PANDA EN DE GROTBOKSER
HOGESCHOOL VOOR REISLEIOERS
WIL MISVERSTANDEN OPRUIMEN
X
De Meester spreekt nog steeds
Garcia de Léon
'Jf
Het braedeede dal
m
Bibima ee de
rHoe is het ontstaan?^
échte
Frisse lucht voor
Koeweit
Drie boeken en een
zak meel
ér
4
Spook zoekt
woonruimte
WITTE KRUIS
WITTE KRUIS
ZATERDAG 4 MAART 1961
13
DUITS INITIATIEF
DE
N.V. MIJ. „HOLSTER" - OVERVEEN
door Radu Tudoran
Vertaling Margot Bakker
2»
Dit woord
TOMPOES
Co*. IMFW TOÓNOet
51. De holbewoner mocht dan al geen uitblinkende
leerling zijn in rekenen, zingen en schoonschrijven
in kietelen was hij zeker niet de minste van de klas; het
kostte hem dan ook maar korte tijd om de verraste
hoofdonderwijzer dwars door het lokaal en naar de niet
tot gebruik bestemde zijde van het schoolbord te stoei
en. „Jij leukspel? Jij grapgrapkietel?" vroeg hij intus
sen, smakelijk lachend. De opvoedkundige was echtèr
in het geheel niet van deze handtastelijkheden gediend
en zodra hij een ogenblik buiten kietel-bereik was gaf
hij zijn opgekropte gevoelens lucht.
„Staak die brutaliteit!" schreeuwde hij. „Handen
thuis! In de hoek! Vijfhonderd regels! Briefje naar huis!
Van school gestuurd!" Het was duidelijk dat hij ernstig
boos was en op het teerhartig oerwezen had dit de uit
werking die boosheid hu eenmaal op hem had Intus
sen waren Panda en Joris nog steeds in hun bespreking
over het voor en tegen van het lager onderwijs verdiept.
Acht ge het niet mogelijk", wilde Joris weten, „dat
een eenvoudig, onschuldig natuurkind als onze Blabla
in deze tempel der wetenschap tot kwijnen en tot ver
val van krachten komt?" Verval van krachten was niet
juist dat zag hij zelf onmiddellijk in want nog voor
dat de vraag zijn lippen had verlaten, kwam de oerfi
guur beangst door de schoolwand stormen.
Duitslands toekomstige reisleiders zullen
binnenkort vernemen, dat de Engelsen
verlegen zijn, de Italianen een arbeid
zaam volkje en de Fransen, geheel tegen
de verwachting in „stijf". Dit zijn drie
„waarheden", die zullen worden onderwe
zen aan de „hogeschool voor reisleiders"
welke spoedig in Bad Godesberg een
voorstad van Bonn waar vele diplomaten
wonen zal worden geopend. De school
wordt gesticht door de „Europese Actie
gemeenschap", welke zeven jaar geleden
werd opgericht om het wederzijds begrip
tussen de volken van Europa te bevorde
ren.
Aan de toekomstige reisleiders zal wor
den geleerd, hoe zij de ingeroeste voor
oordelen van de gemiddelde Duitse bur
ger zullen kunnen wegpraten en hoe zij de
Duitse vakantiegangers het beste zullen
omvormen tot reizende ambassadeurs van
hun land.
De Duitsers dit is inmiddels wel dui
delijk geworden zijn behept met een
groot aantal vooroordelen tegen, en valse
voorstellingen van de leefwijze hunner bu
ren. Daarom heeft men voor de „hoge
school voor reisleiders" een handzaam
boekwerkje samengesteld, dat vol staat
met „standaard-misvattingen" van de ge
middelde Duitse vakantieganger.
Een van de meest voorkomende is, dat
Engeland een land zou zijn, bevolkt
door anachronische snobs, die zich het
liefst kleden in de in eigen land vervaar
digde kostuums van de beroemde „tweed".
„Het geheim van de Engelsen", zo zal
binnenkort een leraar aan de „Hoge
school" te Bad Godesberg, doceren, „is
de sluimerende verlegenheid, die dit volk
kenmerkt."
Wie de conservatieve trekjes van het
Engelse volk niet weet te waarderen, kan
die mening maar beter voor zich houden,
aldus het leerboekje.
„Geen onsmakelijkheden
Volgens de samenstellers is het befaam
de Engelse „understatement" een cultus
geworden, zoals het ook het geval is met
het onderwerp „goede manieren", en
bij goede manieren is ook het voorbeeldi
ge gedrag van de Britse automobilist op
de weg niet vergeten.
De toekomstige reisleiders krijgen ook
voorgehouden; „snijdt geen trieste, onge
lukkige of onsmakelijke onderwerpen
aan". Deze regel is waarschijnlijk opge
nomen omdat de schrijvers van het boek
je weten, dat de Duitsers graag hun kwa
len bespreken.
Niets is vergeten in dit met Duitse
„Gründlichkeit" geschreven leerboek,
want: „in Duitsland mag het dan gewoon
te zijn om met iedereen op kantoor, des
morgens en 's avonds een warme hand
druk te wisselen, doe dat in Engeland
niet". Men kan zich afvragen wat een
Duitse vakantieganger 's morgens en des
avonds op een Engels kantoor te doen
heeft, maar het staat er.
„Vermijdt ook om over politiek te spre
ken, of de voordelen van een meer dan
twee-partijen-stelsel, op te hemelen. U
zult er de Engelsen des te liever om zijn",
schrijft het boekje voor.
Te oordelen naar wat er over de Italia-
Advertentie
PIJNSTILLER
Een maand gaat snel voorbij! Neem
de angst voor nare dagen weg door
Witte Kruis in huis
te nemen.
tabletten, poeders
of cachets.
Het sjeikdom Koeweit aan de Perzische
Golf, dat dankzij zijn rijkdom aan aard
olie het welvarendste land ter wereld (per
hoofd der bevolking) is, is hard op weg
om ook het koelste land te worden, hoe
wel het gelegen is in een verschroeiend
heet klimaat.
Koeweit heeft namelijk in Amerika een
order geplaatst op 3000 airconditioning-in
stallaties, die het kleine staatje met zijn
inwonertal van 200.000 één airconditioning
per 16 inwoners zal geven. Deze verhou
ding is in de V.S. 1 op 32 inwoners.
De midzomerse temperaturen in Koe-
veit zijn vaak meer dan 90 graden.
hen gezegd wordt, hebben de Duitsers
zich over dit volk ook nog al wonderlijke
ideeën gevormd. „De Italianen," zo begint
deze les, „zijn niet lui, integendeel zij
zijn zélfs vlijtig, maar zij bezitten een bij
zondere gave om het leven tot een vreug
de te maken en er tot de laatste adem
tocht van te genieten"
Volgens de leraren van de „hogeschool"
houden de Italianen in werkelijkheid zelf
niet van de zoetvloeiende melodieën, die
hun orkestjes sinds jaar en dag over
Europa uitstorten. Zij spelen die muziek
alleen voor de toeristen, die er telkens
weer om vragen.
,De Italiaanse vrouw heeft een bijzon
der hoogstaande levenswandel, en indien
noodzakelijk, is haar hele familie paraat
om indringers te weren," leert het boekje
de Duitse Casanova's-in-de-dop.
,In Frankrijk," zo gaat dit voortreffe
lijke werkje verder, „moge dan het le
venstempo anders zijn, het is er daarom
nog niet slechter om." „Wie het in zijn
höofd zou halen om critiek te oefenen op
ongewassen vensterruiten, mist, om het
zo maar eens te zeggen, „het gevoel voor
een „natuurlijke atmosfeer". Over de
Franse aard bestaan uiteraard meer mis
vattingen van over die van enige ander
volk in Europa."
Kussen op straat
„Geliefden in Frankrijk," aldus het
boekje, „kunnen elkaar zonder bezwaar in
het drukste verkeer kussen, maar hier
voor is die bijzondere charme vereist, die
alle Fransen nu eenmaal met de moeder
melk binnenkrijgen".
„Wanneer buitenlanders dit nadoen," zo
zeggen de samenstellers van de Godes-
bergse „toeristenleidersbijbel", „geven zij
blijk van een slechte smaak".
„De Fransen als weggebruikers en ver
keersdeelnemers zijn goed. maar snel",
zo luidt de volgende waarschuwing. „Er
bestaat in Frankrijk een goede, intelligen
te verkeersdiscipline. Wie daaraan wil
meedoen, moet goed uitgeslapen zijn en in
staat zijn om snel beslissingen te nemen",
aldus het boekje.
Terugkomend óp het hoofdstuk „vrou
wen", zegt het boekje dan nog; „In Frank
rijk zowel als in Italië zijn de vrouwen
Met drie boeken en een zak meel was
Legson Kayira uit Nyassaland op stap ge
gaan om naar Amerika te lopen. Na twee
jaar, zes maanden en zes dagen is hij er
aangekomen. Hij liep 3.600 kilometer en
vloog er 13.000.
In een brief naar huis schreef hij, dat
hij door Rhodesië, Tanganyika en Kenya
was gelopen. Hij had in een tijdschrift
gelezen over het Amerikaanse onderwijs
en wilde daar het zijne van hebben. Hij
bleef een jaar in Oeganda, waar hij al
lerlei baantjes had. Met het geld dat hij
verdiende kocht hij eten, in hoofdzaak
bananen.
In een bibliotheek had hij de naam ge
zien van de Skagit Valley Universiteit in
de V.S. en een brief geschreven aan dit
instituut, waarin hij vroeg om toelating.
Het was hem beloofd. Binnen veertien da
gen was het antwoord gekomen. Hij had
een beurs toegezegd gekregen en een bij
baantje om geld te verdienen. De inwo
ners van Mount Vernon hadden een fonds
opgericht om zijn overtocht te betalen en
rond de kerstdagen was hij in de V.S.
aangekomen.
Kayira schreef, dat hij nu natuurkunde
studeert om later in staat te zijn „de
jongens thuis" les te geven, zodat zij zich
ook zouden kunnen wijden aan' wetenschap
pelijk onderzoek. Verder schreef hij, dat
hij hoopte zijn broer en zijn zuster ook
naar de V.S. te kunnen laten komen,
„maar niet lopend".
Advertentie
Tel K 2500 <0002. 57290 en 57855
Centrale verwarming
Airconditioning
Aut. oliestook
lieftallig maar even terughoudend als in
andere landen. Het privé-leven in Frank
rijk is heilig. Waagt het niet, hierover ooit
vragen te stellen."
Tenslotte geeft deze behartenswaardige
volkenkundige gids voor leerling-reislei
ders nog één goede raad; „Bedenkt wel
als u in Frankrijk bent, de Franse wijn
is geschapen om het hart te verwarmen,
maar niet om er u mee te bedwelmen".
Wilt ge wat beter dan oppervlakkig op het kerkhof Père-Lachaise in Parijs
rondkijken, neem er dan gerust een volle dag voor. Verwacht dus van mij niet,
dat ik u in één enkel artikeltje uitvoerig ga uitleggen hoe het er daar uitziet en
welke beroemdheden u vooral niet mag missen. Liever blijf ik ditmaal met u bij
een bepaald grafmonument staan, een van de vele waaraan een romantische of
dramatische geschiedenis verbonden is. Nu Pasen nadert (en u misschien Parijse
plannen hebt?) lijkt het mij 't best de tombe van Allan Kardec te bezoeken: het
zal er op de eerste zondag van april weer allemachtig druk zijn. Duizenden zullen
zich dan, zoals gewoonlijk op die dag, voor de laatste rustplaats van de Meester
verdringen om de kans te krijgen de daar geplaatste buste aan te raken en (in
stiltehun wens te doen. Sommigen nemen aan, dat de kracht van de grote spiri
tist nog van gene zijde van het graf tot ons komt en er doen krasse verhalen de
ronde omtrent wonderbaarlijke genezingen, verkregen door, nee, niet door de
voorspraak, maar door de magische wil van Kardec.
Laat ik beginnen met nederig te be
kennen, dat ik de bedevaart nog nooit
op de eerste zondag in april heb onder
nomen. Dat er zich op die dag inder
daad duizenden mensen bij het graf
verzamelen geloof ik zonder voorbe
houd op door de weekse dagen be
zoeken al minstens tweehonderd (goed)
gelovigen het en vijfhonderd is voor ee
normale zondag heel doodgewoon. Wan
neer zijn sterfdag (op 31 maart 1869)
herdacht wordt, stromen zijn discipe
len uit alle delen van de wereld naar
het Parijse kerkhof; merkwaardig ge
noeg is het contingent Brazilianen al
tijd onevenredig groot.
Het valt mij niet mee de juiste inlich
tingen over de wonderdoener te verkrij
gen. Het graf wordt onderhouden (be
waakt is een juister woord) door een
oude vrouw, die het al druk genoeg hèeft
om op de handhaving van het voorge
schreven ritueel te letten en bovendien
is ze stokdoof. Haar onnatuurlijk hoog
stemgeluid klinkt de hele dag boven het
geroezemoes van de menigte uit, ernstig
vermanend, kijvend vaak. Haar status
is onofficieel; niemand heeft haar aan
gesteld en ze ontvangt voor haar be
moeiingen geen franc beloning. Waag
het niet haar een fooi aan te bieden!
Ze kan net rondkomen van een karig
pensioentje, maar deze taak is een haar
opgelegde erefunctie.
Stamgasten behandelen haar met de
grootste eerbied. „Ze staat elke avond
in contact met de Meester en men zegt,
dat hij haar vaak instructies geeft.
Meestal mondeling, maar ook wel
schriftelijk".
Men hoeft niet in Allan Kardec te ge
loven om hem een uitzonderlijk mens
te noemen. Deze zoon van een advo
caat uit Lyon werd in 1804 als Léon
Hippolyte Dénizart Rivail geboren. Een
fantastische mooie naam eigenlijk
waarom is hij er niet mee door de we
reld gegaan? Een geest, eenvoudig aan
geduid als „Z", die hem als leidsman
of leidsvrouwe diende, moet hem zijn
pseudoniem hebben ingefluisterd.
De jonge Rivail onderscheidde zich
al op school door naast de verplichte
vakken vloeiend Engels, Spaans en
Duits te leren spreken. Daarna ging hij
medicijnen studeren en behaalde in de
cortst mogelijke tijd het artsendiplo
ma. Toen kwam de pech. Niet zozeer
doordat hij een vrouw trouwde, die ne
gen jaar ouder was dan hij, maar de
privé onderwijsinrichting, in Parijs door
hem geopend, laboreerde aan een ont
stellend gebrek aan leerlingen.
Waarom hij nooit als arts heeft ge
praktiseerd is in de nevelen van de his
torie verborgen, zo ook wat hem ertoe
bewoog overdag als boekhouder te wer
ken en 's avonds studieboeken óver
zeer gevarieerde onderwerpen te schrij
ven. Zeker is, dat de nood in zijn groei
ende gezin hem hiertoe dwong, maar
het blijft vreemd dat deze man geen
profijt trok van zijn medische bevoegd
heid. Overigens brachten deze boeken,
die evengoed het gebied der spraak
kunst als dat der geografie en chemie
bestreken, hem en de zijnen een zeke
re welstand. Ze waren uitstekend en
talrijke scholen voerden ze in. Tegen
zijn vijftigste jaar kon hij het dan ook
wat kalmer aan gaan doen en eindelijk
vond hij gelegenheid dieper in te gaan
op een allang beoefende hobby: het spi
ritisme.
Door zijn goede contacten met de
geestenwereld (niet alleen „Z" oefen
de invloed op hem uit, maar later nog
meer een dame die zich „Vérité"
noemde) maakte hij rappe vorderingen.
Hij veranderde zijn naam in Allan Kar
dec en werkezel die hij was
schreef aan de lopende band boeken
over spiritisme. Zijn eersteling, Le Li-
vre des Esprits, verscheen in 1857, be
haalde een groot succes en vestigde op
slag zijn reputatie als Meester van de
Europese spiritisten. Van die tijd da
teert ook de aanhang, die zijn nieuwe
„geloof" verkreeg in Brazilië; tot de
huidige dag heeft Kardec daar vrij veel
volgelingen.
Hij stierf aan een hartaanval, werd
serst begraven op het kerkhof van Mont-
parnasse, maar een jaar later werd zijn
stoffelijk overschot bijgezet op Père-
Lachaise. Boven zijn graf is een ruw
stenen monument opgericht. Het is een
nabootsing van een Keltische tombe;
„Z" had hem verteld hem duizenden
jaren vóór dit leven als Druïde in het
oude Gallië te hebben gekend.
De procedure bij zijn graf is vrij sim
pel. Men dient zich te voorzien van een
boeket bloemen en neemt plaats in de
rij. Het heeft geen enkele zin er uw vi
sitekaartje tussen te stoppen de ou
de bewaakster verwijdert het onverbid
delijk. Voor het graf gekomen legt men
de bloemen neer, richt de blik op Kar-
dec's buste, spréékt de wens uit, raakt
de buste aan en gaat heen. Beroeren
twee personen tegelijk het beeld, dan
zouden de ergste dingen kunnen gebeu
ren. Er ontstaat dan een soort conflict
situatie, beweert de oude vrouw en ze
ziet er nauwlettend op toe, dat niemand
zich daardoor in het ongeluk stort.
„Wat vraagt men zo in het algemeen
aan de Meester?" schreeuw ik aan haar
oor.
De meeste wensen bewegen zich op
het terrein van de gezondheid, begrijp
ik uit haar woorden. Heeft ze zelf niet
een kleinzoon gehad, wiens dubbele
longontsteking is genezen?. O, ze zou
uren kunnen voortgaan met het geven
van voorbeelden. Een volkomen ver
lamd meisje van zeven jaar op slag
beter. Een jonge vrouw, ook verlamd
je moet haar nu zien dansen!
Sinds 1936 vervult de vrouw haar vrij
willige functie en haar opvolgster is al
aangewezen, want ze is vijfenzeven
tig jaar. Maar ze vindt het nog lang
geen tijd om er mee op te houden. Als
het zo ver is, zal de Meester het haar
wel zeggen. Nadruk verboden)
Advertentie
28-29. Maar Gromgram was nog niet te
vreden, dat hij het elfje op de vlucht ge
jaagd had. Hij keek nijdig rond, waar hij
haar mee plagen kon; zijn oog viel op de
bloem, die Bibina zojuist had afgestoft.
Weg ermee! schreeuwde hij.
En met enkele harde klappen vpn de
zware knuppel sloeg hij het mooie plantje
aan stukken, zodat de gekleurde bloem
blaadjes in 't rond vlogen.
Toen hij de slak in 't oog kreeg, vloog
hij daar opaf.
Weg jij, lelijkerd! brulde hij.
En met één klap sloeg hij het hulpeloze
diertje dood
58)
HOOFDSTUK XXVII
Nooit tevoren had de kleine een zó ronde, blanke en
glanzende maan gezien Zij keek ernaar mei betraande
ogen en hield de adem als bevangen door de betovering
in. alsof zich uit de ronde schijf een reeds lang verwach
te gestalte zou kunnen losmaken en tot haar neerdalen.
Het dal lag in een waas van zilveren stof. De huizen met
de witte muren onder de donkere daken sliepen. Geen
licht achter de ramen, geen beweging in tuin of op erf,
alles lag roerloos. Zij sloeg een doek om haar schouders
en bleef lange tijd op de houten veranda zitten, met de
ellebogen op de knieën en de kin in haar handen. Zij
volgde de tocht van de maan door de melkwitte wolken.
In de laagte hoorde zij nog stappen langs de Verlaten
weg: dat zou de politieman wel zijn, die nog altijd de
omgeving afzocht. De agenten konden haar geen angst
meer aanjagen, hoewel zij vaak midden in de nacht
kwamen binnendringen, dè deur met de geweerkolf
cpenstootten, het huis doorzochten en zelfs de zolder
beklommen om achter alle binten te kijken, voor zij
vloekend weer verdwenen.
De voetstappen op de weg waren allang weggestor
ven toe de kleine opeens scherp luisterde. Zij draaide
het hoofd naar het bos om. Er had een dode tak ge
kraakt. Daarna hoorde zij enige tijd niets meer, maar
zij bleef aandachtig in de donkere ruimten tussen de
stammen turen. En eindelijk ontdekte zij twee kleine
lichtjes, niet veel groter dan glimwormen. De kleine
stond op, sloop naar de hoek van 't huis en floot zacht.
Dadelijk maakte er zich uit de duisternis een schaduw
los, die weer in de schaduw van 't huis verdween. De
kleine stak het hoofd vooruit en riep fluisterend: „Ben
je daar?" Er jankte zacht een hond. „Kom maar", zei
ze. De hond draaide de kop argwanend van links naar
rechts en sprong weer op. De kleine voelde zijn warme
adem op haar knieën. „Wat was er dan?" fluisterde zij.
De hond drong zich tegen haar aan. Zij sloeg haar arm
om zijn hals en begroef haar gezicht in zijn vacht. Zoe
mend wiegde zij zich met hem heen en weer en zei zacht:
„Ben je zenuwachtig omdat de maan schijnt? Ik ben
ook zo zenuwachtig". De hond ontglipte aan haar arm
en sprong naar de deur. Zij ging hem na naar binnen,
nam een doek van de plank en pakte er het voedsel in,
dat zij vroeger op de avond al klaargemaakt had. De
hond jankte onrustig.
De kleine zocht in de duisternis naar zijn halsband en
bond de doek daaraan vast. De hond wachtte met haast
menselijk begrip tot zij daarmee klaar was en trok zich
toen, zacht jankend, naar de deur terug.
„Je hebt vanavond haast weg te komen", zei zij
zacht en deed de deur voor hem open.
De hond snoof de nachtlucht op en sloop in de scha
duw van de veranda naar de hoek van het huis. Hij keek
nog eens om, alsof hij haar wilde geruststellen, en was
verdwenen.
Uit het huis zelf steeg een lucht van kil roet op, zij
ging dan ook weer op de veranda zitten en luisterde
naar het ritme van de motoren. Sedert zij alleen woon
de zwierf zij ook 's nachts buiten rond en hield de ar
beiders van de nachtploeg gezelschap. Het grootste
deel van haar tijd bracht zij op de eerste hulppost door,
waar zij vriendschap had gesloten met de oude Doro-
bantzu, de assistent van de chirurg. Zij hielp hem bij
zijn werk. Geleidelijk was zij eraan gewend geraakt een
gewonde arbeider met jodium te behandelen en te ver
binden. Zij vond er niets griezeligs meer aan.
Deze nacht was zij onrustiger dan gewoonlijk. Zij
sloeg de doek dichter om de schouders en liep in maan
licht en schaduw van de ene boortoren naar de andere,
tot zij de weide aan de bosrand had bereikt waar de
paarden van de draaipompen graasden. Zij hoorde de
dieren al kauwen en stampen nog voor zij de donkere
lijven kon onderscheiden. Met deze paarden had zij nog
veel meer medelijden dan met de mensen, want de voor
benen van de dieren werden aaneengebonden, zodat zij
niet konden weglopen. Zij moesten met dwaze onhandi
ge sprongetjes van de ene plek naar de andere komen.
Als zij vrijgelaten werden, dacht de kleine, zouden zij
wel zo verstandig zijn tot middernacht rustig te blij
ven grazen en dan zouden zij bijeen gaan staan en gaan
slapen. Geen enkel paard zou weglopen. Om hen te troos
ten liep zij tussen de dieren rond, streelde hen, klopte
hen op de nek en merkte niet, dat er uit een boortoren
in de omgeving een aantal donkere gedaanten te voor
schijn kwamen en haar insloten.
„Goede avond!" lachte er onverwacht iemand naast
haar. Zij begon te trillen, omdat zij de indruk had, dat
het de man was, die haar 's nachts had willen overval
len. Zodra zij op de vlucht sloeg liep zij tegen een ande
re man op. Een derde greep haar van achteren beet.
„Als je schreeuwt zal ik je mijn mes laten voelen!"
snauwde hij haar toe.
„Gooi haar in het gras!" hoorde zij fluisteren.
De kleine jammerde zacht en als verlamd.
„Waarom doen jullie me kwaad?" wilde zij vragen,
maar er ontsnapte alleen een gesmoorde zucht uit haar
mond.
HOOFDSTUK XXVIII
De trouwstoet stelde zich tegen vijf uur 's middags
bij de kerk te Telega op. De huwelijksplechtigheid was
weliswaar twee uur tevoren al begonnen, maar had
veel tijd in beslag genomen omdat de predikatie van
de pope, volgens afspraak, alleen al een uur had ge
duurd. De hoofdstraat van de badplaats krioelde van
mensen. De kijkers waren voornamelijk badgasten in
lichte kleren en met strohoeden op. Nieuwsgierig keken
zij naar de kleurige trouwstoet, in hoofdzaak samenge
steld uit boeren uit de omgeving.-Zij wilden wel eens
zien hoe Bocanu zijn dochter uithuwelijkte.
Aan de kop van de stoet reden twee mannen met
driekleurige sjerpen om. Zij lieten hun paarden de
vije teugel, want zij hadden in de ene hand een drank
fles, in de andere een pistool, waaruit zij om de zoveel
meter eén schot in de lucht losten.
Op een vrachtwagfen van de oliemaatschappij, die met
tapijten was bekleed, zaten de muzikanten met een
paar bruiloftsgasten, die eveneens drankflessen in de
handen hadden. De bekkenslager zat rug aan rug met
de chauffeur op de bak en bediende zijn instrument
luider of zachter, al naar de wagen over een vlak
weggedeelte reed of een trajekt met kuilen passeerde
Achter de auto kwam weer een groep jonge kerels
te paard. Een van hen reed nu en dan de vrachtauto
achterop en loste een schot over de hoofden van de
muzikanten om hen aan te moedigen.
„Wat vrolijker, zigeuners! Hebben jullie niet genoeg
te eten gehad?" Op de ruiters volgde het rijtuig van
de ouders van de bruid, daar niemand de moed had
gevonden Bocanu achter het bruidspaar te laten rijden
Bocanu straalde over zijn hele gezicht. De lange trouw
stoet, het rumoer en zijn eigen gedachten stonden hem
wonderwel aan.
Het rijtuig met het bruidspaar was minder groot en
mooi dan dat van Bocanu zelf. De „hond" zat met
de hand in de zij en verwaardigde de belangstelling
geen blik. Hij was na zijn beterschap sterk veranderd,
was veel dikker geworden en deed in geen enkel op
zicht meer aan een jankende hond denken. Naast hem
zat Lina met beschaamd gebogen hoofd. Dat zij trouwde
leek haar blij noch verdrietig te stemmen.
In de trouwstoet reden ook vele personenauto's mee,
daar hoger personeel en ingenieurs de goede verstand
houding met Bocanu moesten ontzien. Boven de bergen
pakten zich dreigende wolken samen.
„Jullie bruiloft zal in het water vallen!" riep de
burgemeester vrolijk. „Dat is een goed voorteken!"
antwoordde een van de jonge ruiters. Hij schoot zijn
pistool af. De manen van de paarden begonnen te wap
peren en de vrouwen hielden de hoeden vast en de
kleren bijeen. Er lag een geelachtig licht over het dal.
Toen de stoet de heuvelkam bereikt had voelden de
bruiloftsgasten de vochtigheid van de laag hangende
bewolking op hun huid. Zodra het in de verte weerlichtte
schoten de jongens bij wijze van antwoord lachend hun
pistolen af. Arbeiders kwamen uit boortorens, woonba
rakken en aarden hutten te voorschijn en sloegen de
stoet zwijgend gade. Op het grote plein had zich een
talrijk publiek verzameld, dat zich nog steeds uitbreid
de.
(Wordt vervolgd)
*T variatieji
Rijstebloem
Bordklaar
Tarwebloem
De geest van een Afrikaanse toverdok
ter, die opgehangen werd wegens moord
op hónderd mensen, zoekt een nieuw
kwartier.
Het oude huis in Broken Hill in Noord-
Rhodesië, waar de geest van de beruchte
Mwanalesa zou rondwaren, wordt deze
maand gesloopt. In dit voormalige rechts-
gebouw werd Mwanalesa meer dan 30
jaar geleden ter dood veroordeeld.
De huidige bewoners van het huis, de
blanke plaatselijke bestuursambtenaar en
zijn vrouw zeggen dat deuren in het huis
vanzelf dichtslaan en „onverklaarbare
koude winden door het gebouw waaien."
Mwanalesa terroriseerde in de jaren
twintig Noord-Rhodesië waar hij bijgelovi
ge Afrikanen aan de „waterproef" onder
wierp om vast te stellen of er heksen on
der hen waren. Nadat hij minstens 100
personen door verdrinking om het leven
had doen komen vluchtte hij naar Belgi
sche Kongo waar hij gevangen werd ge
nomen. Na zijn uitlevering aan Noord-
Rhodesië werd hij berecht en opgehangen.
Het Nederlands kent de tompoes in
twee betekenissen: het is de naam der
omstreeks 1925 in de mode gekomen
korte damesparaplu en die van een
rechthoekig gebak van twee lagen bla
derdeeg met gele room er tussen. In de
eerste betekenis is het ontleend aan het
Franse tompouce, Kleinduimpje, in de
tweede is het typisch Nederland.
Omstreeks 1850 reisde een Ameri
kaanse dwerg, Charles Stratton, ontdekt
door P. T. Bamus (van Barnum en
Bailey), onder de naam Generaal Tom
Thumb of Tom Pouce de wereld door
Een halve eeuw later deed de dwerg
Jan Hannema uit Sint Anna Parochie
hetzelfde onder dezelfde naam. Hij was
bovendien heilsoldaat en leidde oefenin
gen van het Heilsleger. Dat men een
dwergparaplu een tompoes noemt is
begrijpelijk. Maar waarom het gebak?