K. v. K. zal de ontwikkeling rond het
Noordzeekanaal gaan bestuderen
Technische Hoge school
moet in Haarlem komen
De chemische, grafische en
pharmaceutische industrie
GROTE BEDRIJVIGHEID
IN METAALINDUSTRIE
Woningbouw wordt niet de
dupe van baksteen-tekort
B. F. Enschedé in nieuwjaarsrede:
Vervoer en hotelwezen
hadden goed jaar
Financiële resultaten in het
algemeen gunstig
Voor andere sectoren wordt de
aflevering ietwat gereguleerd
Cacao-industrie werkte
op top-capaciteit
VRIJDAG 13 JANUARI 1961
5
WIJ
OP
RUIMEN
lOOO
Wat is de Nederlandsche
Mij voor Nijverheid
en Handel?
Ondanks slechte weer
Hotelwezen
OPRUIMING bij
KORTING OP ALLE
GLOEDNIEUWE
ARTIKELEN
BABY- en KLEUTERKLEDING
Tijdens de eerste vergadering in het nieuwe jaar van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor Haarlem en omstreken, die donderdagavond in de
gravenzaal van het Haarlemse stadhuis in aanwezigheid van burgemeesters en
afgevaardigden van vele gemeenten uit het district van de Kamer alsmede van
vertegenwoordigers van handel, industrie en nijverheid, is gehouden, heeft de
voorzitter van de Kamer, de heer B. F. Enschedé, een nieuwjaarsrede gehouden,
waarbij hij aan een tweetal belangrijke aspecten van het district Haarlem ruime
aandacht wijdde. In de eerste plaats aan de ontwikkeling van de Amsterdamse
havenplannen, die hij aan een diepgaand onderzoek wilde doen onderwerpen
en in de tweede plaats sprak hij over de (vierde) technische hogeschool, die naar
zijn oordeel in Haarlem zou moeten worden gevestigd, omdat Haarlem daar
voor de meest geschikte plaats zou zijn.
De heer Enschedé herinnerde eraan dat
als de havenplannen verwezenlijkt zullen
worden een woongebied moet worden ge
creëerd dat plaats biedt aan ongeveer
tweehonderdduizend mensen. Er zou naar
de mening van de heer Enschedé in het
district Haarlem en omstreken voor een
industriële ontwikkeling nog maar beperk
te mogelijkheden zijn, omdat erin de
eerste plaats een gebrek aan voor indus
trieën bestemde en geschikte terreinen is
en bovendien de agglomeratie geen ruim
te zou bieden de woongelegenheid aan een
in belangrijke mate versnelde industriali
satie aan te passen. Buiten en behalve de
als onafwendbaar gestelde Amsterdamse
ontwikkeling is de situatie in het district
van de Kamer reeds gespannen en pre
cair, als het er om gaat een gezonde eco
nomische groei te bevorderen met behoud
van het reeds zo ingekrompen natuur
schoon dat als recreatiegebied een rol ver
vult' die zich uitstrekt buiten de grenzen
van het gebied van de Kamer. „Naar het
hart gesproken moet ik constateren," al
dus de heer Enschedé, „dat de ontworpen
en voorspelde basisindustrieën in onze on-
middelijke nabijheid mij geen aantrekke
lijk perspectief toeschijnen. Dat wij de
woonruimte voor een grote stad van twee
honderdduizend mensen zouden kunnen
assimileren is wel uitgesloten te achten,
maar ook zonder dat zijn de gevolgen voor
onze gehele samenleving al zeer ingrij
pend."
De heer Enschedé deelde mee dat de
Kamer deze problematiek niet wil laten
betijen. Zij is voornemens deze materie in
studie te nemen, opdat zij te zijner tijd
haar voorlichtende en bemiddelende taak
op doeltreffende wijze zal kunnen uitoefe
nen.
Deze problematiek heeft er aldus de
heer Enschedé toe geleid dat de regionale
verbondenheid zo duidelijk sprekend aan
de dag treedt. Spreker was van oordeel
dat onderling de band nog te wensen over
laat. Hij vroeg zich af of door de druk
van de te verwachten ontwikkeling meer
aan burgerzin zou kunnen worden opge
bracht, waarin men thans naar het oor
deel van de heer Enschedé tekort schiet.
TM. in Haarlem
Een ander belangrijk punt besprekend
zei de voorzitter dat de in de omgeving
van de IJmond te stichten technische ho
geschool naar zijn mening het best in
Haarlem kan worden gevestigd.
„Het is voor mij moeilijk", aldus de
heer Enschedé, „een ofjectief standpunt
omtrent de gemeente van vestiging in te
nemen, maar zonder gevaar van chauvi
nisme kan ik op deze plaats Haarlem als
de meest geschikte stad aanbevelen, te
meer nu in samenwerking met aangren
zende gemeenten een passend terrein ter
beschikking kan worden gesteld. Haarlem
vormt een levend en aantrekkelijk cen
trum met alle mogelijkheden voor ont
spanning op het gebied van wetenschap
en kunst, muziek en sport: in één woord
een stad met een unieke traditie, centraal
gelegen, met ongekende mogelijkheden
voor haar inwoners".
Hij herinnerde eraan hoe onlangs in
Haarlem een commissie in het leven is ge
roepen, die in bréde kring belangstelling
zal wekken voor deze zo belangrijke aan
gelegenheid. De heer Enschedé zei niet
anders te verwachten dan dat de realisa
tie van deze plannen door de Kamer met
enthousiasme zal worden bevorderd. In
het kort schetste de voorzitter de belang
rijke gevolgen die een technische hoge
school voor het sociale, culturele en eco
nomische leven van Haarlem zal kunnen
hebben.
Critiek
Na een overzicht te hebben gegeven van
de algehele economische situatie in Neder
land en van die van de bedrijfstakken in
het district Haarlem van de Kamer, oefen
de de heer Enschedé critiek op het door
de Sociaal Economische Raad aan de
staatssecretaris van Economische Zaken
1 uitgebrachte advies over de nieuwe wette-
De gang van zaken in deze bedrijfstak vertoonde in het jaar 1960 hetzelfde beeld
als in 1959. Wat de arbeidsmarkt betreft, was het tekort nog nijpender met alle
gevolgen van dien op velerlei gebied. Over 1961 valt niets te voorspellen. Een ander in
dit district gevestigd bedrijf deelt het volgende mede. De bedrijfsresultaten van 1960
overtreffen die van 1959. Het is wederom gelukt door omzetstijging het rendement op
te voeren, ondanks een steeds toenemend kostenniveau en een niet verhoogd prijspeil
der eindprodukten. Daar in de eindprjjzen wederom geen kostenverhogingen kunnen
worden doorberekend, moeten verdere omzetstijgingen worden nagestreefd. Wij
menen te dien aanzien een zeer lichte terughoudendheid te bespeuren by onze
afnemers. Ook hier zal het personeelstekort bg het realiseren van de pogingen tot
omzetvergroting parten kunnen spelen. Het tekort te Haarlem aan woonruimte,
beschikbaar voor industriearbeiders, plaatst het Haarlemse bedrijf daarbg in een
ongunstige concurrentiepositie tegenover elders gevestigde bedrgven.
drijfstak gedurende^ het verslagjaar tevre
den. De omzet bewoog zich ook dit jaar
weer in stijgende lijn en de gemaakte
bruto-winst lijkt hoopvol. Er was vrij
wel geen verloop in de personeelsbezet
ting. Men verwacht in 1961 voldoende
vraag.
Pharmaceutische produkten
De gang van zaken in deze branche
week gedurende het jaar 1960 slechts in
zeer geringe mate af van de toestand in
1959; zij was zeer bevredigend. De con
currentie leidde tot vrij belangrijke prijs
dalingen, met name op het gebied van
antibiotica. Er zijn echter een aantal
uiterst belangrijke nieuwe pharmaca op de
markt verschenen, zowel van Nederlandse
als van buitenlandse herkomst. Men ziet
het jaar 1961 vol vertrouwen tegemoet.
Een ander in ons district gevestigde on
derneming deelde echter mede, dat het
jaar zich kenmerkte door een verscherping
van de concurrentie. Een zeer aanzienlijke
vergroting van het omzetvolume leidde tot
slechts geringe stijging van de geldomzet.
Voor 1961 worden geen fundamentele wij
zigingen in de algemene situatie verwacht.
Toiletzeep, parfumerieën en cosmetica
De toiletzeep bewoog zich in stijgende
lijn en bereikte een cijfer, dat ongeveer
15 percent hoger ligt dan het voorafgaan
de jaar. Deze stijging heeft zich hoofdza
kelijk in de bulkzepen geopenbaard. Ook
in de sector van de parfumerieën kon een
stijging van ongeveer 15 percent worden
geconstateerd. Tengevolge van de concur
rentie lagen de prijzen ongeveer vijf per
cent lager dan gedurende 1959. De prijzen
der grondstoffen ondergingen eveneens een
daling ten opzichte van die in 1959. In
verband met de krappe arbeidsmarkt was
het niet eenvoudig regelmatig voor een
goede bezetting te zorgen.
Petroleumprodukten
De spreiding van de export over een
groter aantal markten, die zich reeds in
1959 manifesteerde, heeft zich verder
voortgezet en ook in het afgelopen jaar is
het gelukt op nieuwe markten door te
dringen. De situatie in het Nabije-Oosten
heeft zich nog niet hersteld en de omzet
bleef op een lager peil. Men ondervindt
de gevolgen van de nationalisatie in Egyp
te van de totale import en distributie van
pharmaceutische produkten, die medio
1960 heeft plaats gevonden. Men heeft de
indruk, dat het algehele conjunctuurbeeld
wat ongunstiger is geworden. De omzet in
het binnenland is ook dit jaar belangrijk
vooruitgegaan. Gedurende het gehele jaar
heeft de bedrijfsbezetting zich op een be
vredigend peil gehandhaafd. Men had
enige moeilijkheden bij de personeelsbe
zetting.
Het jaar 1960 heeft een verdere stijging
van de kosten te zien gegeven, die even
min als in 1959 gecompenseerd kon wor
den door een verhoging van de verkoop
prijzen, mede doordat de concurrentiever
houdingen zich verder hebben verscherpt.
De omzet zal daarom moeten worden ver
groot.
Hoe de verhoudingen in de Euromarkt
zich zullen ontwikkelen voor het gebied
der minerale oliën is in vele opzichten
nog onduidelijk. Voor zover de mogelijk
heid tot beoordelen aanwezig is, laat 1961
zich niet ongunstig aanzien.
Smeerolie
De gang van zaken in het binnenland
zowel als de export was in 1960 zeer be
vredigend. De export naar Frankrijk liep
ernstig terug wegens de discriminaties in
dat land. De vooruitzichten voor 1961 zijn
wederom goed.
Verf
Men is over de resultaten in deze be
lijke regeling voor de Kamers van Koop
handel. Met name betreurde de heer En
schedé het dat de Kamers omtrent de
vaststelling van de tekst niet gehoord zijn.
Voorts had hij bezwaar tegen de voorge
stelde samenstelling der Kamers. Het ad
vies bepleit dat een kwart van de zetels
door werknemers worden ingenomen. De
heer Enschedé vreesde dat hierdoor de
historisch gegroeide structuur van de Ka
mers als ondernemersorganisaties in het
gedrang zal komen. Ook achtte hij het niet
uitgesloten dat de positie der Kamers ook
ten opzichte van haar zusterinstellingen
in het buitenland hierdoor aanmerkelijk
verzwakt zal worden. Overigens stelde de
heer Enschedé nadrukkelijk dat in de
Haarlemse Kamer de samenwerking tus
sen werkgevers- en werknemersleden
voortreffelijk is.
De voorzitter besloot zijn rede met de
dank uit te spreken aan allen die aan het
werk van de Kamer hebben bijgedragen
en met het aanbieden van de beste wensen
voor 1961.
Staatscommissie
Namens de aanwezigen heeft de burge
meester van Haarlem, mr. O. P. F. M
Cremers, een korte toespraak gehouden,
waarbij hij eveneens herinnerde aan enige
belangrijke aspecten voor Haarlem en om
geving, namelijk de ontwikkeling nabij het
Noordzeekanaal en de stichting van een
Technische Hogeschool. Hij sprak de wens
uit, dat spoedig een staatscommissie voor
het vraagstuk van het Noordzeekanaal tot
stand zal komen en wel op korte termijn,
want daaraan bestaat een dringende be
hoefte. Voorts was de burgemeester van
mening, dat samenwerking van groot be
lang is bij dit probleem van nationale be
tekenis. Spreker verheugde zich over de
harmonie die in de Kennemer gemeenten
bestaat ten aanzien van de stichting van
een Technische Hogeschool in Haarlem en
gedeeltelijk in Haarlemmermeer. De
school zal het culturele leven een nieuwe
impuls geven. Ook hij was van oordeel,
dat Haarlem de beste vestigingsplaats
was.
De burgemeester trok een vergelijking
tussen Haarlem en Eindhoven (waar al
een t.h. is) en hoopte dat 1961 voor beide
steden een jaar van economische bloei zal
zijn, ook als Haarlem niet meer de vijfde
stad van het land is. Mr. Cremers her
innerde eraan dat de Kamer van Koop
handel er voor zorgt dat er voldoende
werkgelegenheid is. „Moge de Kamer veel
te doen hebben," aldus besloot de burge
meester zijn toespraak.
Verkiezing
Ook voor 1961 is het dagelijks bestuur
van de kamer als volgt samengesteld:
voorzitter de heer B. F Enschedé, onder
voorzitters de heren Th. S. J. Hooy en
J. J. Jurrissen.
Advertentie
tafel- thee- eo ontbijtserviezen
tegen zéér lage prijzen!
GROTE HOUTSTRAAT - HAARLEM
SINDS t874
De Nederlandsche Maatschappij voor
Nijverheid en Handel heeft een brochure
uitgegeven over deze te Haarlem zetelende,
landelijke organisatie. De goed verzorgde
en fraai geïllustreerde brochure geeft een
duidelijke uiteenzetting over doel en werk
zaamheden van de sinds 1777 bestaande
maatschappij, die in ons land een belang
rijke functie vervult en vooral de laatste
jaren haar activiteiten sterk heeft uitge
breid.
De stijging van het aantal reizigers op
de interlokale lijnen bedroeg in 1960 on
geveer drie percent. Het vervoer op de
lijnen naar en van het strand bleef als
gevolg van de regenachtige zomer ach
ter bij hetgeen normaal verwacht mocht
worden. Het vervoer op de overige inter
lokale lijnen gaf enige verbetering te
zien. Het aantal reizigers op de stads-
lijnen te Haarlem bleef in 1960 nagenoeg
gelijk aan dat in 1959. De tarieven wer
den in 1960 niet gewijzigd. De bezwaren
tegen de omstandigheid, dat de reizigers,
met name op de interlokale lijnen, ver
voerd worden tegen niet lonende tarie
ven blijven dan ook onverminderd van
kracht.
De moeilijkheden bij de werving van
personeel duurden voort. Na de selectie
van een groot aantal sollicitanten bleken
slechts weinig kandidaten 5 percent) de
vereiste geschiktheid te bezitten. Uiteraard
is het van groot belang, dat de opgeleide
werknemers, voor zover deze uit migratie-
gebieden afkomstig zijn, een passende
woonruimte aangeboden kunnen krijgen.
Verwacht wordt dat de vervoersopbreng-
sten in 1961 nagenoeg gelijk zullen zijn
aan de ontvangsten in 1960.
Het jaar 1960 zette voor de Horecasector
goed in tot juni; de ontvangsten waren
zeer goed. Na juni kwam echter een ab
normale regentijd; de vooruitzichten voor
het hoofdseizoen en de voorherfst waren
zeer slecht. Toch is het bezoek in die re
genperiode .erg meegevallen. Tengevolge
van het slechte weer werd meer tijd door
gebracht in de Horecabedrijven zelf, waar
door de ontvangsten erg zijn meegevallen.
In het algemeen is echter 1960 voor de
Horecabedrijven geen slecht jaar geweest.
Het seizoen 1960 was goed te noemen,
wat te danken is aan het seizoen 1959, met
het bijzonder fraaie weer. Het gehalte van
het publiek is echter teruggaande. Ten
aanzien van 1961 verwacht men dat het
bloembollenbezoek zal teruglopen, daar
velen het reeds eenmaal gezien hebben.
In de plaatwellerg kenmerkte zich het
jaar 1960 door een grote bedrgvigheid in
alle afdelingen. De orderportefeuille was
aan 't einde van het jaar belangrijk groter
dan aan het begin. De reeds lang gevoelde
wenselijkheid de personeelssterkte uit te
breiden, bleek niet verwezenlgkbaar te
zgn in verband met de schaarste van vak
bekwaam personeel in de IJmond, terwgl
het verloop van personeel in de hand werd
gewerkt door het achterblgven van het
loonniveau in de metaalindustrie ten op
zichte van de lonen in andere bedrijftakken
of niet te controleren beroepen.
De financiële resultaten waren in 1960
beter dan in het voorafgaande jaar, mede
dank zij een aantal organisatorische ver
beteringen. Men verwacht door het tref
fen van passende maatregelen de rentabili
teit in 1961 in stand te kunnen houden.
Draadindustrie
Het jaar 1960 heeft zich voor de draad
industrie gekenmerkt door een aanzienlijke
toeneming van de concurrentie op de in
ternationale markt bij sterk gedaalde prij
zen. De daardoor ontstane omzetverliezen
konden echter gecompenseerd wordt-n door
hogere omzetten in de andere afdelingen
van het in ons district gevestigde bedrijf
De situatie op de arbeidsmarkt maakte
het onmogelijk de voor 1960 gestelde cm-
zetvergroting geheel te realiseren. De voor
1960 voorgenomen uitbreidingen zijn ge
heel verwezenlijkt en voor 1961 staan ver
dere uitbreidingen op het program, waar
mede gedeeltelijk reeds is begonnen.
Fabricage van Landbouwwerktuigen
De gang van zaken in deze branche ge
durende het jaar 1960 kan gunstig worden
genoemd. Zowel de omzet als de winst ver
toont een stijging ten opzichte van 1959 en
men kan in alle opzichten met voldoening
op het afgelopen jaar terugzien.
De vooruitzichten voor net jaar 1961 zijn
nog moeilijk te beoordelen, toch wordt
1961 wel met vertrouwen tegemoet gezien.
Sciicipsnnuw
Gedurende het afgelopen jaar was een 'n
ons district gevestigd bedrijf vol bezet. 20-
wel met nieuwbouw- als reparatie orders.
De personeelsbezetting bleef ongeveer ge
lijk; door modernisering en uitbreiding van
de bedrijfsuitrusting nam de produktiviteit
toe. Door de onmogelijkheid werkkrachten
aan te trekken vanwege gebrek aan be
hoorlijke woningen kon men niet aan alle
reparatie-aanvragen voldoen. Het verloop
van personeel was zeer gering. De vooi uit
zichten voor 1961 zijn voor nieuwbouw-
opdrachten gunstig door gespeckibsee^d
werk, die voor reparatiewerk zijn goed.
Machinebouw
Het jaar 1960 wérd gekenmerkt door een
voortgaande expansie van de bedrijv gheid
in de machine-industrie. De ordarposdie
vertoonde een stijging, terwijl.de proouk-
tie-indexcijfers belangrijk hoger lagen De
twee kernproblemen waarmee de macn'ne-
industrie zich in het verslagjaar gecon'ron-
teerd zag waren de zeer krappe arbeics-
markt en de stijging van het kostenpe'l. De
industrie zal ook in 1961 een ooen oog
moeten hebben voor de verdere verbete
ring van de produktiviteit per man.
Een ander bedrijf deelt het volgende
mede: De orderportefeuille kon aanmerke
lijk worden vergroot, vooral op het gebied
van stukgoedkranen. Op dit ogenblik drei
gen opdrachten verloren te gaan doordat
de levertijd noodgedwongen zeer lang ge
worden is. Evenmin als in 1959 kon men
dit jaar de personeelssterkte opvoeren
Men gaat thans over tot aankoou van
woonhuizen om vaklieden uit de provincie
naar Haarlem te trekken. Er werden dit
jaar bij een in ons district gevestigd bedrijf
geen exportopdrachten geboekt.
Vliegtuigfabricage
Afgezien van een aantal reparatie-orders,
waarvan de omvang in het totale produk-
tieprogramma beperkt was. omvatte de
produktie in 1960 alleen civiele vliegtuig
bouw. Dankzij het niet onbevredigende
verloop van de verkopen van de F 27-
Friendship, kon de produktie op een rede
lijk niveau worden gehandhaafd. Verwacht
mag worden, dat, gezien het aandeel in de
totale Starfighter-opdracht, een goede be
drijfsbezetting tot eind 1964 kan worden
verkregen.
Ook in 1961 mag verwacht worden, dat
de orderportefeuille voor de civiele vlieg
tuigbouw, met name voor de F 27-Friend-
ship, verder zal kunnen worden uitgebreid
Derhalve zal de personeelssterkte, mede in
verband met genoemde militaire order, ge
leidelijk moeten worden opgevoerd.
Rijtuigen en spoorwagens
Het afgelopen jaar kenmerkte zich in het
bijzonder door een verheugende toeneming
van de ontvangen opdrachten. Tezamen
met een andere Nederlandse onderneming
waarmede nauw wordt samengewerkt,
men met de Nederlandsche Spoorwegen in
onderhandeling over belangrijke bestellin
gen. Het gedeelte daarvan dat in de in ons
district gevestigde fabriek gebouwd zal
worden, verzekert samen met 'n nieuwe
opdracht van het Gemeentevervoersöedrijf
Amsterdam voor de bouw van :8 drie
delige rijtuigen een volledige bezetting
gedurende de eerstvolgende iaren. Naa
de bouw van rollend materieel gaat men
geregeld door met de levering van de Wa
terlandkruiser (een luxe motorboot), 2eil
jachten, luchtverwarmingen voor woon
huizen (type „centralair") en met de assem
blage van Volvo personenautomobielsn.
Ook hier heeft men gebrek aan Dersontei.
Het tekort aan metselbaksteen, waarop de voorzitter van de Stichting Raad van
bestuur bouwbedrgf, de heer J. P. A. Nelissen, in zgn nieuwjaarsrede nog eens de
aandacht heeft gevestigd, zal naar ons van deskundige zgde verzekerd wordt
in geen geval de woningbouw treffen. Deze sector van het bouwbedrgf wil men wat
de voorziening met baksteen betreft, in elk geval veilig stellen. Wel overweegt de
minister in bepaalde andere sectoren een voorzichtige beperking van het baksteen-
verbruik. Voorts zal de industrie zelf een zekere regulering bg de aflevering
toepassen, teneinde de continuïteit van de lopende werken te verzekeren. Een en
ander betekent, dat de leveranties over een wat langere periode worden uitgesmeerd,
gericht op de behoefte van het ogenblik, waarmee een rechtvaardige „distributie",
zo men dit woord wil gebruiken, wordt beoogd. Overigens is het tot nu toe niet zo,
dat belangrijke werken door een tekort aan metselsteen zouden stagneren, maar
anderzijds ziet het er toch ook niet naar uit, dat de produktie de totale behoefte
volledig zal kunnen dekken.
De voorziening van de woningbouwsec
tor wordt echter, zoals gezegd, verzekerd.
Dat de behoefte hier ruimschoots door
de produktie wordt gedekt blijkt uit de
volgende cijfers. Uitgaande van een bouw-
produktie van 85.000 woningen in 1961 en
(ruim genomen) een aantal van 10.000 ste
nen per woning, komt men tot een getal
van 850 miljoen. De produktie van met
selsteen is becijferd op 1620 miljoen. Telt
men daarbij de invoer uit België (40 mil
joen stuks) en vermindert men het totaal
met de 150 miljoen voor de export be
stemde stenen dan komt men tot het eind
cijfer van 1510 miljoen; voor de woning
bouw dus meer dan voldoende. De totale
binnenlandse behoefte is echter van over
heidswege opgegeven als 1570 miljoen en
er blijft dus een tekort van 60 miljoen. De
export is daarbij op bases van vrijwil
ligheid reeds met 50 miljoen vermin
derd.
In 1960 bedroeg het exportcijfer name
lijk 200 miljoen, hetgeen neerkwam op
12,5 percent van de jaarproduktie.
Indien er geen exportmarkt was, zou er
wat de voorziening van de binnenlandse
markt betreft geen vuiltje aan den lucht
Voedings- en genotmiddelen
Ook in 1960 heeft men in de cacao- en
chocolade-industrie op top-capaciteit ge
werkt, waarbij het in een groot deel van
het jaar mogelijk was om aan de weder
om toegenomen vraag naar deze pro
dukten in binnen- en buitenland te vol
doen. Door de moeilijke personeelsvoor
ziening en het grote verloop, was het in
het najaar noodzakelijk verkoop van
chocolade gedurende enige tijd stop te
zetten. In diverse omliggende gemeen
ten zijn verpakkingsafdelingen ingericht.
De kosten zijn door een en ander sterk
gestegen. Verdere stappen zijn genomen op
het gebied van de mechanisatie. De cacao-
bonenprijzen vertoonden ten gevolge van
grote oogsten een voortdurend dalende ten
dens. De verwachting voor het komende
jaar is redelijk tot gunstig.
Conserven
De conservenindustrie werd, in tegenstel
ling met 1959 toen sprake was van een
abnormale droogte, geconfronteerd met
een uitermate nat seizoen 1960. Dat on
danks de minder gunstige weersomstan
digheden de landelijke produktie tot een
ongekende hoogte steeg vindt zijn oor
sprong in de sterk gestegen verkopen tij
dens het voorjaar 1960.
Azijn
Het jaar 1960 is in het algemeen, wat
betreft de omzet, minder gunstig geweest
dan 1959. De oorzaak hiervan zou kunnen
worden gezocht in de weersgesteldheid tij
dens voorjaar, zomer en herfst. Deze arti
kelen zijn zeer gevoelig voor seizoensin
vloeden. De concurrentie was uiterst
scherp. Zonder hieraan iets positiefs te
verbinden heeft men toch voldoende aan
leiding te veronderstellen dat 1961 niet
minder behoeft te zijn dan 1960.
Suiker
De in ons district gevestigde fabriek be>
eindigde op 3 januari haar campagne. Zij
heeft 100 dagen gewerkt en in die tijd
ongeveer 340 miljoen kg. suikerbieten op
suiker verwerkt tegenover 190 miljoen in
1959. De opbrengst was bijzonder hoog;
het gemiddeld bietgewicht bedroeg 1002
gram Tegenover 936 gram in 1959. Het
suikergehalte was laag, namelijk 15,90 per
cent tegenover 18,06 percent in het vorige
jaar. De campagne verliep vlot. De per
soneelsvoorziening was dit jaar bijzonder
moeilijk. Er kon een bietenprijs worden
bepaald van 52,60 per ton bij 16 percent
gehalte tegenover 52,- in 1959. Het ziet
er naar uit, dat de suikeropbrengst (als
alle bieten geleverd en verwerkt worden)
een 640.000 ton zal bedragen, waarbij ge
rekend wordt met een overschot van een
160.000 ton. Voor 1961 heeft de regering
een richtprijs van 51,50 per ton suiker
bieten bij 16 percent gehalte in uitzicht
gesteld, tegenover 54,- in 1960. Het is de
vraag hoe deze verlaging, mede gezien de
moeilijke campagne en de korting op de
prijs tengevolge van het overschot aan
Leeuw in huiskamer. Wilma, de eer
ste telg van een jonge leeuwin in Burgers
Dierenpark in Arnhem, die door de moe
der verstoten werd, groeit ten huize van
de familie Verschuuren in de Gelderse
hoofdstad, waar het jonge dier door de
dierenperkdirecteur werd ondergebracht,
voorspoedig op. De leeuwenbaby heeft een
hok in de huiskamer en speelt met de
hond.
suiker, de uitzaai in 1961 zal beïnvloeden,
zijn geweest. Nu deze er wel is dient
hiermee ook rekening te worden gehou
den. Het is uiteraard ondoenlijk, de reeds
lang als noodzakelijk erkende en moei
zaam verworven verruiming van het af
zetgebied in het buitenland op te offeren
of te verwaarlozen teneinde het tijdelijke
binnenlandse tekort op te vangen. Het ont
trekken van 50 miljoen metselstenen aan
de uitvoer is reeds een niet gering offer
dat nog aan betekenis wint door de om
standigheid, dat momenteel wellicht het
dubbele van het huidige kwantum bak
steen buiten de landsgrenzen zou kunnen
worden afgezet tegen prijzen, die niet door
prijspolitieke factoren, maar louter door
de wet van „vraag en aanbod" worden
bepaald.
Kunstmatig drogen de remedie?
Wat valt er nu te doen om het bestaand-
de tekort in te halen? Het enige antwoord
op deze vraag is: opvoering van de pro
duktie. Hier wordt trouwens reeds aan
gewerkt. Steeds meer steenfabrieken gaan
daarbij over tot het kunstmatig drogen
van het gevormde produkt. Nog altijd be
staat namelijk 60 percent van de steen
fabrieken uit seizoenbedrijven, waar het
vormen en drogen van de steen alleen
plaatsvindt in de zogenaamde campagne-
tijd, van maart/april tot begin oktober.
Het drogen gebeurt daarbij in de open
lucht. De kunstmatige drooginrichting
voorziet wat dit aangaat dus in een reële
behoefte. Bovendien werkt zij produktie-
verhogend door een vergrote ovencapaci
teit aangezien het gebakken produkt eer
der gereed is.
Interessant zijn in dit verband de
uitkomsten, die in de maand novem
ber werden gepubliceerd. Men weet dan
namelijk zeker dat er geen stenen meer
in de openlucht gedroogd kunnen worden
en de cijfers over deze maand geven
slechts aan, wat er aan ongebakken steen
geproduceerd is in fabrieken met een
kunstmatige drooginrichting. Uit deze cij
fers blijkt dat men in november van het
afgelopen jaar, vergeleken met de over
eenkomstige periode uit andere jaren, een
flinke sprong omhoog heeft gedaan. De
ongebakken produktie bedroeg toen name
lijk 68,3 miljoen, waarvan 65,4 miljoen aan
metselsteen. De cijfers over de maand no
vember van de jaren 1955 tot en met 1959
luiden respectievelijk (in miljoenen): 37,9
(waarvan 34,8 aan metselsteen), 52,0
(50,5), 60,3 (55,1), 55,6 (53,7 en 59,6 (56,5).
Het cijfer 68,3 (65,4) over de maand no
vember 1960 ligt hier dus een flink eind
boven. De voorraad gebakken metselste
nen is tegelijk, na de contante dalingen,
in deze maand weer een klein miljoen op
gelopen.
Steenprijs te laag
Blijkt uit het voorgaande, dat het aan
tal kunstmatige drooginrichtingen in het
afgelopen jaar belangrijk is toegenomen,
ook voor de komende jaren bestaat de
bereidheid, verder in de steenfabrieken te
investeren, aangezien een blijvende vrij
hoge vraag wordt voorzien. De mogelijk
heden hiertoe houden echter voor een
groot deel verband met het toekomstige
prijsbeleid. Voor de steenfabrieken, hoofd
zakelijk familiebedrijven, is het namelijk
moeilijk geld van buiten aan te trekken.
De investeringen moeten daarom veelal
geschieden uit de winst. Dit zou wat ge
makkelijker gaan indien de steenprijs iets
verhoogd zou kunnen worden. Het zou on
juist zijn te beweren dat hierdoor de to
taalprijs van bouwwerken in belangrijke
mate zou stijgen. De steenprijs maakt
namelijk wat een woningwetwoning be
treft slechts vier percent van de totale
bouwkosten uit. Een verhoging van de
steenprijs met tien percent, waardoor zij
op 4,4 percent van de totale bouwprijs
zou komen te liggen, komt per woning op
een bedrag van omstreeks honderd gul
den. Men hoopt wat de mogelijkheid van
een dergelijke prijsverhoging aangaat op
enige soepelheid van de zijde van de re
gering.
Advertentie
uitgezonderd merkartikelen
GEN. CRONJÉSTR. 133 - TEL. 57731