PANDA EN DE GROTBOKSER Dertien landen gaan offensief tegen de sprinkhanen beginnen Gezond heid KONING BARBONIX I De Twentsche Bank 4 SÜ i Sir Winston is weer „geheel de oude Reis van 2500 mijl voor een kus procent rente Uw geld bewaren Schadevergoeding voor „de schone slaapster" Ossen en ploegen JOHNNIE WALKER ^Hoe is het ontstaan?^ J ZATERDAG 4 FEBRUARI 1961 9 EEUWENOUDE PLAAG voor Baby en kennis voor Moeder, dit alles in een BABYSET Duitser redde 400 Joden G) GJ j CL oï) t Q^~~riCd, fo \M/ J tot max. f. 25.000.-, op een depositoboekje bij De Twentsche Bank is gemakkelijk en rentegevend. U kunt de bedragen ook per giro storten. door Radu Tudoran Vertaling Margot Bakker Oudtestamentische oase Ein Gedi blootgelegd Bedrijfs-t.v. op Orly Dit woord: SCHOOL 27. In al zijn noest sociaal werk had de heer Arthur Anthropus slechts zelden een zo bezwaarlijk geval als dat van de steentijdperker meegemaakt. „Ik zie dat dit niet in één gesprekje is op te lossen," sprak hij. „Bovendien; de tijd dringt. Ik heb vandaag nog zevenentwintig onmaat- schappelijken op te heffen, dus ik moet verder. Maar, besloot hij troostend, ter- duidelijkende geschriften uit nam, „ik kont hier op terug. Neem dit intussen tot je. Het is zéér goed." „Awgrrr fijngoed!" riep de oerfiguur verheugd en met hoog gespannen verwachtingen zette hij de tan den in de lectuur. Reeds de eerste, te leurstellende hap was echter minder goed dan hem te verstaan was gegeven maar hij kreeg geen gelegenheid om zijn beklag wijl hij zijn tas opende en er enige ver- in te dienen aangezien de heer Anthropus door dit gebruik van zijn geschriften tot het uiterste gebelgd raakte. „Barbaar!" riep hij ziedend. „Je bent onsociaal!" Bla bla gunde zich niet de tijd om te overleg gen dat dit maar al te juist was; de woe de van zijn weldoener deed alle in zijn teer gemoed schuilende angst herleven, en zelfs Panda's sussende kreten konden hem er niet van weerhouden om de cel snel te verlaten. Dertien landen zijn bezig zich voor te bereiden tot een gezamenlijk offensief te gen de sprinkhaan, hun eeuwenoude vij and. Met hulp van de UNO zullen deze landen van de Afro-Aziatische groep, van Pakistan tot Mali, zich keren tegen de woestijnsprinkhaan (schistocera Gregaria) de veelvraat, die reeds het oude Egypte teisterde. De sprinkhaan komt ook voor in stre ken van Azië, Australië, Nieuw Zeeland, Zuid-Europa, Zuid-Afrika en Noord- en Zuid-Amerika. In het „verre Westen" heb ben in de jaren '70 van de vorige eeuw hele zwermen sprinkhanen uit de Rockey Mountains landerijen in een wijde omtrek kaalgevreten. Een boer in Kansas weet zich nog te herinneren, hoe de takken van zijn fruitbomen doorbogen onder het ge wicht van zwermen sprinkhanen, zodat zijn boomgaard „één bewegende massa' was. De volgende ochtend zag zijn boer derij er uit „of er een brand overheen was gegaan." In 1954 werd Marokko het slachtoffer van een sprinkhaneninvasie. Een zwerm insec ten van driehonderd kilometer lengte en een breedte van tweeëntwintig kilometer kwam uit het oosten, vrat zich een weg door de nog op het veld staande oogst, vernietigde uitgestrekte sinaasappelplanta ges en viel zelfs kinderen en dieren aan. Gedurende de afgelopen vijftien jaar hebben internationale bestrijdingsorganisa- ties de verbreiding van twee soorten tot staan weten te brengen: de rode- en de LONDEN (UPI) Het bericht dat Sir Winston Churchill weer geheel in zijn oude doen is en zelf weer is verschenen in het Lagerhuis, is als een lichtstraal ge broken door de sombere wolken die in de ze dagen over Engeland trekken. Het is niet mogelijk, de-gevoelens van genegenheid te overschatten die men in Engeland voor Sir Winston koestert. Het moreel van het Engelse volk stijgt en- daalt met de fluctuaties van Churchill's gezondheid. Diepe verslagenheid heerste, toen Sir Winston in november 1960 over een kleedje uitgleed en een rugbeentje brak. Complicaties zouden op zo'n leef tijd gemakkelijk het einde hebben kunnen betekenen van de eerbiedwaardige staats man. Maar de 86 jarige heeft althans voor het ogenblik, zijn enige overgebleven vijand de tijd overwonnen. Woens dag schreed hij langzaam de vergaderzaal van het Lagerhuis binnen, steun vindend op zijn stok. De Kamer bracht hem een hartelijke ovatie. Sir Winston is nog steeds parlementslid en mag zich beroemen op de titel „vader van het Huis", voor vele jaren trouw lidmaatschap. Het bericht dat hij zijn werk weer heeft opgevat, is gepaard gegaan met de me dedeling dat Sir Winston weer aandacht heeft voor culinaire geneugten, eerbied waardige cognac en reuzensigaren. Dins dag ging hij uit lunchen in de Savoy, en 's avonds keerde hij er terug voor een co pieus diner als gast van John Colville, zijn particuliere secretaris uit de oorlogsjaren In gedenkschriften van leidende figuren uit de tweede wereldoorlog is een ruime plaats ingeruimd voor de anecdotes over Sir Winstons appetijt. Sir Winston houdt ervan om tot laat in de avond op te zitten een cognacglas warmend en een rookgor dijn leggend van rijke havannageuren. Tijdens de oorlog werkte Amerika's pre sident Roosevelt achter gesloten deuren aan een „strategie", die Churchill vóór drie uur in de morgen naar bed zou krij gen. Een officier van de Cunard-scheepvaart- maatschappij, aan Sir Winston toegevoegd treksprinkhanen, die eens grote delen van Afrika verwoest hebben, maar waarvan men ontdekte, dat de broedplaatsen be perkt in aantal waren, zodat men met uit roeiing daarvan een heel eind kon komen. De woestijnsprinkhaan vermenigvuldigt zich echter over een uitgestrekt gebied en trekt over ontzaglijke afstanden. Daarom is het nodig, dat vele landen samenwer ken om de plaag te bestrijden. Zwermen worden vaak tot stilstand gebracht door uit vliegtuigen insectendodende middelen te spuiten en de nieuwe campagne, die door de dertien bovengenoemde landen is ingezet, is erop gericht, deze methoden ef ficiënter te maken. Bovendien wil men meer gegevens verzamelen over de levens cyclus van de woestijnsprinkhaan. Een overvloedige vegetatie betekent dat de woestijnsprinkhaan zich snel verme nigvuldigt. Komt er dan een periode van droogte, dan gaan de sprinkhaangebieden lijden aan overbevolking. Het insect ver andert dan zeer snel van kleur: in plaats van grasgroen wordt het zwart-geel. Zijn vleugels worden langer, de kop zwelt op, de adem gaat sneller en de sprinkhaan wordt rusteloos en begint zich met de an deren te verzamelen tot enorme zwermen. In warm, droog weer kiest zwerm na zwerm dan het luchtruim. Een enkele zwerm bevat dikwijls duizenden miljoenen exemplaren, weegt een twintigduizend ton en vreet per dag zijn eigen gewicht in de vorm van groene vegetatie op. Ten slotte lijkt het of de energie uit de zwerm vloeit. Soms vliegen de sprinkha nen naar zee en komen daar om. Soms valt een zwerm eenvoudig uit'elkaar tot er niets overblijft. De nakomelingen wor den weer „individuele" sprinkhanen, tot dat de honger- en zwermcyclus opnieuw begint. Een kus is er de oorzaak van geweest, dat de negentienjarige Mary Williams een zeereis heeft gemaakt van bijna 2500 mijl. Maar ze heeft van de reis niet bijzonder veel kunnen genieten, want ze was opge sloten in een hut. Het gebeurde doordat het Engelse meis je een dag of zeventien geleden aan boord van de vrachtvaarder „Oreosa" stapte om haar vriend, die een zeereis ging ma ken, een afscheidskus te geven. Of het afscheid nu wat te lang duurde, of dat Mary het waarschuwingssein niet hoorde is niet bekend, maar een feit is, dat het schip al vertrokken was toen Mary eraf wilde. De eerste aanleghaven zou Casa blanca zijn. De kapitein van het schip, Albert Fow ler, wist niet beter te doen dan het meisje gedurende de reis in de hut op te sluiten, buiten het bereik van de bemanning in elk geval. Donderdag liep de „Oreosa" de Engel se haven Workington binnen en kon Mary het schip verlaten. De kapitein zal geen verdere strafmaatregelen tegen het meis je ondernemen. Advertentie Gustav Pietsch, een 67 -jarige Duitse scheepskapitein in ruste, heeft in de jaren 1935-1938 ruim 400 jonge Joodse mede burgers van de ondergang gered door hen in Dantzig ih het geheim tot zeelieden op te leiden en hen vervolgens te laten monsteren op Deense, Zweedse en andere buitenlandse schepen, waardoor zij uit de hel van nazi-Duitsland konden ontsnappen. Pietsch werd meer dan vijftig keer door de Gestapo gearresteerd en „ondervraagd" zonder dat hij ooit iets losgelaten heeft. In 1938 moest hij zelf met zijn gezin vluchten Na een lange zwerftocht kreeg hij in Israel gastvrij asiel. De hulp die het echtpaar Pietsch de Joden verleende, is pas nu wereldkundig gemaakt door een bestuurs lid van de Bond van Slachtoffers van het Naziregiem, die het echtpaar (foto) een vakantie in West-Duitsland heeft aange boden. De heer en mevrouw Pietsch heb ben nu enkele maanden in West-Duitsland doorgebracht, maar zullen in de loop van de volgende week naar Israel terug keren, dat hun een tweede vaderland geworden is. «J U Q l n .o.-i Q V T^, i j-y /- l?5 O 8283. Maar temidden van die feestelijke stemming schoot één van de ministers opeens iets te binnen. Majesteit, zei hij. Weet u, dat de man, waaraan u dit hebt te danken, nog altijd in de gevangenis zit opgesloten? Daar keek koning Barbonix bedremmeld van op. Ja, dat was waar ook; de alchimist, wiens recept dan toch goed gewerkt had, zat nog in de cel Mafala moet onmiddellijk hier voor onze troon gebracht worden! beval hij. Zo kwam het, dat Mafala een sleutel in het slot hoorde draaien, en dat de zware cel deur openging. Zijne Majesteit de koning ontbiedt de gevangene! zei de soldaat, die de deur ge opend had. Oeioei! zuchtte Mafala. Nou zul je 't hebben! Advertentie >000000000009090000 »ooooooo< jy 160 kantoren in Nederland Een Britse rechtbank heeft vrijdag een toegewezen aan de „de schone slaapster", schadevergoeding van 18.279 pond ster ling oftewel ongeveer 194.000 gulden een meisje dat reeds bijna drie jaar be wusteloos is. Op 24 mei 1958 raakte de toen 20-jarige Veronica Wise, betrokken bij een auto ongeluk, waarbij zij aan haar hoofd werd gewond en in coma raakte, waaruit men haar nog steeds niet heeft kunnen „bij brengen". Zij wordt verpleegd in een zie kenhuis te Radcliffe, waar de zusters haar „de schone slaapster" hebben genoemd. Haar advocaat R. V. Cusack spreekt van „een levende dode". De rechtbank was het met zijn vordering eens en wees de eis toe. De premier van Tanganyika, Julius Nyere. zit een beetje met een geschenk van de premier van Noordrijnland-Westfalen: 300 ploegen. Hij heeft daarom de bevol king van het land verzocht o-m 300 ossen te leveren die de ploegen kunnen trekken. De ploegen, een symbool van de Duitse wens om Tangayika te helpen, moeten ons aansporen onszelf te helpen, zo lichtte hij de situatie toe. Het brandende dal 34) Langs de hobbelige weg werden de goederen, al wa ren zij vastgebonden, dooreen geranseld. Een pak sprong open, een koffer viel van het dak. Dan stak Tanase, die verantwoordelijk was voor de bagage, be daard de hand omhoog, en gaf daarmee Benzu in de achteruitkijkspiegel een teken dat hij moest stoppen. De colli werden weer dichtgemaakt, nadat men zich vluchtig op de hoogte had gesteld of de inhoud com pleet was. Enkele kilometers verder kon de overbelaste motor het dan opgeven. Er kwam witte stoom uit de koeler, als uit de schoorsteen van een stoomlokomotief. Zij stopten dan bij een van de vele sloten en Tanase schepte een zeildoeken emmer vol water. Weer een ki lometer verder deed er zich iets anders voor: er sprong een band, er raakte een sproeier verstopt of de motor vloog haast in brand. Benzu wrong zich dan van onder het stuur los, kroop op handen en voeten over zijn passagiers, want voorin kon hij niet uitstappen en begon welgemoed te repareren. Als een van de passa giers evenwel wilde uitstappen om de benen even uit te slaan belette hij dat met een: „Blijft u in de wagen. We rijden dadelijk door." Benzu was een kleine donkere man met een zonder linge spitse neus. Zijn voorhoofd en de voorste helft van zijn schedel, die gewoonlijk onder de klep van zijn tijdens een reis in oorlogstijd, was bereid pet schuil gingen, toonden in tegenstelling tot zijn ge- i i aam 4- r, ma ^11-ïl./^ Klnmlrn Ui 11 /I T T i i nnT/\r» nn -Tl "I Kt r»n te zweren, dat hij een ontbijt serveerde dat bestond uit gerookte zalm, een hele geroosterde eend, gebak en thee. Toen de premier deze gangen had verorberd, be stelde hij een halve fles champagne. Sir Winston stond erop dat, waar hij zich ook bevond, goede en geregelde maal- zicht een tamelijke blanke huid. Hij oefende zijn be- roep al meer dan twintig jaar uit. Hij had honderddui zenden kilometers gereden, duizenden dagen de voet nau welijks van het pedaal genomen en duizenden nachten met het hoofd op het stuur geslapen. Zijn figuur en zijn manier van lopen hadden daardoor geleidelijk een verandering ondergaan. Hij hield de ellebogen altijd tiiden werden opgediend. Hij vloog eens enigszins in de hoogte en de armen vooruit, alsof hij 11'.I -1 -\-.v,l T* -1 L TtTirtl T Tr» r,l /I D1 1 V\ O 4" 1 r~\ y\ Cl V\ Bi 1 naar een conferentie van geallieerde staatshoofden. De eerste steward had een probleem. „Sir," zei hij, „wij vliegen west waarts en ik ben bang dat het snelle ver gaan van de tijd ons eetschema in de war zal sturen. Wanneer had u gedacht aan tafel te zullen gaan?" Sir Winston dacht even diepzinnig na en antwoordde: „Jongeman, nooit zal ik buk- doorlopend het wiel vasthield. Bij het lopen zette hij eerst de hak neer en dan krachtig de teen, alsof hij het gaspedaal bediende. 's Avonds als hij zijn passagiers bij de brug had af gezet kwam hij in het salon-restaurant vaak een glas wijn drinken. Slaperig staarde hij dan naar de scha kers of andere spelers, tot het hoofd hem op de borst zakte en hij achter zijn wijn insliep. Soms haalden de kelners, die zich op zijn kosten wil- ken voor de tirannie van de klok. U zult den vermaken, ergens een oud stuurwiel te voorschijn j ?n legden hem dat in de armen. Zodra Benzu in zijn slaap de aanraking ervan voelde greep hij er met bei de handen naar en liet niet meer los. Zijn lichaam raakte in een lichte ritmische beweging, alsof het schok ken van zijn voertuig, dat zich in de loop van de jaren aan zijn organisme meegedeeld had, ook in de slaap nog zijn invloed deed gelden. „Goede morgen, meneer Bocanu. We hebben op u "rube ieucvucini6cu n» j stervende proza te horen zal krijgen. Maar gewacht" zei Benzu, terwijl zijn pet bijna tot aan de het verdraagt dit, zolang het er zeker van grond doorzwaaide. is dat Sir Winstons appetijt nog onaange- „Nou en? Ben je daar soms te goed voor. vroeg tast is. 1 Bocanu nijdig. nij nu een volledig diner voorzetten en lit om de vier uur herhalen, ongeacht hoe 'aat het is." De druk der jaren zal het Sir Winston liet toestaan, elke dag de wandelgangen van Whitehall te betreden. Ook is de tijd voorbij, dat het Engelse volk een van die grote redevoeringen in zijn eigen nu uit- „Welnee, meneer Bocanu. Maar de heren hebben haast, ziet u." Zodra Bocanu hoorde hoeveel moeite Tanase deed de motor op gang te houden werd hij nijdig en hief de stok op. „Had je soms zonder mij weg willen rijden?" Benzu nam zijn hulpje in bescherming. „De motor slaat moeilijk aan, meneer Bocanu. Daar om heeft Tanase hem al gestart. We wilden u niet la ten wachten." „Goed, goed," zei Bocanu en stapte in. Toevallig gin gen er die dag niet bijzonder veel mensen naar de stad. Toen Bocanu de al ingestapte passagiers in het oog kreeg overviel de woede hem opnieuw. Hij sloeg met zijn stok op de treeplank: „Waarom zijn jullie zonder mij ingestapt?" Een paar passagiers werden schichtig en keken Ben zu aan, alsof zij om hulp vroegen. Een ingenieur even wel, een nog jonge man met een gesloten en wilskrach tig gezicht, antwoordde hem. „Man, stapt u toch in als u mee wilt." Hij was een paar dagen tevoren pps op het boorterrein komen wer ken en kende Bocanu nog niet. Bocanu stapte, na nog eens op de weg te hebben ge spuwd, in zonder aandacht aan zijn opmerking te schenken. De plaatsen dadelijk achter de chauffeur wa ren voor hem en Stojan vrijgehouden. Bocanu liet voor de „hond" maar een paar centimeter van de dubbele zitplaats over. Rechts van hem zat de jonge ingenieur, iets verder naar achteren schoof Cristea Dumitrica on rustig heen en weer. Helemaal achter in de autobus had hij baba Neaga weggestopt en hij leek bang te zijn dat iemand haar daar zou ontdekken en haar zou vra gen wat zij in Ploesjti te maken had. De oude vrouw was nog nooit in de stad geweest. De buitenkant van de autobus kende zij vanzelfsprekend, maar zij had niet verwacht ook de binnenkant ervan nog eens te zullen zien. Zodra de wagen zich in bewe ging zette kreeg de angst haar beet. Zij klemde zich met beide handen aan de bank vast en wierp bange blikken naar Dumitrica voorin. De auto hobbelde over het slechte wegdek en baba Neaga werd van de ene kant naar de andere geslingerd. „Meneer Dumitrica," kreunde zij, „zegt u toch tegen hem dat hij langzamer moet rijden." Daarna werd de weg beter en baba Neaga kwam enigszins tot rust. Zij had de nacht in Dumitrica's huis mogen doorbrengen, zodat zij 's morgens tijdig klaar kon zijn. De caféhouder had haar in een bed met een zachte matras en een kostbare deken laten slapen. Dat was iets zo uitzonderlijks geweest, dat de oude vrouw van louter eerbied niet in slaap had kunnen komen. Te gen de morgen had zij last van een kies gekregen en zij vreesde dat dit een slecht voorteken was. Misschien kón zij beter niet met Dumitrica naar de stad gaan om haar land te verkopen. „Ik ga niet mee," had zij gezegd, „ik ga liever naar huis." Maar Dumitrica had een middeltje tegen kies pijn. Hij gaf haar 'twee glazen pruimebrandewijn te drinken op de nuchtere maag. Giechelend was zij met hem naar de bushalte gelopen. Inmiddels deed de kies al weer pijn. „Meneer Dumitrica, u bezondigt zich aan mij. Waar om neemt u mij op mijn oude dag nog mee naar de stad?" De caféhouder verliet zijn plaats voorin, waar de wa gen minder slingerde en ging naast de oude vrouw zit ten. „Wees toch kalm, baba Neaga. Wat moeten de men sen wel van ons denken? Hier, drinkt u pog eens." De oude vrouw greep met beide handen naar de drankfles en trachtte de hals, ondanks het slingeren van de wagen, aan de mond te zetten. Het glas rinkelde tegen haar schaarse tanden. Dumitrica keek tevreden toe. In een andere zak had hij nog een fles. De autobus kwam heel wat wagens met buizen en materialen voor de putten tegen. Vrachtauto's en per sonenwagens volgden. Daarin zaten de ingenieurs die in de stad woonden. Uit Engeland, Frankrijk en Polen waren zij gekomen. De mensen uit de streek waren tussen hen ogenblikkelijk te herkennen: donkerder, kleiner, vrolijker en spraakzamer. Hoe dichter zij de stad naderden hoe meer mensen er bij de weg waren. Links en rechts het ene café na het andere. Op de markt zag het zwart van publiek. Ossen kauw den traag op hun hooi, paarden briesten in de kribben met haver. Voor de café's stonden onder de afdaken houten tafels en stoelen buiten. Daar zaten boeren on wennig hun borrels te drinken. Aan de latten van hét afdak boven hen hingen rode droge worsten. Op een rooster in een hoek stond meestal wel wat vlees of worst zonder vel te braden. Er hing een scherpe lucht van kruiderijen. De autobus stopte voor een café, dat een iets weelde riger indruk maakte, en boven het afdak zelfs een twee de verdieping bezat. Tussen de bovenramen hing een bord, waarop naast een boortoren een boer stond af gebeeld. Daaronder was te lezen: „Logement voor pe- troleumhandelaars." Tanase sprong van de treeplank, draafde naar voren en rukte de dop van de koeler. De damp die naar buiten sloeg maakte het uithangbord onleesbaar. Benzu trok het portier open en liet de men sen uitstappen. Bocanu was de eerste. Op de treeplank staand prikte hij onderzoekend met zijn stok in het asfalt, alsof hij wilde nagaan of het zijn gewicht kon dragen. Hij had nog geen twee stappen gedaan of een zigeunerjongen met een kistje knielde voor hem in het stof: „Zal ik uw schoenen poetsen, meneer?" Een tweede wierp zich op de „hond". (Wordt vervólgd) JERUZALEM De eerste systemati sche opgravingen van de oude oase Ein Gedi in het gebied van de Dode Zee, waar over de dichter van het Hooglied zo prij zend heeft gesproken, hebben bewijzen op geleverd van het bestaan van een rijke en bloeiende nederzetting in de dagen der oude Israëlieten. De opgravingen worden verricht door een groep oudheidkundigen onder leiding van professor B. Mazar van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem. Er kwam een grote hoeveelheden aarde werk en andere voorwerpen te voorschijn die wezen op de specerijen- en wijnbouw, waarnaar in de Bijbel en andere histori sche geschriften wordt verwezen. De nederzetting, op heuvelterrassen, kwam tot stand in de Israëlische bloeitijd, van ongeveer 625 voor Christus tot de ver woesting van de eerste tempel in 58 voor Christus. De huizen waren gebouwd van steen op idem funderingen en hadden binnenplaatsen en voorraadkamers. Volgens professor Mazar heeft Ein Ge di slechts vijftig voorspoedige jaren ge kend. Volgens sommigen werd het ge sticht door Josia, koning van Juda, ge heel door brand verwoest, mogelijk door de Edomieten die in de zesde eeuw voor Christus Judea binnenvielen. In maart wil men een grootscheepse ac tie beginnen om de oudheidkundige schat ten van de Dode Zeegrotten aan het dag licht te brengen. Vorig jaar ontdekte men bij een dergelijke actie de brieven van Bar Kochba, de eerste „president" van het oude Israel. Advertentie BORN 1320 STILL GOING STRONG Het nieuwe stationsgebouw van het Pa- rijse vliegveld Orly, dat op 24 februari door president De Gaulle zal worden geopend, wordt uitgerust met een televisie-appara- tuur voor uitzendingen in gesloten circuit. Zowel de luchtreizigers, als de bezoekers en voorts het gehele personeel van de luchthaven zullen door middel van aan vankelijk honderd, later tweehonderd, beeldschermen voortdurend op de hoogte worden gehouden van aankomst- en ver trektijden der vliegtuigen en van alles wat daarmede maar verband houdt. Dag en nacht zullen zeven televisiecamera's in be drijf zijn. Het Griekse woord scholè, waaraan het Latijnse schola en het Nederlandse school beantwoorden, betekent eigenlijk men zal het met verbazing vernemen rust, ledige tijd, in het bijzonder: vrij zijn van openbare bezigheden. Dan gaat het woord betekenen: de bezigheid in de vrije tij»de tijd aan de weten schap gewijd de studie. Vervolgens wordt het woord ook gebezigd voor: de olaats waar de leraar of pedagoog zijn wetenschappelijke voordrachten hield en dan zijn wij al vrij dicht bij de huidige betekenis. Men vergete bij dit alles niet dat de vrijgeboren Grieken geen handenarbeid verrichtten. Daar voor gebruikten zij de slaven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 9