Musea zijn geen graftomben EEN OUD VADERLANDSLIEVEND GESCHRIFT :rm,e" s sarea OP ZOEK NAAR HET MELKWOUD HUN PLAATS IS IN DE GEMEENSCHAP President Roosevelt verloor een oog tijdens een boksgevecht Merkwaardige reis van Prins Hendrik der Nederlanden naar den Atlantische Oceaan en de Middellandsche Zee in 1846 -1847" W. Langevéld UAA.AAAA LAUGHARNE (CARMARTHENSHIRE, SOUTH WALES), dit kleine vissersdorp was een duizend jaar lang in een vredige slaap gedompeld. Tot het jaar 1948. Toen weid het plotseling getroffen door een orkaan een korte, dikke woeste orkaan, met een warrige haardos, een zangerige stem, luisterend naar de naam Dylan Thomas. Hij betrok met zijn vrouw en kinderschare „The Boat House", een klein huisje, gelegen aan de waterkant, met uitzicht op de prachtige Carmarthen Bay. Als hij zich daar niet onderhield met vrienden, vechtend, liefhebbend of slapend aan te treffen was. was hij meestal wel te vinden in een van de dorpsherbergen, waar hij met de stamgasten ettelijke pinten bier zwolg, of was hij aan het werk in afzondering in het kleine hutje op de rots boven zijn huis. De dichter bracht de laatste vijf jaar van zijn onstuimig leven in Laugharne door. In die tijd schreef hij „Onder het Melkwoud", dat thans alge meen als zijn meesterwerk wordt beschouwd. In Laugharne zijn betekent z;ch midden in de vreemde schijn-wereld van het toneelstuk bevinden. Want deze zelfde huisjes, herbergen, boerderijen en vissersschuiten inspireerden Dylan Thomas tot het schrijven van zijn verhaal. MAAR LANG VOORDAT de wereld getroffen werd door de woorden-symfonie van Dylan Thomas, trok Laugharne reeds vele groten en beroemden Koning Henry II, Koning Edward HI, Oliver Crom well en recenter, de schilder Augustus John en de schrijver Charles Morgan. Zoals vele andere steden aan de monding van een rivier, bezit Laugharne een kasteel. In feite is de geschiedenis van het dorp even oud ongeveer als het kasteel, dat omstreeks 1100 werd gebouwd. De eerste eigenaren waren de Prinsen van Wales. An dere bewoners waren onder andeien Henry II, Ed ward III en Sir Guido de Brian, Lord High Admiral of England. Een van de kleindochters van Sir Guido trouwde met een man uit Wales, Owen Laugharne genaamd, waaraan de naam van de stad is ontleend. Enige weken geleden zat ik in Brown's Hotel, een van Dylan's geliefde herbergen, samen met de dichter Dillwyn Miles. Hij memoreerde de laatste keer dat hij Dylan zag. „Waar ga je naar toe?" vroeg Dylan. NEDERLAND BEZIT een grote hoeveel heid binnen- en buitenlandse kunstwer ken van hoge kwaliteit. Deels is dit in langrijkste taak van een museum: kunst werken tonen en te pogen bij de de bezoe ker begrip te kweken voor kunst. Maar Ken van noge kwumiku. wetu 10 u.» -- particuliere handen, maar zeer veel is het men kan zich wel afvragen of menoe eigendom der niet zo heel talrijke musea, langstelling voor kunst wekt door zoveel die meestal in de grote steden zoals Am- mogelijk opte hangen of «eer te zetten. sterdam, Rotterdam, Den Haag, Haarlem en Utrecht worden gevonden. Deze musea breiden hun collecties voortdurend uit met werken van vroegere en hedendaagse kun stenaars en dat is een verheugend ver schijnsel. Buitenlanders die het Rijksmu seum te Amsterdam, of het Mauritshuis in Den Haag bezoeken zijn meestal opge togen over de daar aanwezige werken, na tuurlijk vooral over die van de Hollandse school in haar bloeiperiode in de zeven- Misschien ligt ook hier het meesterschap weer in de beperking. Men kan natuurlijk redeneren, dat de bezoeker uit de veelheid van het aanwezige naar eigen inzicht en interesse een keuze zal moeten maken. Hij dient, en is in de regel tot niet meer in staat dan, enkele werken in zich op te nemen gedurende één bezoek. De overige werken komen dan bij volgende gelegenheden aan de orde. Inderdaad zo zou het behoren te geschie- cehnnl in haar bloeiperiode in de zeven- Inderdaad zo zou het Denoren re gescnie- tiende eeuw, de Vermeers, Rembrandts en den, maar deze „tentoonstellingstechniek Nou Sam wat ts het - ^l^wns'^mit wordt, slechts door weinig mensen, en dat 0f een afschuwelijke moderne vaas. (Uit Hal sen vooral wordt slechts door weinig mensen, en dat Maar soms 'hoort men van vooruitst.re- zijn dan vaak zij die Srote beiangs e - vende kenners ook wel eens een critisch lmg voor kunst hebben, toegepast. Z I J woord, dat tussen de algemene juichkre trouwens dikwijls de enigen die in sta|t ten eerst een kwalijke dissonant lijkt, zijn tot een langdurig bezoek en maar bij nader inzien wel eens een zeer opnemeh van een grote diversiteit van juiste kern kan hebben. Vele Nederlandse werken zonder vermoeid te worden. Hun musea lijden namelijk aan de kwaal der beUngs tel lmg houdt iep p „'V de beste van Gogh's, in één zaal samenge overladenheid een onplezierigheid die oye- ^aar de gem e alles bracht, zodat de bezoeker een inzicht krijg of een afschuwelijke moderne vaas?" (Uit „Punch" honderd jaar humor, Servire's luxepocket). gelijke waarde, er zijn duidelijke kwali teitsverschillen. Als men in musea in de grote steden zich nu eens beperkte tot overtadenneia, een onpiezieriyneiu uie vu*- =- aiip, rigens lang niet tot Nederland beperkt is. van een ander 1caliben Hij wil graag Mes In het buitenland men denke maar eens zien en liefst in een keer. D aan het British Museum of het Louvre- langs de galerijen en s na eeuurdoe* ziet men hetzelfde in vaak nog veel moe, maar toch zet hij door tot het bit ,Naar de .Sailor's Rest'zei de ander. niet. Ik moet naar Amerika", zei hij. En Hemel, ik heb een borrel nodig!" zei zonder iets te zeggen vervolgde hij zijn Dylan „ik geloof dat ik met je mee ga". weg naar het station naar Amerika. Toen aarzelde hij en staarde zijn vriend waar hij stierf op 9 november I95d. op een vreemde manier aan. „Nee, ik kan Op de afbeelding: Thomas als dertigjar g erger mate. Maar dat neemt niet weg dat het verschijnsel zou moeten worden bestreden. Wat is namelijk het geval? EEN MUSEUM met een rijk bezit van belangrijke werken zal daarmee graag willen „pronken". Tenslotte heeft men de kunstwerken niet om ze in de donkere kelders aan het oog te onttrekken, daar voor zijn ze trouwens meestal veel te duur betaald. Men besluit ze dus voor het pu bliek uit te stallen, want dat is de be tere einde. Anderen nemen vluchtig even een paar belangrijke werken, waarvan zij gehoord hebben dat men ze gezien „moet" hebben, kijken en passant nog even naar een paar andere zaken die hen toevallig opvallen en gaan dan weer snel naar de uitgang. Misschien is dit nog niet eens zo een slechte methode, maar of er be grip door ontstaat voor het kunstwerk en belangstelling voor de wijze waarop het tot stand komt is de vraag. MEN KAN HET DE BEZOEKERS in bracht, zodat de bezoeker een inzicht krijgt in het wezen van de schilder, dan zou dat voor hem een belangrijke verlichting be tekenen. Tekeningen zou men in de zaal op draaibare rekken kunnen plaatsen, zo zodat men ook daar een indruk van krijgt en ook hier zal men zeer selectief te werk moeten gaan. Dan blijft er uiteraard veel werk over. Ten dele zal men dit in goed verlichte archieven moeten opbergen. Het moet daar voor kunststuderenden en andere bijzonder belangstellenden altijd ter visie liggen. Een ander deel zou men onder moeten brengen in kleine musea in de provincie, die daardoor een grotere be tekenis voor de eigen bevolking en voor het toerisme krijgen. De grote musea win- DIT VERHAAL BEGON voor ons met het verzoek van een lezer een oproep te plaatsen voor het opsporen van een hoekje waarvan hij ook een exemplaar ter inzage zond. Dat boekje en de stukken die er bij waren zijn voldoende geweest cm ons al lezende te verplaatsen in de tijd dat de mannen nog grote snorren droegen, het woord vaderlandsliefde een heilige betekenis had en de jaartelling op 1846 stond. De Haarlemse tamboer bij het korps mariniers D. Antonisse had als goed marinier veel verering voor vorstenhuis en vaderland. Het was dan ook een niet gering avontuur voor de eenvoudige tamboer toen hij hoorde dat Z.K.H. Prins Hendrik de tocht met het schip „Prins van Oranje" zou meemaken. De reis die zeven maanden duurde heeft zoals later bleek een onuitwisbare indruk op tamboer Antonisse gemaakt. Vandaar dan ook dat hij na de dood van Prins Hen drik op 11 juni 1879 een boekje schreef, waarin hij het reisverhaal deed, en dit opdroeg aan H.K.H. „Ontvang mevrouw, deze kleine lettervrucht ook als een bewijs van de hulde en trouw van uwer Koninklijke Hoogheids onderdanigen Dienaar", staat in de opdracht. In een schilderachtige beeldspraak zegt de Schrijver bescheiden, „Gedurende mijne reis op papier stuitte ik nu en dan, zoals mijne lezers zullen begrijpen op klippen en rotsendoch hulpvaardige handen redden mij daar, waar ik schip breuk leed. Steeds bereidwillig geholpen, heb ik mijne reis voortgezet om einde lijk weder op de reede van Vlissingcn te ankeren gen dat een zeilwedstrijd zou worden ge houden. Er werd stevig gezeild maar, zo vertelt de schrijver, „wij hadden een groot ongeluk te betreuren, daar bij het, uitzetten van de bramleidsels de matroos Bender het ongeluk had van de ra over boord te vallen en zijn dood in de golven te vinden." MALTHA BRACHT afwisseling in de reis, de Prins van Oranje kreeg bezoek van matrozen uit Amerika, Rusland, Tur kije en Griekenland. Ook toen al bleken de Hollandse sigaren van goede kwaliteit te zijn warjt we lezen dat sigaren werden geruild voor kaas, zeep of andere „snuis terijen". Het volgende doel zou Alexandrië zijn, maar dat ging niet door. Er kwam bericht dat er besmettelijke ziekten wa ren in Alexandrië en dat het dus veel te gevaarlijk was om die koers te varen. Nu ging het naar Gunea. Het moet daar in Genua een drukke tijd voor de bemanning zijn geweest. Aller- IViil/iN IS.AA.IN niii LJLD ju net tuciiamt Anjftv". het geheel niet kwalijk nemen dat zij een nen zo aan overzichtelijkheid, de kleine museum op deze manier „doen". Dikwijls aan rijkdom. Kii tfNOfic- HET BEZWAAR DAT MEN zo het over zicht over het gehele oeuvre van een kun stenaar mist, weegt niet zwaar. Geen mu seum bezit alles van een kunstenaar en door een goede keuze van de werken, in overeenstemming met de ontwikkelingspe rioden van de kunstenaar (jaartallen waarin de werken ontstaan zijn er bij vermelden) wordt toch aan de behoefte der continuïteit voldaan. Op die manier zou het museum wat minder het pakhuis karakter bezitten, waarin de kunstwer ken dich t op elkaar en bij schilderijen soms boven elkaar zijn uitgestald. Het zou er misschien mede toe kunnen leiden dat het Nederlands openbaar kunstbezit meer de belangstelling kreeg die het verdiende en dat het museum een plaats als levend organisme in de gemeenschap kreeg. Vele van de huidige bezoekers hebben helaas nog al te vaak het gevoel in een heel dure- graftombe te zijn beland, griezelig stil, angstwekkend vol en onoverzichtelijk. Jam mer, heel jammer voor al dat vele bui tengewoon mooie dat er te genieten valt. ontbreekt 'hun de tijd, vooral bij toeris ten, om lang in een museum te ver wijlen, of daar nog eens een aantal ma len terug te keren. Ook worden zij er in de regel niet op gewezen, noch is hun op school geleerd, hoe men naar kunst kijkt, hoe men een museum moet bezoeken, wil men er iets aan hebben. Dat is jammer, want een museumbezoek kan, ondanks de plechtige sfeer, die er vaak helaas nog hangt, verfrissend werken en het be tekent een geestelijke verrijking van de eerste orde. De musea in Nederland zou den misschien zelf de moeilijkheden kun nen helpen oplossen door alleen het be langrijkste en waardevolste van hun bezit ten toon te stellen. Alles wat Van Gogh geschilderd en getekend heeft is niet van j i-i i voor de bemanning zijn geweest. Aiier- NA EEN KORTE INLEIDING geeft de emd de Schelde opgevaren en daar bleek le- hoogwaardjgheidsbekleders waaronder schrijver een complete lijst van „Het dat het Schip aan de eisen voldeed. Bij -ng Karei van pruisen'met zijn zoon be- état-maior". waarbij één passagier wordt terugkeer betekende dat een oorlam voor w „hir, mnesten zeer vaak schrijver een complete lijst van „net aat net semp aan ae eisen voiaeea. dij ins Karel van pruisen»met zijn état-major", waarbij één passagier wordt terugkeer betekende dat een oorlam voor z0chten het schip. „Wij moesten zeer vaak genoemd, namelijk de heer Louis Meijer, de bemanning die als dank een „leve on- klaar staan in groot tenue," zegt tamboer achter wiens naam tussen haakjes staat ze kommandant" aanhief, zeeschilder". Vijfhonderd koppen telde de bemanning EEN FLAUW BRIESJE uit het N. O met als commandant de eerste luitenant op vier juli was voldoende voor het bevel P Welius Baert. Twintig juni was de gro- het anker te lichten. Eindelijk kon men te dag Z.K.H. Prins Hendrik kwam aan onder zeil gaan. Zonder bijzondere ont- boord, de koninklijke standaard werd ge- moetingen voer het eskader door het En- hesen en de prins nam het commando gelse kanaal en passeerde op dei tien ju- over, niet alleen van de „Prins van Oran- li Kaap Lezard waarna de steven ge klaar staan in groot tenue," zegt tamboer Antonisse. Maar het waren niet alleen de groten die een bezoek brachten. Burgers en gees telijken, veel bezoekers die ruilhandel wil den drijven kwamen aan boord en het was vaak zo druk dat de bemanning slechts met moeite over het dek kon gaan. An tonisse schat het aantal bezoekers per dag Hier zit de schrijver van het boekje, de waarin de prins was voorgegaan ging men i -i /-I r-\ lz-nretn apht 1 PP PITT DPT.. over, niet alleen van de „Prins van Oran- li Kaap uezaro waarna ae sieve,. oneeveer duizend, ie" maar van het hele eskader, bestaan- richt werd op de Atlantische Oceaan. Hier iz1 - -3 «-«I 4-^11 4 G nl Izoor TTTPrr' TI7AC UPUT o ie maar van net iieie wmiuci, ucaiaau- uw** -t- \v\..,n de uit drie fregatten, twee korvetten, een ging het eskader gedeeltelijk uit elkaar, brik en een schoener. Een vertrekdatum Het fregat de Jason, de brik Echo en de kon in die tijd niet zo eenvoudig worden schoener Adder namen afscheid en zetten vastgesteld zoals we kunnen lezen. Zonder koers Oostwaarts naar de Golf van Mexi- wind kon niet worden gezeild. In de mor- co. gen van de 29en juni gaf Z.K.H. bevel Gibraltar werd bereikt en toen op een de ankers te lichten en onder zeil te gaan, augustus de ankers weer werden gelicht ten einde de zeewaardigheid van de Prins en het eskader de baai verliet liet Z.K.H. van Oranje te beproeven. Er werd een seinen dat men zou jagen. Wij zouden zeg- HET WAS ECHT een grootse tijd voor de bemanning. Er werden uitstapjes naar de stad gemaakt waar de vele mooie ge bouwen werden bezocht en waar de wijn werd geproefd. Dit wordt er van gezegd: „Ongelukkigerwijs werd op deze uitstap jes wel eens een glaasje teveel gedronken van den goedkopen en tegelijk lekkeren wijn". Maar de grote dag was 22 septem ber, teen namelijk kwam Hare majesteit de moeder van Prins Hendrik op bezoek; het moet een treffend bezoek zijn geweest. Allen hadden groot tenue aan en saluut schoten verwelkomden de vorstin aan boord. Toen het donker werd voeren hon derden bootjes door de haven, alle voor zien van lampionnen en er was een roei- wedstrijd. tamboer D. Antoniss, rechts op de stoel temidden van een aantal collega's in vol ornaat met vlaggen en vaandels op de achtergrond. Kaap Finisterre, totdat op 25 januari het Engels kanaal werd bereikt. Onder Dungeness kwam de Vlissinger loods Verheul aan boord, die de Prins van Oranje op 28 januari 1847 des middags om twaalf uur de haven van Vlissingen binnen loodste. Zijne excellentie de vice- admiraal Lucas en diens adjudant de heer De Casembroot stonden op de kade te wachten. Zij kwamen aan boord en wen sten Z.K.H. geluk met de behouden thuis komst. Dat was dus het einde van de reis. Geven wij voor het laatst nog het woord aan de schrijver D. Antonisse, tamboer bij het korps mariniers, „Na het vertrek van de Vice-admiraal nam Z.K.H. afscheid van ons en vertrok naar 's-Gravenhage; wij scheidden van onzen geliefden kommandant onder het spelen van 't volkslied en met een driewerf her haald: Hoezee. Leve Prins Hendrik, leve weer aan dek, de kerstnacht tegemoet. Het schip hield het, maar een Spanjaard np/p kommandant. Het wederzien van verging vlak in de burt, zodat de schip- famfljeje(jen en betrekkingen laat zich breukelingen moesten worden opgenomen. U-crlirlïvAn" Steeds verder ging het om de kaap, langs wel denken, doch met beschrij en bedrijvigheid te bekijken en riep: „Kijk, kijk, nu de Vink gevlogen is sluiten zij de kooi". Van die dag af was het uit met passa gieren, Z.K.H. was bang dat zij niet meer terug zouden komen. Nog erger ivas het gesteld met die matrozen die helemaal niet te vertrouwen waren. Die kregen de zogenaamde „boeistang" aan. Maar toch wisten matrozen te ontsnappen totdat er tenslotte twintig van boord hadden we ten te komen. De Prins was daar niet ,het is een erg mee ingenomen. Hij zei: bewijs dat hij, die deserteert of wil deser- teren zijn vaderland niet getrouw is en in Maar laten we de schrijver zelf nog ,;0" Besloten werd ten einde raad te gaan kruisen om zo niemand meer een kans te even aan het woord laten. „Het grootste genoegen was echter, onze geliefde konin gin in ons midden te hebben; onze jon gens deden dan ook hun uiterste best dit tp tonen door het zingen van allerlei -- Nu en dan kwam een extra oorlam aan niets meer. vmrhtelnns de klok waarop telkens ogenblikkelijk een Een paar sloepen leve de koning, leve de koningin aange- naar de jongen maar hij werd met ge heven werd. Het feest werd afgesloten met vonden. een groots vuurwerk. Voor de boeg van het schip was een tempel opgericht met vierentwintig bogen die allemaal prachtig verlicht waren. Zeer tevreden en voldaan verliet H. M. na het vuurwerk het schip DE HERINNERING AAN FRANKLIN HET GEVECHT WERD vastgesteld op D. Roosevelt, president van Amerika tij- enige dagen na dat gesprek. Te vastge- muiku un. - dens de Tweede Wereldoorlog, ligt de stelder ure liet de officier zich bij de pre- geven om te ontvluchten. Een nieuw droe- ,meesten onzer nog vers in het geheugen, sident aandienen. De heren begaven zich vig voorval deed zich voor. De scheeps- Heej wat mjnder mensen zullen zich her- naar een kleine zaal. Zij staken zich in jongen G. Rikkels viel bij het sluiten van jnneren wje Theodore Roosevelt was. De- bokskledij en trokken de handschoenen ze Roosevelt werd in 1904 gekozen tot aan. Teddy was een behoorlijk bokser en president van de grote Noordamerikaanse stond zijn mannetje, maar al gauw bleek, Republiek. In de wandeling heette hij dat de officier meer bedreven was in de „Teddy Roosevelt" of kortweg „Teddy", bokskunst. Toch gaf Teddv niet op. Het Hij was dol op het buitenleven en op ja- gen. Verscheidene malen is hij doorge ur eeiN iNuvmviricrv wciu drongen tot diep in de binnenlanden van MaJtha hereikt Wii bezochten de kazer- Afrika om er leeuwen, buffels en ander ugcuuim uauiciijn. ne der Bergschotten,vertelt de schrijver, groot wild neer te leggen. Hij was niet een stoot op het gelaat van de president. Het onthaal was hier gul en hartelijk, slechts een verwoed jager, ook meer „hui- Deze weerde onvoldoende af met het nood- AUes zag er redit zindehjk uit en werd selijke sporten" genoten zijn belangstel- lottige gevolg, dat_ Teddy's _oogjloor de OP ééN NOVEMBER werd La Valetta was natuurlijk een vriendschappelijk ge vecht, maar de prijs, dij Teddy betaalde, was niettemin zeer hoog. Op een kwaad ogenblik namelijk plaatste de luitenant o Aues zag er recht zindelijk uit en werd selijke sporten genoten zijn Deiangsiei- iuiuSe gevuig, Die" nacht hebben we niet veel geslapen. ons met"de grootste welwillendheid ge- ling. De bokssport beoefende hij geruime slag.werd getroffen. De slag kwam zo Ik was opgewonden door alles wat ik ge- toond, zoals o.a. de inrichting hunner le- tijd en hij was beslist een beetje trots op hard aangekomen, dat de president he g - - „oif= riin stootkracht" Dat ondervond een vecht onmiddellijk moest staken. Ijlings zien had en onvergetelijk zal mij dat alles blijven, zo lang ik leef, verzucht de tamboer Antonisse. HET WAS ZEVEN OKTOBER toen het eskader weer de ankers lichtte en de zei len hees om de tocht naar Maltha te aan i w v. I gersteden en wapening, zelfs deden zij zijn „stootkracht". Dat ondervond een vecht onmiddellijk moest staken. Ijlings exercitiën voor ons. In één woord het was jong Amerikaans officier, die op een goe- werden enige geneesheren geroepen. Zij een beleefd onthaal. de dag aan de president werd voorgesteld, deden wat zij konden, maar slaagden er Zelfs uit de kazerne groetten zij ons Tevoren had men Rooseveld verteld, dat niet in, het presidentiële oog te ïedden. nog met de woorden, „Farewell, brave de luitenant een goede naam had als bok- Hij moest verder als eenogige door het Dutch soldiers". Ook in Maltha verdwe- ser. Hij informeerde belangstellend naar leven gaan. len hees om de tocht naar Maltha te aan- nen weer elf leden van de bemanning, de boksprestaties van de officier, en ont- w,- j vaarden. De passagier, zeeschilder Louis ging de reis verder, een reis tijdens ving correcte en bescheiden antwoorden. DE AMERIKAANSE PERS publiceerde Meijer werd in Genua achtergelaten. Ver- welke de Prins veie malen de bewijzen Pas toen de president hem de gelegenheid natuurlijk dat de president een oog verlo- der horen we niets meer van deze eenza- vgn zi- groot zeemanschap liet zien. De bood, iets te zeggen over de bokssport in ren had, maar de oorzaak van dat verlies me reiziger. Er was een slechte geest on- eerste kerstdag brak aan met een ont- het algemeen, kwam de luitenant in vuur. kwam niet in de kranten te staan. Zo der de matrozen gekomen en velen probeer- Zettend noodweer, maar Z.K.H. vergat toch De president, sportief, waardeerde dit sportief was Teddy, dat hij het „Geheim den in een van de havens die men aan- da|. bej. Kerstmis was en toen het zeer en zei, dat hij zelf ook wel eens ge- van zijn Ene Oog" dertien jaren lang ver deed te deserteren. vier giazen had geslagen, d.w.z. toen het bokst had. Hij keek de officier eens aan borgen hield. Slechts in de allernaaste Vink heette de matroos die als eerste negen uur was, liet de prins de klok lui- en vroeg hem men, of de luitenant hem vrienden- en familiekring wist men wat sllaode in zijn opzet Hij wist door een den tot het gebed dat in de kuil moest het genoegen wilde doen, tegen hem te er gebeurd was tijdens de bokswedstrijd. ijpr hoeavoorten fe ontkomen en in een worden gehouden. Aan dek kon men el- boksen. „Het is een uitdaging, mijnheer". De jonge officier die natuurlijk zeer ont bootte de wal te bereiken. Men ontdekte kaar nauwelijks verstaan door het lawaai besloot de president. De luitenant was een daan was over het gebeurde, ondervond bootje ae wai te oereuce maakte. ogenblik verbouwereerd. Zei toen correct: op geen enkele wijze schade in zijn car- pUen D?^ Getroost en gesterkt door het gebed „Allright, Mr. President". rière door zijn ongelukkige stoot.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 17