OP EN OM HET BINNENHOF Grootscheepse scheidende huldiging van mr. Berger PTT-beambte „verdiende" 5 mille aan inklaring van Zwitserse horloges laat-taiia Drie nieuwe leden in College benoemd Reeks wijzigingen in sociale wetten 4 LOF VOOR RIJKSBEMIDDELAAR NO. V Geen „kolenoorlog" in Zwolle Duits schip gezonken na botsing met Neder lands schip Verdediger: Iedereen op die afdeling had zo zijn eigen klanten" Dr. J. Chr. Hubach overleden Hout fabriek uitgebrand Buitenlands bezoek hoger dan in 1959 Per 1 januari Vier jongens liepen uit inrichting weg Meisje vervalste haar spaarbankboekje ZATERDAG 31 DECEMBER 196 0 Honderden autoriteiten en vooraanstaan de figuren uit het bedrijfs- en beroepsle ven hebben vrijdagmiddag op een recep tie in het Schevcningse Kurhaus afscheid genomen van de voorzitter van het Col lege van Rijksbemiddelaars, mr. J. A. Berger, die de pensioengerechtigde leef tijd heeft bereikt en om gezondheidsrede nen ontslag verzocht heeft. De receptie was georganiseerd door het College van Ri.iksbemiddelaars en de Stichting van de Arbeid. Voorafgaande aan deze receptie is in kleinere kring aandacht geschonken aan dit afscheid. Daarom heeft de de missionaire staatssecretaris van So ciale Zaken en Volksgezondheid, de heer B. Roolvink, o.a. medegedeeld dat de Koningin de heer Berger heeft benoemd tot commandeur in de orde van Oranje Nassau. De heer Roolvink maakte tevens de nieuwe samenstelling van het College van Rijksbemiddelaars bekend: drie nieuwe le den zullen per 1 januari a.s. toetreden tot het college, de heren H. J. Vermeu len, lid van de gemeenteraad van Amster dam. mr. J. Ae. H. J. van der Dussen, burgemeester van Dordrecht, en mr. R. J. Erdbrink, tot nu toe directeur-secreta ris van het college. Als voorzitter zal van 1 januari af tijdelijk optreden prof. dr. F. .7. H. M. van der Ven, hoogleraar aan de katholieke economische hogeschool te Tilburg. Als tweede voorzitter zal prof. Le- venbach tijdelijk mr. J. Heusdens, burge meester van Vlaardingen, opvolgen, die om gezondheidsredenen het college ver laat. „Uitnemend werker" De heer Roolvink heeft in zijn toespraak tot de scheidende voorzitter van het Col lege van Rijksbemiddelaars eraan herin nerd dat de aanvraag om ontslag vooral is geschied om gezondheidsredenen. „Wa re dat niet het geval geweest," aldus de heer Roolvink, „dan zou de overheid stel lig een beroep op u hebben gedaan voor lopig deze functie nog te vervullen. Ons land kan zich gelukkig prijzen dat het in u iemand heeft gehad die, met negatie van eigen lichamelijke noden, deze betrek king op de meest uitnemende wijze heeft bekleed." De heer Roolvink wees er o.m. op dat de heer Berger, lang voordat de publiek rechtelijke bedrijfsorganisatie wettelijk ge stalte had gekregen, er naar gestreefd heeft de verantwoordelijkheid voor de loonvorming zoveel mogelijk bij de be- drijfsgenoten zelf te leggen. „U bent al tijd wars geweest van het beknotten van de vrijheid van bedrijfsgenoten en aan uw standvastig en onvermoeid streven is het te danken dat in vele bedrijfstakken een loonstructuur werd opgebouwd, geba seerd op moderne hulpmiddelen als werk- classificatie en dergelijke. Dat u hierbij vaak persoonlijke aanvallen heeft moeten verduren van degenen die het niet met u eens waren, en telkens voor aanzienlijke moeilijkheden kwam te staan, heeft u er niet van weerhouden datgene tot stand te laten komen wat u, terecht, als een groot sociaal goed beschouwde," aldus de heer Roolvink. „Apostel en kunstenaar" Ir. W. H. Kruyff, voorzitter van het Cen traal Sociaal Werkgevers-Verbond, sprak van de grote waardering die men van werkgeverszijde voor de arbeid van de heer Berger heeft en van de vriendschap die in de loop der jaren met hem is ge groeid. Hij noemde hem een zeer bijzon der beminnelijk en zeer bijzonder mens met iets van een apostel en een kunste naar". Namens alle werkgevers bood hij de heer Berger een televisietoestel aan. 'N.V.V.-voorzitter drs. D. Roemers zei, sprekende namens de werknemersorgani saties: „Al mogen er veel verschillen zijn geweest tussen de drie vakcentralen se dert 1945, toch zijn zij unaniem van me ning dat de loonpolitiek in Nederland niet vrij kan zijn op dit moment. Er is wel pens gezegd, zo zeide de heer Roemers verder o.m., dat het College van Rijks bemiddelaars in ons land niet zou passen. Men heeft de heren van dit college wel „Rijksbeknibbelaars" en „loondictatoren" genoemd. Maar wij uit de drie vakcen tralen, kunnen, afgezien van de vraag hoe wij tegenover de huidige loonpolitiek staan dit orgaan goed gebruiken om tot over eenstemming te komen en conflicten te voorkomen. Als voorzitter van het N.V.V. merkte de heer Roemers op dat het N.V.V. er trots op is dat de heer Berger uit déze beweging is gegroeid tot een natio nale figuur. Hij getuigde van grote dank van' de vakcentralen in het algemeen en van het N.V.V. in het bijzonder voor de arbeid van de heer Berger en overhan digde hem namens de drie vakcentralen een geschenk onder couvert. •uapnoqaS uap „Fantastisch gekke vent" Als oudste lid van het College van Rijks bemiddelaars voerde prof. Levenbach uit naam van dit college en van het secre tariaat het woord. Hij noemde de heer Berger „een fascinerend gekke vent", met een fantastisch verstand, economisch be grip, psychologisch inzicht, een sterk ge voel voor billijkheid en rechtvaardigheid. grote zin voor praktisch beleid, een voor treffelijk jurist, iemand met een grote fan tasie en een groot toneelspeler." In zijn dankwoord wees de heer Berger de hem toegezwaaide lof voor een groot deel terug naar mannen als Stikker, Slo- temaker, Kupers, Stapelkamp en De Bruijn die met hun organisaties direct na de be vrijding zoveel hebben gedaan om het overleg tussen werkgevers en werknemers in goede banen te leiden. Op de daarna volgende afscheidsrecep tie verschenen o.a. de demissionaire mi nisters Van Rooy en De Pous, oud-minis ter-president dr. W. Drees. de voorzitter van de Eerste Kamer mr. J. A. .Jonk man. het oud-kroonlid van de Sociaal-Eco nomische Raad prof. De Gaay Fortman, de burgemeester van Eindhoven, oud-mi- nister Witte en vele andere prominente figuren. De dreiging van een „kolenoorlog" in Zwolle is op het laatste ogenblik afge wend. De brandstoffenhandelaren en het personeel zijn tenslotte tot een compromis gekomen over de bezorging van kolen in flats. Het personeel weigerde om na 1 januari de kolen hoger te bezorgen dan de eerste etage. Er zal nu een beroep op de flatbewoners worden gedaan vrijwillig hun kolenberging naar de kelder te verplaat sen. De kolen zullen in papieren zakken worden geleverd. In pasgebouwde flats zal alleen in de kelder bezorgd worden. Het Nederlandse motorschip „Hugo I" is op de Rijn voor de ingang van de haven van Sint Goarshausen in botsing gekomen met het 500 ton metende Duitse motor schip „Magdalena". De „Magdalena" is gezonken. Het Ne derlandse schip liep schade op aan het voorschip. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. Wegens het meermalen als ambtenaar aannemen van giften van zakenlieden om in strijd met zijn plicht te handelen heeft de officier van Justitie bij de Amsterdam se rechtbank tegen een inmiddels ontsla gen 47-jarige PTT-ambtenaar uit de hoofd stad twaalf maanden gevangenisstraf, waarvan twee voorwaardelijk, geëist. De verdachte, die een blanco strafblad had en sedert 1929 in dienst was bij de PTT bekende. Hij had in 1958, toen hij werk zaam was op de afdeling inklaring op het Centraal Station, op invoei'-aangiftefor- mulieren voor postpakketten met Zwitser se horloges zowel de waarde als de ver schuldigde kosten te laag ingevuld. Voor zijn medewerking ontving hij giften van de geadresseerden. Hij verklaarde op de ze wijze 3.00U ontvangen te hebben. De officier van Justitie zei echter, dat er volgens de ambtenaren van de Fiscale Opsporingsdienst op deze wijze ongeveer f 10.000 aan rechten was ontdoken, waar van de verdachte de helft zou hebben „verdiend". De ambtenaar, die een sala ris van f 370 per maand had, had het geld gebruikt voor luxe-uitgaven van zijn gezin. Zijn vrouw was ziekelijk. Hij had zich een tweedehands auto aangeschaft en twee keer met zijn gezin een reis naar de Rivièra gemaakt. Over de PTT-afde- ling waar de verdachte gewerkt had zei de president: „Er hebben toestanden geheerst, die alles te wensen lieten en de leiding heeft bepaald hier en daar gefaald. Be paalde klanten genoten een voorkeursbe handeling en lieten de zaak aan ver dachte over omdat er te „matsen" viel". „In dé kring van dé collega's mocht mén hém wél. hoèwel 'men' hem 'een bra nieschopper noemde. In zijn jeugd is hij veel tekort gekomen. Hij probeerde nu zijn gezin te geven wat hij tekort kwam" aldus het reclasseringsrapport. De officier van Justitie zei dat de veri ficateurs der douane slecht hebben gecon troleerde en klakke'oos hun parafen heb ben gezet op de formulieren, die de ver dachte klaarmaakte. „Er is een smet geworpen op het ambtenarenkorps, waar in zich weinig gevallen van fraude voor doen. PTT is eigenlijk de kassier van de Staat der Nederlanden geworden". De zaak was uitgekomen omdat bijzondere horlo ges in ons land goedkoop waren aangebo den. „In Zwitserland was bekend geworden dat de verdachte de man was die men voor ontoelaatbare transacties moest heb ben", aldus de officier. De raadsman zei onder meer, dat in de loop der jaren iedereen op de afdeling inklaring zijn eigen „klanten" had gekregen, hetgeen natuur lijk fout was. De douane gaf haar fiat zonder enige controle. Tenslotte verzocht pleiter de uiterste clementie te betrachten. Op vrijdag 13 januari zal de rechtbank uitspraak doen In Soest is op 67-jarige leeftijd over leden dr. J. Chr, Hubach, oud-hoofd van de afdeling vliegerkeuringen van de stich ting Nationaal Luchtvaart-Geneeskundig Centrum in Soesterberg. In 1928 deed hij zijn intrede in de lucht vaart als garnizoensarts bij de luchtvaart afdeling van het K.N.I.L. in Kalidjati. Hij haalde in zes maanden zijn vliegbrevet. In 1928 kwam in Indië onder zijn leiding een vliegmedisch laboratorium gereed. In 1931 werd aan dit laboratorium een onder- drukkamer toegevoegd de eerste op het zuidelijk halfrond. Men kon er luchtdruk en temperatuur op 5000 meter hoogte in nabootsen. Op grond van onderzoekingen met behulp van deze onderdrukkamer ver richt stelde hij een proefschrift samen, waarop hij in 1935 promoveerde tot doctor in de geneeskunde aan de geneeskundige hogeschool in Batavia. Promotor was de eerste vliegerarts van Nederland, prof. dr. P. M. Wullften Palthe, nu hoogleraar- directeur van de stichting Nationaal Lucht vaart-Geneeskundig Centrum, van welke stichting dr. Hubach een der grondleggers was. In 1947 werd hij ingedeeld bij de Neder landse luchtstrijdkrachten. In 1952 nam hij in de rang van kolonel ontslag uit de militaire dienst. Hij werd toen bij het Luchtvaart-Geneeskundig Centrum hoofd van de afdeling vlieger keuringen. m AARDRIJKSKUNDE WENK M De Volkskrant schreef over „de Colum.biaanse hoofdstad Bo- H livia". 1 Dat moet een Columbiaan in zijn H hoofdstad Bogoté precies zo in de oren klinken, als wanneer een M Nederlander in een Columbiaanse M krant zou lezen „de Nederlandse j§ hoofdstad België". WAT §f Het Nieuwsblad van het H Noorden constateert „proeven behoort natuurlijk tot een der aangenaamste dingen op U de kookles". If Maar het blad vertelt er niet bij wat j| dat éne aangename ding is, waartoe s proeven behoort. I KAST 1 Van de Spar (Heerlen) ontving ik U een circulaire met. „week-end voor- delen", waarop voorkomen „kast-tomaten, least-sla en kast- druiven". jj Ik heb van alle drie wat besteld, jj Maar niet veel. want daarvoor ben ik niet goed genoeg bij kast. TlllH 'lül De Volkskrant meldt naar g aanleiding van vuurwerk-gevaar op gj oudejaarsavond dat er te dien aan- jj zien J „behartenswaardige wenken" zijn gegeven. Mag ik De Volkskrant de, mijns inziens behartigenswaardige wenk geven, eens na te gaan of het werkwoord „beharten" bestaat? NIET Over het algemeen geniet de Am - hemsche Courant mijn vol- ledige vertrouwen Maar nu zij over g een vliegongeluk schrijft: „het vliegtuig was slechts tachtig g meter van de grond toen het neer- jg stortte, volgens een overledene als M gevolg van een luchtzak", vertrouw ik haar bron niet, Talarius m «r Een grote brand, heeft een hout-fabriek aan de rivier de Roding in Sussex (Engeland) verteerd. De hitte van het vuur was zo groot, dat de modder- banken langs de rivier lagen te sto men! Een aantal gezinnen, dat bij de Jabriek woonde, moest evacueren, ter wijl de brandweer verivoede pogingen deed te voorkomen, dat het vuur een 'oezine-opslagplaats zou bereiken. De brandweer won de strijd. Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt mede, dat gedurende de eerste ne gen maanden van 1960 ruim 3 miljoen overnachtingen van buitenlandse gasten in hotels werden geregistreerd. Ten op zichte van de overeenkomstige periode van 1959 betekent dit een toeneming van 38ö!000 overnachtingen of 15 percent. De toeneming van het aantal overnachtingen was het sterkst voor de bezoekers uit En geland en Schotland (89.000 of 23 pet.), Zwitserland (19.000 of 23 pet.) en Frank rijk (29.000 of 21 pet.). Het aantal over nachtingen van gasten uit de Verenigde Staten nam toe met 70.000 (20 pet.), en uit Duitsland met 86.000 (10 pet.). Het aantal overnachtingen van geallieerde mi litairen steeg met 15.000 (15 pet.) verge leken met de eerste 9 maanden van 1959 Van een ingewijde in wat er in anti revolutionaire kring leeft en wat bij het ontstaan van de kabinetscrisis op 22 de cember vooral een rol zou hebben ge speeld. kreeg ik te horen, dat er reeds sinds geruime tijd geen sprake is van een minder goede persoonlijke verstandhou- houding tussen de heer Bruins Slot, aan voerder der A.R. Tweede Kamerfranctie en minister Zijlstra. Tussen dat tweetal heeft in 1958 een verzoening plaats gevon den. Naar mijn betrouwbare voorlichter mij ook nog wist te vertellen, is het over en weer na dien uitstekend blijven gaan. Iets geheel anders is, dat er wel zakelijke meningsverschillen tot de botsing van de vorige week hebben geleid. De anti-revo lutionaire Kamerclub wenste zich te keren tegen het in de ogen van die groep te schriele beleid van minister Van Aartsen. en men mag wel zeggen van het kabinet, met betrekking tot het woningbouwpro gramma. Kwaad bloed heeft bij de a.r. fractie vooral ook de wijze veroorzaakt, waarop minister Van Aartsen de boot heeft afgehouden, die bemand was zowel dooi de a.r. als door de de c.h. Kamerleden en die als vlag de motie-Van Eibergen voerde. Men mag veilig aannemen, dat niet slechts de minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid, doch eveneens zijn collega van Financiën, prof. Zijlstra, van hun kant de houding van hun geestver wanten zakelijk er volslagen naast von den. Aangezien ik in mijn vorige kroniek gewag maakte, va1" persoonlijke tegen stellingen, die al te zeer bij het jongste politieke drama op de voorgrond zouden hebben gestaan, acht ik het mijn plicht thans melding te maken van de be lichting, die ik kreeg van iemand van a.r. huize op wiens mededelingen ik bepaald durf afgaan. Overigens moet het beide protestants-christelijke groepen geducht gestoken hebben, dat zij nul op hun rekest kregen, daarentegen de K.V.P. voor de motie-Anrdiessen achter de ministerstafel een gewillig gehoor verwierf. Zijlstra in de Eerste Kamer Bij zijn verdediging van de wetsontwer pen voor belastingverlaging mocht minis ter Zijlstra in de Eerste Kamer heel wat lof oogsten. Zo hoorde hij zich onder meer als een goed tacticus roemen. Hoezeer hij dat kan zijn, toonde hij juist ook weer in dat debat. Zijn uiteenzettingen, dienende ter verdediging van een voorzichtig finan cieel en economisch beleid, sloegen met een ten volle op het van regeringszijde inzake de woningbouw-aangelegenheden in genomen standpunt. Namelijk dat de voor zichtigheid eist thans niet zo ver met het programma te gaan, althans zich te dien opzichte niet zozeer vast te leggen, als de voorstellers van de motie-Van Eiberger hadden gewild. Te kort aan tact Van tact gesproken, meer en meer kan men op en om het Binnenhof kritische ge luiden opvangen omtrent een tekort aan tact. dat het uitbreken van de crisis zo al niet veroorzaakt dan toch zeker bevor derd zou hebben. Van de heer Andriessen (K.V.P.) was het niet verstandig geweest, dat hij de anti-revolutionairen en christleijk-histori- schen niet gegund heeft de eer te behalen dat zij inzake het woningbouw-program- ma iets van het kabinet hadden losgekre gen. Met andere woorden, hij had veel meer voor een samenspel met die twee fracties moeten zorgen inplaats van voor de dag te komen met een eigen, wat min der ver gaande motie dan die van de a.r. en van de c.h. Aldus sommiger kritiek. Hiertegenover staat echter, dat de mo- tie-Andriessen ook door twee liberalen, de heren Oud en Schuitemaker, ondertekend is. Voorts dat. naar verluidt, wel degelijk geprobeerd zou zijn om met de beide an dere „regeringspartijen" overeenstem ming te bereiken, maar dat dit nu juist op onverzettelijkheid van die kant zou zijn afgestuit. Er is dus wel enige reden om zich af te vragen, of inderdaad de heer Andriessen het verwijt verdiend niet tact vol genoeg te werk te zijn gegaan. Maar wel moet ik erkennen, dat er door heel iemand anders een, bij rustige over weging onbegrijpelijk te noemen, fout is begaan. Hier heb ik het oog op de Kamer voorzitter. Hij had óp de bewuste donder dagavond veel wijzer gedaan, wanneer hij er op zou hebben aangestuurd, de beraad slagingen geschorst te krijgen om deze pas de volgende dag te laten voortzetten en ook dan pas de beslissing over de. mo ties te doen vallen. Dan hadden de verhit te gevoelens tot wat meer kalmte kunnen komen en dan ware het ook mogelijk ge weest, dat de nacht wijze raad had ge bracht. Extra-parlementair of parlementair Het kabinet-De Quay heet extra-parle mentair te zijn. Het was immers, naar men het vooral deed voorkomen, tot stand gekomen buiten bemoeiingen van de par lementaire groepen om en ook zonder dat er enige binding zou bestaan tussen de groepen, uit welker richting er personen in de ministersploeg zitten, en het pro gramma van het kabinet. Van het eerste is nu wel op overduide lijke wijze de onjuistheid aan het licht ge komen. Als er werkelijk tussen de groepen in kwestie en een kabinet geen banden be staan. dan kan men al niet, zoals in juli minister Beerman op een onbewaakt ogen blik deed toen in de Tweede Kamer moei lijkheden te duchten schenen, een bede om hulp richten totde partijen, waar op de regering steunt! Dat was echter nog niets vergeleken bij de verklaring, door de minister-president op de 22ste december namens het kabinet afgelegd. Die kwam er immers onder meer op neer dat, als een belangrijk gedeelte van de anti-revolutionairen voor de motie-Van Eibergen zou stemmen, met het gevolg dat ook bij verwerping dier motie de anti revolutionaire bewindslieden reeds des wege ontslag zouden vragen, dan alle mi nisters en staatsecretarissen dit zouden doen. En wel, omdat in dat geval de grondslag aan het kabinet ontvallen zou zijn. Terecht vond de heer Tilanus (c.h.) dit wonderlijk, want voor zulk een ge dragslijn bestond immers bij een extra parlementair ministerie geen enkele re den. Minister De Quay's verklaring lever de echter het onbetwistbare bewijs, dat het kabinet wel degelijk een parlementair kabinet is. Tenzij men onder een extra parlementair kabinet zou moeten ver staan: een kabinet dat extra-gevoelig is voor.... hetgeen zelfs één enkele parle mentaire groep doet: Meer zekerheid Intussen is weer eens aan het licht ge treden, hoe er zich gemakkelijk bedenke lijke verwikkelingen kunnen voordoen, wanneer een kabinet met een programma in zee gaat. zonder dat het zich in afdoen de mate verzekerd heeft van de bereid heid van de groepen, op welke het in feite wenst en hoopt te steunen, dat deze met dat programma akkoord gaan. De onenig heid, die ruim een week geleden de bom deed barsten, vond haar zakelijke oorzaak in verschil van mening met betrekking tot de vraag of voorziening in de woningbouw speciaal wat aangaat een ruimere verde ling voor het bouwen van goedkopere (ge subsidieerde) woningen, niet voorrangs nummer één moest hebben. Denkbaar is ik kom daarop aanstonds nog nader te rug dat men het omtrent dit punt thans alsnog eens zou worden. Intussen is er in het wezen der zaak niet minder be hoefte aan soortgelijke zekerheid t.o.v. van verschillende andere punten. Toch vrees ik, dat de kans om ook te dien aanzien nu te bevorderen, wat bij de for matie te veel is nagelaten, niet bijster groot is. Verzoening mogelijk Op het ogenblik waarop ik deze beschou wingen zit te schrijven, is nog geenszins met stelligheid te zeggen, hoe de afloop van de crisis zal zijn. Niettemin waag ik een kansje. Ik durf namelijk te voorspel len, dat de informateur prof. De Gaay Fortman er waarschijnlijk in zal slagen een verzoening tussen het kabinet en een meerderheid in de Kamer te bewerkstelli gen. Reeds heeft de door de heer Bruins Slot aangevoerde anti-revolutionaire Kamer fractie verklaard, het helemaal niet ge munt te hebben op het kabinet noch op een der leden daarvan. Daardoor was het de anti-revolutionaire fractievoorzitter waarschijnlijk mogelijk, ook zijnerzijds, zoals hij gedaan heeft, akkoord te gaan met het optreden van de partijvoorzitter dr. Berghuis, dus met het feit dat deze in zijn op tweede kerstdag gehouden radio rede het ontstaan van de kabinetscrisis had betreurd. Blijkens 'n eenstemmige verklaring van de a.r.-fractie heeft zij begrip voor de be grensde mogelijkheden van de bouwmarkt, maar acht zij binnen die grenzen de uiter ste krachtsinspanning nodig om de gewens te versnelling van de woningbouw te be reiken. Als nu de informateur van de ministers Van Aartsen en Zijlstra bij zijn bespre kingen met hen kon bereiken, dat van de zijde der regering een verklaring zou wor den afgelegd die van eenzelfde inzicht ge tuigt, zou over een dergelijk hulpbrugge tje de verzoening in 's lands vergaderzaal spoedig haar beslag kunnen krijgen. Met name ware dit bv. wellicht bereikbaar, in dien van achter de ministerstafel zou wor den meegedeeld, dat binnen 't aantal van 82.500 woningen, die minister Van Aartsen al op zijn bouwprogramma heeft gebracht (nl. toen hij met de motie-Andriessen ak koord ging), een verschuiving ten gunste van de bouw van goedkopere woningen zal worden aangebracht. Een gelukkige omstandigheid is. dat de beraadslagingen over de begroting van minister Van Aart sen alleen maar geschorst, doch nog niet afgelopen zijn. Bij voortzetting daarvan zou er plaats kunnen zijn voor een verkla ring in de hier geschetste geest. Motie en emotie Natuurlijk kan men zich bij een even tueel weer-inhuren van het kabinet afvra gen, waarom het dan zo heeft moeten lo pen als het gelopen is. Zie ik het goed. dan valt het gebeurde in niet onbelangrij ke mate te verklaren, doordat er behalve een motie ook wel heel veel emotie voorhanden was. Trouwens, waartoe emo tie iemand kan brengen, viel nog eens goed te beluisteren in een donderdag avond door de heer Hazenbosch (A.R.) gehouden radiorede. Zij getuige, zacht uit gedrukt. van weinig bereidheid om zich verder welwillend tegenover het kabinet te gedragen. Maar de emotie van één lid van de Anti-Revolutionaire fractie is nog allerminst beslissend voor de houding en gevoelens van die fractie in haar geheel Als men dit bedenkt, alsook dat genoemd Kamerlid naar alle waarschijnlijkheid door de radio aan het toornen is geweest zonder daarin tevoren een zijner fractie genoten gekend te hebben, bestaat ér mijns inziens geen reden het optreden van de heer Hazenbosch al te tragisch te ne men. Van de emotie keer ik terug tot de aan genomen motie-Van Eibergen. En wel om in herinnering te brengen, dat van de zijde der voorstanders dier motie met geen woord gezegd was dat, als minis ter Van Aartsen haar naast zich zou neer leggen en niet zou uitvoeren, hij (en even tueel ook het kabinet) moest heengaan. Het zou waarlijk niet de eerste keer in onze parlementaire geschiedenis zijn. dat een motie, die een meerderheid verwierf, onuitgevoerd bleef. Wie dus mocht willen beweren, dat een dergelijke gang van za ken zou betekenen, dat de heer Bruins Slot en zijn politieke vrienden geheel door de knieën zijn moeten gaan, vergist zich deerlijk, mogelijk vooral ook als gevolg van wat al te veelemotie. Dr. E. van Ranl.te (Van onze Haagse redacteur Het nieuwe jaar brengt een groot aantal wijzigingen in een reeks wetten op het ge bied van de sociale verzekeringen. Van de voornaamste veranderingen geven wij hier een samenvatting. De premie voor de ziekenfondsen wordt verhoogd van 4.8 tot 4,9 percent. De uitsluitend door de werkgevers ge dragen premie voor de uitvoering van de kinderbijslagwet wordt verlaagd van 5,3 tot 4,9 percent. Bij 58 algemene ziekenfondsen wordt de premie van de vrijwillige verzekering met ingang van 1961 verhoogd. Bij 40 fondsen is de premie niet gewijzigd, maar een aan tal van deze fondsen is voornemens in de loop van 1961 tot premieverhoging over te gaan. Alle verhoogde premies zijn goedge keurd door de Ziekenfondsraad. De premie is gemiddeld gestegen van f 2.30 in januari 1960 tot f 2,49 in januari 1961. In januari 1960 varieerde de premie van f 1,60 tot 2,90 en met ingang van 1961 zal zij variëren van f 1,95 tot f 3,20. De loongrenzen voor Ziektewet. Zicken- fondscnbesluit, Invaliditeitswet en Wacht geld- en Werkloosheidswet worden ver hoogd van 7.450 tot 8.000 gulden per jaar. De salarisgrenzen waarboven geen pré mie wordt betaald voor de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Weduwen- en Wetenwet worden verhoogd van 7.450 (o,t. 8 250 gulden per jaar. De groep huispersoneel welke verzeke^ ringsplichtig is, wordt, uitgebreid! Tot nü toe behoefde pas premie te worden 'betaald voor Ziektewet en Ziekenfondsenbeslüff door en voor degenen die vijf of meer dagen per week bij éér. werkgever (-geef ster) in dienst zijn. Van 1 januari af strekt deze verzekeringsplicht zich uit tot allen die drie dagen of meer per week dezelfde werkgever dienen. Voorzover de werk gevers nog niet zijn aangesloten bij een bedrijfsvereniging dienen zij zich voor dé uitvoering van deze maatregel aan te slui ten bij de bedrijfsvereniging voor detail handel en ambachten te Utrecht. Wanneer ook de Eerste Kamer op 10 ja nuari de verhoging van de uitkeringsbe-' dragen ingevolge de Kinderbijslagwet aan vaardt, gaat met terugwerkende kracht tot 1 oktober van dit jaar de volgende uit keringsregeling gelden: eerste kind: 75 cent' per dag (nu 72); tweede en derde kind: 82 cent (nu 79); vierde en vijfde kind: 111 cent (nu 106); zesde en volgende kin deren: 125 cent (nu 117). De uitkeringen op grond van de Onge vallenwet worden, na goedkeuring door de Eerste Kamer, per 1 januari met tien per cent verhoogd. In verband daarmee is ook de dagloongrens, dat wil zeggen het maxi mumbedrag waarover een uitkering kan worden berekend en waarover premie wordt betaald, van twintig op tweeëntwin- tig gulden gesteld. Het gaat in feite om een verbetering van de wet van 14 april 1960. waarbij een tijdelijke bijslag van 6 percent op de uitkeringen ingevolge de Ongevallenwet werd toegekend. Bovendien is de bijslag beperkt tot die uitkeringen, welke hun oorzaak vinden in de periode van 31 juli 1957 tot 1 april 1960. Op aanwijzingen van het spoorweg-per soneel heeft de Beverwijkse politie vrij dagavond na aankomst van de trein van 23.07 uur uit Amsterdam een viertal jeug-. dige misdadigertjes aangehouden en naar het politiebureau overgebracht. De jongens in de leeftijd van 11 en 12 jaar waren 's middags weggelopen uit een observatietehuis in de Vosmaerstx-aat in Amsterdam. Zij hadden zich geruime tijd schuil we ten te houden in een boot, waar zij al plan nen maakten om de nacht door te bren gen, toen ze onderling ruzie kx-egen en wegliepen. In Amsterdam zagen zij pas- 's avonds laat hun kans schoon om een trein te ne men in de x'ichting Alkmaar want men wil de naar de ouders van een van hen. die in Schagen woont, om daar zoals ze vex'tel- den oudejaarsavond op gezellige wijze door te brengen. In Almelo is een 21-jarig meisje aan gehouden dat haar spaax-bankboekje van de x-ijkspostspaarbank had vervalst. Toen zij het boekje op het postkantoor aanbood met het verzoek haar duizend gulden uit te betalen, viel het de loketbeambte op. dat met de cijfers geknoeid was. Van het getal 200 was 2200 gemaakt. Op twee an- dei-e postkantox-én in ons land was het al gelukt, twee keer een bedrag van 1000 gulden te innen. Het meisje is reeds meer malen met de politie in aanraking geweest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 4