„De Koningin en de Rebellen" van Ugo Betti een cerebraal melodrama Advies over de arbeidstijd van jeugdige werknemers Liederenavond door Rom Kalma en Peter Hansen Zionisme maakt een crisis door Keerpunt in Israel's historie Première door Theater in Arnhem 0 Jan van Eyck Academie heeft nieuwe vleugel Aert van der Neer gestolen in kasteel te Terborg De negen Muzen "y Publiek beter gestemd dan de instrumenten NOVIB geeft 50.000,- voor Kongo Vier doden in het verkeer Vier nieuwe schouwburgen Ouders in Jelsum eisen een veiliger school Zelfgenoegzaam MAANDAG 16 JANUARI 1961 4 ln huize Hesmerg te Heemstede Vrouwelijke kiesman DE ITALIAANSE AUTEUR Ugo Betti, overleden in 1953, heeft ongeveer vijfen twintig stukken geschreven, die hem in zijn vaderland en verder vooral in Frankrijk een grote reputatie hebben verschaft. Door de meeste litteratuur critici is hij als een opvolger van Luigi Pirandello beschouwd, hoewel hij veel meer overeenkomsten met de „katholieke existentialisten" en dan vooral met Gabriel Marcel laat doorklinken. In Nederland is hij tot dusver weinig bekend geworden. De opvoering van zijn „Geiteneiland" door het Rotterdams Toneel enige jaren geleden, met Charlotte Kohier en Ka van Dijk in de voornaamste rollen, mocht bepaald niet succesrijk worden ge noemd. Een nieuwe poging is nu door de toneelgroep „Theater" ondernomen, welk gezelschap zaterdag in de Arnhemse Schouwburg de eerste voorstelling heeft gegeven van „De koningin en de rebellen". Het betrekkelijk zeldzame geval doet zich hier voor, dat er een stuk op het repertoire wordt geplaatst dat al eerder door de televisie is uitgezonden: deze „tragedie van de vrijheid" werd in december 1957 onder regie van Willy van Hemert in het programma van de Vara op het scherm gebracht. UGO BETTI koos als motto voor een verzamelbundel van zijn werk een uit spraak van Eleonora Duse, legendarisch vermaarde actrice: „Het toneel is gebo ren in de kerk. Wij moeten het daarheen terugbrengen". Als merkwaardige bijzon derheid van „De koningin en de rebellen" moet worden vermeld, dat dit het enige van zijn stukken is, waarin geen priester voorkomt. Maar dat verhindert niet, dat men ook hier te doen heeft met de strijd van een mens om verzoening met zijn ge weten. Het eigenlijk thema kan misschien als volgt worden samengevat: de mens, in eenzaamheid op weg ergens heen, wordt gesteld voor een keuze waardoor hij een zin kan geven aan zijn bestaan, desnoods door middel van de dood. Dat laatste ge beurt in dit geval, waarin een aan het haar ten laste gelegde onschuldige zonda res haar leven offert in herwonnen zui verheid. Dit transcendentale element, door de daad gestalte gevend aan het onzicht bare, is gevoed door christelijke symbo liek. In gevangenschap vindt de menselij ke banneling de vrijheid, in de vervulling van een door de omstandigheden opge drongen taak het uiteindelijk geluk. DE HANDELING voltrekt zich in een openbaar gebouw in een kleine grensplaats in een ongenoemd land, waar zich een revolutie heeft voltrokken. Een groep rei zigers wordt door een volkscommissaris en een gewonde generaal aan een onder zoek onderworpen: de nieuwe machtheb bers zijn op zoek naar de voortvluchtige koningin. Een gewezen publieke vrouw, Argia genaamd, die een verhouding heeft gehad met de tolk Raim, ontdekt dat deze laatste vertegenwoordigster van het „an cien régime" zich in het reisgezelschap bevindt, vermomd als bange boerenvrouw. Aanvankelijk met de bedoeling een winst gevende chantage te bedrijven (zij is de namen van vooraanstaande handlangers te weten gekomen) helpt zij de koningin te ontsnappen. Dan blijkt echter dat de re volutionairen haar voor de vorstelijke emigrante aanzien. Als de ware koningin zich na opnieuw gevangen te zijn geno men door vergif van het leven heeft be roofd, is er niemand om dit tegen te spreken te minder daar Raim uit over wegingen van persoonlijke veiligheid niets meer met haar te maken wil hebben en haar verloochent. Argia wordt in haar aanvankelijk uit winzucht gekozen rol ter dood veroordeeld. Zij kan echter gratie krijgen, als zij de namen van de mede standers van de koningin in het belang van de revolutie verraadt. Maar dan ont dekt zij in zichzelf het begin van een „koninklijk", gevoel, ook door de reacties van haar omgeving. Men probeert haar nog tot andere gedachten te brengen door haar te confronteren met het zoontje van de echte vorstin, doch dan is het te laat: onder de geweldige spanning is zij de na men vergeten. Dit is voor haar een teken. In het trotse bezit van herinneringen aan een zinrijke vervulling van haar le ven (de jonge prins mag, onbekend met zijn ware identiteit, terugkeren in de maatschappij) treedt zij glorieus voor het vuurpeloton de eeuwigheid tegemoet. Zo als dramaturge Anty Westerling in het programma schrijft: „Deze Argia, een moderne Maria Magdalena, bewijst dat ook het nederigste en meest verachte schepsel in staat is.zijn menselijke waar digheid aan deze kant van de grens terug te vinden." DIT STUK IS wat men zou moeten noe men een cerebraal melodrama, in zoverre om een opmerking van de Franse cri ticus André Muller te citeren velschil lend van Pirandello, dat niet „de mensen praten omdat zij lijden" maar „lijden doordat zij praten". Melodramatisch is de ook in details verregaande onwaar schijnlijkheid van de buitengewone situa tie, waarin de slechtste vrouw zich als de beste mens ontpopt. Cerebraal is het door religieuze (dat wil zeggen: roomskatho- lieke) bewijstrant en de toespeling naar de genade van het goddelijk recht. De rol van de tot „heilige" heldhaftigheid groei ende prostituée. in Engeland door Irene Worth (1954) en in Frankrijk door Edwige Feuillère (1957) vertolkt, wordt thans door Caro van Eyck met felle concentratie en scherpe kracht gespeeld. Vooral tijdens het zogenaamde proces stellig mede on der invloed van Kafka geschreven en in de exaltatie daarna gaf haar intelligentie het gewenste effect aan de heroiek. Min der bevredigend wist zij haar vroegere status als „vulgaire" minnares waar te maken. Als de tot slachtoffer van voort durende vervolging gedegradeerde ex-ko ningin maakte Annet Nieuwenhuyzen de vereiste indruk van beklagenswaardigheid. Richard Flink had als ondervrager mis schien meer kille, striemende autoriteit kunnen aanwenden. Als regisseur heeft hij door sfeerscheppend bedoelde uiteenzetting in dit pseudorealistische stuk de spanning teveel gelegenheid geboden te verlopen. Overigens waren de in het geding zijnde krachten mede dankzij bijdragen van Coen Flink, Wim Hoddes en Henk Schaer, goed tegen elkaar afgewogen. Het nogal onrus tige publiek toonde zich na afloop vrijge vig met applaus. W. Keers maakte de vertaling en Hep van Delft het scheme rige decor. David Koning Coen Flink en Caro van Eyck in „De Koningin en de Rebellen" van Ugo Betti De staatssecretaris van Onderwijs Kun sten en Wetenschappen mr. Scholten heeft zaterdag te Maastricht de nieuw bouw der Jan van Eyck Academie ge opend. De voorzitter der beherende St. Bernul- phusstichting, de heer Linssen, sprak over de nu twaalf jaar bestaande academie, die sedert 1948 voortdurend gegroeid is. De burgemeester van Maastricht, mr. W. ba ron Michiels van Kessenich en de commis saris der Koningin dr. F. Houben boden gelukwensen aan. In zijn openingstoespraak zei mr. Scholten overtuigd te zijn van de grote betekenis welke de Jan van Eijck Academie zich heeft verworven voor heel Nederland. Hij wees op de initiatieven die werden ontwikkeld rond deze academie. Uit het kasteel „Wisch" in Terborg (GId) is een waardevol paneel verdwenen. Het betreft hier een schilderstuk van de zeventiendeeeuwse landschapschilder Aert van der Neer, en stelt een ijstafereel voor. Het schilderstuk heeft een afmeting van 35 bij 57 centimeter en een waarde van naar schatting 100.000,-. Het kasteel is normaal geopend voor bezoekers, maar was sinds 19 december 1960 gesloten aangezien de bewonders, de familie jhr. Vegelin van Klaarbergen, met vakantie in Zwitserland was. Alleen de chauffeur-tuinman deed dagelijks zijn ron de. Hij heeft het waardevolle paneel ech ter niet gemist. De diefstal werd dan ook pas bij thuiskomst van de familie op 8 ja nuari jl. ontdekt. De commissie arbeidwetgeving van de Sociaal-Economische Raad heeft, met het nog op de vijfdaagse werkweek, in haar advies aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid over de dagelijkse arbeidstijd van jeugdigen een aantal maatregelen aanbevolen voor een overgangstermijn van de komende twee a drie jaar. De commissie is onder meer van oordeel dat het algemene vraagstuk van de ver korting van de arbeidstijd, c.q. het invoeren van een vijfdaagse werkweek, zoals dit zich thans in de praktijk voordoet, het wenselijk maakt na te gaan in hoeverre de arbeidswet 1919 dienovereenkomstig gewijzigd moet worden. Bij een vijfdaagse werkweek zal de da gelijkse werktijd tot maximaal negen uur kunnen worden verlengd. Deze verlanging ontmoet volgens de commissie in het alge meen bij volwassenen geen bezwaren Hoewel uit medisch oogpunt niet de zeker heid bestaat dat een werkdag van negen uur voor jeugdigen bezwaarlijk is, acht de commissie het voor jeugdigen in het algemeen toch bezwaarlijk dat een zo lan ge arbeidstijd zou gelden, vooral omdat zeer velen onder de jeugdigen nog één of meer avonden per week onderwijs volgen De vrije zaterdag is dan, naar het oordeel der commissie, onvoldoende compensatie De commissie merkt op dat er een stre ven merkbaar is het avondonderwijs, be staande uit algemeen vormend en-of vak onderwijs, te vervangen door dagonder wijs dat geheel of voor een deel tijdens de normale werktijd kan worden gevolgd. De commissie meent dat dit soort opleidingen zoveel mogelijk moet worden gestimu leerd, waarbij zij het wel geboden acht dat het avondonderwijs zo spoedig mogelijk naar de dag wordt verschoven. De commissie meent dat wanneer één dag onderwijs wordt genoten bij een ar beidstijdverkorting (met een vrije zater Het is bekend, dat elke stem een ideale uitvoeringsruimte, een individueel harmo niërende klankbodem vraagt om zich met een maximale schoonheid van klank te kunnen manifesteren. De afhankelijkheid van deze voorwaarde loopt voor verschil lende stemmen nogal uiteen. Zij wordt be paald door de mate, waarin een stem on gunstige invloeden kan neutraliseren door haar eigen hoedanigheden. De oplettende toehoorder op liederenavonden zal vrijwel steeds getuige zijn van het spel van aftas ten, dat de optredende zangeres of zanger moet gaan spelen met de akoestische om standigheden. Soms wordt het spel gewon nen. Maar dikwijls ook strijdt de zanger tevergeefs. Van de zanger Rom Kalma, die zondag in huize „Hesmerg" te Heemstede een liederenavond gaf, zou men kunnen zeg gen. dat hij een gedeeltelijke overwinning behaald heeft op die omstandigheden. Vooral in het eerste gedeelte van de avond moest een moeilijke strijd gestreden wor den om „Blame not my lute" van Phyllis Tates. een lied van Purcell, en vier liede ren van Franz Schubert ook naar de Idank muzikale en expressieve inhoud te geven De stem. klonk in het midden- en in het zogenaamde kop-register stroef en ge sluierd en een vrije expansie en sonoriteit leken bijna niet mogelijk. De meeste over tuigingskracht ging uit van de tekstzegging van deze liederen. De keuze van Leporellos „Catalogus aria" uit Mozarts „Don Giovanni" leek een vergissing, omdat Kalma's voordracht hier voor elke dramatische kracht miste. Een veel gunstiger indruk maakten het Vlaamse Schouwburg. Twee Neder landse gezelschappen zullen deze maand voorstellingen geven in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg te Brussel. Volgende week, 18 en 19 januari, speelt de Hoofd stad Operette ter gelegenheid van haar vijfjarig bestaan, de operette „Wiener Blut". Dinsdag 24 januari komt het Rot terdams Toneel met een voorstelling van „De Spaanse Brabander" van Bredero. Tennessee Williams. Het nieuwe stuk van Tennessee Williams, „The Night of the Iguana", zal omstreeks Kerstmis 1961 on der regie van Charles Bowden en Ridgely Bullock op Broadway worden gegeven. Aan de Newyorkse première zal evenwel een tournee van zestien weken voorafgaan. De vrouwelijke hoofdrol is gereserveerd voor Katharina Hepburn, zo zij daarvoor beschikbaar is zij zal de rol spelen van de ongetrouwde vrouw, die in 1940 in een herberg te Acapulo, Mexico, haar groot vader verzorgt. De mannelijke hoofdrol zal worden vervuld door Patrick O'Neal, die de rol reeds speelde in 1959 tijdens het festival in Spoleto. Italië, waar het spel echter belangrijk was ingekort. Afgelopen zomer speelde hij de hoofdrol in de vol ledige versie in het Coconut Grove Thea ter in Miami, Florida. Engeland—Rusland. Britse balletdan sers en musici zullen dit jaar en volgende jaren in de Sovjet-Unie optreden, op grond van een nieuw cultureel verdrag dat maan dag is ondertekend. Rusland zal zijn oudste balletgezelschap, de Leningrad Maryinsky, naar Engeland zenden. Dit gezelschap zal gedurende vier weken in juni en juli in Covent Garden optreden. Ongeveer zeven tig dansers van het Royal Ballet, waar schijnlijk met Dame Margot Fonteyn aan het hoofd, zullen 25 voorstellingen in Mos kou en Leningrad geven. Een commissie van Nederlandse, Belgi sche en Duitse deskundigen heeft een on derzoek ingesteld naar de toestand van de noodkist. Zij adviseerde tot een grondige restauratie van dit monument. Er zal met deze restauratie een bedrag van 40.000 gulden gemoeid zijn. Het rijk zal een sub sidie van 20.000 verlenen. Maastrichts gemeentebestuur zal voor 30 percent par ticiperen. De provincie en het kerkbestuur van de Sint Servaaskerk zullen dan ieder 10 percent bijdragen in de restauratie van dit eeuwenoude, unieke kunstwerk. TEL AVIV. Voor de uitroeping van de staat Israel vormde het Zionistisch Congres, dat iedere vier jaren in het gastvrije Zwitserland bijeenkwam, het door de Zionisten democratisch gekozen parlement van de Joodse staat in wording. De afgevaardigden der Zionistische politieke par tijen stelden er de resoluties en het werkschema op, welke leiden moesten tot de uiteindelijke oprichting van een Joodse staat in Zion, het land der vaderen. Iedere religieuze Jood is zich buiten Zion van zijn ballingschap (Golah) bewust. Drie maal per dag spreekt hij dan ook de wens uit naar het land van zijn vaderen te mogen terugkeren. Doch de over grote meerderheid der afgevaardigden naar de Zionistische wereldcongressen leefde niet volgens de religieuze Joodse wet. Zij waren aanhangers van een moderne Joodse renais- sance-beweging. Zij konden en wilden niet wachten. Het Zionisme was voor hen het gevolg van een analyse van het Joodse leven in de Golah en uit hun theoretische discussies kwam het praktische en politieke Zionisme voort. Het is niet te verwonderen, dat na het bereiken van een gemeen schappelijk nagestreefd ideaal een periode van zelfonderzoek en heroriëntatie volgde. Maar aan zo'n tijdperk gaat eerst een tijd van crisis vooraf. Dat die crisis dus een logisch gevolg moest zijn van het ontstaan van de Joodse staat, is iets, dat weinigen tijdig hebben begrepen. Toen men in Israel en in de Zionistische organisatie begon te merken, dat er iets haperde, besloot men de openlijke bespreking en blootlegging der problemen wat op te schorten totdat de staat wat minder kwetsbaar zou zijn. (Van onze correspondente) Zo belangrijk vond men bij het thans gehouden 25ste congres in Israel de open lijk besproken vraag of er een verwijde ring- mogelijk is tussen de in het buiten land levende Joden en de Joden in Israel, dat men een ophanden zijnde staatscrisis uitstelde tot na het Zionistische Congres. Deze derde, in de Joodse staat gehouden, internationale Zionistische bijeenkomst, heeft geen grote hernieuwingen, geen in drukwekkende resoluties, geen oplossing dus voor de huidige crisis gevonden, maar ook zonder tastbare resultaten is het dui delijk, dat dit congres een keerpunt in de geschiedenis der Zionistische organisatie betekent. Dit komt doordat zowel de Is raëliërs als de vijfhonderd buitenlandse afgevaardigden het „menetekel", het teken aan de wand, tezamen gezien en begrepen hebben. De staat Israel heeft zijn eigen volks vertegenwoordiging en democratische staatsinstellingen. De poorten staan open voor ieder die daarheen wil komen. Zij stonden wijd open voor de tienduizenden Europese overlevenden van de Tweede Wereldoorlog, en honderdduizenden immi granten uit de Arabische landen, de vluch telingen uit de staten achter het ijzeren gordijn. Zij stonden ook wijd open voor hen die zonder politieke of economische druk van buitenaf, dus uit innerlijke vrije wil, daarheen wilden komen. Doch juist de immigratie uit de vrije westerse wereld en voornamelijk uit Amerika, is voor de Israeli's teleurstellend gering geweest. Voor menig Israeli is dit een bewijs dat de Zionistische organisatie heeft gefaald Ben Goerion gaat zelfs verder: hij is van mening, dat de Zionistische organisatie, nu de Joodse staat een feit is, niet meer nodig is. Zijn grote discussie-partner is dr. Goidmann, de representant en leider van het wereldjodendom. Dr. Goidmann is ervan overtuigd, dat de Zionistische orga nisatie als brug tussen Israel en de Joodse gemeenschappen buiten Israel juist een grote opvoedkundige en bindende taak kan hebben. In Israel is overigens geen plaats voor enige miljoenen immigranten. Het komt op de idealistische voorhoede, een door pioniersgeest gedreven elite uit de vrije wereld, aan, als aanvulling en tegenwicht tegenover de duizenden behoeftigen die zonder Zionistische idealen naar Israel komen. Sedert enige jaren vermijdt men regelmatig het gebruik van het woord Golah of ballingschap. In plaats hiervan gebruikt men het begrip verspreiding of Diasporah, hetgeen kenmerkend is voor de gevoeligheid van diegenen, die als Joden in vrijheid leven. De Joodse identificatie met Israel is trouwens gedurende de der tien jaren van Israels bestaan bijzonder welsprekend geweest. Zij drukte zich in indrukwekkende financiële steun uit. Zon der deze door de Zionistische organisaties voornamelijk bijeengebrachte gelden, zou Israel heden nog gevaarlijk kwetsbaar zijn op menig gebied. Maar wat Ben Goerion, en met hem vele Israeli's, zouden willen zien, is een meer intensieve en persoon lijke identificatie. Meer kapitaalsinveste ringen in plaats van giften, meer pioniers dan Joodse politieke leiders die voor zich zelf niet de consequentie van hun lang beleden Zionistisch ideaal trekken. Om dit te bereiken is echter een wederzijds be grip voor historisch gegroeide en dyna misch gevormde werkelijkheden nodig, een periode van herwaardering en bezin ning op nieuwe taken tevens. De Israeli's begrijpen in grotere mate, dat van hen meer begrip en belangstelling moet uit gaat voor wat zich afspeelt op geestelijk, religieus en cultureel gebied in de Joodse gemeenschappen buiten Israel. In dit ge brek aan belangstelling ligt een grote do sis van zelfgenoegzaamheid. Trouwens, in Israel zelf heeft men mo menteel een gebrek aan pioniers om de Neguev-woestijn te bevolken, mensen die hiervoor uit vrije wil een gemakkelijker bestaan in de stad moeten opgeven. Mag men dan hen gebrek aan pioniersgeest verwijten voor wie een emigratie naar Is rael een duidelijke achteruitgang van een comfortabele levenswijze betekent? De tijdens het 25ste Zionistische wereld congres te Jeruzalem genomen resoluties bevatten niets revolutionairs, doch zij on derstreepten de noodzaak dat een bezin ning op emigratie en een uitgebreid op voedkundig en Joods cultureel programma noodzakelijk is om de band in stand te houden tussen Israel en de Joodse ge meenschappen daarbuiten. De gevaren van een toekomstige isolatie van Israel ten opzichte van zijn Joodse achterland zijn dreigender en tragischer dan welke spanningen van economische, politieke of militaire aard. Er is geen afgevaardigde naar dit Congres geweest, die dit niet heeft begrepen. Mirjam Gerzon Chanson romantique, het Chanson epique en het Chanson a boire uit „Don Quichotte a Dulcineé" van Maurice Ravel in een voordracht die een meer volkomen eenheid van klankgaafheid en uitdrukkingskracht bezat. Goede kwaliteiten had ook de vertolking van de „Chamber music", een cyclus van drukkend-romantische liederen van Ru dolf Mengelberg, behoudens dan de mo menten waarop er weer een sluiering over de stemklank kwam, die de spanning terug deed lopen. Zijn hoogste troeven speelde Rom Kalma uit met vier liederen van Richard Strauss waarvoor de stembeklemdheid had plaats gemaakt voor vrijheid van toonvorming. De zanger besloot de avond met de voor dracht van een aardig lied van Fries ori gine en een oud Terschellinger lied. In de pianist Peter Hansen had Rom Kalma een muzikaal en slagvaardig bege leider gevonden. P. Zwaanstvijk Leerlingenuitvoering in Overveen In de grote toneelzaal van het gebouw „Domi" te Overveen was het zondagmid dag zo gezellig als bij een opgewekt fami liefeest. Leerlingen van de pianolerares Truus Smit waren daar bijeengekomen om voor ouders, broers en zusjes, ooms en tantes, vrienden en goede bekenden eens te laten horen in hoeverre zij profijt had den gehad van de pianolessen en van de blokfluit-, zang- en reciteerlessen, die Truus Smit blijkbaar ook nog geeft. Alle jongens en meisjes, die op deze middag mochten optreden, deden uiteraard geweldig hun best om zo goed mogelijk voor de dag te komen met de voordracht van instructieve muziek. Natuurlijk was het ene leerlingetje daarmede wel eens gelukkiger dan het andere. Dit verschil in prestatie werd ook wel eens veroorzaakt door een onberekenbaar instrument. Daar was bijvoorbeeld een blokfluit, die conse quent een toon lager bleef klinken dan de pianobegeleiding bedoelde en die de toe hoorders daarmede een onverwachte bi- tonale ervaring schonk. En zo waren er nog enkele leden van de blokfluiten-fa milie, die het op het punt van intoneren niet eens konden worden. In elk geval hebben de hartelijk gestemde belangstel lenden kunnen constateren hoe het met de speelvaardigheid van de leerlingen van Truus Smit gesteld is. En de lerares zelf zal het wel duidelijk geworden zijn wat er ten aanzien van ritmische accuratesse, toonvorming, pedaalgebruik, dynamiek en voordracht noodzakelijk dient verbeterd te worden om het geven van een leerlin gen-uitvoering werkelijk zinrijk te doen zijn. Maar misschien wil Truus Smit de hui selijkheid laten prevaleren boven verant woorde prestaties en dan moet men zich ook maar zonder eisen te stellen neerleg gen bij een programma-keuze als die van de treurige kinderliederen-potpourri van H. C. Koek. P. Zwaanswijk De Nederlandse Organisatie voor Inter nationale Bijstand heeft 50.000,— aan de F.A.O., de Voedsel- en Landbouworgani satie van de Verenigde Naties, geschonken, te besteden in het hulpprogramma ter be strijding van de hongersnood in Kongo. Jongeren in Zaltbommel van verscheide- dene kerkelijke richtingen gaan voedsel inzamelen voor Kongo. Met door particu lieren beschikbaar gestelde auto's zullen levensmiddelen worden in gezameld, die geschikt zijn voor vervoer naar Kongo. De verkiezing van de twaalf kiesmannen voor de onderafdeling Hollandia is thans voltooid, doch er is slechts in 14 van de 19 kieskringen gestemd. In de overige vijf was het aantal kandidaten gelijk aan hét benodigde aantal kiesmannen, zodat er niet gestemd behoefde te worden. Van de stemgerechtigden trok 68 percent naar de stembus. Onder de gekozen kies mannen bevindt zich een vrouw. dag) voor veertien- en vijftienjarigen een werkweek van vier maal negen uur aan vaardbaar is. Indien nog geen dagonder wijs kan worden gevolgd en avondonder wijs de enige mogelijkheid is, moet, zo lang de arbeidswet niet is gewijzigd de wekelijkse werktijd van veertienjarige jongens bestaan uit vijf werkdagen van ten hoogste achteneenhalf uur. De werk tijd van vijftienjarige jongens en meisjes dient in dat geval eveneens op vijf maal achtenhalf uur te worden gesteld, tenzij de arbeidsinspectie van oordeel is dat de aard der werkzaamheden van deze jeugdigen geen bezwaren oplevert voor een wekelijk se werktijd van vijf maal negen uur. De commissie acht voor de zestien- en zeventienjarigen die geen op hun beroep gericht, of algemeen vormend onderwijs volgen een werkweek van vijf keer negen uur in het algemeen aanvaardbaar. Wordt echter gedurende een dag een volledig pro gramma algemeen vormend en op het vak gericht onderwijs gevolgd, behorende bij het leerlingstelsel of een vormingsinsti tuut, dan zal de werktijd op vier dagen per week negen uur mogen bedragen. Voor zover deze jeugdigen uitsluitend avondonderwijs volgen zou voor deze groep geen vergunning dienen te worden verleend om de werkweek meer dan vijf maal achteneenhalf uur te doen bedragen. Zolang de arbeidswet ongewijzigd blijft op het punt van de werktijd is er naar de commissie meent geen aanleiding veran dering te brengen in de grenzen voor het toestaan van overwerk. Vannacht is op rijksweg 12 onder Har- melen (U.) een auto waarin een verloofd paar zat over de kop geslagen. De be stuurster, de 28-jarige mejuffrouw H. Kur- vers, kwam hierbij om het leven. De auto kwam uit de richting Den Haag. Op het viaduct bij Harmeien slipte de wagen op het gladde wegdek, sloeg om en kwam op de middenberm tot stilstand. Een zieken auto bracht de slachtoffers naar een Rot terdams ziekenhuis. Mejuffrouw Kurvers is daar later overleden. Over de toestand van haar verloofde, een Haagse journalist is nog niets bekend. Bij het oversteken van het kruispunt van de provinciale wegAmsterdain-Weesp- Bussum is de 64-jarige weduwe Kars-Ale- man uit Weesperkarspel aangereden door een auto. Ernstig gewond werd zij over gebracht naar de Majella-stichting in Bus- sum, waar zij kort na aankomst overleed. In het ziekenhuis in Apeldoorn is op 73- jarige leeftijd overleden de Arnhemse ar chitect W. J. Gerritsen. Op 6 januari werd hij ernstig gewond, toen hij in Apeldoorn met zijn personenauto in botsing kwam met een Belgische trekker, met oplegger. Het is thans bekend wie het slachtoffer is van het auto-ongeval, dat vrijdagavond op de Geldropseweg in Geldrop is gebeurd. Het is de 17-jarige A. van Exel uit Eind hoven. Zijn verkoolde lichaam werd door de Eindhovense brandweer uit het wrak van de personenauto gehaald. Het andere slachtoffer, de heer Polak, eveneens afkomstig uit Eindhoven is in het ziekenhuis in Geldrop opgenomen. De ouders van de heer Polak waren vorig jaar betrokken bij een verkeersongeval in Duitsland, waarbij de vader om het leven kwam. De moeder werd later opgenomen in het ziekenhuis in Geldrop, waar zij nog altijd voor herstel vertoeft. Het verkeer in Hilversum heeft dit jaar zijn eerste slachtoffer geëist. In de rooms-katholieke ziekenverpleging over leed zaterdagavond de 57-jarige mevrouw H. Mol-Post uit Naarden. Donderdagmid dag werd zij gepasseerd door een brom fietser, van wie zij vermoedelijk is ge schrokken, zodat zij de macht over het stuur, waaraan een grote handtas hing, kwijt raakte. Zij viel zo ongelukkig dat zij met een grote hoofdwonde en een sche- delbasisfractuur moest worden opgeno men. In de komende jaren zal de provincie Noord-Brabant vier nieuwe schouwburgen rijker worden. Het zijn de steden 's-Her- togenbosch, Eindhoven, Tilburg en Breda, die een nieuwe tempel voor cultuur krij gen. In alle vier de steden zijn de plannen reeds in uitvoering of in een vergevorderd stadium van voorbereiding. De totale kos ten voor deze schouwburgen worden op het ogenblik op 23 miljoen gulden geschat. Het gebouw in Den Bosch zal een con cert- en gehoorzaal bevatten, waarin het Brabants Orkest zal spelen. De grote zaal zal plaatsbieden aan 1500 mensen. De Tilburgse schouwburg is vergevor derd. Hier kunnen 900 bezoekers een zit plaats krijgen. Het gebouw te Eindhoven krijgt een ca paciteit van 1000 zitplaatsen. In Breda is men op het ogenblik nog in het stadium van plannen maken. Hier zal de oude concert- en gehoorzaal Concordia vervangen moeten worden. De oudercommissie van de openbare lagere school te Jelsum bij Leeuwarden heeft een brief gestuurd aan de gemeente raad van Leeuwarderadeel in verband met het gevaar van de straaljagers vlak bij de school. Door de ligging van deze school in het verlengde van de hoofdstartbaan van het vliegveld Leeuwarden achten de ouders het niet meer verantwoord deze toestand langer te laten voortduren. Zij stellen daarom de eis dat een noodschool in hel vlakbi.) gelegen dorp Kornjum wordt ge bouwd. Zij verwachten dat met de bouw van deze noodschool binnen twee maanden zal worden begonnen. Mocht dit niet het geval zijn, dan zullen de ouders van de leerlingen van de openbare lagere school te Jelsum ernstig overwegen hun kinderen thuis te houden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 4