Structuurcrisis in olie-industrie vraagt om een internationale oplossing Macht van grote maatschappijen behoort tot het verleden Evenwichtsverstoring van lange duur OLIE-REPORTAGE 1$ Venkaêt KOElBC Hollandse Schouwburg wordt herdenkingsmonument Een stad met een gouden reputatie Garcia de Léon Eichmann wil niet over dr. Globke praten DINSDAG 7 FEBRUARI 1961 6 Golf prijzen Groter aanbod SLOT Peuleschil F=>D De consumenten zijn wrevelig over hoge prijzen. (Copyright Shell) Oostenrijkse oud-SS-er beneemt zich het leven En de onafhankelijken horen voort. (Copyright Shell) (Van onze reisredacteur W. L. Brugsma) „Ik zie nog maar één mogelijkheid om uit de huidige crisis in de internationale olie-industrie te raken: een internationale olieconferentie. Daar zouden produ centen en consumenten van 's werelds belangrijkste energiebron zich om de tafel moeten scharen om een internationale conventie voor produktie, distributie en prijzen op te stellen, die moet voldoen aan de volgende eisen: a. een verzekerde bron van redelijke inkomsten voor de landen waar de olie wordt gewonnen, b. een verzekerde voorziening van de verbruikende landen met goedkope olie- produkten van uniforme, hoge en steeds stijgende kwaliteit". De man die dit zegt, is de Italiaan Enrico Mattei, door zijn vijanden de boekanier van de olie- markt genoemd en beschuldigd van het doorkruisen van alle bestaande afspraken waarop de structuur van de internationale olie-industrie was gegrondvest. Is dat waar? Mattei is zijn kruistocht tegen de grote oliemaatschappijen pas begonnen, nadat die zijn E.N.I. een twee percent aandeel in het Perzische olieconsortium hadden geweigerd. Komt die kruistocht dus uit wraakgevoelens voort? Mattei las uit die weigering een typische minachting van de olie-industrie voor de con sumentenbelangen. Zijn motieven doen trouwens minder terzake. Er blijft het feit, om de woorden van de internationale olie-expert Georg Tugendhat te ge bruiken: „De basisstructuur van de internationale oliebusiness is economisch onmogelijk en politiek gevaarlijk geworden". De vraag blijft inmiddels of een internationale olieconfe rentie die crisis kan oplossen. Kunnen particuliere maat schappijen met regeringen bijvoorbeeld van de Arabische landen en de Sovjet-Unie internationaal en algemeen bindende conventies afsluiten? Zijn de tegengestelde belangen, die niet alleen van economi sche maar ook van politieke aard zijn, overbrugbaar? Zijn de grote maatschappijen, die door hun internationale struc tuur grotendeels aan nationale controle ontsnappen, bereid door internationale controle hun handelingsvrijheid te laten belemmeren? Kunnen oost en west, die een politieke strijd voeren, het eens worden over een politiek, strategisch en economisch zo belangrijke grondstof als olie? Die vragen stellen is ze beantwoorden. Maar de ene vraag blijft: hoe lost men de oliecrisis op? De grote oliemaatschappijen zeggen: „Herstel de oud^ structuur, die goed voldaan heeft". Men mag inderdaad zeggen, dat de grote oliemaat schappijen toen zij nog opper machtig waren, voor een rede lijk deel voldaan hebben aan de eisen, die Mattei aan een nieuwe olieconventie wilde stellen: een „fair deal" voor de vindlanden, een gegarandeerde voorziening tegen be taalbare prijzen van de consumenten. Maar die structuur is onhoudbaar gebleken. Het best blijkt dat uit het afbrokkelen van het prijzensysteem. De prijsstructuur kwam in de twintiger en dertiger jaren tot stand, toen de Ver enigde Staten de grootste producent, ex porteur en verbruiker van aardolie waren. Een groep van zeven grote maatschappij en, in feite een supra-nationaal kartel, be heerste toen de oliemarkt en hield haar in een balans, die gebaseerd was op de Amerikaanse exportprijzen in de golf van Mexico. Die „golfprijzen" werden op hun beurt voornamelijk bepaald door de „Texas spoorweg commissie", welke erop toezag, dat zij hoog gene lagen om marginale producenten in Texas winst te laten. De betrek kelijk kunstmatige prijzen werden aan verbruikers over de hele wereld berekend, ook als de olie elders en goedkoper werd gewonnen. Het systeem bestond bij de gra tie van non-interventie door nationale re geringen en de oppermacht van de grote olie-maatschappijen. Het is geleidelijk aan verzwakt, maar ook toen de prijzen van de olie uit het Nabije Oosten en Venezue la, waar de winning veel goedkoper is dan in de Verenigde Staten, wat naar be neden gingen, bleven zij gekoppeld aan de Amerikaanse golf-prijzen. Dit systeem heeft na de oorlog toen de olie in het Na bije Oosten werkelijk begon te stromen, geweldige winsten opgeleverd. Nog steeds is de „posted price" voor Koeweit-olie 1 dollar 59 cent per barrel. De produktie- kosten bedragen 20 dollarcent, de rege ring van Koeweit en de exploiterende maatschappij strijken ieder 69Vs cent op, respectievelijk als royalty en winst aan de bron. Dat het een merkwaardig systeem is wereldolieprijzen op te hangen aan de Amerikaanse, vooral nu de Amerikaanse olieindustrie door zware import-restricties geen integrerend deel van 's werelds olie huishouding meer is, blijkt hieruit duide lijk. Even merkwaardig is het trouwens de grote oliemaatschappijen als voorvech ters van het particulier initiatief te be stempelen of de Sovjets van dumping te beschuldigen. Het systeem is ook onhoudbaar geble ken. Om Tugendhat nog verder te citeren: „De grondslagen ervoor zijn weggevallen. De regeringen beschouwen oliezaken als een levensbelangrijk onderdeel van hun energie-politiek en beginnen deel te nemen aan de olieindustrie. Amerikaanse prijzen weerspiegelen niet de produktiekosten el ders in de wereld. En de internationale oliemaatschappijen zijn niet langer in staat als een „supra-nationale autoriteit" op te treden en een stabiele markt te handhaven". Een van de redenen voor dat laatste is dat die grote maatschappijen niet langer technisch alleen-competent zijn en dat hun geweldige winsten nieuwko mers hebben aangetrokken, onafhankelijke maatschappijen en staatsbedrijven, waar door het aanbod groter is geworden dan de De producenten klagen over ver minderde inkomsten. (Copyright Shell) vraag en het prijzen-systeem in elkaar zakt. Zo kwam de crisis. Terwijl de consu menten nog steeds het gevoel hebben te veel voor hun olie te betalen, schreeu wen de Arabische landen en Venezuela moord en brand over de recente verla ging van de „posted prices" met ongeveer zes percent, een overigens geringe en ze ker niet de laatste verlaging van de hoge kunstmatige prijs, waarmee zij verwend waren. Het instellen van een vrije interna tionale olie-markt, waarop vraag en aan bod het prijsniveau zouden bepalen, zou een pijnlijke maar mogelijk gezonde sa nering met zich meebrengen. Maar die ligt allerminst in de verwachtingen: na tionale en nationalistische ingrepen doen zich in deze internationaalste aller in dustrieën steeds veelvuldiger voor, het protectionisme viert hoogtij. De feitelijke conclusie kan dus slechts luiden, dat de huidige crisis in de olie-in dustrie een langdurige zal zijn, dat de ver storingen van het evenwicht zich steeds scherper zullen doen gevoelen overi gens vaak ten gunste van de consu ment en dat slechts een aanzienlijke toename van het verbruik een nieuw even wicht zal kunnen scheppen. In kringen van de grote maatschappijen spreekt men vaagjes over „een jaar of tien". Mattei's idee van een internationale olie-conferen tie lijkt dan ook eerder een theoretische wens dan een practische mogelijkheid. Men zal voorlopig slechts op veel beperk ter terrein overleg kunnen plegen om be perkte verbeteringen te bereiken: verzach ting der Amerikaanse import-restricties die de Arabieren ook politiek tegen de Verenigde Staten in het harnas jagen), re delijke dosering van de Sovjet-export, re gionale overeenkomsten, gebaseerd op het besef van het algemeen belang der export landen en exploitatiemaatschappijen. Wel ke bezwaren men mag hebben tegen dé* structuur die de grote maatschappijen aan de olie-industrie hebben gegeven, het instorten daarvan voordat er een nieuwe is, de ontmanteling van die internationale apparatuur en de opsplitsing in een reeks nationale onderneminkjes, hoeft niemand te wensen. In veel wijder en vooralsnog theore tisch perspectief gezien zijn er inmid dels nog wel andere conclusies te trekken. De crisis in 's werelds meest internatio nale industrie en belangrijkste energie bron duidt op fundamentele misconcepties over de politiek-economische structuur van de internationale samenleving. Het grond- gegeven daarvan is niet de gangbare in deling oostblok, westblok en toekijkende neutralen. Die indeling verdoezelt immers STguWtR de werkelijke twee-deling: enerzijds de hoog ontwikkelde wereldgebieden, Noord- Amerika, de Sovjet-Unie en de volksde mocratieën, West-Europa en Australië, an derzijds de achtergebleven uitgestrekthe den van Azië, Afrika en Zuid-Amerika. Die steeds groeiende, haast fatale voor sprong van de democratische en commu nistische bezitters op de gestagneerde rest zal uiteindelijk een klemmender probleem worden dan de ideologische strijd tussen de reeds op gang gebrachte blokken. Het op gang brengen van de gestagneerden zal een internationale planning vereisen, I i.' irf' die op zijn beurt weer een internationale rechtsorde veronderstelt. Die internationa le planning zou zich zeker in de allereer ste plaats met de energiebronnen gaan be zig houden. In die internationale rechtsor de zou het opstellen van Mattei's interna tionale olieconventie maar een peuleschil letje zijn. Helaas een, dat nog in het ver verschiet ligt. HAIFA (Reuter) Adolf Eichmann, die zich volgende maand in Israel moet ver antwoorden wegens zijn aandeel in de moord op zes miljoen Europese Joden, heeft geweigerd te antwoorden op vragen over de activiteit van dr. Hans Globke, de staatssecretaris van bondskanselier Adenauer, gedurende de oorlog. Globke wordt er van beschuldigd, ook betrokken te zijn geweest bij de massamoord op de Joden. Een rechter te Haifa heeft Eich mann hierover ondervraagd, maar deze wilde niets zeggen. WENEN (UPI) Het Weense dagblad Express meldt dat de 47-jarige Viktor Kornherr, die Obersturmführer in de S.S. is geweest, zich donderdag in zijn wo ning te Wenen een van het leven heeft be roofd, toen een politieman aanklopte om hem te arresteren. Het arrestatiebevel was echter niet uitgeschreven wegens Kornherr's medeplichtigheid aan Eich- manns „definitieve oplossing van het Joodse probleem", maar omdat hij ach terop was geraakt met het betalen van alimentatie aan zijn drie vroegere vrou wen. Volgens Express behoorde Kornherr niet tot de acht Oostenrijkers die als me deplichtigen van Eichmann werden ge zocht. Advertentie (Van onze Amsterdamse redacteur) DE DEUREN van de Hollandse Schouwburg, die sinds de oorlogsjaren gesloten zijn geweest, staan sinds enige tijd enkele malen per week open. Niet om bezoekers binnen te laten, maar om bergen puin in vrachtauto's te storten. Als de deuren daarna sluiten ziet de gevel er weer precies zo uit als in 1895 toen Mina Buderman hier haar operet tes bracht, in 1905 toen Heijermans' stukken hier succes oogstten en in 1944 toen de groene vrachtwagens van de S.S. voorreden om groepen Joodse Amsterdammers af te halen voor hun laatste rit door de hoofdstad. Die gevel van de Hollandse Schouw burg zal wellicht over vijftig jaar nog onveranderd zijn. Maar achter die gevel vol trekt zich sinds verleden jaar een verandering, die van de schouwburg een waardige gedenkplaats moet maken van de in de oorlog weggevoerde Joodse Amsterdammers. Op de plaats waar vroeger de schouw burgzaal was. staan nu nog slechts de muren waarop nog duidelijk is waar te nemen waar destijds de balkons hebben gezeten. Het dak is verdwenen en de vloer wordt nog slechts gevormd door bergen hout en brokken steen. Binnenkort zal de voormalige zaalvloer zijn getransformeerd in een grasgazon, de muren worden inge kort tot 8 meter hoogte en in plaats van de balkons komen ter weerszijden overdekte loopgangen. Het toneelhuis met de daar achter liggende kleedkamers zijn even eens onder de slopershamer gekomen. Ook hier blijven de muren gedeeltelijk staan en straks zal men vanuit de loopgangen over het grasgazon op een met natuursteen geplaveid plateau kunnen kijken (het voormalige toneel) waar een uit een Davidsster oprijzende obelisk tien meter hoog zal reiken. Het voorhuis van de Hollandse Schouw burg waar destijds de kassa's, de buffetten en de kantoren waren, krijgt een rouw kamer waar drie staande grafzerken zijn opgesteld ter herdenking van de in de oorlog omgekomen Joden. In deze kamer, die links van de gang is geprojecteerd, zal een eeuwige vlam branden. De beide bovenverdiepingen van het voorhuis wor den ingericht tot kantoorruimten voor Joodse culturele instellingen. Eens woonde op deze plaats de directeur van Artis dr. G. F. Westerman, die zijn huis na zijn dood naliet aan de grote acteur Louis Bouwmeester om hier een theater bouwen. Het gelukte Bouwmeester echter niet de plannen te realiseren. Korte tijd later slaagden de komieken Kreeft en Kelly wel in deze opzet. En zo werd in 1893 de „Artis Schouwburg" in gebruik genomen. Aanvankelijk was het theater populair vanwege de operettes die er werden ge geven. In de eerste jaren van deze eeuw trok de Nederlandsche Tooneel Vereeni- ging veel publiek met werken van Herman Heijermans en de naam werd herdoopt in Hollandse Schouwburg. Na een kort stondige terugkeer van de operette namen achtereenvolgens het Hollandsch Tooneel en het Nieuwe Nederlandsche Tooneel van het theater bezit. Na de eerste wereld oorlog echter verplaatste het amusements leven zich naar andere delen van de stad en langzamerhand werd de exploitatie van de Hollandse Schouwburg moeilijker. In 1940 besliste de bezetter dat de schouwburg uitsluitend door Joods publiek mocht worden bezocht en dat er slechts Joodse artiesten mochten optreden. Korte tijd later diende het theater echter als ver zamelplaats van Joden, die voor deportatie waren aangewezen. Tot 1945 hebben 60.000 Joden deze schouwburg gepasseerd op weg naar Duitsland. Het was in 1945 duidelijk dat dit theater, waar zich zoveel leed had afgespeeld, niet meer voor zijn oorspronkelijke doel kon worden gebruikt. Er werd een stichting opgericht die het gebouw een passende bestemming zou geven. Een eindeloos overleg had tenslotte tot gevolg dat de Stichting het theater in 1950 aan de gemeente Amsterdam over droeg onder de voorwaarde dat er in ieder geval een rouwkamer zou worden inge richt. De Hollandse Schouwburg zal waar schijnlijk dit jaar nog als waardige ge denkplaats gereed komen. Dan zullen de deuren verwijderd zijn en vervangen door smeedijzeren hekken zodat de voorbij gangers via het grasgazon de obelisk zullen kunnen zien. Op de grens van Piemont, zo'n tachtig kilometer ten zuidoosten van Turijn, ligt het stadje Valenza. De Po, die hier nog niet bijster indrukwekkend is, stroomt er onverschillig langs, alsof deze plaats van een kleine twintigduizend inwoners van elke betekenis is ontbloot. Een misvatting, die we een rivier onmogelijk kunnen aanrekenen, maar die voor ons onvergeeflijk zou zijn. Valenza geniet namelijk een wereldvermaardheid onder de goudsmeden. Uit Amerika en Azië (om maar te zwijgen van de landen in Europa) komen zij naar deze Italiaanse stad om er de produkten van de goudsmeedkunst in te kopen. Ik mag u niet wijsmaken dat dit er een oeroud ambacht is, want nog geen volle eeuw geleden is de eerste Valen- ziaan zich erop gaan toeleggen. Thans kan echter gezegd worden, dat nagenoeg alle bewoners direct of indirect van deze (klein)industrie leven. En de benaming Citta dell'oro is in Italië het algemeen bekend synoniem voor Valenza geworden. Na het avondeten is het nog te vroeg om naar bed te gaan en te donker om de stad grondig te verkennen. Ik wan del onder de arcaden van het centrale plein en zoek een rustig café om de maaltijd met een fris glas af te ronden. Ergens wenkt licht, maar als ik de bar (zoals de Italianen met voorliefde een café noemen) dichter ben genaderd, komt me hoe langer hoe meer rumoer tegemoet, zodat ik een ogenblik aarzel. Ik heb de tocht naar Valenza per slot van rekening niet ondernomen om in een vechtpartij of een relletje verwik keld te worden. Toch stoot ik stoutmoe dig de deur open en ontdek wat ik in feite had kunnen verwachten in een gezelschap vriendschappelijk pra tende mannen terecht te zijn gekomen. Ik moet me letterlijk door de compacte klantenschaar naar de toonbank wringen en kom onderweg geen enkele vrouw tegen. Zowel de echtgenote als de fi- danzata (verloofde) behoort 's avonds thuis te blijven, vindt men vooral in de kleinere Italiaanse plaatsen nog. Natuurlijk staat er een blinkende es pressomachine, die voortdurend in ge bruik is. En natuurlijk beland ik daar precies tegenover, een uitzicht dat me ri gauw bar verveelt. Met het inmid dels veroverde glas wijn in mijn hand vend ik mij half naar rechts. Ik bevind nij oog in oog met de meest welbe spraakte, nieuwsgierigste en tevens be minnelijkste man van Valenza. Met an dere woorden: een lotje uit de loterij voor wie er naar hunkert uitvoerig te worden ingelicht over de locale sfeer, alsmede de zeden en gewoonten van de hier wonende volksstam. Met een bijna ontstellende schrander heid constateert hij, dat ik niet in Valen za thuishoor. Deze verrassende medede ling laat hij onmiddellijk volgen door een uitvoerige beschrijving van de stad en derzelver onaantrekkelijkheden „veel is hier niet te doen, signor en u zult er heel gauw zijn uitgekeken". Ik heb er geen bezwaar tegen hem te onthullen dat ik meer geïnteresseerd ben in het voornaamste middel van be staan, de fabricage van gouden siera den. Hij wordt er een beetje ontroerd ven. Hoe had ik het dan zó kunnen tref fen hij is immers, in alle beschei denheid gezegd, een van de grootmees ters in het vak? En ik moet hem mor gen beslist komen opzoeken; geestdrif tig krabbelt hij zijn adres op een bier viltje dat hij eigenhandig in de zijzak van mijn colbertje wurmt. Terwijl wij spreken vormt zich lang zamerhand een kringetje en de aanvul lingen op explicaties van mijn nieuwe vriend vliegen van alle kanten op mij aan. Ik probeer alle feiten en gegevens zolang in mijn hoofd op te bergen, wat nog niet eens meevalt, want hoewel ik mij de wijn goed laat smaken, blijft mijn glas steeds vol. De volgende ochtend vervoeg ik mij aan het opgegeven adres. Een hele fa milie, papa, mama en de nodige bam- binas en bambinos, verwelkomt mij in het atelier achter het huis. En nu zie ik de practische toepassing van de les sen, die mij de vorige avond zo gul zijn opgedrongen. Ik moet mezelf eraan herinneren dat ik dit stukje ben begonnen met de op rechte bedoeling u het een en ander over de goudsmeedkunst van Valenza te vertellen. Het spijt me daarom dat ik de gastvrije familie tekort moet doen door u het uitvoerig verslag over het daar genoten onthaal te onthouden. Maar ik hecht eraan vast te stellen, dat wat ik van dit ambacht weet mij daar is bijgebracht. Het karakteristieke van het Valenza- ner goudsmeedbedrijf is, dat het wordt uitgeoefend op basis van het handwerk Niettemin heeft men de organisatie en de arbeidsverdeling dusdanig geperfec tioneerd dat men met enig recht van een massaproduktie mag spreken. Elk stuk wordt soms wel in honderd exem plaren gemaakt, waardoor de productie kosten vanzelfsprekend aanzienlijk wor den gedrukt. Het is daardoor zelfs mo gelijk geworden gouden sieraden te ex porteren naar Azië, waar de lonen ver beneden het (bescheiden) niveau van Valenza liggen. Het eigenlijke vak wordt door drie duizend mensen beoefend, maar het is geen overdrijving wanneer ik vaststel dat de overige zeventienduizend inwo ners indirect van de goudsmeedkunst leven. Deze drieduizend werken groten deels in een arbeidsverhouding. Ken merkend voor de organisatie van deze industrie zijn de kleine ondernemingen, waar tussen de tien en twintig mannen sn vrouwen hun brood verdienen. Be drijfjes met vijf of zes arbeiders en fa miliefirma's zijn overigens niet zeld zaam. Binnen de onderneming is het werk streng gespecialiseerd, zoals dat bijvoor beeld ook in de Zwitserse horloge-in dustrie het geval is. Ik noem deze tak van nijverheid met opzet, omdat de Va- lenzaner goudsmeden zich de laatste jaren erover beklagen, dat Zwitserland zoveel vaklieden aan Valenza onttrekt. De veel hogere lonen lokken en een kor te periode van omscholing maakt de Italianen daar tot zeer bruikbare krach ten. Elke werkplaats beschikt over een verbazingwekkende hoeveelheid vor men. Men legt ze mij in grote verschei denheid voor: ringen, broches, oorhan gers volgens klassieke modellen en pa tronen. maar ook in meer abstracte te kening. In het familiebedrijf van mijn goede vriend volg ik alle bewerkingen op de voet, van het gieten tot het polijsten. De oudste dochter, een knap meisje van een jaar of twintig, is in een hoek aan de polijstmachine bezig het pronk stuk de finale make-up mee te geven. Ze schijnt schik te hebben in haar werk en dat leidt ertoe dat ik mijn gastheer een complimentje geef over de prettige sfeer in zijn atelier. „Zo is het overal", zegt hij royaal. „Wij verdienen misschien niet zoveel als we wel eens zouden wensen, maar u zult hier weinig chagrijnige gezichten zien". Daarvoor staat Valenza zelfs in het zorgeloze Italië bekend. Rijkdommen brengt het ambacht niet op, wel een over het algemeen vast inkomen, zodat men weinig vrees kent voor de toe komst. „En", besluit mijn vriend, „is onze welvaart niet gebaseerd op de nog steeds geldende internationale waarde meter, op goud?" (Nadruk verboden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 6