PANDA EN DE GROTBOKSER
Groen Co
Garcia de Léon
ZWITSAL
KONING BARBONIX I
Kasteel Duivenvoerde wordt
ingrijpend gerestaureerd fc
HOEDER WORDEN...
De negen muzen
VRIJDAG 13 JANUARI 1961
17
ua-ang
Creaties
Programma uitgesteld
Centrale Verwarming
Oliestook-installaties
De radio geeft zaterdag
Televisieprogramma
Negers beducht voor
blanke tovenaars
Deel van buitengoed
wordt museum
Radio Veronica gaat
Engels programma geven
Radioraad bij N.TS.
BABYSET DE LUXE <4
door Radu Tudoran
Vertaling Margot Bakker
BEREN REGEREN IN BERN
Koesterend slaat de Aar zijn beschermende arm om de oudste wijk van Bern.
Wie de hoofdstad van Zwitserland bezoekt zal voornamelijk daar vinden wat Bern
van andere steden onderscheidt. Voert men u geblinddoekt naar een van de (mo
derne) buitenwijken en geeft men u daar het gezicht terug, dan kan men zich
overal elders in Zwitserland wanen. De flats en woningblokken zien er bijzonder
eigentijds en solide uit, maar daarmee is ook alles gezegd. Het karakteristieke van
de Zwitserse hoofdstad is door generaties van traditieminnende bestuurderen vrij
wel ongerept in stand gehouden. Dat de tijd er toch niet stilstaat, bewijst de be
roemde klokketoren met zijn wijzerplaat, waarover kleurige figuren paraderen:
Vader Tijd, een officier te paard, een haan. Het bouwwerk is een van de beziens
waardigheden, die mèt de dominerende architectuur van de binnenstad Bern ouder
maakt dan ze in werkelijkheid is haar geschiedenis gaat niet veel verder dan
acht eeuwen terug.
8. „Ben je betoeterd?!" voegde de heel
boze Panda het voor-historisch wezen toe.
„Wat mankeert je om mijn enige eigen
echte auto in die misselijke afgrond te
smijten? Ik vind jou een snèrt-holbewo-
nerBah!!" Maar deze scherpe berisping
had tengevolge, dat de geduchte Blabla
geheel van streek geraakte. Sidderend van
angst voor Panda's woede kromp hij in
een, geheel gebroken, terwijl hij onduide
lijke maar deerniswekkende geluiden
Op wel heel duidelijke wijze is donder
dagavond weer gebleken dat een toneel
stuk dan helemaal geschikt is voor tele
visie wanneer het maar intiem is. Van
„De Waaierpatience" dan men bepaald
zeggen dat het huiskamertoneel is. In de
voorstelling welke Henk Rigters ervan gaf
voor de N.C.R.V. kwam die kwaliteit vol
komen tot haar recht. Dat lag allereerst
aan Rigters zelf, die een rustige camera
voering gebruikte om de zo doorzichtige,
maar bijzonder knap verweven intrige de
spanningen mee te geven, welke op ieder
moment werden verlangd en die hij
prachtig opvoerde tot de uitbarsting
kwam in een serie fraaie close-ups. Maar
hij zou toch niet dat gave resultaat te
voorschijn getoverd hebben, wanneer er
niet twee actrices hadden gestaan, die hun
metier verstaan.
Misschien hebben wij nog meer respect
voor Elise Hoomans dan voor Magda Jans-
sens, al is het moeilijk de laatste onze
sympathie te onthouden. Wat Elise Hoo
mans van de door de zenuwen gesloopte
slavin van- een dame van gezelschap
maakte, was werkelijk uniek. Het was een
transformatie, die in houding en gebaar
minutieus doorwerkte. Aan de moederrol
besteedde Magda Janssens haar daarvoor
bij uitstek geëigende speltalenten. De
creaties der beide dames maakten van het
beeldscherm een feestscherm. In beschei
dener mate voegden daar Maxim Hamel,
Lucas Wensing en Winnifred Bosboom hun
vertolkingen aan toe.
Beeldschermer
Het reeds in de omroepbladen voor
vrijdagavond 20 januari a.s. aangekondig
de K.R.O.-T.V.-programma „Te zien of
niet te zien" kan wegens ziekte van een
der hoofdpersonen, de heer Urkas, geen
doorgang vinden. Deze uitzending, die de
vraag „Bestaat helderziendheid, ja of
neen?" zou behandelen, is, evenals het
daaropvolgende gesprek over paranorma
le begaafdheid, tot nader vast te stellen
datum uitgesteld.
Advertentie
BLOEMENDAAL TELEFOON 54855
HILVERSUM I. 402 m. 7.00 VARA. 10.00 VPRO.
10.20 VARA. 19.30 VPRO. 20.00—24.00 VARA.
VARA: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymn. 7.20 Gram. 8.00
Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de huisvrouw. 9.00
Gymn. voor de vrouw. 9.10 Gram. (9.359.40
Waterst.). VPRO: 10.00 Samen thuis, lezing. 10.05
Morgenwijding. VARA: 10.20 Herhaling gedeelten
uit programma's van deze of vorige week. 12.00
Dansmuz. 12.30 Land- en tuinbouwmededelingen.
12.33 Hammondorgel en zang. 13.00 Nieuws. 13.15
VARA-Varia. 13.20 Sportnieuws. 13.45 Jazzmuz.
11.05 Voor de jeugd. 14.40 Gram. 15.50 Boekbe
spreking. 16.10 Harmonie-orkest. 16.30 Streekuitz.
16.50 75 jaar A.N.B.M., lezing. 17.00 Jazzmuziek.
17.30 Act. 18.00 Nieuws en comm. 18.20 Labour en
de atoombom, lezing. 18.30 Lichte muz. 19.00 Ar
tistieke staalkaart. VPRO: 19.30 Passepartout,
praatje. 19.40 Cursus, lezing. 19.55 Deze week,
lezing. VARA: 20.00 Nieuws. 20.05 Gevar. progr.
21.15 Soc. comm. 21.30 Lichte muz. 22.00 Scara-
mouche, hoorsp. 22.30 Nieuws. 22.40 Gevar. progr.
23.10 Gram, met comment. 23.40 Biljartreporage.
23.43 Gram. 23.55—24.00 Nieuws.
HILVERSUM II. 298 m. 7.00—24.00 KRO.
KRO: 7.00* Nieuws. 7.15 Gewijde muz. 7.30 Voor
de jeugd. 7.40 Gram. 7.45 Morgengebed en over
weging. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de
huisvrouw. 10.00 Voor de kleuters. 10.15 Gram.
10.40 Idem. 11.00 Voor de zieken. 11.45 Gram. 12.00
Middagklok - noodklok. 12.04 Gram. 12.33 Gram.
12.50 Act. 13.00 Nieuws. 13.15 Zonnewijzer. 13.20
Lichte muz. 13.50 Voor de jeugd. 14.00 Koorzang.
14.20 Lichte muz. 14.40 Jazzmuz. 15.10 Franse les.
15.30 Gram. 16.00 Gregoriaanse zang. 16.30 Instr.
octet. 16.50 Sportpraatje. 17.00 Voor de jeugd.
18.00 Kunstkron. 18.30 Gram. 18.45 Van klanten
en wanten weten, vragenbeantw. 19.00 Nieuws.
19.10 Act. 19.25 Memojandum. 19.30 Lichte muz.
19.50 Lichtbaken, lezing. 20.00 Radio-philharm.-
ork. en solist. 21.00 U bent toch ook van de par
tij?, lezing. 21.10 Gevar. progr. 22.25 Boekbespr
22.30 Nieuws. 22.40 Wij luiden de zondag in. 23.00
Religieuze muziek. 23.55—24.00 Nieuws.
BRUSSEL. 324 m.
12.00 Nieuws. 12.03 Gram. 12.30 Weerber. 12.35
Gesproken aperitief. 12.45 Gram. 13.00 Nieuws
13.15 Muzik. kaleidoscoop. 14.30 Gram. 15.00 Ac-
cordeonmuziek. 15.15 Volksmuziek. 15.45 Accor-
deonmuziek. 16 00 Samenzang. 16.30 Gram. 17.00
Nieuws. 17.10 Dagklapper en lit. kal. 17.20 Gram.
17.45 Engelse les. 18.00 Orgelrecital. 18.30 Voor de
soldaten. 19.00 Nieuws. 19.40 Trekkersliederen.
20 00 Omr.orkest en sol. 21.00 Gram. 21.25 Omr.-
amus.orkest. 22.00 Nieuws. 22.15 Verz.progr. 23.00
Nieuws. 23.05 Gevar. muziek. 23.55—24.00 Nieuws.
VOOR VRIJDAG
NTS: 20.00 Weekjournaal. VARA: 20.30 Achter
tet nieuws. 20.45 Kunstrubriek. 21.15 TV-film
-1.40 Bijna twintig. TV-spel.
VOOR ZATERDAG
KRO: 17.00 Veilig verkeer. 17.10—17.30 Voor de
kinderen. NTS: 20.00 Journaal en weeroverzicht.
KRO: 20.20 Brandpunt. 21.00 Gevar. programma
72.00 Filmprogramma.
maakte, en dat bracht Panda natuurlijk
wel weer tot bezinning. „Het is een heel
bang en dom wezen," dacht hij. „En hij
heeft er geen idee van wat er in de wereld
te koop is en dus kent hij ook de waar
de van zo'ji auto niet en het helpt me
tóch niet of ik me nu verder kwaad
maak." Hij zei dus: „Nou, goejen dag,"
en liep weg, want hij wilde verder ook
niets meer met hem te maken hebben.
Maar hij was nog niet ver gekomen op
zijn wandeling naar de stad, toen hij in
de gaten kreeg dat Ikkie Blabla hem op
enige afstand volgde het zielige schep
sel had zich blijkbaar aan hem gehecht
en dat gaf Panda veel te denken. Hij
kon nu eenmaal niet eeuwig kwaad blij
ven om het vernielen van zijn auto, en
dus begon hij zich bezorgd af te vragen,
wat er van het oer-wezen moest worden
als het op deze manier straks in de stad
terecht kwam
De oppasser van de beren vanouds
de grootste attractie van Bern over
handigt me een pakje hondekoeken:
„Dit is het beste voedsel voor de die
ren, proefondervindelijk bewezen, me
neer. Wortelen, vijgen en fruit kunt u
ze ook geven" ik had er al een ver
koper mee zien staan „maar deze
koeken zijn beter. We hebben op aller
lei manieren geëxperimenteerd en dit
preparaat is uiteindelijk als nummer
één uit de bus gekomen. Denkt u er
aan: de beren mogen absoluut geen
suiker of snoepgoed hebben".
De man spreekt zo ernstig, dat ik
dit graag doorgeef, al weet u natuur
lijk al lang, dat u de bewoners van die
rentuinen niet maar van alles in de
maag mag proppen.
Er zijn omtrent de naam van de stad
verschillende theorieën in omloop. Mij
heeft men wijsgemaakt, dat het Duit
se woord „Baren" de waarschijnlijk
ste oorsprong is. Hoe het ook zij: de
beer prijkt al sinds onheuglijke tijden
op het stadswapen en in de stadsvlag
en daar heeft hij als bezienswaardig
heid nummer één dan ook alle recht
op.
De dieren lopen van 's morgens ne
gen tot twaalf uur en tussen drie en
vier uur 's middags vrij in hun kuil
rond. Ze maken een vriendelijke in
druk, staan voortdurend op hun ach
terpoten in vanghouding, omdat er
huns inziens altijd wel de een of ande
re dwaas op het punt staat hun wat
eetbaars toe te werpen en leiden een
onbesproken familieleven. Meer durf
ik niet van ze te vertellen ik heb ze
ook maar van bovenaf bekeken.
Wilt u, hongerig geworden door het
gezicht van de schransende beren uzelf
eens te goed doen, geef u dan in volle
gerustheid over aan de zorgen van de
heer Gauer. Hij is al meer dan twintig
jaar eigenaar van het gerenommeerde
Hotel Schweizerhof en wat hij niet van
lekkere spijzen en dranken weet is niet
de moeite waard te onthouden. Een paar
jaar geleden verraste hij (nota bene de
man uit het traditionele hotelland)
vrien en vijand door een studiereis te
Een paniek-zaaiend gerucht doet thans
de ronde onder de negers in Zuid-Rhode-
sië: een georganiseerde bende blanken ont
voert negers, tovert ze om tot varkens en
blikt ze daarna in voor latere consumptie.
Het gerucht is bijzonder hardnekkig.
Europeanen, die een neger langs de weg
een lift in hun auto wilden aanbieden za
gen, dat de man gillend wegliep. De angst
onder de negers is zo groot, dat men zelfs
inheemse vrachtauto-chauffeurs verdenkt
van medeplichtigheid aan de tovenarij
van de blanken. Een vrachtautochauffeur,
die een aantal negerkinderen een rit gaf
op zijn wagen, reed per ongeluk tot voor
bij de huizen van de kinderen. Een van
hen raakte zo in paniek, dat hij van de
rijdende auto afsprong.
maken naar de Verenigde Staten. „Ik
vond mezelfd helemaal niet volleerd
in het vak en bovendien wilde ik ter
plaatse nagaan hoe ik het best Ameri
kanen in mijn hotel kon ontvangen. Ik
wilde weten wat zij verwachten om bij
voorbaat aan hun wensen tegemoet te
kunnen komen".
Na zijn terugkeer te Bern is de heer
Gauer vol enthousiasme aan de moder
nisering van zijn etablissement begon
nen. Eén ding was hem gedurende zijn
verblijf in de States duidelijk gewor-
den: Amerikanen zijn gek op heel mo
dern en heel antiek. Voor het voldoen
aan het eerste verlangen van zijn over
zeese gasten is inmiddels afdoende ge
zorgd het hele sanitaire en verwar
mingsstelsel is vernieuwd en werkt van
zelfsprekend perfect. Voor het tweede
punt hoefde de heer Gauer slechts een
beroep te doen op zijn eigen liefhebbe
rij; hij en zijn vrouw zijn verwoede
verzamelaars van antiek. Deze hobby
deelt hij nu grootmoedig met zijn gas
ten. Niet alleen zijn alle halls in het
hotel in een bepaalde stijl ingericht,
een ervan zelfs Oosters, maar op de
meeste kamers bevinden zich (vaak
kostbare) antieke voorwerpen en meu
belen. „Ik heb er nog geen seconde
spijt van gehad," zegt hij. „De men
sen appreciëren het heus niet alleen
de Amerikanen en gestolen is er.nog
nooit iets".
Om de vlotte gang van zaken in de
bedrijfsvoering te bevorderen, heeft hij
een uniek oproepingssysteem voor het
personeel ingevoerd. De voornaamste
functionarissen en dat zijn er nog
al wat dragen een klein radio-ont
vangapparaat je met zich mee. Door
middel van „piep" signalen kunnen zij
Het kasteel „Duivenvoorde" in Voor
schoten, een van de zeer weinige nog be
woonde kastelen in Zuid-Holland, wordt
grondig gerestaureerd. De tand des tijds
heeft er sedert de bouw in 1226 danig aan
geknaagd en een tand van ónze tijd heeft
aan het oorspronkelijke bouwwerk zo on
geveer de genadeslag gegeven: in april
1945 brachten de wegtrekkende bezetters
op het landgoed een V-2 tot ontploffing.
nagenoeg geruisloos worden opgeroe
pen. Het zal u dan ook niet verwonde
ren, dat de heer Gauer met voorliefde
van zijn Spoetniksysteem spreekt.
Nu moet ik u toch niet de indruk ge
ven, dat het interessante van Bern zich
uitsluitend bepaalt tot de berenkuil en
Hotel Schweizerhof. De beren zullen
altijd belangrijk blijven in een stad, die
tot omstreeks 1800 een machtig staatje
was. Door zijn ligging was dit staat
je de ideale schildwacht met als taak
de vrede en rust in net koninkrijk Boer-
gondië te verzekeren. Het (huidige)
kanton werd toen vanuit hert tegenwoor
dige stadhuis geregeerd. Thans huizen
er twee besturen: het kantonaal en het
gemeentelijk.
Wat de bezoeker al na weinige mi
nuten opvalt zijn de talloze arcaden
in de straten, die het winkelen in alle
omstandigheden veraangenamen.
De totale lengte er van bedraagt niet
minder dan negen kilometer een
flinke mars op zichzelf. Vermoedelijk
is dit een record voor een stad van de
grootte van Bern.
Ik heb, dat is duidelijk, met enige
sentimentele interesse opgekeken naar
de toren, die het predicaat Hollandse
voert. Deze benaming houdt in de ver
te verband met een vroeger in Bern
geldend rookverbod. Puriteinse stads
bestuurders vonden dat de bewoners
veel te veel geld uitgaven aan wat wij
toen „toeback suyghen" noemden en
verboden deze dwaze gewoonte op poe
ne van de nodige franken. Omstreeks
die tijd (1675) keerde een aantal Zwit
serse soldaten na volbrachte huurtijd
in de lage landen naar huis terug. Zij
waren verslaafd aan roken en ontdek
ten tot hun verdriet midden in een ab
soluut verbod terecht te zijn gekomen.
Niet voor één gat gevangen losten zij
de moeilijkheid op ingenieuze wijze op
door een clubhuis te bouwen: een ka
mertje bovenop een bestaande toren,
waar zij ongehinderd aan hun ondeugd
konden toegeven. Het verbod is in 1723
opgeheven, maar de Hollandse toren
herinnert er nog steeds aan.
U moet vooral ook de wereldberoem
de, prachtig geornamenteerde fontei
nen bekijken. Er zijn er zo veel, om
dat zij tot 1869 de enige watervoorzie
ning van de stad vormden, vandaar
ook dat de bewoners er hoge waarde
aan hechtten en ze prachtig ornamen
teerden. Minder dan een eeuw geleden
werden op deze plaatsen de nieuwtjes
uitgewisseld en de schandaaltjes ver
teld. Het is natuurlijk laster, wanneer
er nu nog van de Berners wordt ge
zegd (mij is het althans ingefluisterd)
dat zij onverbeterlijke kletskousen zijn.
(Nadruk verboden
De restauratie vergde dan ook niet min
der dan vier jaar.
Jonkvrouwe L. H. barones Schimmel-
penninck van der Oye is de huidige eige
naresse. Zonder verwarming, zonder wa
terleiding en zonder elektriciteit, haar ver
trekken uitsluitend verlicht met kaarsen,
woonde zij geruime tijd in het kasteel. Het
gebouw met de schitterende inboedel en
het uitgestrekte landgoed, vier kilometer
lang en 270 hectare groot, gelegen tussen
de Leidsestraatweg en de Vliet, behoorde
oorspronkelijk aan de familie Van Wasse
naar. Het is nooit verkocht, doch door ver
erving aan de familie Schimmelpenninck
van der Oye gekomen.
Kostbare inboedel
Na de oorlog besloot de eigenares, het
te laten restaureren. Onder leiding van
het Rijksbureau voor de Monumentenzorg,
met architect E. A. Canneman als super
visor, werd het werk in mei 1958 door een
hierin gespecialiseerd Delftse aannemings
bedrijf begonnen. Het metselwerk wordt
geheel hersteld. Gebleken is, dat grote ge
deelten nog overblijfselen uit de middel
eeuwen zijn. De daken worden hersteld,
de leibedekking wordt vernieuwd en ook
inwendig moet zeer veel aan wanden en
plafonds worden gerestaureerd. Het kas
teel wordt zoveel mogelijk teruggebracht
in de achttiende eeuwse staat.
Teneinde kasteel, landgoed en de kost
bare inboedel van schilderijen, antieke
meubels, porceleinen serviezen, zilver, ta
pijten enzovoort als een geheel voorgoed
voor het nageslacht te behouden heeft freu
le Schimmelpenninck van der Oye haar
bezit ondergebracht in een stichting, die
daartoe per I januari van dit jaar in het
leven is geroepen. Zij is voorzitster van
het stichtingbestuur. dat verder bestaat
uit mevrouw E. M. Prins barones
Schimmelpenninck van der Oye, jhr. mr.
D. A. W. Tets van Goudriaan en de heer
H. A. van Wijlen. Secretaris-rentmeester
is de heer ir. B. D. van Schelven en advi
seurs zijn de heren Canneman en jhr. dr.
D. Röell, oud-directeur van het Rijksmu
seum.
Subsidie voor herstel
Een subsidie van het departement van
O., K. en W. heeft de stichting in staat ge
steld, het bezit over te nemen en de res
tauratie te voltooien. In de brief waarin de
ze subsidie wordt aangekondigd, spreekt de
staatssecretaris van een „genereuse ges
te van de eigenares, welke niet hoog ge
noeg kan worden aangeslagen" en van de
grote landschappelijke en natuurweten
schappelijke waarde van het domein.
Het rechtergedeelte van het kasteel
blijft gereserveerd voor bewoning door de
voormalige eigenares. De middenbouw en
linkervleugel zullen in de toekomst als mu
seum voor belangstellenden worden open
gesteld.
Radiokamerorkest op tournee. Het
Radiokamerorkest is vertrokken voor een
tournee van vijftien dagen door Duitsland
en Zwitserland. Het zal concerteren in on
der andere Stuttgart, Heidelberg en Frank
fort. Het orkest zal worden geleid door de
beide vaste dirigenten Maurits van den
Berg en Roelof Krol. Als solisten werken
aan de concerten mee de pianist Alain
Bernheim en de eerste concertmeester van
het orkest, Jos Verkoeyen.
De leiding van de commerciële radio
zender Veronica heeft medegedeeld dat 1
maart de streefdatum is voor het begin
van de eind verleden jaar aangekondigde
reclame-uitzendingen naar Engeland. Be
gonnen zal worden met uitzendingen op
de 192 meter van middernacht tot drie uur
(Ned. tijd), als de BBC en de televisie uit
de lucht zijn. Later wil men de zendtijd
uitbreiden met van 's morgens zeven tot
één uur. Veronica is in contact getreden
met een bureau voor radio- en filmreclame
in Londen.
Op de proef uitzendingen naar Engeland,
die Veronica in de laatste maanden van
het afgelopen jaar heeft gegeven, zijn zeer
veel gunstige reacties ontvangen, aldus de
Veronica-leiding. De Engelse programma's
zullen op Amerikaanse leest worden ge
schoeid; grammofoonplaten afgewisseld
met reclame. Van geïnteresseerde Britse
zijde is de wens geuit, dat Veronica ook
nieuwsberichten zou gaan uitzenden. Dit
zou echter een aparte organisatie vereisen.
Bij de leiding van de radiozender wordt
gedacht aan gerubriceerde programma's,
onder meer voor huisvrouwen, automobi
listen en de jeugd. Voorts werd nog mede
gedeeld dat het de bedoeling is over enige
tijd de Nederlandse uitzendingen uit te
breiden en ook in de avonduren te gaan
uitzenden.
De Radioraad heeft op uitnodiging van
de N.T.S. een bezoek gebracht aan studio's,
werkplaatsen en magazijnen om zich te
oriënteren over de praktijk van de televi
sie. Er is ook gesproken over de actuele
problemen van de N.T.S. Verschillende
bestuursleden, onder wie de voorzitter van
de N.T.S., de heer W. A. Schiittenhelm,
namen hieraan deel. De voorzitter van de
Radioraad, prof. mr. L. W. G. Scholten,
prees in een dankwoord de N.T.S. voor
haar initiatief.
Advertentie
Dit is de titel van het nieuwe boek van
Dr. W. de Kok. Alles over zwangerschap,
geboorte, babyverzorging en kleuter
opvoeding. Dit waardevolle boek (184
pagina's in fraaie omslag) krijgt U ten
geschenke bij aanschaffing van een
4445. Maar eindelijk verzamelde de koning genoeg moed, om onder het laken uit
te komen. Snel keek hij in de spiegel... en toen kreeg hij een vreselijke schrik.
Want de stekels waren weg, dat was zo. Maar wat groeide er nu aan 's konings kin?
Woedend bekeek koning Barbonix zijn gezicht. Bladeren en bloempjes zag hij. Zijn
vorstelijk gelaat zag er uit als een bloemperk.
Buiten zichzelf van woede sprong de koning uit z'n statiebed en in dolle drift sprong
hij in het rond.
Breng terstond Mafala, die bedrieger, naar het paleis! riep hij. Neem die kerel
gevangen!
Sidderend hoorden de ministers, hoe Zijne Majesteit tekeer ging
Het brandende dal
15)
Cristea, die tot dusver in zijn eigen taal had ge
sproken, sperde zijn ogen open en vroeg, nu in het
Duits, „Was?". Hij had in de oorlogstijd namelijk een
mondjevol Duits geleerd.
„Ein Schwein!" herhaalde Telengescu.
„Wat heeft hij dan gedaan?"
„Meneer Dumitrica," begon Telengescu hem aan het
verstand te brengen, terwijl hij zijn woede onder zijn
gebruikelijke hoffelijkheid verborg, „als u zich van de
massa wenst te onderscheiden moet u beginnen met
alle onbeschaafde lieden uit uw naaste omgeving te
verwijderen. Een vlegel van een kelner kan u alleen
maar schade doen. Waarom span ik me eigenlijk zo
i".
„Heeft hij dan iets gedaan waarvoor ik hem de deur
uit moet jagen?". Cristea Dumitrica was bereid zijn
deftige gast in alle opzichten terwille te zijn. Allereerst
greep hij een glas, waste het nog eens zorgvuldig om
en hield er de fles met pruimebrandewijn boven, om
Telengescu tot bedaren te brengen. „Drinkt u er een
van de zaak?"
„Seulement la moitié," zei Telengescu, met zijn vin
ger de hoogte aangevend.
„Wat?" vroeg Dumitrica stompzinnig.
De jonge man herhaalde zijn antwoord, terwijl hij
zijn vinger halverwege langs het glas legde: „La moitié,
la moitié!"
„Aha! Demi? Demi?" vroeg de caféhouder, die de
woorden niet had begrepen maar het gebaar wel.
Buiten liet de stem van Bocanu zich horen en de
caféhouder liet zijn deftige spraakleraar staan en ging
naar de deur.
Telengescu schoof met de vlugge sierlijke bewegingen
van een schaatsenrijder de kleine eetzaal in.
Bocanu keerde zich in de deuropening nog eens om
en keek op Lipanescu neer, die was blijven staan om
van het hoger gelegen plein zijn boortorens te zoeken
in de wirwar van vele andere.
„Jij bloedzuiger!" riep Bocanu. „Pas maar op dat je
daar geen wortel schiet!"
Lipanescu liep de verlaten weg af, die langs de bos
rand rondom het boorterrein liep. Sedert er tussen de
boortorens een verharde straat was aangelegd, was
deze weg, zoals de naam al zei, wezenlijk verlaten.
Lipanescu wandelde hier overigens graag. De koelte
van het bos op de heetste tijd van de dag deed hem goed
en bovendien kon hij hier het hele terrein als in één
blik overzien.
Hier maakte hij ook zijn plannen. Hij moest zijn
onderneming, koste was het kost, uitbreiden en hij koos
nu al de torens uit, die hij naderhand wilde kopen.
Nog eens haalde hij de coupon uit zijn zak en staarde
er lang en genietend naar, tot een krakende tak hem
deed opkijken. Tussen de stammen stond een rijzige
oude man, uitgedroogd als de schors zelf, met een
hoofd als een verweerde boomstronk: het voorhoofd
was enkel knoesten, die als een afdak boven de ogen
uitstaken, De man stond er roerloos en staarde Lipa
nescu maar aan. Hij droeg een grauwe broek en een
grauwe kiel en haast had hij zelf een stam kunnen
zijn.
Lipanescu vouwde zijn coupon gejaagd en beschaamd
op, keerde zich om naar zijn terrein, dat hier tot aan de
rand van het bos doorliep en klauerde over de omhei
ning van prikkeldraad. Zodra hij zijn kantoor had be
reikt keek hij om: de oude man stond er nog. Had hij
die kerel al niet vaker gezien en telkens gedacht dat hij
het zich verbeeldde? In het bos blafte een hond. Langs
de witte gevel van het huisje, dat hij tussen de bomen
op de heuvelwand zag schemeren, leek een vage scha
duw voorbij te glijden. Een ijle meisjesstem riep, „Va
der!" En een paar tellen later, „Vader! Komen!"
Nu trok de oude man zich eindelijk in het bos terug.
Toen Lipanescu zijn administrateur de weg zag. afko
men liep hij hem haastig tegemoet.
„Woont daar in het bos nog iemand?" vroeg hij ver
ontrust. „Ja, daar staan nog wat huisjes. Wat er van
het vroegere dorp overgebleven is".
„Wat doen die mensen daar?"
„De hemel mag het weten. Er zijn er een paar die bij
de boortorens werken. De anderen zullen nog wel bomen
kappen
„Ik zag daar iemand staan
„O, dat moet de bosman zijn geweest. Bemoeit u zich
liever niet met hem. Hij is niet helemaal goed in zijn
hoofd. Iedereen kent hem hier".
Nog altijd enigszin in de war ging Lipanescu zijn kan
toor binnen. Het zonderlinge uiterlijk van de man hield
zijn gedachten vast; het knokkige gezicht met de inge
vallen wangen, de hoekige kin, de grijze baardstoppels.
De ogen had hij niet goed kunnen zien, omdat die onder
het vooruitstekende voorhoofd schuilgingen. Maar hij
had de indruk dat er uit die diepe donkere levenloze oog
kassen een vijandige blik op hem was gericht.
Om zijn zekerheid te hervinden tastte hij in zijn zak.
„Ik heb de coupon gekregen, Pascu!" riep hij vol
trots. En de aanraking met het papier gaf hem inder
daad zijn zekerheid terug.
HOOFDSTUK V
Onder de grote lamp in het salon-restaurant telde
Gogoi de pakken bankbiljetten. Aan alle kanten leun
den nieuwsgierige toeschouwers op de tafel en keken
hem op de vingers. Het geld was in pakjes van elk twin
tigduizend lei gerangschikt. Hij telde alleen de afzon
derlijke stapels, zonder er zich om te bekommeren of
zij wel het juiste bedrag vertegenwoordigden.
„Daarmee word je niet bedrogen, jongens", zei hij.
„Hier, kijken jullie zelf maar!" Hij wees op de handte
kening van de kassier op het strookje dat de biljetten bij
eenhield. „Dat is een grote bank, jongens. Die bedriegen
je niet. Het gezicht van zo'n kassier alleen is meer
waard dan al jullie gezichten met elkaar. Hé, meneer
Cristea, waarom geeft u die kerels niets iets te drinken?
Dan laten ze mij tenminste rustig tellen".
Telkens wanneer hij tot het zevende pakje was gevor
derd raakte hij in de war en moest opnieuw beginnen.
„Ik ben zoiets niet gewend, jongetje! Maar jullie had
den die kassier eens moeten zien! Roetsj, roetsj, vlogen
de pakjes geld hem door de vingers. Maar wat moet ik?
Ach lieve hemel! Zou er wel ooit iemand in mijn familie
zoveel geld hebben moeten tellen als ik?"
De mannen dronken en lachten, maar zodra hun blik
op het geld viel, verstomden zij. Dan klonken zij weer met
elkaar en schudden de sombere gedachten van zich af.
Gogoi had opdracht gegeven ieder te schenken wat hij
wilde hebben en zoveel hij wilde hebben. Het waren
ploegbazen en opzichters van de boorputten, met de olie-
vegen nog op het gezicht en de handen, en verder mon
teurs, gieters, elektromonteurs en kantoorpersoneel.
„Dat uw geld maar veel kinderen mag krijgen, me
neer Gogoi" wensten zij hem toe, terwijl de een na de
ander naar de tafel kwam om met hem te klinken. Go
goi stond op en beantwoordde met zijn glas al die goede
wensen. Daarna zette hij het glas neer en begon opnieuw
te tellen.
's Morgens was hij naar Ploesjti gereden, waar hij
tegen de middag aangekomen was. Zijn paard had hij
voor een restaurant vastgebonden. Hij had zijn coupons
ingewisseld en was in een dure huurauto naar huis gere
den.
„Ik weet al wat ik met het geld moet doen.
Ik heb beslist gaven voor bojaar, al zie ik er dan uit
als een leegloper. Ik weet van het leven te genieten, ik
ben een ander man dan mijn gekke neef Bocanu".
„Wat is er met je paard gebeurd?" vroeg er iemand.
„Mijn paard? Daar kan zijn moeder trots op zijn. Al
had jij het maar zo goed als mijn paard. Ik heb 't in goe
de handen achtergelaten. Ze moeten het tienmaal per
dag kammen en het een dubbele portie haver geven, zo
dat iedereen kan zien dat het mijn paard is!"
„Haalt u het dan niet terug?"
„Nee, de hemel bewaar me! Ik laat het in de stad. Als
ik bojaar ben geworden mag mijn paard het ook zijn. En
laat me nu met rust. Ik moet rekenen".
Maar zij stoorden hem dadelijk weer.
„Hoe was het nu in de bank, meneer Ggoi?"
„Een fijne boel. Hadden jullie moeten zien. Allemaal
eerste klas bojaren. Ze hebben me in een stoel gezet en
ik dacht werkelijk dat ik een verdieping naar beneden
viel: tot aan zijn hals zat ik in de donsveren of wat 't ge
weest mag zijn. „Meneer Gogoi" voor en „meneer Go
goi" na. Ik hoefde niet eens met al die andere mensen
voor het loket te staan. Nee mij kwam de kassier een
blad vol geld brengen, alsof ik de koning zelf was. „We
hopen dat het naar genoegen was, meneer Gogoi?" Ik
heb in mezelf gezegd, Beste Gogoi, je gebeente is geze
gend! En laat me nu met rust".
(Wordt vervolgd)
I
k