PANDA EN DE GROTBOKSER Zwarte „juju"-moordenares zoekt bescherming bij politie KONING BARBONIX I Bronchi letten Boekenhoekje Bikini blijft troef aan zomerstranden Het AVRO-conflict Toch Ió het zo Strijd om een troon in Rijnland ES Huid genezing MAANDAG 16 JANUARI 1961 9 Het weekeinde T elevisie programma Italiaanse mode Voorts wijde knieen harembroeken De radio geeft dinsdag Jantjes maken weer tocht naar Chatham Wijzigingen van de luistergeldbeschikking Moord in de Parijse onderwereld TE GROTE LITER door Radu Tudoran Vertaling Margot Bakker *7) Puistjes verdrogen door Purol-poeder 10. Nog steeds in de overtuiging verke rend, dat het door hem gevelde monster een voor-historische dinosaurus was, ver diepte het holenwezen zich met innig ge noegen in een verdere ontluistering van de vrachtwagen. Hij wijdde zich daar zelfs met zóveel overgave aan, dat hij geen oog had voor de bestuurder van het voer tuig, die zijn eerste verbijstering meester was geworden en nu besloten had om door middel van een zware schroefsleutel han delend op te treden. Panda, wiens op merkzaamheid inmiddels getrokken was door de geluiden die de ontmoeting bege leidden, begreep de voornemens van de chauffeur wèl, maar de afstand was zó groot dat hij niet tijdig tussenbeide kon komen. Ikkie Blabla stelde juist vast, dat een rubber-autoband niet de puur-natuur- lijke smaak heeft die zo kenmerkend is voor een verse dinosaurus-bout, toen de schroefsleutel krachtig op zijn schedel be gon te timmeren. Het hinderde hem een beetje bij het proeven en keuren en hij krabde zich dus op de geïrriteerde plek; en toen Panda, onder het roepen van „Houd op! Houd op!" ter plaatse aan kwam, was dit deel van het meningsver schil al achter de rug. De schroefsleutel was namelijk ondeugdelijk geworden. De K.R.O. heeft voor de zaterdagavond op de televisie de geschikte formule ge vonden. De rubriek „Brandpunt" is de openingstreffer. De actualiteiten krijgen er de gewenste vorm, kort, zakelijk, kernach tig. Ditmaal sprak in dit programma zelfs een Belgische minister over de staking en de Waalse verlangens tot federalisme. Hij waarschuwde tegen overdrijving. In Bel gië wordt het federalisme voortdurend uit gespeeld, nu eens door Walen dan weer door Vlamingen. Over de lening van het N.V.V. was hij minder te spreken. Een beetje bedenkelijk vindt hij die geste wel in.... Benelux verband. Voorts was er een veelzeggend ir view met de rijkste man ter wereld en >t een aardige reportage van de wintersp^rtgenoegens fraai aan op de uittocht van zovele Nederlanders naar de eeuwige sneeuw. „Zaterdagavondakkoorden" is langzamer hand gegroeid tot een prima verstrooiings programma met Teddy Seholten als groot ste troef. Ditmaal was Frankie Vaughan de voornaamste gast, maar wij zien toch nog steeds Teddy het liefst. Haar natuur lijke charme is de grote attractie van haar verschijning op het scherm. Het filmpje, dat onder leiding van Hitchcock werd ge produceerd, b"d ditmaal eens geen crimi nele inslag. Prompt werd het daverend sentimenteel, maar dat mocht de pret van de-zatérdagavond niet drukken. De zondagavond werd in beslaggenomen door Lou van Burg, die een succesnummer onder zijn slachtoffers telt, namelijk een rasechte Amsterdammer, in de wandeling Theo, van wie het kijkerspubliek blijkens de enquête niet genoeg kan krijgen. Hij kwam dan ook gisteravond voor de derde keer terug in het spel „Een kwartje per seconde" en verdiende drie kwartjes per seconde oftewel een slordige zevenhon derd pop. Het was een gezellig en onder houdend uurtje van jolijt en waterge- knoéi, waaraan de meeste kijkers een on schuldig genoegen hebben beleefd. Beeldschermer VOOR MAANDAG NTS: 20.00 Journ. en weeroverz. VARA 20 20 Actueel progr 20.30 Film venster, 21.00 On the Bowery, documentaire film. VOOR DINSDAG NTS 20ÓÓ Journaal. 20.20 Filmprogr. 20.30—22.05 Politie zonder wapens (The long Arm), speelfilm Na de gezusters Fontana hebben zater dag ook énkele andere Italiaanse mode huizen hun voorjaarscollecties getoond. Uit deze shows is gebleken dat er geen sensationele nieuwe „lijnen" te verwach ten zijn. De Italiaanse haute couture houdt het wat de strandmode betreft voor de aanstaande zomer op de bikini, maar men zag ook kleurige wijde kniebroeken en zelfs harembroeken. De wijde kniebroeken, getoond door Bal- dini en Falconetto, zijn van zijde of flu weel, en gemaakt om in te lanterfanten. Dat is ook het geval met de harembroe ken die Falconetto voorziet van een bij passende zijden trui. Een van de voornaamste kenmerken van de zaterdag getoonde collecties in Florence was de verlengde tunieklijn. Driekwart-tunieken, iets getailleerd, zijn bestemd om gedragen te worden bij nau we lange broeken, Bermuda-shorts, man telpakjes en nauwsluitende japonnen. Een opmerkelijk nieuw materiaal was gemaakt van gebreide wol die op dure cor duroy met brede ribbels lijkt. Met dit ma teriaal kwam Avagolf uit Milaan, ver werkt in mantels en jakjes. De kleuren waren helder blauw en rood. Hoeden: hoog Cerrato uit Torino introduceerde voor- jaars- en zomerhoeden in de stijl van de kap van een imker. De top bestaat uit een grote gestyleerde bloem die boven het hoofd wordt gedragen, de voile van groene tule, die rondom het hoofd tot even onder de schouders neervalt. De meeste hoeden zijn hoog, soms recht boven het hoofd oprijzend, soms iets naar achteren gedragen. Groen is een populaire kleur, evenals beige en helder oranje. Andere veel voor komende kleuren waren zachtgele en roze tinten. De commissie van onderzoek, ingesteld door de AVRO, heeft medegedeeld, dat zaterdag een informatieve bespreking heeft plaats gehad tussen de commissie van onderzoek, ingesteld door de AVRO om een onderzoek in te stellen betreffende de grieven jegens de AVRO en haar bestuur- deren geuit, en de gesprekscommissie die als woordvoerster voor het actiecomité van AVRO-vrienden optreedt. Hierbij werd de gesprekscommissie in de gelegenheid gesteld de geformuleerde grieven nader toe te lichten. De sfeer, waarin de bespreking werd gehouden, ken merkte zich door openhartigheid en het voornemen aan beide zijden om de be langen van de AVRO te dienen. HILVERSUM I. 402 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO. 8.00—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 De groen teman. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij ding. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 11.00 Gram. 11.15 Voor de zieken .12.00 Pianoduo. 12.20 Regeringsuitz.: Voor de landbouw. 12.30 Land en tuinb.meded. 12.33 Zang en orgel. 13.00 Nws. 13.15 Meded. en gram. 13.25 Beursber. 13.30 Lich te muz. 14.00 Koorzang. 14.40 Schoolradio. 15.00 Voor de vtouw. 15.30 Pianorecital. 16.00 O. die humeurtjes, praatje. 16.15 Gram. 16.30 Voor de jeugd. 17.30 Amateursprogr. 18.00 Nieuws 18.15 Pianospel. 18.30 Lichte muz. 19.00 Voor de kleu ters. 19.05 Paris vous parle. 19.10 Gram. 20.00 Nieuws. 20.05 Quizprogr 22.00 Kamermuz. 22.30 Nieuws, beursber. van New York en meded. 22.45 Journaal. 23.00 Swing Expres. 23.30 Licht progr. 23.5524.00 Nieuws. HILVERSUM II. 298 m. 700—24.00 KRO KRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Gram. 7.30 Voor de jeugd. 7.40 Gram. 7.45 Morgengebed en overwe ging. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de vrouw. 9.40 Schoolradio. 10.00 Voor de kleuters. 10.15 Lichtbaken, lezing. 10.25 Gram. 11.00 Voor de vrouw. 11.30 Gram. 11.50 Volaan.. vooruit, lezing. 12.00 Middagklok - noodklok. 12.04 Ben je zestig 12.30 Land- en tuinbouwmeded. 12.33 Gram. 12.50 Act. 13.00 Nieuws. 13.15 Zonnewijzer. 13.20 Lichte muz. 13.45 Gram. 14.10 Lichte muz. 14.35 Voor de plattelandsvrouwen 14.45 Gevar. progr. (herh.). 10.00 Voor de zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 Voor de jeugd. 17.40 Beursber 17.45 Regeringsuitzend. Streekontwikkeling in Nederlands Nieuw-Guinea, door S. van der Goot. 18.00 Lichte muziek. 18.20 Polit. lezing. 18.30 Voor de jeugd. 19.00 Nieuws. 13.10 Act. 19.25 Membjandum. 19.30 Gram. 20.30 Avondcollege. 21.00 De vrouw van de Pierrot, hoorsp. 22.25 Gram. 32-30 Nieyw§. 22.40 Gehuwd en ongehuwd, lezing. 22.55 Gram. 23.5524.00 Nieuws. BRUSSEL. 324 m 12.00 Nieuws. 12.03 Gram. 12.15 Pianospel. 12.30 Weerber. 12.35 Pianospel, (verv.). 12.50 Koerëen. 13.00 Nieuws. 13.15 Gram. 14.00 Schoolradio. 15.45 Gram. 16.00 Koersen. 16.06 Duitse les. 16.21 Koor en orkest. 17.00 Nieuws. 17.15 Zangrecital. 17.40 Boekbespr. 17.50 Voor de jeugd 18.20 Voor de soldaten. 18.50 Sportkroniek. 19.00 Nieuws. 19.40 Gram. 19.50 Lezing. 20.00 Hoorspel. 21.05 Gram. 21.30 Jazzmuziek. 22.00 Nieuws. 22.15 Pianorecital. 22.55—23.00 Nieuws. De noodkist van Sint Servaas. De noodkist van Sint Servaas, een middel eeuwse reliekenschrijn uit de schatkamers van de Sint Servaaskerk te Maastricht, blijkt zeer ernstig door de tijd geleden te hebben. De in koper en zilver gedreven schrijn is vervaardigd tussen de jaren 1170 en 1180. (Van onze correspondent) De historische tocht naar Chatham van admiraal De Ruyter in 1667 is een ge beurtenis die voor altijd het Britse res pect voor Nederland als zeevarende mo gendheid heeft afgedwongen. Nu het com mando van deze beroemde Engelse vloot- basis op 1 april zal worden opgeheven hoewel de uitgestrekte marinewerven daar blijven bestaan heeft de Britse ma rine als een gebaar van goodwill en ter herinnering aan het aloude wapenfeit de Nederlandse marine uitgenodigd om ter gelegenheid van de sluitingsplechtigheden op 24 maart een Nederlands oorlogsschip naar Chatham te zenden, bij voorkeur H. M. kruiser De Ruyter. Dit schip is echter op het ogenblik niet in dienst. Ilè rivier de Medway is bo vendien niet geschikt voor grote moderne kruisers. Vandaar dat waarschijnlijk een van de jagers van de Frieslandklasse naar Chatham zal gaan. Hierop komt mee de commandant Zeemacht Nederland schout bij nacht baron mr. A. N. de Vos van Steenwijk. Een Nederlands detachement zal deel nemen aan de parade en de inspectie en de „laying up of the queens colours". Dit laatste is een oude traditie bij de op heffing van militaire steunpunten, waar bij de nationale vlag veilig wordt opge borgen in de kerk. Bezitters van radiotoestellen zullen er voortaan voor moeten zorgen, dat de radio- kaart die op hun naam is geregistreerd, zich bij hun toestel bevindt, zodat deze kaart ook aan de controlerende ambtenaar kan worden getoond wanneer zij afwezig zijn, bijvoorbeeld door de echtgenote of een andere huisgenoot. Deze maatregel is een van de wijzigingen van de luistergeldbeschikking 1960, die in de praktijk nodig zijn gebleken. De be schikking van de staatssecretaris van O., K. en W„ mr. Y Scholten, en de minister van Verkeer en Waterstaat, waarin deze wij zigingen zijn opgenomen, treedt vandaag in werking. In de nacht van zaterdag op zondag is in de buurt van Place Pigalle door de Pa rijse onderwereld opnieuw een rekening vereffend. Het slachtoffer was ditmaal de 30-jarige Albert Marnetta, een man, die zich „ontfermde" over op drift geraakte en eenzame vrouwen. Volgens de politie zou de vermoorde Marnetta zich reeds als zestienjarige knaap op het pad van de misdaad hebben bege ven. In de nacht van zaterdag werd Marnetta toen hij een restaurant in Montmartre ver liet door een onbekende man gevolgd. Bui ten loste deze een aantal schoten op Mar netta. Met twee kogels in de borst en een derde in zijn linker arm viel deze neer. Hij werd naar een ziekenhuis vervoerd, waar hij korte tijd later overleed. Hebben we de vorige maal gezien dat de maat, waarvan de meter oorspronkelijk is afgeleid (nl. 1/10.000.000 deel van 1/4 aard- meridiaan), aan schommelingen onderhevig is, zodat de standaardmeter iedere grond slag miste, nog vervelender werd het, toen de astronoom Beasel met de gloednieuwe gestandaardiseerde meter de meridiaan eens ging nameten en tot de ontdekking kwam dat 1/4 deel van de meridiaan niet 10.000.000 meters lang was maar 10.000.856 meters! De meter was dus te klein ge nomen en had een lengte van 99.99144 per cent van wat men zich eigenlijk had voor gesteldzodat iedereen op aar- de een paar duizendste milli meter te kort wordt gedaan. Maar goed, wanneer ieder een in gelijke mate te weinig krijgt is dat helemaal niet erg, de meter bleef dus gehand haafd en tenslotte werd als eigenlijke standaard gelijk wij reeds verteld hebben de golflengte van de rode cadmiumlijn genomen. En een ieder is daar volkomen tevreden mee. Zoals de meter de grondslag is voor onze maten, zo is het daarvan afgeleide kilo gram dit voor ons gewichtssysteem. Want de kubieke decimeter water, gewogen bij bepaalde temperatuur en druk, zou het kilo leveren, waarvan uiteraard eveneens een standaardgewicht van platina werd vervaardigd. U ziet, niets werd aan het toeval overgelaten en tot zover was dus alles weer dik in orde. Maar de wetenschappen schreden steeds verder en op een kwade dag kwam iemand tot de ontstellende ontdekking dat ondanks alle precisie-metingen en ondanks alle voorzorgsmaatregelen die bij de vaststel ling van het standaardgewicht in acht wa ren genomen, een kubieke decimeter wer- kelijk zuiver water minder weegt dan het standaardgewicht aangaf. Dat leek een beetje tegenstrijdig, want dat standaard gewicht was toch immers bepaald naar het gewicht van een kubieke decimeter zuiver water? Zodat de eindconclusie zou zijn dat een kubieke decimeter zuiver wa ter minder weegt dan een kubieke deci meter zuiver water! Toch kwam het daar op neer. Want tóen het standaardgewicht werd vastgesteld was het nog niet mogelijk water volkomen van lucht te zuiveren, waardoor bij de weging steeds een tikkeltje lucht was meegewogen. Nu, we moeten toegeven, véél kan het nooit geweest zijn. En inderdaad, toen men door gestage labo ratoriumproeven er dan ein delijk in slaagde volkomen zuiver en van lucht ontdaan water te verkrijgen, bleek een kubieke decimeter van dit water 999.972 gram te wegen, inplaats van 1000 gram. Het standaardgewicht was dus te zwaar en dientengevolge heeft ook de litermaat een te grote inhoud. De rela tieve fout bedraagt 0.000.028 en iedereen die zgn. de juiste maat en het juiste ge wicht ontvangt, krijgt desondanks méér dan oorspronkelijk de bedoeling was. Het zou ons geenszins verbazen, indien u zich over een dergelijke fout niet kunt opwinden. Met ons is het al niet beter ge steld. Maar wanneer de wetenschap zo slordig te werk zou gaan als wij en de cijfers na de derde decimaal zou hebben verwaarloosd, zou dit nadelig zijn geweest voor de verlichting in uw huiskamer. Daarover een volgende keer. H. Pétillon (Nadruk verboden) Op de redaktiekantoren van de Lagos Daily Express in Lagos, Nigeria, is een 19-jarig meisje binnengewandeld met de mededeling „Ik ben een heks en ik heb geholpen bij het doden van 68 mensen." De journalisten, die in deze negerrepu bliek toch wel iets gewend zijn op dit ge bied gingen er even voor zitten en no teerden zorgvuldig het verhaal van Lydia Abodunde. Lydia komt uit het westelijk deel van het dorp Somoloe, een stad in het grensgebied van West Lagos, die een centrum van de z.g. Juju-riten zou zijn. Lydia was de lieveling van haar groot moeder, voor wie zij met koopwaar vent te. Toen haar grootmoeder stervende was, werd Lydia aan haar bed geroepen en 4849. Mafala was nauwelijks gevlucht uit z'n huis eti de stad, toen daar reeds dè soldaten van de koning aankwamen. Ze bonsden op de deur, maar kregen geen gehoor. Dan trappen we de deur maar in! zeiden ze. En dat deden ze. Met hun zware laarzen trapten ze tegen de planken, die spoedig loslieten; krakend zakte de deur in elkaar. Zo was dus de alchimist nog maar op 't nippertje ontkomen; anders hadden de sol daten hem gevangen genomen, en dan had het er slecht voor hem uitgezien ingewijd in de geheime cultus. Dat was vier jaar geleden. Conflict met „hogepriesters" Tot drie maanden terug maakte Lydia deel uit van een Juju-groep in Gbongan. Elke negen dagen was er vergadering, waar men feesten en plundertochten or ganiseerde. De cultus gebruikte drie din gen om mensen te doden: een hangslot, een sleutel en een dolkvormige stok, de sleutel en het hangslot dienden om de slachtoffers bewusteloos te maken en de stok om te doden. Het meisje, dat vrijdag bij de redaktie kwam, vertelde ook, dat zij een conflict had gehad met de „hogepriesters" die op dracht hadden gegeven haar tante te do den. Zij hield van deze tante en bood daarom in haar plaats tante's dochter aan. Daarmee gingen de priesters akkoord en dat regelde het conflict. Doodvonnis uitgesproken Het meisje vertelde vervolgens, dat de toverkracht van de Juju de slachtoffers „als een rookwolk om het hart sluit, zo dat de geest verdoofd wordt." Drie maanden geleden was zij onder in vloed gekomen van de grote stad, en lang zaamaan was zij de cultus ontgroeid. Ze had besloten een beter leven te-: beginnen, maar de priesters hadden daar protest te gen aangetekend en haar ter dood veroor deeld. Het vonnis zal volgens het meisje voltrokken worden op 3 april. De politie in Lagos heeft een onderzoek ingesteld, maar weet verder ook niet wat er voor stappen genomen moeten worden. Er zijn vele moorden-door-toverkracht gerapporteerd bij de politie, maar Lydia's verhaal is het eerste van een „erkende" heks, die zichzelf bovendien schuldig vér- klaart aan de dood van vele mensen. Advertentie Hoestdrank in tab let vorm. 95 ct Het brandende dal Sedert jaren deed hij niets anders meer. En dat was vreemd, want overigens gedroeg hij zich heel ver standig, praatte gewoon en met de wijsheid van de oude dag over alles wat er voorviel. Pas als iemand hem vroeg wat het doel van zijn snijwerk was werd hij zwijgzaam, zette de kaken op elkaar en trok zijn wenkbrauwen samen. 's Morgens ging hij met de bijl onder de arm de deur uit. Aan de bosrand bleef hij naar het boorter- rein staan kijken, zonder de moed te hebben de bescher ming van de bomen te verlaten. Als hij zich in het bos terugtrok lag er een trek van verbittering op zijn gezicht. Hij liep tussen de stammen door. steeds maar omhoogkijkend, op zoek naar takken die hij voor zijn doel kon gebruiken. Als hij er een zag klom hij met onverwachte behendigheid de boom in en sloeg de tak met een paar goed geplaatste bijlslagen af. Na het middageten trok hij zich in zijn kamer terug, sloot de deur en schilde op zijn bed zittend, de ene tak na de andere. Zijn vrouw was jaren geleden gestorven. Als hij zich goed herinnerde was zij voor de grote oorlog al dood geweest. Hem had zij met het meisje van 'n paar maanden achtergelaten. Dit kind was geboren toen zij beiden al vrij oud waren en de vrouw zich al ge schikt had in de gedachte dat zij kinderloos zou blijven. Het meisje' was in de wildernis opgegroeid, had aan de uier van een geit leren drinken en was al heel vroeg zelfstandig en onhandelbaar geworden. Zij leefden van een lapje bosgrond, dat zich van hun huisje tot aan de heuvelkam uitstrekte. Een kleine ondernemer, die op elke cent beknibbelde en traag van betalen was, had zich het recht verworven jaarlijks een paar bomen te kappen. Omdat hij nu eenmaal geen grote ondernemer was schikte het hem wonder wel zaken met deze verwilderde bosbewoners te doen en hier en daar tegen schappelijke prijs een twintig tal stammen op te kopen. Voor het geld, dat de bos bewoners pas in de herfst ontvingen, hoewel het hout al in de zomer werd gekapt, kochten zij in de stad een paar zakken maismeel en ook een paar zakken ongemalen mais, om een varken te kunnen mesten of kippen te kunnen houden. Sommigen hadden een schaap of een geit en een enkele bezat zelfs een koe. De tocht naar de stad maakten zij nogal eens, bijvoor beeld als zij petroleum voor de lamp nodig hadden of een paar meter katoen. Velen wachtten nog altijd op het ogenblik, waar op de oliemaatschappij ook op hun grond olie zou vinden. Het boorterrein was nu al tot aan de bos rand opgerukt, was daarna evenwel van richting gaan veranderen. De boortorens stonden op zo geringe af stand dat de oude man dag en nacht het doffe zoe men kon horen. Vaak ging hij 's nachts rechtop in zijn bed zitten, drukte zijn oor tegen de muur en voelde het trillen van de bódèm. Elke boring leek de grond onder zijn huis te ondermijnen en hij was bang, dat hij en zijn dochter nog eens onder de muren bedolven zouden worden. Dan liep hij in zijn nachthemd en op blote voeten naar buiten en dwaalde als een spook langs de bosrand. „Ophouden! Ophouden!" schreeuwde hij het dal in. Maar het zoemen van de motoren overstemde zijn broos geluid. Als evenwel de dichtsbijliggende putten het werk had den gestaakt en alleen uit de verte een vaag geruis tot hem doordrong meende hij te horen hoe de olie ondergronds dalwaarts stroomde. Het boorterrein was immers tot op luttele meters van zijn huis gevorderd en hij kon zich niet indenken dat er onder zijn grond geen olielaag aanwezig was. Hij liet zich vallen, drukte zijn oor tegen de grond en hoorde de donkere golven ruisen. „Neem me mijn olie niet af, dieven!" riep hij dan. „Jullie stelen mijn olie!" Enige tijd hadden de putten gezwegen. Maar sedert Lipanescu het terrein had aangekocht werd er met verdubbelde inspanning gewerkt. „Waar is de kleine?" vroeg Motoaka. De oude man had zijn dochter pas laat laten dopen, niet voor hij met haar naar de pope te Telega had kunnen gaan. En voor de pope haar een passende naam op de kalender had kunnen uitzoeken waren alle bekenden al gewend haar „de kleine" te noemen. „Ach, die is zeker al gaan slapen", zei de oude man. „Je moet beter op haar passen!" zei Motoaka, hem van opzij aankijkend. Hij stond op. „Ga je al weer weg, Jonica?" „Ja, ik moet eens kijken hoe de zaken thuis staan. Ik ben de hele dag wegegeweest". „Hoe gaat het met je vader?" „Die zit maar in zijn stoel te roken". Óp de veranda bleef Motoaka even staan, want zijn ogen moesten aan de duisternis wennen. De maan was nog niet boven het bos gekomen en uit de andere huizen in de omtrek kwam geen licht meer naar buiten. De hond jankte nog, misschien ver dreef hij er alleen de tijd mee. Op de drempel kuchte de oude man. „Dus Gogoi is er bovenop?" „Die is er bovenop. Ga nu slapen, oudje, het is laat". Zodra hij de bosrand had bereikt zag hij het licht van een zaklantaren langs de Verlaten weg naar boven gaan. Hij bleef staan om te weten te komen wie er zo laat nog van het boorterrein naar de bossen ging. Stappen hoorde hij niet, maar even later scheen iemand hem in het gezicht en begon te schateren „Ben jij het kleine?" vroeg hij woedend. „Wat voer jij hier midden in de nacht uit? De oude man dacht dat je allang sliep". De kleine knipte de lantaren uit en kwam dichter bij Ze was bijna even groot als hijzelf. „Beter dat hij dat denkt", zei zij bedaard. „Hoe kom jij aan die batterij?" De kleine lachte kwajongensachtig. „Raad eens! Van de allerhoogste". „Van welke?" „Van de ingenieur". „Wat heb jij met die ingenieur uit te staan?" „Met hem niets en met anderen ook niet. Ik mag graag naar hen luisteren. Zij weten zo veel en zij kunnen het zo mooi zeggen". „Als de oude man het hoort slaat hij je dood". „Kan me niet schelen, het bos is groot genoeg." „Je wordt tamelijk brutaal." „Is ook zo. En dat vind ik leuk. Ga toch mee naar beneden. Ik wil zwemmen. Maar alleen is het zo ver velend." „Je gaat dus in het reservoir zwemmen?" „Natuurlijk. Als ik daar zin in heb doe ik dat". „Ben je niet bang voor de monteur?" „Die hoort me toch niet". Aan het eind van de Verlaten weg zoemde in een boortoren de motor. Achter de barak glinsterde in een groot koelbekken het water, dat warm uit de buis stroomde en aan de lucht moest afkoelen. Alle putten, die niet elektrisch werden gedreven, hadden dergelijke koelbekkens. De kleine kende ze stuk voor stuk en kon ze 's nachts met gesloten ogen vinden. Zij nam in het donker graag een bad in het warme water. Nadat zij door de prikkeldraadomheining waren gekropen gaf zij Motoaka de lantaren en de doek, die zij als een stads meisje om de hals droeg. Als dat geen zijde is, zei hij, de stof betastend, „Hoe kom je daaraan?" „Stil toch! Moet de monteur ons horen? Houd je mond en pas op mijn spullen." Motoaka ging in het gras zitten. Hij zag de kleine naakt tegen het reservoir opspringen en hoorde even later de plons van haar lichaam in het water. Daarna dacht hij weer aan Gogoi, die er nu bovenop was. De eerste put had de overvloed nog niet verminderd toen men al een tweede boring kon doen. In allerijl werden er in het hele Runcu-dal nieuwe torens gebouwd. Ook daar zou het bos dus gerooid worden. Hij vroeg zich af, wie eigenlijk de verliezer was, als de een of ander rijk werd. Verder wist zijn brein evenwel niet door te denken. Toen de kleine terugkwam snoof hij de geur van parfum op, die uit het haar opsteeg. „Waar heb jij je geparfumeerd?" „O, ergens." Hij haalde de schouders op; hij had nog andere dingen aan zijn hoofd. Pas toen hij haar voor de deur van haar huisje afleverde, vroeg hij: „En hoe oud ben je nu?" „Zestien geworden." (WOrdt vèrvolgd) (Van onze correspondent) BONN In het Duitse Rijnland heerst allerwegen ontstemming over het besluit van de wijze Raad van Elf van de Düren- se carnavalsvereniging, die een 21-jarig meisje heeft gekozen tot „Prins Carnaval" in de stad Düren. De acht onderafdelingen van de carnavalsvereniging in de Duitse stad hebben allen hun fiat aan dit besluit gegeven. Met dit besluit is een 125-jarige traditie in Rijnland, dat slechts jongeman nen tot heerser over het schertsrijk kun nen worden, gebroken. De jonge prins (zij zal prins Arni worden genoemd, en niet prinses) is Arnoldine Seekircher, de doch ter van een groothandelaar in geestrijke dranken. Of het beroep van haar papa iets uitstaande heeft met deze uitverkie zing, kan niet worden achterhaald Thomas Liessel, de president van het Keulse camavalsrijk, die tevens de gro te baas is van een overkoepelende carna valsorganisatie in geheel Rijnland, heeft woedend de president van de Dürense vereniging, Walter Dürbaum, naar Keulen geroepen en hem meegedeeld dat Düren uit de organisatie zal worden gestoten als men daar zaterdag aanstaande prins Arni definitief de scepter over het rijk van maskers en" confetti in handen geeft. Advertentie Huidzuiverheid-HuiJJL J jezon dhe „OOST-AZIë IN GEVAAR" door Lorenz Stucki (Het Spectrum, Utrecht) „Oost- Azië moet voor zijn problemen eigen op lossingen vinden en moet' eigen wegen gaan, die voortkomen uit de eigen geschie denis en het eigen karakter. Als het dat kan zal het niet slechts de rest van de wereld cultureel en geestelijk en mis schien zelfs politiek steeds meer kunnen geven, het zal ook zó de tragedie kunnen ontlopen, waarin twee grote cultuurvolken, Rusland en China geraakt zijn, toen zij met de duivel het pact tegen hun oude goden sloten om zich ten koste van alles te moderniseren." Deze regels vormen niet alleen de slot alinea van het boek „Oost-Azië in ge vaar", geschreven door de Zwitserse jour nalist Lorenz Stucki, maar geven ook dui delijk de gedachtengang weer, waardoor de schrijver zich heeft laten leiden. Stucki adviseert de Oost-Aziaten dan ook in zijn boek zich niet te laten verleiden noch door communistisch noch door Amerikaans materialisme, maar op hun eigen cultuur en geschiedenis voort te bouwen en een gevoel van eigenwaarde en zelfvertrou wen te ontwikkelen. In een lange reeks worden in dit boek de verschillende facet ten van deze oude wereld, die zich mo menteel inspant voor een verjongingskuur, ten tonele gevoerd: Thailand, dat nooit een kolonie is geweest en daarom niet hoeft te worstelen met een anti-kolonialis tisch haatcomplex; Viet Nam, levend van de Amerikaanse economische injecties; Indonesië, gebukt gaand onder inflatie, corruptie en rebellie; Honkong, de stad die volgens de schrijver een toonbeeld is van positief kolonialisme; de Zevende Vloot, de grootste zeemacht van alle tij den tegelijkertijd het argument dat vele Oost-Aziaten zich aan de zijden van de V.S. doet scharen; tenslotte Japan, com munistisch China welk land de schrij ver overigens slechts van buitenaf heeft kunnen observeren en de Philippijnen. Dit bijzonder vlot geschreven en zeer actuele boek geeft een uitstekend over zicht van de ontwikkeling in de afgelopen jaren in dit deel van de wereld en de gevaren, maar zeker ook de mogelijkhe den die er voor de westelijke positie be staan. Voor een journalist uit een neu traal land, dat bovendien geen koloniale geschiedenis heeft, toont Lorenz Stucki hier en daar een opmerkelijk begrip voor het standpunt der ex-koloniale mogendhe den, waarbij naar onze smaak de werke lijke gang van zaken in het Oost-Azië van vlak na de Tweede Wereldoorlog soms in het gedrang dreigt te komen. Zo lijkt het ons iets te boud opgemerkt dat de voor malige koloniën na de Japanse overheer sing de onafhankelijkheid in de schoot kregen geworpen zonder dat vrijheid werd bevochten vanuit het volk zelf.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 9