AVONTUURLIJKE TELEPAAT MAAKTE
CARRIERE AAN HET HOF
VAN LODEWIJK XV
L
Halldör Laxness
v
NEDERLANDSE IMMIGRANTEN GAAN STEEDS MEER OP
IN HET RIJKE AUSTRALISCHE VERENIGINGSLEVEN
IJslaed's Nolbelprijswiimaar
w*
ASSIMILATIE VOLTREKT ZICH SNEL
ZATERDAG 28 JANUARI 1961
Erbij
PAGINA TW bt
mmm
Onze tuin- en kamerplanten
G. Kromdijk
m
Helaas zijn er nog vele immigranten in Australië, die menen zich
van het sociale leven afzijdig te moeten houden, meestal omdat
zij in de verkeerde veronderstelling leven, dat er in Australië niet
het soort club is, waar zij in Nederland gewend waren lid van te
zijn. Zulke klagers hebben ongelijk. Australië biedt namelijk grote
rijkdom aan verenigingen en in het verenigingsleven zelf. Er is
keus te over in alle vormen en graden en er is nog nooit, bij mijn
weten, een immigrant het lidmaatschap van welke club ook ge
weigerd op grond van zijn nationaliteit. Het sociale leven begint
in de kleine gemeenschap van de plaats waar men woont. Dit
geldt voor Australië zelfs sterker dan voor Nederland, want de
afstanden zijn in dit eiland-continent groter en een kleine gemeen
schap is inderdaad op zichzelf aangewezen, als het naaste dorp
honderd of meer kilometer verder ligt en dat is heus geen
uitzondering.
WL
ALS EEN VURIGE KOMEET komt in het
jaar 1757 graaf De Saint-Germain de wereld
van Lodewijk XV en de zijnen binnenzeilen, de
wereld van madame de Pompadour en de lichte
lijk decadente dames en heren van het Franse
hof in Parijs en Versailles. Een slanke kerel van
donkere huidskleur, met zwarte, blikkerende
ogen, vliegensvlug in zijn bewegingen, onbe
vangen vrolijk als een kind, wijs als een grijs
aard. Niemand weet waar hij vandaan komt.
Niemand weet wie hij is!
Er hangt een mysterie rond deze man, verzucht
madame de Pompadour, nadat de graaf haar
zwijgend in de ogen heeft gezien. En niemand be
twijfelt dat meer, nadat tijdens een diner de be
jaarde gravin De Gergy, de weduwe van de voor
malige gezant in Venetië, aan de jonge man heeft
gevraagd, of het ook kan zijn dat zij 34 jaar ge
leden in de Lagunenstad zijn vader leerde kennen.
Tot stomme verbazing van iedereen verklaart
graaf De Saint-Germain dat hij het zelf was, die
haar toen het hof maakte. En hij bewijst het op
slag door gemeenschappelijke herinneringen op te
halen, dingen die alleen zij en haar minnaar van
zo lang geleden kunnen wetenDeze man moet
minstens 60 zijn en hij lijkt 30! Een waas van
geheimzinnigheid ligt tot op deze dag over de
persoon, het leven en de afkomst van graaf De
Saint-Germain, die ook als markies De Montfer-
rat, graaf Bellamare, graaf d'Aymar, Ritter von
Schönig, de Duke of Weldone, graaf Tzarogy en
Chevalier Velladone geheel Europa bereisde.
Het staat vast dat hij een ongewone welsprekend
heid bezat. Elk gezelschap wist hij urenlang te
boeien en het wondere feit deed zich daarbij voor
dat velen die eerst sceptisch stonden tegenover
zijn beweerde aartsvaderlijke ouderdom, volledig
werden overtuigd door zijn suggestieve herinne
ringen aan Jeanne d'Arc, Karei de Grote, Jezus
Christus.
Daarbij deden zich ook inderdaad won
derlijke dingen voor. Eens vertelde hij bij
voorbeeld te hebben meegevochten in de
slag bij Pavia. Die slag was in 1525, twee
honderdendertig jaar, voordat graaf De
Saint-Germain er een bewogen oogge-
tuigeverslag van gafTenslotte vertelde
hij precies, waarom hij na de slag met de
hertog De Montmorency in een hevige
twist geraakte, en hij noemde feiten die
volkomen onbekend waren en die alleen
stonden opgetekend in een geheim familie
archief der Montmorency's. Nu was in het
gezelschap toevallig een afstammeling van
dit geslacht aanwezig en deze kon niet
anders dan stomverbaasd bevestigen dat
de onthullingen van graaf De Saint-Ger
main juist waren; zij waren tot dat ogen
blik alleen bekend geweest in de familie
en geheim gehouden, omdat zij de verre
voorvader allesbehalve tot eer strekten.
Er deden zich ook humoristische dingen
voor, als graaf De Saint-Germain over
;.vroeger" zat te vertellen. Tijdens een
diner ten huize van hertog De Richelieu
onderbrak de graaf ap een bepaald ogen
blik zijn verhaal, wendde zich om en vroeg
zijn bediende die achter zijn stoel stond:
„Jean, was dat in Bazel of in Engeland
dat wij Erasmus van Rotterdam ont
moetten?"
Met het ernstigste gezicht van de wereld
antwoordde Jean: „Het spijt mij heer, mijn
voorganger was toen nog bij u. Ik kwam
pas in 1532 in uw dienst!"
De grootste scepticus die graaf De Saint-
Germain leerde kennen, wilde toch altijd
nog wel bevestigen dat dit een man met
uitzonderlijke gaven was. Hij schreef zowel
links als rechts en zelfs twee verschillende
brieven tegelijkertijd, de een met de lin
kerhand, de ander met de rechter. Het was
bewezen dat hij negen talen uitstekend
beheerste: Frans, Italiaans, Duits, Engels,
Spaans, Portugees, Arabisch, Latijn en He
breeuws. Elk boek uit zijn omvangrijke bi
bliotheek had hij gelezen en hij bewees dit
door elk willekeurig deel uit zijn gigan
tische boekenkasten woord voor woord te
citeren. Het was een fijnzinnige kunst
liefhebber en bezat een prachtige schilde
rijencollectie. Ook schilderde hij uitste
kend. De viool bespeelde hij op onover
troffen manier.
Levenselixers en minnedranken
Eeuwenoud was bij het leven van deze
man het geloof aan de alchemie, een ge
heime wetenschap om levenselixers te ma-
kén, „minnedranken" en „de steen der
wijzen". Vooral die „steen der wijzen" was
de moeite waard; daarmee zou men lood
door een simpele aanraking kunnen ver
deren ingoud.Met duizend-en-een-geheim
zinnigheden haakte graaf De Saint-Ger
main in op dat onverwoestbare geloof aan
een met geheime machten bezielde alche
mist. Tegen schandelijke prijzen verkocht
hij onder de diepste geheimhouding zijn
levenselixer. Madame de Pompadour en
de koning probeerden tevergeefs zijn pro-
dukten te kopen. Hij loochende tegenover
hen zelfs zijn „handel". De invloedrijke
madame de Pompadour kreeg wel (en gra
tis) het recept van een haarolie. Ook an
dere kleine schoonheidsmiddeltjes kwamen
uit zijn alchemistenkeukentje en de vrou
wen waren er verrukt over; het kostte hun
bovendien niets.
De heren werden huns ondanks ge
ïmponeerd door de wonderbaarlijke weten
schap van de graaf om juwelen te maken,
om kleine diamantjes „om te smelten" tot
één grote en om juwelen van vlekken te
zuiveren. De graaf bezat zelf honderden
edelstenen van onschatbare waarde die hij
kwistig uitdeelde. Allesbehalve zuinig was
hij bovendien met kant. Als ergens de da
mes met waardering spraken over het fijne
kant dat voor zijn kleding gebruikt was,
ontvingen zij een dag later prompt een el
of wat van dezelfde soort.
Bij een bezoek aan madame de Pompa
dour had haar dame van gezelschap, me
vrouw Du Hausset, twijfel getoond aan de
echtheid van een massief gouden doos be
zet met topazen, smaragden ep ,robijnen.
Graaf De Saint-Germain "bood haar op de
vriendelijkste wijze de doos aan met het
verzoek bij gelegenheid ook even de echt
heid te laten onderzoeken. Naderhand
bleek toen dat de doos in elk opzicht echt
was en een vermogen vertegenwoordigde!
Met het hiervoor genoemde feit dat graaf
De Saint-Germain elk boek uit zijn bi
bliotheek woord voor woord kon naver
tellen, als een ander het tegelijkertijd con
troleerde, hebben wij vermoedelijk al de
grens tussen de normale en de para-nor
male vermogens van deze man overschre
den. In de parapsychologie kent men de
telepathie en de helderziendheid. Wie
enigermate met parapsychologische begrip
pen vertrouwd is, begint graaf De Saint-
Germain te doorzien! Wat niemand uit de
achttiende en de negentiende eeuw be
greep, begrijpen wij: de graaf was een
sterk telepaat. Een boek kon woord voor
woord door hem geciteerd worden, als
een ander op een kleine afstand dit boek
tegelijkertijd woord voor woord zat na te
lezen!
Op soortgelijke wijze is een verklaring
„Zo was de wereld waarin de graaf
De Saint-Germain zijn triomfen vier
de. Hij was een slanke, elegante man
die de vrouwen boeide en ook de
mannen fascineerde met zijn geweldig
vertellerstalent."
te geven voor het hierboven vertelde geval
van de oude gravin De Gergy en evenzeer
kan door middel van telepathie en helder
ziendheid verklaard worden, hoe graaf De
Saint-Germain de geheimen wist van de
familie De Montmorency: de jonge hertog
De Montmorency kende die, dacht er sterk
aan toen de graaf met zijn verhaal van de
slag bij Pavia bezig was, met het gevolg
dat deze die gedachten telepathisch „begon
op te vangen".
Waarom kwam graaf De Saint-Germain
in 1760, dus ruim 200 jaar geleden, naar
Nederland? Frankrijk en Oostenrijk waren
in oorlog met Pruisen. Frankrijk en Lode
wijk XV waren die oorlog moe. Het was
echter voor Frankrijks, eerste minister,
hertog De Choiseul, een prestige-kwestie
geworden, de oorlog tot een goed einde te
brengen. Hij was de initiatiefnemer ge
weest en hij had de oorlog steeds weer
doorgezet.
De minister van Oorlog daarentegen,
maarschalk De Belle-Isle, de man die graaf
De Saint-Germain uit Oostenrijk had mee
gebracht, wist de koning ervan te over
tuigen dat het goed was buiten De Choi
seul en buiten Oostenrijk om, op neutraal
gebied onderhandelingen met Pruisen over
de vredesvoorwaarden te openen. Niemand
zou voor Frankrijk dit moeilijke werk zo
goed kunnen doen als.graaf De Saint-
Germain.
Koele reactie in Nederland
Lodewijk, die op aanraden van De Pom
padour al kennis had gemaakt met onze
held, leek het een goede oplossing en zo
kwam graaf De Saint-Germain in maart
1760 in Den Haag aan. Zijn reputatie was
hem vooruitgesneld. Men ontving de graaf
in ons vaderlandje met de nodige reserve.
Als mensen in de bedompte boudoirs van
Versailles kunnen geloven dat iemand
meer dan tweeduizend jaar oud is, dan
gelooft men datzelfde nog zo maar niet
in huizen, waar de frisse zeewind door
heen blaast.
De graaf voelde zich hier van meet af-
aan in de verdediging gedrongen. Meer
dan ooit probeerde hij de perfect-Frans
sprekende Nederlanders met zijn beste
verhalen over Karei de Grote en Julius
Caesar te overbluffen. Men luisterde ge
ïnteresseerd, maar hoe koel waren de
reacties. Veel minder halfopen monden,
veel meer hoog-opgetrokken wenkbrauwen
en vage glimlachjes dan in Frankrijk
De graaf zette door en deed geheim
zinniger dan ooit, terwijl hij bovendien
een waarlijk vorstelijke pracht ten toon
spreidde. Zoiets imponeerde altijd over
alNiet in Nederland, dat doorging
voor het rijkste land ter wereld.
Inmiddels had de graaf talrijke bespre
kingen met de Saksische gezant te Den
Haag, Von Kauderbach, met de bedoeling
via hem de gewenste vredesonderhande
lingen met Pruisen te openen. Alles ging
goed tot de 24ste april 1760. Toen maakte
deze man een volledige ommezwaai, hij
lichtte de Franse gezant, graaf d'Affry,
in over de ware reden van het bezoek van
de graaf De Saint-Germain. Snel ging nu
de voor de graaf alleraanongenaamste
ontwikkeling der feiten. De gezant waar
schuwde de Franse minister-president, de
hertog De Choiseul, die per kerende post
een arrestatiebevel zond voor de graaf
De Saint-Germain, zonder hiertoe de ko
ning te raadplegen.
Nu verkeerde de gezant in een moeilijke
positie. Hoe gemakkelijk kon hij in een
onenigheid tussen de koning en diens
eerste minister betrokken worden. Een
geniale oplossing: hij liet graaf De Saint-
Germain over de stand van zaken inlich
ten met het verzoek binnen 24 uur de
plaat te poetsen en dan bij voorkeur niet
naar Frankrijk! De graaf begreep dat hem
weinig te kiezen overbleef. Met zeer ge
mengde gevoelens ging hij te Vlissingen
scheep naar Engeland.
Dood van „onsterfelijke"
Heel moeilijk is het spoor van de graaf
te volgen in de 24 levensjaren die hem na
zijn vertrek uit Nederland restten. Het is
bekend dat hij in 1762 in het Rusland van
Catharina II de rang van generaal-majoor
verkreeg, omdat hij een beslissende rol
speelde in de staatsgreep te harer gunste.
Men signaleerde hem verder in Berlijn,
Dresden, Wenen, Venetië, Milaan, Livomo,
Genua, Mantua, Pisa, opnieuw in Den
Haag (in 1773), daarna weer in Duitsland,
waar hij jarenlang in de buurt van Altona
in het plaatsje Eckerfiorde woonde.
Op een koude winterochtend van het jaar
1784 constateerde een zijner bedienden dat
graaf De Saint-Germain in alle stilte het
tijdelijke voor het eeuwige had verwisseld.
De „onsterfelijke" was niet meer
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
(Van onze correspondent)
IN GEHEEL SCANDINAVIë (Finland en
IJsland daarbij inbegrepen) is het verschij
nen van een nieuw werk van een der
grootsten, steeds een gebeurtenis. Als
Ibsen of Kivi, Strindberg, Dagerman of
Munk met een nieuw toneelstuk, Hamsun,
Undset of Hjalmar Bergman met een nieu
we roman, Wildenwey of Nordahl Grieg
met een dichtbundel uitkwajnen, kon de
uitgever of toneeldirecteur op een intens
medeleven van het publiek rekenen. Het
was een nieuwtje, dat men met graagte
doorvertelde, het was dankbare gesprek
stof. Kai Munk viel door moordenaarshand
evenals A. M. de Jong te onzent. Nordahl
Grieg werd neergeschoten boven het bran
dende Berlijn, Stig Dagerman was nog heel
jong toen hij enkele jaren geleden op een
avond zijn gasten verliet, zijn auto startte
in een dichte garage en de volgende
ochtend aan gasvergiftiging overleden ge
vonden werd. Andere namen kwamen op
of groeiden in betekenis; de romanschrij
ver Sigurd Hoel (overleden in 1960), de
dichter Arnulf Overland in Noorwegen,
de romanschrijvers Lagerkvist, Johnson,
Hedberg of Moberg in Zweden, Waltari of
Salminen in Finland, Aage Dons of H. C.
Branner in Denemarken en Gunnar Gun-
narsson of Halldör Laxness op IJsland.
Cineraria's zijn vrolijke en kleurige
kamerplanten; ze voldoen als kamerplan
ten prima maar geef ze vooral niet te veel
warmte; ze moeten heus in een zeer matig
verwarmd vertrek staan; in de normaal
verwarmde kamer is het voor hen veel
te heet. Dit zal het optreden van luis
tengevolge hebben en die krijgt de plant
ook als ze op de tocht komt te staan;
dat moet men dus zo veel mogelijk
zien te vermijden. Cineraria's moeten
wel veel water hebben en in deze tijd
van het jaar moet het zeker lauw-warm
zijn en vooral in zo'n koele kamer mag men
niet met koud leidingwater gieten. Het is
echt verleidelijk een rijk bloeiende plant
aan te schaffen doch het is veel beter een
plan te kopen met enkele open bloemen en
veel bloemknoppen; daar zal men veel lan
ger plezier van hebben. Zolang de plant nog
niet in volle bloei staat is het wel nuttig
haar wekelijks ook een beetje opgeloste
kamerplantenmest te geven. In deze tijd
kan de cineraria nog wel volle zon hebben,
doch na half februari zal men haar daar
tegen toch al een weinig moeten be
schermen.
n
De graaf De Saint-Germain
(Van onze correspondent)
„BELANGSTELLENDEN zijn welkom"
en „neemt uw vrienden en kennissen mee"
zijn twee telkens weerkerende uitdruk
kingen in de verslagen van bijeenkomsten
en vergaderingen van Australische ver
enigingen. Zij ondervinden ruime mede
werking van de plaatselijke pers, die
kolommen ruimte afstaat voor die ver
slagen. Jammer genoeg zijn er vele Neder
landse immigranten, die de Engelse taal
niet voldoende machtig zijn om de krant
te lezen. Er zijn echter duizenden andere
Nederlanders, die hier al langer dan van
daag zijn en de weg naar deze verenigingen
hebben gevonden. Dit laatste is een van
de oorzaken waardoor er in de Nederlandse
clubs slechts een kleine groep van oud
gedienden is overgeblevenDe anderen
hebben zich in de loop der jaren geassimi
leerd en hebben zich bij Australische ver
enigingen aangesloten. De laatste tijd zijn
bij de Nederlandse verenigingen algehele
wijzigingen in de besturen gekomen. Oude,
bekende namen zijn vervangen door
nieuwe.
DAARTEGENOVER kan men in de
plaatselijke pers steeds meer Nederlandse
namen lezen in de verslagen van Austra
lische verenigingen. Het is goed dat de
Nederlander zich op die wijze assimileert
met zijn omgeving, want in het Austra
lische verenigingsleven vindt hij ook de
maatschappelijke steun, die hij als de
Australiër zelf in tijden van tegenspoed
nodig heeft. Dit wil geenszins zeggen, dat
de Nederlandse vereniging zich niets aan
hem gelegen zou laten liggen als het zover
mocht komen, maar het is een feit, dat de
geassimileerde Nederlander zich steeds
verder verwijdert van de Nederlandse ge
meenschap, soms zelfs tegen wil en dank,
VANZELFSPREKEND GENIETEN, voor
al in Zweden, de werken van de Nobel
prijswinnaars voor litteratuur veel aan
dacht, zowel in de kring van litteraire
fijnproevers als daarbuiten. En dat daar
bij de bekroonden van eigen Scandinavi
sche bodem: Lagerkvist, Laxness, Sillan-
paa, een goede kans maken vooraan te
komen, ligt voor de hand. Halldör Laxness
begint daarbij favoriet te worden. Toen
hij het goud verwierf, had hij de top ken
nelijk nog pas of nog niet bereikt. Daar
door is de verschijning van een nieuwe
Laxness iets, waar men reikhalzend naar
uitziet. Hij is nu 58 jaar en de mogelijk
heid bestaat dus, dat men nog veel hoort
van de man, die in 1955 de Nobelprijs
verwierf.
Zijn grote werk „IJslands Klok", in
het Nederlands verschenen in de serie
„Pantheon van Nobelprijswinnaars voor
doordat zijn Australische vriendenkring landgenoten in deze streek toch tegen de
zich verruimt. drieduizend bedraagt.
„Verschillende Nederlanders, aan wie
ik vroeg waarom ze geen lid waren van
onze vereniging vertelden me, dat ze aan
gesloten waren bij een Australische club
en daar genoeg voldoening vonden", zo
vertelde mij een bestuurslid van de Neder
landse Vereniging in Sutherland Shire",
waar eertijds een bloeiende Nederlandse
club bestond, die thans in ledental tot een
150-tal is geslonken, terwijl het aantal
WIE EENMAAL INGEBURGERD is in
het Australische leven, vindt er vereni
gingen te kust en te keur. Dit geldt zowel
voor de man als voor de vrouw. Behalve
de vele sportverenigingen (voor jong en
oud, op alle gebied, buitenshuis zowel als
binnenshuis), zijn er de bijzondere ver
enigingen van kerk, school, zakenlieden,
liefdadigheid, amateurfotografen, wande
laars en woudlopers, honden- en duiven-
liefhebbers, tuiniers, handboogschutters
en andere schutters. De variatie is in aan
tal groter dan dat van de volkeren der
wereld. Het is geen uitzondering meer als
men onder de leden van deze clubs, en
zelfs in de besturen ervan, Nederlanders
aantreft. Wie niet weten zou bij welke
vereniging zich aan te sluiten, omdat hij
geen winkelier is, niet aan sport doet, niet
bij een kerk is aangesloten, geen bijzondere
hobby heeft, vindt zijn weg wel naar de
„Vereniging ter bevordering van het Wel
zijn van de Plaats zijner Inwoning". Hij
kan er menig gezellig ogenblik beleven op
de vergaderingen en feestjes, die zo'n ver
eniging organiseert. Vrijwel alle vereni
gingen zijn heel sterk in het houden van
„parties" want de burgers van Australië
zijn een actief volk en de vrouwen niet
het minst.
DIT GELDT OOK voor Rotary, de Lions
(leeuwen) en Apex clubs, die zich voor
namelijk bezighouden met de bevordering
van naastenliefde, niet alleen door geld te
geven, maar ook arbeidskracht. Het is niet
ongewoon, dat de leden de handen uit de
mouwen steken om bijvoorbeeld een huis
te bouwen voor iemand, wiens woning
door brand of storm is vernield en in ern
stige nood verkeert, of de oogst binnen te
halen voor een boer, die door een ongeval
in het ziekenhuis ligt. Dit zijn twee voor
beelden om als „uitersten" te worden aan
gehaald van de activiteit van een grote
en gevarieerde reeks van verenigingen in
de Australische samenleving. Er is daarbij
terdege plaats voor Nederlandse immi
granten. In feite vervullen zij al een rol van
betekenis: de betekenis namelijk van de
assimilatie, welke bezig is zich zo te vol
trekken, dat zij er zelf niet eens meer bij
stilstaan.
Halldös Laxness
Litteratuur" te Hasselt in 1958, is een
meesterwerk. Het is helaas nog niet los
verkrijgbaar. In 1960 verscheen „Het te
ruggevonden Paradijs", een boek, geïnspi
reerd op de mormoonse zending en spe
lend omstreeks 1904. Ook hierin is Lax
ness op zijn best. Elke pagina is rijk aan
scènes, veelkleurig als het IJslandse land
schap en ongemeen boeiend in al hun een
voud. Zijn verteltrant wordt door een
Rembrandtiek licht omstraald, geen de
tail is overbodig. Hij is als componist van
gedachtensymfonieën slechts met de aller
grootsten te vergelijken. Hij schrijft over
uit hun milieu gerukte, eenvoudige, dood
arme mensen, sereen van simpelheid, ver
blindend van wijsheid, beklagenswaardig
van schuchterheid en goedgelovigheid
opgegroeid onder een koele hemel, op een
de mensen niet goed gezinde bodem en
over een cultuurvolk met onwrikbare tra
dities, verborgen passies, een hang naar
het dichterlijke, het fantastische. Hijzelf
is gezegend met een warm gevoel voor
humor en mededogen. Het groteske van
vele scènes is nooit onaannemelijk maar
blijft menselijk.
ZIJN HOOFDPERSOON een keuterboer,
geeft een zelfgefokte pony, een raspaard-
je, ten geschenke aan de Deense koning,
een gewezen Duitser, die over IJsland als
bijland regeert en er op bezoek komt. Het
geschenk wordt aanvaard, de boer wordt
vriendelijk uitgenodigd zijn pony eens te
komen bezoeken en wordt een half jaar
later ontvangen op het moment, dat de
koninklijke familie haar bloedverwanten,
de koning van Griekenland, de prins van
Wales, de tsaar van Rusland en andere
gekroonden op bezoek heeft. Omdat de
man uit het barre IJsland een schrijn,
als geschenk voor zijn koning, heeft mee
gebracht: een bijouteriekistje waar hij
maanden aan heeft gewerkt en dat slechts
te openen is als veertien pallen in een
bepaalde volgorde worden ingedrukt, wordt
hij als welkom intermezzo in het hoge
gezelschap toegelaten. Hij verklaart het
geheime slot: het is alleen te openen met
behulp van een gedicht, waarin de cijfers
een tot en met veertien in de gewenste
volgorde voorkomen. De gedachten van
het IJslandse volk zijn altijd vervuld ge
weest van sagen en gedichten. Zij waren
zowel geschiedenisboeken als bellettrie,
reglementen, tradities en zelfs nieuws.
Nergens is er zoveel spreukenwijsheid in
de overlevering. Niemand van de hoge
aanwezigen verstaat echter zijn vers, nie
mand kan de op schrift gestelde, berijm
de handleiding lezen. Deze ligt al gauw
vertrapt op de vloer, het schrijn staat
weldra ongeopend in een hoek, vergeten
als de schenker zelf. Dan ontmoet hij een
Mormoonse bisschop de enige die hem
een glas (water) te drinken geeft, hem
laaft. Hetgeen zijn lot bezegelt.
WANT INPLAATS van de boot naar
huis te nemen, neemt hij die naar Ame
rika. Thuis wordt zijn hofstede verwaar
loosd. Armoede en schande komen over
zijn gezin. Onderwijl ziet hij de nieuwe
wereld en komt in allerlei stadia van ge
lukzaligheid. Want alles is in Utah beter
en grootser, dank zij het geloof. Zonder
zijn gezegende humor zou Laxness een
droefgeestig auteur zijn de ondergrond
van zijn barokke invallen is oneindig me
lancholiek.
Als men als Nederlands journalist te
genover deze grote, verlegen IJslan
der in Kopenhagen in d'Angleterre zit
en wil weten wanneer hij ons land be
zocht heeft, dat hij met zoveel char
me in „IJslands Klok" heeft beschre
ven, dan antwoordt hij, dat dit helaas
nog niet het geval was. Maar dat hij
het verzuim hoopt in te halen. Ove
rigens beschreef hij het Holland van
twee euwen her vele landen zijn
de vreemdeling even vertrouwd als
de inboorling zodra de tijd, die men
beschrijft, maar ver genoeg achter
ons ligt (Eyvind Johnsons nieuwe,
knappe boek speelt gedeeltelijk in Nij
megen, in Karei de Grote's tijd).
WIJ KRIJGEN, als hij spreekt, in het
geheel niet het gevoel met een vreemde
ling te doen te hebben toch hadden
we hem nog maar één maal eerder ont
moet: in Antwerpen, kort na zijn bekro
ning. Vlaanderen vindt hij een heerlijk
land, De mensen zijn zo gezellig en har
telijk. Hun redevoeringen zijn alleen erg
lang. Hij glimlacht bij de herinnering aan
vijf speeches, in het Hollands, het Frans
en het Duits tot hem gericht, die hij nood
gedwongen in het Engels moest beant
woorden in zes zinnen! Hij schreef
„Het teruggevonden Paradijs", dat is, zo
als men vermoeden zal, IJsland (waar de
boer, zijn hoofdpersoon, als missionaris
heen gezonden wordt) in alle rust in Lu
gano, in de winter van 1959/'60. Geen land
kan men beter beschrijven als dat waar
men afscheid van genomen heeft. Schreef
Ibsen zijn beste stukken niet in Rome?