma
Stimulans
Geen einde
ZATERDAG 31 DECEMBER 1960
Nu mag dan Abe Lenstra zoals gis
teren bericht morgen niet can de partij
kunnen zijn aan de Spanjaardslaan in
Haarlem, een feit blijft hei dal de Oud-
Internationals nog een elftal van behoor
lijke sterkte in het veld. brengen in de
traditionele nieuwjaarswedstrijd tegen
HFC.
Er zijn oude getrouwen bij zoals Kick
Smit, Biesbrouck, De Vroet, Van Schijn-
del, Groeneveld, Roozen, Stijger en
Schaap, maar ook twee nieuwelingen,
doelman Steiger van PSV en Oden thai,
oud-speler van EDO, Haarlem, Enschede
en tegenwoordig nog actief uitkomend in
de tweede-divisieclub Tubantia. Tenslotte
is er dan nog Terlouw, de veel omstreden
spil van het Nederlands elftal in zijn
moeilijkste periode, die voor de tweede
keer van de partij is.
HFC, dat ook dit jaar weer tot de toon
aangevende ploegen behoort van de eerste
klasse amateurs, komt met haar normale
elftal, dat wil dus zeggen een sterk team.
Verleden jaar won HFC op het nipper
tje met76 in een wedstrijd die tot
de aardigste behoorde van de serie van
dertig. De .oudjes" stonden op een gegeven
moment met niet minder dan 51 achter,
maar gaven niet op en kwamen uiteinde
lijk door felle en zuivere schoten van Roo
zen, De Vroet, Smit en Groeneveld op die
merkwaardige score van 76, waarmede
hun een revanche -- ook het jaar daarvoor
zegevierde HFC onthouden werd.
Belangrijk was dat evenwel niet, want
voor de Oud-Internationals was. het ook
toen hoofdzaak geweest dat het een echte
wedstrijd was geweest met tot het laatste
toe spanning over de uitslag.
Hoe het dit maal gaan zal? Men zal moe
ten afwachten. Men zal er in ieder geval
op kunnen rekenen dat ook morgen de
oud-Oranjespelers alle moeite zullen doen
om de serie nederlagen te breken. De stand
van de wedstrijden, die altijd onder alle
omstandigheden doorgaan, is op het ogen
blik als volgt:
HFC 30 16 4 10 123—110
Old. Int. 30 10 4 16 110—123
Zoals bekend spelen vooraf (aanvang
half een) de veteranen van HFC en RCH
tegen elkaar.
Morgen staan ze weer samen voor hete
vuren: doelman Steiger (op de grond
liggend) en Terlouw. Verder ziet men
op deze oude foto (genomen tijdens de
interlandwedstrijd, tussen de amateur-
ploegen van Nederland en Engeland in
Rotterdam) de Nederlander Te bak en
een Engelse speler.
cooco^oscc.3ococccococcoco:>aoöoo4o6oco|§»(»ccc<xo^ccoooo(xcooocooc«»xocooóoco(»ccoc>coooooscocoaxcaxco3cpoc
i OUD-INTERNATIONALS
8 STEIGER 8
ODENTHAL
TERLOUW STIJGER
ROOZEN SMIT GROENEVELD
SCHAAF
v. SCHIJNDEL
BIE8RROUCK DE VROET
Scheidsrechter: A. FORMANOY
HOENDERS BOUWMAN
JANSEN
MOLIJN
DRIJVER
WIJKHUIZEN
VAN DER LEE
HONNEF WINTER
MOLENAAR
DEKKER
HFC
Er is een summier voetbalprogramma
vastgesteld voor nieuwjaarsdag. In het be
taalde voetbal zowel als bij de amateurs
zijn wat inhaalwedstrijden vastgesteld
terwijl er ook nog voor de KNVB-beker
wordt gespeeld.
Van de clubs uit Kennemerland komt in
het betaalde voetbal alleen Stormvogels in
het veld in een thuiswedstrijd tegen For-
tuna uit Vlaardingen een match overi
gens, waarin de thuisclub favoriet is, voor
al nu het spelpeil aanzienlijk is gestegen.
In de vierde klasse amateurs zijn er
voorts voor de clubs uit deze omgeving
de wedstrijden: St. Martinus-Terrasvogels
en DTO-Oranje Groen.
Voetbal
Tijdens de indoor-training van DOS in
de sportschool van Anton Geesink in
Utrecht heeft Okhuysen een ernstige bles
sure opgelopen. Hij werd des avonds nog
opgenomen in 'n ziekenhuis, waar de op een
na kleinste teen van de rechtervoet werd
geamputeerd. De behandelende geneesheer
verklaarde echter dat Okhuysen mettertijd
weer normaal zal kunnen voetballen.
Cid Cajkovski. die waarschijnlijk de
plaats van Van der Leek als trainer van
DOS zou innemen, heeft van de Turkse
Voetbalbond een telegram ontvangen,
waarin de Turkse bond de wens te ken
nen geeft het als hoofd-trainer van het
nationale Turkse elftal en als leider van
de trainersschool in Ankara aan te stel
len.
Cajkovski, die momenteel een kort be
zoek aan Duitsland brengt, is zelf nog niet
op de hoogte van dit telegram, dat bij
DOS-voorzitter Willem Berendse bezorgd
werd.
Bij zijn terugkeer uit Duitsland zal Caj
kovski op de hoogte worden gebracht.
Aan het, einde van het grote Olympische
sportjaar 1960 hebben wij een aantal voor
zitters van Nederlandse sportorganisaties
de vraag voorgelegd:
„Wat is uw innigste wens op sportge
bied voor het jaar 1961?" Wij kregen hier
op de volgende antwoorden:
Luit. gen. C. F. Pahud de Mortanges
(NOC): Mijn innigste wens als NOC-voor-
zitter is, dat wij in 1961 een goede start
voor Tokio zullen hebben.
Jhr. mr. A. Feith (Nederlandse Sportfe
deratie): Dat is geen moeilijke vraag.
Mijn wens is een voortreffelijk sportief
jaar zowel voor sportmensen als voor niet-
-sportmensen. Iedereen hunkert er immers
naar een beetje geluk te hebben.
Ir. A. Paulen (Kon. Ned. Atletiek Unie):
Ik hoop dat de KNAU er in 1961 in zal
slagen de techniek van onze mensen zo
hoog op te voeren, opdat wij in het bui
tenland meer mee gaan tellen.
A. L M. Schroder (KNVB): Wij hebben
in de KNVB altijd veel wensen en het is
moeilijk om zo maar even uit te maken
welke wens moet prevaleren. Maar als
voetbalbond moet, dunkt mij, onze eerste
wens zijn, dat wij er in slagen tussen alle
betrokkenen een zodanige samenwerking
tot stand te brengen, dat de resultaten
van het Nederlandse elftal in het aan
staande jaar op een behoorlijk peil zullen
komen
Mr. H. W. Vliegen (Kon. Ned. Schaat-
senrijdersbond): IJs in Nederland en goe
de resultaten van onze rijders in het bui
tenland. Verder om te beginnen zeker een
kunstijsbaan in Nederland en bij die goede
resultaten in het buitenland zou ik gaarne
zien een Europese en een wereldtitel
kunstrijden.
Dr. P. van Dijk (Kon. Ned. Wielren
Unie): Dat antwoord heb ik onmiddellijk
voor u klaar: een sportpaleis.
Jan de Vries (Kon. Ned. Zwembond):
Wat een ontzettend moeilijke vraag. Het
is eigenlijk alleen maar een kwestie van
geld. hoe materialistisch het ook klinkt.
Met geld zijn wij namelijk in staat om de
kadervorming te bevorderen, ten tweede
de topsport te stimuleren, voorts zwem-
uren voor training te huren en trainers
te betalen.
W. A. Onrust (Ned. Boksbond): Het is
voor ons altijd nog de liefste wens een
algehele rust in de bond te krijgen, een
rust die helaas door diverse oorzaken
steeds maar weer opnieuw verstoord moet
worden. Verder zou ik in 1961 graag vele
nieuwe leden willen begroeten, speciaal
jonge mensen. Tenslotte staat geld ook nog
bovenaan het verlanglijstje.
Th. W. Aalbers (Kon. Ned. Gymnastiek-
verbond): In de eerste plaats, dat de voor
uitgang die wij sportteehnisch al hebben
in 1961 wordt gecontinueerd, ten tweede,
dat ons eigen ontwikkelings- en recreatie
oord in Beekbergen met Pasen geheel vol
tooid zal zijn opclat het bondsleven sterker
zal worden. In de derde plaats wens ik
dat wij vele andere verlangens door bij
dragen uit de totogelden zullen kunnen
verwezenlijken.
C. E van der Ploeg (Nederlandse Roei-
bond): In de eerste plaats een goed roei-
zeizoen in 1961 met vele mooie wedstrij
den in een bijzonder sportieve sfeer tij
dens en na de wedstrijden. Toen ik zoeven
uw vraag zat na te denken en ik de
na uw eerste telefoontje in het bad over
regen tegen de ruiten hoorde kletteren
dachtik. het zou ook niet zo gek zijn als
wij in 1961 een beetje mooi weer zouden
krijgen. Ik hoop tevens dat het seizoen be
kroond wordt op de Europese kampioen
schappen. waar wij de lijn, die tot Magon
opwaarts ging en die even werd onderbro
ken in Rome, weer hopen te kunnen op
nemen.
W. F. Westermann (Kon. Ned. Hockey-
bond): Voor 1961, maar natuurlijk ook
voor de gehele toekomst, wens ik dat de
goede geest en de vriendschappelijke on
derlinge verhoudingen, die de Hockeybond
steeds hebben gekenmerkt, bij de eisen
van de moderne tijd en de daarvoor nood
zakelijke aanpassingen gehandhaafd zul
len blijven met het behoud van de zuiver
amateuristische opvattingen.
Coen Moulijn houdt het (linker) been
stijf. Hij speelt morgen in de bekerwed
strijd tegen SVV niet mee. Het bestuur
van Feijenoord heeft gisteravond over hem
vergaderd Het besluit zal hem per (aan
getekende) brief worden medegedeeld.
Maandagmorgen wordt de inhoud van de
brief bekend gemaakt.
Cricket
Australië sloot de eerste dag van de
tweede testmatch tegen West-Indië af met
een totaal van 348, waartoe vooral bijdroe
gen Ken Mackay, die een score had van
74, en Johnn Martin (55), een nieuweling
in testcricket. In de vijf minuten voor het
sluiten verloor West-Indië 1 wicket voor
1 run. De eerste testmatch tussen Austra
lië en West-Indië eindigde in een tie.
Australië verloor de helft van de wickets
voor 189 door goed bowlen van Hall en
Worrell, maar de laatste vijf wickets voeg
den 159 runs aan het totaal toe, waarvan
97 voor het negende wicket in 76 minuten
door Mackay en Martin. Hall, die 4 wickets
voor 51 nam, was de beste bowler.
Dammen
De uitslagen van de achtste ronde van
het internationaal damtoernooi in Amster
dam waren: TerlouwFanelli 20, Okro-
gelnikSlab 20, Van LeeuwenBeeke
11, MulderKinnegen 02.
De uitslagen van de negende ronde wa
ren: MulderTerlouw 1-1, KinnegenVan
Leeuwen 2-0, BeekeOkrogelnik 2-0, Sla-
byFanelli 1-1.
Stand na negen ronden: 1. Terlouw 14
pnt. 2. Beeke 13 pnt. 3. Kinnegen 11 pnt.
4 en 5. Van Leeuwen en Okrogelnik 9 pnt.
6 en 7. Mulder en Slabv 7 pnt. 8. Fanelli
2 pnt.
Zwemmen
Het bestuur van de KNZB heeft besloten
het Van der Mast-sehild voor de meest in
het oog springende zwemprestatie in 1960
voor dit jaar toe te kennen aan de school
slagzwemmer van ZIAN. Wieger Menso
nides.
Mensonides was de enige Europese
zwemmer, die tijdens de Olympische Spe
len in Rome een medaille won. Hij werd
derde op de 200 meter schoolslag.
De Bremer Schwimmclub 1885 houdt
voor de vijfde maal op 28 en 29 januari
internationale wedstrijden, waarop weder
om vele prominente Europese zwemmers
en zwemsters zullen uitkomen. Uit België.
Denemarken. Frankrijk. Zweden. Tsjecho-
slowakije, Hongarije en Nederland zijn
reeds toezeggingen voor deelneming ont
vangen. terwijl bovendien nog wordt ge
rekend op de komst van afvaardigingen
uit Polen. Oostenrijk en Engeland, o.a
Natalie Steward en de Olympische kam
pioene op de 200 meter schoolslag. Anita
Lonsbrough.
In Bremen hoopt men vooral op een
revanchewedstrijd tussen Lonsbrough en
de Duitse Wiltrud Ürselmann. Nederland
zal ongetwijfeld sterk vertegenwoordigd
zijn. o.a. door een ploeg van De Robben
Ronnie Kroon. Ada den Haan. Corrie
Schimmel en anderen.
De Europese Boks Unie (EBU) heeft be
sloten de winnaar van het gevecht tussen
John Caldwell (Eng.) en René Libeer (Fr.)
te erkennen als uitdager van de Fin Risto
Luukkonen, Europees kampioen vliegge
wicht. Het gevecht CaldwellLibeer moet
voor 29 maart 1961 gehouden zijn.
„De Finse atletiektrainers zijn alleen
geschikt voor kantoorwerk". Dat heeft
Eero Tuomaala, de bekende Finse
lange-afstandloper verklaard. De felle
critiek van deze atleet op de Finse
atletiektrainers werd in het ochtend
blad. van Tampere, „Aamulehti" ge
publiceerd.
„Onze trainers zijn ambtenaren, die
hun salaris en pensioen ontvangen, on
geacht hoe ze hun plichten vervullen",
zei Tuomaala verbitterd. „Zij zijn niet
geschikt om tussen de jongeren te
werken; zij missen het jeugdige enthou
siasme".
Eero Tuomaala vertelde verder, dat het
Finse systeem van atletiektraining nog
hetzelfde was als dertig jaar geleden. „De
topatleten in Finland zien de trainers
eens per maand, in trainingskampen.
„Hoe kan een trainer een atleet adviezen
geven, als hij de man niet eens kent?",
vroeg Tuomaala zich af. Hij was voorts
van mening, dat men er beter aan deed
sx-atleten van naam als trainers aan te
stellen. „Zij alleen zijn in staat onze jonge
sportlieden te inspireren en hun presta
ties op te voeren tot dat niveau, waarop
wij Finnen, op de atletiekvelden. voor de
oorlog stonden", zo besloot hij zijn critiek.
In de afgelopen weken is er veel ge
sproken over de povere Finse successen
in Rome, vooral de resultaten van de
lange-afstandslopers waren bar slecht.
Met weemoed denkt men terug aan dc
„gouden tijd" van Nurmi. En als de Finse
atleten de sportleiders en traiaers vragen
naar een verklaring van de teruggang op
atletiekgebied, krijgen ze altijd hetzelfde
antwoord: „Wij zijn een klein land en
hebben niet. voldoende geld om regel
matig in wedstrijden tegen grotere lan
den uit te komen".
Armas Valste, eens een bekende atle-
tiektrainer, was van mening, dat de trai
ners geen blaam treft. „Er zijn andere en
grotere moeilijkheden. Om een doeltref
fende training te verkrijgen moet de trai
ner de kans hebben dezelfde atleten
regelmatig te adviseren en instrueren. De
sportman dient bovendien alle gelegen
heid te hebben om zijn dagelijkse trai
ning bij te houden, ondanks zijn werk.
Dit is ook de manier, waarop men onder
andere in de Verenigde Staten en in Rus
land sportlieden opleidt", aldus Armas
Valste.
„De Finse Atletiekbond heeft verschei
dene trainers in dienst, die per jaar 200
a 300 dagen moeten rondreizen om sport
lieden te onderwijzen. De atleten zelf
schijnen niet over voldoende geestdrift te
beschikken. Zij luisteren eenvoudig niet
naar hun trainers en verdwijnen vaak
van de sportvelden".
Baron Eric K. von Franckell, een van
de leiders in Rome van de Finse Olym
pische ploeg, gaf op een persconferentie
te kennen: „Wij zullen meer aandacht
moeten bested enaan de training. Wij zul
len moeten zoeken naar talentvolle kin
deren van 7 a 8 jaar. Dit doet men ook
in de Verenigde Staten en daar is men
al begonnen met de training voor de
Olympische Spelen van 1964 in Tokio".
En verder: „Niet de medailles zijn de
hoofdzaak bij Olympische Spelen, maai
de deelneming daaraan. Volgens mij zou
den wij altijd tenminste honderd sport
lieden naar de Olympische wedstrijden
moeten afvaardigen".
Paavo Nurmi, de grootste atleet aller
verklaarde in een artikel in „Helsingin
Sanomat", dat de Finse atleten geheel
overtraind zijn als ze op de Olympische
Spelen verschijnen. „Het is duidelijk, dat
zij, die verantwoordelijk zijn voor de Fin
se atletiektraining, hiervoor niet zo ge
schikt zijn als ze wel met luide stem
verkondigen. Zij weten niet genoeg van
de training af", meent Nurmi, die zelf in
1936 trainer van de Finse Olympische at-
letiekploeg was en tijdens welke Spelen
de Finnen drie gouden medailles verover
den: op de 10.000 meter, de 5000 meter en
de 3000 meter hindernisloop.
Paavo Nurmi
tijden, winnaar van negen gouden me
dailles, die in zijn tijd allé wereldrecords
tussen 1500 en 20.000 meter verbeterde,
„Droevig is te horen, dat de mogelijk
heden om in Finland atleten op te leiden,
minder zijn dan in andere landen. Dit is
grote nonsens. De intervaltraining. zoals
deze in ons land wordt toegepast, is zeer
doeltreffend, maar is ook heel uitputtend
en daarom bestaat altijd echt gevaar van
overtraining. Dit is precies wat met de
Finse atleten is gebeurd. Niet alleen bij
de Spelen van Rome, maar ook bij die
van Melbourne en Helsinki. Finland heeft
prachtig oefenterrein, waarom wordt
hiervan geen beter gebruik van gemaakt?
Onze lange-afstandlopers moeten veel
aan veldlopen doen, zowel in de lente als
in de vroege zomer. Dat is de beste ma
nier om het uithoudingsvermogen op te
voeren en het is minder uitputtend dan
de training op de sintelbanen". Een van
de belangrijkste lorzaken van het falen
van de Finse atleten schuilt volgens
Nurmi ook in het bijzonder grote aantal
wedstrijden, waaraan de sportlieden jaar
lijks deelnemen.
Is het niet zo dat de problemen met be
trekking tot. de atletiek in Finland een
beetje dezelfde zijn als in ons land?
Men behoeft zich er al lang niet meer
over te verwonderen. De mens blijft het
in de sport steeds maar beter doen. De
grenzen die vroeger onoverschrijdbaai-
werden geacht, zijn al weer lang gepas
seerd en alleen duikt steeds nog slechts
de vraag op: hoe lang nog zal de atleet
beter kunnen hoe lang nog zal aan het
einde van het jaar een vrijwel volledig
verbeterde recordlijst gepubliceerd kun
nen worden.
Daarover nu niet. Wij willen de lezer
die daar belang in stelt op deze laatste
dag van het jaar 1960 slechts een over
zichtje geven van al die verbeterde
records.
In de sporten atletiek, zwemmen, ge
wichtheffen en schaatsenrijden zijn in 1960
in totaal 161 wereldrecords verbeterd. Dat
is 59 meer dan in 1959. Verwonderlijk is
deze stijging geenszins. Immers, de voor
bereiding voor de Olympische Spelen, de
selectiewedstrijden en de Spelen zelf leve
ren als regel een ware recordregen op. Dit
verklaart tevens, dat de Amerikanen ver
reweg het grootste aantal records naar de
geschiedenis verwezen. Want in geen enkel
ander land is bij de selectiewedstrijden
voor de Spelen een dermate grote concur
rentie als in de Verenigde Staten.
Niet minder dan 54 maal kwam dit jaar
de naam van een Amerikaan op de record
lijst. Rusland (35 maal) is tweede vóór
Australië (31 maal). De Amerikanen ver
beterden tevens de meeste atletiekrecords
(30). maar bij het zwemmen was de eerste
plaats voor Australië (26). Bij het gewicht
heffen en het schaatsen tenslotte eisten de
Russen met respectievelijk !9 en 3 record
verbeteringen de eerste plaats voor zich op
Het Olympische jaar 1960 heeft, verge
leken met de jaren 1957. 1958 en 1959 weer
een hausse te zien gegeven in atletiek
records. In totaal kwamen er maar liefst
70 nieuwe wereldrecords op de lijsten (44
bij de heren en 26 bij de dames). De strijd
tussen de atletiekgrootmachten Amerika
en Rusland spitste zich toe. Kwamen de
Amerikaanse heren tot 25 verbeteringen
de Russen slechts eenmaal door Pjotr
Bolotnikov op de 10.000 meter een record
scherper. Twaalf maal was het een Rus
sische vrouw die een prestatie van wereld
formaat leverde, terwijl Amerika vooral
door Wilma Rudolph driemaal een plaatsje
op de recordlijst kreeg.
Bij de heren doet zich het eigenaardige
feit voor dat deze cijfers in genen dele de
krachtsverhoudingen juist weergeven, het
geen weer bewijst dat niet het record, maai
de vorm en de juiste mentale instelling op
het goede moment doorslaggevend zijn
Anders hadden de „Yankees" bij de Spelen
in Rome met meer metaal naar huis moeten
gaan dan ooit tevoren en dat was nu juist
niet het geval.
In 1956 verwierf Amerika zich 15 x een
gouden ..plak", een aantal dat in 1960 werd
teruggebracht tot 9. terwijl de Russische
heren tegenover de twee van Melbourne
er nu de vijf van Rome stelden. Was de
verhouding in 1956 bij de dames en heren
van Amerika en Rusland tesamen 16 tegen
4, in 1960 werd dit teruggebracht tot 12-11
De grootste klap kregen de Amerikanen
echter op de sprintafstanden, jarenlang
hun onvervreemdbaar domein. In Rome
won de Duitser Armin Hary dee 1000 me
ter. de Italiaan Livio Berutti de 200 meter
en werd de Amerikaanse 4 x 100 metei
ploeg wegens een foutieve wissel uitge
schakeld. En toen daarbij hoogspringer
John Thomas en kogelslingeraar Harold
Connolly faalden, kon men welhaast van
een „debacle" spreken. Een debficle overi
gens die de Amerikanen niet belette dit
jaar prestaties van bijzonder gehalte te
leveren, waarbij weer enige „droomgren-
zen" werden doorbroken.
Op de 400 meter door Otis Davis f44.9
sec.), een prestatie die door de Duitser
Carl Kaufmann werd geëvenaard, bij het
hoogspringen door John Thomas (2.22 me
ter). het kogelslingeren door Harold Con
nolly (70.33 meter) het kogelstoten door
Bil] Nieder (20.06 meter) en door de ko
ning der tienkampers Rafer Johnson, die
zowel het wereldrecord als de Olympische
titel op zijn naam schreef. De Pool Josef
Wilma Rudolph, het meisje dat de
sportieve wereld in verbazing bracht
tijdens het grootste sportevenement
van dit jaar, de Olympische Spelen.
Achter haar het Engelse meisje Doro
thy Hyman en de Italiaanse atlete
Guiseppe Leone.
Herb Elliott verbeterde wederom het we
reldrecord op de 1500 mteer (3.35.6), ter
wijl Ralph Boston, met 8.21 meter, het- 25
jaar oude vèrspringrecord van Jesse Owens
naar de geschiedenis verwees en hiermee
de recordlijst aanmerkelijk verjongde. Ar
min Hary (Duitsland), 's werelds snelste
man, mocht eindelijk het genoegen smaken
de 100 meter in 10 seconden precies te
lopen, een prestatie die een maand later
door de Canadees Harry Jerome werd ge
ëvenaard.
Bij de dames dient in de eerste plaats
genoemd de Amerikaanse Wilma Rudolph,
die als een hinde alle sprinthindernissen
nam. De Roemeense Yolanda Balas was
een klasse apart bij het hoogspringen, ter
wijl de Press-zusters. Tamara op discus
en kogel en Irina op de vijfkamp en de
80 meter horden, samen alleen al vier
wereldrecords in bezit namen.
Ook in Nederland was er weer een aan
tal records"(35). Bijzonder warerr ongetwij
feld de verrichtingen van. Eef Kamerbeek,
die de records verbeterde op de 110 meter
horden en de tienkamp (5de in Rome, waar
mee hij dezelfde plaats bezette als Jan
Brasser in 1936). Jan van Uden kwam. in
1960 eindelijk onder het 22 jaar oude 400
meter record van Baumgarten (47.9 sec.),
terwijl Henk Heida op de 800 meter met
-.49.8 sec, defintief in het bezit kwam van
de door zijn voorganger. Frits de Ruyter.
beschikbaar gestelde beker. Frans Kunen
verbeterde de records op de 20 km. 25 km
en de marathon. Jan Romani benaderde
met een worp van 57.83 meter bij het
kogelslingeren de 60 metergrens en Cees
Koch was een klasse apart met een discus-
worp van 56,32 meter en 16,55 meter bij het
kogelstoten.
Ook in de zwemsport hebben de Olym
pische Spelen als de grote stimulans voor
het leveren van topprestaties gewerkt. Zo
fel was overal de strijd voor een plaats
in het vliegtuig naar Rome, dat de record-
lijsten op het moment, waarop in de
eeuwige stad de wedstrijden om de Olym
pische zwemtitels begonnen, nauwelijks
voor wijzigingen vatbaar waren. Het aan
tal wereldrecords, dat in het Olympisch
zwembad werd verbeterd, is dan ook be
trekkelijk klein: slechts 4 dames- en 3
herenrecords sneuvelden.
In totaal werden in 1960 64 wereldrecords
verbeterd tegen 39 in 1959. Het waren 34
damesrecords en 30 herenrecords. In 1959
waren het er respectievelijk 21 en 18. Op
de lijst der verbeteringen komt drie maal
de naam van een Nederlandse zwemster
voor; Marian Heemskerk bracht de 200
meter vlinderslag met 2.34.4 op haar naam
en Ria van Velsen verbeterde twee maal
het 100 meter rugslag-record met 1.11.0 en
1.10,9. Het is dezelfde nogal magere oogst
waarmee ons land sedert de 16 wereld
records van 1957 de laatste jaren genoegen
moeten nemen.
De strijd tussen de Verenigde Staten en
Australië is. wat het aantal wereldrecords
betreft vrijwel in een draw geëindigd. Bi.i
de dames werden door de Amerikaanse
meisjes 9 en door de Australische 12 ver
beteringen geboekt, bij de heren was de
verhouding: V.S. 15, Australië 14.
Rusland is het krachtsportland bi.i uit
nemendheid. Van de 21 wereldrecords, die
in 1960 werden verbeterd, kwamen er niet
minder dan 19 op naam van Rusland's
sterke mannen. De overige twee gingen
niet. zoals men wellicht zou denken, naar
de Verenigde Staten, maar naar de jonge
Pool Palenski. Voeg hierbij de vijf Russen,
die een Olympische titel veroverden, tegen
over één voor Amerika en één voor Polen,
en men heeft ongeveer een inzicht hoe de
verhoudingen liggen.
Treffend is overigens dat aan de ver
richtingen in deze tak van sport, waar
men toch op een gegeven moment aan een
grens moet komen, geen einde schijnt te
komen. Keek men enige jaren geleden nog
op tegen de prestatie van de Amerikaan
Paul Anderson, die voor de drie Olympi
sche oefeningen in het zwaargewicht een
totaal van 512,5 kg opstelde, in Rome tij
dens de Olympische Spelen heeft iedereen
met verbazing gezien hoe de Rus Yuri Vla-
sov deze cijfers belachelijk maakte. De
luitenant in hef Russische leger drukte 180
kg. trok 155 kg en stootte 202.5 kg de
eerste man die meer dan 200 kg omhoog
bracht en verwerkte in totaal 537.5 kg.
Hij is er van overtuigd dat er eens een
mei op zijn naam scnreei. ue rooi josei hij 1s er van overtuigd dat er eens een
Schmidt was een uitzonderlijk hinkstap-1 man zal komen die 600 kg in totaal omhoog
springer met 17.03 meter, de Australiër brengt,