PANDA EN DE GROTBOKSER Bifoima en de Bosmannetjes J Beddeeiespectewr" zorgt voor Amerikaanse toerist Felle concurrentiestrijd om de toeristendollars ontbrand HAAIEN SARREN Onderwijzers knoeien met schoolrapporten Europa nog steeds favoriete reisdoel Kennedy als held van oorlogsfilm GRAMMOFOONPLATEN BEROEPSPOTTENKIJKERS DONDERDAG 9 MAART 1961 15 Stenen voor brood luguber „spel" in Z.»Afrika Weest bereid Britse meisjes van 14 al volwassen? 99 door Radu Tudoran Vertaling Margot Bakker CO». MAtTEM löOma 55. „Als je Bla iets wilt leren, moet je er een spel letje van maken," Zei Panda deskundig tegen Joris want zoveel had hij al wel opgemerkt. Joris Goedbloed volgde deze raad onmiddellijk op en sprak dus op ho ningzoete toon tot de oertijder: „Vrindje, ge vat me verkeerd! Wij met ons opgewekt gemoed, wij zullen vro lijk spelen! Kunt gij\nog spelen, speel dan mee! Kijk- kijk een luchtig tikje op dit aardig tuig En hij deed moedig voor wat hij bedoelde. De gevolgen waren niet mis; de boksbal bleef onbeweeglijk, maar het sport artikel was zó hard dat het Joris een zeer zere hand bezorgde, en het slachtoffer kon alleen door een gil, veel blazen en enig rondhippen de pijn dragelijk maken Dit alles had echter tengevolge, dat de holbewoner er nu aardigheid in begon te kruijgen. „Pretgrap!" merkte hij op. „Ikkie Blabla mee klapspel speel doe!" en met een lichte aanraking ontankerde hij het gymnastiek toestel, zodat het door het venster wegsuisde. Bij deze aanblik vergat Joris zijn lijden. „Wee, wee, daar gaat mijn duurste uitrustingstuk!" kreet hij ontsteld. Er zijn schoolmeesters in Bulgarije die hun leerlingen hogere cijfers geven dan zij verdienen omdat de promotie van on derwijzers afhangt van het succes der leerlingen, aldus het orgaan van de Bul gaarse communistische partij „Rabotniches- ko Delo". Het blad noemt dit gebruik een kwaadaardige kanker" in het onder wijs. „Er zijn onderwijzers die fouten in het huiswerk opzettelijk over het hoofd zien. Anderen corrigeren de fouten niet met rode inkt, maar met dezelfde inkt die de leerling gebruikt, zodat het lijkt of deze de fout zelf heeft verbeterd. Vaak zakt 70 tot 80 percent van de leerlingen die op de lagere school prachtige cijfers hadden voor het toelatingsexamen van een hogere Zweedse geleerden proberen er achter te komen uit wat voor ingrediënten een 2500 jaar oud versteend stuk brood be staat, dat bij opgravingen in de provincie Uppland is gevonden binnen een kring van stenen die blijkbaar een offerplaats is ge weest. Volgens een voorlopig oordeel zou den er onder meer onkruid en bloed in verwerkt kunnen zijn. Onlangs ging een neger bediende die met zijn meester naar de Zuidafri- kaanse badplaats Margate bij Durban was gereisd, in zee zwemmen. Het gezin waarvoor hij werkte zwom ook, maar een eindje ver der op, waar de gemeente raad metalen netten in zee had laten plaatsen, die de haaien moesten tegenhou den. Het stuk zee waarin negers mogen zwemmen, had zo'n beveiliging niet en de negerbediende, Se- rame Sithole, werd gegre pen door een haai. Hij werd meegesleurd en nie mand zag hem ooit terug. De geschrokken autori teiten van Margate zorg den er prompt voor, dat ook het stuk Oceaan, be stemd voor niet-blanke zwemmers, voorzien werd van haaiennetten. Drie da gen later drong een haai door tot een ander deel van de kust en ditmaal was het slachtoffer een elfjarig blank jongetje. Hij werd zo afschuwelijk gewond, dat zijn linkerbeen bene den de knie moest worden afgezet. Deze incidenten hebben thans geleid tot nig van de gewoonten van haaien. Som een nationale campagne tegen het haaien- gevaar, dat de prachtige kust van Natal bedreigt. De door de regering gesteunde Raad voor Wetenschappelijk onderzoek heeft gevraagd om een extra subsidie van 500.000 om proeven te kunnen nemen met elektrische barrières tegen haaien. De raad verwacht daar kennelijk veel resul taat van. Intussen blijven de haaierf slachtoffers eisen, zelfs indien zwemmers zich niet verder wagen dan de branding en slechts tot hun heupen in het water staan. De meest gevreesde haaisoort is de zogenaamde „grijze haai", die tot vlak bij de kust komt om prooi te zoeken. Hoe vreemd het ook klinken mag, de mens zelf helpt de ondieren nog bij hun wrede jacht. „Tieners" die de zomerva kantie in Durban en omgeving komen doorbrengen, hebben namelijk een nieuw „spel" uitgevonden, dat het best met „haaien pesten" te vertalen is. Zij gaan dan naar een stuk strand, waar de zee niet door haaiennetten is omheind. Een eindje buiten de branding gooien ze dan dode vissen en stukken vlees in het water. Een half uur later moeten degenen, die aan het „spel" meedoen, dan de zee in zwemmen en zo lang mogelijk blijven zwemmen in de buurt van de aasplek. Hij die het eerst naar het strand terug- zwemt, is een „lafaard" en heeft verloren. Onlangs heeft een beroepsvisser, Lestel Swansell genaamd, vijf jongens en vier meisjes dit „spel" zien spelen op het strand van Beachwood, ten noorden van Durban. Een half uur nadat het aas was uitgezet, schreeuwde een van de jongens „daar komt een haai". Iedereen zwom haastig naar het strand terug, maar één jongen bleef rondzwemmen, totdat Swansell, wie het angstzweet op het voorhoofd parelde, de gevreesde rugvin van de haai vlak in zijn buurt zag. Toen pas keerde de jongen naar 't strand terug om trots de loftuitin gen voor zijn „moed" in ontvangst te ne men. Tot dusver weet men overigens nog wei- migen zeggen, dat men een haai kan ver jagen door onder water heel hard te schreeuwen, anderen nemen aan, dat haaien slechts tot de aanval overgaan in mod derig, ondoorzichtig water. Weer anderen beweren, dat een ferme slag op de neus van een haai het dier doet vluchten. Maar geen van deze theorieën is ooit aanneme lijk gemaakt en metalen haaiennetten zijn tot dusver nog geen afweermiddel geble ken. Advertentie De bevelhebber van het Amerikaanse le ger in Europa, generaal Bruce B. Clarke, heeft bepaald dat geen enkele legerkantine later dan kwart voor twaalf in de avond mag sluiten en dat een kwartier voor sluitingstijd geen sterke drank mag worden geserveerd. Deze maatregel is erop gericht, de strijdvaardigheid van de militairen ook in de vroege ochtenduren op peil te hou den. Hij wordt op 15 april van kracht. De meeste legerkantines sloten tot dus ver tegen kwart voor een 's nachts, maar uitzonderingen op deze regel bestonden al lange tijd. In Frankfort sloot de officiers kantine b.v. nooit voor twee uur 's nachts. Generaal Clarke meent dat de vervroe ging van het sluitingsuur er iets toe kan bijdragen, de alkoholconsumptie van Ame rikaanse soldaten te verminderen. „Als er minder katers zijn zal de troep er 's ochtends beter voor staan, wat de pa raatheid betreft," zegt hij. De maatregel geldt voor alle Ame rikaanse legeronderdelen in Europa. Des zondags moeten de kantines simiddags cm kwart voor een gesloten zijn. Op leest- dagen kunnen de plaatselijke bevelhebbers uitzonderingen goedkeuren, echter met dien verstande dat de gewone sluitingstijd op oudejaarsavond met niet meer dan twee, en op de vierde juli, Amerika's na tionale feestdag, met niet meer dan een uur overschreden mag worden. De Amerikaanse luchtmacht heeft niets van dien aard in voorbereiding. De sterkte van het Amerikaanse leger in Europa is ongeveer 225.000 man. ruim een kwart van het aantal Amerikanen dat over heel de wereld, daarbij inbegrepen in de V.S zelf, bij het leger dient. Op de voorjaarsbeurs in Frankfort lan ceert een Westduitse firma karikaturale poppen van staatslieden, die als automas cottes gebruikt kunnen worden. Een deel der collectie broedelijk bij elkaar in een mandje: Fidel Castro, John Kennedy, Charles de Gaulle, Nikita Kroesjts jev, Konrad Adenauer en Willy Brandt. 36-37. De Bosmannetjes waren erg boos op Gromgram. Ze hadden al een hekel aan hem, maar nu hij zo lelijk deed tegen het jeetje Bibina had hij 't helemaal bij hen verbruid. Het gaat niet langer zo! riepen ze. Die nare Gromgram maakt het te bont, en hij mag onze lieve Bibina niet zo pla gen! Ja, Ja! zeiden de anderen. Kom mee, we moeten hem eens goed vertellen, dat hij zich beter gedragen moet! Kom, we gaan naar hem toe! En zo trok een troepje Bosmannetjes het dorp uit, op weg naar het huisje van Gromgram Sinds kort bestaat in Engeland een „Vereniging voor het verlagen van de leef tijd der volwassenheid", die geleid wordt door Arthur Wilkinson en ernaar streeft, van het parlement een uitspraak te ver krijgen waardoor voor meisjes wettelij ke „meerderjarigheid" op 16 jaar gesteld word. Het is namelijk gebleken, aldus Wilkin son, dat vele meisjes, die zich met schoon heidsmiddelen en naaldhakken weten op te werken tot het surrogaat voor volwassen vrouwen, te jong zijn voor de dingen die zij willen doen". Menige Brit heeft een mo ment van romantische zwakheid zien be kronen met gevangenisstraf omdat het meisje zijner dromen minderjarig bleek te zijn. „In feite echter", aldus de heer Wilkin son, „waren deze meisjes lichamelijk vol wassen en was de wet ten achter bij de omstandigheden van het ogenblik". Hij is van oordeel dat Engelse meisjes veelal reeds al op hun veertiende jaar vol wassen zijn. Het bewijs voor deze stelling vindt hij in politierapporten over gevallen van Britten die met minderjarig vrouwe lijk gezelschap gearresteerd werden en waarbij bleek dat niet de mannen doch de jongedames het initiatief genomen hadden tot de strafbare handelingen. De Kerk van Engeland zal de aanbeve lingen van Wilkinson dóór een commis sie voor gezinszorg laten onderzoeken. o o Elk jaar reist een groot aantal inspecteurs hotels af in alle delen van de we reld. Bij het bekijken van matrassen het loeren onder tapijten en het inspecteren van keukeninstallaties be tonen deze mensen zich nieuwsgieriger dan de nieuwsgierigste huisvrouw. De inspecteurs worden op geregelde tijden uitgezon den door de „American Automobile Association" het Amerikaanse pendant van onze KNAC die er op toeziet dat haar leden in het buitenland waar voor hun geld krijgen, onver schillig of zij gebruik ma ken van luxe hotels, sim pele pensions of motels langs de weg. De bevindingen van-deze AAA-inspecteurs worden elk jaar afgedrukt in de of ficiële gids van de organi satie. Tot dusver heeft men er elk jaar een uitgegeven voor Europa, maar dit jaar komen er ook gidsen bij voor het Midden-Oosten en Azië, In 1956 besloot de Amerikaanse Automobilis- tenbond, inspecteurs naar het buitenland te zenden omdat gebleken was, dat vele Amerikaanse toeristen niet tevreden waren met de hotels en restaurants die hun door de bond waren opgegeven. De bond had in de Verenigde Staten zelf het inspectiesysteem al sedert enige jaren. Daarom reizen thans in de „stille" maanden enige Amerikaan se beroepspottenkijkers het buitenland af om hotelka mers te inspecteren en dag in dag uit de gerechten te proeven, die de bekende en onbekende restaurants in Europa hun gastan voor zetten. Men zou denken, dat dit een benijdenswaardig baantje is. Maar in feite komt het neer op heel hard werken. Elke inspecteur „doet" per dag ongeveer tien hotels en restaurants aan en 's avonds schrijft hij zijn rapporten over wat hij overdag gezien en beleefd heeft. Ook geeft hij in het kort zijn indruk weer van de stad, die hij heeft be zocht. Gewoonlijk zegt een inspecteur, wie hij is en wart het doel van zijn komst is wanneer hij een hotel of restaurant is binnengegaan. Men gaat daarbij van de veronderstelling uit, dat de eigenaar de ware toestand toch niet kan verbergen in dien hij een slechte zaak heeft, en typische hotelin spectie houdt in, dat de in specteur eerst de omgeving in zich opneemt, dan no teert hoe het gebouw er van buiten uitziet en tenslottedig op. naar binnen gaat Daar neemt hij de zalen en ka mers voor de gasten in ogenschouw en noteert hij bijzonderheden omtrent meubilering, het schilder werk en behang. In het bij zonder inspecteert hij de toestand van de bedden en naar de ruimte die be schikbaar is voor het op bergen van kleding en ba gage. Ook controleert hij toiletten en badkamers en noteert, hoeveel badkamers er zijn in verhouding tot 't aantal logeerkamers. Ten slotte komen de kleine din gen die voor een toerist be langrijk kunnen zijn, zoals het meubilair (staat er per kamer op zijn minst één gemakkelijke stoel en is er ruimte om wat schrijfwerk te doen), stopcontacten en raambekleding (zijn er mar kiezen of jaloezieën en functioneren die ook inder daad?). Het komt weivoor, dat de eigenaar de inspecteur naar zijn beste kamers weet te leiden, maar de beroepspot tenkijker zal vrijwel altijd kans zien, het hele hotel in ogenschouw te nemen, ook als men hem moeilijkheden in de weg legt. Want iemand, die in dit vak ge traind is, geeft niet spoe- Advertentie WASHINGTONDé sneeuw is ge smolten men gaat aan de zomer den ken. De pagina's over het toerisme in de Amerikaanse zondagskranten worden steeds talrijker. De concurrentie om de toeristendollars te bemachtigen is groot en zowel de Amerikaanse deelstaten als vreemde mogendheden besteden schatten om de miljoenen reislustigen in dit enor me land naar hun gebied te lokken. Voor al de- tijdschriften staan vol met adverten ties in de prachtigste kleuren. In de laatste tien jaar is het aantal Amerikanen dat naar het verre buiten land trok (Canada en Mexico daarbij niet eens meegerekend) gestegen met niet min der dan 125 pet. Ongeveer 1.800.000 Ame rikanen maken thans elk jaar een verre reis. In het binnenland waar men over ruim 61 miljoen particuliere auto's be schikt bestaat zo'n vakantietrip uit steeds meer en steeds langere autotoch ten. De klandizie van de Amerikaanse 1 Het brandende dal 62) „Negenhonderdvijftig honderd." Bocar/u trachtte zich het cijfer in het geheugen te prnten, maar dat gelukte hem niet. „Negenhonderd maal honderd? Nou! En heb je dat belegd zoaljs ik je gezegd heb?" „Ja, meneer Chivu." „Bij de grote bank?" „Bij de grote bank, ja." „Toch niet bij de kleine, wel?" „Nee, beslist niet, meneer Chivu." Bocanu kwam tot rust en keek hem tevreden aan. „Jongen, jij bent lang niet dom, geloof ik." Stojan boog het hoofd, rood tot achter zijn oren. De lof van Bocanu maakte hem nog altijd beschaamd. Hij wachtte of Bocanu hem nog iets zou opdragen en keek ten slotte schichtig op. „Als u niets meer voor me te doen hebt, meneer Chiv.u, ga ik nu maar naar huis. Eens kijken hoe Lina het stelt." „Dat kun je altijd nog doen. We gaan eerst de zwer vers wegjagen." Het verontrustte hem dat er de laatste tijd zoveel mannen zonder vaste bezigheid op straat waren. Weliswaar had men de werkdagen verkort en ook de lonen verlaagd om nog zoveel mogelijk arbei ders tenminste gedeeltelijk aan het werk te houden, maar in vele werkplaatsen was toch in het geheel niets meer te doen. De werklozen zaten in de bermen bijeen en vonden elkaar op de terrassen van de kroeg jes. Zij schoren zich niet meer en liepen in haveloze kleren rond. Als zij geld in handen kregen verdronken zij het ogenblikkelijk tot de laatste cent of verdobbel den het in eenmaal. De meeste kooplui waren al weer weggetrokken en de noodwinkels raakten in verval. Ook de oude winkels aan het grote plein zagen het klantental achteruitgaan. Alleen bij Dumitrica, waar de ingenieurs en het ad ministratief personeel kochten, was nog bedrijvigheid. Op weg naar het grote plein kreeg Bocanu een groep arbeiders in het oog, die aan de kant van de straat zaten te dobbelen. „Jullie hebben zeker niets te doen, he?' schreeuwde hij', terwijl hij woedend dichterbij kwam. Zij deden als of 'zij hem niet verstonden en bleven dobbelen. „Zijn jullie doof? Kun je geen antwoord geven?" Zij keken niet eens op. Bocanu knarste van kwaadheid op zijn tanden en liep door. Bij de volgende hoek zaten ar beiders op een afgebrokkeld muurtje. Ze trokken om de beurt aan dezelfde sigaret. „Hongerlijders!" riep Bocanu. „Ik zal jullie wel werk geven!" Maar ook die gaven hem geen antwoord en dat terwijl nog maar enkele maanden geleden elke arbeiderf de pet had af genomen als Bocanu voorbijkwam. Een boorarbeider verliet de winkel van Dumitrica met een zakje maismeel Bocanu hield hem aan. „Ik heb niets gestolen, meneer Bocanu. Ik heb een beetje maismeel gekocht." „Stik erin!" De arbeider stak het plein over en bleef voor de slagerswinkel staan, geboeid door de aanblik van een half varken aan een haak. Op het hakblok lagen wat vleesresten. „Wat kost dat?" vroeg hij schichtig. De slager keek hem nijdig aan. „Ik zou er maar niet naar vragen. Dat is niets voor u." De man nam een van de stukjes vlees op, keek er lange tijd naar en legde het weer neer. Moedeloos ging hij weg. HOOFDSTUK XXXI Dumitrica's berekeningen leken niet meer te willen kloppen. Avond aan avond zat hij lange tijd aan zijn bureau, maar de getallen leken de zin te hebben ver loren. Geen enkel cijfer wilde zich in zijn plannen voe gen. De boortorens op het nieuwe terrein produceerden veel minder dan in het begin en voor een wagon olie kreeg hij maar nauwelijks een tiende van de vroegere prijs. Elke boortoren leek hem inmiddels een reusachtig kruis op een eindeloos kerkhof. De rust maakte hem bang. De putten werden de een na de ander gesloten en de eigenaars trokken weg. De arbeiders gingen naar hun dorpen terug en namen het boerenwerk weer ter hand. Zij deden het zonder spijt, maar ook zonder ge noegen. Dagelijks zag hij lange rijen mannen, die be pakt en bezakt het terrein verlieten en heuvelopwaarts verdwenen. De motoren draaiden haast nergens meer. Als zij alle met elkaar zoemend hun werk verrichtten hoorde men ze nauwelijks nu evenwel herkende hij elke motor aan het specifiek geluid. En alleen de sirenes van Li- panescu klonken nog. Zodra Dumitrica hun gillende stem hoorde verbleekte hij als bij een doodsschreeuw, Het was hem al ter ore gekomen dat de kapitaal krachtige banken in Campina en Ploesjti betalingsmoei lijkheden hadden. Niets ter wereld leek meer op zijn fundamenten te staan. Hij werd met de dag onrustiger. En tot overmaat van ramp liep baba Neaga hem de hele dag voor de voeten. „Zo ziet u, baba Neaga, hoe het met de olie is gegaan!" riep hij woedend. „En u dacht, dat ik aan uw grond rijk wilde worden!" De oude vrouw drukte zich schichtig tegen de muur. „Als u uw spullen eens inpakte en wegging?" brieste Dumitrica. Baba Neaga vluchtte met wapperende kleren de muur Langs, naar haar eigen kamertje. Sedert zij hier woonde zag men haar zelden meer op straat. Als het donker was sloop zij nog wel eens naar het Runcu Dal, waar vader Vlad woonde. Zij klopte dan zacht en bangelijk tegen de ruit en wachtte tot hij opendeed. Vader Vlad zat haast altijd in don ker. Hij sloop naar het raam en opende het op een kier, zodat zijn ongeschoren gezicht naar buiten kon kijken. „Ik kom al," fluisterde hij. Baba Neaga bleef doodstil op de houten veranda staan, tot de deur piepend openging. Zij sloegen dan een weinig begaan pad naar de bosrand in, gingen zitten en keken zonder begrip op de boortorens neer. Zij sloegen elke beweging op het boorterrein gade, als of zij verwachtten dat er ook nog iets uit de bodem zou komen, dat voor hen was bestemd. Vader Vlad stopte zijn pijp. „Geen vuur!" fluisterde de oude vrouw dan ontsteld Want het gas trok overal in wolken langs de bodem en zij had grote angst voor brand. Voor de oorlog was haar man op die manier om het leven gekomen Er was niets dan as van hem overgebleven. Hij had in een boortoren een sigaret willen roken. Vader Vlad schoof dan ook de koude pijp in de mond en begon op de steel te zuigen. Vaak bleven zij zo uren zitten, tot de nachtelijke koude te bar werd. Soms ook dwaalden zij, als het op het terrein stil leek, tussen de boortorens door naar de plek waar het huis van baba Neaga had gestaan. Van omheining en muren was niets meer te bespeuren, maar baba Neaga wist alles nog precies te Vinden. Zij meende het tuinhek te horen knarsen en vroeg zich elke keer weer af of zij het bij het weggaan wel goed gesloten had. Daar had het kippehok gestaan, met het hondehok ernaast. Ze zag de hond voor zich: met de tong ver uit de bek. Als zij het tuinhek opendeed sprong hij op en kwam haar kwispelstaartend tegemoet. Baba Neaga deed de deur van haar huis open en liep van het ene vertrek naar het andere. Hier had de zak met kippevoer gestaan. Zij bukte zich, nam een kom en vulde die. „Tok, tok, tok!" riep zij de kippen. Vader Vlad was buiten blijven staan, op de plek waar vroeger het tuinhek was geweest. Hij trok aan zijn koude pijp en sloeg zijn jas dichter om de schou ders. Baba Neaga meende dat de gent naar haar rokken had gèhapt en joeg het dier weg. Dan kwam soms de nachtwaker van een naburige put op hen af en nam de karabijn van de schouder. De twee oude mensen vlucht' ten de duisternis in en de nachtwaker schoot, om zich zélf te bemoedigen, een paar maal in de lucht. Pas als zij het huis van vader Vlad hadden bereikt kwa men zij tot rust. Vlad bleef er, zonder een woord tot afscheid uit te spreken, achter, terwijl baba Neaga doorliep. (Wordt vervolgd) spoorwegen is sedert de tweede wereld oorlog met meer dan vijftig percent terug gelopen. Het straalvliegtuig draagt er natuurlijk toe bij, dat men steeds verdere reizen kan maken in betrekkelijk korte tijd. On geveer dertienduizend Amerikanen maak ten het vorige jaar een reis om de we reld. De A.A.A. (Amerika's ANWB en KNAC) heeft een groot aantal gegevens gepubliceerd, die heel interessant zijn, wanneer men zich een beeld wil vormen van de reislust en reisgewoonten der Ame rikanen. Welke landen in Europa hebben hun voorkeur? In 1960 ginger er ongeveer 1.430.000 Amerikanen naar Zwitserland, 900.000 naar Italië en 175.000 naar Neder land. Dubieuze cijfers Hoeveel geven zij uit in die landen? De gegevens, die de A.A.A. daarover ver strekt, zijn ietwat verrassend, (zij zijn af komstig van de regeringen dezer landen). In Nederland zouden de Amerikanen elf miljoen dollar hebben uitgegeven, maar in Denemarken zouden zij per hoofd een aanzienlijk minder hoog bedrag besteed hebben. Die bestedings-opgaven lijken niet erg betrouwbaar. Ook Zwitserland geeft gerekend naar het grote aantal toeristen een merkwaardig laag uitgaven-cijfer. Wat geven de diverse landen uit aan toeristenreclame in de Verenigde Staten? Nederland zou jaarlijks daartoe ongeveer 65.000 dollar besteden en 175.000 toeristen trekken. Suriname gaf op: 25.000 dollar aan reclame en een bezoek van 8.500 Ame rikaanse toeristen. Frankrijk gooit er de meeste dollars tegenaan om Amerikanen te lokken: 600.000, maar Italië mag er ook zijn met 490.000 dollar per jaar. Gouden regen Het toeristenverkeer tussen het buiten land en Amerika is lang niet in even wicht: de Amerikanen geven tezamen bij na twee miljard dollar uit op hun buiten landse reizen, de vreemdelingen recipro ceren bij elkaar met nog geen miljard. Dat betekent een nadelig saldo van bijna een miljard dollar op Amerika's toeristi sche betalingsbalans. Ook in eigen land besteden de Ameri kanen veel geld in hun vakanties. Van de 56 miljoen gezinnen hebben 52 miljoen een eigen auto. Geen wonder dat 85 pet van de binnenlandse vakantietochten per auto wordt ondernomen. De gemiddelde lengte van zulk een tocht is volgens de A.A.A. 3440 km. Welke deelstaten het meest van al dat getrek profiteren? De staat New York krijgt het meest in het laatje: 2,6 miljard dollar. Daarna volgt Florida: met 1,7 miljard, dan Pennsylvania met 1,3 mil jard Californië met 739 miljoen, is num mer vier op de ranglijst. Amerika is een prachtig vakantie-land ook voor Europeanen. Per auto ziet men hier het meeste. Wie het voor het kiezen heeft, kome in mei, juni of september. President Kennedy zal de eerste Ameri kaanse president zijn die reeds tijdens zijn leven de held zal zijn van een film. War ner Brothers in Hollywood is bezig aan de voorbereidingen voor een film die „P-T boat 109" gaat heten en die zal handelen over de periode dat John Kennedy het commando voerde over deze boot. Kennedy en zijn bemanning hebben zich in de twee de wereldoorlog bijzonder moedig gedra gen onder Japans vuur. De film zal spe ciaal handelen over een episode in 1943, toen een Japanse onderzeebootjager het schip van Kennedy doormidden voer. De filmster die de rol van Kennedy zal spelen is nog niet aangewezen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 15