FILATELIE Bridge Dammen Prijs voor Deense lepra-vorser 2 ZATERDAG 4 FEBRUARI 1961 Erbij PAGINA VIER m§. m Ww i m. -ww. Wrn. ww iüf ww. £1 «I - JU WW. WW. WW.- WW. n B. Dukel WW. WW. BW. Mr. E. Spanjaard Jan Nelissen A lie meisjes spelen Cor van Ruijsst ZWITSERLAND. Op 20 februari a.s. zullen de jaarlijkse vier propaganda- postzegels worden uitgegeven. Ditmaal zijn ze gewijd aan de hulp aan onder ontwikkelde landen, aan de HYSPA 1961, de tentoonstelling over de gezond heidszorg, turnen en sport, die van 18 mei tot 17 juli in Bern wordt ge houden, aan de wereld- en Europese kampioenschappen ijshockey, die van 2 tot 12 maart in Genève en Lausanne worden gehouden en aan de automati sering van het Zwitserse telefoonnet. Op de 5 rp., ontworpen door Eugène en Max Lenz, ziet men een muur in op bouw, op de 10 rp., ontworpen door Hans Neuburg, het embleem van de HYSPA, op de 20 rp., ontworpen door Jean en Lucien Ongaro, een ijshockey stick en schijf en op de 50 rp., ontwor pen door Bemhard Reber, vier schakel handles op een blinde kaart van Zwit serland. GRIEKENLAND. De Griekse poste rijen geven op 15 februari a.s. een toe ristische serie van zeventien waarden uit met afbeeldingen van historische gebouwen en landschappen: 10, 20, 50, 70, 80 lepta, 1, 1,50, 2,50, 3,50, 4, 4,50, 5, 6, 7,50, 8, 8,50 en 12,50 drachmen. FINLAND. Honderd jaar geleden werd de stad Mariehamn gesticht. Ter herinnering aan dit feit zal op 21 fe bruari a.s. een postzegel van 30 mk. verkrijgbaar worden gesteld, waarop InUilltit het museumschip „Pommern" is afge beeld. Het ontwerp is van Olavi Vep- salainen en de gravure van R. Achrèn. De oplage bedraagt twee miljoen exem plaren. ISRAEL. Bij de in onze vorige rubriek gemelde nieuwe definitieve frankeer zegels zal ook een hoge waarde van 1 agarat worden toegevoegd. Op deze zegel komen de twaalf tekens van de Dierenriem voor. Ontwerper is I. Blau- shild uit Tel Aviv. GROENLAND. Een nieuwe frankeer zegel ter waarde van 35 ore zal op 16 maart in circulatie worden gebracht. De zegel laat een Groenlandse trom- danser zien. Hij is ontworpen door de Groenlander Jens Rosing en gegraveerd door de Deen Bent Jacobsen. CANADA. Ter onderstreping van de belangrijke rol die de Indianen op ver scheidene gebieden in Canada hebben gespeeld zal op 10 maart a.s. een post zegel van 5 c. (bruin en donkergroen) verschijnen ter ere van de Mohawkse dichteres Emily Pauline Johnson, die honderd jaar geleden werd geboren. Op de zegel ziet men Pauline, gekleed in de dracht uit het Victoriaanse tijdperk en op de achtergrond is zij gekleed in het kostuum van haar stam. MOZAMBIQUE. Met afbeeldingen van wapens van steden en dorpen in deze Portugese kolonie aan de zuidoost kust van Afrika is een serie van zeven tien postzegels verkrijgbaar gesteld. De waarden zijn: 5, 15, 20, 30, 50 c., 1, 1,50, 2, 2,50, 3, 4, 4,50, 5, 7,50, 10, 20 en 50 esc. SCANDINAVIË. De Noorse zegel die voor het tienjarig jubileum van de S.A.S. zal verschijnen heeft een waarde van 90 'óre (blauw), de Deense een waarde van 60 óre (blauw). Voordat wij de tweede winnaar van het Hoogoventoernooi aan het „woord" laten, eerst op veler verzoek de sensationele partij BarendregtOlafsson, waarin niet minder dan vier dames tegelijk een rol speelden. Een dergelijke „veelwijverij" zien wij op het schaakbord slechts hoogst zelden. Over het algemeen kan men. met een vrije interpretatie van een bekend spreekwoord, zeggen dat reeds één dame duizend schaakspelers te erg is. Wat het wordt, als er vier koninginnen tegelijkertijd aan het werk zijn, kan men zich ternau wernood meer indenken. Dit meest be weeglijke schaakstuk heeft telkens de keus tussen 27 zetten. In één zet (van wit en zwart) zijd er dus al 274 mogelijkheden. Geen wonder dat de grootmeester tenslotte aan het langste eind trok. De héle partij was zeer de moeite waard; Barendregt koos (met wit) als gewoonlijk een onbe kende openingsvariant. Hij kreeg de „slechte" raadsheer en moest zich inlaten op een dame- en paard-eindspel, waarin de IJslander een fractie beter stond. Het was bijzonder leerzaam te zien, hoe zwart zijn minimale voordeel met fijne middelen urenlang vasthield. Op een critiek moment had hij kunnen afwikkelen naar een paard- eindspel met winstkansen. Maar hij ver koos het, de dames op het bord te houden. En toen gebeurde het, dat beiderzijds een pion promoveerde. Barendregt's Koning stond onveiliger; één misgreep in tijdnood en de zwarte amazones deden de witte koning sneven. Een nieuw verrukkelijk staaltje van de onuitputtelijkheid van ons spel. Wit; Dr. J. Barendregt. Zwart: F. Olafsson Siciliaans I) e2-e4 c7-c5, 2) Pgl-f3 d7-d6, 3) Rfl- b5t Rc8-d7, 4) Rb5xd7f Dd8xd7, 5) 0-0 Pb8-c6, 6) Tfl-el Pg8-f6, 7) c2-c3 e7-e6, 8) d2-d4 c5xd4, 9) c3xd4 d6-d5, 10) e4-e5 Pf6-e4., Wit heeft wat meer ruimte, maar zijn loper is „slecht" (n.l. van de kleur van zijn eigen op zwart gefixeerde cen trumpionnen). Deze factor speelt een be langrijke rol. II) Pbl-d2 Pe4xd2, 12) Rclxd2 Rf8-e7, 13) Rd2-g5 Zo verliest wit nu tijd om zijn slechte loper tegen de goede van zwart te ruilen. 13) 0-0. 14) Tel-e3 Tf8-c8. Om met Rf8 de raadsheer aan afruil te kunnen onttrekken. Vandaag: 15) Rg5xe7 Pc6xe7. Zwart staat iets beter, vooral omdat pion d4 zwak kan worden. 16) Tal-cl Tc8xcl, 17) Ddlxcl Ta8-c8. 18) Te3-c3 Tc8xc3, 19) Dclxc3 Olafsson. hoewel op winst spelend heeft 'n grote afruil niet gevreesd. Er volgt nu een typisch grootmeesterzetje. Voordat de c-lijn met Pc6 wordt gesloten, gaat eerst de dame naar buiten. 19) Dd7-a41, 20) h2-h3 Natuurlijk niet Dc7? wegens Ddlf enz. Maar nu dreigt Dc7, zodat zwart niet op a2 mag slaan. 20) Pe7-c6, 21) a2-a3 a7-a5, 22) Dc3-d3 Dekt dl en bereidt zodoende de komende koningswandeling voor. 22) h7-h6, 23) Kgl-fl b7-b5, 24) Kfl-e2 b5-b4, 25) Ke2-d2 g7-g6, 26) Dd3-c2 Da4-b5, 27) Dc2- c5 Db5-a6. Een moeilijk besluit. Na dame- ruil plus ba3: en a5-a4 heeft zwart name lijk goede winstkansen omdat de witte koning nergens dóór kan. Iets voor ana lytici. 28) a3-a4 Pc6-b8. 29) Kd2-e3 Pb8-d7. 30) Dc5-e7 Pd7-f8. 31) Pf3-d2 g6-g5, 32) De7- c5 Pf8-g6, 33) g2-g3 Kg8-g7, 34) f2-f4 Misschien wel de beslissende fout; na Dc7 zien wij geen winstplan voor zwart. Nu komt er plots leven in de brouwerij, «oor dat het zwarte paard aanstonds via h4 naar f5 kan. 34) g5xf4. 35) g3xf4 Pg6-h4, 36) Dc5-b5 Da6-a7, 37) Pd2-b3 Ph4-f5t, 38) Ke3-d3 Schijnbaar staat wit goed, want pion a5 is ondekbaar. Maar nu dringt zwart via de andere vleugel binnen. 38) Da7-e7!, 39) Db5xa5 De7-h4, 40) Da5xb4 Dh4xh3t. 41) Kd3-c2 Dh3-fl! Weer een grootmeesterlijk trekje. Een gewone speler zou vermoedelijk Dh2f en Df4: gespeeld hebben. Maar Olafsson ziet scherp, dat hij de witte koning niet mag toelaten tot de veilige haven a2 en dat pion f4 onbelang rijk is. Na de tekstzet blijft de koning van Barendregt in het vrije veld, hetgeen aan stonds een beslissende rol speelt. 42) Db4-c3 h6-h5, 43) Dc3-d3 Dfl-g2t 44) Dd3-d2 Nu zou zwart na 44) Kbl met schaak op hl promoveren. 44) Dg2-gl. 45) a4-a5 h5-h4, 46) a5-a6 h4-h3, 47) a6-a7 h3-h2, 48) a7-a8D h2-hlD. Zwart; OLAFSSON ----- - - --- O MOEILIJKHEDEN THUIS. De vorige week zondagavond hebben omstreeks 4000 Nederlanders thuis gróte moeilijkheden gehad. Gelukkig waren het slechts bridge-moeilijkheden die avond stond namelijk de jaarlijkse radio-bridge drive georganiseerd door de Nederlandse Bridge Bond, op het programma. Zowel in de groep A als in de groep B (minder moei lijk) waren er 16 spellen, door mij samen gesteld, te spelen. Dit probleem uit groep A vond ik zelf één van de moeilijkste: 8 4 3 9 V B 10 9 O H 7 A V83 V B 10 9 A72 O A 8 6 ■f» B 7 5 4 9 01 t 6 01 fl A S 8 H eb 9 H V 9 7 5 2 9? 6 4 3 O 5 3 2 H92 Oost gever, allen kwetsbaar. Men kan natuurlijk op véle manieren bieden, doch een redelijk biedverloop waarbij OW het meest kansrijke eindbod bereiken, is: oost 1 ruiten west 2 Sansatout oost 3 Sansatout. Niemand zal de uitkomst van noord een 'probleem geacht hebben: harten vrouw is de normale, goede start. Oost (de tafel) wint de eerste slag met harten heer in slag 2 wordt ruitenvrouw ge speeld, west snijdt en noord maakt lui- tenheer. Noord weet nu, dat OW al beschik ken over 4 slagen in ruiten, 2 slagen in harten (west heeft zeker hartenaas) en (zichtbaar op tafel) 2 slagen in schoppen totaal 8 slagen. Het is zéér aanneme lijk, dat west voor zijn 2 SA-bod beschikt over schoppenvrouw, wat de 9e slag voor OW betekent. Noords kans is, dat west niet meer dan klaverenboer-vierde had en daarom moet noord (na ruitenheer) alsvolgt voort zetten: /ïoord spele jn slag 3 de 4» Aas (of Vrouw) en zuid, die zich de positie en noords wanhoopsoffensief moet reali seren, behoort de +9 bij te spelen; dan spele noord +3, zuid wint met 4»Heer en als zuid in de volgende slag de 4*2 speelt, zit de «f»Boer-7 van west precies in de knip van de 4»Vrouw-8 (Aas-8) van noord. Wanneer zuid niet de «f»9 bijspeelt, kan west het contract toch winnen door, wanneer zuid in de 3e klaverenslag de 4"9 speelt, in eigen hand (west) niet de 4» Boer doch een kleine bij te spelen. De klaverenkleur van NZ is dan „geblok keerd" en NZ zullen géén vierde slag meer in klaveren kunnen maken. Ik stel mij zo vopr, dat slechts zéér weinigen van de A-groep dit moeilijke tegenspelprobleem tot een goed einde hebben gebracht. Grappig is, dat wanneer noord in slag 1 afwijkt van de normale uitkomst (C Vrouw) en begint met een kleine 4», de westspeler het contract niet meer kan verliezen. In dat geval namelijk zal de klaverenboer niet in de knip genomen kunnen worden, daar oost in slag 2 de«M0 nog heeft. H. W. Filarski Bridge vraag dezer week: Noord gever, allen kwetsbaar, viertallen wedstrijd. De zuidspeler heeft: H76 OA 10 3 OVB974 4»AB De partner (noord) past oost past zuid 1 ruiten west past noord 1 Sansatout oost past wat moet ~uid bieden? Antwoord elders op deze bladzijde. melden, dat de bekende eindspelkenner wijlen de heer Presburg het eindspel voor gewonnen, en J. J. H. Mertens tot remise, gaf. Nu de speelwijze Lunenburg: 1) 5-28. Er zijn vier zetten voor zwart aanwezig. Op 16-21 28x11 21x32 31-27 32x21 26x17 35-50 en 11-6 wint. Op 17-22 28x6 45-50 wint 27-22. Er blijven dus over 17-21 en 45-50. Laatste spelgang is de mooiste. Eerst 17-21 26x17 45-50 27-22 50-45 of? 28-32 45-34 31-26 34-40 32-49 en wit wint. En de laatste: 5-28 45-50 28x6 50-45 6-50. Nu verliest de zwartdam op de ruiten 40, 34, 29, 23 door damoffer. Fraai is ook de op 18-13 45-18 50-45 18-1 gedwongen, daar op 18-13 45-18 volgt. Na 18-1 wint 27-22. Ook een fraaie finesse als de zwartdam naar veld 12 speelt. Na 45-12 damoffer met 50-17 12x49 en 31-27 wint. Gedwongen is dus 45-7 of 1. Op 45-7 27-22 7-2 31-37. Met de windstand 22, 26, 27 dam op 50. Zwart dam op 2, stuk op 16. Door de uitwijkmacht van de zwartdam is nog voldoende spel aanwezig voor eindspelkenners om het voorbeeld van de heer Lunenburg over te nemen en ook in dit eindspel eens te gaan grasduinen. Tot slot bieden wij de lezers enkele eind spelen (van Franse oorsprong) ter oplossing OOOOOClOOOOOOOCXDOOOriOOr^OOOCCOOOOOCOOOOOrOO^VTOOOOOoryNX» V '///////a r\ WA V/AW/A. Ooooooooooooooooooooocoococoooooocc/c>.x)0o>oooc\oooooooooooo Zwart: 8, 15, 29. Wit: dam op 16, twee stukken op 36, 42. Zwart is aan zet en wit moet winnen. Wij geven een spelgang: b.v. 29-34 16-7 34-39 7-11 39-43 42-38 43x32 11-2 8-12 2-16 32-37 16-38 12-17 38-24 17-21 of 17-22 en 24-19 wint daar op 37-42 19-37 volgt. Dit is een opgave voor zeer geroutineerde dammers. 500000000000c00^009^x>900000c0000cc00cc009 ooocgcococooooo X MZZZ 'A////A/A '///////A 'A//////A 'A//////A tb M$a. WXW. WKWa WW/a -WW www ''w/wa. w/wa 00000C00CO0G00CXX5000C0CXXXX>00C0CO9C00.'vxXb^ -"> X)COOOOC Wit: drie dammen op 7, 12, 14. Zwart: dam op 49, stuk op 39. Wit speelt en wint. De eerste zet van wit is 7-16. Er dreigt damoffer 12-34 en 14-32. Op 39-44 hetzelfde. Op 39-43 14-25 ge wonnen. Oplossingen en correspondente te zenden aan het adres van de damredacteur: B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmui- den. Het eindspel is het moeilijkste gedeelte van het damspel. Er zijn eindstanden, in de twintiger of dertiger jaren voorgekomen, die nog steeds niet volledig uitgeanalyseerd zijn en de vraag: winst of remise, is nog niet beantwoord. In het damboek „Het damspel in zijn aantrekkelijkste vorm", uitgegeven door de oud-hoofdredacteur van „Het Damspel", wijlen de heer P. D. de Graaf, staat een eindstand uit de partij P. J. van Dartelen tegen J. M. Bom, voor gekomen in het toernooi om het kampioen schap van Nederland in het jaar 1936. J. M. BOM soooooooorvnooooooooocoGooooooooooooooooooorooooooooooooo cooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo Wit: BARENDREGT (aan zet) Het is zover; de ballerina's staan gereed. Wit is een pion vóór en bovendien aan zet. Deze factoren wegen echter niet op tegen de minder veilige stand van zijn koning. 49) Da8-d8 Speelt met de dreiging Df6t, welke echter niet tot eeuwig schaak leidt wegens Kg8, Dd8+ Kh7. 49) Dgl- fl. Dreigt 50) Dc4+. 51) Dc3 Pe3t 52) Kd2 Ddlt 53) Ke3: De2 mat. Vandaar 50) Pb3-a5 Dhl-h3'. 51) Dd8-f6t? In tijd nood maar een schaakje, waarmede echter één van de dekkingen aan Pa5 ontvalt. Beter was Dc3. 51) Kg7-g8, 52) Dd2- c3? De beslissende fout. Na 52) Dd8t Kh7 had zwart weliswaar zijn konings stelling verbeterd, maar was Pa5 opnieuw gedekt. Nu is het uit. 52) Dfl-e2t 53) Kc2-bl Of 53) Kb3 Db5+ plus dame- ruil en stukwinst. 53) De2-dlt 54) Kbl-a2 Ddl-a4f 55) Ka2-bl Dh3-flf en wit gaf het op wegens 56) Del Dd3t en mat. Een instructief voorbeeld van het feit, dat een grootmeester op de lange baan net iets beter speelt dan een meester. •uasuBq;sujM. ap uep uapjoM joiojS ja§A uasueqsaiiJaA ap fiq -jbbav poq iqoajs uaa si VS Z :ua§Saz jaqjajs ;ba\ gou jaiq moreep ;aq ita\ qj •sbm uapoqjaAo VS Z 1BP 'uagmpiaAo a; qCqiaou: sbm pmz 'UMop sooisueq guig ua vs ;o} ppajai apgooqaaA pjoou VS 8 Pinz pooq qf;;qBJd ap ui -poqaqoueui uaa io; iqoBjq Stuia/A a; do piaa;iAUi VS Z uea poq uaa uaqiaaaq a; pejjuoo apjaaq -J3A ;aq )gtajp ua;ina aaAvj uba poq uaa •uapaiq japaaA ;a;u pinz ;aoui 'uapjooA\ -lUB-vs I euaeep ua uasssd leeuiuaa UBp uauioq usq japjaA ;atu uapuojpa'iq aaM) ut pjoou siv '(9 siqoajs qoo uatqos -stut jbbui) 6 tBEintxBui ja ijaaq aaiads -p-ioou ap 'ua;und qi ijaaq jajadsprnz sq '.SBBJAaSpuq asqfqaqaM do pjooM^uv OOOOOOOOOOOOOOOOOQOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC P. J. VAN DARTELEN Zwart: 16, 17, 45. Wit: 26, 27, 31, dam op 5. Met wit aan zet, is nimmer komen vast te staan of dit buitengewoon fraai over machtseindspel al dan niet voor wit ge wonnen is. In de partij behaalde Bom remise door dat v. Dartelen 5-14 vervolgde met 16-21 27x16 45-50 en remise is niet meer te voor komen. Deze variant is het onderzoek vol komen waard. De heer H. J. Lunenburg te Haarlem maakt ons er opmerkzaam op, dat hij een vermoedelijke winst kan aantonen. Wij laten hem hieronder aan het woord. En de winstgang die hij aantoont is mooi en boeiend. Laten wij ook nog even ver- De Deense geleerde dr. Wilhelm Moel- ler-Christensen heeft de Amerikaanse Pfi- zer-prijs gekregen (10.000 kronen), voor zijn studies van de geschiedenis van de lepra. De medicus heeft skeletten bestudeerd van mensen die tijdens de middeleeuwen in Denemarken aan lepra overleden zijn. Hij ontdekte dat 75 percent van de onder zochte schedels losse voortanden en mis vormde beenderen in de neus hadden. Dit kan van grote betekenis zijn voor perso nen van wie vermoed wordt dat zij aan lepra lijden. Met de huidige methoden kan men de ziekte pas jaren na de besmetting constateren. Het aantal leprozen in de wereld is de laatste tijd toegenomen en bedraagt thans 15 miljoen. Dr. Moeller-Christensen wil het geld ge bruiken om in een „exotisch land" deel te nemen aan de bestrijding van de lepra. MET EEN SOMBER GEZICHT zat Homomare, de vorst van de zee, aan het bed van zijn dochtertje Dafnia. Het kind, een meisje van een jaar of vijf met schitterend, goudblond golvend haar, was heel erg ziek, zó ziek, dat zelfs Kulapus de knapste dokter in het zeerijk haar niet kon genezen. „Majesteit", had hij tegen de be droefde koning Homomare gezegd, „niemand zal ons prinsesje kunnen be ter maken, ik heb alle middelen gepro beerd, maar niets helpt." De tranen stroomden uit de ogen van de koning en ook de lakeien die in de zaal naast de kamer van het prinsesje waren, begonnen te huilen, toen ze de dokter zo hoorden spreken. „Maar kan nu echt helemaal nie mand mijn schat beter maken?", vroeg de koning bedroefd, „ik zal de helft van mijn rijk geven aan degene die Dafnia geneest." „Sire," antwoordde de dokter, „in heel het rijk van de zee is er niemand die dat kan. Als ik maar vijf viooltjes had, dan kon ik daar een drankje van maken waarvan ons prinsesje meteen beter zou worden. Ik heb het recept gevonden in een heel oud boek." De dokter zuchtte diep en mompelde zacht: „Maar hoe kom ik aan viooltjes?" DE KONING SPRONG zo wild op van zijn stoel dat het prinsesje begon te kreunen. „Wat zeg je dokter, kun je met viooltjes mijn kind beter maken? Zeg op man, wat zijn dat voor dingen die viooltjes! Al kosten ze een miljoen parels per stuk, ik zal ze kopen!" De dokter glimlachte treurig: „Al wil de u alle parels van de zee geven Sire, viooltjes kunt u niet kopen. Een viool tje is een klein plantje dat op het land groeit en u weet, dat een zeebewoner dood gaat als hij niet in de zee blijft." De koning zakte weer op zijn stoel en begon hard te snikken, maar de dokter had zó luid gesproken, dat een schoen poetsertje van de koning, in de zaal er naast, alles gehoord had. Zonder er over na te denken of hij het wel mocht, rende hij de kamer van het prinsesje binnen en viel voor de voeten van zijn koning. „Majesteit," zei hij opgewonden, „ik heb gehoord wat dokter Kulapus ge zegd heeft, laat mij proberen die viool tjes te halen. Ik hoef echt geen belo ning te hebben, want als ons lief prin sesje sterft zal ik ook dood gaan van verdriet." De koning wilde er eerst niet van horen, want hij dacht: „Die schoon- poetser kan toch nooit op het land ko men." Maar de jongen bleef zo lang zeuren, dat de koning eindelijk zijn toe stemming gaf. „Vooruit dan maar," zei hij, „je bent een dappere vent. Hier, neem dit zak je parels mee, misschien kun je ze ge bruiken." DOKTER KULAPUS vertelde de jon gen precies hoe een viooltje eruit zag en toen hij alles goed wist, vertrok het schoenpoetsertje. Het was een verre weg naar het strand waar het land be gon en de jongen moest vaak over gro te rotsen klimmen, maar hij gaf de moed niet op. Eindelijk was ie bij de plaats waar het land begon, daar was de zee nog maar een meter diep. „Als ik nu heel hard loop," dacht het schoenpoetsertje, „dan kan ik misschien vlug een paar van die viooltjes pluk ken." Hij rende uit het water en liep een paar meter over het strand, maar hij kreeg het zo benauwd nu hij niet meer in het water was, dat hij uitge put neerviel toen hij nog maar tien me ter gelopen had. Hij probeerde nog naar de zee terug te kruipen, maar het lukte niet en opeens viel hij be wusteloos op de grond. Hij lag er nog maar kort toen er een vrouwtje langs het strand liep die hem daar zag liggen. Ze had medelij den met de arme knaap en maakte snel zijn gezicht nat met zeewater. De jongen deed gelukkig gauw zijn ogen open. Het vrouwtje ging nóg wat wa ter halen en toen was de jongen net sterk genoeg om naar zee terug te krui pen. Zo gauw hij weer in het water lag voelde hij zich helemaal beter. Het vrouwtje was hem verbaasd ach terna gelopen. Ineens kreeg de jongen een idee. Hij vertelde het vrouwtje al les over het zieke zeeprinsesje. Toen hij uitverteld was begon hij te huilen. „Nu heb ik nóg geen viooltjes en nu gaat Dafnia dood," snikte hij. „Niets daarvan", zei het vrouwtje, ..wacht maar even, ik zal je helpen." Ze liep zo hard mogelijk weg. De schoenpoetser bleef vol spanning wach ten. Na een kwartier was het vrouw tje weer terug, met., een grote bos viooltjes die ze snel geplukt had. O, wat was de jongen blij, hij gaf het vrouwtje als beloning het zakje pa rels. - „Aaaah," riep het mensje verbaasd toen ze al die mooie parels zag, „die zijn wel vijfduizend gulden waard." Maar de jongen hoorde het niet meer, want snel was hij naar het paleis terug gegaan. Hij ging zo snel hij maar kon en toen hij bij het paleis kwam, moes ten de schildwachten voor de poort hem naar de koning dragen, zo moe was hij. DE KONING WAS HARD aan het huilen toen het schoenpoetsertje binnen kwam, want dokter Kulapus had hem net verteld, dat Dafnia veel zieker ge worden was en heel gauw zou sterven. Maar toen Kulapus de viooltjes zag, lachte hij verheugd en rende er mee weg. De koning rende met hem mee, hij kon wel dansen van geluk. Het drankje was gauw gemaakt en meteen kreeg de prinses er een lepeltje-vol van en kijk; gelijk kreeg ze weer kleur op haar wangen en begon rustig adem te halen. ySire", zei de dokter en hij zei het 'mét bev'endè stem, „Ons prinsesje zal nu gauw weer beter zijn., dankzij de dappere schoenpoetser." Weer rolden er tranen van de wangen van de koning, maar nu waren het tranen van vreugde. „Nu vergeet ik nog die flinke jongen te bedanken," zei hij. „Beste, dappere jongen, je krijgt alles wat je hebben wilt." Maar de schoenpoetser hoorde het niet, want die was zo moe, dat hij in slaap was gevallen, op de grond, naast het bed van het prinsesje. Alle meisjes spelen fijn, Zie ze maar eens hollen! touwtjespringen tollen Alle jongens spelen. bok-bok-berrie ballen Alle jongens spelen wild, Zie ze maar eens vallen! Maar de zieke kinderen, zouden die ook spelen? Of liggen zij zich in hun bed alleen maar te vervelen? Héla, is jouw vriendje ziek? Ligt hij in zijn bedje? Zoek hem dan maar gauw eens op, bezorg hem eens een pretje!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 16