SIGNALEN
DE JOURNALIST" VAN GEORGES HEDBELINCK
hri
TONEEL, EEN MAGISCHE SPIECEL
een reman pan dm verboden waarheid
ZATERDAG 11 MAART 1961
Erbll
PAGINA D K
ff
f
uitverkoren groep van „Herrenmenschen „lulralomulllc
auteur Georges Hebbelinck
list" (N.V. De Arbeiderspers)
zijn ongebruikelijke ouverture betreft, tot leven en zijn dood, van de bittere sym
de unica van de moderne litteratuur ge- boliek van beide. En het is als getuigenis
gelaste „verslagen" van de politieman,
bedoeld als dom gepraat van de menselij
ke middelmaat, zijn als „ambtelijke" stuk
ken nonsens, als menselijke reactie onnozel
en als litteraire kunstgreep, met behulp
waarvan ter aanvulling aantekeningen,
dagboeknotities en een enkel (symbolisch)
verhaal van het slachtoffer aan het dag-
licht worden gebracht, een betreurens-
Dt DERDE ROMAN van de Vlaamse protest een vergeefs protest tegen de prijs op stelt een „litterator" te zijn en waardige misgreep. Ook zonder citaten
rr.-wu-, „De Journa- vergeefsheid van het protesteren: dat is aangenaam in het gehoor liggende ver- van Rousseau, Heinde, Max Stimer enz.
zou, wat de tragiek van Cyriel Demuyser, van zijn tellingen te fantaseren, juist begonnen. blijkt de gezindheid van Cyriel Demuyser
duidelijk genoeg uit het beeld, dat de
Maar was het hem er niet juist iets schrijver hoofdstuk na hoofdstuk zij
rekend kunnen worden. Het eerste hoofd- tevens een plus voor Georges Hebbelinck, te veel orn begonnen? Maakt de wijze, het dan ook in de (zich in de slotpassage
stuk omvat namelijk niet meer dan twee een bewijs temeer van zijn schrijversin- waarop hij zijn roman (nogal spectaculair) wrekende) ik-vorm van hem geeft: hij
zinnen, samen drie regels druks: „De tegriteit, van de oprechtheid van zijn enga- opbouwde althans niet de indruk, dat het ;s een non-conformist, van huis uit,'een
journalist, de man die de waarheid gement, al moet ik er met een spijtig bem er wat opzettelijk om was begonnen? Don Quichotte, niet in de zin van een
schreef, heeft zelfmoord gepleegd. Wilt ge gevoel aan toevoegen dat mij deze derde Het uitdragen van een sociaal-menselijke dwaas-komische of van een„droeve" fi-
weten waarom, lees dan dit boek en volg roman van zijn hand niet in die mate heeft levensbeschouwing, van het neerschrijven guur, maar 'n Don Quichotte, die het durft
zijn voorbeeld niet." Dat is een originele getroffen dat ik er even enthousiast over van een eerlijke „cri de coeur", kan, des- opnemen tegen de molenwieken van de
inzet, maar of het als inleiding tot een kan zijn als over zijn debuut „Het meisje noods tegen wil en dank, de vorm aan- leugen, een waarheidsrakker dus, wiens
in de ik-vorm geschreven boek in alle op- in de kelder". nemen van een kunstwerk: zie Multatuli. door de oorlog gefnuikte jeugd hem doet
zichten een gelukkige vondst is, staat te Het kan zich eveneens als kunstwerk pre- weigeren te heulen met de fatsoensrakkers.
bezien. Blijkbaar heeft de schrijver zich DE ZINNEN STAAN er wel even kort senteren, maar niet boven een in roman-
welbewust en nadrukkelijk willen distan- en bondig, maar ze zijn innerlijk niet zo vorm gegoten requisitoir uitkomen: zie „IK WIL DE WAARHEID schrijven"
tieren van een zogenaamd verrassende gespannen, ze zijn niet zo flitsend, niet verschillende sociale tendenzromons uit de daarom wordt Cyriel Demuyser, dank zij
ontknoping, zoals de conventionele roman zo ingehouden-driftig als in die eerste- vorige eeuw. Nu is Hebbelinck ontegenzeg- de voorspraak van een financiëel-gezag-
deze met de nodige en lang niet altijd ling, die, geloof ik, argelozer, daardoor ook gelijk te veel en te zuiver een kunstenaar hebbende oom, journalist. Hij wil eerlijk
verwerpelijke kunstgrepen hoofdstuk na wat onhandiger, maar spontaner geschre- °m onder litteraire voorwendsels „ten- leven, verspeelt daardoor een jeugdliefde
hoofdstuk voorbereidt. Maar Hebbelinck ven werd dan het meer overwogen latere denzen" aan de man te willen brengen, en trouwt uit noodzaak een gefortuneerde
wilde geen „onderhoudend" verhaal schrij- werk. Er is in „De Journalist" een zekere Hij wil creatief getuigen en dat doet hij advocatendochter, wier uiterlijke onaan-
ven,daarom legt hij de auteurstroeven maar voor een deel door het thema gerecht- ook, met de volle inzet van zijn niet ge- trekkelijkheid overeenstemt met haar
liever dadelijk goed af, het kan niet an- vaardigde gelatenheid in deze versobe- ringe talenten. Maar zijn „geëngageerd- heerszuchtig-liefdeloos karakter. Hij maakt
ders dan verkeerd aflopen met een mens rinS> een brokkeligheid waarin de korte, heid" waarmee een onbevooroordeeld tegen wil en dank promotie bij zijn krant
die tegen elke prijs de waarheid wil zeg- „geserreerde" zin al gauw uiteenvalt zo- lezer alleen maar kan instemmen is (het zinnebeeld hier van een ideëel-gemas-
gen, of ik zou verhaaltjes moeten ga.an dra de bindende geladenheid beneden een dringend en onstuimig genoeg om de gaaf- keerd opportunisme), maar komt aan
bepaalde gevoelsvoltage komt. Wat er heid van zijn schriftuur nodeloos parten „het schrijven van de waarheid" niet
Hebbelinck wil, móét, evenals in zijn beide staat is in z'.in volstrekte eerlijkheid nog te spelen. toe. En zodra hij daartoe zijn kans
voorafgaande boeken („Het meisje in de ruimschoots gedreven genoeg om zelfs een krijgt en „dicht bij huis" een aan-
kelder" en „De rozen van Kazanlik") ge- critisch lezer, die niet blind is voor de NODELOOS: ik ben er allesbehalve van klagende reportage samenstelt van een
tuigen, minder uitdagend als zijn kortaan- gevaren van de door de auteur aangewen- overtuigd dat Hebbelinck de gekozen com- door sociale misstanden veroorzaakte
de compositievorm, mee te slepen in het positievorm het in hoofdstukken ver- mijnramp, wordt hij op dood spoor geran-
relaas van een hoogst actuele levensreali- deeld levensrelaas van de zich tegen de geerd, waar hij werkeloos moet toezien,
teit, waarvan men zich niet gemakkelijk leugenmuur te pletter lopende journalist, tot hij tijdens een bedrijfsstaking moedig
o ontdoet als men zich door de schrijver onderbroken telkens door commentaren partij kiest voor de stakers en zijn congé
organiseerde "camouflage, die de ware heeft laten overtuigen van de onvermijde- van de met het onderzoek van deze zelf- krijgt. Waarvoor leeft men aldus zijn
staat van de actuele mens verborgen moet hjkheid van Cyriel Demuysers levensgang moord belaste rechercheur (de zogenaam- gemoedsgesteldheid als men de liefde
en einde. Daarom is het een evocatief de „verslagen") nu beslist nódig had verloren heeft en de hoop en het geloof
schrijver als Hebbelinck, die er geen om het noodlottig verloop van een leven, in een betere toekomst en het vertrouwen
dat voor alles de waarheid wil dienen, in de ondubbelzinnige welwillendheid van
liegen en daar pas ik voor. Anders gezegd:
gebonden landgenoot Louis-Paul Boon die
het stenen laat regenen om er vuur uit
te kunnen slaan, maar even geëngageerd,
even opstandig en verontrust over de ge
houden.
MEN WEET HET DUS van het begin
af: Cyriel Demuyser bedankte tenslotte
voor het leven. Zijn dood is, hoewel een
persoonlijke wanhoopsdaad, een algemeen
met de kracht der overtuiging te verha- de mensen?
len. Er zijn, sinds Proust, Joyce, Musil,
Broch, Virginia Woolf, Thomas Mann, HEBBELINCK nam, al heeft zijn ver-
Hemingway enz. meer of minder radicaal haal een symbolische strekking, niet zijn
met de romantraditie braken om een vorm toevlucht tot uitzonderlijke omstandighe-
te scheppen zonder welke zij niet konden den, hV chargeert niet, hij laat dit men-
uitdrukken wat zij te „zeggen" hadden, senleven verlopen zoals er duizenden in
een reeks van „romanoïde" tussenvormen het slop van de berusting, het compromis,
overgangsvormen als men wil ont- het meespelen met de va-banque, de on-
staan, ten dele bij wijze van experiment, verschïlligheid (de veiligheid bij schermer
ten dele ook uit modieuze buitennissigheid lampjes inbegrepen) verzeild raken, en hij
en voor een zeer gering getal als een weet dat verloop met een schijnbaar nuch-
werkelijke vernieuwing van het epische tere zakelijkheid, en daardoor des te in-
genre van de roman (waartoe Bert Schier- dringender, te registreren, van gebeurte-
beek in staat bleek). De middelen heiligen nis tot gebeurtenis, van ontgoocheling tot
nu eenmaal niet altijd het doel: op een ontgoocheling. En als hij daaruit Cyriel
bizarre wijze schrijven is nog geen bewijs Demuyser de noodlottige consequentie laat
van schrijfkunst, op een uitzonderlijke wij- trekken, dan bedoelt hij dat als een waar-
ze componeren garandeert nog geen com- schuwend symbool: heulen met de leugen
positie-talent. En Hebbelinck hééft talent, *s levensverraad en loopt vroeg of laat
veel talent zelfs, zodat het vormprobleem ui* °P een catastrofe. Zijn menselijk relaas
voor hem geen halsbrekend waagstuk be- Is een waarschuwing. Terwille daarvan
hoefde te zijn. Niettemin is het er één ge,
worden en men kan niet zeggen dat Heb
belinck er heelhuids is afgekomen: de in-
neme men de ingelaste
op de koop toe.
verslagenmaar
C. J. E. Dinaux
Landen en volken in de draaikolk der geschiedenis
VAN „OPMARS NAAR DE GALG", toren en ontwikkelingen vertroebelden des voor en tijdens de souvereiniteitsover- zuivere negers te overheersen en het ge-
het boek van J. J. Heydecker en J. Leeb tijds de opinievorming over deze arresta- dracht en gedurende de eerste dagen van vaar dat deze voor blanken en gemengd-
over het proces van Neurenberg tegen de ties en de daaropvolgende processen, die de volslagen chaos, veroorzaakt door de bloedigen gelijkelijk zouden vormen, te
leiders van nazi-Duitsland, zijn in ons in het beeld van de jonge staat Indonesië rebellie van de vroegere koloniale troe- keren. Als deze houding van de hoofdper-
land (in de vertaling van mr. F. B. Ba- een zo zwarte vlek schenen te vormen, pen, de force publique. Noch Loemoemba soon inderdaad kenmerkend is voor de
kels) in acht maanden tijds zeven druk
ken verschenen, zodat tienduizenden Ne- les op bedro
derlanders deze verpletterende aanklacht rustte
tegen het nazi-gangsterdom hebben kun-
dat men niet altijd kon aannemen dat al- noch president Kasavoeboe komt er in bruine mens tegenover zijn zwarte soort
intrige en corruptie be- „Mensen en machten in Congo" (uitgege- genoot in Zuid-Afrika, dan is dit boek al-
ven bij Elsevier Amsterdam) goed af. leen al daarom een bewijs voor de ver-
Schmidt, na vijf jaren vrijgelaten met Duyzings stelt zich volkomen achter Jean stikking van alle menselijke gevoelens,
nen lezen. Toch heeft de uitgeefster een veroordeling tot de tijd van zijn voor- Bolikango, de Kongolese leider van het welke een rassenpolitiek als in de staat
Scheltema Holkema n.v., Amsterdam arrest, heeft zijn bevindingen te boek ge- „midden", die reeds van zich deed spre- van premier Verwoerd zowel bij slachtof-
het nog aangedurfd, nu een goedkope edi- steld. „In de greep van Soekarno" is de ken toen Patrice Loemoemba de eerste fe?s als heersers weet te veroorzaken,
tie van het boek op de markt te brengen titel van het 250 bladzijden tellefide do- stappen op het politieke toneel nog moest
om ook die belangstellenden, die door de cument, waaruit de gevoelens en meningen zetten. De schrijver verwijt de Belgische EEN HEEL WAT LIEFLIJKER boekje
hoge prijs der vorige uitgaven werden van het slachtoffer zelf wel zeer navrant bewindvoerders kortzichtigheid omdat men over het zwarte continent is „Levend Afri-
afgeschrikt, gelegenheid te geven zich het tot uiting komen. Een subjectief werk volgens hem niet in staat is geweest in ka", samengesteld door de vier Afrika-
werk aan te schaffen. Het siert het Ne- uiteraard, doch geschreven in een duide- Kongo op het juiste paard lees Boli- kenners H. Arends, H. Jans, E. Penkala
derlandse lezende publiek, dat het zich lijke drift tot opheldering en rechtvaardi- kango te wedden. Overigens is het met en H. van Praag. Voor de belangstellende
voor deze kroniek-van-de-misdaad, die toch ging, en ook tot verwijt en beschuldiging, dit boekje zoals met veel wat er op dit lezer bevat dit werkje een reeks van histo-
bepaald geen aantrekkelijke lectuur vormt, Het verwijt treft sommigen, die meer voor gebied verschijnt: alle feiten en uitspra- rische, culturele, politieke en biologische
zo zeer interesseert dat de 35.000 exem- Schmidt hadden kunnen doen als zij moe- ken van verschillende leiders zijn zodanig bijzonderheden over de jonge staten in dit
plaren van de goedkope uitgave door de diger waren geweest de beschuldiging gerangschikt en geïnterpreteerd, dat zij werelddeel,
boekhandel gretig zijn aanvaard en dat treft de Indonesische machthebbers en hun het vooraf door de auteur ingenomen
er nu al een negende druk in voorberei- vazallen, wier machinaties tegen Neder- standpunt kunnen rechtvaardigen en de TENSLOTTE WILLEN WIJ onder uw
ding is.
land en Nederlanders herinneren aan de juistheid van zijn theorieën bewijzen. Er aandacht brengen „De Arabieren", Cul-
Bij het verschijnen van de eerste Ne- smerigste nazi-methoden. Misschien is het zal onzes inziens gewacht dienen te wor- tuurgeschiedenis van de Arabische Wereld,
derlandse uitgave (ongeveer gelijktijdig ook wel onjuist, van een land in de draai- den op iemand, die met minder vooroor- door mr. L. O. Schuman, evenals „Levend
met de eerste vertoning van de naar het kolk der geschiedenis te verwachten dat deel dan waarvan Duyzings blijk geeft, Afrika" uitgegeven in de serie Phoenix
boek gemaakte film in ons land) is „Op- het geregeerd en bevolkt zal blijken door zijn lezers een juist en zo objectief moge- Pockets bij W. de Haan n.v. in Zeist,
mars naar de galg" uitvoerig besproken, louter rechtschapen lieden want de re- lijk oordeel over het Kongolese drama zal
Wij kunnen nu dus volstaan met te ver- volutie van Indonesië heeft, zoals revolu- kunnen voorschotelen, alvorens de werke- MAROKKO in de hete schaduw van
melden dat bij de achtste druk aan het ties dat plegen te doen, kansen gegeven lijke achtergronden en spanningen, waar- de Islam door drs. J. E. Heinemeijer,
boek nog een hoofdstuk is toegevoegd, na-
aan gespuis en gewetenloze profiteurs, die tegen en waaronder de geboorte van de verschenen in de Terra-reeks van J. A.
Kongolese staat plaats had, duidelijk zul- Boom Zoon/Meppel, is het werk van
len kunnen worden. een sociograaf-geograaf, die de verschil
lende aspecten van zijn onderwerp-aard-
„DIE VERVLOEKTE BLANKE" door rijkskundig, klimatologisch, historisch, po-
David Lytton (uitgegeven bij A. W. Sijt- litiek, demografisch, volkenkundig, socio-
van de waanzinnige plannen die de nazi- tieke en materiële hartstochten die" het boff Leiden) is een boek in roman- grafisch, godsdienstig, sociaal en econo
melij k een later door de beide auteurs in de wanorde de handigsten en de ge
geschreven artikel „Als Duitsland de oor- lukkigsten bleken.
log gewonnen had". Daarin wordt de le- Het boek van Schmidt levert een beeld
zer een bijna ongelooflijk, maar aan Van het nieuwe Indonesië, gezien door de
documenten ontleend beeld gegeven bril van een slachtoffer der donkere poli
leiders hadden voor de toekomst na hun land in hun macht kregen. Een bril die vorm over de omstandigheden waaronder misch- behandelt maar het aan de lezer
grote overwinning, een toekomst waarin misschien niet helemaal zuiver van pers- de Zuid-Afrikanen van gemengd bloed in overlaat zich een totaalbeeld van het al-
HAMLET TOT POLONIUS (over de
Toneelspelers): „Want zij zijn het kort
begrip en de kronieken van hun tijd".
Hamlet (tot de Toneelspelers over
het toneel sprekend): „Welks strekking,
van oudsher tot nu, was en is aan de
natuur als 't ware een spiegel voor te
houden, aan de deugd haar eigen trek
ken, aan de verworpenheid haar eigen
beeld te tonen en aan elke tijd, zoals
die in persoon en zeden leeft, haar ge
daante en afdruk".
Het is zeker geen kleine opgave die
Shakespeare met deze woorden stelt
aan de toneelspeler, om door begaving
en kunnen deze magische spiegel te
zijn en te willen zijn waarin het wezens
beeld, niet alleen van een bepaald indi
vidu, „als een kind van zijn tijd", maar
ook van een gehele levensperiode in
haar eigen bestrevingen, onderscheiden
van dat wat vóór haar was en soms
verwijzend naar wat na haar zal komen,
zich gaat stollen tot een spiegelbeeld
en welk een eis aan het publiek, dat
in deze spiegel moet willen zien! En
toch, hoe is het begrip schouwburg, het
begrip theater niet toegespitst op deze
wonderlijke confrontatie; als de lichten
in de toeschouwersruimte langzaam uit
gaan, de schijnwerpers zich richten op
het toneel, is de verwachting geboren,
alle ankers zijn losgegooid, wij drijven Albert van Dalsum
op een eiland in de zee van het chaoti
sche, de werkelijkheid (of wat wij daar
voor houden) is droom geworden en de d^Nededatdse'tonlelhistorfe6
droom werkelijkheid er springt een werd 5 januari 1889 te Nieuwer Amstel gebo-
gestalte op uit deze verwachtingmeer- ren. Na zijn h.b.s.-tijd werkte hij als klerk
dere. Zij zullen het handelingsweb spin- bij de Hollandse Spoorwegmaatschappij, een
j. betrekking die hij, zeer tegen de zin van zijn
11 en van een verbeelding, die ons iso- familie, opgaf om zij'n elementaire studie bij*
leert uit de ongeordende veelheid van Jan C. de Vos in praktijk te gaan brengen oij
feiten daarbuiten en in een nieuw ge- Willem Royaards. Op 20-jarige leeftijd debu-
j teerde hij als de engel Rafaël in „Adam in
schapen verhevigde werkelijkheid de Ballingschap'* in het Paleis voor Volksvlijt in
verborgen drijfveren van ons eigen ik Amsterdam. Reeds in 1911 bewees Van Dalsum
niet alleen, maar van een geheel tijds- zÜn sociale bewogenheid door zijn voortva-
hpplri weerkaatst in een manische snip- rende medewerking aan „De opstandelingen".
weerKaaisi in een magiscne spie lyrlsch treurspel van Henriëtte Roland Holst.
Kort nadien kwam hij bij de koninklijke ver
eniging Het Nederlands Toneel, waar hij in
1912 voor het eerst de Gysbreght speelde.
Het Groot Toneel was zijn eerste eigen gezel
schap, waarmee hij „Othello" en „Salome" in
de Plantage Schouwburg speelde.
Bij het Ned. Toneel speelde hij talrijke rol-
sn in werken van Björnson, Shaw en Sha
kespeare. Ook bij Eduard Verkade heeft hij
vele belangrijke rollen vertolkt. Door de rol
SHBt a? V t
SK fM. A
,'S.i
'ij
gel.
HEEFT HET TONEEL nog altijd de
ze functie? Ik meen van wel. Zeker er
ligt een oneindige afstand tussen de ge
meenschappelijke beleving van een ge-
heel volk, zoals de Grieken die hebben „t"«S1La«
gekend in hun huiveringwekkende tra
gedies, die de hoogtepunten vormden van Yuan "Sing in het melodrama „Het Chi-
van hun sacrale Dionysos-feesten en nese landhuis'- kreeg Van Dalsum grote be-
j. kendheid. Hij richtte in 1929 het Oost-Neder-
een lonesco die, met zijn twee spelen lands Toneel op, samen met Defresne en Wij-
„De Stoelen" en „Rhinoceros", de nand Frans. Van 1932 tot 1938 was hü een der
nachtmerries doet meeleven van een leidende figuren van de Amsterdamse Toneel-
nvhpwnst snrfpn nn do rand van aan vereniging. Enige tijd was hij de artistiek lei-
onoewust spelen op de rand van een der van Van der Lugts Nederiands Toneel, in
afgrond; maar is het niet hetzelfde het begin van de tweede wereldoorlog leidde
noodlot, hetzelfde mysterie dat ons in hij de toneelgroep „Studio". Na de bevrijding
deze snipnel tpnemnet komt pv pist bet was hiJ achtereenvolgens verbonden aan de
aeze spiegel legemoei uomi, ere eist net Toneelgroep „Vijf Mei" en de „Stichting Am-
niet van de beschouwer eenzelfde durf sterdams-Rotterdams Toneelgezelschap".
om zichzelf te ontdekken in deze spie- Na een kort gastverblijf bij Theater in Arn-
gel? Uit deze durf is het theater gebo- he™ is v/.n °als.u™ toegetreden tot de Haag-
a j se Comedie. Vorig jaar vierde hij zijn gouden
ren, Uit deze overmoed misschien, uit acteursjubileum met „Sauls Dood" van Abel
deze wil een teken te zetten in de vorm J- Herzberg. Na de première viel de acteur
van een spel. Tegenover de Onbegrijpe- een grote huldiging ten deel waarbij hem de
,f J" gouden medaille voor Kunsten en Weten-
lijke, Of het onbegrijpelijke, uit onze schappen, verbonden aan de Huisorde van
nieuwsgierigheid naar onszelf of, zoals Oranje, werd uitgereikt. Albert van Dalsum
Gauguin onder een van zijn verbeeldin-, 1$ ridder in de Orde van de Nederlandse
m„iii,. T7.„ Leeuw. De stad Amsterdam verleende hem de
qctl vcLifi Turiizi QcscriTCVCTt hssft, ffVU71— Grgmsdsillc
waar komen wij, wie zijn wij, waar
gaan wij heen?" In de compleetheid
van deze vormgeving van deze waar- ER KAN OOK EEN ander beeld zich
heid ontstaat het schone en niet anders- kristalliseren in de tóneelspiegel, het
om, uit het schone de waarheid. beeld van een gemeenschappelijk so
ciaal gevaar, in de machteloosheid van
DEZE INSTELLING is wel zeer ver de brave, maar hypocritische staats-
van het „avondje-uit" dat voor velen burger, die in het meehuilen met de
de aanleiding is om naar de schouw- wolven in het bos geen daad meer
burg te gaan, maar misschien is ook durft te stellen tegen een dreigende we-
dat wel een voorwendsel; het lijkt wel reldbrand het is het spel van recen-
of wij ons uitsluitend gaan amuseren te datum van Max Frisch „Biedermann
bij het zien van een komedie, maar en de brandstichters". Zo zijn er vele
een lachspiegel is dikwijls nog veel on- toppunten te noemen van moderne to-
barmhaftiger dan een magische spie- neelkunst, die in een visionaire vormge-
gel en het ideale beeld dat ieder van ving de polsslag doen voelen van een
zichzelf meedraagt wordt er nog fel- vibrerend levensgevoel. Het enige dat te
Ier mee aan de kaak gesteld de betreuren valt is het feit, dat het to-
uitnodiging tot de confrontatie met ons- neel niet meer wortelt in de massa,
zelf is alleen wat listiger gesteld, het maar in een selectie die er nu een-
verandert. in wezen niets aan de functie maal van houdt; maar daartegenover
die het toneel nu eenmaal vanaf zijn staat de televisie die bij tijd en wijle
oorsprong heeft gehad en altijd zal heb- in een beknopte vorm het toneel en zijn
ben. Zo heeft het in d,e Middeleeuwen functie voor honderdduizenden brengt
de mens genodigd te schouwen in in de huiskamer en misschien zal uit
„de spiegel der zaligheid van elderlijk de verveling met deze onvolledige con-
mense" en ons te .verzoenen met de frontatie het verlangen opnieuw gebo-
dood, met de droeve vergankelijkheid ren worden naar de meer ruimtelijke
van ieder menselijk bestaan, door het beleving die het theater biedt en het
geloof in Christus als de waarheid fluïdum dat van de levende toneelspe-
maar het kan ook zijn dat in een los- Ier uitstraalt naar de toeschouwer en
geslagenheid van alle normen de moder- van de toeschouwer uitgaat naar de ac
ne mens opnieuw hunkert naar een Ver- teur het toneel is van alle tijden en
losser die onder de naam „Godot" een zal dat blijven zolang de mens zich-
antwoord zal geven op alle beangstigen- zelf durft aan t.e zien in de spiegel, die
de vragen. Een spel als „Wachten op het genie Shakespeare als voorwaarde
Godot" is van deze hunkering naar ver- stelt voor ieder werkelijk toneelge-
zoening een merkwaardig voorbeeld
de mens die erop wacht is getekend in
de gestalten van twee clowns, die met
futiliteiten de tijd trachten te vullen tot
Godot zal komen om hun hun levens
doel te duiden, in het midden latend of
Godot zal komen of niet.
beuren.
pectief is, doch waardoor men tenminste hun land moeten leven. De titel maakt dus beschreven land te vormen. De schrij-
een idee krijgt van veel dingen die voor al duidelijk, dat men hier tevergeefs naar ver doet in een korte inleiding wel een
Nederland verborgen bleven achter een een verzoeningsgezinde of althans begrij- poging om al deze facetten met elkaar ken waarin men zeker kan vinden wat deze losse beweringen te staven zoekt men
pende toon zal zoeken. De enige toena- in verband te brengen, maar een hoofd- de schrijver heeft nagelaten te vermei- echter vergeefs Het is bovendien da vraag
dering die de ik-figuur, de halfbloed Jo- stuk waarin de schrijver zijn ganse spe- den, anders dan in korte aanhalingen. De of deze opvatting te rijmen valt met de
hannes, tot zijn blanke landgenoten zoekt, cialistische kennis mobiliseert om de le- beste hoofdstukken zijn naar onze smaak kennelijk rooms-katholieke levensovertui-
is vreemd genoeg voor iemand die zelf zer het hedendaagse Marokko met zijn die waarin de eenheid en verscheidenheid ging van de schrijver die tot uiting komt
van zijn geboorte af onder de gevolgen problemen samenvattend voor ogen te zet- van het Marokkaanse volk en zijn gods- in zijn oordeel over politieke gebeurtenis
van de rassenwaan van anderen gebukt ten ontbreekt. dienst worden beschreven. sen en in zijn veroordeling van ketterse"
houden. Dat reusachtige rijk zou door een reikt ons een boekje, van de hand van gaat om tezamen, blanken en kleur- Misschien is het onrechtvaardig een der- De schrijver verdient een speciale ver- geestelijke stromingen als bijvoorbeeld de
de journalist Martin W. Duyzings, dat een lingen dus, de volgens hem domme en gelijke verhandeling te verlangen van een melding voor zijn heldere verantwoording vrijmetselarij en het protestantisme In
f-\ Cf A ^^4- TfO W d A Af A 1"N Al 1 V— A V» 1 be AM T'l A Ir fll AaIa A AfTAM AmLm A aK 4 Va A A* aIa Ivlr AM «1 «AM A* A AAI Afflfn lt»i A M A innl» a MA a1 1 llr T F A IA A FAAti d A TVT aJamI A M J - 1_ ..f 1 rJ A
Hitler zich voorstelde „als een legenda
rische halfgod boven een wereld-beheer
send Duitsland te zweven". In die toe
komst zou het nieuwe Germaanse rijk vloed van documenten en accoorden.
zich uitstrekken van de Noordzeekust tot
Azië en van de Noordkaap tot Zuid-Afrika,
zodat alle veroverde Europese en Afri-
NU DE MOEILIJKHEDEN in de voor
malige Belgische kolonie Kongo na de ge-
kaanse landen „in een toestand van voort- welddadige dóód van ex-premier Loemoem
durende onderwerping" zouden worden ge- ba weer snel in omvang toenemen, be.
worden geregeerd; het Christendom zou exposé geeft van de gebeurtenissen vlak slechts over spierkracht beschikkende ras- sociograaf, wiens taak voornamelijk van voor de Nederlandse schrijfwijze van Ara- geen geschiedenisboek hebben wii ooit de
J. -beschrijvende aard is, maar een poging bische woorden, die allerwege navolging vrijmetselarij zoveelvuldig genoemd ee-
om de gehele stof uit één bepaald gezichts- verdient. zien als politieke bewegende kracht en als
punt te beschouwen mag in een werk levensovertuiging van belangrijke figuren,
als het onderhavige toch met ontbreken. Het moge zijn dat de invloed van de vrij-
Als de auteur zich had beperkt tot zijn dl GESCHIEDENIS VAN EUROPA metselarij in andere geschriften is onder
studiegebied der sociografisch-geografi- (Gescbichte Europas) van Albert Mirge- schat of verwaarloosd, in dit boek wordt
sche beschrijving, dan zouden wij vrede ler' vertaald door Johan van Os, uitgege- zij zeker overtrokken,
hebben moeten nemen met zijn inleiding. ven door J. J. Romen Zonen/Roermond
Maar nu hij de historie, de cultuurge- en Maaseik, voert een pretentieuze titel.
schiedenis en een bepaalde -Marokkaanse Geschiedenis van Europa zou juister zijn Pe levensbeschouwliikp visip van Hp
geschiedbeschouwing in zijn werk opneemt geweest, omdat het omvangrijke boek ^hrHvl? hum ,7^ w t
mag men zoveel cultuurfilosofische belang- v°°rnamelijk de politieke historie van om- J J n e begin af aan in
stelling veronderstellen, dat het hem als streeks het begin der jaartelling tot aan de mist en pas na incidentele oordelen
een gemis aangerekend mag worden, dat de eerste wereldoorlog bevat, met een komt men er geleidelijk achter, waardoor
hij heeft nagelaten zijn eigen visie te ge- slotverantwoording over de betekenis van veel van het voorafgaande in een andere
ven op het totaalbeeld. het verleden voor het heden. In het begin ht ""V een anaere
Voor de Nederlandse lezer die zich ver- wordt wel een poging gedaan tot een ze- mt te staan- Ir> dit opzicht heeft
trouwd wil maken met de nieuwe staten kere fundering, maar Mirgelers geschied- het boek een halfslachtig karakter, hoe
in Afrika, is het niet alleen van onschat- beschouwing blijft zo vaag, dat men er uitstekend het overigens ook moge zijn.
baar belang de feiten te kennen, maar 7°eibik de grondslag in kan vinden voor Bijzonder waardevol achten wij biivoor-
ook de geestesgesteldheid van het volk de dynamische geschiedbeschouwing,
waarmee hij op deze wijze kennismaakt welke hij bepliet. beeld de opmerking dat de geschiedenis
Wij hadden graag wat historie geofferd Mirgeler verklaart het ontstaan der V3n Europa van zijn geboorte-uur af me
en wat meer te vernemen over de Ma- Europese cultuur uit geografische omstan- de bepaald is door de factor „revolutie",
rokkaanse mens, zijn cultuur en zijn in- digheden en trekt daaruit conclusies over een factor die in de zogenaamde obiec
stelling tegenover de problemen van deze stedenvorming, kolonisatie, politiek, kunst, tieve" spcr-WrJcrhrH^r,
tijd. wetenschap, godsdienst en zielelevén (bij- geschiedschrijving veelal over het
Afgezien van het voorgaande is het een de Europeaan naar het bos) die bedrie- nooJ:d wordt gezien, hoewel zij een belang-
uitstekend boek, met prachtige illustraties gelijk aannemelijk lijken. Het cultuurhis- riJke bijdrage levert tot het verstaan var
en een uitgebreide litteratuurlijst met boe- torisch onderzoek dat nodig zou zijn om de volgende revoluties.
worden afgeschaft en vervangen door de
„mythe des bloeds"; de belangrijkste ste
den van de voormalige vijand zouden met
de grond gelijk worden gemaakt; onge
veer dertig miljoen mensen van Slavisch
ras zouden, evenals alle Joden, ter dood
worden gebracht; en de overigen zouden
niets anders mogen leren dan hetgeen zij
nodig zouden hebben om slavendiensten
voor de Duitsers te verrichten
Een gruwelijk toekomstbeeld, dat de le
zer daardoor evenwel nog des te sterker
doet beseffen voor welk een ontzettend
lot de geallieerde overwinning het mens
dom heeft gespaard. De waarde van „Op
mars naar de galg" wordt door dit nieu
we hoofdstuk dus ongetwijfeld nog ver
groot.
IN DE GREEP VAN SOEKARNO door
H. Schmidt. (Sijthoff, Leiden). De gerucht
makende processen tegen de Nederlan
ders Jungslager en Schmidt in Indone
sië, waarvan de inleiding zich afspeelde
in 1953 bij de arrestatie van deze en tal
rijke andere Nederlanders en die zich uit
strekten tot 1958, hébben fiestijds de ge
moederen in Nederland en het buitenland
heftig bewogen. Vele onbegrijpelijke fac-