PANDA EN DE GROTBOKSER
Dertien landen gaan offensief
tegen de sprinkhanen beginnen
Gezond heid
KONING BARBONIX I
De Twentsche Bank
4
SÜ
i
Sir Winston is
weer „geheel
de oude
Reis van 2500 mijl
voor een kus
procent
rente Uw geld bewaren
Schadevergoeding voor
„de schone slaapster"
Ossen en ploegen
JOHNNIE
WALKER
^Hoe is het ontstaan?^
J
ZATERDAG 4 FEBRUARI 1961
9
EEUWENOUDE PLAAG
voor Baby en kennis voor
Moeder, dit alles in een
BABYSET
Duitser redde 400 Joden
G) GJ j
CL oï)
t Q^~~riCd,
fo
\M/ J
tot max. f. 25.000.-,
op een depositoboekje
bij De Twentsche Bank
is gemakkelijk en rentegevend.
U kunt de bedragen ook
per giro storten.
door Radu Tudoran
Vertaling Margot Bakker
Oudtestamentische oase
Ein Gedi blootgelegd
Bedrijfs-t.v. op Orly
Dit woord: SCHOOL
27. In al zijn noest sociaal werk had
de heer Arthur Anthropus slechts zelden
een zo bezwaarlijk geval als dat van de
steentijdperker meegemaakt. „Ik zie dat
dit niet in één gesprekje is op te lossen,"
sprak hij. „Bovendien; de tijd dringt. Ik
heb vandaag nog zevenentwintig onmaat-
schappelijken op te heffen, dus ik moet
verder. Maar, besloot hij troostend, ter-
duidelijkende geschriften uit nam, „ik kont
hier op terug. Neem dit intussen tot je.
Het is zéér goed." „Awgrrr fijngoed!"
riep de oerfiguur verheugd en met hoog
gespannen verwachtingen zette hij de tan
den in de lectuur. Reeds de eerste, te
leurstellende hap was echter minder goed
dan hem te verstaan was gegeven maar
hij kreeg geen gelegenheid om zijn beklag
wijl hij zijn tas opende en er enige ver- in te dienen aangezien de heer Anthropus
door dit gebruik van zijn geschriften tot
het uiterste gebelgd raakte. „Barbaar!"
riep hij ziedend. „Je bent onsociaal!" Bla
bla gunde zich niet de tijd om te overleg
gen dat dit maar al te juist was; de woe
de van zijn weldoener deed alle in zijn
teer gemoed schuilende angst herleven, en
zelfs Panda's sussende kreten konden hem
er niet van weerhouden om de cel snel
te verlaten.
Dertien landen zijn bezig zich voor te
bereiden tot een gezamenlijk offensief te
gen de sprinkhaan, hun eeuwenoude vij
and. Met hulp van de UNO zullen deze
landen van de Afro-Aziatische groep, van
Pakistan tot Mali, zich keren tegen de
woestijnsprinkhaan (schistocera Gregaria)
de veelvraat, die reeds het oude Egypte
teisterde.
De sprinkhaan komt ook voor in stre
ken van Azië, Australië, Nieuw Zeeland,
Zuid-Europa, Zuid-Afrika en Noord- en
Zuid-Amerika. In het „verre Westen" heb
ben in de jaren '70 van de vorige eeuw
hele zwermen sprinkhanen uit de Rockey
Mountains landerijen in een wijde omtrek
kaalgevreten. Een boer in Kansas weet
zich nog te herinneren, hoe de takken van
zijn fruitbomen doorbogen onder het ge
wicht van zwermen sprinkhanen, zodat
zijn boomgaard „één bewegende massa'
was. De volgende ochtend zag zijn boer
derij er uit „of er een brand overheen
was gegaan."
In 1954 werd Marokko het slachtoffer van
een sprinkhaneninvasie. Een zwerm insec
ten van driehonderd kilometer lengte en
een breedte van tweeëntwintig kilometer
kwam uit het oosten, vrat zich een weg
door de nog op het veld staande oogst,
vernietigde uitgestrekte sinaasappelplanta
ges en viel zelfs kinderen en dieren aan.
Gedurende de afgelopen vijftien jaar
hebben internationale bestrijdingsorganisa-
ties de verbreiding van twee soorten tot
staan weten te brengen: de rode- en de
LONDEN (UPI) Het bericht dat Sir
Winston Churchill weer geheel in zijn
oude doen is en zelf weer is verschenen
in het Lagerhuis, is als een lichtstraal ge
broken door de sombere wolken die in de
ze dagen over Engeland trekken.
Het is niet mogelijk, de-gevoelens van
genegenheid te overschatten die men in
Engeland voor Sir Winston koestert. Het
moreel van het Engelse volk stijgt en-
daalt met de fluctuaties van Churchill's
gezondheid. Diepe verslagenheid heerste,
toen Sir Winston in november 1960 over
een kleedje uitgleed en een rugbeentje
brak. Complicaties zouden op zo'n leef
tijd gemakkelijk het einde hebben kunnen
betekenen van de eerbiedwaardige staats
man. Maar de 86 jarige heeft althans voor
het ogenblik, zijn enige overgebleven
vijand de tijd overwonnen. Woens
dag schreed hij langzaam de vergaderzaal
van het Lagerhuis binnen, steun vindend
op zijn stok. De Kamer bracht hem een
hartelijke ovatie. Sir Winston is nog steeds
parlementslid en mag zich beroemen op
de titel „vader van het Huis", voor vele
jaren trouw lidmaatschap.
Het bericht dat hij zijn werk weer heeft
opgevat, is gepaard gegaan met de me
dedeling dat Sir Winston weer aandacht
heeft voor culinaire geneugten, eerbied
waardige cognac en reuzensigaren. Dins
dag ging hij uit lunchen in de Savoy, en
's avonds keerde hij er terug voor een co
pieus diner als gast van John Colville, zijn
particuliere secretaris uit de oorlogsjaren
In gedenkschriften van leidende figuren
uit de tweede wereldoorlog is een ruime
plaats ingeruimd voor de anecdotes over
Sir Winstons appetijt. Sir Winston houdt
ervan om tot laat in de avond op te zitten
een cognacglas warmend en een rookgor
dijn leggend van rijke havannageuren.
Tijdens de oorlog werkte Amerika's pre
sident Roosevelt achter gesloten deuren
aan een „strategie", die Churchill vóór
drie uur in de morgen naar bed zou krij
gen.
Een officier van de Cunard-scheepvaart-
maatschappij, aan Sir Winston toegevoegd
treksprinkhanen, die eens grote delen van
Afrika verwoest hebben, maar waarvan
men ontdekte, dat de broedplaatsen be
perkt in aantal waren, zodat men met uit
roeiing daarvan een heel eind kon komen.
De woestijnsprinkhaan vermenigvuldigt
zich echter over een uitgestrekt gebied en
trekt over ontzaglijke afstanden. Daarom
is het nodig, dat vele landen samenwer
ken om de plaag te bestrijden. Zwermen
worden vaak tot stilstand gebracht door
uit vliegtuigen insectendodende middelen
te spuiten en de nieuwe campagne, die
door de dertien bovengenoemde landen is
ingezet, is erop gericht, deze methoden ef
ficiënter te maken. Bovendien wil men
meer gegevens verzamelen over de levens
cyclus van de woestijnsprinkhaan.
Een overvloedige vegetatie betekent dat
de woestijnsprinkhaan zich snel verme
nigvuldigt. Komt er dan een periode van
droogte, dan gaan de sprinkhaangebieden
lijden aan overbevolking. Het insect ver
andert dan zeer snel van kleur: in plaats
van grasgroen wordt het zwart-geel. Zijn
vleugels worden langer, de kop zwelt op,
de adem gaat sneller en de sprinkhaan
wordt rusteloos en begint zich met de an
deren te verzamelen tot enorme zwermen.
In warm, droog weer kiest zwerm na
zwerm dan het luchtruim. Een enkele
zwerm bevat dikwijls duizenden miljoenen
exemplaren, weegt een twintigduizend ton
en vreet per dag zijn eigen gewicht in
de vorm van groene vegetatie op.
Ten slotte lijkt het of de energie uit de
zwerm vloeit. Soms vliegen de sprinkha
nen naar zee en komen daar om. Soms
valt een zwerm eenvoudig uit'elkaar tot
er niets overblijft. De nakomelingen wor
den weer „individuele" sprinkhanen, tot
dat de honger- en zwermcyclus opnieuw
begint.
Een kus is er de oorzaak van geweest,
dat de negentienjarige Mary Williams een
zeereis heeft gemaakt van bijna 2500 mijl.
Maar ze heeft van de reis niet bijzonder
veel kunnen genieten, want ze was opge
sloten in een hut.
Het gebeurde doordat het Engelse meis
je een dag of zeventien geleden aan boord
van de vrachtvaarder „Oreosa" stapte
om haar vriend, die een zeereis ging ma
ken, een afscheidskus te geven. Of het
afscheid nu wat te lang duurde, of dat
Mary het waarschuwingssein niet hoorde
is niet bekend, maar een feit is, dat het
schip al vertrokken was toen Mary eraf
wilde. De eerste aanleghaven zou Casa
blanca zijn.
De kapitein van het schip, Albert Fow
ler, wist niet beter te doen dan het meisje
gedurende de reis in de hut op te sluiten,
buiten het bereik van de bemanning in
elk geval.
Donderdag liep de „Oreosa" de Engel
se haven Workington binnen en kon Mary
het schip verlaten. De kapitein zal geen
verdere strafmaatregelen tegen het meis
je ondernemen.
Advertentie
Gustav Pietsch, een 67 -jarige Duitse
scheepskapitein in ruste, heeft in de jaren
1935-1938 ruim 400 jonge Joodse mede
burgers van de ondergang gered door hen
in Dantzig ih het geheim tot zeelieden op
te leiden en hen vervolgens te laten
monsteren op Deense, Zweedse en andere
buitenlandse schepen, waardoor zij uit de
hel van nazi-Duitsland konden ontsnappen.
Pietsch werd meer dan vijftig keer door
de Gestapo gearresteerd en „ondervraagd"
zonder dat hij ooit iets losgelaten heeft. In
1938 moest hij zelf met zijn gezin vluchten
Na een lange zwerftocht kreeg hij in Israel
gastvrij asiel. De hulp die het echtpaar
Pietsch de Joden verleende, is pas nu
wereldkundig gemaakt door een bestuurs
lid van de Bond van Slachtoffers van het
Naziregiem, die het echtpaar (foto) een
vakantie in West-Duitsland heeft aange
boden. De heer en mevrouw Pietsch heb
ben nu enkele maanden in West-Duitsland
doorgebracht, maar zullen in de loop
van de volgende week naar Israel terug
keren, dat hun een tweede vaderland
geworden is.
«J U
Q
l n .o.-i
Q
V T^,
i j-y /-
l?5 O
8283. Maar temidden van die feestelijke stemming schoot één van de ministers
opeens iets te binnen.
Majesteit, zei hij. Weet u, dat de man, waaraan u dit hebt te danken, nog altijd
in de gevangenis zit opgesloten?
Daar keek koning Barbonix bedremmeld van op. Ja, dat was waar ook; de alchimist,
wiens recept dan toch goed gewerkt had, zat nog in de cel
Mafala moet onmiddellijk hier voor onze troon gebracht worden! beval hij.
Zo kwam het, dat Mafala een sleutel in het slot hoorde draaien, en dat de zware cel
deur openging.
Zijne Majesteit de koning ontbiedt de gevangene! zei de soldaat, die de deur ge
opend had.
Oeioei! zuchtte Mafala. Nou zul je 't hebben!
Advertentie
>000000000009090000
»ooooooo<
jy
160 kantoren in Nederland
Een Britse rechtbank heeft vrijdag een
toegewezen aan de „de schone slaapster",
schadevergoeding van 18.279 pond ster
ling oftewel ongeveer 194.000 gulden
een meisje dat reeds bijna drie jaar be
wusteloos is.
Op 24 mei 1958 raakte de toen 20-jarige
Veronica Wise, betrokken bij een auto
ongeluk, waarbij zij aan haar hoofd werd
gewond en in coma raakte, waaruit men
haar nog steeds niet heeft kunnen „bij
brengen". Zij wordt verpleegd in een zie
kenhuis te Radcliffe, waar de zusters haar
„de schone slaapster" hebben genoemd.
Haar advocaat R. V. Cusack spreekt
van „een levende dode". De rechtbank
was het met zijn vordering eens en wees
de eis toe.
De premier van Tanganyika, Julius
Nyere. zit een beetje met een geschenk van
de premier van Noordrijnland-Westfalen:
300 ploegen. Hij heeft daarom de bevol
king van het land verzocht o-m 300 ossen te
leveren die de ploegen kunnen trekken.
De ploegen, een symbool van de Duitse
wens om Tangayika te helpen, moeten ons
aansporen onszelf te helpen, zo lichtte hij
de situatie toe.
Het brandende dal
34)
Langs de hobbelige weg werden de goederen, al wa
ren zij vastgebonden, dooreen geranseld. Een pak
sprong open, een koffer viel van het dak. Dan stak
Tanase, die verantwoordelijk was voor de bagage, be
daard de hand omhoog, en gaf daarmee Benzu in de
achteruitkijkspiegel een teken dat hij moest stoppen.
De colli werden weer dichtgemaakt, nadat men zich
vluchtig op de hoogte had gesteld of de inhoud com
pleet was. Enkele kilometers verder kon de overbelaste
motor het dan opgeven. Er kwam witte stoom uit de
koeler, als uit de schoorsteen van een stoomlokomotief.
Zij stopten dan bij een van de vele sloten en Tanase
schepte een zeildoeken emmer vol water. Weer een ki
lometer verder deed er zich iets anders voor: er
sprong een band, er raakte een sproeier verstopt of de
motor vloog haast in brand. Benzu wrong zich dan van
onder het stuur los, kroop op handen en voeten over
zijn passagiers, want voorin kon hij niet uitstappen en
begon welgemoed te repareren. Als een van de passa
giers evenwel wilde uitstappen om de benen even uit
te slaan belette hij dat met een:
„Blijft u in de wagen. We rijden dadelijk door."
Benzu was een kleine donkere man met een zonder
linge spitse neus. Zijn voorhoofd en de voorste helft
van zijn schedel, die gewoonlijk onder de klep van zijn
tijdens een reis in oorlogstijd, was bereid pet schuil gingen, toonden in tegenstelling tot zijn ge-
i i aam 4- r, ma ^11-ïl./^ Klnmlrn Ui 11 /I T T i i nnT/\r» nn -Tl "I Kt r»n
te zweren, dat hij een ontbijt serveerde
dat bestond uit gerookte zalm, een hele
geroosterde eend, gebak en thee. Toen de
premier deze gangen had verorberd, be
stelde hij een halve fles champagne.
Sir Winston stond erop dat, waar hij
zich ook bevond, goede en geregelde maal-
zicht een tamelijke blanke huid. Hij oefende zijn be-
roep al meer dan twintig jaar uit. Hij had honderddui
zenden kilometers gereden, duizenden dagen de voet nau
welijks van het pedaal genomen en duizenden nachten
met het hoofd op het stuur geslapen. Zijn figuur en
zijn manier van lopen hadden daardoor geleidelijk een
verandering ondergaan. Hij hield de ellebogen altijd
tiiden werden opgediend. Hij vloog eens enigszins in de hoogte en de armen vooruit, alsof hij
11'.I -1 -\-.v,l T* -1 L TtTirtl T Tr» r,l /I D1 1 V\ O 4" 1 r~\ y\ Cl V\ Bi 1
naar een conferentie van geallieerde
staatshoofden. De eerste steward had een
probleem. „Sir," zei hij, „wij vliegen west
waarts en ik ben bang dat het snelle ver
gaan van de tijd ons eetschema in de
war zal sturen. Wanneer had u gedacht
aan tafel te zullen gaan?"
Sir Winston dacht even diepzinnig na en
antwoordde: „Jongeman, nooit zal ik buk-
doorlopend het wiel vasthield. Bij het lopen zette hij
eerst de hak neer en dan krachtig de teen, alsof hij
het gaspedaal bediende.
's Avonds als hij zijn passagiers bij de brug had af
gezet kwam hij in het salon-restaurant vaak een glas
wijn drinken. Slaperig staarde hij dan naar de scha
kers of andere spelers, tot het hoofd hem op de borst
zakte en hij achter zijn wijn insliep.
Soms haalden de kelners, die zich op zijn kosten wil-
ken voor de tirannie van de klok. U zult den vermaken, ergens een oud stuurwiel te voorschijn
j ?n legden hem dat in de armen. Zodra Benzu in zijn
slaap de aanraking ervan voelde greep hij er met bei
de handen naar en liet niet meer los. Zijn lichaam
raakte in een lichte ritmische beweging, alsof het schok
ken van zijn voertuig, dat zich in de loop van de jaren
aan zijn organisme meegedeeld had, ook in de slaap
nog zijn invloed deed gelden.
„Goede morgen, meneer Bocanu. We hebben op u
"rube ieucvucini6cu n» j
stervende proza te horen zal krijgen. Maar gewacht" zei Benzu, terwijl zijn pet bijna tot aan de
het verdraagt dit, zolang het er zeker van grond doorzwaaide.
is dat Sir Winstons appetijt nog onaange- „Nou en? Ben je daar soms te goed voor. vroeg
tast is. 1 Bocanu nijdig.
nij nu een volledig diner voorzetten en
lit om de vier uur herhalen, ongeacht hoe
'aat het is."
De druk der jaren zal het Sir Winston
liet toestaan, elke dag de wandelgangen
van Whitehall te betreden. Ook is de tijd
voorbij, dat het Engelse volk een van die
grote redevoeringen in zijn eigen nu uit-
„Welnee, meneer Bocanu. Maar de heren hebben
haast, ziet u."
Zodra Bocanu hoorde hoeveel moeite Tanase deed de
motor op gang te houden werd hij nijdig en hief de
stok op.
„Had je soms zonder mij weg willen rijden?"
Benzu nam zijn hulpje in bescherming.
„De motor slaat moeilijk aan, meneer Bocanu. Daar
om heeft Tanase hem al gestart. We wilden u niet la
ten wachten."
„Goed, goed," zei Bocanu en stapte in. Toevallig gin
gen er die dag niet bijzonder veel mensen naar de
stad. Toen Bocanu de al ingestapte passagiers in het
oog kreeg overviel de woede hem opnieuw. Hij sloeg
met zijn stok op de treeplank: „Waarom zijn jullie
zonder mij ingestapt?"
Een paar passagiers werden schichtig en keken Ben
zu aan, alsof zij om hulp vroegen. Een ingenieur even
wel, een nog jonge man met een gesloten en wilskrach
tig gezicht, antwoordde hem.
„Man, stapt u toch in als u mee wilt." Hij was een
paar dagen tevoren pps op het boorterrein komen wer
ken en kende Bocanu nog niet.
Bocanu stapte, na nog eens op de weg te hebben ge
spuwd, in zonder aandacht aan zijn opmerking te
schenken. De plaatsen dadelijk achter de chauffeur wa
ren voor hem en Stojan vrijgehouden. Bocanu liet voor
de „hond" maar een paar centimeter van de dubbele
zitplaats over. Rechts van hem zat de jonge ingenieur,
iets verder naar achteren schoof Cristea Dumitrica on
rustig heen en weer. Helemaal achter in de autobus
had hij baba Neaga weggestopt en hij leek bang te zijn
dat iemand haar daar zou ontdekken en haar zou vra
gen wat zij in Ploesjti te maken had.
De oude vrouw was nog nooit in de stad geweest. De
buitenkant van de autobus kende zij vanzelfsprekend,
maar zij had niet verwacht ook de binnenkant ervan
nog eens te zullen zien. Zodra de wagen zich in bewe
ging zette kreeg de angst haar beet. Zij klemde zich
met beide handen aan de bank vast en wierp bange
blikken naar Dumitrica voorin. De auto hobbelde over
het slechte wegdek en baba Neaga werd van de ene
kant naar de andere geslingerd.
„Meneer Dumitrica," kreunde zij, „zegt u toch tegen
hem dat hij langzamer moet rijden."
Daarna werd de weg beter en baba Neaga kwam
enigszins tot rust. Zij had de nacht in Dumitrica's huis
mogen doorbrengen, zodat zij 's morgens tijdig klaar
kon zijn. De caféhouder had haar in een bed met een
zachte matras en een kostbare deken laten slapen. Dat
was iets zo uitzonderlijks geweest, dat de oude vrouw
van louter eerbied niet in slaap had kunnen komen. Te
gen de morgen had zij last van een kies gekregen en
zij vreesde dat dit een slecht voorteken was. Misschien
kón zij beter niet met Dumitrica naar de stad gaan om
haar land te verkopen.
„Ik ga niet mee," had zij gezegd, „ik ga liever naar
huis." Maar Dumitrica had een middeltje tegen kies
pijn. Hij gaf haar 'twee glazen pruimebrandewijn te
drinken op de nuchtere maag. Giechelend was zij
met hem naar de bushalte gelopen. Inmiddels deed de
kies al weer pijn.
„Meneer Dumitrica, u bezondigt zich aan mij. Waar
om neemt u mij op mijn oude dag nog mee naar de
stad?"
De caféhouder verliet zijn plaats voorin, waar de wa
gen minder slingerde en ging naast de oude vrouw zit
ten.
„Wees toch kalm, baba Neaga. Wat moeten de men
sen wel van ons denken? Hier, drinkt u pog eens."
De oude vrouw greep met beide handen naar de
drankfles en trachtte de hals, ondanks het slingeren van
de wagen, aan de mond te zetten. Het glas rinkelde
tegen haar schaarse tanden. Dumitrica keek tevreden
toe. In een andere zak had hij nog een fles.
De autobus kwam heel wat wagens met buizen en
materialen voor de putten tegen. Vrachtauto's en per
sonenwagens volgden. Daarin zaten de ingenieurs die
in de stad woonden. Uit Engeland, Frankrijk en Polen
waren zij gekomen. De mensen uit de streek waren
tussen hen ogenblikkelijk te herkennen: donkerder,
kleiner, vrolijker en spraakzamer. Hoe dichter zij de
stad naderden hoe meer mensen er bij de weg waren.
Links en rechts het ene café na het andere.
Op de markt zag het zwart van publiek. Ossen kauw
den traag op hun hooi, paarden briesten in de kribben
met haver. Voor de café's stonden onder de afdaken
houten tafels en stoelen buiten. Daar zaten boeren on
wennig hun borrels te drinken. Aan de latten van hét
afdak boven hen hingen rode droge worsten. Op een
rooster in een hoek stond meestal wel wat vlees of
worst zonder vel te braden. Er hing een scherpe lucht
van kruiderijen.
De autobus stopte voor een café, dat een iets weelde
riger indruk maakte, en boven het afdak zelfs een twee
de verdieping bezat. Tussen de bovenramen hing een
bord, waarop naast een boortoren een boer stond af
gebeeld. Daaronder was te lezen: „Logement voor pe-
troleumhandelaars." Tanase sprong van de treeplank,
draafde naar voren en rukte de dop van de koeler. De
damp die naar buiten sloeg maakte het uithangbord
onleesbaar. Benzu trok het portier open en liet de men
sen uitstappen.
Bocanu was de eerste. Op de treeplank staand prikte
hij onderzoekend met zijn stok in het asfalt, alsof hij
wilde nagaan of het zijn gewicht kon dragen. Hij had
nog geen twee stappen gedaan of een zigeunerjongen
met een kistje knielde voor hem in het stof:
„Zal ik uw schoenen poetsen, meneer?"
Een tweede wierp zich op de „hond".
(Wordt vervólgd)
JERUZALEM De eerste systemati
sche opgravingen van de oude oase Ein
Gedi in het gebied van de Dode Zee, waar
over de dichter van het Hooglied zo prij
zend heeft gesproken, hebben bewijzen op
geleverd van het bestaan van een rijke en
bloeiende nederzetting in de dagen der
oude Israëlieten. De opgravingen worden
verricht door een groep oudheidkundigen
onder leiding van professor B. Mazar van
de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem.
Er kwam een grote hoeveelheden aarde
werk en andere voorwerpen te voorschijn
die wezen op de specerijen- en wijnbouw,
waarnaar in de Bijbel en andere histori
sche geschriften wordt verwezen.
De nederzetting, op heuvelterrassen,
kwam tot stand in de Israëlische bloeitijd,
van ongeveer 625 voor Christus tot de ver
woesting van de eerste tempel in 58 voor
Christus. De huizen waren gebouwd van
steen op idem funderingen en hadden
binnenplaatsen en voorraadkamers.
Volgens professor Mazar heeft Ein Ge
di slechts vijftig voorspoedige jaren ge
kend. Volgens sommigen werd het ge
sticht door Josia, koning van Juda, ge
heel door brand verwoest, mogelijk door
de Edomieten die in de zesde eeuw voor
Christus Judea binnenvielen.
In maart wil men een grootscheepse ac
tie beginnen om de oudheidkundige schat
ten van de Dode Zeegrotten aan het dag
licht te brengen. Vorig jaar ontdekte men
bij een dergelijke actie de brieven van
Bar Kochba, de eerste „president" van
het oude Israel.
Advertentie
BORN 1320 STILL GOING STRONG
Het nieuwe stationsgebouw van het Pa-
rijse vliegveld Orly, dat op 24 februari door
president De Gaulle zal worden geopend,
wordt uitgerust met een televisie-appara-
tuur voor uitzendingen in gesloten circuit.
Zowel de luchtreizigers, als de bezoekers
en voorts het gehele personeel van de
luchthaven zullen door middel van aan
vankelijk honderd, later tweehonderd,
beeldschermen voortdurend op de hoogte
worden gehouden van aankomst- en ver
trektijden der vliegtuigen en van alles wat
daarmede maar verband houdt. Dag en
nacht zullen zeven televisiecamera's in be
drijf zijn.
Het Griekse woord scholè, waaraan
het Latijnse schola en het Nederlandse
school beantwoorden, betekent eigenlijk
men zal het met verbazing vernemen
rust, ledige tijd, in het bijzonder: vrij
zijn van openbare bezigheden. Dan
gaat het woord betekenen: de bezigheid
in de vrije tij»de tijd aan de weten
schap gewijd de studie. Vervolgens
wordt het woord ook gebezigd voor: de
olaats waar de leraar of pedagoog zijn
wetenschappelijke voordrachten hield
en dan zijn wij al vrij dicht bij de
huidige betekenis. Men vergete bij dit
alles niet dat de vrijgeboren Grieken
geen handenarbeid verrichtten. Daar
voor gebruikten zij de slaven.