Chefarine 4
Lilliputters bedreigen de Gullivers
Haarlemmer won een
foto-competitie 1960
hoofdprijs in AVRO's
Griepbestrijding met
4 middelen tegelijk!
Amerikaanse regering
krabbelt terug
Internationale structuur der groten wordt
ondergraven door overvloed, communisme,
nationalisme en onafhankelijken
Van machthebbers
tot weldoeners
A. Marktbederf
„Stroomlijnerr
DONDERDAG 12 JANUARI 1961
4
Tilburg
BEEOENDE GENEESMIDDELEN
IN ÉÉN TABLET
ONAANTASTBARE POSITIE
AANGEVOCHTEN
Nieuw station in
H. Croesen
K.L.M. bestelt nog
een D.C.-8
Curagao heeft ruim
120.000 inwoners
Zeventig jaar in liet
klooster
Staatstoezicht op de
mijnen 150 jaar
Het station in Tilburg is nu definitief
voor het reizigerspubliek gesloten. Binnen
korte tijd zal het worden afgebroken,
waarna vrijwel op dezelfde plaats een
nieuw station zal worden opgetrokken,
ontworpen door ir. K. v. d. Gaast, die on
der meer ook het station in Eindhoven
bouwde. Het moderne ontwerp trekt nu
reeds grote belangstelling in binnen- en
buitenland.
Er is nu een tijdelijk stationsgebouw in
gebruik genomen. In december 1962 hoopt
men echter het nieuwe station te kunnen
openen.
Advertentie
Vier werkelijk betrouwbare middelen
helpen elkaar en doen wonderen!
Elk table! Chefarine ,,4" bevat 4 genees
middelen, die in de gehele wereld beroemd
zijn geworden en millioenen mensen al
baai brachten. Een der bestanddelen zorgt
dat - niettegenstaande de krachtige
werking ook de zwakste maag niet
van streek raakt. De vier middelen teza
men werken nóg beter endoen werkelijk
wonderen.
Bij pijn, griep of „landerig" gevoel zorgt een enkel
tablet dat U weer met plezier Uw werk kont doen!
20 tabl. f. O.SO.Voordelige gezinsverpakking 100 lab), 1.3.60
Landingsrechten voor KLM
Rode olievloedgolfdreigende
nationalisatie in Indonesië.... Ara
bische landen eisen meer.crisis
op tankermarktMattel's strijd
tegen oliekartelfifty-fifty sy
steem doorbrokenDuttweiler
verlaadt benzineprijs
In alle talen vertellen krantekoppen
dat de rust en stabiliteit verstoord
zijn in de industrie en op de markt
van 's werelds belangrijkste energie
bron: de aardolie. In wat eens het
onomstreden domein was van de
grote internationale oliemaatschap
pijen komen nieuwe kapers op de
kusto Amerikaanse „onafhankelijken",
de Russen, Italië's Enrico Mattei. In
's werelds meest internationale indus
trie doen zich steeds nationalistischer
ingrepen voor.
De politieke en economische conse
quenties van die evenwichtsverstoring
zijn enorm, zij zijn, zoals de gigan
tische industrie zelf voor de buiten
staander nauwelijks overzienbaar.
Daarom heeft onze reisredacteur een
oliereis gemaakt van zes weken. In
Londen hoorde hij het standpunt van
de grote maatschappijen, in Parijs be
zag hij de Europese olievoorziening,
in de Sahara kampeerde hij met seis
mologen op zoek naar meer olie. In
Libië bestudeerde hij de uitwerking
van olievondsten op een onderont
wikkelde economie. In Italië sprak hij
met Enrico Mattei, verpersoonlijking
van alle factoren, die de grote maat
schappijen vrezen: nationalist, prijs-
verstoorder, doorbreker van de fifty-
fifty overeenkomsten, koper van Rus
sische olie.
Onze reisredacteur begint vandaag
zijn grote serie-reportage, waarin hif
een aantal aspecten van de wereld
oliecrisis zal behandelen en met el
kaar in verband brengen.
AANVAL OP REUZEN DER
De grootste industrie ter wereld:
olie zoeken onder de zeebodem, een
boorplatform wordt klaargemaakt
voor de Perzische kust.
(Van onze reisredacteur W. L. Brugsma)
LONDEN. Door de grauwe mist die over de grijze City hangt, gloeien als
rode ogen de achterlichten van auto's. De stad bromt: miljoenen zuigers en
krukassen maken miljarden omwentelingen. Toch wordt die modernste techniek
aangedreven en gesmeerd door de oudste historie. In tijdsbestekken ver voor
het menselijk geheugen zijn in verdwenen zeeën micro-organismen gestorven,
in ontzaglijke massa's neergezakt. Vermengd met mineralen is het dode plankton
door veelvoudige fysische en chemische transformaties tot een vette, bruine
vloeistof geworden. Die ligt nu, als water in een spons, in poreuze gesteenten te
wachten op de boorbeitel, klaar om energie te leveren, klaar om wrijving te
verminderen. Het plankton is dood, leve de aardolie. Gaat dat zo maar? Nee.
Tussen het vergane microfossiel in de aardkorst en de benzinedruppel die een
motorzuiger naar beneden jaagt, staat de grootste industrie van de wereld. Die
industrie bevindt zich vandaag in een crisis. Niet dat de belangrijkste energie
bron van de wereld aan het opdrogen is. Men kan bij het fictieve schrikbeeld
van een leven zonder olie, waar niets meer zou rijden of draaien, waar on
middellijk hongersnood zou uitbreken, waar men zou lopen in een stilgevallen
wereld, nog comfortabel huiveren. Er is eerder teveel olie: geologen en seismo
logen blijven veelbelovende formaties in woestijnen en jungles vinden, de drillers
boren in Libië en in Nigerië. Er rijzen steeds nieuwe zilvergrijze staketsels van
raffinaderijen op. Een tankervloot van 63 miljoen ton ploegt door de wereld
zeeën. Er gutst per jaar een miljard ton olie uit de aardkorst. Sommigen spreken
van overproduktie, alsof de wereld ooit genoeg goedkope energie zou kunnen
krijgen.
worden verkocht. Verder is er de terug
keer van de Sovjet-Unie op de wereld
markt. Haar aandeel is weliswaar slechts
enkele percenten, maar zij heeft aange
kondigd althans een groot deel van haar
vroegere positie te willen terugwinnen.
Met het oude wapen van lage prijzen her
overt zij al terrein, zelfs in een NAVO-
land als Italië. Niet alleen Amerikaanse
onafhankelijken maar ook Europeanen als
Enrico Mattei en de Zwitser Duttweiler
doen mee aan de prijzenslag tegen de
„groten". Al die kapers op de kust, die
geen wereldorganisatie, geen geldverslin-
De nationale fotocompetitie 1960 van de AVRO heeft gister
avond haar apotheose beleefd tijdens een t.v.-uitzending vanuit
het Artis-restaurant, waar de vijf hoofdprijswinnaars van deze
fotografische marathonstrijd beloond en gehuldigd werden.
Een marathon inderdaad, want de deelnemers aan deze origi
nele wedstrijd dat waren er in totaal maar liefst 12.000 met
ruim 23.000 inzendingen! moesten allen in de derde klasse van
deze competitie starten, vanwaar zij zich dan geleidelijk op kon
den werken naar klasse B of A. Daartoe was de wedstrijd ver
deeld in vijf tweemaandelijkse perioden en voor eik van die
perioden was er een verplicht onderwerp voor een foto. Per
periode werden dan aan de beste foto's punten toegekend en
wie op deze wijze een bepaald aantal punten bereikte, promo
veerde automatisch naar een hogere klasse.
Deze opzet heeft het voordeel, dat toevallige „uitschieters"
zichzelf op den duur elimineren, zodat de prijzen uiteindelijk
bij de constant-goede inzendingen terecht komen. Tenslotte
moesten de koplopers in elk der drie klassen nog een bijzondere
fotografische opdracht uitvoeren, die voor de hoogste klasse b.v.
bestond in het maken van een serie van drie foto's die „zonder
meer een duidelijk verhaal moesten vormen."
De heer Ger Derksen van de Wormerveerse Fotokring kwam
bij dit alles tenslotte als eerste in klasse A over de eindstreep
met een bijzonder suggestieve impressie in beelden (in
bijna abstracte beelden) van de verkeersonveiligheid. De eerste
foto een schaduw van een man op nat plaveisel; de tweede een
vrouw die door een beregend raam in het avondlijk duister
tuurt („waar blijft mijn man toch?") en de derde: dezelfde
vrouw, onder de huiskamerlamp een wanhopig kind troostend
(„komt pappie nou nooit meer terug?"); allemaal nogal melo
dramatisch dus, maar technisch en compositorisch voorbeeldig
uitgewerkt. De heer Derksen (een oude routinier overigens, met
o.a. verscheidene plaatsingen in „Photo Magazine" op zijn naam)
kreeg als hoofdprijs een veertiendaagse vliegreis voor twee
personen naar Griekenland, waarvoor hij echter eerst nog
een enorme hutkoffer ontsluiten moest, die een autenthiek
Grieks meisje in een al even onvervalst nationaal kostuum bleek
te bevatten. In Homerische Alexandrijnen wenste zij haar be
vrijder een prettige vakantie in het oude Hellas, eraan toevoe
gend. dat zij stellig niet de „tweede persoon" op die reis zou
zijn die rol zou mevrouw Derksen beter passen.
Nog twee extra-prijswinnaars in de hoogste klasse kregen elk
een hutkoffer te openen, maar geen aanvallige maagd was hun
deel. Wel een miniatuur-reistasje met tickets voor vakantie
trips naar Londen en Parijs. Het Parijse uitje werd gewonnen
door de Haarlemmer G. J. Beekhuis, lid van de H.A.F.V. en
onderwijzer aan de Nassau-ulo. En met recht, want zijn hierbij
afgebeelde fotografische serie-cartoon getuigde van humor
originaliteit en regietalent.
Hoofdprijswinnaar in klasse B. de heer J. den Engelsman uit
Vlissingen, moest een glaasje levertraan verzwelgen om aan
zijn prijs te geraken. Want levertraan komt uit Noorwegen en
de heer Den Engelsman gaét naar Noorwegen, met zijn vrouw,
gratis en voor zeventien dagen als beloning voor zijn meester
proef: een macrofoto van een zieltogende vlieg in een glas melk:
zijn opvatting van het verplichte onderwerp „dieren"
Ook aan de voet van de competitieladder was een sappig
snoepreisje te verdelen vijftien dagen naar Mallorca, per vlieg
tuig en alles inbegrepen. De gelukkige winnaar daarvan was de
heer J Slaats uit Geldrop, die nog nooit eerder aan een foto
wedstrijd had deelgenomen. Waaruit maar weer eens blijkt dat
met een variant op een bekende zegswijs de fotografie tot
alles leidt. Tot vliegen in de melk en tot vliegen naar Mallorca
Nadat enige malen de verwachting werd
gewekt dat de onderhandelingen omtrent
landingsrechten voor de K.L.M. in Califor-
nië zouden kunnen worden voortgezet en
nadat zeer onlangs namens de president
van de Verenigde Staten van Amerika de
wens werd geuit de kwestie nog tijdens het
bewind van president Eisenhower tot een
oplossing te brengen, is de Amerikaanse
regering tegen elke verwachting in te
elfder ure van deze toezegging terug
gekomen.
Dit verklaart de minister van Verkeer
en Waterstaat in zijn memorie van ant
woord aan de Tweede Kamer.
De Nederlandse regering heeft haar ge
voelens daaromtrent op duidelijke wijze in
Washington tot uitdrukking doen brengen.
Uiteraard blijft de Nederlandse regering
onverflauwd streven naar het verkrijgen
van de landingsrechten in Californië. Hoe
wel een tendens waarneembaar is in Ame
rikaanse luchtvaartkringen tot bescher
ming der Amerikaansee luchtvaart door
beperking der capaciteit van de bestaande
diensten van niet-Amerikaanse luchtvaart
maatschappijen, zijn ten aanzien van ver
kregen landingsrechten geen feitelijke ver
anderingen opgetreden.
De directie van de KLM heeft besloten
bij de Douglas-fabrieken in Californië nog
een DC-8 met „turbo-fan"-motoren te be
stellen. Hierdoor wordt het totale aantal
DC-8 vliegtuigen waarover de KLM de
beschikking zal krijgen, gebracht op der
tien.
In de loop van dit jaar zullen aan de
zeven reeds in gebruik zijnde DC-8 vlieg
tuigen de vijf reeds eerder bestelde toe-
stellenvan dit type met turbo-fan-motoren
worden toegevoegd. Dit zal de KLM in
staat stellen dit modernste intercontinen
tale verkeersvliegtuig ter wereld ook te
gebruiken voor de diensten naar Suriname.
Curagao en Venezuela, op de pooldienst
naar Tokio en op de Johannesburg-route.
Op oudejaarsavond klokslag twaalf uur
had het eiland Curacao een inwonertal van
123.086. Dit voorlopige cijfer is een van de
resultaten van de volkstelling die de af
gelopen dagen in de Nederlandse Antillen
met uitzondering van het eiland Aruba
is gehouden. Het laatste cijfer van het
bureau bevolking in Willemstad had een
getal dat slechts drie percent afweek, zo
dat de organisatoren van de volkstelling
trots zijn op hun resultaat.
Het voorlopige inwonertal van Bonaire
is 5592. Op Sint Maarten, aldus de voor
lopige cijfers, wonen duizend mensen meer
dan altijd was aangenomen; het inwoner
tal van dit eiland is 2644. Van Saba en St.
Eustatius had men nog geen gegevens ont
vangen.
De crisis van de
olie is een structure
le. het gecompliceer
de apparaat van win
ning. veredeling en
distributie is van
slag. Dat apparaat
bestaat in eerste in
stantie uit de grote
maatschappijen zoals
Jersey Standard Oil,
Koninklijke Shell-
groep. Gulf, Texaco,
British Petroleum,
Standard of Califor
nia, Socony Mobil.
Hoe groot is zo'n
grote oliemaatschap
pij? Neem de Brits-
Nederlandse groep.
De tweekoppige reus,
die Koninklijke Shell
heet, bezit (geheel of
gedeeltelijk) vijfhon
derd dochtermaat
schappijen. Hij pro
duceert veertien per
cent van de olie van
het niet-communis-
tische deel der we
reld. Hij maakt jaar
lijks een winst van
tegen het half mil
jard dollar. Presi
dent-directeur Lou
don regeert over een
olie-imperium dat
velden in zeventien
landen. 551 tankers
en deelbelangen in
76 landen bezit. Het
wordt bemand door
een kwart miljoen
mensen. Zijn petro
chemische bedrijven
zfjn 's werelds groot
ste leverancier van
kunstmest en insec
ticides.
Dat is een van die
„grote maatschappijen". Hoe groot is hun
crisis? Vooropgesteld dient dat de olie
industrie een lange traditie van botsing
en strijd kent. Haar jeugd werd getekend
door harde politieke en economische con
flicten. Uitziend over Londen, hoofdstad
van wat eens het Britse Imperium was,
voelt men het duidelijkst wat olie en po
litiek met elkaar temaken hebben gehad.
In deze grijze hoofdstad gaf Eden het sein
tot de aanval op Nasser, die een worggreep
op de olieslagader van het Westen gelegd
scheen te hebben: het Suez-kanaal. Maar
de Suez-actie was een verouderde daad
van nationale regeringen, die al achter
liepen op de internationale regeringen van
de grote oliemaatschappijen. Die begon
nen reeds voor de oorlog hun politieke
De markt is overvoerd, maar de
„drillers" werken voort.
technische en commerciële strijdmiddelen.
Hun internationale economische macht
blijft gigantisch en moeilijk controleer
baar door nationale regeringen, maar zij
zijn haast onwaarschijnlijk braaf aan het
worden na hun wilde jeugd. Zij willen van
het boosaardig beeld van samenzwerende
grootmachten af, proberen voor te blijven
op de politieke en sociale wereldevolutie.
Zij zijn a-koloniaal, verlenen in velerlei
vorm daadwerkelijke hulp aan onderont
wikkelde gebieden. Hun arbeiders zijn de
best betaalde en verzorgde ter wereld.
(Tekening). De „onafhankelijken"
maken het de grote maatschappijen
steeds moeilijker.
wapens voor zuiver economische te ver
wisselen: internationale prijsafspraken,
marktverdeling, het befaamde „As is-
akkoord" dat een supranationaal kartel
schiep, dat genationaliseerd zou zijn als er
een wereldregering had bestaan.
De tijd van de Deterdings en de Rocke
fellers is nu voorbij. Het kartel bestaat
niet werkelijk, meer. De gedepolitiseerde
en verontpersoonlijkte olie-reuzen hebben
hun verouderde economische wapens al
weer goeddeels ingeruild voor moderne
Men verwijt hun dat zij geweldige win
sten maken. Maar die, zo zeggen zij, heb
ben zij nodig voor een program van zelf
financiering om het apparaat in stand te
houden en uit te breiden, dat de wereld
geweldige diensten bewijst: exploratie, re
search, exploiratie, distributie met als uit
komst: verzekerde voorziening met che
mische en energie-produkten van betrouw
bare en steeds stijgende kwaliteit.
Starend naar de rode achterlichten in de
Londense mist, zegt een woordvoerder van
een grote olie-maatschappij: „wij zijn zo
groot, zo nuttig, zo voi goede bedoelingen.
Dat kan toch niet ten onder gaan?"
Waarom spreekt hij die twijfel uit? Om
dat vandaag ook de toekomst van de olie
industrie vijf jaar geleden nog gekoes
terd door de zon van stijgende produktie,
consumptie en winst in de mist ligt.
De grote maatschappijen gorden zich aan
voor de strijd om het behoud van de
structuur der olie-industrie. Tegen wie,
tegen wat? Het lijkt alsof de Lilliputters
de strijd tegen de Gullivers hebben aange
bonden. Hier zijn de voornaamste moei
lijkheden.
A. Marktbederf: Het aanbod overtreft
de vraag, voornamelijk door de Ameri
kaanse importrestricties. Om de eigen
(dure) oliewinning in de Verenigde Staten
te beschermen beperkt de Amerikaanse
regering de invoer van olie uit andere
landen, die daar nota bene vaak door
Amerikaanse maatschappijen en maat
schappijtjes gewonnen wordt. Die olie
moet, om de investeringen goed te maken,
vaak elders onder de geldende prijzen
Zondag herdenkt zuster Egidius (mej. M.
van de Wegen) in het Sint Agnesgesticht in
Geertruidenberg de dag dat zij zeventig
jaar geleden in het klooster ging.
Zij werd geboren in Tilburg, waar ze op
18-jarige leeftijd intrad in de orde der zus
ters van liefde. Na haar prefessie werd ze
te werk gesteld bij het onderwijs en stond
achtereenvolgens voor de klas in Tilburg,
Den Haag, Amsterdam. Oss, Roermond en
Geertruidenberg.
uitvoerders in hun eigen bedrijven zouden
kunnen blijven. Zij hebben niet veel keus.
De tijd dat alleen zij technisch competent
en op de markt oppermachtig waren, is
voorbij. Als zij eruit lopen, staan er Rus
sen, Japanners of westelijke onafhankelij
ken klaar om erin te stappen.
Tegen al die samenvattende, en soms
tegenstrijdige, moeilijkheden moeten de
grote maatschappijen zich wapenen. Ener
zijds moeten zij hun risico's verdelen door
steeds nieuwelbronnen in nieuwe landen
te vinden en aan te boren om zich tegen
het contra-kartel van de grote produktie-
landen en kwalijke surprises van nieuwe
Castro's te beschermen. Zij moeten ook
hun petrochemische tak steeds verder uit
bouwen. Maar dat kost allemaal geweldi
ge investeringen, die juist'in een periode
van marktbederf moeilijker te verwezen
lijken zijn.
Tegenover die investeringen om de toe
komst open te houden, staat dus anderzijds
de pijnlijke noodzaak zich het overtollig
vet van het lijf te snijden dat er in het rij
ke begin van de vijftiger jaren opgegroeid
is. „Stroomlijnen", heet dat netjes. „Ie
der dubbeltje omdraaien en bezuinigen",
is duidelijker. Bij de Koninklijke Shell wor
den groepen van veertigers al met ver
vroegd pensioen gestuurd. De aandeelhou
ders schijnen zich nog geen zorgen te be
hoeven maken: op de dividenden die een
relatief laag percentage van de winst uit
maken, lijkt de Koninklijke niet te willen
bezuinigen.
En dc toekomst? De bezorgdheid bij de
grote maatschappijen geldt niet een mo
gelijke „crash", wel lagere winsten en on
zekerheid over de vraag hoe zich aan te
passen bij de komende ingrijpende struc
turele veranderingen die zich in de komen
de twee of drie jaar in de industrie, op de
markt in het prijzenstelsel zullen voor
doen.
OLIE-INDUSTRIE
In de raadzaal van het Heerlense stad
huis heeft het Staatstoezicht op de mijnen
in ons land zijn 150-jarig bestaan herdacht
met een feestvergadering, waarop behalve
minister De Pous voorname figuren uit de
Nederlandse mijnbedrijven het woord heb
ben gevoerd Van het ministerie van Eco
nomische Zaken bevonden zich onder de
genodigden met minister De Pous, de
secretaris-generaal van dit ministerie,
prof. G. Brouwers, het hoofd directie mijn
wezen, mr. L. G. Wansing en de chef van
het kabinet van de minister.
dende research en exploratie te financie
ren hebben, kunnen links en rechts goed
kope overschotpartijen ruwe olie kopen,
nemen een lagere winstmarge en drukken
de produktenprijzen. In deze situatie van
„competitive marketing" moeten ook de
grote maatschappijen elkaar de concur-
rentiedampen aandoen. Niet in de benzi
neprijzen, althans nog niet, wel in die van
stookolie en ook door kostbare reclame en
service.
Een aantal produktielanden, nog niet los
van dat enigszins verouderde kartel-beeld,
is doende een tegen-kartel te vormen.
Irak, Koeweit, Saoedi-Arabië, Iran en Ve
nezuela hebben de O.P.E.C. gevormd, de
organisatie van petroleum exporterende
landen. Op olieconferenties in Bagdad en
Beiroet (en deze maand in Caracas) valt
weliswaar het zwaarste accent op de eis
der produktielanden om de hoge „posted
prices", het kunstmatig samenstel van
„geldende prijzen", te handhaven. Maar
dat stelsel is essentieel verouderd en zal
uiteindelijk niet te handhaven zijn. Zeker
zullen die landen en wel in gesloten
front naar andere middelen omzien om
hun export en bron van inkomsten op peil
te houden. Uiteindelijk zal hun oog wel
weer vallen op een wijziging van de winst
verdeling, die de maatschappijen 40-45
percent winst op ruwe olie doet maken.
In wat eens een in feite geïntegreerde,
internationale industrie was, doen zich
ook steeds weer en meer nationalistische
en nationaliserende tendenties voor. Nieuw
zijn zij niet, zie Mexico's nationalisatie en
Mossadeqs greep naar de Anglo-Iranian.
Maar de wereld die Mossadeq nog met
verbazing bekeek, vindt Castro al haast
gewoon. Een gevaarlijk precedent is de
dreigende nationalisatie van de Indonesi
sche olie-industrie, waarin de maatschap
pijen misschien slechts op contract als