FILATELIE
Bridge
Dammen
Prijs voor Deense
lepra-vorser
2
ZATERDAG 4 FEBRUARI 1961
Erbij
PAGINA VIER
m§.
m Ww
i m.
-ww. Wrn. ww iüf ww.
£1 «I
- JU WW. WW. WW.- WW. n
B. Dukel
WW. WW. BW.
Mr. E. Spanjaard
Jan Nelissen
A lie meisjes spelen
Cor van Ruijsst
ZWITSERLAND. Op 20 februari a.s.
zullen de jaarlijkse vier propaganda-
postzegels worden uitgegeven. Ditmaal
zijn ze gewijd aan de hulp aan onder
ontwikkelde landen, aan de HYSPA
1961, de tentoonstelling over de gezond
heidszorg, turnen en sport, die van
18 mei tot 17 juli in Bern wordt ge
houden, aan de wereld- en Europese
kampioenschappen ijshockey, die van
2 tot 12 maart in Genève en Lausanne
worden gehouden en aan de automati
sering van het Zwitserse telefoonnet.
Op de 5 rp., ontworpen door Eugène
en Max Lenz, ziet men een muur in op
bouw, op de 10 rp., ontworpen door
Hans Neuburg, het embleem van de
HYSPA, op de 20 rp., ontworpen door
Jean en Lucien Ongaro, een ijshockey
stick en schijf en op de 50 rp., ontwor
pen door Bemhard Reber, vier schakel
handles op een blinde kaart van Zwit
serland.
GRIEKENLAND. De Griekse poste
rijen geven op 15 februari a.s. een toe
ristische serie van zeventien waarden
uit met afbeeldingen van historische
gebouwen en landschappen: 10, 20, 50,
70, 80 lepta, 1, 1,50, 2,50, 3,50, 4, 4,50,
5, 6, 7,50, 8, 8,50 en 12,50 drachmen.
FINLAND. Honderd jaar geleden
werd de stad Mariehamn gesticht. Ter
herinnering aan dit feit zal op 21 fe
bruari a.s. een postzegel van 30 mk.
verkrijgbaar worden gesteld, waarop
InUilltit
het museumschip „Pommern" is afge
beeld. Het ontwerp is van Olavi Vep-
salainen en de gravure van R. Achrèn.
De oplage bedraagt twee miljoen exem
plaren.
ISRAEL. Bij de in onze vorige rubriek
gemelde nieuwe definitieve frankeer
zegels zal ook een hoge waarde van
1 agarat worden toegevoegd. Op deze
zegel komen de twaalf tekens van de
Dierenriem voor. Ontwerper is I. Blau-
shild uit Tel Aviv.
GROENLAND. Een nieuwe frankeer
zegel ter waarde van 35 ore zal op
16 maart in circulatie worden gebracht.
De zegel laat een Groenlandse trom-
danser zien. Hij is ontworpen door de
Groenlander Jens Rosing en gegraveerd
door de Deen Bent Jacobsen.
CANADA. Ter onderstreping van de
belangrijke rol die de Indianen op ver
scheidene gebieden in Canada hebben
gespeeld zal op 10 maart a.s. een post
zegel van 5 c. (bruin en donkergroen)
verschijnen ter ere van de Mohawkse
dichteres Emily Pauline Johnson, die
honderd jaar geleden werd geboren. Op
de zegel ziet men Pauline, gekleed in
de dracht uit het Victoriaanse tijdperk
en op de achtergrond is zij gekleed in
het kostuum van haar stam.
MOZAMBIQUE. Met afbeeldingen
van wapens van steden en dorpen in
deze Portugese kolonie aan de zuidoost
kust van Afrika is een serie van zeven
tien postzegels verkrijgbaar gesteld. De
waarden zijn: 5, 15, 20, 30, 50 c., 1, 1,50,
2, 2,50, 3, 4, 4,50, 5, 7,50, 10, 20 en 50 esc.
SCANDINAVIË. De Noorse zegel die
voor het tienjarig jubileum van de
S.A.S. zal verschijnen heeft een waarde
van 90 'óre (blauw), de Deense een
waarde van 60 óre (blauw).
Voordat wij de tweede winnaar van het
Hoogoventoernooi aan het „woord" laten,
eerst op veler verzoek de sensationele
partij BarendregtOlafsson, waarin niet
minder dan vier dames tegelijk een rol
speelden. Een dergelijke „veelwijverij"
zien wij op het schaakbord slechts hoogst
zelden. Over het algemeen kan men. met
een vrije interpretatie van een bekend
spreekwoord, zeggen dat reeds één dame
duizend schaakspelers te erg is. Wat het
wordt, als er vier koninginnen tegelijkertijd
aan het werk zijn, kan men zich ternau
wernood meer indenken. Dit meest be
weeglijke schaakstuk heeft telkens de keus
tussen 27 zetten. In één zet (van wit en
zwart) zijd er dus al 274 mogelijkheden.
Geen wonder dat de grootmeester tenslotte
aan het langste eind trok. De héle partij
was zeer de moeite waard; Barendregt
koos (met wit) als gewoonlijk een onbe
kende openingsvariant. Hij kreeg de
„slechte" raadsheer en moest zich inlaten
op een dame- en paard-eindspel, waarin
de IJslander een fractie beter stond. Het
was bijzonder leerzaam te zien, hoe zwart
zijn minimale voordeel met fijne middelen
urenlang vasthield. Op een critiek moment
had hij kunnen afwikkelen naar een paard-
eindspel met winstkansen. Maar hij ver
koos het, de dames op het bord te houden.
En toen gebeurde het, dat beiderzijds een
pion promoveerde. Barendregt's Koning
stond onveiliger; één misgreep in tijdnood
en de zwarte amazones deden de witte
koning sneven. Een nieuw verrukkelijk
staaltje van de onuitputtelijkheid van ons
spel.
Wit; Dr. J. Barendregt. Zwart: F. Olafsson
Siciliaans
I) e2-e4 c7-c5, 2) Pgl-f3 d7-d6, 3) Rfl-
b5t Rc8-d7, 4) Rb5xd7f Dd8xd7, 5) 0-0
Pb8-c6, 6) Tfl-el Pg8-f6, 7) c2-c3 e7-e6,
8) d2-d4 c5xd4, 9) c3xd4 d6-d5, 10) e4-e5
Pf6-e4., Wit heeft wat meer ruimte, maar
zijn loper is „slecht" (n.l. van de kleur
van zijn eigen op zwart gefixeerde cen
trumpionnen). Deze factor speelt een be
langrijke rol.
II) Pbl-d2 Pe4xd2, 12) Rclxd2 Rf8-e7,
13) Rd2-g5 Zo verliest wit nu tijd om
zijn slechte loper tegen de goede van zwart
te ruilen.
13) 0-0. 14) Tel-e3 Tf8-c8. Om met
Rf8 de raadsheer aan afruil te kunnen
onttrekken. Vandaag: 15) Rg5xe7 Pc6xe7.
Zwart staat iets beter, vooral omdat pion
d4 zwak kan worden. 16) Tal-cl Tc8xcl,
17) Ddlxcl Ta8-c8. 18) Te3-c3 Tc8xc3,
19) Dclxc3 Olafsson. hoewel op winst
spelend heeft 'n grote afruil niet gevreesd.
Er volgt nu een typisch grootmeesterzetje.
Voordat de c-lijn met Pc6 wordt gesloten,
gaat eerst de dame naar buiten. 19)
Dd7-a41, 20) h2-h3 Natuurlijk niet
Dc7? wegens Ddlf enz. Maar nu dreigt
Dc7, zodat zwart niet op a2 mag slaan. 20)
Pe7-c6, 21) a2-a3 a7-a5, 22) Dc3-d3
Dekt dl en bereidt zodoende de komende
koningswandeling voor. 22) h7-h6,
23) Kgl-fl b7-b5, 24) Kfl-e2 b5-b4, 25)
Ke2-d2 g7-g6, 26) Dd3-c2 Da4-b5, 27) Dc2-
c5 Db5-a6. Een moeilijk besluit. Na dame-
ruil plus ba3: en a5-a4 heeft zwart name
lijk goede winstkansen omdat de witte
koning nergens dóór kan. Iets voor ana
lytici.
28) a3-a4 Pc6-b8. 29) Kd2-e3 Pb8-d7. 30)
Dc5-e7 Pd7-f8. 31) Pf3-d2 g6-g5, 32) De7-
c5 Pf8-g6, 33) g2-g3 Kg8-g7, 34) f2-f4
Misschien wel de beslissende fout; na Dc7
zien wij geen winstplan voor zwart. Nu
komt er plots leven in de brouwerij, «oor
dat het zwarte paard aanstonds via h4 naar
f5 kan. 34) g5xf4. 35) g3xf4 Pg6-h4,
36) Dc5-b5 Da6-a7, 37) Pd2-b3 Ph4-f5t,
38) Ke3-d3 Schijnbaar staat wit goed,
want pion a5 is ondekbaar. Maar nu dringt
zwart via de andere vleugel binnen. 38)
Da7-e7!, 39) Db5xa5 De7-h4, 40) Da5xb4
Dh4xh3t. 41) Kd3-c2 Dh3-fl! Weer een
grootmeesterlijk trekje. Een gewone speler
zou vermoedelijk Dh2f en Df4: gespeeld
hebben. Maar Olafsson ziet scherp, dat hij
de witte koning niet mag toelaten tot de
veilige haven a2 en dat pion f4 onbelang
rijk is. Na de tekstzet blijft de koning van
Barendregt in het vrije veld, hetgeen aan
stonds een beslissende rol speelt.
42) Db4-c3 h6-h5, 43) Dc3-d3 Dfl-g2t
44) Dd3-d2 Nu zou zwart na 44) Kbl
met schaak op hl promoveren. 44)
Dg2-gl. 45) a4-a5 h5-h4, 46) a5-a6 h4-h3,
47) a6-a7 h3-h2, 48) a7-a8D h2-hlD.
Zwart; OLAFSSON
----- - - --- O
MOEILIJKHEDEN THUIS.
De vorige week zondagavond hebben
omstreeks 4000 Nederlanders thuis gróte
moeilijkheden gehad. Gelukkig waren het
slechts bridge-moeilijkheden die avond
stond namelijk de jaarlijkse radio-bridge
drive georganiseerd door de Nederlandse
Bridge Bond, op het programma. Zowel in
de groep A als in de groep B (minder moei
lijk) waren er 16 spellen, door mij samen
gesteld, te spelen. Dit probleem uit groep
A vond ik zelf één van de moeilijkste:
8 4 3
9 V B 10 9
O H 7
A V83
V B 10
9 A72
O A 8 6
■f» B 7 5 4
9 01
t 6 01 fl A
S 8 H eb
9 H V
9 7 5 2
9? 6 4 3
O 5 3 2
H92
Oost gever, allen kwetsbaar. Men kan
natuurlijk op véle manieren bieden, doch
een redelijk biedverloop waarbij OW het
meest kansrijke eindbod bereiken, is:
oost 1 ruiten west 2 Sansatout oost
3 Sansatout.
Niemand zal de uitkomst van noord
een 'probleem geacht hebben: harten
vrouw is de normale, goede start. Oost
(de tafel) wint de eerste slag met harten
heer in slag 2 wordt ruitenvrouw ge
speeld, west snijdt en noord maakt lui-
tenheer.
Noord weet nu, dat OW al beschik
ken over 4 slagen in ruiten, 2 slagen in
harten (west heeft zeker hartenaas) en
(zichtbaar op tafel) 2 slagen in schoppen
totaal 8 slagen. Het is zéér aanneme
lijk, dat west voor zijn 2 SA-bod beschikt
over schoppenvrouw, wat de 9e slag voor
OW betekent.
Noords kans is, dat west niet meer dan
klaverenboer-vierde had en daarom moet
noord (na ruitenheer) alsvolgt voort
zetten: /ïoord spele jn slag 3 de 4» Aas (of
Vrouw) en zuid, die zich de positie en
noords wanhoopsoffensief moet reali
seren, behoort de +9 bij te spelen; dan
spele noord +3, zuid wint met 4»Heer
en als zuid in de volgende slag de 4*2
speelt, zit de «f»Boer-7 van west precies
in de knip van de 4»Vrouw-8 (Aas-8) van
noord.
Wanneer zuid niet de «f»9 bijspeelt,
kan west het contract toch winnen door,
wanneer zuid in de 3e klaverenslag de
4"9 speelt, in eigen hand (west) niet de
4» Boer doch een kleine bij te spelen. De
klaverenkleur van NZ is dan „geblok
keerd" en NZ zullen géén vierde slag
meer in klaveren kunnen maken.
Ik stel mij zo vopr, dat slechts zéér
weinigen van de A-groep dit moeilijke
tegenspelprobleem tot een goed einde
hebben gebracht.
Grappig is, dat wanneer noord in slag 1
afwijkt van de normale uitkomst (C
Vrouw) en begint met een kleine 4», de
westspeler het contract niet meer kan
verliezen. In dat geval namelijk zal de
klaverenboer niet in de knip genomen
kunnen worden, daar oost in slag 2 de«M0
nog heeft.
H. W. Filarski
Bridge vraag dezer week: Noord gever,
allen kwetsbaar, viertallen wedstrijd. De
zuidspeler heeft:
H76 OA 10 3 OVB974 4»AB
De partner (noord) past oost past
zuid 1 ruiten west past noord 1
Sansatout oost past wat moet ~uid
bieden?
Antwoord elders op deze bladzijde.
melden, dat de bekende eindspelkenner
wijlen de heer Presburg het eindspel voor
gewonnen, en J. J. H. Mertens tot remise,
gaf.
Nu de speelwijze Lunenburg: 1) 5-28. Er
zijn vier zetten voor zwart aanwezig. Op
16-21 28x11 21x32 31-27 32x21 26x17 35-50
en 11-6 wint. Op 17-22 28x6 45-50 wint
27-22. Er blijven dus over 17-21 en 45-50.
Laatste spelgang is de mooiste. Eerst 17-21
26x17 45-50 27-22 50-45 of? 28-32 45-34
31-26 34-40 32-49 en wit wint.
En de laatste: 5-28 45-50 28x6 50-45 6-50.
Nu verliest de zwartdam op de ruiten 40,
34, 29, 23 door damoffer. Fraai is ook de
op 18-13 45-18 50-45 18-1 gedwongen, daar
op 18-13 45-18 volgt. Na 18-1 wint 27-22.
Ook een fraaie finesse als de zwartdam
naar veld 12 speelt. Na 45-12 damoffer met
50-17 12x49 en 31-27 wint. Gedwongen is
dus 45-7 of 1. Op 45-7 27-22 7-2 31-37. Met
de windstand 22, 26, 27 dam op 50. Zwart
dam op 2, stuk op 16. Door de uitwijkmacht
van de zwartdam is nog voldoende spel
aanwezig voor eindspelkenners om het
voorbeeld van de heer Lunenburg over te
nemen en ook in dit eindspel eens te gaan
grasduinen.
Tot slot bieden wij de lezers enkele eind
spelen (van Franse oorsprong) ter oplossing
OOOOOClOOOOOOOCXDOOOriOOr^OOOCCOOOOOCOOOOOrOO^VTOOOOOoryNX»
V '///////a r\
WA V/AW/A.
Ooooooooooooooooooooocoococoooooocc/c>.x)0o>oooc\oooooooooooo
Zwart: 8, 15, 29. Wit: dam op 16, twee
stukken op 36, 42.
Zwart is aan zet en wit moet winnen.
Wij geven een spelgang: b.v. 29-34 16-7
34-39 7-11 39-43 42-38 43x32 11-2 8-12 2-16
32-37 16-38 12-17 38-24 17-21 of 17-22 en
24-19 wint daar op 37-42 19-37 volgt.
Dit is een opgave voor zeer geroutineerde
dammers.
500000000000c00^009^x>900000c0000cc00cc009 ooocgcococooooo
X MZZZ 'A////A/A '///////A 'A//////A 'A//////A tb
M$a. WXW. WKWa WW/a -WW
www ''w/wa. w/wa
00000C00CO0G00CXX5000C0CXXXX>00C0CO9C00.'vxXb^ -"> X)COOOOC
Wit: drie dammen op 7, 12, 14. Zwart:
dam op 49, stuk op 39.
Wit speelt en wint. De eerste zet van wit
is 7-16. Er dreigt damoffer 12-34 en 14-32.
Op 39-44 hetzelfde. Op 39-43 14-25 ge
wonnen.
Oplossingen en correspondente te zenden
aan het adres van de damredacteur:
B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmui-
den.
Het eindspel is het moeilijkste gedeelte
van het damspel. Er zijn eindstanden, in de
twintiger of dertiger jaren voorgekomen,
die nog steeds niet volledig uitgeanalyseerd
zijn en de vraag: winst of remise, is nog
niet beantwoord. In het damboek „Het
damspel in zijn aantrekkelijkste vorm",
uitgegeven door de oud-hoofdredacteur
van „Het Damspel", wijlen de heer P. D. de
Graaf, staat een eindstand uit de partij
P. J. van Dartelen tegen J. M. Bom, voor
gekomen in het toernooi om het kampioen
schap van Nederland in het jaar 1936.
J. M. BOM
soooooooorvnooooooooocoGooooooooooooooooooorooooooooooooo
cooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo
Wit: BARENDREGT (aan zet)
Het is zover; de ballerina's staan gereed.
Wit is een pion vóór en bovendien aan zet.
Deze factoren wegen echter niet op tegen
de minder veilige stand van zijn koning.
49) Da8-d8 Speelt met de dreiging
Df6t, welke echter niet tot eeuwig schaak
leidt wegens Kg8, Dd8+ Kh7. 49) Dgl-
fl. Dreigt 50) Dc4+. 51) Dc3 Pe3t 52)
Kd2 Ddlt 53) Ke3: De2 mat. Vandaar 50)
Pb3-a5 Dhl-h3'. 51) Dd8-f6t? In tijd
nood maar een schaakje, waarmede echter
één van de dekkingen aan Pa5 ontvalt.
Beter was Dc3. 51) Kg7-g8, 52) Dd2-
c3? De beslissende fout. Na 52) Dd8t
Kh7 had zwart weliswaar zijn konings
stelling verbeterd, maar was Pa5 opnieuw
gedekt. Nu is het uit. 52) Dfl-e2t 53)
Kc2-bl Of 53) Kb3 Db5+ plus dame-
ruil en stukwinst. 53) De2-dlt 54)
Kbl-a2 Ddl-a4f 55) Ka2-bl Dh3-flf en
wit gaf het op wegens 56) Del Dd3t en
mat.
Een instructief voorbeeld van het feit,
dat een grootmeester op de lange baan
net iets beter speelt dan een meester.
•uasuBq;sujM. ap uep
uapjoM joiojS ja§A uasueqsaiiJaA ap fiq
-jbbav poq iqoajs uaa si VS Z :ua§Saz
jaqjajs ;ba\ gou jaiq moreep ;aq ita\ qj
•sbm uapoqjaAo
VS Z 1BP 'uagmpiaAo a; qCqiaou: sbm
pmz 'UMop sooisueq guig ua vs ;o}
ppajai apgooqaaA pjoou VS 8 Pinz
pooq qf;;qBJd ap ui -poqaqoueui uaa io;
iqoBjq Stuia/A a; do piaa;iAUi VS Z uea
poq uaa uaqiaaaq a; pejjuoo apjaaq
-J3A ;aq )gtajp ua;ina aaAvj uba poq uaa
•uapaiq japaaA ;a;u pinz ;aoui 'uapjooA\
-lUB-vs I euaeep ua uasssd leeuiuaa
UBp uauioq usq japjaA ;atu uapuojpa'iq
aaM) ut pjoou siv '(9 siqoajs qoo uatqos
-stut jbbui) 6 tBEintxBui ja ijaaq aaiads
-p-ioou ap 'ua;und qi ijaaq jajadsprnz sq
'.SBBJAaSpuq asqfqaqaM do pjooM^uv
OOOOOOOOOOOOOOOOOQOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC
P. J. VAN DARTELEN
Zwart: 16, 17, 45. Wit: 26, 27, 31, dam
op 5.
Met wit aan zet, is nimmer komen vast
te staan of dit buitengewoon fraai over
machtseindspel al dan niet voor wit ge
wonnen is.
In de partij behaalde Bom remise door
dat v. Dartelen 5-14 vervolgde met 16-21
27x16 45-50 en remise is niet meer te voor
komen. Deze variant is het onderzoek vol
komen waard. De heer H. J. Lunenburg te
Haarlem maakt ons er opmerkzaam op, dat
hij een vermoedelijke winst kan aantonen.
Wij laten hem hieronder aan het woord.
En de winstgang die hij aantoont is mooi
en boeiend. Laten wij ook nog even ver-
De Deense geleerde dr. Wilhelm Moel-
ler-Christensen heeft de Amerikaanse Pfi-
zer-prijs gekregen (10.000 kronen), voor
zijn studies van de geschiedenis van de
lepra.
De medicus heeft skeletten bestudeerd
van mensen die tijdens de middeleeuwen
in Denemarken aan lepra overleden zijn.
Hij ontdekte dat 75 percent van de onder
zochte schedels losse voortanden en mis
vormde beenderen in de neus hadden. Dit
kan van grote betekenis zijn voor perso
nen van wie vermoed wordt dat zij aan
lepra lijden. Met de huidige methoden kan
men de ziekte pas jaren na de besmetting
constateren.
Het aantal leprozen in de wereld is
de laatste tijd toegenomen en bedraagt
thans 15 miljoen.
Dr. Moeller-Christensen wil het geld ge
bruiken om in een „exotisch land" deel
te nemen aan de bestrijding van de lepra.
MET EEN SOMBER GEZICHT zat
Homomare, de vorst van de zee, aan
het bed van zijn dochtertje Dafnia. Het
kind, een meisje van een jaar of vijf
met schitterend, goudblond golvend
haar, was heel erg ziek, zó ziek, dat
zelfs Kulapus de knapste dokter in het
zeerijk haar niet kon genezen.
„Majesteit", had hij tegen de be
droefde koning Homomare gezegd,
„niemand zal ons prinsesje kunnen be
ter maken, ik heb alle middelen gepro
beerd, maar niets helpt."
De tranen stroomden uit de ogen van
de koning en ook de lakeien die in de
zaal naast de kamer van het prinsesje
waren, begonnen te huilen, toen ze de
dokter zo hoorden spreken.
„Maar kan nu echt helemaal nie
mand mijn schat beter maken?", vroeg
de koning bedroefd, „ik zal de helft
van mijn rijk geven aan degene die
Dafnia geneest."
„Sire," antwoordde de dokter, „in
heel het rijk van de zee is er niemand
die dat kan. Als ik maar vijf viooltjes
had, dan kon ik daar een drankje van
maken waarvan ons prinsesje meteen
beter zou worden. Ik heb het recept
gevonden in een heel oud boek." De
dokter zuchtte diep en mompelde zacht:
„Maar hoe kom ik aan viooltjes?"
DE KONING SPRONG zo wild op van
zijn stoel dat het prinsesje begon te
kreunen. „Wat zeg je dokter, kun je
met viooltjes mijn kind beter maken?
Zeg op man, wat zijn dat voor dingen
die viooltjes! Al kosten ze een miljoen
parels per stuk, ik zal ze kopen!"
De dokter glimlachte treurig: „Al wil
de u alle parels van de zee geven Sire,
viooltjes kunt u niet kopen. Een viool
tje is een klein plantje dat op het land
groeit en u weet, dat een zeebewoner
dood gaat als hij niet in de zee blijft."
De koning zakte weer op zijn stoel en
begon hard te snikken, maar de dokter
had zó luid gesproken, dat een schoen
poetsertje van de koning, in de zaal er
naast, alles gehoord had. Zonder er
over na te denken of hij het wel mocht,
rende hij de kamer van het prinsesje
binnen en viel voor de voeten van zijn
koning.
„Majesteit," zei hij opgewonden, „ik
heb gehoord wat dokter Kulapus ge
zegd heeft, laat mij proberen die viool
tjes te halen. Ik hoef echt geen belo
ning te hebben, want als ons lief prin
sesje sterft zal ik ook dood gaan van
verdriet."
De koning wilde er eerst niet van
horen, want hij dacht: „Die schoon-
poetser kan toch nooit op het land ko
men." Maar de jongen bleef zo lang
zeuren, dat de koning eindelijk zijn toe
stemming gaf.
„Vooruit dan maar," zei hij, „je bent
een dappere vent. Hier, neem dit zak
je parels mee, misschien kun je ze ge
bruiken."
DOKTER KULAPUS vertelde de jon
gen precies hoe een viooltje eruit zag
en toen hij alles goed wist, vertrok het
schoenpoetsertje. Het was een verre
weg naar het strand waar het land be
gon en de jongen moest vaak over gro
te rotsen klimmen, maar hij gaf de
moed niet op. Eindelijk was ie bij de
plaats waar het land begon, daar was
de zee nog maar een meter diep.
„Als ik nu heel hard loop," dacht het
schoenpoetsertje, „dan kan ik misschien
vlug een paar van die viooltjes pluk
ken." Hij rende uit het water en liep
een paar meter over het strand, maar
hij kreeg het zo benauwd nu hij niet
meer in het water was, dat hij uitge
put neerviel toen hij nog maar tien me
ter gelopen had. Hij probeerde nog
naar de zee terug te kruipen, maar
het lukte niet en opeens viel hij be
wusteloos op de grond.
Hij lag er nog maar kort toen er
een vrouwtje langs het strand liep die
hem daar zag liggen. Ze had medelij
den met de arme knaap en maakte
snel zijn gezicht nat met zeewater. De
jongen deed gelukkig gauw zijn ogen
open. Het vrouwtje ging nóg wat wa
ter halen en toen was de jongen net
sterk genoeg om naar zee terug te krui
pen. Zo gauw hij weer in het water lag
voelde hij zich helemaal beter.
Het vrouwtje was hem verbaasd ach
terna gelopen. Ineens kreeg de jongen
een idee. Hij vertelde het vrouwtje al
les over het zieke zeeprinsesje. Toen
hij uitverteld was begon hij te huilen.
„Nu heb ik nóg geen viooltjes en nu
gaat Dafnia dood," snikte hij.
„Niets daarvan", zei het vrouwtje,
..wacht maar even, ik zal je helpen."
Ze liep zo hard mogelijk weg. De
schoenpoetser bleef vol spanning wach
ten. Na een kwartier was het vrouw
tje weer terug, met., een grote bos
viooltjes die ze snel geplukt had.
O, wat was de jongen blij, hij gaf
het vrouwtje als beloning het zakje pa
rels. -
„Aaaah," riep het mensje verbaasd
toen ze al die mooie parels zag, „die
zijn wel vijfduizend gulden waard."
Maar de jongen hoorde het niet meer,
want snel was hij naar het paleis terug
gegaan. Hij ging zo snel hij maar kon
en toen hij bij het paleis kwam, moes
ten de schildwachten voor de poort hem
naar de koning dragen, zo moe was hij.
DE KONING WAS HARD aan het
huilen toen het schoenpoetsertje binnen
kwam, want dokter Kulapus had hem
net verteld, dat Dafnia veel zieker ge
worden was en heel gauw zou sterven.
Maar toen Kulapus de viooltjes zag,
lachte hij verheugd en rende er mee
weg. De koning rende met hem mee,
hij kon wel dansen van geluk. Het
drankje was gauw gemaakt en meteen
kreeg de prinses er een lepeltje-vol van
en kijk; gelijk kreeg ze weer kleur op
haar wangen en begon rustig adem te
halen.
ySire", zei de dokter en hij zei het
'mét bev'endè stem, „Ons prinsesje zal
nu gauw weer beter zijn., dankzij de
dappere schoenpoetser."
Weer rolden er tranen van de wangen
van de koning, maar nu waren het
tranen van vreugde.
„Nu vergeet ik nog die flinke jongen
te bedanken," zei hij. „Beste, dappere
jongen, je krijgt alles wat je hebben
wilt."
Maar de schoenpoetser hoorde het
niet, want die was zo moe, dat hij in
slaap was gevallen, op de grond, naast
het bed van het prinsesje.
Alle meisjes spelen fijn,
Zie ze maar eens hollen!
touwtjespringen
tollen
Alle jongens spelen.
bok-bok-berrie
ballen
Alle jongens spelen wild,
Zie ze maar eens vallen!
Maar de zieke kinderen,
zouden die ook spelen?
Of liggen zij zich in hun bed
alleen maar te vervelen?
Héla, is jouw vriendje ziek?
Ligt hij in zijn bedje?
Zoek hem dan maar gauw eens op,
bezorg hem eens een pretje!