PANDA EN DE GROTBOKSER w Freudenstadt heeft een belastingmuseum KONING BARBONIX I iOSRAM 1 Boekenhoekje ABDIJSIROOP och ló het zo ENGEL DONDERDAG 12 JANUARI 1961 11 Expressie Blijf hoest de baas De radio geeft vrijdag T elevisieprogramma Nederlandse eist miljoen dollar schadevergoeding Nieuwe televisiezender in Lopik wordt beproefd Aalsmeers bloemencorso wil door centrum van Amsterdam Zweeds blad prijst Nederland ZEKERE METER H. Pétillon 0 door Radu Tudoran Vertaling Margot Bakker V p» 7. Het weer was helemaal opgeklaard en Panda wilde maar liever naar huis. De holbewoner Ikkie Blabla bleek nu wel een allervriendelijkst iemand te zijn, maar erg op zijn gemak voelde Panda zich toch niet bij hem en bovendien was het ook niet meer zo vroeg als het eerder op de dag geweest was. De vraag was echter hoe hij weg kon komen, want de grote boomlag over zijn voertuigje en bleef daar, hoe hij zich ook inspande, roerloos liggen. Blabla stond, geruime tijd scherp naar Panda's zwoegen te staren, tot een helder stukje denkwerk hem duidelijk maakte, wat eigenlijk de bedoeling was. „Ha," merkte hij schrander op. „Jij boom foets-foets? Ikkie doen boom foets-hup." En na deze woorden bracht hij de gevelde woudreus over naar een handig in de buurt opgestelde afgrond. „Geweldig!" riep Panda. „Wat ben jij sterk, zeg! Fijn hoor, dank je wel!" „Jij leuk ik foets- weg-plof?" vroeg de oer-figuur getroffen; en nu greep hij, in de goedige opwelling om zijn nieuwe vriend een genoegen te doen, Panda's automobiel, die hij onder het blij roepen van „Méér-méér-foets!" achter de boom aan deed suizen. Hiermee ging echter Panda's vreugde over in het tegendeel. Het tweede programma rond Ton van Duinhoven, dat woensdagavond op het beeldscherm kwam, legde wel vast dat de acteur-zanger een persoonlijkheid be zit, die het voor de televisie uitstekend doet, wanneer hem maar een goede,tekst ter beschikking staat. Al zou men op wat Hugo Claus voor hem maakte, kunnen aan merken, dat er heel wat literaire stoplap pen in zaten, feit is dat Van Duinhoven deze tekst vaardig uitspeelde en de indruk dat zij de kapstok was om zijn songs aan op te hangen, netjes wegwerkte. Altijd blijft dan de discrepantie tussen een Ne derlands gesproken en een Engels gezon gen tekst. Het ballet, dat de symbolische uitdrukking moest vormen van wat zich allemaal met en in Van Duinhoven afspeel de, verrichtte die functie inderdaad ex pressief, maar onontbeerlijk kwam het ons niet voor. Van Duinhoven is voldoende mans om op eigen houtje expressief ge noeg te zijn. Voor de rest was er een stijve reporta ge van de uitreiking der prijzen ener na tionale fotocompetitie. Het gesprek over zaken rondom het boek, ditmaal handelend over de lust, last en sociale gevolgen der literaire roem al spoedig gecorrigeerd tot bekendheid kreeg onder leiding van mr. E Straat in ieder geval wel niveau, maar het was weinig dynamisch. De echte liefhebber bleef geïnteresserd luisteren. Aan het grote publiek gaat zo'n uitzending als onappetijtelijk voorbij. Beeldschermer Advertentie En voorgoed. Bij het eerste kuchje een lepel Abdijsiroop (Akker-Siroop). De 23 genezende bestanddelen voor komen een hoop narigheid. HILVERSUM I. 402 m. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 1.20 VARA. 12.00 AVRO. 16.00 VARA. 19.30 VPRO. 21.00 VARA. 22.40 VPRO. 23.00 —24.00 VARA. VARA: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymn. 7.20 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Schoolradio. VPRO: 10.00 Dit en het andere, lezing. 10.05 Morgenwij ding. VARA: 10.20 Voor de vrouw. 11.00 Voor de kleuters 11.15 Pianorecital. 11.45 Orgelspel. AVRO: 12.00 Lichte muz. 12.20 Regeringsuitzend.: Uitz. voor de landbouw. 12.30 Land- en tuinb.- meded. 12.33 Sportbeschouwing. 12.50 Openlucht klanken. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. en gram. 13.25 Beursber. 13.30 Metropole-orkest. 14.00 Alt viool en piano. 14.30 Voordracht. 14.50 Carillon concert. 15.05 Litteraire quiz. 15.50 Gram. VARA: 16.00 Muzikale lezing 16.30 Voor de zieken. 17.00 Voor de jeugd. 17.53 Act. 18.00 Nieuws. 18.15 Pol. lezing. 18.25 Hammondorgel en zang. 18.50 De puntjes op de i, praatje. 19.00 Voor de kinderen. 19.10 Meisjeskoor. VPRO: 19.30 De stad nu, gespr. 19.45 VPRO-nieuws. 20.00 Nieuws. 20.05 Vrijheid in de opvoeding, lezing. 20.20 Kamerkoor en or gel. 20.35 Hoe zien zij ons?, lezing. 20.50 Neder lands-Vlaams cultureel contact, gesprek. VARA: 21.00 Quiz. 21.50 l.o. en L.O., klankb. 22.15 Bui tenlands weekoverz. 22.30 Nieuws. VPRO: 22.40 Zorg om de mens, gesprek. VARA: 23.00 Social, nieuws in Esperanto. 23.10 Biljartrep. 23.13 Muzi kaal gesprek. 23.5524.00 Nieuws. HILVERSUM II. 298 m. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nieuws en S.O.S.-ber. 7.10 Gram. 7.30 Een woord voor de dag. 7.40 Gewijde muz. 8.00 Nieuws. 8.15 Radiokrant. 8.35 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.35 Gram. 9.40 Voor de huisvrouw. 10.10 Gram. 10.15 Morgendienst. 10.45 Bas-bariton en piano. 11.15 Voor de oudere luisteraars. 12.00 Gram. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Meisjes koor. 12.53 Gram. of act. 13.00 Nieuws. 13.15 Instr. kwintet. 13.40 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.25 Ka- merork. en solist. 15.30 Lichte muz. 16.00 Vraag- gespr. 16.15 Gram. 16.30 Pianorecital. 17.00 Voor dracht. 17.20 Vocaal ensemble. 17.40 Bersber. 17.45 Gram. 18.00 Accordeonspel. 18.20 De hangmat. 18.50 Regermgsuitz.: Sociale actualiteiten, door J. C. Visser, hoofd afdeling voorlichting van het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Op de man af, praatje. 19.15 Gram. 19.30 Radiokrant. 19.50 Mu- sette-ens. en sol. 20.15 Gevar. programma. 21.30 samenzang. 22.00 Gram. 22.30 Nieuws. 22.40 Wijd als de wereld, int. oriëntatie in kerk, zending en oekumenea 23.00 Gram. 23.5524.00 Nieuws. BRUSSEL. 324 m. 12.00 Nieuws. 12.03 Gram. 12.30 Weerber. 12.35 Gram. 12.50 Koersen. 13.00 Nieuws. 13.15 Orgel spel. (In de pauze: Gram.). 14.00 Schoolradio. 15.45 Vlaamse liederen. 16.00 Koersen. 16.06 Amu sementsmuziek 16.50 Gram 17.00 Nieuws. 17.10 Lichte muz. 17.45 Duitse les. 18.00 Vlaamse liede ren. 18.10 Voordr. 18.20 Voor de sold. 18.50 Sport- kron. 19.00 Nieuws. 19.40 Operamuziek. (Om 21.00 Kunstkaleidoskoop). 22.00 Nieuws. 22.15 Kamer muziek 22.55—23.00 Nieuws. VOOR DONDERDAG NTS: 20.00 Joum. NCRV; 20.20 Act. 20.30 Film- >espr. 20.50 De waaierpatience, TV-spel. 22.30 dagsluiting. VOOR VRIJDAG NTS: 20.00 Weekjournaal. VARA: 20.30 Achter het nieuws. 20.45 Kunstrubriek. 21.15 TV-film. 21.40 Bijna twintig, TV-spel. De NCRV vertoont vanavond het toneelspel „De Waaierpatience" van Henri Troyat. Vertaling Gerard Rekers, regie Henk Rigters, decors Cor Her meier. Een scène met Maxim Hamel en Magda Janssens. Advertentie Mevrouw Anna M. Bakker uit Amster dam heeft bij de federale rechtbank (V.S.) een eis ingediend tot schadevergoeding van 1.050.000 dollar tegen de Air Taxi Co. in Red Bank (New Jersey) voor de dood van haar echtgenoot bij een vliegtuigongeluk. Haar man, Cornelius Bakker, werd op 23 april 1960 gedood, toen een eenmotorig toestel van genoemde maatschappij hem van het vliegveld Idlewild in New York naar Red Bank vehvoerde en in de Rari- tan Baai stortte. Volgens eiseres was het vliegtuig niet veilig, de piloot onervaren en was het toe stel niet voldoende gecontroleerd voor het opstijgen. Van 17 tot 21 januari De n.v. Nozema heeft bekendgemaakt, dat op dinsdag 17 januari zal worden be gonnen met een zo regelmatig mogelijk proefbedrijf met de nieuwe televisie-zen der op kanaal 4, die de oude in 1951 in gebruik genomen experimentele zender zal vervangen. De nieuwe zender is op gesteld in de radio-toren van het zender complex Lopik. Het vermogen van de zender is ruim vijf" maal zo groot als "dat van de oude zender. Tot 21 januari zal de_ nieuwe zen^ der dagelijks van 10.00 tot 17.00 uur bui ten de normale uitzendingen met een elek tronisch testsignaal in de lucht zijn. Advertentie Het traditionele Aalsmeerse bloemen corso zal wellicht een hoofdzakelijk Am sterdamse aangelegenheid worden. Het corso-bestuur heeft het gemeentebestuur van de hoofdstad verzocht de subsidie van 2500 te verhogen tot 10.000 en het mo gelijk te maken dat het corso een route krijgt toegewezen, die tot in de binnenstad zal reiken, het liefst tot de Dam. Ook in vorige jaren zijn stemmen op gegaan om het bloemencorso naar de Am sterdamse binnenstad te brengen. Het ge meentebestuur was echter niet erg enthou siast wegens de verkeersmoeilijkheden die het afsluiten van een aantal hoofdstraten met zich meebrengt. Tot nu toe mocht de stoet met de bloe menwagens slechts een rondrit maken door de Stadionbuurt. Thans gaat de politie ernstig na, in hoeverre de Aalsmeerse wensen kunnen worden ingewilligd. Over de subsidie zal tenslotte de gemeenteraad moeten beslissen. In Aalsmeer is men blijkbaar vol ver trouwen in de goede afloop, want het motto van het corso, dat op zaterdag 2 september zal worden gehouden, luidt: „Aalsmeer groet Amsterdam". Het ligt in de bedoeling de tocht door Amsterdam in de plaats te stellen van het traditionele spel in het Olympisch stadion. Onder de kop „Consolidatie in Neder land" herinnert het Zweedse conservatie ve blad Svenska Dagbladet aan de jong ste regeringscrisis in Nederland en de snelle oplossing daarvan. Er is alle aan leiding om deze oplossing als een teken van voortgezette consolidatie te beschou wen, aldus het blad. „Nederland heeft gedurende de vijftien jaren sinds het einde van de oorlog die zulke grote verliezen voor land en volk heeft opgeleverd, een zeldzame economi sche opgang doorgemaakt. Het blijkt, dat de beproevingen die het land had te ver dragen, verborgen krachten heeft losge maakt. Het verlies van het enorme Oost- indische koloniale rijk schijnt tot nieuwe inspanning op andere gebieden te hebben geïnspireerd. Het Nederland van nu is niet langer een land dat zich uitsluitend tot landbouw, handel en scheepvaart beperkt, doch ook een modern industrieland met grote naam, zowel wat kwantiteit als kwaliteit betreft. Hierdoor heeft het spaarzame Nederland se volk een gezonde en stabiele basis, ook voor de vorming van zijn politieke leven," aldus het blad. Zodra de mens tot handeldrijven over gaat, ontstaat de behoefte aan maten en gewichten die in de vorm van voeten, dui men en graankorrels in overvloed in de natuur voorhanden zijn. Maar omdat de één wel eens een aanzienlijk grotere voet kan hebben dan de ander, en ook onze duimen verschillen vertonen en de afme tingen der graankorrels zeer gevoelig blij ken voor wiseling van klimaat of land streek, wordt het bij een geregeld handels verkeer tenslotte als een noodzaak gevoeld deze maten en gewichten te standaardise ren, zodat meningsverschillen tussen koper en verkoper tot de hoogst noodzakelijke kunnen worden beperkt. Het verbaast ons dan ook geens zins dat in de ruïnes van Memphis reeds dergelijke standaarden uit het oude Egypte der Pharao's werden aangetroffen, noch dat de aan zienlijkste burgers van Athene met het toezicht op de stan- daarden waren belast, of dat deze voor het Romeinse rijk bewaard werden in de tempel van Jupiter. Het verwondert ons alleen, dat een dergelijke ordening van maten en gewichten pas heel laat haar intrede deed in West-Europa. Maar dit ge schiedde dan ook op basis van de nieuwe natuurwetenschappen. Men nam het één- tienmiljoenste deel van het meridiaan- kwadrant van het Panthéon van Parijs en vervaardigde een platinastaaf, waarvan de eindvlakken bij een temperatuur van 0 gr. C juist die lengte een meter genoemd aangaven. Dat was in 1800. Maar reeds spoedig waren er allerlei op en aanmerkingen, die we hier niet zullen opsommen, maar waarvan de belangrijkste wellicht was, dat door wrijving van de aardkorst een meridiaankwadrant zelf geen constante waarde heeft. Hierdoor was de basis ontvallen aan de standaardmeter die men eens en voor altijd dacht te heb ben vastgesteld. Wat gaf het, of men een nieuwe meter maakte van een platina- iridium legering, waarbij de maat niet door de eindvlakken maar door twee op de staaf aangebrachte strepen werd bepaald? Wat gaf het ook, of men al nieuwe meter definities opstelde als dit alles toch maar een tijdelijke oplossing betekende? Immers, wanneer door welke oorzaken dan ook alle platinameters (de Nederlandse is in Delft) vernietigd zouden worden, zou het niet mogelijk zijn nogmaals een meter van dezelfde lengte te vervaar digen, want het stuk van de meridiaan, waarvan het één miljoenste deel werd ge nomen, was zélf aan lengte veranderingen onderhevig! Gelukkig brachten de na tuurkundigen uitkomst. In de golflengte van de rode lijn in het cadmium-spectrum werd een nieu we basis voor de meter gevonden, waar door de meter voor altijd zo hopen we is vastgelegd. Maar daardoor is die golf lengte de eigenlijke standaard geworden en is de meter als zodanig vervallen, al blijft de platina staaf natuurlijk de stan daard voor het ijkwezen. Voor wie het wil weten: 1.553.163,7 golflengten van de rode cadmiumlijn in droge lucht van 15 gr. C bij standaard luchtdruk en zwaartekracht 1 meter. O ja, we zouden ook nog vertellen waar om het kilogram te zwaar en de liter te véél is. Maar dat doen we een volgende ]ec>0Y (Nadruk verboden) Dr. Alfons Pausch heeft een indruk wekkende troef achter de hand als hij te gen belastingschuldigen als troost zegt dat het mensdom al ongeveer 4,000 jaar be lasting betaalt. Zijn troef is het belastingmuseum van Freudenstadt, het enige museum in zijn soort in Duitsland. Twee jaar geleden is Pausch, een belastingontvanger in de stad met collega's begonnen bewijzen te verga ren van de belastingdruk waaraan de mensheid al 40 eeuwen blootstaat. Pausch is trots op zijn collectie, waar van de oudste documentatie, een afgietsel 4243. Weer kwam er een nacht vol spanning. De koning had de drank ingenomen en zich ter ruste begeven. Maar de ministers en hovelingen konden niet slapen; die waren veel te zenuwachtig. Want als dit recept weer niet goed was, zou het humeur van Zijne Majesteit verschrikkelijk zijn, en daar was iedereen bang voor. Zo ging de nacht voorbij. Toen de eerste stralen van de zon door de vensters van het paleis vielen, ontwaakte koning Barbonix. Hoe zal ik er nu uitzien? dacht hij. De handspiegel had hij al klaar gelegd. Maar de koning was niet helemaal gerust, en hij durfde bijna niet onder het laken uit te komen en in de spiegel te kijken! Het brandende dal 14) Hast elke petroleumhandelaar zat te paard en daarom kon hij niet achterblijven. Vaak liet hij het paard zadelen en maakte een rit over het boorterrein alleen om zich te laten zien. Er werd nu aan alle vijf putten gewerkt. Overal had hij borden met num mers laten plaatsen, maar het meeste plezier had hij toch aan het grote bord met zijn naam. En nu bezat hij een coupon, waarvan de aanblik alleen hier zowel als bij de banken in de stad wonderen uitrichtte. Telengescu stond op. „Het is nu half een," zei hij, op het horloge kijkend, dat hij met een voornaam gebaar uit zijn zak had getrokken. „Als uw doel toevallig het grote plein is zou ik u graag vergezellen." „Ja, natuurlijk, natuurlijk", haastte hij zich te ant woorden, want het lokte hem wei aan in het gezel schap van deze deftige jongeman te worden gezien. Telengescu nam een paar gele handschoenen uit de la e trok die zorgvuldig om zijn vingers. Hij nam zijn hoed van de standaard in de hoek en boog. „Dan gaan we maar, als het u schikt," zei hij. „Als we niet voortmaken hebben de arbeiders schafttijd en dan zouden we vuil kunnen worden." Hij glimlachte haast verontschuldigend. Gelukkig was het nog stil op straat. Maar van de boortorens af groetten heel wat arbeiders de nu al bekend geworden Lipanescu. Hij beantwoordde elke groet vriendelijk, terwijl Telengescu nauwelijks knikte en niet eens opkeek. „Als ik u een raad mag geven, kunt u beter niet al te vriendelijk tegen hen zijn," zei hij. „Anders wor den die kerels ons nog eens de baas." Lipanescu nam zijn raad evenwel niet ter harte, want hij bleef opgewekt naar alle kanten groeten. Telengescu nam hem van opzij op en kwam tot de gevolgtrekking, dat deze man niet aan de normen beantwoordde, die hem voor een oliehandelaar onmisbaar leken. Misschien had hij de man te beleefd behandeld. Lipanescu's kleren dezelfde waarin hij uit de stad was aange komen waren verkreukeld en vettig. Hij had zelfs een olievlek op zijn overhemd. Telengescu kreeg er spijt van met hem mee te zijn gegaan. Hij was eigen lijk van plan geweest hem in het salon-restaurant een apératief aan te bieden, maar hij zag er van af, en ging een stap opzij, om niet met Lipanescu's vuile kleren in aanraking te komen. „Wat is dat daar voor een heipaal?" vroeg Lipa nescu, terwijl hij in de richting van het plein wees. Telengescu werd bleek. „O, wat onaangenaam! Dat ontbrak er nog maar aan!" Hij bleef staan, alsof hij weifelde verder te gaan. Bocanu stond op zijn aarden heuvel en de „hond" kwam juist met de volle brandewijnfles aandragen. Te lengescu trok eindelijk een krant uit zijn zak, vouwde het blad open deed alsof hij aandachtig las en schui felde langs de kant van de weg verder. „Doet u maar alsof u hem niet ziet," fluisterde hij, „Dat is het beste. Het is een tamelijk lompe en on behouwen boer." De figuur van deze grove en agressieve man was voor Telengescu, die zo op verfijnde manieren was ge steld, een dagelijkse bron van onrust. Hij ging Bocanu zoveel mogelijk uit de weg. Vaak kwam hij de man evenwel onverwacht tegen en dan nam hij beleefd de hoed af, hoewel in feite tegen zijn zin. Het was alsof die zwaargebouwde bejaarde kerel hem hypnotiseerde. De schuld daarvan lag bij de in genieurs, vooral de ingenieurs van elders, die Bocanu niet tijdig op zijn nummer hadden gezet. Het ergste was nog dat Bocanu zijn groet niet eens beantwoordde. „De brandewijn, meneer Chivu!" hijgde de „hond". De oude man stak zijn hand uit, nam het glas aan en sloeg het met het hoofd achterover naar binnen. Hij bleef enkele tellen in die houding staan, als om goed te voelen hoe de brandende pruimedrank door zijn keel stroomde. Daarna hoestte hij tevreden. „Neemt u er niet nog een?" vroeg de „hond" ver baasd, met de fles al klaar. Maar Bocanu gaf geen antwoord; hij keek aandachtig naar de beide mannen, die het plein benaderden. Die ene, die probeerde zich achter zijn krant te verschuilen, kende hij al. En hij had al sedert lang trek hem eens op zijn krant te spuwen. Terwijl zij dichterbij kwamen probeerde Te lengescu nog meer aandacht voor zijn krant te huichelen. „Jij deugniet!" riep Bocanu hem na, „pas maar op dat je niet struikelt!" De jonge man kromp inwendig van afkeer ineen en de letters in de krant leken zich rood te kleuren. Zodra zij een paar stappen van de oude man verwijderd wa ren fluisterde hij ontsteld tegen Lipanescu, „Mijn he mel, u moest eens weten onder welk soort volk wij hier moeten leven!" Bocanu riep hem nog eens een treffend scheldwoord na en spuwde op de grond. De platte woorden en het onsmakelijk spuwen kwetsten Telengescu tot in het diepst van zijn ziel Het meest deed het hem pijn, dat Lipanescu getuige van zijn vernedering was geweest. Vlug gluurde hij naar de salon om zich ervan te verge wissen, dat daar niet een of andere bekende lachende toeschouwer was geweest Er zat evenwel niemand op het terras. In verband met het stof en de brandende zon at men niet graag buiten. Hij zuchtte van opluch ting. Nu ging het erom zijn gezelschap zo gauw moge lijk kwijt te raken, want met deze man naast zich zou hij de belediging onmogelijk van zich af kunnen zetten. „Meneer Lipanescu", zei hij, nog altijd met rood aan gelopen gezicht, maar zonder zijn hoffelijke toon en zijn aristocratische lebaren te hebben verloren, „naar ik hoop zal ons spoedig de wederzijdse eer te beurt vallen elkaar weer te ontmoeten". Lipanescu, die aan niets anders dan zijn coupon had gedacht, zei bereidwillig: „Ja ja, natuurlijk! Ik kan nauwelijks wachten meer olie af te leveren". De jonge man beklom de houten trap stak vlug het terras over en verdween in het restaurant. Met zijn handschoenen nog aan streek hij de rand van zijn hoed glad, trok zijn vlinderdas recht en liep, zonder iemand een blik waard te keuren, zelfverzekerd en afgemeten door naar de kleine eetzaal achterin, die voor enkele speciale gasten werd gereserveerd. In de grote eetzaal zaten om deze tijd alleen ondergeschikte employés en hulp-ingenieurs aan de tafels. Alles was toegestroomd om vlug rijk te worden. Sommigen hadden hun studie afgebroken, anderen waren het ouderlijk huis ontvlucht, allen gelokt door het wonder van de aardolie en hier aten zij nu dikke soep van acht lei en tocana, een soort goulash, van vijftien lei aan een tafel, waarop het pa pieren servet met sausvlekken was bevuild. Telengescu had al een behoorlijke opleiding achter de rug; hij had de hogere handelsschool afgelopen en was beslist geen avonturier zoals de meeste anderen. En om die reden beschouwde hij haast iedereen met een diepe minachting. Het stond hem niet aan dat hij tussen al die tafels moest doorlopen. Terwijl hij de kleine eet zaal wilde binnengaan schoot ef een winkelbediende van achter de tapkast en trok hem aan zijn mouw. Meneer Telengescu, de baas vraagt of u even bij hem wilt komen". De vertrouwelijke benadering van de jongen maakte Telengescu nog bozer. Hij rukte zich los, bedwong zich evenwel want het was natuurlijk niet beschaafd tegen een kelner of een winkelbediende uit te varen. Woedend liep hij naar de zinken tapkast, waarboven de glimlach van Christea Dumitrich hem verwelkomde. De caféhou der zag wel dat Telengescu zwaar het land had en vroeg om hem beter te stemmen: „Comment ga va?" Telengescu gaf hem namelijk Franse les en was een streng leraar, hard en in het geheel niet hoffelijk. „Va mal, va mal!" zei hij nijdig. De caféhouder had verwacht als gewoonlijk te horen te krijgen: „Cimme ci, comme ga!" en had dan, ook als gewoonlijk, kunnen antwoorden: „Alors trés bien!" Nu wist hij niet hoe hij het gesprek moest voortzetten. „Waarom dan?" vroeg hij, zodra hij uit het gezicht van zijn jonge leermeester had opgemaakt wat de woorden betekenden. „Dites en frangais ga!" zei Telengescu onverbidde lijk. Cristea lachte dom en staarde hem aan. Zijn rond gezicht met de fletse groenachtige ogen drukte niets anders dan verbazing uit: „Waarom hebt u zich dan zo boos gemaakt?" vroeg hij. Paree que ton gargon est unest un cochon. (Wordt vervolgd) van een relief uit 2300 v. chr. is. Hierop staat afgebeeld de graftombe van de Egyptenaar Vezir Mereruka uit Sak- kura in de buurt van Memphis, met twee mannen die neergeknield liggen voor de belastingontvanger, terwijl een derde man die geweigerd had te betalen door de as sistenten van de ontvanger met knotsen tot knielen wordt gedwongen. Pausch is het er mee eens, dat de hui dige methodes zo al niet effectiever in ieder geval beschaafder zijn geworden. Een document uit 1628 verklaart dat vrijstelling van belasting alleen vergund is aan vaders van 12 wettige kinderen. In het museum hangt ook het portret van de laatste belastingsoldaat van de stad, een martiale figuur met strenge blik en een heldhaftige snor. De historie vermeldt dat hij op zijn ron des door de stad om de achterstallige be lastingbetalers af te lopen, bij de herber gen stil placht te houden. Als hij daar een van zijn slachtoffers tegenkwam, bulder de hij tegen hem: „zit niet te zuipen, ga je belasting betalen". Het stiefkind van de collectie is een af beelding van een Romeins relief van kei zer Trajanus, die de bevolking van Rome vrijheid 'van belastingen schonk. „Alleen ingezetenen van de stad die er geboren waren genoten vrijheid van be lastingen", verklaart Pausch haastig, „de belastingen uit de provincies waren vol doende voor de staat. Wat zou er gebeurd zijn met mijn museum als het voorbeeld van Trajanus anno 100 navolging had ge kregen?" Het museum van Freudenstadt krijgt geen subsidie. Het heeft het niet nodig, er komt voldoende publiek. Advertentie Grote Houtstraat 181 Haarlem - Tel. 14444 „DE SWANENPLAATS" door J. Visser- Roosendaal (Uitg. J. H. Gottmer, Haar- lem-Antwerpen). Weer een roman van mevrouw Visser-Roosendaal over het plat teland. Ditmaal worden de lotgevallen van Lena Zwaan behandeld, die haar verloof de kwijtraakt en dan in moeilijkheden komt. De vertrouwde vriend brengt ten slotte uitkomst. „EILAND EN EVENBEELD" door Piet Heil (Uitg. n.v. Em. Querido's uitgevers mij., Amsterdam). Het romandebuut van de jonge Nederlandse auteur, dat de lot gevallen van twee jongemannen op een Schots eiland beschrijft. Er komen boeien de passages voor in deze roman, die ech ter teveel dingen tegelijk wil behandelen. „TARTARIN VAN TARASCON" van Al- phonse Daudet, vertaling Tim Maran (Uit geverij Meulenhoff). Een goed idee dit klassieke werkje als pocket in de Flamin goserie uit te brengen. Tartarin is een on sterfelijke figuur en ook in vertaling blijft het verhaal van de opschepper, die ten slotte zijn verhalen waar moet maken, springlevend. „MIJN VADER TREKT KIEZEN" en HAAR CHINESE FAMILIE" door Karl Eskelund. (Uitg. H. J. W. Becht-Amster- dam). Vertaling Henriëtte Matthes. In de Mimosa-reeks" zijn deze twee aardige boekjes verschenen. De belevenissen van een tandarts in Thailand zijn boeiend ver teld en hetzelfde geldt voor de lotgeval len van een half-Chinees meisje, dat be sluit na de dood van haar vader naar haar Chinese familie te gaan. De grote liefde van de schrijver voor de volken waarover hij schrijft spreekt uit elke blad zijde. „DE VROUW OP DE ACHTERGROND" door Mignon G. Eberhart (Uitg. Prisma- boeken). Vertaling H. J. Bakker. Een spannende detective, waarin om drie vrou wen een angstaanjagende sfeer hangt. De schrijfster weet de spanning systematisch op te voeren naar het goede slot. ,DE ZEVENDE BAZUIN" door Ferenc Kömendi (Uitg. H. J. W. Becht, Amster dam). Vertaling Frans van Oldenburg Ermke. Een roman over Hongarije, waar in een professor ten koste van zijn eigen leven wraak neemt op de communisten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 11