PANDA EN DE GROTBOKSER HOGESCHOOL VOOR REISLEIOERS WIL MISVERSTANDEN OPRUIMEN X De Meester spreekt nog steeds Garcia de Léon 'Jf Het braedeede dal m Bibima ee de rHoe is het ontstaan?^ échte Frisse lucht voor Koeweit Drie boeken en een zak meel ér 4 Spook zoekt woonruimte WITTE KRUIS WITTE KRUIS ZATERDAG 4 MAART 1961 13 DUITS INITIATIEF DE N.V. MIJ. „HOLSTER" - OVERVEEN door Radu Tudoran Vertaling Margot Bakker 2» Dit woord TOMPOES Co*. IMFW TOÓNOet 51. De holbewoner mocht dan al geen uitblinkende leerling zijn in rekenen, zingen en schoonschrijven in kietelen was hij zeker niet de minste van de klas; het kostte hem dan ook maar korte tijd om de verraste hoofdonderwijzer dwars door het lokaal en naar de niet tot gebruik bestemde zijde van het schoolbord te stoei en. „Jij leukspel? Jij grapgrapkietel?" vroeg hij intus sen, smakelijk lachend. De opvoedkundige was echtèr in het geheel niet van deze handtastelijkheden gediend en zodra hij een ogenblik buiten kietel-bereik was gaf hij zijn opgekropte gevoelens lucht. „Staak die brutaliteit!" schreeuwde hij. „Handen thuis! In de hoek! Vijfhonderd regels! Briefje naar huis! Van school gestuurd!" Het was duidelijk dat hij ernstig boos was en op het teerhartig oerwezen had dit de uit werking die boosheid hu eenmaal op hem had Intus sen waren Panda en Joris nog steeds in hun bespreking over het voor en tegen van het lager onderwijs verdiept. Acht ge het niet mogelijk", wilde Joris weten, „dat een eenvoudig, onschuldig natuurkind als onze Blabla in deze tempel der wetenschap tot kwijnen en tot ver val van krachten komt?" Verval van krachten was niet juist dat zag hij zelf onmiddellijk in want nog voor dat de vraag zijn lippen had verlaten, kwam de oerfi guur beangst door de schoolwand stormen. Duitslands toekomstige reisleiders zullen binnenkort vernemen, dat de Engelsen verlegen zijn, de Italianen een arbeid zaam volkje en de Fransen, geheel tegen de verwachting in „stijf". Dit zijn drie „waarheden", die zullen worden onderwe zen aan de „hogeschool voor reisleiders" welke spoedig in Bad Godesberg een voorstad van Bonn waar vele diplomaten wonen zal worden geopend. De school wordt gesticht door de „Europese Actie gemeenschap", welke zeven jaar geleden werd opgericht om het wederzijds begrip tussen de volken van Europa te bevorde ren. Aan de toekomstige reisleiders zal wor den geleerd, hoe zij de ingeroeste voor oordelen van de gemiddelde Duitse bur ger zullen kunnen wegpraten en hoe zij de Duitse vakantiegangers het beste zullen omvormen tot reizende ambassadeurs van hun land. De Duitsers dit is inmiddels wel dui delijk geworden zijn behept met een groot aantal vooroordelen tegen, en valse voorstellingen van de leefwijze hunner bu ren. Daarom heeft men voor de „hoge school voor reisleiders" een handzaam boekwerkje samengesteld, dat vol staat met „standaard-misvattingen" van de ge middelde Duitse vakantieganger. Een van de meest voorkomende is, dat Engeland een land zou zijn, bevolkt door anachronische snobs, die zich het liefst kleden in de in eigen land vervaar digde kostuums van de beroemde „tweed". „Het geheim van de Engelsen", zo zal binnenkort een leraar aan de „Hoge school" te Bad Godesberg, doceren, „is de sluimerende verlegenheid, die dit volk kenmerkt." Wie de conservatieve trekjes van het Engelse volk niet weet te waarderen, kan die mening maar beter voor zich houden, aldus het leerboekje. „Geen onsmakelijkheden Volgens de samenstellers is het befaam de Engelse „understatement" een cultus geworden, zoals het ook het geval is met het onderwerp „goede manieren", en bij goede manieren is ook het voorbeeldi ge gedrag van de Britse automobilist op de weg niet vergeten. De toekomstige reisleiders krijgen ook voorgehouden; „snijdt geen trieste, onge lukkige of onsmakelijke onderwerpen aan". Deze regel is waarschijnlijk opge nomen omdat de schrijvers van het boek je weten, dat de Duitsers graag hun kwa len bespreken. Niets is vergeten in dit met Duitse „Gründlichkeit" geschreven leerboek, want: „in Duitsland mag het dan gewoon te zijn om met iedereen op kantoor, des morgens en 's avonds een warme hand druk te wisselen, doe dat in Engeland niet". Men kan zich afvragen wat een Duitse vakantieganger 's morgens en des avonds op een Engels kantoor te doen heeft, maar het staat er. „Vermijdt ook om over politiek te spre ken, of de voordelen van een meer dan twee-partijen-stelsel, op te hemelen. U zult er de Engelsen des te liever om zijn", schrijft het boekje voor. Te oordelen naar wat er over de Italia- Advertentie PIJNSTILLER Een maand gaat snel voorbij! Neem de angst voor nare dagen weg door Witte Kruis in huis te nemen. tabletten, poeders of cachets. Het sjeikdom Koeweit aan de Perzische Golf, dat dankzij zijn rijkdom aan aard olie het welvarendste land ter wereld (per hoofd der bevolking) is, is hard op weg om ook het koelste land te worden, hoe wel het gelegen is in een verschroeiend heet klimaat. Koeweit heeft namelijk in Amerika een order geplaatst op 3000 airconditioning-in stallaties, die het kleine staatje met zijn inwonertal van 200.000 één airconditioning per 16 inwoners zal geven. Deze verhou ding is in de V.S. 1 op 32 inwoners. De midzomerse temperaturen in Koe- veit zijn vaak meer dan 90 graden. hen gezegd wordt, hebben de Duitsers zich over dit volk ook nog al wonderlijke ideeën gevormd. „De Italianen," zo begint deze les, „zijn niet lui, integendeel zij zijn zélfs vlijtig, maar zij bezitten een bij zondere gave om het leven tot een vreug de te maken en er tot de laatste adem tocht van te genieten" Volgens de leraren van de „hogeschool" houden de Italianen in werkelijkheid zelf niet van de zoetvloeiende melodieën, die hun orkestjes sinds jaar en dag over Europa uitstorten. Zij spelen die muziek alleen voor de toeristen, die er telkens weer om vragen. ,De Italiaanse vrouw heeft een bijzon der hoogstaande levenswandel, en indien noodzakelijk, is haar hele familie paraat om indringers te weren," leert het boekje de Duitse Casanova's-in-de-dop. ,In Frankrijk," zo gaat dit voortreffe lijke werkje verder, „moge dan het le venstempo anders zijn, het is er daarom nog niet slechter om." „Wie het in zijn höofd zou halen om critiek te oefenen op ongewassen vensterruiten, mist, om het zo maar eens te zeggen, „het gevoel voor een „natuurlijke atmosfeer". Over de Franse aard bestaan uiteraard meer mis vattingen van over die van enige ander volk in Europa." Kussen op straat „Geliefden in Frankrijk," aldus het boekje, „kunnen elkaar zonder bezwaar in het drukste verkeer kussen, maar hier voor is die bijzondere charme vereist, die alle Fransen nu eenmaal met de moeder melk binnenkrijgen". „Wanneer buitenlanders dit nadoen," zo zeggen de samenstellers van de Godes- bergse „toeristenleidersbijbel", „geven zij blijk van een slechte smaak". „De Fransen als weggebruikers en ver keersdeelnemers zijn goed. maar snel", zo luidt de volgende waarschuwing. „Er bestaat in Frankrijk een goede, intelligen te verkeersdiscipline. Wie daaraan wil meedoen, moet goed uitgeslapen zijn en in staat zijn om snel beslissingen te nemen", aldus het boekje. Terugkomend óp het hoofdstuk „vrou wen", zegt het boekje dan nog; „In Frank rijk zowel als in Italië zijn de vrouwen Met drie boeken en een zak meel was Legson Kayira uit Nyassaland op stap ge gaan om naar Amerika te lopen. Na twee jaar, zes maanden en zes dagen is hij er aangekomen. Hij liep 3.600 kilometer en vloog er 13.000. In een brief naar huis schreef hij, dat hij door Rhodesië, Tanganyika en Kenya was gelopen. Hij had in een tijdschrift gelezen over het Amerikaanse onderwijs en wilde daar het zijne van hebben. Hij bleef een jaar in Oeganda, waar hij al lerlei baantjes had. Met het geld dat hij verdiende kocht hij eten, in hoofdzaak bananen. In een bibliotheek had hij de naam ge zien van de Skagit Valley Universiteit in de V.S. en een brief geschreven aan dit instituut, waarin hij vroeg om toelating. Het was hem beloofd. Binnen veertien da gen was het antwoord gekomen. Hij had een beurs toegezegd gekregen en een bij baantje om geld te verdienen. De inwo ners van Mount Vernon hadden een fonds opgericht om zijn overtocht te betalen en rond de kerstdagen was hij in de V.S. aangekomen. Kayira schreef, dat hij nu natuurkunde studeert om later in staat te zijn „de jongens thuis" les te geven, zodat zij zich ook zouden kunnen wijden aan' wetenschap pelijk onderzoek. Verder schreef hij, dat hij hoopte zijn broer en zijn zuster ook naar de V.S. te kunnen laten komen, „maar niet lopend". Advertentie Tel K 2500 <0002. 57290 en 57855 Centrale verwarming Airconditioning Aut. oliestook lieftallig maar even terughoudend als in andere landen. Het privé-leven in Frank rijk is heilig. Waagt het niet, hierover ooit vragen te stellen." Tenslotte geeft deze behartenswaardige volkenkundige gids voor leerling-reislei ders nog één goede raad; „Bedenkt wel als u in Frankrijk bent, de Franse wijn is geschapen om het hart te verwarmen, maar niet om er u mee te bedwelmen". Wilt ge wat beter dan oppervlakkig op het kerkhof Père-Lachaise in Parijs rondkijken, neem er dan gerust een volle dag voor. Verwacht dus van mij niet, dat ik u in één enkel artikeltje uitvoerig ga uitleggen hoe het er daar uitziet en welke beroemdheden u vooral niet mag missen. Liever blijf ik ditmaal met u bij een bepaald grafmonument staan, een van de vele waaraan een romantische of dramatische geschiedenis verbonden is. Nu Pasen nadert (en u misschien Parijse plannen hebt?) lijkt het mij 't best de tombe van Allan Kardec te bezoeken: het zal er op de eerste zondag van april weer allemachtig druk zijn. Duizenden zullen zich dan, zoals gewoonlijk op die dag, voor de laatste rustplaats van de Meester verdringen om de kans te krijgen de daar geplaatste buste aan te raken en (in stiltehun wens te doen. Sommigen nemen aan, dat de kracht van de grote spiri tist nog van gene zijde van het graf tot ons komt en er doen krasse verhalen de ronde omtrent wonderbaarlijke genezingen, verkregen door, nee, niet door de voorspraak, maar door de magische wil van Kardec. Laat ik beginnen met nederig te be kennen, dat ik de bedevaart nog nooit op de eerste zondag in april heb onder nomen. Dat er zich op die dag inder daad duizenden mensen bij het graf verzamelen geloof ik zonder voorbe houd op door de weekse dagen be zoeken al minstens tweehonderd (goed) gelovigen het en vijfhonderd is voor ee normale zondag heel doodgewoon. Wan neer zijn sterfdag (op 31 maart 1869) herdacht wordt, stromen zijn discipe len uit alle delen van de wereld naar het Parijse kerkhof; merkwaardig ge noeg is het contingent Brazilianen al tijd onevenredig groot. Het valt mij niet mee de juiste inlich tingen over de wonderdoener te verkrij gen. Het graf wordt onderhouden (be waakt is een juister woord) door een oude vrouw, die het al druk genoeg hèeft om op de handhaving van het voorge schreven ritueel te letten en bovendien is ze stokdoof. Haar onnatuurlijk hoog stemgeluid klinkt de hele dag boven het geroezemoes van de menigte uit, ernstig vermanend, kijvend vaak. Haar status is onofficieel; niemand heeft haar aan gesteld en ze ontvangt voor haar be moeiingen geen franc beloning. Waag het niet haar een fooi aan te bieden! Ze kan net rondkomen van een karig pensioentje, maar deze taak is een haar opgelegde erefunctie. Stamgasten behandelen haar met de grootste eerbied. „Ze staat elke avond in contact met de Meester en men zegt, dat hij haar vaak instructies geeft. Meestal mondeling, maar ook wel schriftelijk". Men hoeft niet in Allan Kardec te ge loven om hem een uitzonderlijk mens te noemen. Deze zoon van een advo caat uit Lyon werd in 1804 als Léon Hippolyte Dénizart Rivail geboren. Een fantastische mooie naam eigenlijk waarom is hij er niet mee door de we reld gegaan? Een geest, eenvoudig aan geduid als „Z", die hem als leidsman of leidsvrouwe diende, moet hem zijn pseudoniem hebben ingefluisterd. De jonge Rivail onderscheidde zich al op school door naast de verplichte vakken vloeiend Engels, Spaans en Duits te leren spreken. Daarna ging hij medicijnen studeren en behaalde in de cortst mogelijke tijd het artsendiplo ma. Toen kwam de pech. Niet zozeer doordat hij een vrouw trouwde, die ne gen jaar ouder was dan hij, maar de privé onderwijsinrichting, in Parijs door hem geopend, laboreerde aan een ont stellend gebrek aan leerlingen. Waarom hij nooit als arts heeft ge praktiseerd is in de nevelen van de his torie verborgen, zo ook wat hem ertoe bewoog overdag als boekhouder te wer ken en 's avonds studieboeken óver zeer gevarieerde onderwerpen te schrij ven. Zeker is, dat de nood in zijn groei ende gezin hem hiertoe dwong, maar het blijft vreemd dat deze man geen profijt trok van zijn medische bevoegd heid. Overigens brachten deze boeken, die evengoed het gebied der spraak kunst als dat der geografie en chemie bestreken, hem en de zijnen een zeke re welstand. Ze waren uitstekend en talrijke scholen voerden ze in. Tegen zijn vijftigste jaar kon hij het dan ook wat kalmer aan gaan doen en eindelijk vond hij gelegenheid dieper in te gaan op een allang beoefende hobby: het spi ritisme. Door zijn goede contacten met de geestenwereld (niet alleen „Z" oefen de invloed op hem uit, maar later nog meer een dame die zich „Vérité" noemde) maakte hij rappe vorderingen. Hij veranderde zijn naam in Allan Kar dec en werkezel die hij was schreef aan de lopende band boeken over spiritisme. Zijn eersteling, Le Li- vre des Esprits, verscheen in 1857, be haalde een groot succes en vestigde op slag zijn reputatie als Meester van de Europese spiritisten. Van die tijd da teert ook de aanhang, die zijn nieuwe „geloof" verkreeg in Brazilië; tot de huidige dag heeft Kardec daar vrij veel volgelingen. Hij stierf aan een hartaanval, werd serst begraven op het kerkhof van Mont- parnasse, maar een jaar later werd zijn stoffelijk overschot bijgezet op Père- Lachaise. Boven zijn graf is een ruw stenen monument opgericht. Het is een nabootsing van een Keltische tombe; „Z" had hem verteld hem duizenden jaren vóór dit leven als Druïde in het oude Gallië te hebben gekend. De procedure bij zijn graf is vrij sim pel. Men dient zich te voorzien van een boeket bloemen en neemt plaats in de rij. Het heeft geen enkele zin er uw vi sitekaartje tussen te stoppen de ou de bewaakster verwijdert het onverbid delijk. Voor het graf gekomen legt men de bloemen neer, richt de blik op Kar- dec's buste, spréékt de wens uit, raakt de buste aan en gaat heen. Beroeren twee personen tegelijk het beeld, dan zouden de ergste dingen kunnen gebeu ren. Er ontstaat dan een soort conflict situatie, beweert de oude vrouw en ze ziet er nauwlettend op toe, dat niemand zich daardoor in het ongeluk stort. „Wat vraagt men zo in het algemeen aan de Meester?" schreeuw ik aan haar oor. De meeste wensen bewegen zich op het terrein van de gezondheid, begrijp ik uit haar woorden. Heeft ze zelf niet een kleinzoon gehad, wiens dubbele longontsteking is genezen?. O, ze zou uren kunnen voortgaan met het geven van voorbeelden. Een volkomen ver lamd meisje van zeven jaar op slag beter. Een jonge vrouw, ook verlamd je moet haar nu zien dansen! Sinds 1936 vervult de vrouw haar vrij willige functie en haar opvolgster is al aangewezen, want ze is vijfenzeven tig jaar. Maar ze vindt het nog lang geen tijd om er mee op te houden. Als het zo ver is, zal de Meester het haar wel zeggen. Nadruk verboden) Advertentie 28-29. Maar Gromgram was nog niet te vreden, dat hij het elfje op de vlucht ge jaagd had. Hij keek nijdig rond, waar hij haar mee plagen kon; zijn oog viel op de bloem, die Bibina zojuist had afgestoft. Weg ermee! schreeuwde hij. En met enkele harde klappen vpn de zware knuppel sloeg hij het mooie plantje aan stukken, zodat de gekleurde bloem blaadjes in 't rond vlogen. Toen hij de slak in 't oog kreeg, vloog hij daar opaf. Weg jij, lelijkerd! brulde hij. En met één klap sloeg hij het hulpeloze diertje dood 58) HOOFDSTUK XXVII Nooit tevoren had de kleine een zó ronde, blanke en glanzende maan gezien Zij keek ernaar mei betraande ogen en hield de adem als bevangen door de betovering in. alsof zich uit de ronde schijf een reeds lang verwach te gestalte zou kunnen losmaken en tot haar neerdalen. Het dal lag in een waas van zilveren stof. De huizen met de witte muren onder de donkere daken sliepen. Geen licht achter de ramen, geen beweging in tuin of op erf, alles lag roerloos. Zij sloeg een doek om haar schouders en bleef lange tijd op de houten veranda zitten, met de ellebogen op de knieën en de kin in haar handen. Zij volgde de tocht van de maan door de melkwitte wolken. In de laagte hoorde zij nog stappen langs de Verlaten weg: dat zou de politieman wel zijn, die nog altijd de omgeving afzocht. De agenten konden haar geen angst meer aanjagen, hoewel zij vaak midden in de nacht kwamen binnendringen, dè deur met de geweerkolf cpenstootten, het huis doorzochten en zelfs de zolder beklommen om achter alle binten te kijken, voor zij vloekend weer verdwenen. De voetstappen op de weg waren allang weggestor ven toe de kleine opeens scherp luisterde. Zij draaide het hoofd naar het bos om. Er had een dode tak ge kraakt. Daarna hoorde zij enige tijd niets meer, maar zij bleef aandachtig in de donkere ruimten tussen de stammen turen. En eindelijk ontdekte zij twee kleine lichtjes, niet veel groter dan glimwormen. De kleine stond op, sloop naar de hoek van 't huis en floot zacht. Dadelijk maakte er zich uit de duisternis een schaduw los, die weer in de schaduw van 't huis verdween. De kleine stak het hoofd vooruit en riep fluisterend: „Ben je daar?" Er jankte zacht een hond. „Kom maar", zei ze. De hond draaide de kop argwanend van links naar rechts en sprong weer op. De kleine voelde zijn warme adem op haar knieën. „Wat was er dan?" fluisterde zij. De hond drong zich tegen haar aan. Zij sloeg haar arm om zijn hals en begroef haar gezicht in zijn vacht. Zoe mend wiegde zij zich met hem heen en weer en zei zacht: „Ben je zenuwachtig omdat de maan schijnt? Ik ben ook zo zenuwachtig". De hond ontglipte aan haar arm en sprong naar de deur. Zij ging hem na naar binnen, nam een doek van de plank en pakte er het voedsel in, dat zij vroeger op de avond al klaargemaakt had. De hond jankte onrustig. De kleine zocht in de duisternis naar zijn halsband en bond de doek daaraan vast. De hond wachtte met haast menselijk begrip tot zij daarmee klaar was en trok zich toen, zacht jankend, naar de deur terug. „Je hebt vanavond haast weg te komen", zei zij zacht en deed de deur voor hem open. De hond snoof de nachtlucht op en sloop in de scha duw van de veranda naar de hoek van het huis. Hij keek nog eens om, alsof hij haar wilde geruststellen, en was verdwenen. Uit het huis zelf steeg een lucht van kil roet op, zij ging dan ook weer op de veranda zitten en luisterde naar het ritme van de motoren. Sedert zij alleen woon de zwierf zij ook 's nachts buiten rond en hield de ar beiders van de nachtploeg gezelschap. Het grootste deel van haar tijd bracht zij op de eerste hulppost door, waar zij vriendschap had gesloten met de oude Doro- bantzu, de assistent van de chirurg. Zij hielp hem bij zijn werk. Geleidelijk was zij eraan gewend geraakt een gewonde arbeider met jodium te behandelen en te ver binden. Zij vond er niets griezeligs meer aan. Deze nacht was zij onrustiger dan gewoonlijk. Zij sloeg de doek dichter om de schouders en liep in maan licht en schaduw van de ene boortoren naar de andere, tot zij de weide aan de bosrand had bereikt waar de paarden van de draaipompen graasden. Zij hoorde de dieren al kauwen en stampen nog voor zij de donkere lijven kon onderscheiden. Met deze paarden had zij nog veel meer medelijden dan met de mensen, want de voor benen van de dieren werden aaneengebonden, zodat zij niet konden weglopen. Zij moesten met dwaze onhandi ge sprongetjes van de ene plek naar de andere komen. Als zij vrijgelaten werden, dacht de kleine, zouden zij wel zo verstandig zijn tot middernacht rustig te blij ven grazen en dan zouden zij bijeen gaan staan en gaan slapen. Geen enkel paard zou weglopen. Om hen te troos ten liep zij tussen de dieren rond, streelde hen, klopte hen op de nek en merkte niet, dat er uit een boortoren in de omgeving een aantal donkere gedaanten te voor schijn kwamen en haar insloten. „Goede avond!" lachte er onverwacht iemand naast haar. Zij begon te trillen, omdat zij de indruk had, dat het de man was, die haar 's nachts had willen overval len. Zodra zij op de vlucht sloeg liep zij tegen een ande re man op. Een derde greep haar van achteren beet. „Als je schreeuwt zal ik je mijn mes laten voelen!" snauwde hij haar toe. „Gooi haar in het gras!" hoorde zij fluisteren. De kleine jammerde zacht en als verlamd. „Waarom doen jullie me kwaad?" wilde zij vragen, maar er ontsnapte alleen een gesmoorde zucht uit haar mond. HOOFDSTUK XXVIII De trouwstoet stelde zich tegen vijf uur 's middags bij de kerk te Telega op. De huwelijksplechtigheid was weliswaar twee uur tevoren al begonnen, maar had veel tijd in beslag genomen omdat de predikatie van de pope, volgens afspraak, alleen al een uur had ge duurd. De hoofdstraat van de badplaats krioelde van mensen. De kijkers waren voornamelijk badgasten in lichte kleren en met strohoeden op. Nieuwsgierig keken zij naar de kleurige trouwstoet, in hoofdzaak samenge steld uit boeren uit de omgeving.-Zij wilden wel eens zien hoe Bocanu zijn dochter uithuwelijkte. Aan de kop van de stoet reden twee mannen met driekleurige sjerpen om. Zij lieten hun paarden de vije teugel, want zij hadden in de ene hand een drank fles, in de andere een pistool, waaruit zij om de zoveel meter eén schot in de lucht losten. Op een vrachtwagfen van de oliemaatschappij, die met tapijten was bekleed, zaten de muzikanten met een paar bruiloftsgasten, die eveneens drankflessen in de handen hadden. De bekkenslager zat rug aan rug met de chauffeur op de bak en bediende zijn instrument luider of zachter, al naar de wagen over een vlak weggedeelte reed of een trajekt met kuilen passeerde Achter de auto kwam weer een groep jonge kerels te paard. Een van hen reed nu en dan de vrachtauto achterop en loste een schot over de hoofden van de muzikanten om hen aan te moedigen. „Wat vrolijker, zigeuners! Hebben jullie niet genoeg te eten gehad?" Op de ruiters volgde het rijtuig van de ouders van de bruid, daar niemand de moed had gevonden Bocanu achter het bruidspaar te laten rijden Bocanu straalde over zijn hele gezicht. De lange trouw stoet, het rumoer en zijn eigen gedachten stonden hem wonderwel aan. Het rijtuig met het bruidspaar was minder groot en mooi dan dat van Bocanu zelf. De „hond" zat met de hand in de zij en verwaardigde de belangstelling geen blik. Hij was na zijn beterschap sterk veranderd, was veel dikker geworden en deed in geen enkel op zicht meer aan een jankende hond denken. Naast hem zat Lina met beschaamd gebogen hoofd. Dat zij trouwde leek haar blij noch verdrietig te stemmen. In de trouwstoet reden ook vele personenauto's mee, daar hoger personeel en ingenieurs de goede verstand houding met Bocanu moesten ontzien. Boven de bergen pakten zich dreigende wolken samen. „Jullie bruiloft zal in het water vallen!" riep de burgemeester vrolijk. „Dat is een goed voorteken!" antwoordde een van de jonge ruiters. Hij schoot zijn pistool af. De manen van de paarden begonnen te wap peren en de vrouwen hielden de hoeden vast en de kleren bijeen. Er lag een geelachtig licht over het dal. Toen de stoet de heuvelkam bereikt had voelden de bruiloftsgasten de vochtigheid van de laag hangende bewolking op hun huid. Zodra het in de verte weerlichtte schoten de jongens bij wijze van antwoord lachend hun pistolen af. Arbeiders kwamen uit boortorens, woonba rakken en aarden hutten te voorschijn en sloegen de stoet zwijgend gade. Op het grote plein had zich een talrijk publiek verzameld, dat zich nog steeds uitbreid de. (Wordt vervolgd) *T variatieji Rijstebloem Bordklaar Tarwebloem De geest van een Afrikaanse toverdok ter, die opgehangen werd wegens moord op hónderd mensen, zoekt een nieuw kwartier. Het oude huis in Broken Hill in Noord- Rhodesië, waar de geest van de beruchte Mwanalesa zou rondwaren, wordt deze maand gesloopt. In dit voormalige rechts- gebouw werd Mwanalesa meer dan 30 jaar geleden ter dood veroordeeld. De huidige bewoners van het huis, de blanke plaatselijke bestuursambtenaar en zijn vrouw zeggen dat deuren in het huis vanzelf dichtslaan en „onverklaarbare koude winden door het gebouw waaien." Mwanalesa terroriseerde in de jaren twintig Noord-Rhodesië waar hij bijgelovi ge Afrikanen aan de „waterproef" onder wierp om vast te stellen of er heksen on der hen waren. Nadat hij minstens 100 personen door verdrinking om het leven had doen komen vluchtte hij naar Belgi sche Kongo waar hij gevangen werd ge nomen. Na zijn uitlevering aan Noord- Rhodesië werd hij berecht en opgehangen. Het Nederlands kent de tompoes in twee betekenissen: het is de naam der omstreeks 1925 in de mode gekomen korte damesparaplu en die van een rechthoekig gebak van twee lagen bla derdeeg met gele room er tussen. In de eerste betekenis is het ontleend aan het Franse tompouce, Kleinduimpje, in de tweede is het typisch Nederland. Omstreeks 1850 reisde een Ameri kaanse dwerg, Charles Stratton, ontdekt door P. T. Bamus (van Barnum en Bailey), onder de naam Generaal Tom Thumb of Tom Pouce de wereld door Een halve eeuw later deed de dwerg Jan Hannema uit Sint Anna Parochie hetzelfde onder dezelfde naam. Hij was bovendien heilsoldaat en leidde oefenin gen van het Heilsleger. Dat men een dwergparaplu een tompoes noemt is begrijpelijk. Maar waarom het gebak?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 13