PANDA EN DE GROTBOKSER
w
Freudenstadt heeft
een belastingmuseum
KONING BARBONIX I
iOSRAM
1
Boekenhoekje
ABDIJSIROOP
och ló het
zo
ENGEL
DONDERDAG 12 JANUARI 1961
11
Expressie
Blijf hoest de baas
De radio geeft vrijdag
T elevisieprogramma
Nederlandse eist miljoen
dollar schadevergoeding
Nieuwe televisiezender in
Lopik wordt beproefd
Aalsmeers bloemencorso
wil door centrum
van Amsterdam
Zweeds blad prijst
Nederland
ZEKERE
METER
H. Pétillon
0
door Radu Tudoran
Vertaling Margot Bakker
V
p»
7. Het weer was helemaal opgeklaard
en Panda wilde maar liever naar huis.
De holbewoner Ikkie Blabla bleek nu wel
een allervriendelijkst iemand te zijn, maar
erg op zijn gemak voelde Panda zich toch
niet bij hem en bovendien was het ook
niet meer zo vroeg als het eerder op de
dag geweest was. De vraag was echter
hoe hij weg kon komen, want de grote
boomlag over zijn voertuigje en bleef
daar, hoe hij zich ook inspande, roerloos
liggen. Blabla stond, geruime tijd scherp
naar Panda's zwoegen te staren, tot een
helder stukje denkwerk hem duidelijk
maakte, wat eigenlijk de bedoeling was.
„Ha," merkte hij schrander op. „Jij boom
foets-foets? Ikkie doen boom foets-hup."
En na deze woorden bracht hij de gevelde
woudreus over naar een handig in de
buurt opgestelde afgrond. „Geweldig!"
riep Panda. „Wat ben jij sterk, zeg! Fijn
hoor, dank je wel!" „Jij leuk ik foets-
weg-plof?" vroeg de oer-figuur getroffen;
en nu greep hij, in de goedige opwelling
om zijn nieuwe vriend een genoegen te
doen, Panda's automobiel, die hij onder
het blij roepen van „Méér-méér-foets!"
achter de boom aan deed suizen. Hiermee
ging echter Panda's vreugde over in het
tegendeel.
Het tweede programma rond Ton van
Duinhoven, dat woensdagavond op het
beeldscherm kwam, legde wel vast dat
de acteur-zanger een persoonlijkheid be
zit, die het voor de televisie uitstekend
doet, wanneer hem maar een goede,tekst
ter beschikking staat. Al zou men op wat
Hugo Claus voor hem maakte, kunnen aan
merken, dat er heel wat literaire stoplap
pen in zaten, feit is dat Van Duinhoven
deze tekst vaardig uitspeelde en de indruk
dat zij de kapstok was om zijn songs aan
op te hangen, netjes wegwerkte. Altijd
blijft dan de discrepantie tussen een Ne
derlands gesproken en een Engels gezon
gen tekst. Het ballet, dat de symbolische
uitdrukking moest vormen van wat zich
allemaal met en in Van Duinhoven afspeel
de, verrichtte die functie inderdaad ex
pressief, maar onontbeerlijk kwam het ons
niet voor. Van Duinhoven is voldoende
mans om op eigen houtje expressief ge
noeg te zijn.
Voor de rest was er een stijve reporta
ge van de uitreiking der prijzen ener na
tionale fotocompetitie. Het gesprek over
zaken rondom het boek, ditmaal handelend
over de lust, last en sociale gevolgen der
literaire roem al spoedig gecorrigeerd
tot bekendheid kreeg onder leiding van
mr. E Straat in ieder geval wel niveau,
maar het was weinig dynamisch. De echte
liefhebber bleef geïnteresserd luisteren.
Aan het grote publiek gaat zo'n uitzending
als onappetijtelijk voorbij.
Beeldschermer
Advertentie
En voorgoed. Bij het eerste
kuchje een lepel Abdijsiroop
(Akker-Siroop). De 23
genezende bestanddelen voor
komen een hoop narigheid.
HILVERSUM I. 402 m. 7.00 VARA. 10.00 VPRO.
1.20 VARA. 12.00 AVRO. 16.00 VARA.
19.30 VPRO. 21.00 VARA. 22.40 VPRO.
23.00 —24.00 VARA.
VARA: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymn. 7.20 Gram. 8.00
Nieuws. 8.18 Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw.
9.10 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Schoolradio. VPRO:
10.00 Dit en het andere, lezing. 10.05 Morgenwij
ding. VARA: 10.20 Voor de vrouw. 11.00 Voor de
kleuters 11.15 Pianorecital. 11.45 Orgelspel.
AVRO: 12.00 Lichte muz. 12.20 Regeringsuitzend.:
Uitz. voor de landbouw. 12.30 Land- en tuinb.-
meded. 12.33 Sportbeschouwing. 12.50 Openlucht
klanken. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. en gram.
13.25 Beursber. 13.30 Metropole-orkest. 14.00 Alt
viool en piano. 14.30 Voordracht. 14.50 Carillon
concert. 15.05 Litteraire quiz. 15.50 Gram. VARA:
16.00 Muzikale lezing 16.30 Voor de zieken. 17.00
Voor de jeugd. 17.53 Act. 18.00 Nieuws. 18.15 Pol.
lezing. 18.25 Hammondorgel en zang. 18.50 De
puntjes op de i, praatje. 19.00 Voor de kinderen.
19.10 Meisjeskoor. VPRO: 19.30 De stad nu, gespr.
19.45 VPRO-nieuws. 20.00 Nieuws. 20.05 Vrijheid
in de opvoeding, lezing. 20.20 Kamerkoor en or
gel. 20.35 Hoe zien zij ons?, lezing. 20.50 Neder
lands-Vlaams cultureel contact, gesprek. VARA:
21.00 Quiz. 21.50 l.o. en L.O., klankb. 22.15 Bui
tenlands weekoverz. 22.30 Nieuws. VPRO: 22.40
Zorg om de mens, gesprek. VARA: 23.00 Social,
nieuws in Esperanto. 23.10 Biljartrep. 23.13 Muzi
kaal gesprek. 23.5524.00 Nieuws.
HILVERSUM II. 298 m. 7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nieuws en S.O.S.-ber. 7.10 Gram.
7.30 Een woord voor de dag. 7.40 Gewijde muz.
8.00 Nieuws. 8.15 Radiokrant. 8.35 Gram. 9.00 Voor
de zieken. 9.35 Gram. 9.40 Voor de huisvrouw.
10.10 Gram. 10.15 Morgendienst. 10.45 Bas-bariton
en piano. 11.15 Voor de oudere luisteraars. 12.00
Gram. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Meisjes
koor. 12.53 Gram. of act. 13.00 Nieuws. 13.15 Instr.
kwintet. 13.40 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.25 Ka-
merork. en solist. 15.30 Lichte muz. 16.00 Vraag-
gespr. 16.15 Gram. 16.30 Pianorecital. 17.00 Voor
dracht. 17.20 Vocaal ensemble. 17.40 Bersber. 17.45
Gram. 18.00 Accordeonspel. 18.20 De hangmat.
18.50 Regermgsuitz.: Sociale actualiteiten, door J.
C. Visser, hoofd afdeling voorlichting van het
Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid.
19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Op de man af,
praatje. 19.15 Gram. 19.30 Radiokrant. 19.50 Mu-
sette-ens. en sol. 20.15 Gevar. programma. 21.30
samenzang. 22.00 Gram. 22.30 Nieuws. 22.40 Wijd
als de wereld, int. oriëntatie in kerk, zending en
oekumenea 23.00 Gram. 23.5524.00 Nieuws.
BRUSSEL. 324 m.
12.00 Nieuws. 12.03 Gram. 12.30 Weerber. 12.35
Gram. 12.50 Koersen. 13.00 Nieuws. 13.15 Orgel
spel. (In de pauze: Gram.). 14.00 Schoolradio.
15.45 Vlaamse liederen. 16.00 Koersen. 16.06 Amu
sementsmuziek 16.50 Gram 17.00 Nieuws. 17.10
Lichte muz. 17.45 Duitse les. 18.00 Vlaamse liede
ren. 18.10 Voordr. 18.20 Voor de sold. 18.50 Sport-
kron. 19.00 Nieuws. 19.40 Operamuziek. (Om 21.00
Kunstkaleidoskoop). 22.00 Nieuws. 22.15 Kamer
muziek 22.55—23.00 Nieuws.
VOOR DONDERDAG
NTS: 20.00 Joum. NCRV; 20.20 Act. 20.30 Film-
>espr. 20.50 De waaierpatience, TV-spel. 22.30
dagsluiting.
VOOR VRIJDAG
NTS: 20.00 Weekjournaal. VARA: 20.30 Achter
het nieuws. 20.45 Kunstrubriek. 21.15 TV-film.
21.40 Bijna twintig, TV-spel.
De NCRV vertoont vanavond het
toneelspel „De Waaierpatience" van
Henri Troyat. Vertaling Gerard Rekers,
regie Henk Rigters, decors Cor Her
meier. Een scène met Maxim Hamel
en Magda Janssens.
Advertentie
Mevrouw Anna M. Bakker uit Amster
dam heeft bij de federale rechtbank (V.S.)
een eis ingediend tot schadevergoeding van
1.050.000 dollar tegen de Air Taxi Co. in
Red Bank (New Jersey) voor de dood van
haar echtgenoot bij een vliegtuigongeluk.
Haar man, Cornelius Bakker, werd op
23 april 1960 gedood, toen een eenmotorig
toestel van genoemde maatschappij hem
van het vliegveld Idlewild in New York
naar Red Bank vehvoerde en in de Rari-
tan Baai stortte.
Volgens eiseres was het vliegtuig niet
veilig, de piloot onervaren en was het toe
stel niet voldoende gecontroleerd voor het
opstijgen.
Van 17 tot 21 januari
De n.v. Nozema heeft bekendgemaakt,
dat op dinsdag 17 januari zal worden be
gonnen met een zo regelmatig mogelijk
proefbedrijf met de nieuwe televisie-zen
der op kanaal 4, die de oude in 1951 in
gebruik genomen experimentele zender
zal vervangen. De nieuwe zender is op
gesteld in de radio-toren van het zender
complex Lopik.
Het vermogen van de zender is ruim
vijf" maal zo groot als "dat van de oude
zender. Tot 21 januari zal de_ nieuwe zen^
der dagelijks van 10.00 tot 17.00 uur bui
ten de normale uitzendingen met een elek
tronisch testsignaal in de lucht zijn.
Advertentie
Het traditionele Aalsmeerse bloemen
corso zal wellicht een hoofdzakelijk Am
sterdamse aangelegenheid worden. Het
corso-bestuur heeft het gemeentebestuur
van de hoofdstad verzocht de subsidie van
2500 te verhogen tot 10.000 en het mo
gelijk te maken dat het corso een route
krijgt toegewezen, die tot in de binnenstad
zal reiken, het liefst tot de Dam.
Ook in vorige jaren zijn stemmen op
gegaan om het bloemencorso naar de Am
sterdamse binnenstad te brengen. Het ge
meentebestuur was echter niet erg enthou
siast wegens de verkeersmoeilijkheden die
het afsluiten van een aantal hoofdstraten
met zich meebrengt.
Tot nu toe mocht de stoet met de bloe
menwagens slechts een rondrit maken door
de Stadionbuurt. Thans gaat de politie
ernstig na, in hoeverre de Aalsmeerse
wensen kunnen worden ingewilligd. Over
de subsidie zal tenslotte de gemeenteraad
moeten beslissen.
In Aalsmeer is men blijkbaar vol ver
trouwen in de goede afloop, want het motto
van het corso, dat op zaterdag 2 september
zal worden gehouden, luidt: „Aalsmeer
groet Amsterdam".
Het ligt in de bedoeling de tocht door
Amsterdam in de plaats te stellen van het
traditionele spel in het Olympisch stadion.
Onder de kop „Consolidatie in Neder
land" herinnert het Zweedse conservatie
ve blad Svenska Dagbladet aan de jong
ste regeringscrisis in Nederland en de
snelle oplossing daarvan. Er is alle aan
leiding om deze oplossing als een teken
van voortgezette consolidatie te beschou
wen, aldus het blad.
„Nederland heeft gedurende de vijftien
jaren sinds het einde van de oorlog die
zulke grote verliezen voor land en volk
heeft opgeleverd, een zeldzame economi
sche opgang doorgemaakt. Het blijkt, dat
de beproevingen die het land had te ver
dragen, verborgen krachten heeft losge
maakt. Het verlies van het enorme Oost-
indische koloniale rijk schijnt tot nieuwe
inspanning op andere gebieden te hebben
geïnspireerd.
Het Nederland van nu is niet langer een
land dat zich uitsluitend tot landbouw,
handel en scheepvaart beperkt, doch ook
een modern industrieland met grote naam,
zowel wat kwantiteit als kwaliteit betreft.
Hierdoor heeft het spaarzame Nederland
se volk een gezonde en stabiele basis, ook
voor de vorming van zijn politieke leven,"
aldus het blad.
Zodra de mens tot handeldrijven over
gaat, ontstaat de behoefte aan maten en
gewichten die in de vorm van voeten, dui
men en graankorrels in overvloed in de
natuur voorhanden zijn. Maar omdat de
één wel eens een aanzienlijk grotere voet
kan hebben dan de ander, en ook onze
duimen verschillen vertonen en de afme
tingen der graankorrels zeer gevoelig blij
ken voor wiseling van klimaat of land
streek, wordt het bij een geregeld handels
verkeer tenslotte als een noodzaak gevoeld
deze maten en gewichten te standaardise
ren, zodat meningsverschillen tussen koper
en verkoper tot de hoogst noodzakelijke
kunnen worden beperkt. Het
verbaast ons dan ook geens
zins dat in de ruïnes van
Memphis reeds dergelijke
standaarden uit het oude
Egypte der Pharao's werden
aangetroffen, noch dat de aan
zienlijkste burgers van Athene
met het toezicht op de stan-
daarden waren belast, of dat deze voor het
Romeinse rijk bewaard werden in de
tempel van Jupiter. Het verwondert ons
alleen, dat een dergelijke ordening van
maten en gewichten pas heel laat haar
intrede deed in West-Europa. Maar dit ge
schiedde dan ook op basis van de nieuwe
natuurwetenschappen. Men nam het één-
tienmiljoenste deel van het meridiaan-
kwadrant van het Panthéon van Parijs en
vervaardigde een platinastaaf, waarvan de
eindvlakken bij een temperatuur van 0 gr.
C juist die lengte een meter genoemd
aangaven. Dat was in 1800.
Maar reeds spoedig waren er allerlei op
en aanmerkingen, die we hier niet zullen
opsommen, maar waarvan de belangrijkste
wellicht was, dat door wrijving van de
aardkorst een meridiaankwadrant zelf
geen constante waarde heeft. Hierdoor was
de basis ontvallen aan de standaardmeter
die men eens en voor altijd dacht te heb
ben vastgesteld. Wat gaf het, of men een
nieuwe meter maakte van een platina-
iridium legering, waarbij de maat niet door
de eindvlakken maar door twee op de staaf
aangebrachte strepen werd bepaald? Wat
gaf het ook, of men al nieuwe meter
definities opstelde als dit alles toch maar
een tijdelijke oplossing betekende? Immers,
wanneer door welke oorzaken dan ook
alle platinameters (de Nederlandse is in
Delft) vernietigd zouden worden, zou het
niet mogelijk zijn nogmaals een meter van
dezelfde lengte te vervaar
digen, want het stuk van de
meridiaan, waarvan het één
miljoenste deel werd ge
nomen, was zélf aan lengte
veranderingen onderhevig!
Gelukkig brachten de na
tuurkundigen uitkomst. In de
golflengte van de rode lijn
in het cadmium-spectrum werd een nieu
we basis voor de meter gevonden, waar
door de meter voor altijd zo hopen we
is vastgelegd. Maar daardoor is die golf
lengte de eigenlijke standaard geworden
en is de meter als zodanig vervallen, al
blijft de platina staaf natuurlijk de stan
daard voor het ijkwezen. Voor wie het wil
weten: 1.553.163,7 golflengten van de rode
cadmiumlijn in droge lucht van 15 gr. C
bij standaard luchtdruk en zwaartekracht
1 meter.
O ja, we zouden ook nog vertellen waar
om het kilogram te zwaar en de liter te
véél is. Maar dat doen we een volgende
]ec>0Y
(Nadruk verboden)
Dr. Alfons Pausch heeft een indruk
wekkende troef achter de hand als hij te
gen belastingschuldigen als troost zegt dat
het mensdom al ongeveer 4,000 jaar be
lasting betaalt.
Zijn troef is het belastingmuseum van
Freudenstadt, het enige museum in zijn
soort in Duitsland. Twee jaar geleden is
Pausch, een belastingontvanger in de stad
met collega's begonnen bewijzen te verga
ren van de belastingdruk waaraan de
mensheid al 40 eeuwen blootstaat.
Pausch is trots op zijn collectie, waar
van de oudste documentatie, een afgietsel
4243. Weer kwam er een nacht vol spanning. De koning had de drank ingenomen
en zich ter ruste begeven. Maar de ministers en hovelingen konden niet slapen; die
waren veel te zenuwachtig. Want als dit recept weer niet goed was, zou het humeur
van Zijne Majesteit verschrikkelijk zijn, en daar was iedereen bang voor.
Zo ging de nacht voorbij. Toen de eerste stralen van de zon door de vensters van het
paleis vielen, ontwaakte koning Barbonix.
Hoe zal ik er nu uitzien? dacht hij.
De handspiegel had hij al klaar gelegd. Maar de koning was niet helemaal gerust,
en hij durfde bijna niet onder het laken uit te komen en in de spiegel te kijken!
Het brandende dal
14)
Hast elke petroleumhandelaar zat te paard en
daarom kon hij niet achterblijven. Vaak liet hij het
paard zadelen en maakte een rit over het boorterrein
alleen om zich te laten zien. Er werd nu aan alle
vijf putten gewerkt. Overal had hij borden met num
mers laten plaatsen, maar het meeste plezier had hij
toch aan het grote bord met zijn naam. En nu bezat
hij een coupon, waarvan de aanblik alleen hier zowel
als bij de banken in de stad wonderen uitrichtte.
Telengescu stond op.
„Het is nu half een," zei hij, op het horloge kijkend,
dat hij met een voornaam gebaar uit zijn zak had
getrokken. „Als uw doel toevallig het grote plein is
zou ik u graag vergezellen."
„Ja, natuurlijk, natuurlijk", haastte hij zich te ant
woorden, want het lokte hem wei aan in het gezel
schap van deze deftige jongeman te worden gezien.
Telengescu nam een paar gele handschoenen uit de
la e trok die zorgvuldig om zijn vingers. Hij nam
zijn hoed van de standaard in de hoek en boog.
„Dan gaan we maar, als het u schikt," zei hij. „Als
we niet voortmaken hebben de arbeiders schafttijd en
dan zouden we vuil kunnen worden." Hij glimlachte
haast verontschuldigend.
Gelukkig was het nog stil op straat. Maar van de
boortorens af groetten heel wat arbeiders de nu al
bekend geworden Lipanescu. Hij beantwoordde elke
groet vriendelijk, terwijl Telengescu nauwelijks knikte
en niet eens opkeek.
„Als ik u een raad mag geven, kunt u beter niet
al te vriendelijk tegen hen zijn," zei hij. „Anders wor
den die kerels ons nog eens de baas."
Lipanescu nam zijn raad evenwel niet ter harte, want
hij bleef opgewekt naar alle kanten groeten. Telengescu
nam hem van opzij op en kwam tot de gevolgtrekking,
dat deze man niet aan de normen beantwoordde, die
hem voor een oliehandelaar onmisbaar leken. Misschien
had hij de man te beleefd behandeld. Lipanescu's
kleren dezelfde waarin hij uit de stad was aange
komen waren verkreukeld en vettig. Hij had zelfs
een olievlek op zijn overhemd. Telengescu kreeg er
spijt van met hem mee te zijn gegaan. Hij was eigen
lijk van plan geweest hem in het salon-restaurant een
apératief aan te bieden, maar hij zag er van af, en
ging een stap opzij, om niet met Lipanescu's vuile
kleren in aanraking te komen.
„Wat is dat daar voor een heipaal?" vroeg Lipa
nescu, terwijl hij in de richting van het plein wees.
Telengescu werd bleek.
„O, wat onaangenaam! Dat ontbrak er nog maar
aan!"
Hij bleef staan, alsof hij weifelde verder te gaan.
Bocanu stond op zijn aarden heuvel en de „hond"
kwam juist met de volle brandewijnfles aandragen. Te
lengescu trok eindelijk een krant uit zijn zak, vouwde
het blad open deed alsof hij aandachtig las en schui
felde langs de kant van de weg verder.
„Doet u maar alsof u hem niet ziet," fluisterde hij,
„Dat is het beste. Het is een tamelijk lompe en on
behouwen boer."
De figuur van deze grove en agressieve man was
voor Telengescu, die zo op verfijnde manieren was ge
steld, een dagelijkse bron van onrust.
Hij ging Bocanu zoveel mogelijk uit de weg. Vaak
kwam hij de man evenwel onverwacht tegen en dan
nam hij beleefd de hoed af, hoewel in feite tegen zijn
zin. Het was alsof die zwaargebouwde bejaarde kerel
hem hypnotiseerde. De schuld daarvan lag bij de in
genieurs, vooral de ingenieurs van elders, die Bocanu
niet tijdig op zijn nummer hadden gezet. Het ergste
was nog dat Bocanu zijn groet niet eens beantwoordde.
„De brandewijn, meneer Chivu!" hijgde de „hond".
De oude man stak zijn hand uit, nam het glas aan
en sloeg het met het hoofd achterover naar binnen.
Hij bleef enkele tellen in die houding staan, als om
goed te voelen hoe de brandende pruimedrank door
zijn keel stroomde. Daarna hoestte hij tevreden.
„Neemt u er niet nog een?" vroeg de „hond" ver
baasd, met de fles al klaar. Maar Bocanu gaf geen
antwoord; hij keek aandachtig naar de beide mannen,
die het plein benaderden. Die ene, die probeerde zich
achter zijn krant te verschuilen, kende hij al. En hij
had al sedert lang trek hem eens op zijn krant te
spuwen. Terwijl zij dichterbij kwamen probeerde Te
lengescu nog meer aandacht voor zijn krant te huichelen.
„Jij deugniet!" riep Bocanu hem na, „pas maar
op dat je niet struikelt!"
De jonge man kromp inwendig van afkeer ineen en
de letters in de krant leken zich rood te kleuren. Zodra
zij een paar stappen van de oude man verwijderd wa
ren fluisterde hij ontsteld tegen Lipanescu, „Mijn he
mel, u moest eens weten onder welk soort volk wij
hier moeten leven!"
Bocanu riep hem nog eens een treffend scheldwoord
na en spuwde op de grond. De platte woorden en het
onsmakelijk spuwen kwetsten Telengescu tot in het
diepst van zijn ziel Het meest deed het hem pijn, dat
Lipanescu getuige van zijn vernedering was geweest.
Vlug gluurde hij naar de salon om zich ervan te verge
wissen, dat daar niet een of andere bekende lachende
toeschouwer was geweest Er zat evenwel niemand op
het terras. In verband met het stof en de brandende
zon at men niet graag buiten. Hij zuchtte van opluch
ting. Nu ging het erom zijn gezelschap zo gauw moge
lijk kwijt te raken, want met deze man naast zich zou
hij de belediging onmogelijk van zich af kunnen zetten.
„Meneer Lipanescu", zei hij, nog altijd met rood aan
gelopen gezicht, maar zonder zijn hoffelijke toon en
zijn aristocratische lebaren te hebben verloren, „naar
ik hoop zal ons spoedig de wederzijdse eer te beurt
vallen elkaar weer te ontmoeten".
Lipanescu, die aan niets anders dan zijn coupon had
gedacht, zei bereidwillig: „Ja ja, natuurlijk! Ik kan
nauwelijks wachten meer olie af te leveren".
De jonge man beklom de houten trap stak vlug het
terras over en verdween in het restaurant. Met zijn
handschoenen nog aan streek hij de rand van zijn hoed
glad, trok zijn vlinderdas recht en liep, zonder iemand
een blik waard te keuren, zelfverzekerd en afgemeten
door naar de kleine eetzaal achterin, die voor enkele
speciale gasten werd gereserveerd. In de grote eetzaal
zaten om deze tijd alleen ondergeschikte employés en
hulp-ingenieurs aan de tafels. Alles was toegestroomd
om vlug rijk te worden. Sommigen hadden hun studie
afgebroken, anderen waren het ouderlijk huis ontvlucht,
allen gelokt door het wonder van de aardolie en hier
aten zij nu dikke soep van acht lei en tocana, een soort
goulash, van vijftien lei aan een tafel, waarop het pa
pieren servet met sausvlekken was bevuild.
Telengescu had al een behoorlijke opleiding achter de
rug; hij had de hogere handelsschool afgelopen en was
beslist geen avonturier zoals de meeste anderen. En
om die reden beschouwde hij haast iedereen met een
diepe minachting. Het stond hem niet aan dat hij tussen
al die tafels moest doorlopen. Terwijl hij de kleine eet
zaal wilde binnengaan schoot ef een winkelbediende van
achter de tapkast en trok hem aan zijn mouw.
Meneer Telengescu, de baas vraagt of u even bij
hem wilt komen".
De vertrouwelijke benadering van de jongen maakte
Telengescu nog bozer. Hij rukte zich los, bedwong zich
evenwel want het was natuurlijk niet beschaafd tegen
een kelner of een winkelbediende uit te varen. Woedend
liep hij naar de zinken tapkast, waarboven de glimlach
van Christea Dumitrich hem verwelkomde. De caféhou
der zag wel dat Telengescu zwaar het land had en
vroeg om hem beter te stemmen:
„Comment ga va?"
Telengescu gaf hem namelijk Franse les en was een
streng leraar, hard en in het geheel niet hoffelijk.
„Va mal, va mal!" zei hij nijdig.
De caféhouder had verwacht als gewoonlijk te horen
te krijgen: „Cimme ci, comme ga!" en had dan, ook
als gewoonlijk, kunnen antwoorden: „Alors trés bien!"
Nu wist hij niet hoe hij het gesprek moest voortzetten.
„Waarom dan?" vroeg hij, zodra hij uit het gezicht
van zijn jonge leermeester had opgemaakt wat de
woorden betekenden.
„Dites en frangais ga!" zei Telengescu onverbidde
lijk.
Cristea lachte dom en staarde hem aan. Zijn rond
gezicht met de fletse groenachtige ogen drukte niets
anders dan verbazing uit: „Waarom hebt u zich dan zo
boos gemaakt?" vroeg hij.
Paree que ton gargon est unest un cochon.
(Wordt vervolgd)
van een relief uit 2300 v. chr. is.
Hierop staat afgebeeld de graftombe van
de Egyptenaar Vezir Mereruka uit Sak-
kura in de buurt van Memphis, met twee
mannen die neergeknield liggen voor de
belastingontvanger, terwijl een derde man
die geweigerd had te betalen door de as
sistenten van de ontvanger met knotsen tot
knielen wordt gedwongen.
Pausch is het er mee eens, dat de hui
dige methodes zo al niet effectiever in
ieder geval beschaafder zijn geworden.
Een document uit 1628 verklaart dat
vrijstelling van belasting alleen vergund
is aan vaders van 12 wettige kinderen.
In het museum hangt ook het portret
van de laatste belastingsoldaat van de
stad, een martiale figuur met strenge blik
en een heldhaftige snor.
De historie vermeldt dat hij op zijn ron
des door de stad om de achterstallige be
lastingbetalers af te lopen, bij de herber
gen stil placht te houden. Als hij daar een
van zijn slachtoffers tegenkwam, bulder
de hij tegen hem: „zit niet te zuipen, ga
je belasting betalen".
Het stiefkind van de collectie is een af
beelding van een Romeins relief van kei
zer Trajanus, die de bevolking van Rome
vrijheid 'van belastingen schonk.
„Alleen ingezetenen van de stad die er
geboren waren genoten vrijheid van be
lastingen", verklaart Pausch haastig, „de
belastingen uit de provincies waren vol
doende voor de staat. Wat zou er gebeurd
zijn met mijn museum als het voorbeeld
van Trajanus anno 100 navolging had ge
kregen?"
Het museum van Freudenstadt krijgt
geen subsidie. Het heeft het niet nodig, er
komt voldoende publiek.
Advertentie
Grote Houtstraat 181
Haarlem - Tel. 14444
„DE SWANENPLAATS" door J. Visser-
Roosendaal (Uitg. J. H. Gottmer, Haar-
lem-Antwerpen). Weer een roman van
mevrouw Visser-Roosendaal over het plat
teland. Ditmaal worden de lotgevallen van
Lena Zwaan behandeld, die haar verloof
de kwijtraakt en dan in moeilijkheden
komt. De vertrouwde vriend brengt ten
slotte uitkomst.
„EILAND EN EVENBEELD" door Piet
Heil (Uitg. n.v. Em. Querido's uitgevers
mij., Amsterdam). Het romandebuut van
de jonge Nederlandse auteur, dat de lot
gevallen van twee jongemannen op een
Schots eiland beschrijft. Er komen boeien
de passages voor in deze roman, die ech
ter teveel dingen tegelijk wil behandelen.
„TARTARIN VAN TARASCON" van Al-
phonse Daudet, vertaling Tim Maran (Uit
geverij Meulenhoff). Een goed idee dit
klassieke werkje als pocket in de Flamin
goserie uit te brengen. Tartarin is een on
sterfelijke figuur en ook in vertaling blijft
het verhaal van de opschepper, die ten
slotte zijn verhalen waar moet maken,
springlevend.
„MIJN VADER TREKT KIEZEN" en
HAAR CHINESE FAMILIE" door Karl
Eskelund. (Uitg. H. J. W. Becht-Amster-
dam). Vertaling Henriëtte Matthes. In de
Mimosa-reeks" zijn deze twee aardige
boekjes verschenen. De belevenissen van
een tandarts in Thailand zijn boeiend ver
teld en hetzelfde geldt voor de lotgeval
len van een half-Chinees meisje, dat be
sluit na de dood van haar vader naar
haar Chinese familie te gaan. De grote
liefde van de schrijver voor de volken
waarover hij schrijft spreekt uit elke blad
zijde.
„DE VROUW OP DE ACHTERGROND"
door Mignon G. Eberhart (Uitg. Prisma-
boeken). Vertaling H. J. Bakker. Een
spannende detective, waarin om drie vrou
wen een angstaanjagende sfeer hangt. De
schrijfster weet de spanning systematisch
op te voeren naar het goede slot.
,DE ZEVENDE BAZUIN" door Ferenc
Kömendi (Uitg. H. J. W. Becht, Amster
dam). Vertaling Frans van Oldenburg
Ermke. Een roman over Hongarije, waar
in een professor ten koste van zijn eigen
leven wraak neemt op de communisten.