„De Koningin en de Rebellen" van Ugo
Betti een cerebraal melodrama
Advies over de arbeidstijd
van jeugdige werknemers
Liederenavond door Rom
Kalma en Peter Hansen
Zionisme maakt een crisis door
Keerpunt in
Israel's historie
Première door Theater in Arnhem
0
Jan van Eyck Academie
heeft nieuwe vleugel
Aert van der Neer gestolen
in kasteel te Terborg
De negen Muzen "y
Publiek beter gestemd
dan de instrumenten
NOVIB geeft 50.000,-
voor Kongo
Vier doden in het verkeer
Vier nieuwe
schouwburgen
Ouders in Jelsum eisen
een veiliger school
Zelfgenoegzaam
MAANDAG 16 JANUARI 1961
4
ln huize Hesmerg te Heemstede
Vrouwelijke kiesman
DE ITALIAANSE AUTEUR Ugo Betti, overleden in 1953, heeft ongeveer vijfen
twintig stukken geschreven, die hem in zijn vaderland en verder vooral in Frankrijk
een grote reputatie hebben verschaft. Door de meeste litteratuur critici is hij als een
opvolger van Luigi Pirandello beschouwd, hoewel hij veel meer overeenkomsten met
de „katholieke existentialisten" en dan vooral met Gabriel Marcel laat doorklinken.
In Nederland is hij tot dusver weinig bekend geworden. De opvoering van zijn
„Geiteneiland" door het Rotterdams Toneel enige jaren geleden, met Charlotte Kohier
en Ka van Dijk in de voornaamste rollen, mocht bepaald niet succesrijk worden ge
noemd. Een nieuwe poging is nu door de toneelgroep „Theater" ondernomen, welk
gezelschap zaterdag in de Arnhemse Schouwburg de eerste voorstelling heeft gegeven
van „De koningin en de rebellen". Het betrekkelijk zeldzame geval doet zich hier
voor, dat er een stuk op het repertoire wordt geplaatst dat al eerder door de televisie
is uitgezonden: deze „tragedie van de vrijheid" werd in december 1957 onder regie
van Willy van Hemert in het programma van de Vara op het scherm gebracht.
UGO BETTI koos als motto voor een
verzamelbundel van zijn werk een uit
spraak van Eleonora Duse, legendarisch
vermaarde actrice: „Het toneel is gebo
ren in de kerk. Wij moeten het daarheen
terugbrengen". Als merkwaardige bijzon
derheid van „De koningin en de rebellen"
moet worden vermeld, dat dit het enige
van zijn stukken is, waarin geen priester
voorkomt. Maar dat verhindert niet, dat
men ook hier te doen heeft met de strijd
van een mens om verzoening met zijn ge
weten. Het eigenlijk thema kan misschien
als volgt worden samengevat: de mens,
in eenzaamheid op weg ergens heen, wordt
gesteld voor een keuze waardoor hij een
zin kan geven aan zijn bestaan, desnoods
door middel van de dood. Dat laatste ge
beurt in dit geval, waarin een aan het
haar ten laste gelegde onschuldige zonda
res haar leven offert in herwonnen zui
verheid. Dit transcendentale element, door
de daad gestalte gevend aan het onzicht
bare, is gevoed door christelijke symbo
liek. In gevangenschap vindt de menselij
ke banneling de vrijheid, in de vervulling
van een door de omstandigheden opge
drongen taak het uiteindelijk geluk.
DE HANDELING voltrekt zich in een
openbaar gebouw in een kleine grensplaats
in een ongenoemd land, waar zich een
revolutie heeft voltrokken. Een groep rei
zigers wordt door een volkscommissaris
en een gewonde generaal aan een onder
zoek onderworpen: de nieuwe machtheb
bers zijn op zoek naar de voortvluchtige
koningin. Een gewezen publieke vrouw,
Argia genaamd, die een verhouding heeft
gehad met de tolk Raim, ontdekt dat deze
laatste vertegenwoordigster van het „an
cien régime" zich in het reisgezelschap
bevindt, vermomd als bange boerenvrouw.
Aanvankelijk met de bedoeling een winst
gevende chantage te bedrijven (zij is de
namen van vooraanstaande handlangers te
weten gekomen) helpt zij de koningin te
ontsnappen. Dan blijkt echter dat de re
volutionairen haar voor de vorstelijke
emigrante aanzien. Als de ware koningin
zich na opnieuw gevangen te zijn geno
men door vergif van het leven heeft be
roofd, is er niemand om dit tegen te
spreken te minder daar Raim uit over
wegingen van persoonlijke veiligheid niets
meer met haar te maken wil hebben en
haar verloochent. Argia wordt in haar
aanvankelijk uit winzucht gekozen rol ter
dood veroordeeld. Zij kan echter gratie
krijgen, als zij de namen van de mede
standers van de koningin in het belang
van de revolutie verraadt. Maar dan ont
dekt zij in zichzelf het begin van een
„koninklijk", gevoel, ook door de reacties
van haar omgeving. Men probeert haar
nog tot andere gedachten te brengen door
haar te confronteren met het zoontje van
de echte vorstin, doch dan is het te laat:
onder de geweldige spanning is zij de na
men vergeten. Dit is voor haar een teken.
In het trotse bezit van herinneringen
aan een zinrijke vervulling van haar le
ven (de jonge prins mag, onbekend met
zijn ware identiteit, terugkeren in de
maatschappij) treedt zij glorieus voor het
vuurpeloton de eeuwigheid tegemoet. Zo
als dramaturge Anty Westerling in het
programma schrijft: „Deze Argia, een
moderne Maria Magdalena, bewijst dat
ook het nederigste en meest verachte
schepsel in staat is.zijn menselijke waar
digheid aan deze kant van de grens terug
te vinden."
DIT STUK IS wat men zou moeten noe
men een cerebraal melodrama, in zoverre
om een opmerking van de Franse cri
ticus André Muller te citeren velschil
lend van Pirandello, dat niet „de mensen
praten omdat zij lijden" maar „lijden
doordat zij praten". Melodramatisch is
de ook in details verregaande onwaar
schijnlijkheid van de buitengewone situa
tie, waarin de slechtste vrouw zich als de
beste mens ontpopt. Cerebraal is het door
religieuze (dat wil zeggen: roomskatho-
lieke) bewijstrant en de toespeling naar
de genade van het goddelijk recht. De rol
van de tot „heilige" heldhaftigheid groei
ende prostituée. in Engeland door Irene
Worth (1954) en in Frankrijk door Edwige
Feuillère (1957) vertolkt, wordt thans door
Caro van Eyck met felle concentratie en
scherpe kracht gespeeld. Vooral tijdens
het zogenaamde proces stellig mede on
der invloed van Kafka geschreven en in
de exaltatie daarna gaf haar intelligentie
het gewenste effect aan de heroiek. Min
der bevredigend wist zij haar vroegere
status als „vulgaire" minnares waar te
maken. Als de tot slachtoffer van voort
durende vervolging gedegradeerde ex-ko
ningin maakte Annet Nieuwenhuyzen de
vereiste indruk van beklagenswaardigheid.
Richard Flink had als ondervrager mis
schien meer kille, striemende autoriteit
kunnen aanwenden. Als regisseur heeft hij
door sfeerscheppend bedoelde uiteenzetting
in dit pseudorealistische stuk de spanning
teveel gelegenheid geboden te verlopen.
Overigens waren de in het geding zijnde
krachten mede dankzij bijdragen van Coen
Flink, Wim Hoddes en Henk Schaer, goed
tegen elkaar afgewogen. Het nogal onrus
tige publiek toonde zich na afloop vrijge
vig met applaus. W. Keers maakte de
vertaling en Hep van Delft het scheme
rige decor.
David Koning
Coen Flink en Caro van Eyck in
„De Koningin en de Rebellen" van
Ugo Betti
De staatssecretaris van Onderwijs Kun
sten en Wetenschappen mr. Scholten
heeft zaterdag te Maastricht de nieuw
bouw der Jan van Eyck Academie ge
opend.
De voorzitter der beherende St. Bernul-
phusstichting, de heer Linssen, sprak over
de nu twaalf jaar bestaande academie, die
sedert 1948 voortdurend gegroeid is. De
burgemeester van Maastricht, mr. W. ba
ron Michiels van Kessenich en de commis
saris der Koningin dr. F. Houben boden
gelukwensen aan. In zijn openingstoespraak
zei mr. Scholten overtuigd te zijn van de
grote betekenis welke de Jan van Eijck
Academie zich heeft verworven voor heel
Nederland. Hij wees op de initiatieven die
werden ontwikkeld rond deze academie.
Uit het kasteel „Wisch" in Terborg
(GId) is een waardevol paneel verdwenen.
Het betreft hier een schilderstuk van de
zeventiendeeeuwse landschapschilder Aert
van der Neer, en stelt een ijstafereel voor.
Het schilderstuk heeft een afmeting van
35 bij 57 centimeter en een waarde van
naar schatting 100.000,-.
Het kasteel is normaal geopend voor
bezoekers, maar was sinds 19 december
1960 gesloten aangezien de bewonders, de
familie jhr. Vegelin van Klaarbergen, met
vakantie in Zwitserland was. Alleen de
chauffeur-tuinman deed dagelijks zijn ron
de. Hij heeft het waardevolle paneel ech
ter niet gemist. De diefstal werd dan ook
pas bij thuiskomst van de familie op 8 ja
nuari jl. ontdekt.
De commissie arbeidwetgeving van de Sociaal-Economische Raad heeft, met het
nog op de vijfdaagse werkweek, in haar advies aan de staatssecretaris van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over de dagelijkse arbeidstijd van jeugdigen een aantal
maatregelen aanbevolen voor een overgangstermijn van de komende twee a drie jaar.
De commissie is onder meer van oordeel dat het algemene vraagstuk van de ver
korting van de arbeidstijd, c.q. het invoeren van een vijfdaagse werkweek, zoals dit
zich thans in de praktijk voordoet, het wenselijk maakt na te gaan in hoeverre de
arbeidswet 1919 dienovereenkomstig gewijzigd moet worden.
Bij een vijfdaagse werkweek zal de da
gelijkse werktijd tot maximaal negen uur
kunnen worden verlengd. Deze verlanging
ontmoet volgens de commissie in het alge
meen bij volwassenen geen bezwaren
Hoewel uit medisch oogpunt niet de zeker
heid bestaat dat een werkdag van negen
uur voor jeugdigen bezwaarlijk is, acht
de commissie het voor jeugdigen in het
algemeen toch bezwaarlijk dat een zo lan
ge arbeidstijd zou gelden, vooral omdat
zeer velen onder de jeugdigen nog één of
meer avonden per week onderwijs volgen
De vrije zaterdag is dan, naar het oordeel
der commissie, onvoldoende compensatie
De commissie merkt op dat er een stre
ven merkbaar is het avondonderwijs, be
staande uit algemeen vormend en-of vak
onderwijs, te vervangen door dagonder
wijs dat geheel of voor een deel tijdens de
normale werktijd kan worden gevolgd. De
commissie meent dat dit soort opleidingen
zoveel mogelijk moet worden gestimu
leerd, waarbij zij het wel geboden acht dat
het avondonderwijs zo spoedig mogelijk
naar de dag wordt verschoven.
De commissie meent dat wanneer één
dag onderwijs wordt genoten bij een ar
beidstijdverkorting (met een vrije zater
Het is bekend, dat elke stem een ideale
uitvoeringsruimte, een individueel harmo
niërende klankbodem vraagt om zich met
een maximale schoonheid van klank te
kunnen manifesteren. De afhankelijkheid
van deze voorwaarde loopt voor verschil
lende stemmen nogal uiteen. Zij wordt be
paald door de mate, waarin een stem on
gunstige invloeden kan neutraliseren door
haar eigen hoedanigheden. De oplettende
toehoorder op liederenavonden zal vrijwel
steeds getuige zijn van het spel van aftas
ten, dat de optredende zangeres of zanger
moet gaan spelen met de akoestische om
standigheden. Soms wordt het spel gewon
nen. Maar dikwijls ook strijdt de zanger
tevergeefs.
Van de zanger Rom Kalma, die zondag
in huize „Hesmerg" te Heemstede een
liederenavond gaf, zou men kunnen zeg
gen. dat hij een gedeeltelijke overwinning
behaald heeft op die omstandigheden.
Vooral in het eerste gedeelte van de avond
moest een moeilijke strijd gestreden wor
den om „Blame not my lute" van Phyllis
Tates. een lied van Purcell, en vier liede
ren van Franz Schubert ook naar de Idank
muzikale en expressieve inhoud te geven
De stem. klonk in het midden- en in het
zogenaamde kop-register stroef en ge
sluierd en een vrije expansie en sonoriteit
leken bijna niet mogelijk. De meeste over
tuigingskracht ging uit van de tekstzegging
van deze liederen.
De keuze van Leporellos „Catalogus
aria" uit Mozarts „Don Giovanni" leek een
vergissing, omdat Kalma's voordracht hier
voor elke dramatische kracht miste.
Een veel gunstiger indruk maakten het
Vlaamse Schouwburg. Twee Neder
landse gezelschappen zullen deze maand
voorstellingen geven in de Koninklijke
Vlaamse Schouwburg te Brussel. Volgende
week, 18 en 19 januari, speelt de Hoofd
stad Operette ter gelegenheid van haar
vijfjarig bestaan, de operette „Wiener
Blut". Dinsdag 24 januari komt het Rot
terdams Toneel met een voorstelling van
„De Spaanse Brabander" van Bredero.
Tennessee Williams. Het nieuwe stuk
van Tennessee Williams, „The Night of the
Iguana", zal omstreeks Kerstmis 1961 on
der regie van Charles Bowden en Ridgely
Bullock op Broadway worden gegeven.
Aan de Newyorkse première zal evenwel
een tournee van zestien weken voorafgaan.
De vrouwelijke hoofdrol is gereserveerd
voor Katharina Hepburn, zo zij daarvoor
beschikbaar is zij zal de rol spelen van
de ongetrouwde vrouw, die in 1940 in een
herberg te Acapulo, Mexico, haar groot
vader verzorgt. De mannelijke hoofdrol zal
worden vervuld door Patrick O'Neal, die
de rol reeds speelde in 1959 tijdens het
festival in Spoleto. Italië, waar het spel
echter belangrijk was ingekort. Afgelopen
zomer speelde hij de hoofdrol in de vol
ledige versie in het Coconut Grove Thea
ter in Miami, Florida.
Engeland—Rusland. Britse balletdan
sers en musici zullen dit jaar en volgende
jaren in de Sovjet-Unie optreden, op grond
van een nieuw cultureel verdrag dat maan
dag is ondertekend. Rusland zal zijn oudste
balletgezelschap, de Leningrad Maryinsky,
naar Engeland zenden. Dit gezelschap zal
gedurende vier weken in juni en juli in
Covent Garden optreden. Ongeveer zeven
tig dansers van het Royal Ballet, waar
schijnlijk met Dame Margot Fonteyn aan
het hoofd, zullen 25 voorstellingen in Mos
kou en Leningrad geven.
Een commissie van Nederlandse, Belgi
sche en Duitse deskundigen heeft een on
derzoek ingesteld naar de toestand van de
noodkist. Zij adviseerde tot een grondige
restauratie van dit monument. Er zal met
deze restauratie een bedrag van 40.000
gulden gemoeid zijn. Het rijk zal een sub
sidie van 20.000 verlenen. Maastrichts
gemeentebestuur zal voor 30 percent par
ticiperen. De provincie en het kerkbestuur
van de Sint Servaaskerk zullen dan ieder
10 percent bijdragen in de restauratie van
dit eeuwenoude, unieke kunstwerk.
TEL AVIV. Voor de uitroeping van de staat Israel
vormde het Zionistisch Congres, dat iedere vier jaren in het
gastvrije Zwitserland bijeenkwam, het door de Zionisten
democratisch gekozen parlement van de Joodse staat in
wording. De afgevaardigden der Zionistische politieke par
tijen stelden er de resoluties en het werkschema op, welke
leiden moesten tot de uiteindelijke oprichting van een Joodse
staat in Zion, het land der vaderen. Iedere religieuze Jood
is zich buiten Zion van zijn ballingschap (Golah) bewust.
Drie maal per dag spreekt hij dan ook de wens uit naar het
land van zijn vaderen te mogen terugkeren. Doch de over
grote meerderheid der afgevaardigden naar de Zionistische
wereldcongressen leefde niet volgens de religieuze Joodse
wet. Zij waren aanhangers van een moderne Joodse renais-
sance-beweging. Zij konden en wilden niet wachten. Het
Zionisme was voor hen het gevolg van een analyse van het
Joodse leven in de Golah en uit hun theoretische discussies
kwam het praktische en politieke Zionisme voort. Het is
niet te verwonderen, dat na het bereiken van een gemeen
schappelijk nagestreefd ideaal een periode van zelfonderzoek
en heroriëntatie volgde. Maar aan zo'n tijdperk gaat eerst
een tijd van crisis vooraf. Dat die crisis dus een logisch
gevolg moest zijn van het ontstaan van de Joodse staat, is
iets, dat weinigen tijdig hebben begrepen. Toen men in
Israel en in de Zionistische organisatie begon te merken, dat
er iets haperde, besloot men de openlijke bespreking en
blootlegging der problemen wat op te schorten totdat de
staat wat minder kwetsbaar zou zijn.
(Van onze correspondente)
Zo belangrijk vond men bij het thans
gehouden 25ste congres in Israel de open
lijk besproken vraag of er een verwijde
ring- mogelijk is tussen de in het buiten
land levende Joden en de Joden in Israel,
dat men een ophanden zijnde staatscrisis
uitstelde tot na het Zionistische Congres.
Deze derde, in de Joodse staat gehouden,
internationale Zionistische bijeenkomst,
heeft geen grote hernieuwingen, geen in
drukwekkende resoluties, geen oplossing
dus voor de huidige crisis gevonden, maar
ook zonder tastbare resultaten is het dui
delijk, dat dit congres een keerpunt in de
geschiedenis der Zionistische organisatie
betekent. Dit komt doordat zowel de Is
raëliërs als de vijfhonderd buitenlandse
afgevaardigden het „menetekel", het
teken aan de wand, tezamen gezien en
begrepen hebben.
De staat Israel heeft zijn eigen volks
vertegenwoordiging en democratische
staatsinstellingen. De poorten staan open
voor ieder die daarheen wil komen. Zij
stonden wijd open voor de tienduizenden
Europese overlevenden van de Tweede
Wereldoorlog, en honderdduizenden immi
granten uit de Arabische landen, de vluch
telingen uit de staten achter het ijzeren
gordijn. Zij stonden ook wijd open voor
hen die zonder politieke of economische
druk van buitenaf, dus uit innerlijke vrije
wil, daarheen wilden komen. Doch juist de
immigratie uit de vrije westerse wereld
en voornamelijk uit Amerika, is voor de
Israeli's teleurstellend gering geweest.
Voor menig Israeli is dit een bewijs dat
de Zionistische organisatie heeft gefaald
Ben Goerion gaat zelfs verder: hij is van
mening, dat de Zionistische organisatie,
nu de Joodse staat een feit is, niet meer
nodig is. Zijn grote discussie-partner is dr.
Goidmann, de representant en leider van
het wereldjodendom. Dr. Goidmann is
ervan overtuigd, dat de Zionistische orga
nisatie als brug tussen Israel en de Joodse
gemeenschappen buiten Israel juist een
grote opvoedkundige en bindende taak
kan hebben.
In Israel is overigens geen plaats voor
enige miljoenen immigranten. Het komt
op de idealistische voorhoede, een door
pioniersgeest gedreven elite uit de vrije
wereld, aan, als aanvulling en tegenwicht
tegenover de duizenden behoeftigen die
zonder Zionistische idealen naar Israel
komen. Sedert enige jaren vermijdt men
regelmatig het gebruik van het woord
Golah of ballingschap. In plaats hiervan
gebruikt men het begrip verspreiding of
Diasporah, hetgeen kenmerkend is voor de
gevoeligheid van diegenen, die als Joden
in vrijheid leven. De Joodse identificatie
met Israel is trouwens gedurende de der
tien jaren van Israels bestaan bijzonder
welsprekend geweest. Zij drukte zich in
indrukwekkende financiële steun uit. Zon
der deze door de Zionistische organisaties
voornamelijk bijeengebrachte gelden, zou
Israel heden nog gevaarlijk kwetsbaar zijn
op menig gebied. Maar wat Ben Goerion,
en met hem vele Israeli's, zouden willen
zien, is een meer intensieve en persoon
lijke identificatie. Meer kapitaalsinveste
ringen in plaats van giften, meer pioniers
dan Joodse politieke leiders die voor zich
zelf niet de consequentie van hun lang
beleden Zionistisch ideaal trekken. Om dit
te bereiken is echter een wederzijds be
grip voor historisch gegroeide en dyna
misch gevormde werkelijkheden nodig,
een periode van herwaardering en bezin
ning op nieuwe taken tevens. De Israeli's
begrijpen in grotere mate, dat van hen
meer begrip en belangstelling moet uit
gaat voor wat zich afspeelt op geestelijk,
religieus en cultureel gebied in de Joodse
gemeenschappen buiten Israel. In dit ge
brek aan belangstelling ligt een grote do
sis van zelfgenoegzaamheid.
Trouwens, in Israel zelf heeft men mo
menteel een gebrek aan pioniers om de
Neguev-woestijn te bevolken, mensen die
hiervoor uit vrije wil een gemakkelijker
bestaan in de stad moeten opgeven. Mag
men dan hen gebrek aan pioniersgeest
verwijten voor wie een emigratie naar Is
rael een duidelijke achteruitgang van een
comfortabele levenswijze betekent?
De tijdens het 25ste Zionistische wereld
congres te Jeruzalem genomen resoluties
bevatten niets revolutionairs, doch zij on
derstreepten de noodzaak dat een bezin
ning op emigratie en een uitgebreid op
voedkundig en Joods cultureel programma
noodzakelijk is om de band in stand te
houden tussen Israel en de Joodse ge
meenschappen daarbuiten. De gevaren
van een toekomstige isolatie van Israel
ten opzichte van zijn Joodse achterland
zijn dreigender en tragischer dan welke
spanningen van economische, politieke of
militaire aard. Er is geen afgevaardigde
naar dit Congres geweest, die dit niet
heeft begrepen.
Mirjam Gerzon
Chanson romantique, het Chanson epique
en het Chanson a boire uit „Don Quichotte
a Dulcineé" van Maurice Ravel in een
voordracht die een meer volkomen eenheid
van klankgaafheid en uitdrukkingskracht
bezat.
Goede kwaliteiten had ook de vertolking
van de „Chamber music", een cyclus van
drukkend-romantische liederen van Ru
dolf Mengelberg, behoudens dan de mo
menten waarop er weer een sluiering over
de stemklank kwam, die de spanning
terug deed lopen.
Zijn hoogste troeven speelde Rom Kalma
uit met vier liederen van Richard Strauss
waarvoor de stembeklemdheid had plaats
gemaakt voor vrijheid van toonvorming.
De zanger besloot de avond met de voor
dracht van een aardig lied van Fries ori
gine en een oud Terschellinger lied.
In de pianist Peter Hansen had Rom
Kalma een muzikaal en slagvaardig bege
leider gevonden.
P. Zwaanstvijk
Leerlingenuitvoering in Overveen
In de grote toneelzaal van het gebouw
„Domi" te Overveen was het zondagmid
dag zo gezellig als bij een opgewekt fami
liefeest. Leerlingen van de pianolerares
Truus Smit waren daar bijeengekomen
om voor ouders, broers en zusjes, ooms en
tantes, vrienden en goede bekenden eens
te laten horen in hoeverre zij profijt had
den gehad van de pianolessen en van de
blokfluit-, zang- en reciteerlessen, die
Truus Smit blijkbaar ook nog geeft.
Alle jongens en meisjes, die op deze
middag mochten optreden, deden uiteraard
geweldig hun best om zo goed mogelijk
voor de dag te komen met de voordracht
van instructieve muziek. Natuurlijk was
het ene leerlingetje daarmede wel eens
gelukkiger dan het andere. Dit verschil in
prestatie werd ook wel eens veroorzaakt
door een onberekenbaar instrument. Daar
was bijvoorbeeld een blokfluit, die conse
quent een toon lager bleef klinken dan de
pianobegeleiding bedoelde en die de toe
hoorders daarmede een onverwachte bi-
tonale ervaring schonk. En zo waren er
nog enkele leden van de blokfluiten-fa
milie, die het op het punt van intoneren
niet eens konden worden. In elk geval
hebben de hartelijk gestemde belangstel
lenden kunnen constateren hoe het met de
speelvaardigheid van de leerlingen van
Truus Smit gesteld is. En de lerares zelf
zal het wel duidelijk geworden zijn wat
er ten aanzien van ritmische accuratesse,
toonvorming, pedaalgebruik, dynamiek en
voordracht noodzakelijk dient verbeterd
te worden om het geven van een leerlin
gen-uitvoering werkelijk zinrijk te doen
zijn.
Maar misschien wil Truus Smit de hui
selijkheid laten prevaleren boven verant
woorde prestaties en dan moet men zich
ook maar zonder eisen te stellen neerleg
gen bij een programma-keuze als die van
de treurige kinderliederen-potpourri van
H. C. Koek.
P. Zwaanswijk
De Nederlandse Organisatie voor Inter
nationale Bijstand heeft 50.000,— aan de
F.A.O., de Voedsel- en Landbouworgani
satie van de Verenigde Naties, geschonken,
te besteden in het hulpprogramma ter be
strijding van de hongersnood in Kongo.
Jongeren in Zaltbommel van verscheide-
dene kerkelijke richtingen gaan voedsel
inzamelen voor Kongo. Met door particu
lieren beschikbaar gestelde auto's zullen
levensmiddelen worden in gezameld, die
geschikt zijn voor vervoer naar Kongo.
De verkiezing van de twaalf kiesmannen
voor de onderafdeling Hollandia is thans
voltooid, doch er is slechts in 14 van de
19 kieskringen gestemd. In de overige vijf
was het aantal kandidaten gelijk aan hét
benodigde aantal kiesmannen, zodat er
niet gestemd behoefde te worden.
Van de stemgerechtigden trok 68 percent
naar de stembus. Onder de gekozen kies
mannen bevindt zich een vrouw.
dag) voor veertien- en vijftienjarigen een
werkweek van vier maal negen uur aan
vaardbaar is. Indien nog geen dagonder
wijs kan worden gevolgd en avondonder
wijs de enige mogelijkheid is, moet, zo
lang de arbeidswet niet is gewijzigd de
wekelijkse werktijd van veertienjarige
jongens bestaan uit vijf werkdagen van
ten hoogste achteneenhalf uur. De werk
tijd van vijftienjarige jongens en meisjes
dient in dat geval eveneens op vijf maal
achtenhalf uur te worden gesteld, tenzij de
arbeidsinspectie van oordeel is dat de aard
der werkzaamheden van deze jeugdigen
geen bezwaren oplevert voor een wekelijk
se werktijd van vijf maal negen uur.
De commissie acht voor de zestien- en
zeventienjarigen die geen op hun beroep
gericht, of algemeen vormend onderwijs
volgen een werkweek van vijf keer negen
uur in het algemeen aanvaardbaar. Wordt
echter gedurende een dag een volledig pro
gramma algemeen vormend en op het vak
gericht onderwijs gevolgd, behorende bij
het leerlingstelsel of een vormingsinsti
tuut, dan zal de werktijd op vier dagen
per week negen uur mogen bedragen.
Voor zover deze jeugdigen uitsluitend
avondonderwijs volgen zou voor deze
groep geen vergunning dienen te worden
verleend om de werkweek meer dan vijf
maal achteneenhalf uur te doen bedragen.
Zolang de arbeidswet ongewijzigd blijft op
het punt van de werktijd is er naar de
commissie meent geen aanleiding veran
dering te brengen in de grenzen voor het
toestaan van overwerk.
Vannacht is op rijksweg 12 onder Har-
melen (U.) een auto waarin een verloofd
paar zat over de kop geslagen. De be
stuurster, de 28-jarige mejuffrouw H. Kur-
vers, kwam hierbij om het leven. De auto
kwam uit de richting Den Haag. Op het
viaduct bij Harmeien slipte de wagen op
het gladde wegdek, sloeg om en kwam op
de middenberm tot stilstand. Een zieken
auto bracht de slachtoffers naar een Rot
terdams ziekenhuis. Mejuffrouw Kurvers
is daar later overleden. Over de toestand
van haar verloofde, een Haagse journalist
is nog niets bekend.
Bij het oversteken van het kruispunt
van de provinciale wegAmsterdain-Weesp-
Bussum is de 64-jarige weduwe Kars-Ale-
man uit Weesperkarspel aangereden door
een auto. Ernstig gewond werd zij over
gebracht naar de Majella-stichting in Bus-
sum, waar zij kort na aankomst overleed.
In het ziekenhuis in Apeldoorn is op 73-
jarige leeftijd overleden de Arnhemse ar
chitect W. J. Gerritsen. Op 6 januari werd
hij ernstig gewond, toen hij in Apeldoorn
met zijn personenauto in botsing kwam
met een Belgische trekker, met oplegger.
Het is thans bekend wie het slachtoffer
is van het auto-ongeval, dat vrijdagavond
op de Geldropseweg in Geldrop is gebeurd.
Het is de 17-jarige A. van Exel uit Eind
hoven. Zijn verkoolde lichaam werd door
de Eindhovense brandweer uit het wrak
van de personenauto gehaald.
Het andere slachtoffer, de heer Polak,
eveneens afkomstig uit Eindhoven is in
het ziekenhuis in Geldrop opgenomen. De
ouders van de heer Polak waren vorig
jaar betrokken bij een verkeersongeval in
Duitsland, waarbij de vader om het leven
kwam. De moeder werd later opgenomen
in het ziekenhuis in Geldrop, waar zij nog
altijd voor herstel vertoeft.
Het verkeer in Hilversum heeft dit jaar
zijn eerste slachtoffer geëist. In de
rooms-katholieke ziekenverpleging over
leed zaterdagavond de 57-jarige mevrouw
H. Mol-Post uit Naarden. Donderdagmid
dag werd zij gepasseerd door een brom
fietser, van wie zij vermoedelijk is ge
schrokken, zodat zij de macht over het
stuur, waaraan een grote handtas hing,
kwijt raakte. Zij viel zo ongelukkig dat
zij met een grote hoofdwonde en een sche-
delbasisfractuur moest worden opgeno
men.
In de komende jaren zal de provincie
Noord-Brabant vier nieuwe schouwburgen
rijker worden. Het zijn de steden 's-Her-
togenbosch, Eindhoven, Tilburg en Breda,
die een nieuwe tempel voor cultuur krij
gen. In alle vier de steden zijn de plannen
reeds in uitvoering of in een vergevorderd
stadium van voorbereiding. De totale kos
ten voor deze schouwburgen worden op het
ogenblik op 23 miljoen gulden geschat.
Het gebouw in Den Bosch zal een con
cert- en gehoorzaal bevatten, waarin het
Brabants Orkest zal spelen. De grote zaal
zal plaatsbieden aan 1500 mensen.
De Tilburgse schouwburg is vergevor
derd. Hier kunnen 900 bezoekers een zit
plaats krijgen.
Het gebouw te Eindhoven krijgt een ca
paciteit van 1000 zitplaatsen.
In Breda is men op het ogenblik nog in
het stadium van plannen maken. Hier zal
de oude concert- en gehoorzaal Concordia
vervangen moeten worden.
De oudercommissie van de openbare
lagere school te Jelsum bij Leeuwarden
heeft een brief gestuurd aan de gemeente
raad van Leeuwarderadeel in verband
met het gevaar van de straaljagers vlak
bij de school.
Door de ligging van deze school in het
verlengde van de hoofdstartbaan van het
vliegveld Leeuwarden achten de ouders
het niet meer verantwoord deze toestand
langer te laten voortduren. Zij stellen
daarom de eis dat een noodschool in hel
vlakbi.) gelegen dorp Kornjum wordt ge
bouwd. Zij verwachten dat met de bouw
van deze noodschool binnen twee maanden
zal worden begonnen. Mocht dit niet het
geval zijn, dan zullen de ouders van de
leerlingen van de openbare lagere school
te Jelsum ernstig overwegen hun kinderen
thuis te houden.