Betsie Rudersdorff vond de vrijheid in een middeleeuws ambacht Nieuw schandaal in Rome Het brandende dal er zijn geen betere PANDA EN DE GROTBOKSER NAAIMACHINES Groep „call girls' opgerold Lugubere vondst f Hoe is het ontstaan?^ Italië wil van nei cadeaustelsel af POTTERS ..LI NI A" KAARSENMAAKSTER VAN DE VELUWE door Radu Tudoran Vertaling Margot Bakker Neem toch lampen Dit woord: TOTEBEL nKNOElSi. MENTHOL PELLETS Teden hoest en Keelpij: Uitwerking frappant J VERMOEDELIJK is Betsie Rudersdorff uit Voorthuizen de enige in Nederland, die op „middeleeuwse" wijze uit pure bijenwas kaarsen maakt. In een werkplaatsje, twintig minuten gaans buiten het kleine Veluwse dorp, oefent zij al jaren dit merk waardige ambacht uit. „Misschien klinkt het wat vreemd, maar toch ben ik blij dat het „kaarsenseizoen" weer achter de rug is. Nu kan ik tenminste even op adem komen. En dan ga ik veel muziek maken", vertelde zij ons dezer dagen. Een paar rustige weken heeft zij ook wel verdiend. „In het afgelopen jaar heb ik ongeveer 17.000 kaarsen gemaakt en vooral de afgélopen decembermaand is het natuurlijk erg druk geweest. Vergeet niet, ik doe al het werk alleen". Rust nemen, jawel! Maar hoe juffrouw Rudersdorff zich dat eigenlijk voorstelt, is ons niet geheel duidelijk, ge worden. Nauwelijks was ze begonnen ons het „hoe" en „waarom van haar beroep te vertellen, of ze zat alweer „kaarsen te trekken", zoals dat in vakjargon heet. „Hoe ik tot dit werk ben gekomen? Laten we er dan w e 1 even voor gaan zitten. Wilt u een sigaretEn dan volgt een brok Rudersdorffse geschiede nis over een periode van meer dan 25 jaar. Een hele beroepenlijst heeft deze Amsterdamse van geboorte in die tijd af gewerkt, van lerares bewegingsleer in een Zwitserse kliniek tot garagehoudster en goudsmid toe. Elf jaar lang werkte ze 's zomers in een vakantieoord, in een ban ketbakkerij heeft ze gestaan en zelfs een kuikenbroederij behoorde enige tijd tot haar arbeidsterrein. Nog meer beroepen staan er op de lijst het aantal ligt tus sen de 15 en 20 maar altijd werd haar vrije tijd in beslag genomen door kaar sen, muziek en ook nog toneel. „Mijn moeder speelde vroeger aan het Rotter dams Toneel. Niet zo vreemd dus dat ik er ook aan ben gaan doen". Niet zö eenvoudig In die Zwitserse kliniek leefde ze vair een Schotse dame hoe men kaarsen moet maken. Het leek zo eenvoudig: een ka- toenpit maar net zo vaak in een pot ge smolten bijenwas op en neer halen, tot de kaars de juiste dikte had gekregen. Ze ging het proberenen het lukte niet! Het intrigeerde haar, waaraan de misluk king te wijten kon zijn. Misschien was de temperatuur van de was niet goed? Of was katoen niet het juiste materiaal voor de pit? Experimenteren was het devies. Zo ontdekte Betsie Rudersdorff op zeke re dag dat de pit geprepareerd moest zijn maar nog was het resultaat slechts twij felachtig. Ze ging door en zomaar, ze hoopte er niet eens meer op, zomaar op Advertentie zekere dag had ze de eerste bijenwas kaars „getrokken" die redelijk goed wil de branden. Kaarsen werden haar groot ste hobby en ze zouden dat altijd blijven. Langzaamaan door schade en schan de wijs geworden ontwikkelde Betsie haar eigen werkmethode. Een houten wiel bleek uitstekend ge schikt om als „werktafel" te worden ge bruikt. Rondom het wiel namelijk sloeg ze op gelijke afstanden van ongeveer 4 a 5 cm spijkers. Nu kon aan een hele se rie kaarsen tegelijk gewerkt worden, door de pitten met draadijzeren haakjes aan de spijkers te hangen. De doorsnede van de pitten is overigens niet zuiver rond, eerder halfcirkelvormig, met één platte kant. Hierdoor trekken zij krom en hoeven zij niet ge snoten te worden tijdens het branden. Om de beurt worden de kaarsen nu in een met vloeibare *vas gevulde cylinder gedom peld en vervolgens aan het wiel gehangen. Na een volledige omwenteling van ,bft kaarsen-rad is het dunne waslaagje dat zich op de eerste pit heeft afgezet, ..vol doende gestold om weer ondergedompeld te worden. Steeds herhaalt zich deze han deling totdat de kaarsen de gewenste dik te hebben. Gezien het feit dat de was enigszins uitzakt, ontstaat vanzelf boven aan een fraaie, „gotisch" toelopende punt. sch" toelopende punt. Filosofie van licht en duister Het lijkt allemaal zo simpel, maar het is nu juist de kunst, om de kaarsen mooi recht en gelijkmatig van vorm te krijgen, een kunst die men zich pas na heel veel experimenteren eigen kan maken. Dit monnikenwerk vraagt enorm veel geduld, toewijding en liefde. „Waar haalt u al die was vandaan? En waarom juist bijenwas? Zijn deze kaarsen niet veel duurder dan die welke machi naai gemaakt worden?", vragen wij. Me juffrouw Rudersdorff vertelt dat ze de was in grote blokken, in de vorm van afge knotte kegels betrekt, van een zemerij uit Barneveld. Energiek zet ze er dan de bijl in om daarna de brokken te smelten. En die twee andere vragen? Ja, daar heeft ze zo haar eigen filosofietje over: „Wie aan kaarsen denkt, denkt ook aan Kerstmis. Men viert onder andere de terugkomst van het licht, want de kortste dag van het jaar is dan weer voorbij. Een natuurverschijnsel dus. En bijenwas is een zuiver natuurprodukt, terwijl ze bovendien nauw verwant is aan het licht, want wordt ze niet in de zomerse warmte en zonne schijn gewonnen? Machinaal gemaakte kaarsen zijn goedkoper, natuurlijk, maar ze bestaan grotendeels uit stearine, een produkt dat diep uit de aarde, uit de duis ternis dus, gehaald moet worden". Ze heeft nog meer argumenten: „Mijn kaarsen branden wel 2 tot 3 maal zo lang als stearinekaarsen en ze verspreiden een lichte honinggeur. Daarbij is handwerk uiteraard altijd nog wat anders dan die onpersoonlijke, gladde fabriekskaarsen voegt ze er fel aan toe. Zelf huis gebouwd Ze is een gelukkig mens, deze Betsie Rudersdorff. Ze leeft in de vrije natuur in een eigen huis. Ja, een eigen stenen huis in de allerletterlijkste betekenis van Kaarsen aan de „draaitafel". het woord. Ze heeft het namelijk zelf ont worpen en gebouwd, samen met een vrien din die bij haar inwoont en met slechts heel weinig hulp van een enkele deskun dige. „De Stenen Joris" heet haar woning in de dennenbossen. Ze geniet een mate van vrijheid zoals maar weinigen die te genwoordig kennen. In de huiskamer wordt menig uurtje doorgebracht met musiceren. Viool, dwarsfluit en piano natuurlijk is ze autodidact! zijn de instrumenten waar ze zich muzikaal op uitleeft. En geen buren die er last van hebben. Eenzaam? Beslist niet! In de garage staat een kleine auto waarmee zij in een wip in de omliggende steden kan komen. Als ze zelf niet musiceert of toneel speelt gaat ze naar concerten of schouwburg voorstellingen. Betsie Rudersdorff heeft de verdienste dat zij de gaven, die ze meekreeg goed ontwikkeld heeft. En alles vrijwel zonder hulp. Zo heeft ze dus uit een hobby haar beroep gecreëerd, een beroep dat boven dien altijd een liefhebberij zal blijven. Of ze tevreden is met alles om haar heen? Uitermate! In haar huiskamer hangt een tegeltje, waarop te lezen staat: „We heb ben het nog nooit zo goed gehad". Betsie Rudersdorff gaat op in haar I lokt ze aan de piano de dwarsfluit of muziek. Speelt ze geen viool, dan ont- I aan een van de zelfgemaakte bam- boefluiten melodieuze klanken. Rome gonst van opwinding. Iedereen spreekt reeds over „het grootste schandaal sedert de beruchte strip-teasepartg van 1958". Dinsdag werd bekendgemaakt dat een zogeheten „call girl ring" was opge rold, waaraan vele jonge, nog onbedui dende filmsterretjes en modellen hadden deelgenomen. Deze „call girls" (telefonisch te ontbieden meisjes met zeer ruime op vattingen) zouden vooral ten dienste heb ben gestaan van leden uit de hogere kringen. Rechercheurs van de zedenpolitie, die het onderzoek naar de activiteiten van de exploitanten van deze organisatie hadden ingesteld, gaven het bestaan ervan toe. Zij deelden in grote trekken de werkwijze meë, maar betrachtten verder het stil zwijgen over het onderzoek, dat nog in volle gang is. „Er zijn veel hooggeplaatste personen bij betrokken", aldus een onzer zegs lieden. „De openbare aanklager zal moeten beslissen of de mensen die van de diensten der organisatie gebruik hebben gemaakt, zullen moeten te rechtstaan wegens het plegen van on tucht met minderjarigen. Het is een zeer delicate kwestie". Na drie maan den de activiteiten van de „call girl ring" te hebben nagegaan, heeft de zedenpolitie de leidster, de 40-jarige Mary Fiore, een aantrekkelijke, op Si cilië geboren blondine gearresteerd. Dit is totnutoe de enige aanhouding. 43) In een woud in het binnenland van Sici lië zijn de beenderen gevonden van 15 mannen, een vondst die de plaatselijke politie voor een macabere puzzel heeft geplaatst» Het kunnen de stoffelijke resten zijn van slachtoffers van een door de Maffia aan gerichte slachting of van Oostenrijkse krijgsgevangenen uit de eerste wereldoor log die aan de Spaanse griep overleden, ofwel slachtoffers van een „vendetta (bloedwraak-actie). De beenderen, begraven onder nog geen halve meter aarde, werden gevonden door arbeiders die bij een boom in het Turco- ferrania woud aan het graven waren. Een onderzoek van de beenderen op het insti tuut voor gerechtelijke geneeskunde in Catania bracht aan het licht dat het de resten waren van mannen tussen de 18 en 50 jaar die daar vele jaren begraven hadden gelegen. Maar zij merkte, dat zij tijd verspeeld had. Ik had eer der van huis moeten gaan, dacht zij. Gejaagd stak zij de droge beek over en beklom hijgend de steile helling aan de andere kant. Zij was bang geweest de weg niet terug te kunnen vinden. Maar gauw kreeg zij de hut in zicht. Het paard liep te grazen. Haar hart begon te bonzen en zij draafde naar de hut. Door 't raam zag zij, dat de vloer was geveegd en met water be sprenkeld. Maar in het zonlicht dat naar binnen viel dreven kleine stofwolkjes. Ook niet wat je zindelijkheid noemt, dacht ze. Ze maakte een geluid van minachting. De aanblik van het vertrek waarin zij een nacht ge slapen had deed haar een kleur krijgen. De pijpen lagen nog op de tafel en in de geur meende zij de man terug te vinden. Het speet haar afstand van de blauwe jurk te doen, maar die was zij komen brengen om een aanleiding voor een bezoek te hebben. Zij sloeg I haar armen om de hals van het paard. Daarna maakte zij vlechtjes in de manen. „Verveel jij je niet, mijn jongen, als je op hem wacht?" vroeg zij gedempt. Daarna moest zij om haar eigen dwaasheid lachen. „Ik hoef immers niet op hem te wachten! Ik ben toch niet bij hem in dienst? Tot I ziens, mijn jongen!" HOOFDSTUK XVIII Tot aan de verlovingsdag had de „hond" maar niet kunnen geloven, dat Bocanu werkelijk zijn dochter als vrouw aan de zoon van de bankier uit Ploesjti zou ge ven. Benone had in het geheel niets, dat Bocanu kon aanstaan. Ook begreep hij niet, welk voordeel de fa milie Dimopol in dit huwelijk zag. Desondanks viel met te ontkennen dat de bankier het huwelijk wilde: hij had Bocanu naar de mond gepraat, was verscheidene keren op bezoek gekomen en had uren met de oude boer overlegd. Hoe konden die twee eigenlijk met el kaar praten? Stojan wist maar al te goed dat Bocanu elke jongeman, die een mogelijke schoonzoon was, als een persoonlijke vijand beschouwde. Want hij kende geen groter angst dan dat een „leegloper" zijn geld zou kunnen erven en verbrassen. Dat was de reden waarom Lina vrijwel nooit een voet buiten het erf mocht zetten. Ten opzichte van de bankierszoon leek hij zijn stand punt grondig veranderd te hebben. Misschien kwam dat doordat hij Dimopol al sedert lang kende en wist dat die met geld kon omgaan. Hij had zijn kantoor en zijn brandkast met eigen ogen aanschouwd, de brand kast waaruit de bankier niet alleen voor Bocanu zelf, maar ook voor vele anderen dikke stapels bankbiljetten te voorschijn had gehaald. Het moest wel een brand kast met onuitputtelijke rijkdommen zijn. Bovendien had Bocanu hier en daar wel het een en ander over Dimopols zaken gehoord Een man, die zoveel met gsld omging, dat hij het haast niet meer in handen wilde nemen, kon hij wel vertrouwen. Dwars door al die op gewekte overwegingen kwam er bij de oude man ove rigens telkens toch weer een bepaalde vrees op. Waar om hechtte de bankier er zoveel waarde aan, een band tussen beide families te leggen? Dit vroeg ook baba Rada zich af en alle gasten die aan het verlovingsmaal aanzaten stonden voor een raadsel. De meeste mensen op het boorterrein schudden er hun hoofd over. En Lina zelf? Hoewel op haar onbewogen gezicht geen emotie te lezen viel kende de „hond" haar voldoende om te weten, dat zij niet wist wat haar overkwam. Benone leek de enige die de gang van zaken volkomen vanzelfsprekend vond. Zijn vader had hem wat geld voor zijn persoonlijke genoegens beloofd, van nu af zou hij een zelfstandig man zijn, over enkele dagen zou hij met zijn elftal naar Zwitserland reizen, waar zij een paar wedstrijden zouden spelen en andere zorgen had hij niet. De „hond" evenwel liep gejaagd over het erf heen en weer en sloot zich dan weer in zijn kamer op. Hij hoopte nog steeds dat dit alles een kwade droom zou blijken. Maar 's middags kwam de auto uit Ploesjti, met de bankier en de bruidegom. Tot 's avonds bleef men op de veranda zitten, daarna reed de hele familie naar het Casino. Bij de poort keerde Bocanu zich nog eens om. „Stojan, let goed op, dat er niemand. Ja, meneer Chivu," antwoordde hij, verward. Ën daarna schond hij voor het eerste het vertrouwen van zijn baas. Hij wilde met eigen ogen zien wat er zich afspeelde. Hij klom over de schutting en rende de eenzame weg naar het Casino af. Van enige afstand hoorde hij plotseling roepen. „Sta of ik schiet!" Doodsbang liet hij zich op de grond vallen Toen hoorde hij, dat er iemand met een steen of een hamer op hun metaal sloeg en kwam tot rust. Want dat speel de zich al avonden aaneen af: de een of ander smeet met stenen naar het naambord van Lipanescu en on danks alle maatregelen had men de dader nog niet kunnen betrappen. Weer een steen. Twee schoten Daarna stilte. De „hond" hoorde in de duisternis al leen nog de muziek, die uit het Casino kwam. De ka pel uit Campina speelde een mars. Stojan ging verder, sloop naar de achterzijde van het gebouw en gluurde door een raam. In de grote zaal zaten de gasten aan een lange tafel, hieven de glazen, dronken met verhitte gezichten en lachten. De jong verloofden zaten naast elkaar en tegenover hen zat Bocanu meer hoefde hij niet te zien. Dit was voldoende, deze drie, aan wie zijn lot gebonden was- Maar nog altijd verwachtte hij, dat Bocanu aan deze beschamende comedie een eind zou maken, dat hij met de vuist op tafel zou slaan en tegen zijn gasten bulderen: „Nu is het mooi geweest, jullie hongerlijders! Dach ten jullie werkelijk dat jullie mijn dochter kregen?" De „hond" drukte zijn vuisten tegen zijn mond, be dwong zijn tranen en jankte zacht in zichzelf. „Zeg het nu, meneer Chivu. Zeg het nu toch." Inplaats van Bocanu ging evenwel Dimopol met zijn wellevend glimlachje staan. Hij droeg een smoking en dat verbitterde de „hond" nog, meer. De bankier tikte met zijn mes tegen zijn glas en begon te spreken. Wat hij zei was niet te verstaan, maar de tafelgenoten, met inbegrip van Bocanu lachten hartelijk. Stojans blik dwaalde naar baba Rada met haar zwarte hoofddoek, die naast Benone zat. En aan zijn andere zijde zat Li- na.. De schrik sloeg de „hond" om het hart: aan de ruwe werkhand van het meisje, dat hij 's avonds zo vaak in de keuken had geholpen, blonk de smalle gou den ring. De verloving was dus al gesloten nog voor de gasten zich aan tafel zetten, misschien daareven toen de kapel die mars speelde. Stojan sloop weg van het raam en rende in het don ker naar huis, zonder op of om te zien. Zodra hij weer op het erf stond kroop hij in een hoek weg. De hond kwam naar hem toe. Stojan sloeg zijn armen om de nek van het dier, verstopte zijn gezicht in de ruige vacht en snikte, „Pripas, met mij is het afgelopen. De hond jankte en likte hem met de lange zachte tong het gezicht. Na onbepaalde tijd kwam Stojan over eind en klom de treden naar de veranda op. De hond liep hem na. De trap naar de hogere verdieping kraak te Stojan bleef voor Bocanu's kamer staan en de hond leek te voelen welk plan er bij hem opgekomen was, want hij trok hem met de tanden achteruit. Stojan kwam met een schok tot zichzelf en schudde verbijs terd het hoofd. Hij had de brandkast van Bocanu wil len openen, om het geld eruit te halen en weg te lo pen. Nu liet hij het hoofd tegen de wand rusten en huil- ds. Meneer Chivu, waartoe hebt u mij gebracht?" Hij bleef snikken tot zijn gedachten weer helder wer den. Traag liep hij naar zijn eigen kamer. De plannen die hij voor zijn toekomst had gemaakt, lagen in dui gen. Alle inspanning die hij zich jaren aaneen ge troost had, was tevergeefs geweest. In zijn verbeelding zag hij weer het huis in de Kolo niestraat en hij moest aan zijn moeder denken, die hem waarschijnlijk al niet meer terug verwachtte. In het donker trok hij, met de tranen nog in de ogen, zijn kist van onder zijn bed en haalde zijn stadskleren te voorschijn. De dunne stoffen, die hij vroeger zo graag had betast, gaven hem nu evenwel zijn moed niet te rug. De betovering was verbroken. Hij trok zijn boeren- kleren uit. Terwijl hij de grove, met ijzer beslagen gor del in zijn handen hield keerde zijn trots terug. In haar organisatie bevonden zich ruim dertig jonge, knappe vrouwen. Volgens de politie maakten onder andere een Deense en een Franse aankomende filmster deel uit van de „ring". Ook waren beginnende Italiaanse filmsterretjes, fotomodellen, danseressen, strip-teasers en zelfs „ama teurs" uit gegoede kringen lid van de or ganisatie. Volgens de politie waren de cliënten van madame Fiore buitenlandse diplomaten, rijke zakenlieden, produktieleiders uit de filmindustrie, directeuren, acteurs en zelfs een voormalig minister. Het is duidelijk, dat men in ieder geval over een welgevulde beurs diende te be schikken. Madame Fiore liet zelfs eens twee van de meisjes per vliegtuig naar Parijs reizen om daar een goed-betaald weekeinde „dienst te doen". De openbare aanklager Antonio Corrias, aan wie de rechercheurs van de zedenpolitie hun be- vïndihgèn hadden gerapporteerd, weigert vooralsnog commentaar te geven. „De officier bevindt zich in een moeilijk parket", zei een justitiële autoriteit „In dien er geen minderjarigen (18 jaar vol gens de Italiaanse wet) bij betrokken wa- ren, zou hij geen zaak aanhangig behoeven te maken tegen al deze prominente fi- guren. Indien het tegendeel het geval mocht blijken, zal hij ook de „klanten" voor het gerecht moeten dagen". Het nieuws werd dinsdag voor het eerst bekendgemaakt door het Italiaanse blad „Lo Specchio". De Romeinse kranten na men het verhaal over en politie en justitie bevestigden de bijzonderheden, vermeld I in het verhaal van Lo Specchio. Zij wei gerden echter verdere inlichtingen over de zaak te geven. De onthulling van het nieuws wordt beschouwd als het grootste schandaal sinds de geruchtmakende zaak van de strip tease in 1958. In dat jaar gaven de Vene- tiaanse gravin Olga de Robilant en de Amerikaan Peter Howard, een stiefzoon van de Amerikaanse miljonair George Vanderbilt, een society-party, tijdens welk feest een Turkse danseres een opwindende strip-tease vertoonde, terwijl drie Italiaan se edellieden hun jassen uittrokken en deze voor haar op de grond uitspreidden, opdat zij geen koude voeten zou krijgen. Het gehele gezelschap, dat bij dit „feest" aanwezig was, wacht nog op een proces wegens onwelvoeglijk optreden in het openbaar. Corrias, die zich langzamerhand een reputatie heeft opgebouwd, als de man die zedenschandalen aan het licht brengt, zal ook in deze zaak als openbare aan klager optreden. Advertentie (Wordt vervolgd) Er is een aantal samenstellingen, waarvan de beide deien ongeveer het zelfde betekenen. Voorbeelden zijn. koe-beest, aam-hert (dam betekent hert), walvis (vergelijk Engels whale) e.a. Zo'n samenstelling is ook totebel. Woorden die er op lijken zijn: morsebel, lellebel, snottebel en liegebel. Het woord bel betekent eigenlijk: iets dat rond neerhangt en vandaar: vod, slordig wijf Toot is een woord waarvan de vormen tuit en toet bekender zijn. Al deze woor den duiden aan: iets wat vooruitsteekt, geopende mond gezicht, zoen. In oude teksten vindt men toot al in de beteke nis: babbelzieke vrouw, lasteraarster. De samenstelling totebel wordt gebruikt voor: afstotelijke oude vrouw Totebel betekent ook: kruisnet Of ^deze woorden verwant zijn, is onzeker^j 36. Toen de achtervolgden enige tijd rus tig verder hadden kunnen wandelen, ging het er op lijken dat ze voorlopig wel in veiligheid waren, en nu begonnen zich bij Panda uiteraard enkele vragen op te doen. „Wat een rare buurt is dit," zei hij. „En waar breng je ons eigenlijk naar toe, Joris? En wat moeten we nu verder met deze holbewoner doen?" En ook Blabla, die zich in zijn vermomming niet behaaglijk voelde, deed een duit in het zakje: „Watte nou? Ikkie Blabla niet hou van pet. Pet- warm, kopsmelt, niet kan scherppieker." „Geduld, geduld, goede vrienden," sprak Joris geruststellend. „Ik voer u naar een schuilplaats waar u veiligheid wacht en waar, zoals ge met verrassing zien zult, voor onze gespierde metgezel tevens een grote toekomst voor het grijpen ligt. Ver laat u op mij en houdt uw versierselen nog enige tijd aan, want het zou jammer lijk zijn als wij thans nog herkend zouden worden, nietwaar?" Helaas het was al te laat. Een geheimzinnige figuur sloeg hen uit een duister portiek gade en mom pelde: „Wel verbaasd! Daar gaat hij! Dat is de vent die ik spreken moet, onmid dellijk!" Deze figuur was niemand min der dan Arthur Anthropus, miljonair en maatschappelijk werker. Ook in Italië overweegt men thans maat regelen tegen het cadeaustelsel, dat bezig is, de wetgever uit de hand te lopen. De Italiaanse bevolking wordt er zich boven dien van bewust, dat men tenslotte zelf al deze „toegiftartikelen" betaalt. De ge schenkenmanie is in Italië nooit zo erg ge weest als nu, hoewel de Italiaan in het algemeen een kieskeurige en schrandere koper is. Fabrikanten van wasmiddelen la ten plastic speelgoed bij hun produkten verpakken, de vleesmakers zijn een „vind de munt"-dampagne begonnen, waarbij in één op de zoveel blikken vlees een gouden munt verstopt zit, soepextract is tegen woordig verpakt in prachtige glazen, die men naderhand op tafel kan gebruiken, koffie wordt verpakt met een gratis lepel er bij en bij vrijwel alle verpakte goede ren worden „geschenkbonnen" weggege ven. Advertentie VERKOOP VAN ALLE MERKEN DUS RUIME KEUZE PU API GROTE HOUTSTRAAT 181 C H Is C E. TEL. 14444

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 11