ECHTGENOOT TE KOOP Amerika ontving Karei Appel's werk met gemengde gevoelens ^Tï lis - m mme MêËtêWëèêêêêÈ |TOPW'H fm TERRORISTENBENDE BEDRIJFT HAAR ONMENSELIJKE DADEN MET DE HAND OP DE BIJBEL Censuur op Brits studentenblad i'A MPfiHHP Thema van een nieuw stuk van Billetdoux 1 Bij de foto ,'V;: I 1 5,<.„ Ufr Teer. -A- Frank Onnen Klux r8&^§ (Van onze correspondent) WASHINGTON Juist op het moment dat de Nederlandse schilder Karei Appel de Newyork.se Gug- genheim-prijs won met zijn schilderij „Vrouw met Struisvogel", begon een collectie van zijn schilde rijen en gouaches aan een rondreis door de Verenigde Staten. Na exposities in New York, Boston en Chi cago zijn de werken thans te Washington gearriveerd en hier vandaan gaan ze nog naar Los Angeles. De Die Guggenheim-prijs van tienduizend dollar de vetste van alle internatio nale kunstprijzen, aldus schreef „Time" heeft extra de aandacht geves tigd op de Nederlandse kunstenaar. „Time Magazine" draai de enigszins als een kat om de hete appelmoes, citeerde uitspraken van anderen en zei tenslotte zelf, dat het wel leek alsof vele schilderijen gemaakt waren in een vlaag van woede. De „New York Post" ziet de zaak opge wekter. De criticus van dat blad schreef: „Appels kunst is aanvallen, een drievou dige aanval: op hemzelf, op het schilderij en op het publiek maar dit is geen gemene aanval, de agressie is uitbundig en zelfs vro lijk %n vriendelijk". De „New York Times" was het meest critisch: „Maar op een of andere manier is de toon geforceerd. De eind resultaten zijn overspannen en zij zijn per slot van rekening even onovertui gend en vermoeiend als het luisteren naar iemand die uit alle macht staat te schreeuwen". DE „NEW YORK Herald Tribune", die Appel eerst een „Van Gogh zonder hart" noemt draaide later wat bij. De criticus van dit GEHULD IN WITTE PIJEN die ver sierd zijn met rode kruisen, het hoofd bedekt met de puntige kap, de hand op de schouder van degene die in de stoet vóórgaat zo trok honderd jaar geleden en zo trekt ook nu nog de Ku Klux Klan in lugubere optocht door de straten van kleine steden in het zuiden van de Ver enigde Staten van Noord-Amerika. Zou men hun vragen wat zij willen, wat zij beogen, zij zouden antwoorden: wij zijn de verdedigers van de traditioneje mo raal, van de echte Amerikaanse idealen en wij verdedigen die tegen de negers, tegen de Joden en tegen de katholieken, maar tegen de negers vooral. In de geschiedenis van de Verenigde Staten is drie maal sprake van de Ku Klux Klan en telkenmale hing hun op treden samen met een oorlog waarin het Amerikaanse volk gewikkeld was. De eerste K.K.K. werd gesticht onmiddellijk na de burgeroorlog (1861—1865), de tweede ontstond tijdens de eerste wereldoorlog (1914—1918) en telde in de naoorlogse jaren de meeste aanhangers. De derde golf stort zich in onze tijd over de zich emanciperende negers. In de eerste K.K.K. kan men nog idealistische trekken vinden, de tweede en de derde verdienen slechts verachting. TOEN IN EEN LANGDURIGE en bloe dige broederkrijg de Amerikaanse sta ten van het Noorden die van het Zuiden hadden onderworpen, werd uiteraard het overwonnen gebied militair bezet en deel den de Noordelijken er de,lakens uit. De negers waren vrij ja, vrij om te ver hongeren, vrij om te zwerven, vrij om zich door de blanken te laten omkopen en hun stem te geven aan een der velen die uit het Noorden op de bezette gebieden wa ren neergestreken als sprinkhanen of aas vliegen, zoekend naar lucratieve betrek kingen en weinig kieskeurig in de midde len om hun doel te bereiken. Sommigen waren op een schoen en een slof komen aanzetten. Men noemde ze „carpet-bag- gers", eigenlijk: mensen die hun hele be zit konden bergen in een reistas, van een stuk vloerkleed gemaakt. Een tweede groep die waar de macht greep, was die der „scalawags", een woord dat zoiets betekent als „schurftig schaap". Men duidde er de Zuidelijken mee aan die tijdens de oorlog de zijde der Noordelij ken hadden gekozen. In allerlei staten van het Zuiden, waar nu nieuwe volks vertegenwoordigingen moesten worden ge kozen, werden met hulp van deze Repu blikeinse blanken en omgekochte negers, regeringen gevormd, die deels uit onge letterde negers, deels uit carpetbag gers bestonden. Dat nu een periode volgde waarin de corruptie hoogtij vierde, waarin profiteurs en frandeurs probeer den zich in zo kort mogelijke tijd rijk te stelen, is duidelijk. Het centrale gezag in Washington deed daartegen aanvankelijk weinig. Na de moord op Lincoln, was de vice-president In 1948 hield de Ku Klux Klan een protestceremonie met het gebruike lijke lugubere vertoon toen Truman zijn ontwerp had ingediend van een Wet op de Burgerrechten, bedoeld om de negers van alle discriminatie te verlossen. Deze foto werd gemaakt in Georgia, het bolwerk der apartheid. Andrew Johnson hem opgevolgd, een aller merkwaardigst man, als kleermaker be gonnen en snel opgeklommen. Pas in zijn huwelijk had hij van zijn vrouw lezen en schrijven geleerd. Voordien placht hij mannen te huren die hem voorlazen, ter wijl hij met gekruiste benen op zijn tafel de naald hanteerde. Johnson slaagde er natuurlijk niet in de grote Lincoln goed te vervangen. Hij is zelfs de enige president der U.S.A. geweest tegen wie een aan klacht wegens ambtsverzaking is inge diend en het is begrijpelijk dat tijdens zijn bewind onvoldoende is opgetreden te gen de misstanden in het Zuiden. TOEN GREEP DE Ku Klux Klan in, een in 1866 oorspronkelijk als amuse mentsvereniging te Pulaski in Tennessee gestichte club. De naam wordt verklaard als een verbastering van het Griekse woord k'ukloi dat c ir k e 1 s betekent. Daarachter werd het mooi-allitererende Keltische woord Klan geplaatst. De Ku Klux Klan was in het geheel niet het enige geheime genootschap dier dagen. Men had toen al de Bleekgezichten, de Blanke Broeders, de Ridders der Witte Camelia, de Mannen der Rechtvaardigheid, de Vei ligheidsraad, de Witte Roos en de Ridders der Rijzende Zon. Uit de meeste namen blijkt al de doelstelling dezer verenigin gen: de handhaving der blanke suprema tie, de bestrijding van de emancipatie der negers, de ontmaskering van de carpet baggers. Van al deze clubs is de Ku Klux Klan het bekendst, het beruchtst gewor den. Gebruik makend van de bijgelovig heid der onontwikkelde negers wisten haar leden schrik en angst te verwekken door hun kledij, door hun optochten, brandende kruisen en door daden van ter reur: brandstichting, geseling en de orga nisatie van veemgerichten. Het valt niet te ontkennen dat de K.K.K! een belang rijke rol heeft gespeeld bij de omverwer ping van carpet-bagbesturen. Mede door dat de negers uit vrees voor de K.K.K. niet meer durfden stemmen, kwamen de verslagen Democraten langzamerhand meer aan de macht. In 1876 regeerden dankzij het bezettingsleger de Republi keinen alleen nog in Louisiana. Florida en Zuid-Carolina. Toen was de Klan ook al over zijn hoogtepunt heen. In de laatste jaren was ook in haar gelederen de cor ruptie doorgedrongen. Allerlei hoogwaar digheidsbekleders poogden elkaar de loef af te steken. Zij tooiden zich met bizarre namen als Grote Cycloop. Geheime Turk en dergelijke. Eindelijk ontbond generaal Forrest, Groot Tovenaar der Orde, de Klan „omdat haar werk gedaan was". Vele negers waren vermoord, gelyncht en een veel groter aantal had een heilige schrik voor de stembus gekregen. En zij die de moed hadden van hun sinds 1870 grondwettelijk stemrecht gebruik te ma ken, werden politiek toch wel onschadelijk gemaakt door een reeks wetten, in de ene staat deze, in de andere die, welke het hun onmogelijk maakten hun stem uit te brengen. Hier hief men een kiezersbelas ting, ginds eiste men wetskennis of een bezit van minstens 250 dollar, elders moest elke neger een examen doen in algemene ontwikkeling, een examen waarvan de blanken automatisch waren vrijgesteld. Deze strijd om de stembus is nog steeds niet ten einde. En zolang de neger die niet gewonnen heeft, blijft hij in zekere zin slaaf. VIJFTIG JAAR LATER herleefde de Ku Klux Klan. In 1915, toen de Verenigde Staten nog neutraal waren, maar de stem ming, bijvoorbeeld door het torpederen van de „Lusitania", steeds meer anti- Duits werd, richtte een zekere, zich kolo nel noemende William Simmons in Atlan ta (Georgia) de Ku Klux Klan opnieuw op en benoemde zichzelf tot Imperial Wi zard (Keizerlijk Tovenaar), geheel dus in de oude stijl. Al heel spoedig erkende de regering van Georgia het nieuwe genoot schap en dat is begrijpelijk. Georgia is vanouds het bolwerk der „apartheid"; in Atlanta zijn nu, in 1961, de moeilijkheden over de vraag of negers in een cafetaris mogen gaan zitten staan mag al een hele tijd zo ernstig geworden, dat de grote warenhuizen hun luchrooms heb ben gesloten en dat de K.K.K. ze bewaakt. Atlanta was dus wel een uitgelezen plaats voor de prediker-handelsreiziger-organisa tor Simmons. Hij wilde in de eerste plaats J de vrouwen beschermen tegen aanrandin gen door negers, maar predikte ook „het ware Amerikanisme", dat naar zijn mening het best vertegenwoordigd werd door de Engelse en Schotse Calvinisten die de grondslagen van de Amerikaanse samenleving hadden gelegd. Gedurende vijf jaar leidde de Klan een kommervol bestaan. In 1920 dreigde zelfs een faillis sement. Toen sloot Simmons een overeen komst met een zekere Clarke, een man uit het reclamevak. Met zijn vriendin Eli sabeth Tyler zette deze een geweldige campagne op om leden te winnen. Specu lerend op domheid, vooroordeel en haat organiseerde hij in talloze steden afdelin gen en het ledental ging met sprongen omhaag. Laster was een der voornaamste middelen; daarop volgde terreur. In 1923 werden alleen in de staat Okla homa 2350 negers gegeseld. Katholieke kerken werden in brand gestoken en tel kens weer organiseerden de Klan-ridders hun lugubere optochten die dikwijls op lynchpartijen uitliepen. In 1920 had Sim mons nog geen 5000 leden om zich heen, in 1921 waren het er al bijna 100.000 en in 1925 kon Clarke met trots op een aantal van 4 miljoen wijzen. Natuurlijk had hij de omstandigheden mee, evenals Hitler in het Duitsland van omstreeks 1930, al wa ren die omstandigheden zeer verschillend. Amerika had de oorlog gewonnen, vélen werden gedemobiliseerd, de zeden waren ongebonden, men beschouwde de justitie als omkoopbaar, maar bovenal herleefde het Zuidelijke chauvinisme met al zijn rassenvooroordelen vroegere Klans. Maar ook richt zich haar wrok tegen tal van „modernismen": tegen geboortebeperking en pacifisme, tegen linkse groeperingen en voorstanders van gemakkelijke echtscheiding, tegen vak verenigingen en vrijzinnigheid, tegen de evolutieleer en de immigratie, tegen de UNO en tegen een Internationaal Gerechts hof. En met deze leuzen sleept zij nog steeds mensen mee. Gelukkig zijn er ook bewijzen dat bij sommigen een beter inzicht baanbreekt. Kort geleden heeft Grote Draak Bill Hen- drix, een der vermaardste Klan-leiders, zich teruggetrokken omdat hij de rassen integratie in de scholen van het zuiden onafwendbaar acht en gewelddaden daar tegen zinloos. Zo breekt dan toch hier en daar een lichtstraal door de wolken. En eindelijk zal de dag aanbreken. <<&4 blad putte hoop uit Appels schilderij „Flying Land scape", dat betrekkelijk rustig van kleur is en door de diagonale opbouw minder duizelingwek kend dan zijn wervelender composities. Dit schilderij deed de criticus schrijven, dat er groter controle komt in Appels werk en zelfs gevoel voor mystiek. De „Washington Post" heeft in Leslie Judd Ahlander een critica van betekenis. Zij eindigde haar artikel aldus: „Het is interessant een hele kunsthandel vol te zien met Appels werk, want dan kan men waar nemen, wat men niet zou kunnen opmerken in een enkel doek: het grote ge voel voor discipline en controle, het besef van een geest die de sensualiteit van de verf beheerst het kenmerk van een bekwaam kunstenaar". En de „Baltimore Sun" besluit een lang en waar derend artikel aldus: „In een land, dat een Rem brandt en een Mondriaan heeft voortgebracht, schijnt Karei Appel geheel op zijn plaats. Niemand in het hedendaagse Europa heeft zo overtuigend als hij de vitaliteit bewezen van de naoorlogse Europese kunst". AGRARISCHE GEBIEDEN hebben dik wijls die romantische verheerlijking van het verleden, die gepaard gaat met een sterke vrijheidsdrang; Men wil er' een zo sterk mogelijk eigen gezag en zo weinig mogelijk invloed van de centrale regering in Washington, die men een regering van „Yankees" noemt. Men tracht uit de Bij bel en speciaal uit Genesis te bewijzen dat God de rassenscheiding heeft gewild. De Calvinistische Zuidafrikaanse Boer doet precies hetzelfde. Door al deze sentimen ten te bespelen wisten Simmons en Clarke hun genootschap geweldig te versterken. Bij de verkiezingen van 1922 en 1924 bleek die macht duidelijk. In talrijke functies werden Klanleden gekozen en vooral de plaatselijke politici waren dikwijls aan hangers van de gedachte „dat er nu maar eens moest worden ingegrepen, dat een krachtige hand nodig was. dat aan al dat slappe gedoe, aan al die bureaucratie, aan al die corruptie een einde moest komen". Waardoor in 1928 plotseling de macht der K.K.K. is gaan dalen, is moeilijk te zeggen. Maar zeker zijn mede machtsmis bruik en misstanden in de hoogste rangen daarvan oorzaak. De Grote Draak der Or de in Indiana onthulde daarover allerlei en legde zijn functie neer. De burgemees ter van Indianapolis en de gouverneur van Indiana werden schuldig bevonden aan omkoperij en uit hun ambt ontzet. Clarke kreeg voorts geweldige ruzie met Sim mons die zich tenslotte voor 300.000 dollar liet uitkopen. Maar vooral de toenemen de welvaart heeft de Klan de wind uit de zeilen genomen. IN DE TWEEDE WERELDOORLOG blijkt toch nog een kern van leden der oude K.K.K. te zijn overgebleven. Die en canailleerden zich natuurlijk met de Duit se emigranten, verenigd in de „Deutsche Bund" en kregen op allerlei manieren steun van het Derde Rijk. Politiek ge vaarlijk is deze beweging niet geworden. Maar ze bleef als voorheen het toevluchts oord voor misdadige, rancuneuze en be krompen elementen. Naarmate het Hoog gerechtshof in Washington krachtiger op treedt tegen het uitsluiten van negers, komt de Klan meer in het geweer. Zij handhaaft haar oude gebruiken en metho den. De negers hebben van haar evenveel te duchten als hun voorgeslacht van de ONDER DE THEE van het ontbijt neemt het Amerikaan se echtpaar Mortimer in het ochtendblad kennis van een advertentie waarin hun goede vriendin Rebecca Bredburry haar echtgenoot Jonathan, kunstschilder van beroep, te. koop aanbiedt. Elsbeth kan er eigenlijk wel inkomen, maar haar wederhelft, ofschoon zakenman van professie, acht die tians- actie moreel toch wel wat misplaatst, zo niet aanvechtbaar. Politiecommissaris Coockle concludeert na een nauwgezette De „proctors" van de beroemde Britse Oxford-universiteit hebben ervoor gezorgd dat het studentenblad „Isis" niet opnieuw kon uitkomen met een aantal „recensies" over vorm en inhoud der colleges. Er wa ren drie recensies geschreven, maar de plaats waar zij hadden zullen worden af gedrukt, was opengelaten, met alleen de opdruk: „gecensureerd door de proctors". De 23-jarige hcofdredakteur van „Isis", John Foot zoon van Sir Hugh Foot, oud gouverneur van Cyprus heeft verklaard dat hij met het „recenseren" begonnen was omdat vele leraren en docenten „te lage maatstaven toepassen op vorm en in houd van hun colleges." „De dons (lera ren) kunnen alles doen en daaraan wil len wij een eind maken", zei Foot. Vorige week had „Isis" zijn eerste vijf recensies afgedrukt. Een les over Rous seau, Marx en Hegel door professor John Plamenatz werd „akademisch in de slech te zin van het woord" genoemd, een le zing over Dante door mevrouw Evelyn Roaf „slap en waardeloos", W'WWi VÜS: O t- /J K, U „<»»a ER KONDIGEN zich heel.wat aspirant koopsters aan ofschoon de prijs niet laag is, maar Rebecca stelt ook nog andere dan slechts financiële eisen. Ze wil dat haar man een goede verzorging zal (blij ven krijgen. De eerste kandidaten weten Rebecca onvoldoende vertrouwen in te boezemen en daarom wordt besloten Jona than bij opbod en publiek te verkopen. Ten slotte wordt een struise, gezonde jonge vrouw die even buiten de stad een boer derijtje drijft, de nieuwe eigenares van Jonathan. De politie-inspecteur die nog geen illegaal steekje heeft zien vallen, komt persoonlijk Jonathan op zijn atelier halen om hem naar zijn nieuwe kosthuis en bezitster te leiden, en het afscheid vol trekt zich door middel van een melancho lieke scène die zelfs niet zonder tragische accenten is. Een jaar gaat vervolgens voor bij waarin Rebecca steeds meer moeite enquête evenwel dat bij deze aanbieding en verhoopte trans actie alle wettelijke bepalingen scrupuleus werden gerespec teerd, zodat hij besluit alleen bij de realisatie een oogje in het zeil te blijven houden. Jonathan, de echtgenoot die als koop waar fungeert, blijkt bij pogingen van zijn vriend hem tot weerstand op te hitsen, zich met deze handel-in-blanke-slaaf helemaal verzoend te hebben en zijn vrouw heeft op het stuk van zakendoen van niemand meer iets te leren. haar intrek onder hun dak nemen, en op die basis, of onder dat dak, gaat het ge zelschap een nieuw leven tegemoet waar over ons nadere informaties tot dusver echter ontbreken. ZIEDAAR HET VERHAAL en de han deling van „Le Comportement des Epoux Bredburry" (de gedragingen van de ech telieden Bredburry) die Frangois Billet doux in zijn nieuwe toneelstuk behandeld heeft. Hij heeft de stof, zo verzekert Billet doux, uit de (Amerikaanse) werkelijkheid gegrepen via een avondblad dat hem op een dag berichtte dat een dame voor der tigduizend dollars haar echtvriend te koop had aangeboden. Zijn eerste opwelling was toen dat die prijs gepeperd mocht heten en daarna hield hij zich bezig met de mogelijke drijfveren van dat onalledaagse initiatief. Van dat onderzoek brengt hij in dit toneelstuk dus verslag uit en zijn conclusie luidt a.) dat Rebecca door liefde werd gedreven en b.) dat factoren van economische orde vermoedelijk de voor naamste regels bepalen van de morele ge dragingen, ook binnen het huwelijk, in de wereld van onze tijd. Echtverbintenissen zijn sinds onheuglijke tijden wel meer op een grondslag van geld of andere belan gen gesloten, en die Amerikaanse dame verdiende respect uit hoofde van haar open hartigheid. DE BREDBURRY'S vormen in Billet- doux's psycho-analyse in de vorm van een blijspel inmiddels in genendele een mislukt of ook maar uitzonderlijk huwelijk. Beide echtelieden hielden, gelijke in de twee laatste bedrijven onverduidelijk blijkt, veel en zelfs'hartstochtelijk van elkander, maar door „incompatibility d'humeur" ofwel lichte temperamentsverschillen, konden ze alleen elkanders dagelijkse aanwezigheid minder goed meer verdragen. „Waarom geef je me toch nooit vis te eten?" vraagt Jonathan bijvoorbeeld op een dag aan zijn vrouw. „Omdat je me met die graten aan een kat doet denken", zo luidt haar ant woord. In die zone nu van kleine erger nissen zijn de conflictstoffen vooral gele gen waaraan hun huwelijk ten gronde dreigt te gaan, zodat Rebecca in overleg en akkoord met haar man besluit tijdig in te grijpen volgens vermelde procedure waardoor hun intiemere wederzijdse ge voelens gesphard blijken te kunnen wor den. In „Tschin-Tschin", zijn eerste toneel stuk had Billetdoux zich, met een zeer verrassend resultaat, ook al met die deli cate materie der huwelijksverhoudingen beziggehouden. En in diezelfde geest van subtiliteit en bijna puriteinse ironie en in overeenkomstige stijl waarvoor hij bij Paul Valéry en Pascal in de leer moet zijn geweest, behandelt hij hier een andere kant van 'dit eeuwig brandende probleem. Slechts één doch fundamen tele op of zelfs aanmerking zou ik willen maken: het komt me voor dat Billetdoux zich in zijn medium heeft ver gist, en dat zijn psychologische briljante ontleding beter als essay dan als toneel stuk tot haar recht ware gekomen. De heer en mevrouw Bredburry bespreken in Billetdoux' toneelstuk hun wonderlijke transactie. ondervindt om de eenzaamheid te verdra gen en aangemoedigd door haar vriendin wil ze nu trachten Jonathan weer terug te kopen. Ze begeven zich tezamen naar de bescheiden farm waar ze door een half-imbeciele knecht en de nieuwe eige nares worden ontvangen. Opgetogen is ■men in Jonathans nieuwe kosthuis over zijn energie, kracht, gedrag en humeur en de wat trieste en bedrukte artiest van vroeger is nu een doortastende vrolijke en goedlachse hereboer geworden die zich dan ook onmisbaar wist te maken. Rebec ca die in frontaal-tegengestelde richting van gehaaide zakenvrouw tot meelijwek kend zielepootje is afgezakt, ziet onder het geestdriftig relaas van Jonathan's nieuwe huisgenoten haar hoop in rook vervliegen. Maar wanneer de baas eindelijk zelf thuis komt hakt hij ook deze knoop tot aller tevredenheid door: zijn vroegere gade zal

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 13