SLAGADER VAN 300 KILOMETER STUWT „HARTEBLOED" NAAR ROERINDUSTRIE Gigantische oliepijpleiding in recordtempo voltooid Vi UITGAANSLEVEN AAN DE VIA VENETO THANS IN HEEL WAT RUSTIGER BANEN en J muider Courant TOEN WOENSDAG 31 AUGUSTUS 1960 bij stil tij een zandzuiger het laatste restje dijk weg haalde, dat het nieuwe Rotterdamse haven complex aan de mond van de Waterweg scheidde van het Noordzee water, werd Europoort geboren. Er is veel te doen geweest over Euro poort. Niet het minst is er vermoedelijk in Hamburg en in Antwerpen over gesproken. Ook in Bremen, want Rotterdam vergrootte met dit project opnieuw zijn voorsprong op de concurrentie en werd tot be langrijkste haven van het vasteland van Europa. Dikwijls heeft men de indruk, dat er altijd veel tijd nodig is en dat er vooral veel gepraat moet worden voordat er in ons land iets groots tot stand kan komen. Maar dat hangt van de mensen af, die zulke zaken in handen hebben. In Rotterdam wonen mensen, die van huis uit de gave van knopen doorhakken en van durven hebben meegekregen. Ook van helder inzicht, van voortvarendheid en van doèn. En nu is het merkwaardig, dat een andere daad van zeer grote durf en van koopmanschap de oorzaak Is geworden van het ontstaan van de Europoort. Dat wordt wel eens vergeten. Maar de olie-buizen leiding van Pernis naar het Roergebied was de prikkel voor Rotterdam om ƒ165 miljoen uit eigen zak te gaan besteden aan de schepping, welke binnen drie jaar (ja, u hebt het goed gelezen I) van plan tot werkelijkheid werd. Waar was Europoort voor bestemd In de eerste plaats voor de lossing door grotere schepen van aardolie. Euro poort zou Rotterdams vierde petroleumhaven worden en wel voor super-tankers. mm Wouter Slob Meestal gaat het net andersom. Er komen grotere schepen en daarvoor gaat men kaden en havens bouwen of ver bouwen om na verloop van lijd maat regelen te gaan treffen om de enorme aanvoer te verwerken. Niet aldus 'n Rot terdam, want daar werd op 3 april 1958 opgericht de n.v. Rotterdam-Rijnpijpleiding Maatschappij met een aandelenkapitaal van 35 miljoen. Deelnemers waren de n.v. Bataafse Petroleum Mij. (voor 40 pet.), Gelsenberg Mobil Oil Handels, en de Transport Gesellschaft GmbH (40 pet.) en de Caltex (20 pet.), welke laatste maat schappij de opdracht kreeg een buizen leiding te leggen van Rotterdam naar de Rijn, een karwei dat totaal 115 miljoen heeft gekost. Rotterdam zag nieuwe mogelijkheden. Het zou komen te liggen aan het begin punt van 'n hypermoderne, splinternieuwe transportweg naar het rijke en drukke achterland, een weg waarlangs voor mil jarden van het „levensvocht" '.ou gaan stromen, waarmede het zenuwstelsel van Centraal Europa wordt gevoed. Kort voor Europoort officieel in gebruik werd genomen namelijk op 27 juni 1960 was de zogenaamde Rotterdam-Rijn pijpleiding ook in actie gesteld. Men kan dus zeggen, dat beide objecten vrijwel op hetzelfde tijdstip gereed waren. Wanneer men weet dat letterlijk alles voorbereid en gemaakt werd in drie jaar tijd, dan kan men een gevoel van voldoening niet onder drukken, trotse voldoening over het f?it dat er toch altijd nog mensen zijn, die in heel korte tijd een enorme hoeveelheid werk kunnen verzetten. HET GEBRUIK van pijpleidingen voor het vervoer van aardolie is bijna al zo oi d als de olieindustrie zelf. Reeds zes 'aar na de eerste succesrijke olieboring van Drake bij Titusville, bouwde de Nederlander Van Sikkel in de V.S. de eerste pijpleiding voor het vervoer van ruwe olie. Dit gebeurde in het jaar 1865, maar vergeleken met de tegenwoordige afmetingen, betrof net *o"n slechts een miniem leidinkje van acht km lengte en een doorsnee van 5 cm, waar door 40.000 ton ruwe olie per jaar gestuwd kon worden. Maar deze eerste onderneming vormde het begin van een stormachtige ontwikkeling, die wellicht het beste wordt belicht door het feit dat in 1910 reeds meer dan 30.000 km olieleiding in gebruik wis. Nu wordt overal ter wereld ruwe olie ver voerd door een netwerk van pijpleidingen, dat in totaal meer dan300.000 km lang is. Dit betekent, dat alle ruwe-olie-leidin gen tezamen enkele overbruggen afstanden van meer dan 1600 km een totale lengte hebben, welke gelijk is aan ruim 7maal de omtrek van de aarde! Hierbij komen dan nog enkele honderd duizenden kilometers leiding in het algemeen met een kleinere doorsnede en een geringere wanddikte die voor het vervoer van eindprodukten en van aardgas dienen. IN HET VERLEDEN heeft men zeer grondige studie gemaakt van de verschil lende mogelijkheden, die zouden Kunnen De leiding ligt klaar; een graafmachine delft de sleuf. bijdragen tot de oplossing van het trans- portvraagstuk, ontstaan door de steeds toenemende vraag naar ruwe olie in het Rijn/Roergebied. Hierbij bleek, dat de aan leg van een pijpleiding van Rotterdam naar dit gebied de meest economiscne op lossing was. Tot de aanleg van zulk een leiding werd dan ook besloten. Er zijn belangrijke voordelen aan ver bonden ten opzichte van de gangbare ver voerwijze: het transport zelf is veel min der kwetsbaar en kostbaar. Men Kan een stabiel vervoer garanderen. Men neeft vrijwel alles in de hand en vooral: geen ijsgang of laag water kan het vervoer hin deren, laat staan stopzetten. Een geloste tanker moet naar zijn uitgangspunt worden teruggebracht: leeg. Dat is bij gebruik van buizen niet nodig. Ook is over het alge meen de af te leggen afstand tussen olie haven en eindpunt bij een buisleiding kor ter dan per binnenschip dat via bochtige rivieren of kanalen met sluizen moet varen. Voor onze steeds drukker bevaren Rijn is het belangrijk dat het aantal olie schepen verminderen kan, al zal dit op zichzelf weer een nadeel zijn voor de Rot terdamse haven. Bij gebruik van leidingen is 'net echter wèl noodzakelijk, dat er aan de beginkant een ononderbroken aanvoer en aan de andere kant het eindpunt een on onderbroken afname van ruwe olie is. De capaciteit van de leidingen zal voor een zo groot mogelijk deel gebruikt moeten worden om de zeer hoge investeringen rendabel te maken. Welnu, aan al deze eisen zal worden voldaan ten aanzien van de 400 km lange leiding van Pernis naar de Rijn. DE LEIDING begint in Pernis, net gebied der Rotterdamse petroleumhavens, loopt dan over een afstand van 153 km naar Venlo, waar zij zich splitst in een 105 km lange leiding naar Godorf en Wesseling, ten zuiden van Keulen, en in een 44 km leiding naar Wesel. Daar is zij aangesloten aan de reeds enkele jaren in gebruik zijnde leiding die naar de raffinaderij van Gel senberg Benzin AG te Gelsenkirchen/ Horst voert. Deze raffinaderij heeft een vermogen van 41/, miljoen ton ruwe olie per jaar. Aan het einde van de leiding te Godorf en Wesseling staat de nieuwe raf finaderij van de Duitse Shell die 4 miljoen ton per jaar kan verwerken. Ook werkt daar nog een andere fabriek, waarmee de Caltex samenwerkt. Bij een buisdoorsnede van 60 cm heeft de leiding nü een vervoers-capaciteit van ca. 8 !4 miljoen ton, welke hoeveelheid met behulp van twee pompstations getranspor teerd wordt. Het ene station staat te Pernis het andere te Venlo. Zodra er meer per jaar door de leiding gepompt moet worden, dienen meerdere pompen in Venlo opge steld te worden (de Duitse leidingen heb ben 40 cm diameter). Om tenslotte het maximale vermogen van 20 miljoen ton te kunnen bereiken is de bouw van nog twee pompstations noodzakelijk, die zijn ge projecteerd bij Dongen en bij Beek en Donk. De doorstroomsnelheid van de olie bedraagt bij de aanvangscapaciteit 1 meter per seconde of 3,6 km per uur. De afstand PernisWesseling wordt dus in ca. 71 uur of drie dagen afgelegd. -1. s. -. Op enorme opleggers werden de buizen naar hun bestemming vervoerd. gaan, moest er met alle eigenaren der gronden, waardoor de nieuwe transport- weg geprojecteerd was, gesproken worden. Die moesten hun toestemming geven, ze krijgen een vergoeding en moeten Hun nerzijds bepaalde voorwaarden aanvaar den. Dat waren er in Nederland 1200 en 1300 in Duitsland. In totaal had de maat schappij bovendien niet minder dan 500 vergunningen van officiële lichamen nodig. Dat waren alle voorbereidende werk zaamheden van administratieve aard, maar' aan de technische kant ging het evenmin op rolletjes. Daarvan vertelde ir. Dorleyn van een asfalteringsfabriek te Maassluis ons het een en ander. Men had namelijk in Nederland dit karwei nog nimmer bij de hand gehad. Maar de Amerikaanse Pijpleg- maatschappij die de technische uitvoering opgedragen kreeg had gelukkig wèl grote ervaringen. Maar.deze ervaring was opgedaan in woestijngebieden en niet in het mistige, vochtige Nederland. Boven dien is Nederland „iets" dichter bevolkt dan een normale woestijn en de hindernis sen die men daardoor in het terrein tegen komt zijn vele en velerlei De pijpen kwamen uit Engeland en Duitsland en werden in Maassluis ontroest (door beitsen) en daarna geasfalteerd. Nu klinkt dit laatste veel eenvoudiger dan net in werkelijkheid was. Want na het beitsen moest een zogenaamde hechtlaag worden aangebracht en daarop een naadloze dek laag van asfalt met glasvilt en glasdoek als „wapening" en een afdeklaag van kalk als laatste afwerking. Drie grote firma's hebben de buizen gelegd. Al die firma's hebben met de nodige tegenslagen te kam pen gehad terwijl men ook voor legio vraagstukken kwam te staan waarvoor men aanvankelijk geen oplossing kende. De door de asfalteringsfabriek afge leverde buizen moesten op hun plaatsen van bestemming aan elkaar gelast worden. Die lassen moesten geasfalteerd en geïso leerd worden en daarna werd de gehele pijp nog gecontroleerd op beschadigingen. Er was een röntgentechnische dienst, die alle gemaakte lassen onderzocht op lekken met ultrasonische apparaten. Een ander interessant aspect Dij het aan brengen van die leiding was het buigen van die stalen, reeds van een dikke af- schermlaag voorziene buizen. Daartoe had men een Amerikaanse machine laten komen, die de 8 meter lange en 60 cm dikke buizen boog zonder dat er iets be schadigd werd. Voor de kruising van het Hollands Diep (1700 m. breed) moesten 200 stalen buizen aan elkaar worden gelast. De reeds voor bewerkte buizen moesten bovendien nog 1 Een deel van de reuzenslang op de steiger boven het Hollands Diep. met een 6 cm dikke betonmantel omgeven worden. Hoe zou men dat opknappen? Het personeelsorgaan van Van Hattum en Blankevoort vertelt het duidelijk: Aan de noordzijde van het Hollands Diep achter de dijk werd het werkterrein ingericht. Iedere afzonderlijke buis werd op een lor rie geplaatst, zorgvuldig gericht en vast- gelast aan de voorafgaande. Na het aan elkaar lassen van zes buizen werd de „trein" achteruit gereden, zodat de volgen de zes buizen op dezelfde plaats konden worden gelast. Een eind verder werd de wapening aangebracht, de stalen bekisting bevestigd en het beton gestort. Op deze wijze kroop dus een steeds langer worden de witte worm van het Hollands Diep af het bouwland in, kroop op een brug op jukken over de slaperdijk en weer verder tot tenslotte de volle lengte van 1700 m. op lorries tussen de suikerbieten stond. Onderwijl waren de baggermolens beiig in de bodem van het Hollands Diep de ruim 4 meter diepe sleuf uit te baggeren en werden aan de zuidzijde van het water twee lieren van ieder 30 ton trekkracht opgesteld Zeer terecht zegt de schrijver dat het, zo verteld, allemaal nogal eenvoudig lijkt, maar dat de werkelijkheid heel anders was. Want vrijwel iedere handeling dreigde op haar tijd een „bottleneck" teworden omdat er zulk een korte termijn (twee maanden) ter beschikking stond. Enorm-zware kabels waren nodig om tenslotte de buis het water in en door te trekken. Drie sleepboten waren zelfs niet in staat om de dekschuiten met kabels vooruit te krijgen. Na vier dagen martelen kon met het trekken worden begonnen en langzaam zette de witte worm zich in be weging en dook het water in. Een uur later was al ongeveer 100 meter in het wgter. Ook daarna kwamen er nog weer onver wachte moeilijkheden. Maar toen het dan zaterdag 13 september half tien in de avond was geworden kwam de kop van de buis boven water aan de andere kant van het Diep en om 11 uur lag hij vast ver ankerd tegen de kruin van de Moerdijk, waarmede een prachtig stuk waterbouw werk was geleverd. Mobiele kranen brengen de buisdelen boven de vore waarin zij straks, aan elkaar gelast, zullen worden neergelaten. Maar vóórdat er in Wesseling één drup peltje olie nit de leiding komt, heeft men er in Pernis al.... 88.000 m3 in moeten pompen. Dat is de totale inhoud van de gehele buisleiding op dit traject. Hoeveel is 88.000 m3? Wel: de inhoud van 3 a 4 zee tankschepen! HET LIJKT allemaal zo doodeenvoudig: een leiding leggen. Jawel, maar niet alleen noet die leiding ingegraven worden op een iiepte van tenminste 60 cm (dikwijls van l m.) waartoe dus sleuven gegraven moeten worden, maar ook moeten de buisg?de?lten natuurlijk nog zonder de geringste leKkage aan elkaar worden bevestigd. Ze moesten onder sloten, wegen, kanalen en dijken dóór duiken en zelfs door het Hollands Diep. Maar alvorens men daartoe over kon HET UITGAANSLEVEN op Rome's Via Veneto dat regisseur Federico Fel- lini stof had gegeven voor zijn omstreden füm „La dolce Vita", is aan het ver dorren. De figuren die het Broadway van Rome hadden gemaakt tot een schouwtoneel van geïmproviseerde strip teases en vechtpartijen, hebben hun bie zen gepakt en zijn met stille trom ver trokken, of hebben besloten zich voort aan beter te gedragen. Zeker, de café terrassen op de Via Veneto zijn even vol als altijd. Maar zij die aan espresso's of capuccino's, of verversingen van sterker samenstelling, nippen, zijn gezeten bur gers. En ook zij die op de Via Veneto geschiedenis hebben gemaakt, zij het niet in gulden letters, maken nog steeds hun wandelingetjes. Maar zijsprongetjes zijn er niet meer bij. DE MEESTEN van hen hebben zich na die ene avond van publiciteit, in het ga reel gevoegd. Waar zijn zij gebleven, die de roddelkolommen in de boulevardbladen vulden? De bohémienne bij uitstek onder hen, de blonde schilderes Novella Parigi- ni, zit thuis en wacht het uur af waarop zij moeder zal worden. Wie van het kind de vader is zegt zij niet. De conventie van het huwelijk schuift Novella opzij. Mar kies Antonio Gerini, eigenaar van een no toir Romeins nachtlokaal, zwerft tussen Capri en Cortina d'Ampezzo, tussen Ric- cione en Rome, om kwijnende clubs nieuw leven in te blazen. Prins Filippo Orsini, wiens zonderlinge romance met de Engel se filmster Belinda Lee leidde tot zijn verbanning van het pauselijk hof als prin- ceps solii, leidt een verzekeringsmaat schappij voor dc filmindustrie. Gravin Ol- ghina di Robilant, wier verjaardag twee jaar geleden eindigde in een striptease door een Turkse danseres op de colbert jes van de edellieden die haar aanraking met de koude vloer wilden besparen, is als journaliste verbonden aan een Ro meins weekblad. OOK DE FILMADEL heeft zich het motto „adeldom verplicht" eigen ge maakt. Anita Ekberg, die zich in Rome niet kan bewegen zonder een horde jour nalisten en persfotografen op de been te brengen, en om hun te gerieven voetbaden nam in de Fontana di Trevi, werkt nu zo hard dat ze geen tijd vindt om 's avonds uit te gaan. Haar gewezen echtgenoot, de Britse filmacteur Anthony Steel die zich niet ontzag zijn vrouw in het openbaar een kaakslag toe te dienen is zonder enig spoor achter te laten verdwenen. En niemand ziet ex-koning Faroek meer club- in-club-uit gaan, het markiezinnetje Irma Capece-Minutolo in zijn kielzog meetrek kende. Edmund Purdom, de Engelse film ster, heeft zich met zijn Alicia verzoend en maakt geen scènes meer in het open baar. En in Rome is geen voorbeeldiger moeder dan mevrouw Linda Christian, voorlaatste vrouw van wijlen Tyrone Power. John Barrymore jr., de jongste telg uit het beroemde Amerikaanse to neelspelersgeslacht, is niet meer in de roddelpers geweest sinds het begin van het jaar. Hij is blijkbaar tevreden met zijn zwarte baard en blonde Italiaanse vrouwtje.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 13