PANDA EN DE GROTBOKSER
Bifoima en de Bosmannetjes
J
Beddeeiespectewr" zorgt
voor Amerikaanse toerist
Felle concurrentiestrijd om de
toeristendollars ontbrand
HAAIEN SARREN
Onderwijzers knoeien
met schoolrapporten
Europa nog steeds
favoriete reisdoel
Kennedy als held
van oorlogsfilm
GRAMMOFOONPLATEN
BEROEPSPOTTENKIJKERS
DONDERDAG 9 MAART 1961
15
Stenen voor brood
luguber „spel" in Z.»Afrika
Weest bereid
Britse meisjes van 14
al volwassen?
99
door Radu Tudoran
Vertaling Margot Bakker
CO». MAtTEM löOma
55. „Als je Bla iets wilt leren, moet je er een spel
letje van maken," Zei Panda deskundig tegen Joris
want zoveel had hij al wel opgemerkt. Joris Goedbloed
volgde deze raad onmiddellijk op en sprak dus op ho
ningzoete toon tot de oertijder: „Vrindje, ge vat me
verkeerd! Wij met ons opgewekt gemoed, wij zullen vro
lijk spelen! Kunt gij\nog spelen, speel dan mee! Kijk-
kijk een luchtig tikje op dit aardig tuig En hij
deed moedig voor wat hij bedoelde. De gevolgen waren
niet mis; de boksbal bleef onbeweeglijk, maar het sport
artikel was zó hard dat het Joris een zeer zere hand
bezorgde, en het slachtoffer kon alleen door een gil,
veel blazen en enig rondhippen de pijn dragelijk maken
Dit alles had echter tengevolge, dat de holbewoner er
nu aardigheid in begon te kruijgen. „Pretgrap!" merkte
hij op. „Ikkie Blabla mee klapspel speel doe!" en
met een lichte aanraking ontankerde hij het gymnastiek
toestel, zodat het door het venster wegsuisde. Bij deze
aanblik vergat Joris zijn lijden. „Wee, wee, daar gaat
mijn duurste uitrustingstuk!" kreet hij ontsteld.
Er zijn schoolmeesters in Bulgarije die
hun leerlingen hogere cijfers geven dan
zij verdienen omdat de promotie van on
derwijzers afhangt van het succes der
leerlingen, aldus het orgaan van de Bul
gaarse communistische partij „Rabotniches-
ko Delo". Het blad noemt dit gebruik
een kwaadaardige kanker" in het onder
wijs. „Er zijn onderwijzers die fouten in
het huiswerk opzettelijk over het hoofd
zien. Anderen corrigeren de fouten niet
met rode inkt, maar met dezelfde inkt die
de leerling gebruikt, zodat het lijkt of deze
de fout zelf heeft verbeterd. Vaak zakt 70
tot 80 percent van de leerlingen die op
de lagere school prachtige cijfers hadden
voor het toelatingsexamen van een hogere
Zweedse geleerden proberen er achter
te komen uit wat voor ingrediënten een
2500 jaar oud versteend stuk brood be
staat, dat bij opgravingen in de provincie
Uppland is gevonden binnen een kring van
stenen die blijkbaar een offerplaats is ge
weest. Volgens een voorlopig oordeel zou
den er onder meer onkruid en bloed in
verwerkt kunnen zijn.
Onlangs ging een neger
bediende die met zijn
meester naar de Zuidafri-
kaanse badplaats Margate
bij Durban was gereisd, in
zee zwemmen. Het gezin
waarvoor hij werkte zwom
ook, maar een eindje ver
der op, waar de gemeente
raad metalen netten in zee
had laten plaatsen, die de
haaien moesten tegenhou
den. Het stuk zee waarin
negers mogen zwemmen,
had zo'n beveiliging niet
en de negerbediende, Se-
rame Sithole, werd gegre
pen door een haai. Hij
werd meegesleurd en nie
mand zag hem ooit terug.
De geschrokken autori
teiten van Margate zorg
den er prompt voor, dat
ook het stuk Oceaan, be
stemd voor niet-blanke
zwemmers, voorzien werd
van haaiennetten. Drie da
gen later drong een haai
door tot een ander deel van
de kust en ditmaal was het
slachtoffer een elfjarig
blank jongetje. Hij werd
zo afschuwelijk gewond,
dat zijn linkerbeen bene
den de knie moest worden
afgezet.
Deze incidenten hebben thans geleid tot nig van de gewoonten van haaien. Som
een nationale campagne tegen het haaien-
gevaar, dat de prachtige kust van Natal
bedreigt. De door de regering gesteunde
Raad voor Wetenschappelijk onderzoek
heeft gevraagd om een extra subsidie van
500.000 om proeven te kunnen nemen
met elektrische barrières tegen haaien. De
raad verwacht daar kennelijk veel resul
taat van. Intussen blijven de haaierf
slachtoffers eisen, zelfs indien zwemmers
zich niet verder wagen dan de branding
en slechts tot hun heupen in het water
staan. De meest gevreesde haaisoort is
de zogenaamde „grijze haai", die tot vlak
bij de kust komt om prooi te zoeken.
Hoe vreemd het ook klinken mag, de
mens zelf helpt de ondieren nog bij hun
wrede jacht. „Tieners" die de zomerva
kantie in Durban en omgeving komen
doorbrengen, hebben namelijk een nieuw
„spel" uitgevonden, dat het best met
„haaien pesten" te vertalen is. Zij gaan
dan naar een stuk strand, waar de zee
niet door haaiennetten is omheind. Een
eindje buiten de branding gooien ze dan
dode vissen en stukken vlees in het water.
Een half uur later moeten degenen, die
aan het „spel" meedoen, dan de zee in
zwemmen en zo lang mogelijk blijven
zwemmen in de buurt van de aasplek.
Hij die het eerst naar het strand terug-
zwemt, is een „lafaard" en heeft verloren.
Onlangs heeft een beroepsvisser, Lestel
Swansell genaamd, vijf jongens en vier
meisjes dit „spel" zien spelen op het strand
van Beachwood, ten noorden van Durban.
Een half uur nadat het aas was uitgezet,
schreeuwde een van de jongens „daar
komt een haai". Iedereen zwom haastig
naar het strand terug, maar één jongen
bleef rondzwemmen, totdat Swansell, wie
het angstzweet op het voorhoofd parelde,
de gevreesde rugvin van de haai vlak in
zijn buurt zag. Toen pas keerde de jongen
naar 't strand terug om trots de loftuitin
gen voor zijn „moed" in ontvangst te ne
men.
Tot dusver weet men overigens nog wei-
migen zeggen, dat men een haai kan ver
jagen door onder water heel hard te
schreeuwen, anderen nemen aan, dat haaien
slechts tot de aanval overgaan in mod
derig, ondoorzichtig water. Weer anderen
beweren, dat een ferme slag op de neus
van een haai het dier doet vluchten. Maar
geen van deze theorieën is ooit aanneme
lijk gemaakt en metalen haaiennetten zijn
tot dusver nog geen afweermiddel geble
ken.
Advertentie
De bevelhebber van het Amerikaanse le
ger in Europa, generaal Bruce B. Clarke,
heeft bepaald dat geen enkele legerkantine
later dan kwart voor twaalf in de avond
mag sluiten en dat een kwartier voor
sluitingstijd geen sterke drank mag worden
geserveerd. Deze maatregel is erop gericht,
de strijdvaardigheid van de militairen ook
in de vroege ochtenduren op peil te hou
den. Hij wordt op 15 april van kracht.
De meeste legerkantines sloten tot dus
ver tegen kwart voor een 's nachts, maar
uitzonderingen op deze regel bestonden al
lange tijd. In Frankfort sloot de officiers
kantine b.v. nooit voor twee uur
's nachts.
Generaal Clarke meent dat de vervroe
ging van het sluitingsuur er iets toe kan
bijdragen, de alkoholconsumptie van Ame
rikaanse soldaten te verminderen. „Als er
minder katers zijn zal de troep er
's ochtends beter voor staan, wat de pa
raatheid betreft," zegt hij.
De maatregel geldt voor alle Ame
rikaanse legeronderdelen in Europa. Des
zondags moeten de kantines simiddags
cm kwart voor een gesloten zijn. Op leest-
dagen kunnen de plaatselijke bevelhebbers
uitzonderingen goedkeuren, echter met
dien verstande dat de gewone sluitingstijd
op oudejaarsavond met niet meer dan
twee, en op de vierde juli, Amerika's na
tionale feestdag, met niet meer dan een
uur overschreden mag worden.
De Amerikaanse luchtmacht heeft niets
van dien aard in voorbereiding. De sterkte
van het Amerikaanse leger in Europa is
ongeveer 225.000 man. ruim een kwart
van het aantal Amerikanen dat over heel
de wereld, daarbij inbegrepen in de V.S
zelf, bij het leger dient.
Op de voorjaarsbeurs in Frankfort lan
ceert een Westduitse firma karikaturale
poppen van staatslieden, die als automas
cottes gebruikt kunnen worden. Een deel
der collectie broedelijk bij elkaar in een
mandje: Fidel Castro, John Kennedy,
Charles de Gaulle, Nikita Kroesjts jev,
Konrad Adenauer en Willy Brandt.
36-37. De Bosmannetjes waren erg boos
op Gromgram. Ze hadden al een hekel
aan hem, maar nu hij zo lelijk deed tegen
het jeetje Bibina had hij 't helemaal bij
hen verbruid.
Het gaat niet langer zo! riepen ze.
Die nare Gromgram maakt het te bont,
en hij mag onze lieve Bibina niet zo pla
gen!
Ja, Ja! zeiden de anderen. Kom mee,
we moeten hem eens goed vertellen, dat
hij zich beter gedragen moet! Kom, we
gaan naar hem toe!
En zo trok een troepje Bosmannetjes
het dorp uit, op weg naar het huisje van
Gromgram
Sinds kort bestaat in Engeland een
„Vereniging voor het verlagen van de leef
tijd der volwassenheid", die geleid wordt
door Arthur Wilkinson en ernaar streeft,
van het parlement een uitspraak te ver
krijgen waardoor voor meisjes wettelij
ke „meerderjarigheid" op 16 jaar gesteld
word.
Het is namelijk gebleken, aldus Wilkin
son, dat vele meisjes, die zich met schoon
heidsmiddelen en naaldhakken weten op te
werken tot het surrogaat voor volwassen
vrouwen, te jong zijn voor de dingen die
zij willen doen". Menige Brit heeft een mo
ment van romantische zwakheid zien be
kronen met gevangenisstraf omdat het
meisje zijner dromen minderjarig bleek
te zijn.
„In feite echter", aldus de heer Wilkin
son, „waren deze meisjes lichamelijk vol
wassen en was de wet ten achter bij de
omstandigheden van het ogenblik".
Hij is van oordeel dat Engelse meisjes
veelal reeds al op hun veertiende jaar vol
wassen zijn. Het bewijs voor deze stelling
vindt hij in politierapporten over gevallen
van Britten die met minderjarig vrouwe
lijk gezelschap gearresteerd werden en
waarbij bleek dat niet de mannen doch de
jongedames het initiatief genomen hadden
tot de strafbare handelingen.
De Kerk van Engeland zal de aanbeve
lingen van Wilkinson dóór een commis
sie voor gezinszorg laten onderzoeken.
o
o
Elk jaar reist een groot
aantal inspecteurs hotels af
in alle delen van de we
reld. Bij het bekijken van
matrassen het loeren onder
tapijten en het inspecteren
van keukeninstallaties be
tonen deze mensen zich
nieuwsgieriger dan de
nieuwsgierigste huisvrouw.
De inspecteurs worden op
geregelde tijden uitgezon
den door de „American
Automobile Association"
het Amerikaanse pendant
van onze KNAC die er
op toeziet dat haar leden in
het buitenland waar voor
hun geld krijgen, onver
schillig of zij gebruik ma
ken van luxe hotels, sim
pele pensions of motels
langs de weg.
De bevindingen van-deze
AAA-inspecteurs worden
elk jaar afgedrukt in de of
ficiële gids van de organi
satie. Tot dusver heeft men
er elk jaar een uitgegeven
voor Europa, maar dit jaar
komen er ook gidsen bij
voor het Midden-Oosten en
Azië, In 1956 besloot de
Amerikaanse Automobilis-
tenbond, inspecteurs naar
het buitenland te zenden
omdat gebleken was, dat
vele Amerikaanse toeristen
niet tevreden waren met de
hotels en restaurants die
hun door de bond waren
opgegeven. De bond had in
de Verenigde Staten zelf
het inspectiesysteem al
sedert enige jaren. Daarom
reizen thans in de „stille"
maanden enige Amerikaan
se beroepspottenkijkers het
buitenland af om hotelka
mers te inspecteren en dag
in dag uit de gerechten te
proeven, die de bekende en
onbekende restaurants in
Europa hun gastan voor
zetten. Men zou denken, dat
dit een benijdenswaardig
baantje is. Maar in feite
komt het neer op heel hard
werken. Elke inspecteur
„doet" per dag ongeveer
tien hotels en restaurants
aan en 's avonds schrijft hij
zijn rapporten over wat hij
overdag gezien en beleefd
heeft. Ook geeft hij in het
kort zijn indruk weer van
de stad, die hij heeft be
zocht. Gewoonlijk zegt een
inspecteur, wie hij is en
wart het doel van zijn komst
is wanneer hij een hotel of
restaurant is binnengegaan.
Men gaat daarbij van de
veronderstelling uit, dat de
eigenaar de ware toestand
toch niet kan verbergen in
dien hij een slechte zaak
heeft, en typische hotelin
spectie houdt in, dat de in
specteur eerst de omgeving
in zich opneemt, dan no
teert hoe het gebouw er van
buiten uitziet en tenslottedig op.
naar binnen gaat Daar
neemt hij de zalen en ka
mers voor de gasten in
ogenschouw en noteert hij
bijzonderheden omtrent
meubilering, het schilder
werk en behang. In het bij
zonder inspecteert hij de
toestand van de bedden en
naar de ruimte die be
schikbaar is voor het op
bergen van kleding en ba
gage. Ook controleert hij
toiletten en badkamers en
noteert, hoeveel badkamers
er zijn in verhouding tot 't
aantal logeerkamers. Ten
slotte komen de kleine din
gen die voor een toerist be
langrijk kunnen zijn, zoals
het meubilair (staat er per
kamer op zijn minst één
gemakkelijke stoel en is er
ruimte om wat schrijfwerk
te doen), stopcontacten en
raambekleding (zijn er mar
kiezen of jaloezieën en
functioneren die ook inder
daad?).
Het komt weivoor, dat de
eigenaar de inspecteur naar
zijn beste kamers weet te
leiden, maar de beroepspot
tenkijker zal vrijwel altijd
kans zien, het hele hotel in
ogenschouw te nemen, ook
als men hem moeilijkheden
in de weg legt. Want
iemand, die in dit vak ge
traind is, geeft niet spoe-
Advertentie
WASHINGTONDé sneeuw is ge
smolten men gaat aan de zomer den
ken. De pagina's over het toerisme in de
Amerikaanse zondagskranten worden
steeds talrijker. De concurrentie om de
toeristendollars te bemachtigen is groot
en zowel de Amerikaanse deelstaten als
vreemde mogendheden besteden schatten
om de miljoenen reislustigen in dit enor
me land naar hun gebied te lokken. Voor
al de- tijdschriften staan vol met adverten
ties in de prachtigste kleuren.
In de laatste tien jaar is het aantal
Amerikanen dat naar het verre buiten
land trok (Canada en Mexico daarbij niet
eens meegerekend) gestegen met niet min
der dan 125 pet. Ongeveer 1.800.000 Ame
rikanen maken thans elk jaar een verre
reis. In het binnenland waar men over
ruim 61 miljoen particuliere auto's be
schikt bestaat zo'n vakantietrip uit
steeds meer en steeds langere autotoch
ten. De klandizie van de Amerikaanse
1
Het brandende dal
62)
„Negenhonderdvijftig honderd."
Bocar/u trachtte zich het cijfer in het geheugen te
prnten, maar dat gelukte hem niet.
„Negenhonderd maal honderd? Nou! En heb je dat
belegd zoaljs ik je gezegd heb?"
„Ja, meneer Chivu."
„Bij de grote bank?"
„Bij de grote bank, ja."
„Toch niet bij de kleine, wel?"
„Nee, beslist niet, meneer Chivu."
Bocanu kwam tot rust en keek hem tevreden aan.
„Jongen, jij bent lang niet dom, geloof ik."
Stojan boog het hoofd, rood tot achter zijn oren. De
lof van Bocanu maakte hem nog altijd beschaamd. Hij
wachtte of Bocanu hem nog iets zou opdragen en keek
ten slotte schichtig op.
„Als u niets meer voor me te doen hebt, meneer
Chiv.u, ga ik nu maar naar huis. Eens kijken hoe
Lina het stelt."
„Dat kun je altijd nog doen. We gaan eerst de zwer
vers wegjagen." Het verontrustte hem dat er de laatste
tijd zoveel mannen zonder vaste bezigheid op straat
waren. Weliswaar had men de werkdagen verkort en
ook de lonen verlaagd om nog zoveel mogelijk arbei
ders tenminste gedeeltelijk aan het werk te houden,
maar in vele werkplaatsen was toch in het geheel
niets meer te doen. De werklozen zaten in de bermen
bijeen en vonden elkaar op de terrassen van de kroeg
jes. Zij schoren zich niet meer en liepen in haveloze
kleren rond. Als zij geld in handen kregen verdronken
zij het ogenblikkelijk tot de laatste cent of verdobbel
den het in eenmaal.
De meeste kooplui waren al weer weggetrokken en
de noodwinkels raakten in verval. Ook de oude winkels
aan het grote plein zagen het klantental achteruitgaan.
Alleen bij Dumitrica, waar de ingenieurs en het ad
ministratief personeel kochten, was nog bedrijvigheid.
Op weg naar het grote plein kreeg Bocanu een groep
arbeiders in het oog, die aan de kant van de straat
zaten te dobbelen.
„Jullie hebben zeker niets te doen, he?' schreeuwde
hij', terwijl hij woedend dichterbij kwam. Zij deden als
of 'zij hem niet verstonden en bleven dobbelen. „Zijn
jullie doof? Kun je geen antwoord geven?" Zij keken
niet eens op. Bocanu knarste van kwaadheid op zijn
tanden en liep door. Bij de volgende hoek zaten ar
beiders op een afgebrokkeld muurtje. Ze trokken om
de beurt aan dezelfde sigaret. „Hongerlijders!" riep
Bocanu. „Ik zal jullie wel werk geven!" Maar ook die
gaven hem geen antwoord en dat terwijl nog maar
enkele maanden geleden elke arbeiderf de pet had af
genomen als Bocanu voorbijkwam.
Een boorarbeider verliet de winkel van Dumitrica met
een zakje maismeel Bocanu hield hem aan.
„Ik heb niets gestolen, meneer Bocanu. Ik heb een
beetje maismeel gekocht."
„Stik erin!"
De arbeider stak het plein over en bleef voor de
slagerswinkel staan, geboeid door de aanblik van een
half varken aan een haak. Op het hakblok lagen wat
vleesresten.
„Wat kost dat?" vroeg hij schichtig.
De slager keek hem nijdig aan.
„Ik zou er maar niet naar vragen. Dat is niets
voor u."
De man nam een van de stukjes vlees op, keek
er lange tijd naar en legde het weer neer. Moedeloos
ging hij weg.
HOOFDSTUK XXXI
Dumitrica's berekeningen leken niet meer te willen
kloppen. Avond aan avond zat hij lange tijd aan zijn
bureau, maar de getallen leken de zin te hebben ver
loren. Geen enkel cijfer wilde zich in zijn plannen voe
gen. De boortorens op het nieuwe terrein produceerden
veel minder dan in het begin en voor een wagon olie
kreeg hij maar nauwelijks een tiende van de vroegere
prijs. Elke boortoren leek hem inmiddels een reusachtig
kruis op een eindeloos kerkhof. De rust maakte hem
bang. De putten werden de een na de ander gesloten
en de eigenaars trokken weg. De arbeiders gingen naar
hun dorpen terug en namen het boerenwerk weer ter
hand. Zij deden het zonder spijt, maar ook zonder ge
noegen. Dagelijks zag hij lange rijen mannen, die be
pakt en bezakt het terrein verlieten en heuvelopwaarts
verdwenen.
De motoren draaiden haast nergens meer. Als zij alle
met elkaar zoemend hun werk verrichtten hoorde men
ze nauwelijks nu evenwel herkende hij elke motor
aan het specifiek geluid. En alleen de sirenes van Li-
panescu klonken nog. Zodra Dumitrica hun gillende
stem hoorde verbleekte hij als bij een doodsschreeuw,
Het was hem al ter ore gekomen dat de kapitaal
krachtige banken in Campina en Ploesjti betalingsmoei
lijkheden hadden. Niets ter wereld leek meer op zijn
fundamenten te staan. Hij werd met de dag onrustiger.
En tot overmaat van ramp liep baba Neaga hem de
hele dag voor de voeten.
„Zo ziet u, baba Neaga, hoe het met de olie is
gegaan!" riep hij woedend. „En u dacht, dat ik aan
uw grond rijk wilde worden!"
De oude vrouw drukte zich schichtig tegen de muur.
„Als u uw spullen eens inpakte en wegging?" brieste
Dumitrica.
Baba Neaga vluchtte met wapperende kleren de muur
Langs, naar haar eigen kamertje.
Sedert zij hier woonde zag men haar zelden meer
op straat. Als het donker was sloop zij nog wel eens
naar het Runcu Dal, waar vader Vlad woonde. Zij
klopte dan zacht en bangelijk tegen de ruit en wachtte
tot hij opendeed. Vader Vlad zat haast altijd in don
ker. Hij sloop naar het raam en opende het op een
kier, zodat zijn ongeschoren gezicht naar buiten kon
kijken.
„Ik kom al," fluisterde hij.
Baba Neaga bleef doodstil op de houten veranda
staan, tot de deur piepend openging. Zij sloegen dan
een weinig begaan pad naar de bosrand in, gingen
zitten en keken zonder begrip op de boortorens neer.
Zij sloegen elke beweging op het boorterrein gade, als
of zij verwachtten dat er ook nog iets uit de bodem
zou komen, dat voor hen was bestemd. Vader Vlad
stopte zijn pijp.
„Geen vuur!" fluisterde de oude vrouw dan ontsteld
Want het gas trok overal in wolken langs de bodem
en zij had grote angst voor brand. Voor de oorlog
was haar man op die manier om het leven gekomen
Er was niets dan as van hem overgebleven. Hij had
in een boortoren een sigaret willen roken.
Vader Vlad schoof dan ook de koude pijp in de mond
en begon op de steel te zuigen. Vaak bleven zij zo uren
zitten, tot de nachtelijke koude te bar werd. Soms ook
dwaalden zij, als het op het terrein stil leek, tussen
de boortorens door naar de plek waar het huis van
baba Neaga had gestaan. Van omheining en muren
was niets meer te bespeuren, maar baba Neaga wist
alles nog precies te Vinden. Zij meende het tuinhek
te horen knarsen en vroeg zich elke keer weer af of
zij het bij het weggaan wel goed gesloten had. Daar
had het kippehok gestaan, met het hondehok ernaast.
Ze zag de hond voor zich: met de tong ver uit de bek.
Als zij het tuinhek opendeed sprong hij op en kwam
haar kwispelstaartend tegemoet.
Baba Neaga deed de deur van haar huis open en
liep van het ene vertrek naar het andere. Hier had de
zak met kippevoer gestaan. Zij bukte zich, nam een
kom en vulde die.
„Tok, tok, tok!" riep zij de kippen.
Vader Vlad was buiten blijven staan, op de plek
waar vroeger het tuinhek was geweest. Hij trok aan
zijn koude pijp en sloeg zijn jas dichter om de schou
ders.
Baba Neaga meende dat de gent naar haar rokken
had gèhapt en joeg het dier weg. Dan kwam soms de
nachtwaker van een naburige put op hen af en nam de
karabijn van de schouder. De twee oude mensen vlucht'
ten de duisternis in en de nachtwaker schoot, om zich
zélf te bemoedigen, een paar maal in de lucht. Pas
als zij het huis van vader Vlad hadden bereikt kwa
men zij tot rust. Vlad bleef er, zonder een woord tot
afscheid uit te spreken, achter, terwijl baba Neaga
doorliep.
(Wordt vervolgd)
spoorwegen is sedert de tweede wereld
oorlog met meer dan vijftig percent terug
gelopen.
Het straalvliegtuig draagt er natuurlijk
toe bij, dat men steeds verdere reizen
kan maken in betrekkelijk korte tijd. On
geveer dertienduizend Amerikanen maak
ten het vorige jaar een reis om de we
reld. De A.A.A. (Amerika's ANWB en
KNAC) heeft een groot aantal gegevens
gepubliceerd, die heel interessant zijn,
wanneer men zich een beeld wil vormen
van de reislust en reisgewoonten der Ame
rikanen. Welke landen in Europa hebben
hun voorkeur? In 1960 ginger er ongeveer
1.430.000 Amerikanen naar Zwitserland,
900.000 naar Italië en 175.000 naar Neder
land.
Dubieuze cijfers
Hoeveel geven zij uit in die landen? De
gegevens, die de A.A.A. daarover ver
strekt, zijn ietwat verrassend, (zij zijn af
komstig van de regeringen dezer landen).
In Nederland zouden de Amerikanen elf
miljoen dollar hebben uitgegeven, maar
in Denemarken zouden zij per hoofd een
aanzienlijk minder hoog bedrag besteed
hebben. Die bestedings-opgaven lijken niet
erg betrouwbaar. Ook Zwitserland geeft
gerekend naar het grote aantal toeristen
een merkwaardig laag uitgaven-cijfer.
Wat geven de diverse landen uit aan
toeristenreclame in de Verenigde Staten?
Nederland zou jaarlijks daartoe ongeveer
65.000 dollar besteden en 175.000 toeristen
trekken. Suriname gaf op: 25.000 dollar
aan reclame en een bezoek van 8.500 Ame
rikaanse toeristen. Frankrijk gooit er de
meeste dollars tegenaan om Amerikanen
te lokken: 600.000, maar Italië mag er ook
zijn met 490.000 dollar per jaar.
Gouden regen
Het toeristenverkeer tussen het buiten
land en Amerika is lang niet in even
wicht: de Amerikanen geven tezamen bij
na twee miljard dollar uit op hun buiten
landse reizen, de vreemdelingen recipro
ceren bij elkaar met nog geen miljard.
Dat betekent een nadelig saldo van bijna
een miljard dollar op Amerika's toeristi
sche betalingsbalans.
Ook in eigen land besteden de Ameri
kanen veel geld in hun vakanties. Van de
56 miljoen gezinnen hebben 52 miljoen een
eigen auto. Geen wonder dat 85 pet van
de binnenlandse vakantietochten per auto
wordt ondernomen. De gemiddelde lengte
van zulk een tocht is volgens de A.A.A.
3440 km. Welke deelstaten het meest van
al dat getrek profiteren? De staat New
York krijgt het meest in het laatje: 2,6
miljard dollar. Daarna volgt Florida: met
1,7 miljard, dan Pennsylvania met 1,3 mil
jard Californië met 739 miljoen, is num
mer vier op de ranglijst.
Amerika is een prachtig vakantie-land
ook voor Europeanen. Per auto ziet men
hier het meeste. Wie het voor het kiezen
heeft, kome in mei, juni of september.
President Kennedy zal de eerste Ameri
kaanse president zijn die reeds tijdens zijn
leven de held zal zijn van een film. War
ner Brothers in Hollywood is bezig aan de
voorbereidingen voor een film die „P-T
boat 109" gaat heten en die zal handelen
over de periode dat John Kennedy het
commando voerde over deze boot. Kennedy
en zijn bemanning hebben zich in de twee
de wereldoorlog bijzonder moedig gedra
gen onder Japans vuur. De film zal spe
ciaal handelen over een episode in 1943,
toen een Japanse onderzeebootjager het
schip van Kennedy doormidden voer.
De filmster die de rol van Kennedy zal
spelen is nog niet aangewezen.