Musea zijn geen graftomben
EEN OUD VADERLANDSLIEVEND GESCHRIFT
:rm,e" s sarea
OP ZOEK NAAR
HET MELKWOUD
HUN PLAATS IS IN DE GEMEENSCHAP
President Roosevelt verloor een
oog tijdens een boksgevecht
Merkwaardige reis van Prins Hendrik der
Nederlanden naar den Atlantische Oceaan
en de Middellandsche Zee in 1846 -1847"
W. Langevéld
UAA.AAAA
LAUGHARNE (CARMARTHENSHIRE, SOUTH
WALES), dit kleine vissersdorp was een duizend
jaar lang in een vredige slaap gedompeld. Tot het
jaar 1948. Toen weid het plotseling getroffen door
een orkaan een korte, dikke woeste orkaan, met
een warrige haardos, een zangerige stem, luisterend
naar de naam Dylan Thomas. Hij betrok met zijn
vrouw en kinderschare „The Boat House", een klein
huisje, gelegen aan de waterkant, met uitzicht op
de prachtige Carmarthen Bay. Als hij zich daar niet
onderhield met vrienden, vechtend, liefhebbend of
slapend aan te treffen was. was hij meestal wel te
vinden in een van de dorpsherbergen, waar hij met
de stamgasten ettelijke pinten bier zwolg, of was
hij aan het werk in afzondering in het kleine
hutje op de rots boven zijn huis.
De dichter bracht de laatste vijf jaar van zijn
onstuimig leven in Laugharne door. In die tijd
schreef hij „Onder het Melkwoud", dat thans alge
meen als zijn meesterwerk wordt beschouwd. In
Laugharne zijn betekent z;ch midden in de vreemde
schijn-wereld van het toneelstuk bevinden. Want
deze zelfde huisjes, herbergen, boerderijen en
vissersschuiten inspireerden Dylan Thomas tot het
schrijven van zijn verhaal.
MAAR LANG VOORDAT de wereld getroffen
werd door de woorden-symfonie van Dylan Thomas,
trok Laugharne reeds vele groten en beroemden
Koning Henry II, Koning Edward HI, Oliver Crom
well en recenter, de schilder Augustus John en de
schrijver Charles Morgan.
Zoals vele andere steden aan de monding van een
rivier, bezit Laugharne een kasteel. In feite is de
geschiedenis van het dorp even oud ongeveer als
het kasteel, dat omstreeks 1100 werd gebouwd. De
eerste eigenaren waren de Prinsen van Wales. An
dere bewoners waren onder andeien Henry II, Ed
ward III en Sir Guido de Brian, Lord High Admiral
of England. Een van de kleindochters van Sir Guido
trouwde met een man uit Wales, Owen Laugharne
genaamd, waaraan de naam van de stad
is ontleend. Enige weken geleden zat ik in
Brown's Hotel, een van Dylan's geliefde
herbergen, samen met de dichter Dillwyn
Miles. Hij memoreerde de laatste keer dat
hij Dylan zag.
„Waar ga je naar toe?" vroeg Dylan.
NEDERLAND BEZIT een grote hoeveel
heid binnen- en buitenlandse kunstwer
ken van hoge kwaliteit. Deels is dit in
langrijkste taak van een museum: kunst
werken tonen en te pogen bij de de bezoe
ker begrip te kweken voor kunst. Maar
Ken van noge kwumiku. wetu 10 u.» --
particuliere handen, maar zeer veel is het men kan zich wel afvragen of menoe
eigendom der niet zo heel talrijke musea, langstelling voor kunst wekt door zoveel
die meestal in de grote steden zoals Am- mogelijk opte hangen of «eer te zetten.
sterdam, Rotterdam, Den Haag, Haarlem
en Utrecht worden gevonden. Deze musea
breiden hun collecties voortdurend uit met
werken van vroegere en hedendaagse kun
stenaars en dat is een verheugend ver
schijnsel. Buitenlanders die het Rijksmu
seum te Amsterdam, of het Mauritshuis
in Den Haag bezoeken zijn meestal opge
togen over de daar aanwezige werken, na
tuurlijk vooral over die van de Hollandse
school in haar bloeiperiode in de zeven-
Misschien ligt ook hier het meesterschap
weer in de beperking.
Men kan natuurlijk redeneren, dat de
bezoeker uit de veelheid van het aanwezige
naar eigen inzicht en interesse een keuze
zal moeten maken. Hij dient, en is in de
regel tot niet meer in staat dan, enkele
werken in zich op te nemen gedurende
één bezoek. De overige werken komen dan
bij volgende gelegenheden aan de orde.
Inderdaad zo zou het behoren te geschie-
cehnnl in haar bloeiperiode in de zeven- Inderdaad zo zou het Denoren re gescnie-
tiende eeuw, de Vermeers, Rembrandts en den, maar deze „tentoonstellingstechniek Nou Sam wat ts het - ^l^wns'^mit
wordt, slechts door weinig mensen, en dat 0f een afschuwelijke moderne vaas. (Uit
Hal sen vooral wordt slechts door weinig mensen, en dat
Maar soms 'hoort men van vooruitst.re- zijn dan vaak zij die Srote beiangs e -
vende kenners ook wel eens een critisch lmg voor kunst hebben, toegepast. Z I J
woord, dat tussen de algemene juichkre trouwens dikwijls de enigen die in sta|t
ten eerst een kwalijke dissonant lijkt, zijn tot een langdurig bezoek en
maar bij nader inzien wel eens een zeer opnemeh van een grote diversiteit van
juiste kern kan hebben. Vele Nederlandse werken zonder vermoeid te worden. Hun
musea lijden namelijk aan de kwaal der beUngs tel lmg houdt iep p „'V de beste van Gogh's, in één zaal samenge
overladenheid een onplezierigheid die oye- ^aar de gem e alles bracht, zodat de bezoeker een inzicht krijg
of een afschuwelijke moderne vaas?" (Uit
„Punch" honderd jaar humor, Servire's
luxepocket).
gelijke waarde, er zijn duidelijke kwali
teitsverschillen. Als men in musea in de
grote steden zich nu eens beperkte tot
overtadenneia, een onpiezieriyneiu uie vu*- =- aiip,
rigens lang niet tot Nederland beperkt is. van een ander 1caliben Hij wil graag Mes
In het buitenland men denke maar eens zien en liefst in een keer. D
aan het British Museum of het Louvre- langs de galerijen en s na eeuurdoe*
ziet men hetzelfde in vaak nog veel moe, maar toch zet hij door tot het bit
,Naar de .Sailor's Rest'zei de ander. niet. Ik moet naar Amerika", zei hij. En
Hemel, ik heb een borrel nodig!" zei zonder iets te zeggen vervolgde hij zijn
Dylan „ik geloof dat ik met je mee ga". weg naar het station naar Amerika.
Toen aarzelde hij en staarde zijn vriend waar hij stierf op 9 november I95d.
op een vreemde manier aan. „Nee, ik kan Op de afbeelding: Thomas als dertigjar g
erger mate. Maar dat neemt niet weg
dat het verschijnsel zou moeten worden
bestreden. Wat is namelijk het geval?
EEN MUSEUM met een rijk bezit van
belangrijke werken zal daarmee graag
willen „pronken". Tenslotte heeft men de
kunstwerken niet om ze in de donkere
kelders aan het oog te onttrekken, daar
voor zijn ze trouwens meestal veel te duur
betaald. Men besluit ze dus voor het pu
bliek uit te stallen, want dat is de be
tere einde. Anderen nemen vluchtig even
een paar belangrijke werken, waarvan zij
gehoord hebben dat men ze gezien „moet"
hebben, kijken en passant nog even naar
een paar andere zaken die hen toevallig
opvallen en gaan dan weer snel naar de
uitgang. Misschien is dit nog niet eens
zo een slechte methode, maar of er be
grip door ontstaat voor het kunstwerk en
belangstelling voor de wijze waarop het tot
stand komt is de vraag.
MEN KAN HET DE BEZOEKERS in
bracht, zodat de bezoeker een inzicht krijgt
in het wezen van de schilder, dan zou dat
voor hem een belangrijke verlichting be
tekenen. Tekeningen zou men in de zaal
op draaibare rekken kunnen plaatsen, zo
zodat men ook daar een indruk van krijgt
en ook hier zal men zeer selectief te
werk moeten gaan. Dan blijft er uiteraard
veel werk over. Ten dele zal men dit in
goed verlichte archieven moeten opbergen.
Het moet daar voor kunststuderenden en
andere bijzonder belangstellenden altijd
ter visie liggen. Een ander deel zou men
onder moeten brengen in kleine musea in
de provincie, die daardoor een grotere be
tekenis voor de eigen bevolking en voor
het toerisme krijgen. De grote musea win-
DIT VERHAAL BEGON voor ons met het verzoek van een lezer een oproep
te plaatsen voor het opsporen van een hoekje waarvan hij ook een exemplaar ter
inzage zond. Dat boekje en de stukken die er bij waren zijn voldoende geweest
cm ons al lezende te verplaatsen in de tijd dat de mannen nog grote snorren
droegen, het woord vaderlandsliefde een heilige betekenis had en de jaartelling
op 1846 stond. De Haarlemse tamboer bij het korps mariniers D. Antonisse had
als goed marinier veel verering voor vorstenhuis en vaderland. Het was dan ook
een niet gering avontuur voor de eenvoudige tamboer toen hij hoorde dat Z.K.H.
Prins Hendrik de tocht met het schip „Prins van Oranje" zou meemaken. De reis
die zeven maanden duurde heeft zoals later bleek een onuitwisbare indruk op
tamboer Antonisse gemaakt. Vandaar dan ook dat hij na de dood van Prins Hen
drik op 11 juni 1879 een boekje schreef, waarin hij het reisverhaal deed, en
dit opdroeg aan H.K.H.
„Ontvang mevrouw, deze kleine lettervrucht ook als een bewijs van de hulde
en trouw van uwer Koninklijke Hoogheids onderdanigen Dienaar", staat in de
opdracht.
In een schilderachtige beeldspraak zegt de Schrijver bescheiden, „Gedurende
mijne reis op papier stuitte ik nu en dan, zoals mijne lezers zullen begrijpen op
klippen en rotsendoch hulpvaardige handen redden mij daar, waar ik schip
breuk leed. Steeds bereidwillig geholpen, heb ik mijne reis voortgezet om einde
lijk weder op de reede van Vlissingcn te ankeren
gen dat een zeilwedstrijd zou worden ge
houden. Er werd stevig gezeild maar, zo
vertelt de schrijver, „wij hadden een
groot ongeluk te betreuren, daar bij het,
uitzetten van de bramleidsels de matroos
Bender het ongeluk had van de ra over
boord te vallen en zijn dood in de golven
te vinden."
MALTHA BRACHT afwisseling in de
reis, de Prins van Oranje kreeg bezoek
van matrozen uit Amerika, Rusland, Tur
kije en Griekenland. Ook toen al bleken
de Hollandse sigaren van goede kwaliteit
te zijn warjt we lezen dat sigaren werden
geruild voor kaas, zeep of andere „snuis
terijen". Het volgende doel zou Alexandrië
zijn, maar dat ging niet door. Er kwam
bericht dat er besmettelijke ziekten wa
ren in Alexandrië en dat het dus veel te
gevaarlijk was om die koers te varen. Nu
ging het naar Gunea.
Het moet daar in Genua een drukke tijd
voor de bemanning zijn geweest. Aller-
IViil/iN IS.AA.IN niii LJLD ju net tuciiamt Anjftv".
het geheel niet kwalijk nemen dat zij een nen zo aan overzichtelijkheid, de kleine
museum op deze manier „doen". Dikwijls aan rijkdom.
Kii tfNOfic-
HET BEZWAAR DAT MEN zo het over
zicht over het gehele oeuvre van een kun
stenaar mist, weegt niet zwaar. Geen mu
seum bezit alles van een kunstenaar en
door een goede keuze van de werken, in
overeenstemming met de ontwikkelingspe
rioden van de kunstenaar (jaartallen
waarin de werken ontstaan zijn er bij
vermelden) wordt toch aan de behoefte
der continuïteit voldaan. Op die manier
zou het museum wat minder het pakhuis
karakter bezitten, waarin de kunstwer
ken dich t op elkaar en bij schilderijen
soms boven elkaar zijn uitgestald. Het zou
er misschien mede toe kunnen leiden dat
het Nederlands openbaar kunstbezit meer
de belangstelling kreeg die het verdiende
en dat het museum een plaats als levend
organisme in de gemeenschap kreeg. Vele
van de huidige bezoekers hebben helaas
nog al te vaak het gevoel in een heel dure-
graftombe te zijn beland, griezelig stil,
angstwekkend vol en onoverzichtelijk. Jam
mer, heel jammer voor al dat vele bui
tengewoon mooie dat er te genieten valt.
ontbreekt 'hun de tijd, vooral bij toeris
ten, om lang in een museum te ver
wijlen, of daar nog eens een aantal ma
len terug te keren. Ook worden zij er in
de regel niet op gewezen, noch is hun op
school geleerd, hoe men naar kunst kijkt,
hoe men een museum moet bezoeken, wil
men er iets aan hebben. Dat is jammer,
want een museumbezoek kan, ondanks
de plechtige sfeer, die er vaak helaas
nog hangt, verfrissend werken en het be
tekent een geestelijke verrijking van de
eerste orde. De musea in Nederland zou
den misschien zelf de moeilijkheden kun
nen helpen oplossen door alleen het be
langrijkste en waardevolste van hun bezit
ten toon te stellen. Alles wat Van Gogh
geschilderd en getekend heeft is niet van
j i-i i voor de bemanning zijn geweest. Aiier-
NA EEN KORTE INLEIDING geeft de emd de Schelde opgevaren en daar bleek le- hoogwaardjgheidsbekleders waaronder
schrijver een complete lijst van „Het dat het Schip aan de eisen voldeed. Bij -ng Karei van pruisen'met zijn zoon be-
état-maior". waarbij één passagier wordt terugkeer betekende dat een oorlam voor w „hir, mnesten zeer vaak
schrijver een complete lijst van „net aat net semp aan ae eisen voiaeea. dij ins Karel van pruisen»met zijn
état-major", waarbij één passagier wordt terugkeer betekende dat een oorlam voor z0chten het schip. „Wij moesten zeer vaak
genoemd, namelijk de heer Louis Meijer, de bemanning die als dank een „leve on- klaar staan in groot tenue," zegt tamboer
achter wiens naam tussen haakjes staat ze kommandant" aanhief,
zeeschilder".
Vijfhonderd koppen telde de bemanning EEN FLAUW BRIESJE uit het N. O
met als commandant de eerste luitenant op vier juli was voldoende voor het bevel
P Welius Baert. Twintig juni was de gro- het anker te lichten. Eindelijk kon men
te dag Z.K.H. Prins Hendrik kwam aan onder zeil gaan. Zonder bijzondere ont-
boord, de koninklijke standaard werd ge- moetingen voer het eskader door het En-
hesen en de prins nam het commando gelse kanaal en passeerde op dei tien ju-
over, niet alleen van de „Prins van Oran- li Kaap Lezard waarna de steven ge
klaar staan in groot tenue," zegt tamboer
Antonisse.
Maar het waren niet alleen de groten
die een bezoek brachten. Burgers en gees
telijken, veel bezoekers die ruilhandel wil
den drijven kwamen aan boord en het was
vaak zo druk dat de bemanning slechts
met moeite over het dek kon gaan. An
tonisse schat het aantal bezoekers per dag
Hier zit de schrijver van het boekje, de waarin de prins was voorgegaan ging men
i -i /-I r-\ lz-nretn apht 1 PP PITT DPT..
over, niet alleen van de „Prins van Oran- li Kaap uezaro waarna ae sieve,. oneeveer duizend,
ie" maar van het hele eskader, bestaan- richt werd op de Atlantische Oceaan. Hier
iz1 - -3 «-«I 4-^11 4 G nl Izoor TTTPrr' TI7AC UPUT o
ie maar van net iieie wmiuci, ucaiaau- uw** -t- \v\..,n
de uit drie fregatten, twee korvetten, een ging het eskader gedeeltelijk uit elkaar,
brik en een schoener. Een vertrekdatum Het fregat de Jason, de brik Echo en de
kon in die tijd niet zo eenvoudig worden schoener Adder namen afscheid en zetten
vastgesteld zoals we kunnen lezen. Zonder koers Oostwaarts naar de Golf van Mexi-
wind kon niet worden gezeild. In de mor- co.
gen van de 29en juni gaf Z.K.H. bevel Gibraltar werd bereikt en toen op een
de ankers te lichten en onder zeil te gaan, augustus de ankers weer werden gelicht
ten einde de zeewaardigheid van de Prins en het eskader de baai verliet liet Z.K.H.
van Oranje te beproeven. Er werd een seinen dat men zou jagen. Wij zouden zeg-
HET WAS ECHT een grootse tijd voor
de bemanning. Er werden uitstapjes naar
de stad gemaakt waar de vele mooie ge
bouwen werden bezocht en waar de wijn
werd geproefd. Dit wordt er van gezegd:
„Ongelukkigerwijs werd op deze uitstap
jes wel eens een glaasje teveel gedronken
van den goedkopen en tegelijk lekkeren
wijn". Maar de grote dag was 22 septem
ber, teen namelijk kwam Hare majesteit
de moeder van Prins Hendrik op bezoek;
het moet een treffend bezoek zijn geweest.
Allen hadden groot tenue aan en saluut
schoten verwelkomden de vorstin aan
boord. Toen het donker werd voeren hon
derden bootjes door de haven, alle voor
zien van lampionnen en er was een roei-
wedstrijd.
tamboer D. Antoniss, rechts op de stoel
temidden van een aantal collega's in vol
ornaat met vlaggen en vaandels op de
achtergrond.
Kaap Finisterre, totdat op 25 januari het
Engels kanaal werd bereikt.
Onder Dungeness kwam de Vlissinger
loods Verheul aan boord, die de Prins van
Oranje op 28 januari 1847 des middags
om twaalf uur de haven van Vlissingen
binnen loodste. Zijne excellentie de vice-
admiraal Lucas en diens adjudant de heer
De Casembroot stonden op de kade te
wachten. Zij kwamen aan boord en wen
sten Z.K.H. geluk met de behouden thuis
komst.
Dat was dus het einde van de reis.
Geven wij voor het laatst nog het
woord aan de schrijver D. Antonisse,
tamboer bij het korps mariniers, „Na het
vertrek van de Vice-admiraal nam
Z.K.H. afscheid van ons en vertrok naar
's-Gravenhage; wij scheidden van onzen
geliefden kommandant onder het spelen
van 't volkslied en met een driewerf her
haald: Hoezee. Leve Prins Hendrik, leve
weer aan dek, de kerstnacht tegemoet.
Het schip hield het, maar een Spanjaard np/p kommandant. Het wederzien van
verging vlak in de burt, zodat de schip- famfljeje(jen en betrekkingen laat zich
breukelingen moesten worden opgenomen. U-crlirlïvAn"
Steeds verder ging het om de kaap, langs wel denken, doch met beschrij en
bedrijvigheid te bekijken en riep: „Kijk,
kijk, nu de Vink gevlogen is sluiten zij
de kooi".
Van die dag af was het uit met passa
gieren, Z.K.H. was bang dat zij niet meer
terug zouden komen. Nog erger ivas het
gesteld met die matrozen die helemaal
niet te vertrouwen waren. Die kregen de
zogenaamde „boeistang" aan. Maar toch
wisten matrozen te ontsnappen totdat
er tenslotte twintig van boord hadden we
ten te komen. De Prins was daar niet
,het is een
erg mee ingenomen. Hij zei:
bewijs dat hij, die deserteert of wil deser-
teren zijn vaderland niet getrouw is en in
Maar laten we de schrijver zelf nog ,;0"
Besloten werd ten einde raad te gaan
kruisen om zo niemand meer een kans te
even aan het woord laten. „Het grootste
genoegen was echter, onze geliefde konin
gin in ons midden te hebben; onze jon
gens deden dan ook hun uiterste best dit
tp tonen door het zingen van allerlei --
Nu en dan kwam een extra oorlam aan niets meer. vmrhtelnns
de klok waarop telkens ogenblikkelijk een Een paar sloepen
leve de koning, leve de koningin aange- naar de jongen maar hij werd met ge
heven werd. Het feest werd afgesloten met vonden.
een groots vuurwerk. Voor de boeg van
het schip was een tempel opgericht met
vierentwintig bogen die allemaal prachtig
verlicht waren. Zeer tevreden en voldaan
verliet H. M. na het vuurwerk het schip
DE HERINNERING AAN FRANKLIN HET GEVECHT WERD vastgesteld op
D. Roosevelt, president van Amerika tij- enige dagen na dat gesprek. Te vastge-
muiku un. - dens de Tweede Wereldoorlog, ligt de stelder ure liet de officier zich bij de pre-
geven om te ontvluchten. Een nieuw droe- ,meesten onzer nog vers in het geheugen, sident aandienen. De heren begaven zich
vig voorval deed zich voor. De scheeps- Heej wat mjnder mensen zullen zich her- naar een kleine zaal. Zij staken zich in
jongen G. Rikkels viel bij het sluiten van jnneren wje Theodore Roosevelt was. De- bokskledij en trokken de handschoenen
ze Roosevelt werd in 1904 gekozen tot aan. Teddy was een behoorlijk bokser en
president van de grote Noordamerikaanse stond zijn mannetje, maar al gauw bleek,
Republiek. In de wandeling heette hij dat de officier meer bedreven was in de
„Teddy Roosevelt" of kortweg „Teddy", bokskunst. Toch gaf Teddv niet op. Het
Hij was dol op het buitenleven en op ja-
gen. Verscheidene malen is hij doorge
ur eeiN iNuvmviricrv wciu drongen tot diep in de binnenlanden van
MaJtha hereikt Wii bezochten de kazer- Afrika om er leeuwen, buffels en ander ugcuuim uauiciijn.
ne der Bergschotten,vertelt de schrijver, groot wild neer te leggen. Hij was niet een stoot op het gelaat van de president.
Het onthaal was hier gul en hartelijk, slechts een verwoed jager, ook meer „hui- Deze weerde onvoldoende af met het nood-
AUes zag er redit zindehjk uit en werd selijke sporten" genoten zijn belangstel- lottige gevolg, dat_ Teddy's _oogjloor de
OP ééN NOVEMBER werd La Valetta
was natuurlijk een vriendschappelijk ge
vecht, maar de prijs, dij Teddy betaalde,
was niettemin zeer hoog. Op een kwaad
ogenblik namelijk plaatste de luitenant
o Aues zag er recht zindelijk uit en werd selijke sporten genoten zijn Deiangsiei- iuiuSe gevuig,
Die" nacht hebben we niet veel geslapen. ons met"de grootste welwillendheid ge- ling. De bokssport beoefende hij geruime slag.werd getroffen. De slag kwam zo
Ik was opgewonden door alles wat ik ge- toond, zoals o.a. de inrichting hunner le- tijd en hij was beslist een beetje trots op hard aangekomen, dat de president he g -
- „oif= riin stootkracht" Dat ondervond een vecht onmiddellijk moest staken. Ijlings
zien had en onvergetelijk zal mij dat
alles blijven, zo lang ik leef, verzucht de
tamboer Antonisse.
HET WAS ZEVEN OKTOBER toen het
eskader weer de ankers lichtte en de zei
len hees om de tocht naar Maltha te aan
i w v. I
gersteden en wapening, zelfs deden zij zijn „stootkracht". Dat ondervond een vecht onmiddellijk moest staken. Ijlings
exercitiën voor ons. In één woord het was jong Amerikaans officier, die op een goe- werden enige geneesheren geroepen. Zij
een beleefd onthaal. de dag aan de president werd voorgesteld, deden wat zij konden, maar slaagden er
Zelfs uit de kazerne groetten zij ons Tevoren had men Rooseveld verteld, dat niet in, het presidentiële oog te ïedden.
nog met de woorden, „Farewell, brave de luitenant een goede naam had als bok- Hij moest verder als eenogige door het
Dutch soldiers". Ook in Maltha verdwe- ser. Hij informeerde belangstellend naar leven gaan.
len hees om de tocht naar Maltha te aan- nen weer elf leden van de bemanning, de boksprestaties van de officier, en ont- w,- j
vaarden. De passagier, zeeschilder Louis ging de reis verder, een reis tijdens ving correcte en bescheiden antwoorden. DE AMERIKAANSE PERS publiceerde
Meijer werd in Genua achtergelaten. Ver- welke de Prins veie malen de bewijzen Pas toen de president hem de gelegenheid natuurlijk dat de president een oog verlo-
der horen we niets meer van deze eenza- vgn zi- groot zeemanschap liet zien. De bood, iets te zeggen over de bokssport in ren had, maar de oorzaak van dat verlies
me reiziger. Er was een slechte geest on- eerste kerstdag brak aan met een ont- het algemeen, kwam de luitenant in vuur. kwam niet in de kranten te staan. Zo
der de matrozen gekomen en velen probeer- Zettend noodweer, maar Z.K.H. vergat toch De president, sportief, waardeerde dit sportief was Teddy, dat hij het „Geheim
den in een van de havens die men aan- da|. bej. Kerstmis was en toen het zeer en zei, dat hij zelf ook wel eens ge- van zijn Ene Oog" dertien jaren lang ver
deed te deserteren. vier giazen had geslagen, d.w.z. toen het bokst had. Hij keek de officier eens aan borgen hield. Slechts in de allernaaste
Vink heette de matroos die als eerste negen uur was, liet de prins de klok lui- en vroeg hem men, of de luitenant hem vrienden- en familiekring wist men wat
sllaode in zijn opzet Hij wist door een den tot het gebed dat in de kuil moest het genoegen wilde doen, tegen hem te er gebeurd was tijdens de bokswedstrijd.
ijpr hoeavoorten fe ontkomen en in een worden gehouden. Aan dek kon men el- boksen. „Het is een uitdaging, mijnheer". De jonge officier die natuurlijk zeer ont
bootte de wal te bereiken. Men ontdekte kaar nauwelijks verstaan door het lawaai besloot de president. De luitenant was een daan was over het gebeurde, ondervond
bootje ae wai te oereuce maakte. ogenblik verbouwereerd. Zei toen correct: op geen enkele wijze schade in zijn car-
pUen D?^ Getroost en gesterkt door het gebed „Allright, Mr. President". rière door zijn ongelukkige stoot.