OP EN OM HET BINNENHOF
Grootscheepse
scheidende
huldiging van
mr. Berger
PTT-beambte „verdiende" 5 mille aan
inklaring van Zwitserse horloges
laat-taiia
Drie nieuwe leden
in College benoemd
Reeks wijzigingen in
sociale wetten
4
LOF VOOR RIJKSBEMIDDELAAR NO. V
Geen „kolenoorlog"
in Zwolle
Duits schip gezonken na
botsing met Neder
lands schip
Verdediger: Iedereen op die afdeling
had zo zijn eigen klanten"
Dr. J. Chr. Hubach
overleden
Hout fabriek uitgebrand
Buitenlands bezoek
hoger dan in 1959
Per 1 januari
Vier jongens liepen
uit inrichting weg
Meisje vervalste haar
spaarbankboekje
ZATERDAG 31 DECEMBER 196 0
Honderden autoriteiten en vooraanstaan
de figuren uit het bedrijfs- en beroepsle
ven hebben vrijdagmiddag op een recep
tie in het Schevcningse Kurhaus afscheid
genomen van de voorzitter van het Col
lege van Rijksbemiddelaars, mr. J. A.
Berger, die de pensioengerechtigde leef
tijd heeft bereikt en om gezondheidsrede
nen ontslag verzocht heeft. De receptie
was georganiseerd door het College van
Ri.iksbemiddelaars en de Stichting van de
Arbeid.
Voorafgaande aan deze receptie is in
kleinere kring aandacht geschonken
aan dit afscheid. Daarom heeft de de
missionaire staatssecretaris van So
ciale Zaken en Volksgezondheid, de
heer B. Roolvink, o.a. medegedeeld
dat de Koningin de heer Berger heeft
benoemd tot commandeur in de orde
van Oranje Nassau.
De heer Roolvink maakte tevens de
nieuwe samenstelling van het College van
Rijksbemiddelaars bekend: drie nieuwe le
den zullen per 1 januari a.s. toetreden
tot het college, de heren H. J. Vermeu
len, lid van de gemeenteraad van Amster
dam. mr. J. Ae. H. J. van der Dussen,
burgemeester van Dordrecht, en mr. R.
J. Erdbrink, tot nu toe directeur-secreta
ris van het college. Als voorzitter zal van
1 januari af tijdelijk optreden prof. dr.
F. .7. H. M. van der Ven, hoogleraar aan
de katholieke economische hogeschool te
Tilburg. Als tweede voorzitter zal prof. Le-
venbach tijdelijk mr. J. Heusdens, burge
meester van Vlaardingen, opvolgen, die
om gezondheidsredenen het college ver
laat.
„Uitnemend werker"
De heer Roolvink heeft in zijn toespraak
tot de scheidende voorzitter van het Col
lege van Rijksbemiddelaars eraan herin
nerd dat de aanvraag om ontslag vooral
is geschied om gezondheidsredenen. „Wa
re dat niet het geval geweest," aldus de
heer Roolvink, „dan zou de overheid stel
lig een beroep op u hebben gedaan voor
lopig deze functie nog te vervullen. Ons
land kan zich gelukkig prijzen dat het in
u iemand heeft gehad die, met negatie
van eigen lichamelijke noden, deze betrek
king op de meest uitnemende wijze heeft
bekleed."
De heer Roolvink wees er o.m. op dat
de heer Berger, lang voordat de publiek
rechtelijke bedrijfsorganisatie wettelijk ge
stalte had gekregen, er naar gestreefd
heeft de verantwoordelijkheid voor de
loonvorming zoveel mogelijk bij de be-
drijfsgenoten zelf te leggen. „U bent al
tijd wars geweest van het beknotten van
de vrijheid van bedrijfsgenoten en aan
uw standvastig en onvermoeid streven is
het te danken dat in vele bedrijfstakken
een loonstructuur werd opgebouwd, geba
seerd op moderne hulpmiddelen als werk-
classificatie en dergelijke. Dat u hierbij
vaak persoonlijke aanvallen heeft moeten
verduren van degenen die het niet met
u eens waren, en telkens voor aanzienlijke
moeilijkheden kwam te staan, heeft u er
niet van weerhouden datgene tot stand te
laten komen wat u, terecht, als een groot
sociaal goed beschouwde," aldus de heer
Roolvink.
„Apostel en kunstenaar"
Ir. W. H. Kruyff, voorzitter van het Cen
traal Sociaal Werkgevers-Verbond, sprak
van de grote waardering die men van
werkgeverszijde voor de arbeid van de
heer Berger heeft en van de vriendschap
die in de loop der jaren met hem is ge
groeid. Hij noemde hem een zeer bijzon
der beminnelijk en zeer bijzonder mens
met iets van een apostel en een kunste
naar". Namens alle werkgevers bood hij
de heer Berger een televisietoestel aan.
'N.V.V.-voorzitter drs. D. Roemers zei,
sprekende namens de werknemersorgani
saties: „Al mogen er veel verschillen zijn
geweest tussen de drie vakcentralen se
dert 1945, toch zijn zij unaniem van me
ning dat de loonpolitiek in Nederland niet
vrij kan zijn op dit moment. Er is wel
pens gezegd, zo zeide de heer Roemers
verder o.m., dat het College van Rijks
bemiddelaars in ons land niet zou passen.
Men heeft de heren van dit college wel
„Rijksbeknibbelaars" en „loondictatoren"
genoemd. Maar wij uit de drie vakcen
tralen, kunnen, afgezien van de vraag hoe
wij tegenover de huidige loonpolitiek staan
dit orgaan goed gebruiken om tot over
eenstemming te komen en conflicten te
voorkomen. Als voorzitter van het N.V.V.
merkte de heer Roemers op dat het N.V.V.
er trots op is dat de heer Berger uit
déze beweging is gegroeid tot een natio
nale figuur. Hij getuigde van grote dank
van' de vakcentralen in het algemeen en
van het N.V.V. in het bijzonder voor de
arbeid van de heer Berger en overhan
digde hem namens de drie vakcentralen
een geschenk onder couvert.
•uapnoqaS uap
„Fantastisch gekke vent"
Als oudste lid van het College van Rijks
bemiddelaars voerde prof. Levenbach uit
naam van dit college en van het secre
tariaat het woord. Hij noemde de heer
Berger „een fascinerend gekke vent", met
een fantastisch verstand, economisch be
grip, psychologisch inzicht, een sterk ge
voel voor billijkheid en rechtvaardigheid.
grote zin voor praktisch beleid, een voor
treffelijk jurist, iemand met een grote fan
tasie en een groot toneelspeler."
In zijn dankwoord wees de heer Berger
de hem toegezwaaide lof voor een groot
deel terug naar mannen als Stikker, Slo-
temaker, Kupers, Stapelkamp en De Bruijn
die met hun organisaties direct na de be
vrijding zoveel hebben gedaan om het
overleg tussen werkgevers en werknemers
in goede banen te leiden.
Op de daarna volgende afscheidsrecep
tie verschenen o.a. de demissionaire mi
nisters Van Rooy en De Pous, oud-minis
ter-president dr. W. Drees. de voorzitter
van de Eerste Kamer mr. J. A. .Jonk
man. het oud-kroonlid van de Sociaal-Eco
nomische Raad prof. De Gaay Fortman,
de burgemeester van Eindhoven, oud-mi-
nister Witte en vele andere prominente
figuren.
De dreiging van een „kolenoorlog" in
Zwolle is op het laatste ogenblik afge
wend. De brandstoffenhandelaren en het
personeel zijn tenslotte tot een compromis
gekomen over de bezorging van kolen in
flats. Het personeel weigerde om na 1
januari de kolen hoger te bezorgen dan de
eerste etage. Er zal nu een beroep op de
flatbewoners worden gedaan vrijwillig hun
kolenberging naar de kelder te verplaat
sen. De kolen zullen in papieren zakken
worden geleverd. In pasgebouwde flats zal
alleen in de kelder bezorgd worden.
Het Nederlandse motorschip „Hugo I" is
op de Rijn voor de ingang van de haven
van Sint Goarshausen in botsing gekomen
met het 500 ton metende Duitse motor
schip „Magdalena".
De „Magdalena" is gezonken. Het Ne
derlandse schip liep schade op aan het
voorschip. Persoonlijke ongelukken deden
zich niet voor.
Wegens het meermalen als ambtenaar
aannemen van giften van zakenlieden om
in strijd met zijn plicht te handelen heeft
de officier van Justitie bij de Amsterdam
se rechtbank tegen een inmiddels ontsla
gen 47-jarige PTT-ambtenaar uit de hoofd
stad twaalf maanden gevangenisstraf,
waarvan twee voorwaardelijk, geëist. De
verdachte, die een blanco strafblad had
en sedert 1929 in dienst was bij de PTT
bekende. Hij had in 1958, toen hij werk
zaam was op de afdeling inklaring op het
Centraal Station, op invoei'-aangiftefor-
mulieren voor postpakketten met Zwitser
se horloges zowel de waarde als de ver
schuldigde kosten te laag ingevuld. Voor
zijn medewerking ontving hij giften van
de geadresseerden. Hij verklaarde op de
ze wijze 3.00U ontvangen te hebben. De
officier van Justitie zei echter, dat er
volgens de ambtenaren van de Fiscale
Opsporingsdienst op deze wijze ongeveer
f 10.000 aan rechten was ontdoken, waar
van de verdachte de helft zou hebben
„verdiend". De ambtenaar, die een sala
ris van f 370 per maand had, had het
geld gebruikt voor luxe-uitgaven van zijn
gezin. Zijn vrouw was ziekelijk. Hij had
zich een tweedehands auto aangeschaft
en twee keer met zijn gezin een reis naar
de Rivièra gemaakt. Over de PTT-afde-
ling waar de verdachte gewerkt had zei de
president: „Er hebben toestanden geheerst,
die alles te wensen lieten en de leiding
heeft bepaald hier en daar gefaald. Be
paalde klanten genoten een voorkeursbe
handeling en lieten de zaak aan ver
dachte over omdat er te „matsen" viel".
„In dé kring van dé collega's mocht
mén hém wél. hoèwel 'men' hem 'een bra
nieschopper noemde. In zijn jeugd is hij
veel tekort gekomen. Hij probeerde nu
zijn gezin te geven wat hij tekort kwam"
aldus het reclasseringsrapport.
De officier van Justitie zei dat de veri
ficateurs der douane slecht hebben gecon
troleerde en klakke'oos hun parafen heb
ben gezet op de formulieren, die de ver
dachte klaarmaakte. „Er is een smet
geworpen op het ambtenarenkorps, waar
in zich weinig gevallen van fraude voor
doen. PTT is eigenlijk de kassier van de
Staat der Nederlanden geworden". De zaak
was uitgekomen omdat bijzondere horlo
ges in ons land goedkoop waren aangebo
den. „In Zwitserland was bekend geworden
dat de verdachte de man was die men
voor ontoelaatbare transacties moest heb
ben", aldus de officier. De raadsman zei
onder meer, dat in de loop der jaren
iedereen op de afdeling inklaring zijn eigen
„klanten" had gekregen, hetgeen natuur
lijk fout was. De douane gaf haar fiat
zonder enige controle. Tenslotte verzocht
pleiter de uiterste clementie te betrachten.
Op vrijdag 13 januari zal de rechtbank
uitspraak doen
In Soest is op 67-jarige leeftijd over
leden dr. J. Chr, Hubach, oud-hoofd van
de afdeling vliegerkeuringen van de stich
ting Nationaal Luchtvaart-Geneeskundig
Centrum in Soesterberg.
In 1928 deed hij zijn intrede in de lucht
vaart als garnizoensarts bij de luchtvaart
afdeling van het K.N.I.L. in Kalidjati. Hij
haalde in zes maanden zijn vliegbrevet.
In 1928 kwam in Indië onder zijn leiding
een vliegmedisch laboratorium gereed. In
1931 werd aan dit laboratorium een onder-
drukkamer toegevoegd de eerste op het
zuidelijk halfrond. Men kon er luchtdruk
en temperatuur op 5000 meter hoogte in
nabootsen. Op grond van onderzoekingen
met behulp van deze onderdrukkamer ver
richt stelde hij een proefschrift samen,
waarop hij in 1935 promoveerde tot doctor
in de geneeskunde aan de geneeskundige
hogeschool in Batavia. Promotor was de
eerste vliegerarts van Nederland, prof. dr.
P. M. Wullften Palthe, nu hoogleraar-
directeur van de stichting Nationaal Lucht
vaart-Geneeskundig Centrum, van welke
stichting dr. Hubach een der grondleggers
was.
In 1947 werd hij ingedeeld bij de Neder
landse luchtstrijdkrachten.
In 1952 nam hij in de rang van kolonel
ontslag uit de militaire dienst. Hij werd
toen bij het Luchtvaart-Geneeskundig
Centrum hoofd van de afdeling vlieger
keuringen.
m AARDRIJKSKUNDE
WENK
M De Volkskrant schreef over
„de Colum.biaanse hoofdstad Bo-
H livia".
1 Dat moet een Columbiaan in zijn
H hoofdstad Bogoté precies zo in de
oren klinken, als wanneer een
M Nederlander in een Columbiaanse
M krant zou lezen „de Nederlandse
j§ hoofdstad België".
WAT
§f Het Nieuwsblad van het
H Noorden constateert
„proeven behoort natuurlijk tot
een der aangenaamste dingen op
U de kookles".
If Maar het blad vertelt er niet bij wat
j| dat éne aangename ding is, waartoe
s proeven behoort.
I KAST
1 Van de Spar (Heerlen) ontving ik
U een circulaire met. „week-end voor-
delen", waarop voorkomen
„kast-tomaten, least-sla en kast-
druiven".
jj Ik heb van alle drie wat besteld,
jj Maar niet veel. want daarvoor ben
ik niet goed genoeg bij kast.
TlllH 'lül
De Volkskrant meldt naar g
aanleiding van vuurwerk-gevaar op gj
oudejaarsavond dat er te dien aan- jj
zien J
„behartenswaardige wenken"
zijn gegeven.
Mag ik De Volkskrant de,
mijns inziens behartigenswaardige
wenk geven, eens na te gaan of het
werkwoord „beharten" bestaat?
NIET
Over het algemeen geniet de Am -
hemsche Courant mijn vol-
ledige vertrouwen Maar nu zij over g
een vliegongeluk schrijft:
„het vliegtuig was slechts tachtig g
meter van de grond toen het neer- jg
stortte, volgens een overledene als M
gevolg van een luchtzak",
vertrouw ik haar bron niet,
Talarius
m «r
Een grote brand, heeft een hout-fabriek
aan de rivier de Roding in Sussex
(Engeland) verteerd. De hitte van het
vuur was zo groot, dat de modder-
banken langs de rivier lagen te sto
men! Een aantal gezinnen, dat bij de
Jabriek woonde, moest evacueren, ter
wijl de brandweer verivoede pogingen
deed te voorkomen, dat het vuur een
'oezine-opslagplaats zou bereiken. De
brandweer won de strijd.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
deelt mede, dat gedurende de eerste ne
gen maanden van 1960 ruim 3 miljoen
overnachtingen van buitenlandse gasten
in hotels werden geregistreerd. Ten op
zichte van de overeenkomstige periode
van 1959 betekent dit een toeneming van
38ö!000 overnachtingen of 15 percent. De
toeneming van het aantal overnachtingen
was het sterkst voor de bezoekers uit En
geland en Schotland (89.000 of 23 pet.),
Zwitserland (19.000 of 23 pet.) en Frank
rijk (29.000 of 21 pet.). Het aantal over
nachtingen van gasten uit de Verenigde
Staten nam toe met 70.000 (20 pet.), en
uit Duitsland met 86.000 (10 pet.). Het
aantal overnachtingen van geallieerde mi
litairen steeg met 15.000 (15 pet.) verge
leken met de eerste 9 maanden van 1959
Van een ingewijde in wat er in anti
revolutionaire kring leeft en wat bij het
ontstaan van de kabinetscrisis op 22 de
cember vooral een rol zou hebben ge
speeld. kreeg ik te horen, dat er reeds
sinds geruime tijd geen sprake is van een
minder goede persoonlijke verstandhou-
houding tussen de heer Bruins Slot, aan
voerder der A.R. Tweede Kamerfranctie
en minister Zijlstra. Tussen dat tweetal
heeft in 1958 een verzoening plaats gevon
den.
Naar mijn betrouwbare voorlichter mij
ook nog wist te vertellen, is het over en
weer na dien uitstekend blijven gaan. Iets
geheel anders is, dat er wel zakelijke
meningsverschillen tot de botsing van de
vorige week hebben geleid. De anti-revo
lutionaire Kamerclub wenste zich te keren
tegen het in de ogen van die groep te
schriele beleid van minister Van Aartsen.
en men mag wel zeggen van het kabinet,
met betrekking tot het woningbouwpro
gramma. Kwaad bloed heeft bij de a.r.
fractie vooral ook de wijze veroorzaakt,
waarop minister Van Aartsen de boot heeft
afgehouden, die bemand was zowel dooi
de a.r. als door de de c.h. Kamerleden
en die als vlag de motie-Van Eibergen
voerde.
Men mag veilig aannemen, dat niet
slechts de minister van Volkshuisvesting
en Bouwnijverheid, doch eveneens zijn
collega van Financiën, prof. Zijlstra, van
hun kant de houding van hun geestver
wanten zakelijk er volslagen naast von
den. Aangezien ik in mijn vorige kroniek
gewag maakte, va1" persoonlijke tegen
stellingen, die al te zeer bij het
jongste politieke drama op de voorgrond
zouden hebben gestaan, acht ik het mijn
plicht thans melding te maken van de be
lichting, die ik kreeg van iemand van a.r.
huize op wiens mededelingen ik bepaald
durf afgaan. Overigens moet het beide
protestants-christelijke groepen geducht
gestoken hebben, dat zij nul op hun rekest
kregen, daarentegen de K.V.P. voor de
motie-Anrdiessen achter de ministerstafel
een gewillig gehoor verwierf.
Zijlstra in de Eerste Kamer
Bij zijn verdediging van de wetsontwer
pen voor belastingverlaging mocht minis
ter Zijlstra in de Eerste Kamer heel wat
lof oogsten. Zo hoorde hij zich onder meer
als een goed tacticus roemen. Hoezeer hij
dat kan zijn, toonde hij juist ook weer in
dat debat. Zijn uiteenzettingen, dienende
ter verdediging van een voorzichtig finan
cieel en economisch beleid, sloegen met
een ten volle op het van regeringszijde
inzake de woningbouw-aangelegenheden in
genomen standpunt. Namelijk dat de voor
zichtigheid eist thans niet zo ver met het
programma te gaan, althans zich te dien
opzichte niet zozeer vast te leggen, als de
voorstellers van de motie-Van Eiberger
hadden gewild.
Te kort aan tact
Van tact gesproken, meer en meer kan
men op en om het Binnenhof kritische ge
luiden opvangen omtrent een tekort aan
tact. dat het uitbreken van de crisis zo
al niet veroorzaakt dan toch zeker bevor
derd zou hebben.
Van de heer Andriessen (K.V.P.) was
het niet verstandig geweest, dat hij de
anti-revolutionairen en christleijk-histori-
schen niet gegund heeft de eer te behalen
dat zij inzake het woningbouw-program-
ma iets van het kabinet hadden losgekre
gen. Met andere woorden, hij had veel
meer voor een samenspel met die twee
fracties moeten zorgen inplaats van voor
de dag te komen met een eigen, wat min
der ver gaande motie dan die van de a.r.
en van de c.h. Aldus sommiger kritiek.
Hiertegenover staat echter, dat de mo-
tie-Andriessen ook door twee liberalen, de
heren Oud en Schuitemaker, ondertekend
is. Voorts dat. naar verluidt, wel degelijk
geprobeerd zou zijn om met de beide an
dere „regeringspartijen" overeenstem
ming te bereiken, maar dat dit nu juist
op onverzettelijkheid van die kant zou zijn
afgestuit. Er is dus wel enige reden om
zich af te vragen, of inderdaad de heer
Andriessen het verwijt verdiend niet tact
vol genoeg te werk te zijn gegaan.
Maar wel moet ik erkennen, dat er door
heel iemand anders een, bij rustige over
weging onbegrijpelijk te noemen, fout is
begaan. Hier heb ik het oog op de Kamer
voorzitter. Hij had óp de bewuste donder
dagavond veel wijzer gedaan, wanneer hij
er op zou hebben aangestuurd, de beraad
slagingen geschorst te krijgen om deze
pas de volgende dag te laten voortzetten
en ook dan pas de beslissing over de. mo
ties te doen vallen. Dan hadden de verhit
te gevoelens tot wat meer kalmte kunnen
komen en dan ware het ook mogelijk ge
weest, dat de nacht wijze raad had ge
bracht.
Extra-parlementair of parlementair
Het kabinet-De Quay heet extra-parle
mentair te zijn. Het was immers, naar
men het vooral deed voorkomen, tot stand
gekomen buiten bemoeiingen van de par
lementaire groepen om en ook zonder dat
er enige binding zou bestaan tussen de
groepen, uit welker richting er personen
in de ministersploeg zitten, en het pro
gramma van het kabinet.
Van het eerste is nu wel op overduide
lijke wijze de onjuistheid aan het licht ge
komen. Als er werkelijk tussen de groepen
in kwestie en een kabinet geen banden be
staan. dan kan men al niet, zoals in juli
minister Beerman op een onbewaakt ogen
blik deed toen in de Tweede Kamer moei
lijkheden te duchten schenen, een bede
om hulp richten totde partijen, waar
op de regering steunt! Dat was echter nog
niets vergeleken bij de verklaring, door de
minister-president op de 22ste december
namens het kabinet afgelegd.
Die kwam er immers onder meer op
neer dat, als een belangrijk gedeelte van
de anti-revolutionairen voor de motie-Van
Eibergen zou stemmen, met het gevolg
dat ook bij verwerping dier motie de anti
revolutionaire bewindslieden reeds des
wege ontslag zouden vragen, dan alle mi
nisters en staatsecretarissen dit zouden
doen. En wel, omdat in dat geval de
grondslag aan het kabinet ontvallen zou
zijn. Terecht vond de heer Tilanus (c.h.)
dit wonderlijk, want voor zulk een ge
dragslijn bestond immers bij een extra
parlementair ministerie geen enkele re
den. Minister De Quay's verklaring lever
de echter het onbetwistbare bewijs, dat
het kabinet wel degelijk een parlementair
kabinet is. Tenzij men onder een extra
parlementair kabinet zou moeten ver
staan: een kabinet dat extra-gevoelig is
voor.... hetgeen zelfs één enkele parle
mentaire groep doet:
Meer zekerheid
Intussen is weer eens aan het licht ge
treden, hoe er zich gemakkelijk bedenke
lijke verwikkelingen kunnen voordoen,
wanneer een kabinet met een programma
in zee gaat. zonder dat het zich in afdoen
de mate verzekerd heeft van de bereid
heid van de groepen, op welke het in feite
wenst en hoopt te steunen, dat deze met
dat programma akkoord gaan. De onenig
heid, die ruim een week geleden de bom
deed barsten, vond haar zakelijke oorzaak
in verschil van mening met betrekking tot
de vraag of voorziening in de woningbouw
speciaal wat aangaat een ruimere verde
ling voor het bouwen van goedkopere (ge
subsidieerde) woningen, niet voorrangs
nummer één moest hebben. Denkbaar is
ik kom daarop aanstonds nog nader te
rug dat men het omtrent dit punt
thans alsnog eens zou worden. Intussen is
er in het wezen der zaak niet minder be
hoefte aan soortgelijke zekerheid t.o.v.
van verschillende andere punten. Toch
vrees ik, dat de kans om ook te dien
aanzien nu te bevorderen, wat bij de for
matie te veel is nagelaten, niet bijster
groot is.
Verzoening mogelijk
Op het ogenblik waarop ik deze beschou
wingen zit te schrijven, is nog geenszins
met stelligheid te zeggen, hoe de afloop
van de crisis zal zijn. Niettemin waag ik
een kansje. Ik durf namelijk te voorspel
len, dat de informateur prof. De Gaay
Fortman er waarschijnlijk in zal slagen
een verzoening tussen het kabinet en een
meerderheid in de Kamer te bewerkstelli
gen.
Reeds heeft de door de heer Bruins Slot
aangevoerde anti-revolutionaire Kamer
fractie verklaard, het helemaal niet ge
munt te hebben op het kabinet noch op
een der leden daarvan. Daardoor was het
de anti-revolutionaire fractievoorzitter
waarschijnlijk mogelijk, ook zijnerzijds,
zoals hij gedaan heeft, akkoord te gaan
met het optreden van de partijvoorzitter
dr. Berghuis, dus met het feit dat deze in
zijn op tweede kerstdag gehouden radio
rede het ontstaan van de kabinetscrisis
had betreurd.
Blijkens 'n eenstemmige verklaring van
de a.r.-fractie heeft zij begrip voor de be
grensde mogelijkheden van de bouwmarkt,
maar acht zij binnen die grenzen de uiter
ste krachtsinspanning nodig om de gewens
te versnelling van de woningbouw te be
reiken.
Als nu de informateur van de ministers
Van Aartsen en Zijlstra bij zijn bespre
kingen met hen kon bereiken, dat van de
zijde der regering een verklaring zou wor
den afgelegd die van eenzelfde inzicht ge
tuigt, zou over een dergelijk hulpbrugge
tje de verzoening in 's lands vergaderzaal
spoedig haar beslag kunnen krijgen. Met
name ware dit bv. wellicht bereikbaar, in
dien van achter de ministerstafel zou wor
den meegedeeld, dat binnen 't aantal van
82.500 woningen, die minister Van Aartsen
al op zijn bouwprogramma heeft gebracht
(nl. toen hij met de motie-Andriessen ak
koord ging), een verschuiving ten gunste
van de bouw van goedkopere woningen
zal worden aangebracht. Een gelukkige
omstandigheid is. dat de beraadslagingen
over de begroting van minister Van Aart
sen alleen maar geschorst, doch nog niet
afgelopen zijn. Bij voortzetting daarvan
zou er plaats kunnen zijn voor een verkla
ring in de hier geschetste geest.
Motie en emotie
Natuurlijk kan men zich bij een even
tueel weer-inhuren van het kabinet afvra
gen, waarom het dan zo heeft moeten lo
pen als het gelopen is. Zie ik het goed.
dan valt het gebeurde in niet onbelangrij
ke mate te verklaren, doordat er behalve
een motie ook wel heel veel emotie
voorhanden was. Trouwens, waartoe emo
tie iemand kan brengen, viel nog eens
goed te beluisteren in een donderdag
avond door de heer Hazenbosch (A.R.)
gehouden radiorede. Zij getuige, zacht uit
gedrukt. van weinig bereidheid om zich
verder welwillend tegenover het kabinet
te gedragen. Maar de emotie van één lid
van de Anti-Revolutionaire fractie is nog
allerminst beslissend voor de houding en
gevoelens van die fractie in haar geheel
Als men dit bedenkt, alsook dat genoemd
Kamerlid naar alle waarschijnlijkheid
door de radio aan het toornen is geweest
zonder daarin tevoren een zijner fractie
genoten gekend te hebben, bestaat ér
mijns inziens geen reden het optreden van
de heer Hazenbosch al te tragisch te ne
men.
Van de emotie keer ik terug tot de aan
genomen motie-Van Eibergen. En wel om
in herinnering te brengen, dat van de
zijde der voorstanders dier motie met
geen woord gezegd was dat, als minis
ter Van Aartsen haar naast zich zou neer
leggen en niet zou uitvoeren, hij (en even
tueel ook het kabinet) moest heengaan.
Het zou waarlijk niet de eerste keer in
onze parlementaire geschiedenis zijn. dat
een motie, die een meerderheid verwierf,
onuitgevoerd bleef. Wie dus mocht willen
beweren, dat een dergelijke gang van za
ken zou betekenen, dat de heer Bruins
Slot en zijn politieke vrienden geheel door
de knieën zijn moeten gaan, vergist zich
deerlijk, mogelijk vooral ook als gevolg
van wat al te veelemotie.
Dr. E. van Ranl.te
(Van onze Haagse redacteur
Het nieuwe jaar brengt een groot aantal
wijzigingen in een reeks wetten op het ge
bied van de sociale verzekeringen. Van de
voornaamste veranderingen geven wij hier
een samenvatting.
De premie voor de ziekenfondsen wordt
verhoogd van 4.8 tot 4,9 percent.
De uitsluitend door de werkgevers ge
dragen premie voor de uitvoering van
de kinderbijslagwet wordt verlaagd van
5,3 tot 4,9 percent.
Bij 58 algemene ziekenfondsen wordt de
premie van de vrijwillige verzekering met
ingang van 1961 verhoogd. Bij 40 fondsen
is de premie niet gewijzigd, maar een aan
tal van deze fondsen is voornemens in de
loop van 1961 tot premieverhoging over te
gaan. Alle verhoogde premies zijn goedge
keurd door de Ziekenfondsraad.
De premie is gemiddeld gestegen van
f 2.30 in januari 1960 tot f 2,49 in januari
1961. In januari 1960 varieerde de premie
van f 1,60 tot 2,90 en met ingang van
1961 zal zij variëren van f 1,95 tot f 3,20.
De loongrenzen voor Ziektewet. Zicken-
fondscnbesluit, Invaliditeitswet en Wacht
geld- en Werkloosheidswet worden ver
hoogd van 7.450 tot 8.000 gulden per jaar.
De salarisgrenzen waarboven geen pré
mie wordt betaald voor de Algemene
Ouderdomswet en de Algemene Weduwen-
en Wetenwet worden verhoogd van 7.450
(o,t. 8 250 gulden per jaar.
De groep huispersoneel welke verzeke^
ringsplichtig is, wordt, uitgebreid! Tot nü
toe behoefde pas premie te worden 'betaald
voor Ziektewet en Ziekenfondsenbeslüff
door en voor degenen die vijf of meer
dagen per week bij éér. werkgever (-geef
ster) in dienst zijn. Van 1 januari af strekt
deze verzekeringsplicht zich uit tot allen
die drie dagen of meer per week dezelfde
werkgever dienen. Voorzover de werk
gevers nog niet zijn aangesloten bij een
bedrijfsvereniging dienen zij zich voor dé
uitvoering van deze maatregel aan te slui
ten bij de bedrijfsvereniging voor detail
handel en ambachten te Utrecht.
Wanneer ook de Eerste Kamer op 10 ja
nuari de verhoging van de uitkeringsbe-'
dragen ingevolge de Kinderbijslagwet aan
vaardt, gaat met terugwerkende kracht tot
1 oktober van dit jaar de volgende uit
keringsregeling gelden: eerste kind: 75 cent'
per dag (nu 72); tweede en derde kind:
82 cent (nu 79); vierde en vijfde kind:
111 cent (nu 106); zesde en volgende kin
deren: 125 cent (nu 117).
De uitkeringen op grond van de Onge
vallenwet worden, na goedkeuring door de
Eerste Kamer, per 1 januari met tien per
cent verhoogd. In verband daarmee is ook
de dagloongrens, dat wil zeggen het maxi
mumbedrag waarover een uitkering kan
worden berekend en waarover premie
wordt betaald, van twintig op tweeëntwin-
tig gulden gesteld. Het gaat in feite om
een verbetering van de wet van 14 april
1960. waarbij een tijdelijke bijslag van
6 percent op de uitkeringen ingevolge de
Ongevallenwet werd toegekend. Bovendien
is de bijslag beperkt tot die uitkeringen,
welke hun oorzaak vinden in de periode
van 31 juli 1957 tot 1 april 1960.
Op aanwijzingen van het spoorweg-per
soneel heeft de Beverwijkse politie vrij
dagavond na aankomst van de trein van
23.07 uur uit Amsterdam een viertal jeug-.
dige misdadigertjes aangehouden en naar
het politiebureau overgebracht.
De jongens in de leeftijd van 11 en 12
jaar waren 's middags weggelopen uit een
observatietehuis in de Vosmaerstx-aat in
Amsterdam.
Zij hadden zich geruime tijd schuil we
ten te houden in een boot, waar zij al plan
nen maakten om de nacht door te bren
gen, toen ze onderling ruzie kx-egen en
wegliepen.
In Amsterdam zagen zij pas- 's avonds
laat hun kans schoon om een trein te ne
men in de x'ichting Alkmaar want men wil
de naar de ouders van een van hen. die in
Schagen woont, om daar zoals ze vex'tel-
den oudejaarsavond op gezellige wijze
door te brengen.
In Almelo is een 21-jarig meisje aan
gehouden dat haar spaax-bankboekje van
de x-ijkspostspaarbank had vervalst. Toen
zij het boekje op het postkantoor aanbood
met het verzoek haar duizend gulden uit
te betalen, viel het de loketbeambte op.
dat met de cijfers geknoeid was. Van het
getal 200 was 2200 gemaakt. Op twee an-
dei-e postkantox-én in ons land was het al
gelukt, twee keer een bedrag van 1000
gulden te innen. Het meisje is reeds meer
malen met de politie in aanraking geweest.