Zuid-Afrikaanse kolonel
gaf vreemde antwoorden
BISSCHOP REEVES ONTHULT DE
WAARHEID OVER SHARPEVILLE
DOODSANGST VERDRIJFT DE
GULLE LACH VAN AFRIKA
Vrije pers onmogelijk in
Zuid-Afrika
4
L .iDERDAtJ 5 JANUARI 1961
5
„Wat toen gebeurde is buitengewoon moeilijk met zekerheid vast te stellen. Sommige personen uit de menigte,
die dicht bij de ingang van het politiebureau waren geweest, zeiden later, dat zij een schot hoorden, anderen dat
een politieman had geschreeuwd „Vuur!". Met deze eenvoudige doch beslissende woorden geeft de Anglicaanse
bisschop Reeves in zijn boek „Shooting at Sharpeville" (Schietpartij in Sharpeville) het noodlottige begin weer
van het bloedig incident in deze Zuidafrikaanse „lokasie" op maandag 21 maart van het vorige jaar,, waarbij
een ruim veertig seconden durende salvo uit politie-revolvers en -stenguns 67 Afrikaanse mannen, vrouwen en
kinderen doodde en 186 meer of minder ernstig verwondde. Dit boek waarin de bisschop aan de hand van een
dertigtal zeer sprekende foto's en vele getuigenverklaringen bewijst, dat het gebruik van vuurwapens door de
Zuidafrikaanse politie volkomen overbodig was, daar de op deze zwarte dag rond het politiebureau van Sharpeville
samengestroomde menigte van negers absoluut geen kwaad in de zin had, is overigens in het land van Hendrik
Verwoerd verboden Bisschop Reeves zag zijn activiteiten om het ongerechtvaardigde van dit politiële optre
den aan te tonen „bekroond" in een gedwongen vlucht uit Zuid-Afrika. De strijdbare, maar desondanks als
zeer gematigd bekend staande Anglicaanse geestelijke verblijft thans in Engeland, waar „Shooting at Sharpeville"
dan ook het licht heeft gezien en daar in het middelpunt der belangstelling staat.
V redig
ONS SKIET JOU
NOU DOOD
sv Safe-
Vijf patronen
$V. WW
De Anglicaanse bisschop Reeves
heeft in de 67 doden eisende schiet
partij in de Zuidafrikaanse lokasie
Sharpeville, in maart van het vorig
jaar, aanleiding gevonden tot het
schrijven van een aangrijpend boek,
dat een helder licht werpt op de
achtergronden en het verloop van dit
incident. De diepere oorzaak van
deze tragedie zoekt de bisschop ech
ter in de onzalige apartheidspolitiek,
welke de politie maakt tot een instru
ment van de regering om de door het
grootste deel van de Zuidafrikaanse
(namelijk zwartebevolking niet ge
wenste en dus ondemocratische wet
ten toch te doen uitvoeren. Welke
geest er als gevolg van het regerings
beleid thans in het Zuidafrikaanse
politiekorps heerst wordt duidelijk
uit de antwoorden, die overste Pie-
naar, de commandant van de bij het
incident betrokken eenheden, gaf op
vragen, welke hem op instigatie van
bisschop Reeves over het gebeurde in
Sharpeville werden gesteld.
Pienaar: „Ik had geen tijd om de
menigte op te dragen zich te versprei
den. Ik zou het echter graag hebben
gedaan
Vraag: „Kon u gedurende dat half
uur geen minuut uittrekken om deze
menselijke poging te ondernemenP"
Antwoord: „Neen, dat kon ik niet".
Vraag: „U zou op een van de pant
serwagens hebben kunnen klimmen
en om stilte hebben kunnen verzoe
ken. En dan zou u hebben kunnen
zeggen: Gaat nu naar huis of anders
zullen wij schieten. U zou dat hebben
kunnen doen, nietwaar?"
Antwoord: „De enige verklaring die
ik kan geven, is dat de tijd mij dat
niet toestond".
Vraag: „Maar u hdd het kunnen
doen?"
Antwoord: „Ja, ik had het kunnen
doen".
Vraag: „En uw enige verontschul
diging is dat u het te druk had?"
Antwoord: „Ja".
Vraag: „Kolonel Pienaar, u had een
andere officier kunnen aanwijzen om
die poging te ondernemen?"
Antwoord: „Dat had ik, maar ik
heb er niet aan gedacht.
Ren voor het
leven onder
salvo's uit
politiestens
Het resultaat van veertig seconden
onbeheerst optreden door de Zuidafri
kaanse politie. Ruim zeventig percent
van de gedode en gewonde mannen,
vrouwen en kinderen had een grotere
wond in de borst dan in de rug, het
geen betekent dat zij van achter, dus
zeker niet tijdens een aanval zoals de
politie-officieren beweerden, werden
aangeschoten. Hoeveel vrouwen we
duwe en kinderen wees werden, hoe
veel Afrikanen voor hun leven onge
schikt raakten voor iedere arbeid en
dus niet meer in het levensonderhoud
van zichzelf en hun gezin kunnen
voorzien, wordt enigszins uit de doden-
en gewondencijfers duidelijk: 67 negers
verloren het leven en 186 liepen min
of meer ernstige verwondingen op.
Daags na de slachting begaf Ambrose
Reeves zich met enkele advocaten naar
het Baragwanath Hospital, waar de slacht
offers waren ondergebracht. De tegenover
hem door de gewonden afgelegde en door
de juristen opgetekende verklaringen vor
men een van de felste aanklachten, die
ooit tegen een politiekorps van een zich
democratisch noemende staat zijn uitge
sproken. Over de seconden direct na het
eerste schot schrijft de bisschop: Een
groot deel van de menigte, dat zag hoe
de politiemannen hun wapens in de schiet-
bouding brachten, sloeg onmiddellijk op de
vlucht, en de meeste lijken en lichamen
van de zwaar gewonden en stervenden
lagen op de weg vlak voor de westzijde en
in het veld aan de noord- en noordoost
zijde van het politiebureau. Bij het onder
zoek in het ziekenhuis bleek later, dat
meer dan zeventig percent van de slacht
offers duidelijk in de rug geschoten was!
Hooguit vijftien percent werd aan de voor
zijde gewond. Met deze uitspraak wil bis
schop Reeves dan aantonen, dat de doden
en gewonden niet zijn gevallen tijdens een
aanval op de politie, zoals van die zijde
is beweerd.
In de onderschriften bij de foto's wordt
verder verschillende malen gewezen op
het vredige karakter van de samenscho
ling rond het bureau en de afwezigheid
van wapens. Politieautoriteiten hebben na
melijk tijdens het later ingestelde onder
zoek verklaard, dat zij waren bedreigd
met stokken en dat zelfs op hun mannen
zou zijn geschoten.
Uit de verklaringen van de gewonden
echter is duidelijk geworden, dat de Afri
kanen voor het merendeel naar het politie
bureau waren gekomen in een reactie op
de geruchten, dat een hooggeplaatste func
tionaris daar 's middags een belangrijke
verklaring over de passenwet zou komen
afleggen. Inderdaad was het de vooraf-
Bijna feestelijk ge
stemd en onder de
beschutting van zon
werende parasols zijn
de mensen rond het
politiebureau van
Sharpeville samenge
stroomd om te luis
teren tenminste
dat verwachtten zij
naar een verkla
ring van een hoge
functionaris over de
gehate passenwet. De
politie verklaarde la-
v H V dfifs jjienigte
haar had bedreigd,
maar het is moeilijk
dit van de foto af te
lezen.
Vraag: „Kwam er na de schietpartij iemand naar u toe om u te spreken?"
Antwoord: „Er kwam niemand naar mij toe. Toen zij waren opgehouden met vuren,
kwam een niet-Europeaan, Moto. van de kant van het café. Hij stak zijn hand
omhoog. Een van de politie-agenten, die op de pantserwagens stond, zei: „Jy moet
'n wit sakdoek om daardie hand van jou sit; ons skiet jou nou dood. bliksem!" Tegen
mij zei dezelfde agent: „Hierdie hond ons het hom niks gemaak nie; kyk, hy kou
nog", (kijk, hij kauwt nog). „Staan op, jong. loop! Ons het jou niks gemaak nie!"
Ik maakte hem toen duidelijk dat ik gewond was. waarop de agent mij toeriep:
Als je niet maakt dat je weg komt, zullen we je nu doodschieten."
Vraag: „Zag u. nadat het schieten was geëindigd, iemand aan de gewonden hulp
bieden?"
Antwoord: „Een groep mensen wilde de gewonden helpen, maar zij werden door de
politie weggejaagd." Joshus Motha werd tenslotte, evenals zijn mede-slachtoffers,
in politiewagens naar het ziekenhuis gebracht.
Nadat de laatste dode en gewonde van de rampzalige plaats waren weggevoerd, viel
het doek over een drama, dat een bezoedelde bladzijde in het toch soms zo roemruchte
Zuidafrikaanse geschiedenisboek achterlaat, een bladzijde overigens die slechts dankzij
het moedige werk van bisschop Reeves, in het volle licht van de wereldbelangstelling
kon worden geplaatst.
Bij foto rechts:
Bisschop dr. Ambrose Reeves, tot voor
kort leider van de Anglicaanse kerk in
Johannesburg, die als gevolg van zijn
onderzoek naar de ware toedracht van
de tragedie in Sharpeville Zuid-Afrika
moest verlaten. In Engeland aange-
In Engeland schreef bisschop Reeves
het boek „Schietpartij in Sharpvïlle".
Aan het slot van zijn boek hèeft bisschop
Reeves een aantal verklaringen opgenomen
afgelegd door ooggetuigen van het politie
optreden tijdens het later gevolgde onder
zoek. Hieronder laten wij een gedeelte van
het verhoor volgen van Joshua Motha, bus
chauffeur te Sharpeville.
Vraag: „Wat deed u, toen u plotseling
iemand hoorde roepen: „Skiet!"
Antwoord: „Eerst schrok ik niet, maar een
moment later voelde ik een kogel door
mijn broekspijp gaan. Hij raakte mijn
.been piet. J3e broek was gescheurd. Toen
dacht ik bij mijzelf: Ze schieten echt.
Juist, toen ik mijn linkerbeen wilde ver
zetten om er vandoor te gaan, werd ik
door een kogel getroffen, in mijn rech
terheup en ik vieL"
Vraag: „Trachtte de menigte voor het
vuren het politiebureau binnen te drin
gen?"
Antwoord: „Zover als ik kon zien, was dat niet het geval."
Wie uiteindelijk het bevel heeft gegeven
tot het salvo is nooit duidelijk geworden.
Wel heeft luitenant-kolonel Pienaar na zjjn
aankomst in Sharpeville de politiemacht
doen opstellen en haar opdracht gegeven
vijf patronen te ladén. Het commando
„Vuur!" is volgens zijn zeggen niet ovei
zijn lippen gekomen Het pleit ons inzien>
niet voor de vuurdiscipline van het Zuid
afrikaanse politieleger dat desondanks een
dergelijke slachtpartij, waarbij sommige
agenten twaalf en meer patronen verscho
ten, kon plaats vinden.
gaande dagen in de lokasie Sharpeville
onrustig geweest als gevolg van de re
geringsbepalingen, waarbij Afrikanen voor
den verplicht buiten de reservaten identi
teitsbewijzen te dragen.
Het gevolg ervan is, dat iedere Afrikaan
op elk moment van de dag en de nacht
door iedere willekeurige politie-agent kan
worden gedwongen dit document te tonen.
Wanneer men daartoe niet in staat is,
volgt onmiddellijk een flinke boete of ge
vangenisstraf. Het is duidelijk, dat deze
gang van zaken, met alles wat er nog
meer aan vast zit, een normaal leven voor
de negers vrijwel onmogelijk maakt.
Daarbij komen dan nog de slechte econo
mische omstandigheden. Maar ondanks de
bestaande onrust dus, was er op die maan
dag in Sharpeville geen enkele aanleiding
voor de politie om tot een dergelijk ge
welddadig optreden over te gaan, zo on
derstreept bisschop Reeves.
Vreemd is ook het feit, dat gedurende
de gehele morgen voorafgaande aan de
schietpartij van de zijde van de politie
geen enkele poging is ondernomen om de
menigte op een vreedzamere wijze te
verspreiden. Wel ondernam omstreeks
tien uur een aantal straaljagers een ma
noeuvre welke men als schijnaanvallen op
de menigte zou kunnen beschouwen. Dit
leidde echter niet tot het gewenste resul
taat, daar de kinderen de vliegtuigen toe
schreeuwden en vele andere mensen bij
het zien van de overvliegende toestellen
zich juist naar het politiebureau begaven
om te zien wat er aan de hand was. Bis
schop Reeves tekent hierbij aan: Dit lijkt
mij overigens een bijzonder dure methode
om een menigte uiteen te drijven, die
waarschijnlijk reeds naar huis zou zijn ge
gaan, indien één politie-agent de moeite
had genomen om dat te gelasten.
Het Hamburgse weekblad „Die Zeit", dat
wekelijkse edities verzorgt ondermeer in
Canada en Latjjns-Amerika, heeft gisteren
meegedeeld dat de Zuidafrikaanse uitga
ve zal worden opgeheven.
In een toelichting schreef de hoofdredac
tie dat voor een vrij Europees blad in de
politieke sfeer van Zuid-Afrika onmogelijk
geworden is om ter plaatse een uitgave te
verzorgen. Zuid-Afrika zal daarom voort
aan vanuit Hamburg bediend worden.
Die Zeit is Westduitslands meest voor
aanstaande opinieblad, verwant aan de
Londense Observer.
Onverwacht, zonder enige vooraf
gaande waarschuwing, is de politie
met stenguns en revolvers aan het
schieten gegaan. Vanaf pantserwagens
vuren de agenten hun wapens leeg op
de weerloze menigte, die in paniek op
de vlucht slaat. Velen zullen de doden
de kogels niet meer kunnen ontlopen.