AVONTUURLIJKE TELEPAAT MAAKTE CARRIERE AAN HET HOF VAN LODEWIJK XV L Halldör Laxness v NEDERLANDSE IMMIGRANTEN GAAN STEEDS MEER OP IN HET RIJKE AUSTRALISCHE VERENIGINGSLEVEN IJslaed's Nolbelprijswiimaar w* ASSIMILATIE VOLTREKT ZICH SNEL ZATERDAG 28 JANUARI 1961 Erbij PAGINA TW bt mmm Onze tuin- en kamerplanten G. Kromdijk m Helaas zijn er nog vele immigranten in Australië, die menen zich van het sociale leven afzijdig te moeten houden, meestal omdat zij in de verkeerde veronderstelling leven, dat er in Australië niet het soort club is, waar zij in Nederland gewend waren lid van te zijn. Zulke klagers hebben ongelijk. Australië biedt namelijk grote rijkdom aan verenigingen en in het verenigingsleven zelf. Er is keus te over in alle vormen en graden en er is nog nooit, bij mijn weten, een immigrant het lidmaatschap van welke club ook ge weigerd op grond van zijn nationaliteit. Het sociale leven begint in de kleine gemeenschap van de plaats waar men woont. Dit geldt voor Australië zelfs sterker dan voor Nederland, want de afstanden zijn in dit eiland-continent groter en een kleine gemeen schap is inderdaad op zichzelf aangewezen, als het naaste dorp honderd of meer kilometer verder ligt en dat is heus geen uitzondering. WL ALS EEN VURIGE KOMEET komt in het jaar 1757 graaf De Saint-Germain de wereld van Lodewijk XV en de zijnen binnenzeilen, de wereld van madame de Pompadour en de lichte lijk decadente dames en heren van het Franse hof in Parijs en Versailles. Een slanke kerel van donkere huidskleur, met zwarte, blikkerende ogen, vliegensvlug in zijn bewegingen, onbe vangen vrolijk als een kind, wijs als een grijs aard. Niemand weet waar hij vandaan komt. Niemand weet wie hij is! Er hangt een mysterie rond deze man, verzucht madame de Pompadour, nadat de graaf haar zwijgend in de ogen heeft gezien. En niemand be twijfelt dat meer, nadat tijdens een diner de be jaarde gravin De Gergy, de weduwe van de voor malige gezant in Venetië, aan de jonge man heeft gevraagd, of het ook kan zijn dat zij 34 jaar ge leden in de Lagunenstad zijn vader leerde kennen. Tot stomme verbazing van iedereen verklaart graaf De Saint-Germain dat hij het zelf was, die haar toen het hof maakte. En hij bewijst het op slag door gemeenschappelijke herinneringen op te halen, dingen die alleen zij en haar minnaar van zo lang geleden kunnen wetenDeze man moet minstens 60 zijn en hij lijkt 30! Een waas van geheimzinnigheid ligt tot op deze dag over de persoon, het leven en de afkomst van graaf De Saint-Germain, die ook als markies De Montfer- rat, graaf Bellamare, graaf d'Aymar, Ritter von Schönig, de Duke of Weldone, graaf Tzarogy en Chevalier Velladone geheel Europa bereisde. Het staat vast dat hij een ongewone welsprekend heid bezat. Elk gezelschap wist hij urenlang te boeien en het wondere feit deed zich daarbij voor dat velen die eerst sceptisch stonden tegenover zijn beweerde aartsvaderlijke ouderdom, volledig werden overtuigd door zijn suggestieve herinne ringen aan Jeanne d'Arc, Karei de Grote, Jezus Christus. Daarbij deden zich ook inderdaad won derlijke dingen voor. Eens vertelde hij bij voorbeeld te hebben meegevochten in de slag bij Pavia. Die slag was in 1525, twee honderdendertig jaar, voordat graaf De Saint-Germain er een bewogen oogge- tuigeverslag van gafTenslotte vertelde hij precies, waarom hij na de slag met de hertog De Montmorency in een hevige twist geraakte, en hij noemde feiten die volkomen onbekend waren en die alleen stonden opgetekend in een geheim familie archief der Montmorency's. Nu was in het gezelschap toevallig een afstammeling van dit geslacht aanwezig en deze kon niet anders dan stomverbaasd bevestigen dat de onthullingen van graaf De Saint-Ger main juist waren; zij waren tot dat ogen blik alleen bekend geweest in de familie en geheim gehouden, omdat zij de verre voorvader allesbehalve tot eer strekten. Er deden zich ook humoristische dingen voor, als graaf De Saint-Germain over ;.vroeger" zat te vertellen. Tijdens een diner ten huize van hertog De Richelieu onderbrak de graaf ap een bepaald ogen blik zijn verhaal, wendde zich om en vroeg zijn bediende die achter zijn stoel stond: „Jean, was dat in Bazel of in Engeland dat wij Erasmus van Rotterdam ont moetten?" Met het ernstigste gezicht van de wereld antwoordde Jean: „Het spijt mij heer, mijn voorganger was toen nog bij u. Ik kwam pas in 1532 in uw dienst!" De grootste scepticus die graaf De Saint- Germain leerde kennen, wilde toch altijd nog wel bevestigen dat dit een man met uitzonderlijke gaven was. Hij schreef zowel links als rechts en zelfs twee verschillende brieven tegelijkertijd, de een met de lin kerhand, de ander met de rechter. Het was bewezen dat hij negen talen uitstekend beheerste: Frans, Italiaans, Duits, Engels, Spaans, Portugees, Arabisch, Latijn en He breeuws. Elk boek uit zijn omvangrijke bi bliotheek had hij gelezen en hij bewees dit door elk willekeurig deel uit zijn gigan tische boekenkasten woord voor woord te citeren. Het was een fijnzinnige kunst liefhebber en bezat een prachtige schilde rijencollectie. Ook schilderde hij uitste kend. De viool bespeelde hij op onover troffen manier. Levenselixers en minnedranken Eeuwenoud was bij het leven van deze man het geloof aan de alchemie, een ge heime wetenschap om levenselixers te ma- kén, „minnedranken" en „de steen der wijzen". Vooral die „steen der wijzen" was de moeite waard; daarmee zou men lood door een simpele aanraking kunnen ver deren ingoud.Met duizend-en-een-geheim zinnigheden haakte graaf De Saint-Ger main in op dat onverwoestbare geloof aan een met geheime machten bezielde alche mist. Tegen schandelijke prijzen verkocht hij onder de diepste geheimhouding zijn levenselixer. Madame de Pompadour en de koning probeerden tevergeefs zijn pro- dukten te kopen. Hij loochende tegenover hen zelfs zijn „handel". De invloedrijke madame de Pompadour kreeg wel (en gra tis) het recept van een haarolie. Ook an dere kleine schoonheidsmiddeltjes kwamen uit zijn alchemistenkeukentje en de vrou wen waren er verrukt over; het kostte hun bovendien niets. De heren werden huns ondanks ge ïmponeerd door de wonderbaarlijke weten schap van de graaf om juwelen te maken, om kleine diamantjes „om te smelten" tot één grote en om juwelen van vlekken te zuiveren. De graaf bezat zelf honderden edelstenen van onschatbare waarde die hij kwistig uitdeelde. Allesbehalve zuinig was hij bovendien met kant. Als ergens de da mes met waardering spraken over het fijne kant dat voor zijn kleding gebruikt was, ontvingen zij een dag later prompt een el of wat van dezelfde soort. Bij een bezoek aan madame de Pompa dour had haar dame van gezelschap, me vrouw Du Hausset, twijfel getoond aan de echtheid van een massief gouden doos be zet met topazen, smaragden ep ,robijnen. Graaf De Saint-Germain "bood haar op de vriendelijkste wijze de doos aan met het verzoek bij gelegenheid ook even de echt heid te laten onderzoeken. Naderhand bleek toen dat de doos in elk opzicht echt was en een vermogen vertegenwoordigde! Met het hiervoor genoemde feit dat graaf De Saint-Germain elk boek uit zijn bi bliotheek woord voor woord kon naver tellen, als een ander het tegelijkertijd con troleerde, hebben wij vermoedelijk al de grens tussen de normale en de para-nor male vermogens van deze man overschre den. In de parapsychologie kent men de telepathie en de helderziendheid. Wie enigermate met parapsychologische begrip pen vertrouwd is, begint graaf De Saint- Germain te doorzien! Wat niemand uit de achttiende en de negentiende eeuw be greep, begrijpen wij: de graaf was een sterk telepaat. Een boek kon woord voor woord door hem geciteerd worden, als een ander op een kleine afstand dit boek tegelijkertijd woord voor woord zat na te lezen! Op soortgelijke wijze is een verklaring „Zo was de wereld waarin de graaf De Saint-Germain zijn triomfen vier de. Hij was een slanke, elegante man die de vrouwen boeide en ook de mannen fascineerde met zijn geweldig vertellerstalent." te geven voor het hierboven vertelde geval van de oude gravin De Gergy en evenzeer kan door middel van telepathie en helder ziendheid verklaard worden, hoe graaf De Saint-Germain de geheimen wist van de familie De Montmorency: de jonge hertog De Montmorency kende die, dacht er sterk aan toen de graaf met zijn verhaal van de slag bij Pavia bezig was, met het gevolg dat deze die gedachten telepathisch „begon op te vangen". Waarom kwam graaf De Saint-Germain in 1760, dus ruim 200 jaar geleden, naar Nederland? Frankrijk en Oostenrijk waren in oorlog met Pruisen. Frankrijk en Lode wijk XV waren die oorlog moe. Het was echter voor Frankrijks, eerste minister, hertog De Choiseul, een prestige-kwestie geworden, de oorlog tot een goed einde te brengen. Hij was de initiatiefnemer ge weest en hij had de oorlog steeds weer doorgezet. De minister van Oorlog daarentegen, maarschalk De Belle-Isle, de man die graaf De Saint-Germain uit Oostenrijk had mee gebracht, wist de koning ervan te over tuigen dat het goed was buiten De Choi seul en buiten Oostenrijk om, op neutraal gebied onderhandelingen met Pruisen over de vredesvoorwaarden te openen. Niemand zou voor Frankrijk dit moeilijke werk zo goed kunnen doen als.graaf De Saint- Germain. Koele reactie in Nederland Lodewijk, die op aanraden van De Pom padour al kennis had gemaakt met onze held, leek het een goede oplossing en zo kwam graaf De Saint-Germain in maart 1760 in Den Haag aan. Zijn reputatie was hem vooruitgesneld. Men ontving de graaf in ons vaderlandje met de nodige reserve. Als mensen in de bedompte boudoirs van Versailles kunnen geloven dat iemand meer dan tweeduizend jaar oud is, dan gelooft men datzelfde nog zo maar niet in huizen, waar de frisse zeewind door heen blaast. De graaf voelde zich hier van meet af- aan in de verdediging gedrongen. Meer dan ooit probeerde hij de perfect-Frans sprekende Nederlanders met zijn beste verhalen over Karei de Grote en Julius Caesar te overbluffen. Men luisterde ge ïnteresseerd, maar hoe koel waren de reacties. Veel minder halfopen monden, veel meer hoog-opgetrokken wenkbrauwen en vage glimlachjes dan in Frankrijk De graaf zette door en deed geheim zinniger dan ooit, terwijl hij bovendien een waarlijk vorstelijke pracht ten toon spreidde. Zoiets imponeerde altijd over alNiet in Nederland, dat doorging voor het rijkste land ter wereld. Inmiddels had de graaf talrijke bespre kingen met de Saksische gezant te Den Haag, Von Kauderbach, met de bedoeling via hem de gewenste vredesonderhande lingen met Pruisen te openen. Alles ging goed tot de 24ste april 1760. Toen maakte deze man een volledige ommezwaai, hij lichtte de Franse gezant, graaf d'Affry, in over de ware reden van het bezoek van de graaf De Saint-Germain. Snel ging nu de voor de graaf alleraanongenaamste ontwikkeling der feiten. De gezant waar schuwde de Franse minister-president, de hertog De Choiseul, die per kerende post een arrestatiebevel zond voor de graaf De Saint-Germain, zonder hiertoe de ko ning te raadplegen. Nu verkeerde de gezant in een moeilijke positie. Hoe gemakkelijk kon hij in een onenigheid tussen de koning en diens eerste minister betrokken worden. Een geniale oplossing: hij liet graaf De Saint- Germain over de stand van zaken inlich ten met het verzoek binnen 24 uur de plaat te poetsen en dan bij voorkeur niet naar Frankrijk! De graaf begreep dat hem weinig te kiezen overbleef. Met zeer ge mengde gevoelens ging hij te Vlissingen scheep naar Engeland. Dood van „onsterfelijke" Heel moeilijk is het spoor van de graaf te volgen in de 24 levensjaren die hem na zijn vertrek uit Nederland restten. Het is bekend dat hij in 1762 in het Rusland van Catharina II de rang van generaal-majoor verkreeg, omdat hij een beslissende rol speelde in de staatsgreep te harer gunste. Men signaleerde hem verder in Berlijn, Dresden, Wenen, Venetië, Milaan, Livomo, Genua, Mantua, Pisa, opnieuw in Den Haag (in 1773), daarna weer in Duitsland, waar hij jarenlang in de buurt van Altona in het plaatsje Eckerfiorde woonde. Op een koude winterochtend van het jaar 1784 constateerde een zijner bedienden dat graaf De Saint-Germain in alle stilte het tijdelijke voor het eeuwige had verwisseld. De „onsterfelijke" was niet meer llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll (Van onze correspondent) IN GEHEEL SCANDINAVIë (Finland en IJsland daarbij inbegrepen) is het verschij nen van een nieuw werk van een der grootsten, steeds een gebeurtenis. Als Ibsen of Kivi, Strindberg, Dagerman of Munk met een nieuw toneelstuk, Hamsun, Undset of Hjalmar Bergman met een nieu we roman, Wildenwey of Nordahl Grieg met een dichtbundel uitkwajnen, kon de uitgever of toneeldirecteur op een intens medeleven van het publiek rekenen. Het was een nieuwtje, dat men met graagte doorvertelde, het was dankbare gesprek stof. Kai Munk viel door moordenaarshand evenals A. M. de Jong te onzent. Nordahl Grieg werd neergeschoten boven het bran dende Berlijn, Stig Dagerman was nog heel jong toen hij enkele jaren geleden op een avond zijn gasten verliet, zijn auto startte in een dichte garage en de volgende ochtend aan gasvergiftiging overleden ge vonden werd. Andere namen kwamen op of groeiden in betekenis; de romanschrij ver Sigurd Hoel (overleden in 1960), de dichter Arnulf Overland in Noorwegen, de romanschrijvers Lagerkvist, Johnson, Hedberg of Moberg in Zweden, Waltari of Salminen in Finland, Aage Dons of H. C. Branner in Denemarken en Gunnar Gun- narsson of Halldör Laxness op IJsland. Cineraria's zijn vrolijke en kleurige kamerplanten; ze voldoen als kamerplan ten prima maar geef ze vooral niet te veel warmte; ze moeten heus in een zeer matig verwarmd vertrek staan; in de normaal verwarmde kamer is het voor hen veel te heet. Dit zal het optreden van luis tengevolge hebben en die krijgt de plant ook als ze op de tocht komt te staan; dat moet men dus zo veel mogelijk zien te vermijden. Cineraria's moeten wel veel water hebben en in deze tijd van het jaar moet het zeker lauw-warm zijn en vooral in zo'n koele kamer mag men niet met koud leidingwater gieten. Het is echt verleidelijk een rijk bloeiende plant aan te schaffen doch het is veel beter een plan te kopen met enkele open bloemen en veel bloemknoppen; daar zal men veel lan ger plezier van hebben. Zolang de plant nog niet in volle bloei staat is het wel nuttig haar wekelijks ook een beetje opgeloste kamerplantenmest te geven. In deze tijd kan de cineraria nog wel volle zon hebben, doch na half februari zal men haar daar tegen toch al een weinig moeten be schermen. n De graaf De Saint-Germain (Van onze correspondent) „BELANGSTELLENDEN zijn welkom" en „neemt uw vrienden en kennissen mee" zijn twee telkens weerkerende uitdruk kingen in de verslagen van bijeenkomsten en vergaderingen van Australische ver enigingen. Zij ondervinden ruime mede werking van de plaatselijke pers, die kolommen ruimte afstaat voor die ver slagen. Jammer genoeg zijn er vele Neder landse immigranten, die de Engelse taal niet voldoende machtig zijn om de krant te lezen. Er zijn echter duizenden andere Nederlanders, die hier al langer dan van daag zijn en de weg naar deze verenigingen hebben gevonden. Dit laatste is een van de oorzaken waardoor er in de Nederlandse clubs slechts een kleine groep van oud gedienden is overgeblevenDe anderen hebben zich in de loop der jaren geassimi leerd en hebben zich bij Australische ver enigingen aangesloten. De laatste tijd zijn bij de Nederlandse verenigingen algehele wijzigingen in de besturen gekomen. Oude, bekende namen zijn vervangen door nieuwe. DAARTEGENOVER kan men in de plaatselijke pers steeds meer Nederlandse namen lezen in de verslagen van Austra lische verenigingen. Het is goed dat de Nederlander zich op die wijze assimileert met zijn omgeving, want in het Austra lische verenigingsleven vindt hij ook de maatschappelijke steun, die hij als de Australiër zelf in tijden van tegenspoed nodig heeft. Dit wil geenszins zeggen, dat de Nederlandse vereniging zich niets aan hem gelegen zou laten liggen als het zover mocht komen, maar het is een feit, dat de geassimileerde Nederlander zich steeds verder verwijdert van de Nederlandse ge meenschap, soms zelfs tegen wil en dank, VANZELFSPREKEND GENIETEN, voor al in Zweden, de werken van de Nobel prijswinnaars voor litteratuur veel aan dacht, zowel in de kring van litteraire fijnproevers als daarbuiten. En dat daar bij de bekroonden van eigen Scandinavi sche bodem: Lagerkvist, Laxness, Sillan- paa, een goede kans maken vooraan te komen, ligt voor de hand. Halldör Laxness begint daarbij favoriet te worden. Toen hij het goud verwierf, had hij de top ken nelijk nog pas of nog niet bereikt. Daar door is de verschijning van een nieuwe Laxness iets, waar men reikhalzend naar uitziet. Hij is nu 58 jaar en de mogelijk heid bestaat dus, dat men nog veel hoort van de man, die in 1955 de Nobelprijs verwierf. Zijn grote werk „IJslands Klok", in het Nederlands verschenen in de serie „Pantheon van Nobelprijswinnaars voor doordat zijn Australische vriendenkring landgenoten in deze streek toch tegen de zich verruimt. drieduizend bedraagt. „Verschillende Nederlanders, aan wie ik vroeg waarom ze geen lid waren van onze vereniging vertelden me, dat ze aan gesloten waren bij een Australische club en daar genoeg voldoening vonden", zo vertelde mij een bestuurslid van de Neder landse Vereniging in Sutherland Shire", waar eertijds een bloeiende Nederlandse club bestond, die thans in ledental tot een 150-tal is geslonken, terwijl het aantal WIE EENMAAL INGEBURGERD is in het Australische leven, vindt er vereni gingen te kust en te keur. Dit geldt zowel voor de man als voor de vrouw. Behalve de vele sportverenigingen (voor jong en oud, op alle gebied, buitenshuis zowel als binnenshuis), zijn er de bijzondere ver enigingen van kerk, school, zakenlieden, liefdadigheid, amateurfotografen, wande laars en woudlopers, honden- en duiven- liefhebbers, tuiniers, handboogschutters en andere schutters. De variatie is in aan tal groter dan dat van de volkeren der wereld. Het is geen uitzondering meer als men onder de leden van deze clubs, en zelfs in de besturen ervan, Nederlanders aantreft. Wie niet weten zou bij welke vereniging zich aan te sluiten, omdat hij geen winkelier is, niet aan sport doet, niet bij een kerk is aangesloten, geen bijzondere hobby heeft, vindt zijn weg wel naar de „Vereniging ter bevordering van het Wel zijn van de Plaats zijner Inwoning". Hij kan er menig gezellig ogenblik beleven op de vergaderingen en feestjes, die zo'n ver eniging organiseert. Vrijwel alle vereni gingen zijn heel sterk in het houden van „parties" want de burgers van Australië zijn een actief volk en de vrouwen niet het minst. DIT GELDT OOK voor Rotary, de Lions (leeuwen) en Apex clubs, die zich voor namelijk bezighouden met de bevordering van naastenliefde, niet alleen door geld te geven, maar ook arbeidskracht. Het is niet ongewoon, dat de leden de handen uit de mouwen steken om bijvoorbeeld een huis te bouwen voor iemand, wiens woning door brand of storm is vernield en in ern stige nood verkeert, of de oogst binnen te halen voor een boer, die door een ongeval in het ziekenhuis ligt. Dit zijn twee voor beelden om als „uitersten" te worden aan gehaald van de activiteit van een grote en gevarieerde reeks van verenigingen in de Australische samenleving. Er is daarbij terdege plaats voor Nederlandse immi granten. In feite vervullen zij al een rol van betekenis: de betekenis namelijk van de assimilatie, welke bezig is zich zo te vol trekken, dat zij er zelf niet eens meer bij stilstaan. Halldös Laxness Litteratuur" te Hasselt in 1958, is een meesterwerk. Het is helaas nog niet los verkrijgbaar. In 1960 verscheen „Het te ruggevonden Paradijs", een boek, geïnspi reerd op de mormoonse zending en spe lend omstreeks 1904. Ook hierin is Lax ness op zijn best. Elke pagina is rijk aan scènes, veelkleurig als het IJslandse land schap en ongemeen boeiend in al hun een voud. Zijn verteltrant wordt door een Rembrandtiek licht omstraald, geen de tail is overbodig. Hij is als componist van gedachtensymfonieën slechts met de aller grootsten te vergelijken. Hij schrijft over uit hun milieu gerukte, eenvoudige, dood arme mensen, sereen van simpelheid, ver blindend van wijsheid, beklagenswaardig van schuchterheid en goedgelovigheid opgegroeid onder een koele hemel, op een de mensen niet goed gezinde bodem en over een cultuurvolk met onwrikbare tra dities, verborgen passies, een hang naar het dichterlijke, het fantastische. Hijzelf is gezegend met een warm gevoel voor humor en mededogen. Het groteske van vele scènes is nooit onaannemelijk maar blijft menselijk. ZIJN HOOFDPERSOON een keuterboer, geeft een zelfgefokte pony, een raspaard- je, ten geschenke aan de Deense koning, een gewezen Duitser, die over IJsland als bijland regeert en er op bezoek komt. Het geschenk wordt aanvaard, de boer wordt vriendelijk uitgenodigd zijn pony eens te komen bezoeken en wordt een half jaar later ontvangen op het moment, dat de koninklijke familie haar bloedverwanten, de koning van Griekenland, de prins van Wales, de tsaar van Rusland en andere gekroonden op bezoek heeft. Omdat de man uit het barre IJsland een schrijn, als geschenk voor zijn koning, heeft mee gebracht: een bijouteriekistje waar hij maanden aan heeft gewerkt en dat slechts te openen is als veertien pallen in een bepaalde volgorde worden ingedrukt, wordt hij als welkom intermezzo in het hoge gezelschap toegelaten. Hij verklaart het geheime slot: het is alleen te openen met behulp van een gedicht, waarin de cijfers een tot en met veertien in de gewenste volgorde voorkomen. De gedachten van het IJslandse volk zijn altijd vervuld ge weest van sagen en gedichten. Zij waren zowel geschiedenisboeken als bellettrie, reglementen, tradities en zelfs nieuws. Nergens is er zoveel spreukenwijsheid in de overlevering. Niemand van de hoge aanwezigen verstaat echter zijn vers, nie mand kan de op schrift gestelde, berijm de handleiding lezen. Deze ligt al gauw vertrapt op de vloer, het schrijn staat weldra ongeopend in een hoek, vergeten als de schenker zelf. Dan ontmoet hij een Mormoonse bisschop de enige die hem een glas (water) te drinken geeft, hem laaft. Hetgeen zijn lot bezegelt. WANT INPLAATS van de boot naar huis te nemen, neemt hij die naar Ame rika. Thuis wordt zijn hofstede verwaar loosd. Armoede en schande komen over zijn gezin. Onderwijl ziet hij de nieuwe wereld en komt in allerlei stadia van ge lukzaligheid. Want alles is in Utah beter en grootser, dank zij het geloof. Zonder zijn gezegende humor zou Laxness een droefgeestig auteur zijn de ondergrond van zijn barokke invallen is oneindig me lancholiek. Als men als Nederlands journalist te genover deze grote, verlegen IJslan der in Kopenhagen in d'Angleterre zit en wil weten wanneer hij ons land be zocht heeft, dat hij met zoveel char me in „IJslands Klok" heeft beschre ven, dan antwoordt hij, dat dit helaas nog niet het geval was. Maar dat hij het verzuim hoopt in te halen. Ove rigens beschreef hij het Holland van twee euwen her vele landen zijn de vreemdeling even vertrouwd als de inboorling zodra de tijd, die men beschrijft, maar ver genoeg achter ons ligt (Eyvind Johnsons nieuwe, knappe boek speelt gedeeltelijk in Nij megen, in Karei de Grote's tijd). WIJ KRIJGEN, als hij spreekt, in het geheel niet het gevoel met een vreemde ling te doen te hebben toch hadden we hem nog maar één maal eerder ont moet: in Antwerpen, kort na zijn bekro ning. Vlaanderen vindt hij een heerlijk land, De mensen zijn zo gezellig en har telijk. Hun redevoeringen zijn alleen erg lang. Hij glimlacht bij de herinnering aan vijf speeches, in het Hollands, het Frans en het Duits tot hem gericht, die hij nood gedwongen in het Engels moest beant woorden in zes zinnen! Hij schreef „Het teruggevonden Paradijs", dat is, zo als men vermoeden zal, IJsland (waar de boer, zijn hoofdpersoon, als missionaris heen gezonden wordt) in alle rust in Lu gano, in de winter van 1959/'60. Geen land kan men beter beschrijven als dat waar men afscheid van genomen heeft. Schreef Ibsen zijn beste stukken niet in Rome?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 14