De Prins opende RA I-gebouw
en autotentoonstelling
Vreemdsoortigste vehikels in
„gekste sterrit ter wereld"
Europees Parlement oefent druk
uit op betrekkingen met Afrika
Waakt tegen ongezonde concurrentie
in het beurswezen"
Verwijt van Hilversums
burgemeester
Britse auto-industrie
niet beducht voor
de toekomst
Regering vraagt advies
aan de SER
Snelle ontwikkeling van politieke
en economische banden
raatótcel
Duits-Deense opperbevel
voor Oostzeegebied
0p de
VERKEERSLICHT SPRONG OP GROEN
DWAZE OPTOCHT NAAR NIEUWE RAI
Ondanks de kloof tussen
Engeland en de
Euromarkt
Betreffende korter werken
in de detailhandel
Kort nieuws
DONDERDAG 2 FEBRUARI 1961
(Van onze Amsterdamse redacteur)
Via een draagbare zender heeft Prins Bernhard vanmorgen aan het Europa
plein te Amsterdam een in het nieuwe R.A.I.-gebouw opgesteld verkeerslicht
van rood op groen geschakeld en daarmee niet alleen het weidse tentoonstel
lingspaleis in gebruik gesteld, maar tevens de grootste expositie van automo
bielen die ooit in Nederland is gehouden, officieel geopend. „Dit past geheel
bij de autotentoonstelling waarmee het gebouw wordt ingewijd", aldus de Prins.
„Maar groen is ook de kleur van de hoop, de hoop waarmee Amsterdam en waar
mee de R.A.I. de toekomst tegemoet zien".
Tijdens zijn toespraak in de geheel be- I „Het is nu aan uw organisatie om van dit
zette glazen zaal" van de RAI had de gebouw aan het Europaplein een Europees
Prins 'tevoren opgemerkt dat dit gebouw huis te maken, een woning voor de Euljo-
één bewijs is uit de vele dat Amsterdam pese en zo mogelijk voor de wereld-
niet bij de pakken neerzit, maar in vol handel, een woning ook die vermaardheid
vertrouwen op de toekomst bouwt. in ons land en ver daarbuiten zal verwer-
De Prins zag in het RAI-gebouw vele ven en verdienen."
kansen voor het beurswezen, dat in de RAI-voorzitter A. J. ten Hoeve had aan
meeste landen van Europa een opmerke- het begin van de openingsbijeenkomst de
lijke groei doormaakt. Hij voegde er ech- prominente gasten welkom geheten Deze
ter de volgende waarschuwing aan toe: waren zo talrijk dat hij ze niet allen bij
Ik vraag mij af of in ons land de ont- naam kon noemen. Daar waren de minis-
wikkeling van deze manifestaties van han- ter van Volkshuisvesting en Bouwmjver
del en industrie in alle opzichten tot te- heid, mr. J. van Aartse'n, diens voorgan-
vredenheid mag stemmen. Concurrentie ger ir. H. B. J. Witte, de secretaris-gene
is goed maar ongezonde concurrentie doet raai van Verkeer en Waterstaat, mr. A.
alle partijen schade. Tegen ongezonde con- H. C. Gieben, de directeur-generaal van
currentie juist op het gebied van het het Verkeer, van Handel en Nijverheid én
beurswezen, moet in ons land worden ge- van de buitenlandse economische betrek-
waakt Ongezond is naar mijn mening een kingen, het gemeentebestuur van Amstef-
te grote differentiatie van het beursgebeu- dam, de Commissarissen der Koningin
ren omdat de belangen van het bedrijfs- van de provincies Noordholland, Drente en
leven daarmee bepaald niet zijn gediend. Noord-Brabant, het bestuur van de Jaar-
Dit spreekt temeer als men denkt aan de beurs, de Franse, Duitse, Engelse en
gevolgen die de verwezenlijking van de Nederlandse vertegenwoordigers van auto
Euromarktgedachte voor ons land zal heb- mobielindustrie en -handel en afgevaardig
den den van tientallen zich op het gebied van
Maar de Prins zei ook: „Het is verheu- handel en verkeer bewegende verenigin
gend dat in verschillende sectoren van het gen en stichtingen,
bedrijfsleven een tendens tot samenwer- Toen Prins Bernhard het licht op groen
king kan worden geconstateerd, verheu- had geschakeld werden de rolluiken opge-
gend omdat onze nationale belangen van trokken die de tentoonstellingshallen tot
handel zowel als van industrie door bun- dat ogenblik aan het oog van de gasten
deling van krachten in de Euromarkt be- onttrokken. Terwijl de Prins zich langs de
ter tot hun recht zullen komen. Samenwer- stands liet rondleiden, verspreidden de
king en een gecoördineerd beursbeleid is eerste bezoekers zich over de hallen en
een algemeen belang." [gaanderijen.
Burgemeester Van Hall van Amsterdam De 43ste RAI-tentoonstellmg die tien da-
had tevoren blijk gegeven zijn trots nau- gen zal duren, was begonnen,
welijks te kunnen verbergen. „Wij zijn de I
RAI zeer erkentelijk omdat deze in zo be
langrijke mate een van in nationaal en
internationaal verband aan betekenis win
nende centrumfuncties van Amsterdam
helpt versterken."
De burgemeester gaf een kort overzicht
van de voorgeschiedenis van het nieuwe
gebouw en besloot zijn speech met onder
andere tot het RAI-bestuur te zeggen:
Op deze ,rouline"-foto is de automo
bieltentoonstelling in het nieuwe Am
sterdamse RAI-gebouw op bijzondere
wijze in beeld gebracht. De foto
graaf bediende zich van een verticaal
draaiende camera, zodat hij twee
helften in één kon laten zien.
Personeelstekort bij politie
„Niet de onaantrekkelijkheid van het
politie-ambt in deze tijd mag en moet een
overheersend thema zijn bij het gejere
mieer over het personeelstekort bij de po
litie. In feite is er bij de hiervoor ver
antwoordelijke instanties 'n volkomen ge
mis aan fantasie om de aantrekkelijkheid
van het ambt te etaleren". Dit zei de
burgemeester van Hilversum, de heer J.
J. G. Boot, in zijn rede ter gelegenheid
van de installatie van de nieuw benoem
de commissaris van politie in Hilversum,
de heer P. J. van IJzendoom.
De burgemeester gaf toe, dat de politie
functie enige minder aantrekkelijke kan
ten heeft „Maar als men elke functie gaat
ontleden op de inconveniënten, dan zou
men verbaasd staan, hoeveel dat er zijn.
(Van onze Amsterdamse redacteur)
Voor de tweede keer is Amsterdam ge
tuige geweest van de „gekste sterrit ter
wereld", die gistermiddag grote belang
stelling heeft getrokken op de route tus
sen het inmiddels buiten gebruik gestel
de oude RAI-gebouw en het nieuwe RAI-
complex aan het Europaplein.
Toen verleden jaar de gemotoriseerde
ledikanten, schrijfbureaus, kinderstoelen
en badkuipen op initiatief van een auto-
technisch tijdschrift in de Amsterdamse
straten verschenen, was dit zo'n succes,
dat de deelnemers zich in de „Club der
Onserieuzen" hebben verenigd en zich
weer enthousiast meldden, toen het blad
ter gelegenheid van de opening van de
Dit bijzonder echt aandoende minia
tuur-stoomlocomotief je en het daar
achter rijdende mobiele bed met toe
behoren waren twee „klapstukken
van de veiling
nieuwe RAI opnieuw zo'n zotte ster-rit uit
schreef
De jury, waarin onder andere de televi
sieomroepster Ageeth Scherphuis en mop
pentapper Max Tailleur zitting hadden,
had de grootste moeite om de vaak inven
tief in elkaar geknutselde voertuigjes te
beoordelen.
In een van de bovenzalen van het RAI-
restaurant werd een uur later bekend ge
maakt dat de 15-jarige Robbie Brom uit
Amsterdam, die een brandende potkachel
op zijn skelter had gemonteerd, de eerste
prijs had gewonnen.
De heren H. Fontijn en J. Wiesman, bei
den uit Utrecht, legden met hun gemotori
seerd rijdend ledikant, dat zich zelfs door
iemand die lui uitgestrekt onder de de
kens lag, goed liet besturen, beslag op de
tweede prijs. De derde prijs ging naar de
Amsterdammer A. Martini, die als minis
ter in ceremonieel tenue, gezeten aan een
oud schrijfbureau, van de oude naar de
nieuwe RAI reed.
Nummer vier was de Enkhuizenaar F.
Akker, op 'n rijdende w.c. Als vijfde werd
een Amsterdamse equipe, die een boeken
kast van wielen en motor had voorzien,
geklasseerd. De zesde prijs was voor de
heer J. Berk uit Kampen, die met een rij
dende fluitketel had meegedaan.
De prijs voor originaliteit werd gewon
nen door een Amsterdammer die als ge
kooide papegaai de rit volbracht.
Voor de heer A. Schipperijn uit Blari-
cum was het een grote teleurstelling dat
de motor van zijn rijdende bierton dienst
weigerde. Hij moest met vereende krach
ten naar de finish worden geduwd en viel
daardoor buiten de prijzen.
(Van onze Amsterdamse redacteur)
De staatssecretarissen van Economische
Zaken en van Sociale Zaken en Volksge
zondheid hebben gisteren aan de Sociaal-
Economische Raad advies gevraagd be
treffende de gevolgen, die het doorvoeren
van een arbeidstijdverkorting in de detail
handel zou kunnen hebben voor de gelden
de sluitingstijd en volgens de winkel
sluitingswet 1951 en de arbeids- en rust
tijden van het winkelpersoneel krachtens
de arbeidswet 1919.
Het vraagstuk dat hier aan de orde is,
aldus een mededeling van het ministerie
van Economische Zaken, raakt praktisch
alle groepen van ons volk. Niet alleen
spelen hier de belangen van ondernemers
en werknemers in de detailhandel, doch
ook die van andere sectoren van het be
drijfsleven een rol. Tevens is hier een
consumentenbelang van de eerste orde m
het geding. Hoewel de regering er alle
begrip voor heeft, dat ook in kringen van
het winkelpersoneel grote waarde wordt
gehecht aan een vrije zaterdag, rijst de
vraag of bij een sluiting op zaterdagmid
dag nog wordt voldaan aan de behoefte
van de consument aan een rustige koop
gelegenheid. Met name is in dit verband
van belang of bij eventuele sluiting op za
terdagmiddag niet gedacht zou dienen te
worden aan de invoering van een koop
avond
Aangezien het vraagstuk van de arbeids
tijdverkorting in de detailhandel van groot
belang is voor ondernemers en werkne
mers uit dit deel van het bedrijfsleven
en tevens de consumenten-belangen in het
geding zijn, is bij de indiening van deze
adviesaanvrage aan de S.E.R. verzocht het
hoofdbedrijfschap Detailhandel alsmede de
consumentenorganisaties in de voorberei
ding van zijn advies te betrekken.
(Van onze Haagse redacteur)
Het ziet er naar uit, dat van de vorige week te Rome gehouden voorbereidende
bijeenkomst van vertegenwoordigers van het Europese Parlement met afgevaardigden
van de parlementen uit de Afrikaanse geassocieerde staten een sterker druk op de
toekomstige verhouding tussen Europa en Afrika zal uitgaan dan op grond van de
oorspronkelijke opzet - het ontwerpen van een agenda voor een in juni te Straats
burg te beleggen conferentie van het voltallige Europees Parlement met de parle
menten van de geassocieerde Afrikaanse landen - kon worden verwacht.
Dit vormde de conclusie van de
samenvatting welke het socialistische lid
van het Europees Parlement, drs. G. M.
Nederhorst, op een vanmorgen in Den
Haag gehouden persconferentie ver
strekte. Drs. Nederhorst was de enige
Nederlandse afgevaardigde die deze
voorbereidende bijeenkomst bijwoonde.
De andere zou drs. C. P. Hazenbosch
zijn geweest. Na diens overlijden zou mr.
P. Blaisse als vervanger zijn opge
treden, deze is echter niet in Rome ver
schenen.
Drs. Nederhorst verklaarde, dat op de
besprekingen in Rome is gebleken, dat de
Afrikaanse staten de associatie wel na
1962 willen voortzetten, zij het op een
basis welke beter strookt met hun onaf
hankelijkheid. Zij willen met name op ge
lijke voet meespreken in het beheer van
het ontwikkelingsfonds van de E.E.G. voor
de economisch achtergebleven gebieden,
waartoe zij dan ook in verhouding tot hun
nationale inkomen willen bijdragen. Zij
wensen hun betrekkingen met de E.E.G
te normaliseren door het aanwijzen van
bijzondere vertegenwoordigers bij de Euro
pese Executieve Commissie en een recht
streeks contact onderhouden met het Euro
pees Parlement. Drs. Nederhorst vond der
gelijke betrekkingen e?n duidelijk winst
punt voor West-Europa ten opzichte van
de om de gunst van de Afrikaanse landen
dingende communistische staten, waar een
dergelijke vertegenwoordiging op gelijke
voet moeilijk denkbaar is.
Preferentie
Het tweede vraagstuk dat een flink stuk
van deze vertrouwelijke en vrijblijvende
besprekingen in beslag heeft genomen had
betrekking op de voorkeursbehandeling
welke de handelsprodukten van de geasso
cieerde staten in hun oorspronkelijke moe
derlanden (voornamelijk Frankrijk) geme
ten. Van Afrikaanse zijde werd gesteld dat
deze preferentie bepaald niet minder mochl
worden en zelfs tot alle zes landen van
de Euromarkt moest worden uitgestrekt.
Uiteraard kwam daarbij de vraag aan
de orde of deze voorkeursbehandeling zich
dan moest beperken tot de vroegere kolo
niën van E.E.G.-staten of dat men ook
andere Afrikaanse staten daarin moest la
ten delen. Hierover bleken de Afrikaanse
afgevaardigden verdeeld. Er waren er die
een dergelijk beleid als een premie op
het niet-geassocieerd zijn beschouwden
wel de lusten, maar niet de lasten van
de associatie aanvaarden waarbij vrees
voor concurrentie een stevig woord mee
sprak en er waren er ook die voor een
zo open mogelijke associatie pleitten om
verdere splitsing van Afrika in twee of
meer blokken te voorkomen. De socialis
tische vertegenwoordigers van het Euro
pees Parlement waren, ongeacht hun na
tionaliteit, die mening eveneens toegedaan.
Het derde punt waaraan de Afrikaanse
parlementariërs veel gewicht hechtten be
trof de opleiding van kader voor hun lan
den. Daarbij kwam een (begrijpelijke)
Afrikaanse gevoeligheid om de hoek kij
ken: de schroom om voor de opleiding
van dat kader op het vroegere moeder
land aangewezen te zijn, waardoor men
zich toch weer daarvan afhankelijk zou
voelen. En vandaar dat de Afrikaners veel
belangstelling toonden voor de oprichting
van een Europese Universiteit.
Uit de hand
Drs. Nederhorst verklaarde, dat, toen
het gesprek eenmaal op gang was, de ge-
dachtenuitwisseling zo snel zoveel perspec
tief kreeg, dat het gevaar dreigde dat de
zaken de parlementariërs uit de hand zou
den gaan lopen. Immers: het Europees
Parlement bezit slecht beperkte bevoegd
heden en het zou niet minder dan een
politieke ramp worden wanneer in Afrika
verwachtingen zouden worden gewekt wel
ke door de Raad van Ministers van de
E.E.G. niet zouden worden vervuld.
De heer Nederhorst gaf op een door ons
gestelde vraag toe, dat er bijvoorbeeld in
Nederland nogal wat afstand bestaat tus
sen de inzichten van de leden van het
Europese Parlement en die van de rege
ring over deze vraagstukken. De regering
heeft zich bij herhaling nogal terughou
dend betoond ten aanzien van de voort
zetting van de associatie ook al met
het oog op de Nederlandse belangen in
de vroegere Engelse koloniën en staat
ook bepaald niet te dringen om de Euro
pese universiteit op te richten. Uit een en
ander volgt dan ook, dat er voor op 18
juni de Eurafrikaanse conferentie in
Straatsburg begint, heel wat gesprekken
tussen het Europees Parlement en de re
geringen van de „zes" moeten plaatsvin
den, opdat het tempo van de Raad van
Ministers niet teveel achterblijft bij de
stormachtige wijze waarop door de parle
mentariërs thans initiatieven zijn ontwik
keld.
De Britse automobielindustrie en -handel
is zich bewust van de steeds groter wor
dende kloof tussen Engeland en de zes
landen van de E.E.G. en de zeven landen
van de vrijhandelszone. Er zijn weinig po
sitieve aanwijzingen met betrekking tot
een verenigde economie in Europa in
zicht. Dit zei de heer J. M. A. Smith,
plaatsvervangend president van de Socie
ty of Motormanufacturers and Traders, de
Britse zustervereniging van de RAI, in een
gistermiddag te Amsterdam ter gelegen-
j heid van de opening van de RAI voor Ne
derlandse relaties georganiseerde bijeen
komst. Evenals in de landen van het Euro
pese continent zijn de activiteiten in de
automobielindustrie in Engeland de afge
lopen maanden teruggelopen. De heer
Smith zag dit als een verschijnsel dat
voornamelijk is veroorzaakt door de ont
wikkeling in de Verenigde Staten en dat
gedeeltelijk ook een gevolg is van het sei
zoen en de economische situatie. Hij vond
echter dat de moeilijkheden vaak overdre
ven zijn voorgesteld.
Overigens is de Britse automobielindus
trie tevreden over de exportcijfers van
1960, toen er 570.000 personenauto's en
156.000 bedrijfsvoertuigen Engeland verlie
ten. Dit is meer dan in enig ander Euro
pees land is bereikt. De export van Britse
automobielen naar Nederland beweegt zich
in stijgende lijn. In 1960 importeerde Ne
derland 15.000 Engelse personenwagens en
4000 bedrijfsauto's (in 1959 resp. 11.000 en
3.000). „Dit is een stap in de goede rich
ting maar de cijfers zijn nog lang niet in
overeenstemming met het niveau van de
huidige handelsbetrekkingen tussen Enge
land en Nederland," aldus de heer Smith,
die ervan overtuigd was dat Engeland bin
nenkort de moeilijkheden te boven zal zijn
gekomen en ten slotte stelde hij met trots
vast dat een zesde deel van de Britse
export bestaat uit produkten van de auto
industrie van zijn land.
Vragen
Ik heb ergens gelezen, dat er in Groot-
Brittannië ongeveer vier miljoen honden,
zes miljoen katten en acht tot negen mil
joen kooivogels zijn. Vijf miljoen Britten
gaan elke week dansen. Negentien mil
joen tuinieren in hun vrije tijd.
Zo gaat dit lijstje nog een tijdje door,
maar ik zal u de rest sparen, al ben ik
er zeker van, dat u al die gegevens in
teressant zoudt vinden. Want er zal nau
welijks iemand zijn, die zich voor deze
eenvoudige „facts of life" niet interes
seert. Wij plegen wel te zeggen dat dit
soort gewoon-menselijke details niet be
langrijk zijn, maar wij nemen er toch al
tijd met grote belangstelling kennis van,
omdat het gewone leven van de anderen
zo dicht bij het onze staat en omdat niets
ons meer interesseert dan ons eigen ge
wone leven. Vóór u er toe overgaat tegen
deze constatering van mij te protesteren,
moet u er maar eens goed over naden
ken, of ik toch eigenlijk geen gelijk heb
en of u (bij voorbeeld) eigenlijk niet meer
en intensiever bezig geweest bent met uw
eigen eksteroog die zo'n pijn deed, dan
met de Congres-boodschap van Kennedy
en of u zich (hoe onmenselijk dit ook
klinktniet meer zorgen maakt over de
vlijt en de vorderingen op school van uw
eigen Wimpie, dan over het lot van Loe-
moemba of de laatste rede van de heer
Kroesjtsjev.
Dit zijn nu dus Britse, min of meer
huiselijke, cijfers. Zouden u dergelijke cij
fers, ons eigen Nederland betreffende, in
teresseren?
Mij-wèl
Ik zou bij voorbeeld dolgraag willen we
ten:
hoeveel Nederlanders meer dan één
maal per week in bad gaan; hoeveel Ne
derlanders postzegels, lucifersmerken, as
bakjes-van-hotels, schelpen en suikerzak
jes verzamelen;
hoeveel Nederlanders de kamerversla
gen, de beursoverzichten, de sportrubriek
en de toneelkritieken in hun krant lezen;
hoeveel van onze landgenoten nooit één
oester hebben gegeten, niet van stokvis
houden en ooit wentelteefjes hebben ge
proefd;
hoe verhoudt zich in dit land de con
sumptie van schorseneren tot die van peen
tjes en die van rammenas tot die van
radijs?
hoeveel landgenoten hebben nog nooit
een roman gelezen?
hoeveel Haarlemmers zijn nog nooit in
het Frans Halsmuseum geweest? en hoe
veel nog nooit in hun mooie schouwburg?
hoeveel miljoen mannen kopen hun
eigen pakken, jassen, ondergoed en over
hemden en hoeveel laten dit hun vrouw
doen?
welke is de verhouding tussen het aan
tal der klaverjassers en dat van de brid
gers?
hoe groot is het aantal werknemers dat
voldoening vindt in zijn werk?
hoeveel Nederlandse mannen scheren
zich nog met een ouderwets scheermes en
hoeveel laten zich nog door de kapper
scheren?
hoeveel miljoen landgenoten hebben nog
nooit in een restaurant gegeten, zijn nog
nooit in Amsterdam geweest en hebben
nog nooit een glas wijn gedronken?
hoe groot is het aantal mannen, dat lie
ver een kopje thee zou willen drinken met
Brigitte Bardot dan met hun eigen vrouw?
en het aantal vrouwen (resp. dames) dat
liever een zeiltochtje zou willen maken
met Gregory Peck of Frankie Sinatra, dan
een avond kassie-kijken met haar eigen
man?
Ik heb zo maar wat vragen opgeschre
ven die mij het eerst invielen. Maar er
zijn er honderden meer, het antwoord
waarop mij bijzonder zou interesseren.
Heel eerlijk gezegd: méér dan alle mi
nisteriële antwoorden op alle vragen van
Kamerleden.
Floris Flaneur
Nieuwe brug. Provinciale Staten van
Zuid-Holland hebben besloten 3,4 miljoen
gulden bij te dragen in de bouw van een
verkeersbrug over de Beneden-Merwede
tussen de gemeenten Dordrecht en Papen-
drecht. De brug krijgt een vaste overspan
ning met 205 meter en een beweegbaar
deel aan de noordzijde met een doorvaart-
wijdte van 30 meter. Het beweegbare ge
deelte wordt een bascule-brug De totale
kosten zullen 13,5 miljoen gulden bedra
gen. Aan de financiering werken mee het
rijk. de gemeenten Dordrecht er. Papen-
drecht en de provincie Zuid-Holland.
BONN (UPI) West-Duitsland en De
nemarken zijn in beginsel tot een akkoord
gekomen over de instelling van een ge-
I zamenlijk commando voor de Oostzee. Er
blijven nog enkele praktische vraagstukken
op te lossen en het is nog niet bekend
wanneer het „verenigd commando" waar-
om generaal Norstad gevraagd heeft, zal
gaan functioneren.
De eerste bevelhebber zal een Deen
zijn. Generaal Norstad, opperbevelhebber
van de N.A.V.O., had de Deense en West-
duitse regering gewezen op de belangrijke
voordelen verbonden aan een coördinatie
van beider defensie-inspanningen in het
gebied van de Oostzee.
De Westduitse regering, aldus de
„Frankfurter Allgemeine" beschouwt het
commando als een belangrijke bijdrage
tot de beveiliging van de Duitse noord-
I westgrens.