PANDA EN DE GROTBOKSER I DE GROOTSTE LEUGENAAR ALLER TIJDEN Dr.Hosemann mat zelfs a mm - - Het brandende dal Bibina en de Bosmannetjes Dode bokser weer tot leven gebracht ^"Hoe is het ontstaand ■ml V™-J WOENSDAG 15 MAART 1961 13 de Habsburgers een valse stamboom aan Sprekend notitieboekje m* ONZE MYSTERIEUZE BUURPLANEET r - door Radu Tudoran Vertaling Margot Bakker Dit woord: DIGGELEN CO». MASTEN TOONOa pQ- 66 fe== 60. Het was duidelijk dat de holbewoner aangenaam getroffen was door de belangstelling, die Arthur Anthro- pus voor zijn tekeningen toonde doch Panda herinner de zich maar al te goed, dat deze indringer de maat schappelijk werker van de gevangenis was en hun dus grote last bezorgen kon. Hij was dan ook opgelucht toen eindelijk Joris Goedbloed terugkeerde van de achtervol ging van de boksbal. „Die engerd wil hier niet weggaan, Joris!" klaagde hij. „Wel foei, hoe ongepast," merkte Joris op. „Een lesje is hier misschien wel op zijn plaats, nietwaar? Gelukkig is hier nu mijn adjunct-directeur, de heer V. Vlinderslag, die ik met ingang van heden aan ons instituut mocht verbinden. Ach, meneer Vlinder slag, doe me het genoegen deze heer even uit te la ten. „Dat kèn sjef," antwoordde de adjunct-direc teur bereidwillig, en hij begon de maatschappelijk wer ker te verwijderen. „Laat los!" riep deze. „Geen grap jes! Dit is ernst! Ik moet die vent daar spreken!" Hij scheen de verblufte holbewoner te bedoelen, maar dat maakte geen verschil, want er was niemand die naar hem luisterde. SCHOENMAKER Hosemann zei tot zijn buren: „Let op mijn woorden, het is een heel bijzonder kind!" Hij zei dit in het jaar 1561 in het Silezische stadje Lauban en wel naar aanleiding van het feit, dat zijn vrouw hem een zoon ge- schonken had. De jongen moest vond vader Hosemann Abraham heten. Met deze aartsvaderlijke naam ging de knaap het leven in. Al spoedig bleek, dat de jeugdige Abra ham inderdaad een bijzonder kind was. Op zijn vierde jaar was hij de lees- en schrijfkunst reeds machtig. Toen hij twaalf jaar was, bezat hij een gedegen kennis van Latijn en Grieks. Nauwelijks vijftien publiceerde hij zijn eerste bundel gedichten. Geen wonder, dat de burgers van Lauban het vaak over Abraham Hose mann hadden. Vader Hosemann stond er evenwel ondanks de geleerdheid van zijn zoon op, dat de jongen zich bij de voor vaderlijke leest zou houden. Abraham ech ter voelde er niets voor om schoenmaker te worden en ontvluchtte daarom het ouderlijk huis. Hij kwam in Jena terecht, waar graaf Ernst van Mansfeldt zich al spoedig voor de jongeman ging interes seren en diens universitaire studie betaal de. Ook als student blonk de schoen- makerszoon uit. Na drie jaar college te hebben gelopen, noemde Abraham zich „dichter en histo ricus", Onder deze vlag begon hij zijn le venswerk, dat uit weinig meer bestond dan uit een doorlopende reeks vervalsin gen van historische bronnen. De gevolgen van het bij voortduring door die even gedurfde als sluwe „histo ricus" gepleegde bedrog zijn in onze tijd nog merkbaar. Enige Duitse steden bij voorbeeld de plaats Münsterberg in 1936 vierden in onze eeuw met grote luister hun duizendjarig bestaan. In feite waren die steden heël wat jonger, doch dit wis< ten de bewoners niet, maar dat ontdekte men vaak pas veel later, als de jubileum feesten al lang achter de rug waren. Hose mann had die steden gewoon een eeuw of wat „ouder gemaakt". Speculatie op ijdelheid DEZE geleerde van de slechte soort was een goed mensenkenner. Hij wist, hoe ij del dé meeste mensen zijn en hij speelde op die ijdelheid. Hij bood steden zowel als adelijke en patricische geslachten zijn diensten aan als historicus en genealoog en leverde zijn klanten dan documenten, stambomen en verhalen, die er prachtig uitzagen, maar die iedere historische grond misten. Hij citeerde bronnen, die niet bestonden. Hij nam passages over uit bekende historische werken, die in die boeken helemaal niet te vinden waren. Hij verzon historische figuren, die slechts in zijn verbeelding bestonden. Zo schermde Op de Weense voorjaarsbeurs is een handige nieuwigheid te zien: een „sprekend notitieboekje" dat door zakenlieden kan worden gebruikt voor het dicteren van brieven als de secre taresse niet bij de hand is. Later kan de secretaresse de brieven „terug horen" uit de kleine bandrecorder, die ruim een uur tekst kan opnemen. hij veel met de „beroemde Romeinse veld heer Lucca", aan wie hij in de vierde eeuw onzer jaartelling de stichting van tal van steden toeschreef. Deze Lucca heeft nooit geleefd! Een ander fantasieprodukt van doctor Abraham was „keizer Mauri tius", die evenals de door hem uitgevon den Oosterse vorst Polkenhein tal van Duitse steden en stadjes zou hebben ge sticht. Hoe meer hem werd betaald hoe ouder hij de steden en de geslachten maakte! Overvloedig liet Hosemann zijn verbeel dingskracht geld verdienen op het terrein der genealogie. Volgens hem ging menig Duits geslacht terug tot de deelnemers aan de Trojaanse oorlog en andere be roemde antieke gebeurtenissen. Zijn thans beruchte, maar eertijds zeer gezochte wer ken Nova chronologia Austriaca en Gè- nealogia Austriaca, die kort na 1600 ver schenen, bevatten een „schat" van ver valsingen, waaruit honderden jaren lang te goeder trouw is geput. Hosemann stelde voor het Oostenrijkse keizerhuis Habsburg een stamboom op, die terugging tot een Frankische koning, Sardanavilus geheten, die „leefde" in de vierde eeuw. Ook deze koning heeft nooit bestaan! Als beloning voor deze „goede diensten" schonk keizer Matthias aan Hosemann een jaargeld en verleende hij hem de titel „keizerlijke hof- historicus. „Geen wonder dat Hose- mann's vervalsingen toen pas recht in prijs en aanzien stegen en datzij nog lang als gezaghebbende bronnen golden. NIEMAND weet, hoeveel „Hosemanne- tjes" er in de geschiedenis zijn binnen gedrongen. In de loop der eeuwen toch zijn vele archieven verloren gegaan of verminkt. Niemand ook kan weten, wat andere historici te goeder trouw aan die even begaafde als gewetenloze geschied- vervalser hebben ontleend. Bovendien, een mooie stamboom en een oude geschiede nis worden door veel mensen als een kost baar bezit beschouwd, zodat zij ongaarne medewerken aan de verstoring van hun eigen illusies. Reeds kort na Hósemann's dood werd hij door een schrandere enke ling gekarakteriseerd als de „leugenach tigste Tweevoeter aller tijden". Maar het was de stem van een roepende in de woestijn der menselijke ijdelheid. PORTRET VAN VENUS Foto van een der schijngestalten van Venus. Door het zeer dichte wolken dek vertoont de verlichte helft van de planeet geen enkel kenmerkend detail. NAAR AANLEIDING van de lancering van de Russische Venusraket heeft de Sovjet-geleerde N. Barabasjov, directeur van het astronomisch observatorium van de universiteit van Charkov, in de Pravda een artikel gewijd aan de planeet Venus. Behalve zijn vermelding van de resultaten van Amerikaanse en Europese onderzoekin gen geeft Barabasjov hierin ook een overzicht van wat in de Sovjet-Unie ovfer deze zusterplaneet van de aarde bekend is of als bekend wordt verondersteld. Venus is de tweede planeet in ons zonnestelsel, gerekend van de zon af, aldus Barabasjov. Zij beweegt zich dus om onze warmtebron in een baan, die binnen de aardbaan ligt. Daarom verschijnt zij afwisselend als ochtend- en avondster en heeft zij schijn gestalten zoals de maan. Midden april komt zij in een positie, die bijzonder gunstig is voor waarnemingen; dan beweegt zij zich namelijk tussen de aarde en de zon door, of, zoals de astronomen zeggen, bevindt zij zich in de onderste conjunctie, waarbij zij de aarde tot op 42 miljoen en soms zelfs tot op minder dan veertig miljoen kilometer nadert. Reeds nu schijnt zij helderder aan het uitspansel dan alle andere hemellichamen, met uitzondering van zon en maan. Men kan haar dus gemakkelijk onderscheiden, soms zelfs op klaarlichte dag. Wanneer Venus echter de aarde het dichtst is genaderd, keert zij altijd haar niet door de zon verlichte, donkere halfrond toe. De gemiddelde afstand tussen Venus en de zon bedraagt ongeveer 108 miljoen kilometer. In bijna 225 dagen voltooit zij een omloop om de zon in een bijna cirkelvormige baan. Haar middel lijn bedraagt, inclusief de atmosfeer, ongeveer 12.500 kilometer. WANNEER men Venus door een telescoop bekijkt, valt op dat haar hele zicht bare oppervlak maar één kleurtoon heeft. Soms kan men echter op verschillende plaatsen van zwakke schakeringen waarnemen. Op foto's, bij ultra-violet licht gemaakt, ontdekt men heldere en donkere vlekken, die voortdurend en snel veranderen en vervloeien. Dat zijn wolkenformaties, die ons beletten de opper vlakte van de planeet zelf te zien. Mogelijk zijn de lichtere vlekken vederwolken en de donkere openingen daartussen de daaronder liggende laag van de Venusatmosfeer. Met uitzondering van Pluto is Venus de enige planeet, waar van de omwentelingsperiode om haar as dus de tijdsduur van een etmaal niet nauwkeurig bekend is. De meningen der geleerden verschillen liefst van vijftien uur tot 225 dagen. In het laatste geval zou zij steeds dezelfde zijde naar de zon toekeren, zoals de maan dat ten opzichte van de aarde doet. Niet zo lang geleden heeft de Amerikaanse astronoom R. S. Richardson de grote waarschijnlijkheid aangetoond van het feit dat, indien Venus zich van west naar oost beweegt, de periode van een omwenteling ruim zeven en indien zij in tegenover gestelde richting gaat deze iets meer dan drieëneenhalve aardse etmaal bedraagt. VENUS ontvangt ongeveer twee maal zoveel warmte van de Zon als de aarde. Radiometingen hebben aangetoond dat de temperatuur van de hoogste wolken 39 graden celsius be draagt. Hoe hoog die wolkenlaag boven de oppervlakte van de planeet drijft is onbekend. Men veronderstelt dat de opper vlakte-temperatuur van Venus tussen zestig en tachtig graden celsius ligt. Totaal onverwachte resultaten leverden in dit ver band in de herfst van 1959 de radiometingen op van de Sovjet geleerden A. D. Koezmin en A. Salomonovkitsj. Met behulp van de radiotelescoop van de Akademie van Wetenschappen van de U.S.S.R. constateerden zij zeventien dagen na de onderste con- ■in-ip tpp-i Venus zich als een smalle sikkel vertoonde, een oppervlaktetemperatuur van niet minder dan 170 graden celsius. Zij stelden ook vast dat daar, waar de zon in het zenith stond, de temperatuur tot 200 en 300 graden celsius klom. Indien verdere proeven deze resultaten bevestigen, dan blijkt dat het op Venus ongewoon warm is en waterbassins, indien die daar bestaan, moeten overkoken bij de aardse luchtdruk. Is dat niet het geval, dan kan men concluderen dat de atmosferische druk op Venus belangrijk groter is dan op aarde. VAN GROTE betekenis is ook het vraagstuk van de helling van de Venus-as ten opzichte van het vlak van haar baan om de zon, aangezien daarvan de jaargetijden afhangen. Indien die as loodrecht op het baanvlak zou staan, dan zouden er geen jaargetijden bestaan, wel klimatologische zones, waar altijd eenzelfde toestand zou heersen. Aangezien men op Venus geen constante. scheroomlijnde details kan waarnemen, is het zeer 46-47 Kom maar mee, zeiden de Bos mannetjes. Hij wil toch niet naar ons luis teren, de nare kerel!. En zo gingen ze weer dezelfde weg te rug, die ze gekomen waren. Achter zijn raam keek Gromgram ze grijnzend na; hij had er plezier in, dat de anderen weg gingen, want hij dacht, dat ze bang voor hem waren. Op de terugweg ontmoetten de Bosman netjes Bibina. Luister eens, Bibina, zeiden ze. Er valt met die Gromgram niets te beginnen. Het is maar 't best, dat je hem uit de buurt blijft, dan kan hij je geen kwaad doen! moeilijk de helling van de as te bepalen Desondanks kwam zowel de in Haren- carspel geboren en aan de universiteit van Chicago werkzame geleerde Gerard Pieter Kuiper als zijn Russische collega V. I. Ezerskie tot de gevolgtrekking, dat op Venus jaargetijden moeten bestaan. Wat de oppervlakte van de planeet be treft kwam ik, aldus Barabasjov. reeds in 1949 bij de bestudering van foto's op de gedachte, dat op Venus een reusachtige wateroppervlakte, een oceaan dus, zou kunnen voorkomen. Uitgaande van andere promissen kwamen in 1955 ook Ameri kaanse astronomen op dat denkbeeld. Onderzoekingen hebben voorts aange toond dat de atmosfeer van Venus een be langrijke graad van dichtheid heeft. Bij een smalle sikkel van de planeet ziet men dat de horens zich tot ver over de helft van de omtrek van een cirkel uitstrekken en bij een zeer smalle sikkel vormen zij zelfs een gesloten ring om de donkere Venusschijf. Men verklaart dat door ver strooid licht in de opperste lagen van de atmosfeer. VENUS werd door vele astronomen on derzocht. Men vond een overvloed van koolzuurgas, maar de hoeveelheid zuur stof boven de wolkenlaag bedraagt niet meer dan een duizendste van de zuurstof in de aardse atmosfeer. Waterstof kon men aanvankelijk niet ontdekken, totdat vorig jaar de Amerikaan Strong met een tele scoop in een ballon op 24 kilometer hoogte ook de aanwezigheid van waterstof onom stotelijk vaststelde. De reden, waarom men dat niet van de aarde af kon waarnemen, schuilt daarin dat waterstof in de aardse atmosfeer zo overvloedig voorkomt, dat 67) Baba Neaga zag de stok van de oude man op de grond liggen. Zij bukte zich, greep de stok en hief die met beide handen op. Zonder goed te weten wat zij deed sloeg zij toe. Dumitrica kreunde, zijn hoofd viel op zijn borst en hij rolde opzij. Languit bleef hij liggen. De stok viel baba Neaga uit de handen. Zij staarde verbijsterd naar de rug van Dumitrica. Toen zag zij dat Vlad zich moeizaam op een elleboog oprichtte, ter wijl hij de andere hand nog dichtgeknepen op zijn rug hield. Zij verstarde grijns deed haar schrikken. Hij zag eruit alsof hij uit het graf was opgestaan. Angstig nam zij haar rokken bijeen en vluchtte de kamer uit. Zij liet een soort gejammer horen en hipte als een vleu gellamme vogel weg. De oude man kwam wankelend overeind en trachtte zijn evenwicht te hervinden. Daarna nam hij bedaard zijn stok en wilde naar de deur gaan. Inmiddels was zijn blik op de fles drank gevallen, die Dumitrica van onder zijn bed te voorschijn had gehaald. Hij bukte zich, tilde de fles op en onderzocht nauwkeurig de slui ting. De fles verdween onder zijn jas. Voor hij vertrok keek hij de kamer nog eens rond. Op het bureau zag hij vlak bij de munten een al aangebroken pakje tabak staan. Er lag ook een pakje vloei naast. Hij nam de tabak, maar het pakje sigarettevloei liet hij °P de vallen. Een doosje lucifers zag hij ook nog, hij schudde het voor zijn oor heen en weer en stak het voldaan blBuiten hoorde hij baba Neaga de duisternis, instrom- pelen. Glimlachend zocht hij de weg naar haar kamer, zocht in het donker haar bed en schoof de ene gouden munt. die hij zo lang in zijn hand had gehouden onder haar kussen. Die moest zij daar vinden, dan had zij ook eens iets. Hij trok de dekens glad en ging weg, een man die zich volmaakt tevreden voelde. Met zijn ene elleboog drukte hij de fles tegen zijn ribben. Inmiddels hipte en strompelde baba Neaga langs de veranda naar de voorkant van het huis en liep het grote plein op. Alleen uit de kroeg aan de overkant kwam nog licht naar buiten en de laatste gasten zaten vaag zichtbaar onder het afdak op het terras. Besluiteloos bleef de oude vrouw staan. Vlad kwam haar achterop, liep haar voorbij en verdween zonder een woord te zeggen in de duisternis. Zij hoorde zijn sloffende opan- ken tegen de straatstenen ketsen. Verdwaasd staarde zij hem na. Tenslotte meende zij achter zich voetstap pen te horen en hippend vluchtte zij het plein op, naar de kroeg, waar zij met haar vingertoppen tegen de ruit tikte. „Kom binnen, tante, en drink een glas tzuika met ons," riep een grapjas. Baba Neaga maakte opgewonden gebaren met nooia en armen en wees telkens weer naar het huis van Du mitrica. De mannen probeerden in de duisternis iets te onderscheiden. Op het plein was het rustig. En ook in het salonrestaurant was niets bijzonders te bespeuren. „Wat heeft die oude vrouw toch?" vroeg iemand ver- bsdsd. Er kwamen een paar mannen naar buiten. Uit de open deur viel een vaal geel schijnsel op de grond, dat met rookwolken was doortrokken en met de geur van pruimebrandewijn. De oude vrouw vluchtte terug, zorgvuldig in de licht streep blijvend. Na een paar sprongen bleef zij even wel staan en stak angstig de magere hals uit. „Wat is er toch, tante?" vroeg een man die haar hulpvaardig gevolgd was. Zij stootte slechts wat onverstaanbare klanken uit, die het meest aan het kakelen van een kip deden den ken. Haar hoofd wees overtuigend in de richting van Dumitrica's huis. „Misschien is er bij Dumitrica iets gebeurd, zei de man verontrust. „Ik zal eens gaan kijken". Anderen volgden hem en verdwenen in het huis. De oude vrouw hurkte in het gele licht op het plein neer en trok haar rokken dicht om zich heen. De stappen van de mannen stierven weg. Maar al gauw werd er verschrikt geroepen, ze hebben Dumitrica vermoord Baba Neaga ging staan en sloeg met wapperende armen om zich heen. HOOFDSTUK XXXIV Van een raffinaderij aan de rand van het terrein klonk een sirene, die middernacht aankondigde. Vader Vlad klom zwaar hijgend de heuvel op en sloeg de weg naar Runcu in. Op het hoogste punt bleef hij staan, sloeg zijn jas open, nam de fles en trakteerde zich op een ferme 'slok. Hij duwde de kurk zorgvuldig weer in de hals en verborg de fles weer onder zijn jas. Voor hem verhief zich de donkere boortoren van een nieuwe installatie en in het felle licht van de aan palen opge hangen lantarens verdrongen de arbeiders zich. De ploe gen wisselden. „Krijgen jullie 's nachts ook geen rust? vroeg hij verbaasd, zodra hij de boortoren had bereikt. „Nee, voor slapen hebben we nu geen tijd", hoorde hij Gogoi roepen. „We hebben een nieuwe bron gevon den hoera!" „Ben jij daar, Gogoi?" vroeg vader Vlad. „Waar zit je?" „Hij zit daar achter het vat, dat hij meegebracht heeft", wees een arbeider hem aan. Vlad ontdekte nu Gogoi aan de rand van het terrein, naast een vat. Gogoi leek vol ongeduld te wachten tot de olielaag zou gaan spuiten. „Heb jij nog altijd plezier in zulke dwaasheden? zei' Vlad, alsof hij het tegen een kind had. „Ik weL Ik zal dwaasheden begaan tot aan mijn dood. Wie moet de mensen anders te drinken geven als de olie de grond uitspuit? Behalve ik denkt niemand daar toch aan?" „Aan het werk, aan het werk!" riep de voorman. „We schakelen in. Vader Vlad, u moest nu maar naar huis gaan". De ingenieur was al in aantocht en ging, de pijp tus sen zijn lippen heen en weer schuivend, naar de ma chine. Uit de opening van de boring begon waterige modder naar boven te komen. De onder in de boorput fijngemaakte aarde werd niet als vroeger naar boven gehaald, men leidde nu water in de boring, zodat de grond in slik veranderde en gemakkelijker opgehaald kon worden. De modderbrei liep weg over het terrein Vlad ging naast de ingenieur staan en keek hem lang en aandachtig aan, alsof hij wilde uitmaken met wat voor soort man hij te maken had. Daarna trok hij het pakje tabak uit zijn halsopening. „Hier!" zei hij. „Kijkt u eens!" „Ja, wat wilt u?" „Dat is goede tabak," zei de oude man, onnozel lachend. „En wat zou dat?" „Lang geleden dat ik goede tabak heb gerookt...." „Langzamer!" riep de ingenieur opeens en sprong bezorgd naar de machine. Hij wist vrijwel zeker dat zij de olielaag aangeboord hadden en wilde alles ver mijden wat op het laatste ogenblik de inspanning nog tevergeefs zou kunnen maken „Ga nu naar huis, oudje. U loopt ons in de weg". „Daar komt de puls!" zei de arbeider die de laatste meters opgewonden had. „Kan ik het vat aansteken, ingenieur?" vroeg Gogoi met begerig glinsterende ogen. De puls werd als een stalen monster zichtbaar in de opening van de boorput, gevuld met grauw slijk. De mannen sloegen er de lange haak omheen en leidden het gevaarte naar de deur van de boortoren. Het leek een menseromp zonder ledematen en scheen binnen zijn met slijk omgeven omtrek een schrikwekkend geheim te bergen. Nadat het tot achthonderd meter diepte in de bodem was doorgedrongen kwam het nu weer boven en leek alle onbegrijpelijke raadsels van de afgrond mee naar de oppervlakte te brengen. Een gruwelijk leven sluimerde in de diepte en het apparaat leek te zeggen, dat dit leven slechts wachtte op de kans, zich wrekend en noodlottig op de mensen te storten. Nu hield alleen het slijk de woede van de uitbarsting nog tegen. De kolom moest langzaam worden opge haald, zodat de olie te voorschijn kon komen. De ar beiders volgden nauwgezet de aanwijzingen van de in genieur op. Vlad ging op een houtblok dicht bij de boring zitten en begon zijn pijp te stoppen. De ingenieur hoorde de lucifers in het doosje rammelen en draaide zich woe den om. (Wordt vervolgd) Foto van de aarde van 150 kilometer hoogte. Ondanks het wolkendek zijn toch voor de insider delen van het zuidwesten der Verenigde Staten duidelijk te onderkennen. het bij de passage van het Venus-licht die spectrale lijnen absorbeert. Interessant is ook, dat de op aarde opgevangen radio straling van Venus aangeeft, dat in de atmosfeer van de planeet machtige elek trische ontladingen plaats hebben, onge veer duizend maal zo sterk als de on- weders bii ons. (Van onze correspondent) LONDEN Dr. Magonet, een bekende Canadese arts in Londen, heeft in het „British Medical Journal" onthuld dat hij een middengewichtbokser, die ineen ge zakt was en wiens hart 90 sekonden stil stond, weer tot leven heeft gebracht vol gens de nieuwe Amerikaanse massageme thode, waarover wij onlangs bericht heb ben. „Ik kon geen pols voelen, geen hartslag horen en er was geen ademhaling meer", zo schrijft dr. Magonet. De man was dood. Ik paste toen de hartmassage van de bui tenkant toe, zoals die in de afgelopen herfst is ontwikkeld door een groep chi rurgen van de John Hopkins-universiteit in Baltimore. Gedurende de doodse stil te, die om de ring heerste toen de bok ser op de grond lag, bracht ik de theorie voor de eerste maal in praktijk. Met mijn linkerhand drukte ik een flesje mpt reuk- zout onder de neus van de man en met het bovenste deel van mijn rechterhand mas seerde ik het onderste.deel van zijn maag streek. De eerste halve minuut gebeurde er niets, daarna begon hij langzaam le venstekenen te geven". De arts bevestigde dat de methode veel lijkt op kunstmatige ademhaling. Er ge beuren twee dingen: wanneer men het sternum indrukt, drukt men tevens het hart tegen de rug. Daarbij wordt ook longweefsel samengeperst en geactiveerd en het resultaat is dat de actie een dubbel profijt oplevert. In het hedendaagse Nederlands komt het woord alléén in het meer voud voor en wel in de' verbindingen: aan diggelen vallen en: aan diggelen gooien. Daarin betekent diggel ken nelijk: scherf. Vroeger bestond ook de uitdrukking: de diggelen bij elkaar houden voor: goed op z'n zaken passen. Die hoort nien echter thans niet meer. Het woord diggel moet wel verwant zijn met tegel. Daarvoor pleit ook het Middelnederlandse degel dat: pot, test betekende. De oorspronkelijke betekenis, die in Groningen en Drente nog bestaat, is dan: grof aardewerk, aarden potten en pannen. Men zit bij deze etymologie alleen nog in de maag met de ongewone overgang van t tot d. Maar de betekenisovergang van aar den pot tot scherf is zo aannemelijk, dat de verwantschap tussen tegel en diggel wel vaststaat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 13