PANDA EN DE GROTBOKSER
Machine leest
sneller
dan de mens
Bibina
NATUURRESERVAAT IN LONDEN
Garcia de Léon
Het brandende dal
J*
fs:!
Oudjes
JUBILEUM VAN HET ROOKGENOT
^Hoe is het ontstaan?^
de kerkuil
ÊmÊ
J
Z A T E D A G 18 MAART 1961
<3
voor een goed en
verantwoord advies
door Radu Tudoran
Vertaling Margot Bakker
Centrale verwarming
Airconditioning
Aut. oliestook
Dit woord: MOT
1
cor. MASitK raoNDPf
63. De heren Anthropus en Vlinderslag gingen in een
onwaardige buiteling de trap van het Paleis der Sporten
af en pas omstreeks de al meermalen genoemde goot
vonden zij een rustplaats. Er was echter geen sprake
van dat zij daar tot enige verstandhouding kwamen,
want de bokser had allerlei pijnlijks te overdenken en de
maatschappelijk werker gaf zijn pogingen om binnen te
dringen tijdelijk op. „Maar ik. kom terug," bezwoer
hij binnensmonds, „en dan zal ik meer doorslaggevende
argumenten meebrengen. Ik móet die vent spreken!"
Intussen was er in het gebouw eindelijk enige rust inge
treden en de holbewoner maakte hiervan een dankbaar
gebruik om zijn tekenwerk voort te zetten. „Ik vind het
toch allemaal wel een beetje ruw," klaagde Panda. „En
die Bla tekent zo aardig! Dat vond die mijnheer Anthro
pus ook. Misschien zit daar een toekomst voor hem
in.„Kom nu toch, kereltje," vermaande Joris. „Wie
heeft daar nu ooit van gehoord een toekomst in
tekenen? Neen, neen! Het enige waar wij thans belang
in stellen is boksen.„O ja? Nou dan zal ik jou
eens boksen," zei een hese stem. De spreker was de
teruggekeerde adjunct-directeur Vlinderslag, die veront
waardigd was, omdat de ondervonden behandeling af
week van wat Joris hem had voorgespiegeld. „Kalmte!
Tranquilus erat demonstrandum, roep ik u mèt de Klas
sieken toe!" kreet Joris ontzet; maar de bokser scheen
niet in een gezeggelijke stemming te zijn.
A - v>'
-
De nieuwe Amerikaanse leesmachine.
Met een druk op de knop worden de
(Van onze correspondent)
WASHINGTON Zelfs de beste secre
taresse heeft haar hoofd weieens niet bij
haar werk, maar wanneer haar baas zich
een (dure) leesmachine van Farrington
heeft aangeschaft is dat niet zo erg. Die
machine leest sneller en nauwkeuriger
dan welke .secretaresse ook en kan alles
onthouden. Op bijgaande foto ziet men
zulk een leesmachine. De pagina's worden
gestopt in het vakje waarop de wijsvinger
van de secretaresse gericht is en achter
de rug van het meisje komt een strook
met ponsgaatjes uit het instrument. Zo
men wil kan men die strook weer op een
andere machine zetten en die tweede ma
chine tikt dan precies zulk een pagina als
het meisje juist in de eerste machine heeft
gestopt.
Het lijkt vrij zinloos, maar dat is aller
minst het geval. Die leesmachine is voor
al van belang, omdat zij snel, nauw
keurig, en zonder dat er mensenhersenen
aan te pas behoeven te komen het ma
teriaal kan voorbereiden, waarmede elek
tronische hersenen „gevoed" moeten wor
den. Al jaren kunnen elektronische herse
nen razend snel conclusies trekken, maar
zij kunnen dat alleen, wanneer men eerst
alle gegevens heeft ingestopt, waarop die
conclusies gebaseerd moeten zijn. Dat
„voeden" van het elektronische brein was
tot dusverre een langdurig en saai kar
wei.
Nog niet zo lang geleden zagen wij te
Washington een demonstratie met een ma
chine, die juristen in staat kon stellen snel
alle gegevens te vinden die zij nodig kon
den hebben bij de studie van een bepaald
probleem. Voordat die machine hun daar
bij behulpzaam kon zijn, moesten secre
taressen wekenlang wetsartikelen en juri
dische beschouwingen hebben overgetikt
op bandjes, die pasten bij de „spijsver
tering" van het elektronische brein. Dat
„voeden" door mensen vergt veel tijd en
fouten zijn bij mensenwerk nooit uitgeslo
ten.
Thans heeft men echter een machine,
die dat omslachtige en saaie voorberei-
dingswerk kan overnemen en bespoedigen.
De machine leest zowel letters als cijfers
met haar „oog" dat ongeveer werkt als
een televisie-camera. Helaas is men nog
niet zo ver dat het oog alles kan lezen.
Het opneemvermogen is nog gebonden
aan een bepaald letter- en cijfertype. Men
hoopt de machine evenwel voor allerlei
drukletters geschikt te maken.
Heeft men een gedrukte, of getypte, pa
gina eenmaal op een band overgebracht
(dat kan een ponsband zijn of een mag
netische strook), dan kan men er allerlei
mee doen. Men kan die band „voeden" in
een elektronisch brein om er, als dat zo
te pas komt, feiten aan te ontlenen, maar
nen kan die band ook in een telexmachine
toppen en bijvoorbeeld op hetzelfde mo-
ïent in Europa laten uittikken in onmid-
dlijk leesbaar machineschrift.
Verder kent men in Amerika thans ook
'rtaalmachines. Wanneer men de band
arin stopt, krijgt men de tekst in het
>aans of Russisch terug, zij het mis-
i hien ietwat vrij vertaald.
De machine heeft één nadeel vergeleken
ftet een secretaresse: het lezen gaat nog
niet geruisloos. Gezoem en geklikklak zijn
nog niet te vermijden. En.... koffiezet
ten doet het ding ook nog niet.
elektronische hersenen aan het werk
Britse technici zijn deze week begonnen
met de restauratie van twee stokoude lo
comotieven. Een van de twee'oudjes is de
eerste locomotief voor passagierstreinen
die ooit gebouwd werd. De machine is 136
jaar oud en draagt de naam „Locomotion
nr. 1", Zij werd in 1841 buiten dienst ge
steld maar heeft daarna nog lang dienst
gedaan als motor voor mijnpompen. Het
traject waarop de oude loc gereden heeft
was het lijntje van Stockton naar Darling
ton.
De andere locomotief is 116 jaar oud.
Ook deze machine, die jarenlang posttrei
nen gereden heeft, eindigde zijn loopbaan
als mijnpompmotor.
Advertentie
GRACHT23VTEL 17063
52-53 Ook Bibina kreeg het erg druk na
die storm. Er waren zoveel bloemen ge
knakt zoveel takken gebroken. Daar moest
ze nu op letten en proberen, de schade zo
veel mogelijk te herstellen.
Zo ging ze de hele dag het bos door,
hier een tak opbindend, daar een blad uit
de kreukel halend.
Er waren vogelnestjes beschadigd, die
hielp ze herstellen. Overal was wel iets te
doen. De kleine dieren waren blij, dat Bi
bina ze kwam helpen.
Ja, zo'n elfje heeft een druk leventje,
hoor, neem do.t maar van me aan!
Ondanks ijverige pogingen van de wetgever blijft Londen een ongezonde stad.
De atmosfeer is er zwaar van fabriéksrook en, wat misschien nog erger is, van de
uitlaatgassen der tienduizenden auto's en bussen. Dwars door de huizenzee heen
loopt echter een (bijna) ononderbroken groene strook van parken, van St. James's
Park bij het regeringskwartier via Green Park, Hyde Park, Kensington Gardens
naar Regent's Park. Met welbehagen snuift men er de frisse lucht in. Maar boven
dien is het mogelijk per bus of met de Underground in een kwartier of twintig
minuten midden in ongerepte natuur te komen. De Northern Line brengt u in de
korte spanne tij ds naar Hampstead Heath, een natuurreservaat vlakbij het centrum
van een wereldstad. Op mooie zondagen kan het er wel eens wat té druk zijn,
daarom is een bezoek door de week aan te bevelen. Vierhonderd hectaren heuvel
achtig bosterrein met glooiende speelweiden en grootse vergezichten, met de
zuiverste atmosfeer die men zich denken kan, liggen als een bekoorlijke oase te
wachten op de toerist, die gedurende het grootste deel van zijn verblijf zijn longen
moet vullen met een zeer kwalijk mengsel.
Het dorp Hampstead maakt al lang
deel uit van Groot Londen, maar het
is nog steeds een plaatsje met een ge
heel eigen karakter. Op de hoogste heu
vel van de stad gelegen, met charman
te hellende en kronkelende straten en
straatjes, vormt het een levensgroot
contrast met de rest van de conglome
ratie. Het is altijd een toevluchtsoord
geweest voor kunstenaars, die hier de
noodzakelijke rust zochten om zich op
hun werk, wat dan ook, te kunnen con
centreren. Dat is het nog dat blijkt
gauw genoeg als men maar even om
zich heen kijkt en ook al houden de
schilders bovenaan High Street geen
openlucht tentoonstelling. De bolhoed
en de paraplu doen het hier niet; men
loopt er, ook 's zondags, rond in ty-
pisch-Britse ruige tweeds of (de jonge
re generatie) in luchtige moderne kle
ding. Het aantal baarden is in Hamp
stead procentsgewijze hoger (Jan overal
elders in Londen. Hetzelfde kan worden
gezegd van het aantal meisjes in jeans,
zonder of met zeer weinig make-up en
rondslenterend in 'n karakteristiek-ar-
tistieke onverschilligheid.
De hele streek is bezaaid met litte
raire reminiscenties. Men wandelt met
een gemakkelijk opgedane kennis in
een van de vele koffiehuizen door het
dorp en over de Heath dezelfde pa
den, waarin de voetafdrukken van Co
leridge, Lamb en Shelley hebben ge
staan. Men moet niet verwonderd zijn,
wanneer hij onderweg losjes opmerkt:
„Daar heeft Keats gewoond." En hij
gaat graag een ogenblik met mij naar
binnen om mij zoveel mogelijk bijzon
derheden te wijzen.
John Keats noemde dit huis, waarin
hij van december 1818 tot september
1820 woonde, Wentworth Place. In de
tuin heeft hij zijn beroemde „Ode to
a nightingale" geschreven. Hij deelde
de woning met 'n weduwe. Mrs. Braw-
ne, en haar gezin. Een dochter, Fanny,
was zijn grote liefde. Keats wist toen
al dat hij ongeneeslijk ziek was, wat
aan zijn liefdesverhouding met Fanny
een nog dramatischer karakter gaf.
Haar verlovingsring, die zij tot haar
dood heeft gedragen, ligt als een stille
getuige van wat zich in dit huis heeft
afgespeeld in een vitrine.
Er is zoveel te zien op Hampstead
Heath, dat we niet te lang bij de her
inneringen aan Keats kunnen stilstaan.
Een flinke wandeling brengt ons bij
Spaniard's Inn, daterend uit de acht
tiende eeuw. In een omgeving, die ge
dachten oproept aan Dickens en aan de
befaamde roverhoofdman Dick Turpin
(een naar hem genoemd kamertje op
de eerste verdieping is te bezichtigen)
laven we ons met een glas bier. De
rook van honderdduizenden pijpen hangt
aan de lage eiken zoldering. Ik dwaal
even van de bar af, neem een kijkje
in een kamertje met hetzelfde antieke
interieur, waar kunstzinnige gesprek
ken worden gevoerd, sla een hoek om,
ontdek een ander kamertje het is
warempel een toer mijn oude plaatsje
terug te vinden.
Wat al beroemde namen rollen over
de lippen van mijn metgezel. „Shelley
en Constable kwamen hier regelmatig.
Later behoorden Compton Mackenzie
(Whisky Galore), George du Maurier,
Reynolds en Gainsborough tot de vaste
klanten. Kom mee, dan zal ik u een
collectie doeken laten zien, die u hier
beslist niet zou hebben verwacht."
Doel van de volgende trip is Ken
wood, een kasteelachtig landhuis uit
de achttiende eeuw. Robert Adam, de
architect van tal van aristocratische be
huizingen in Londen, heeft het in 1767
voor Lord Mansfield, Lord Chief Justi
ce van George III, gebouwd. Tegen
woordig zijn 't huis en zijn kunstschat
ten open voor elke bezoeker.
Ik mag dan al niet bijster verrast
zijn hier doeken aan te treffen van de
beste Engelse schilders, Thomas Gains
borough, Joshua Reynolds en George
Romney, ik sta even te kijken en voel
me een beetje trots wanneer ik voor
Rembrandt en Vermeer wordt geleid.
Van de eerste bewonder ik een prach
tig zelfportret, de laatste is vertegen
woordigd met „De gitaarspeler".
Er komt letterlijk geen eind aan de
interessante bijzonderheden, die Hamp
stead heeft te bieden. Het is trouwens
onmogelijk alles in één dag af te doen,
maar dat geeft het dorp juist zijn spe
ciale attractie: je wordt er telkens en
telkens wepr heengetrokken. John Con
stable maakte hier zijn bekende land
schappen en op het kerkhof vindt men
zijn graf. Men kan achteloos over Par
liament's Hill wandelen, om met wat
meer interesse rond te kijken als men
u vertelt, dat Guy Fawkes van dit
punt af de uitwerking van de bomaan
slag op het parlementsgebouw trachtte
te zien. Hij moet wel zeer teleurgesteld
zijn geweest, dat hij geen enkel extra
rookwolkje in de verte ontwaarde: het
complot was uitgelekt. En daar is Jack
Straw's Castle, een herberg, die ge
noemd is in de „Pickwick Papers" van
Dickens en in de „Tales of a Traveller"
van Washington Irving. William Make
peace Thackeray was er overigens
geen onbekende.
Verwondert het u, na dit alles, dat
de Heath een uitgezocht terrein is voor
buitenopnamen van films? En dat veel
buitenlandse gasten van de Engelse
hoofdstad geen zondags bezoek aan
Hampstead overslaan?
(Nadruk verboden)
(Van onze correspondent)
PARIJS Deze maand wordt in Frankrijk met recepties, filmvertoningen, minis
teriële en wetenschappelijke voordrachten en de oprichting van regionale vrienden
kringen het feit feestelijk herdacht dat vierhonderd jaren geleden de tabak zijn entree
maakte voor een zegetocht in en door dit land. Het was de diplomaat Jean Nicot, die
by zijn terugkeer uit Portugal, waar hij als huwelijksmakelaar echtelijke banden
moest leggen tussen een telg uit een Frans koningsgeslacht, Marguerite de Valois, en
Don Sebastian, een pakje tabakspoeder meenam naar Parijs ten behoeve van Catherina
cle Medici als geneesmiddel tegen de migraine waarvan ze zwaar te lijden had.
Of de Franse koningin veel baat bij
dat medicament heeft, gevonden, vertelt de
geschiedenis niet. Daarentegen behoeft
men geen diepvorsend onderzoek in de
historie te verrichten om vast te kunnen
stellen dat Jean Nicot's geschenkje aan
de vorstin zich voor zijn land tot een
bron van genoegens en welvaart heeft
ontwikkeld. Ofschoon, zo men recente rap
porten over het verband tussen nicotine
en longkanker moet geloven, ook minder
gunstige gevolgen op rekening van de
tabak geschreven moeten worden.
Over de hele wereld worden nu jaar
lijks 2100 miljard sigaretten gefabriceerd
om onmiddellijk weer in rook te worden
omgezet en van die massa neemt Frank
rijk er 44 miljard ofwel ruim twee per
cent voor zijn rekening. De verwerking en
de handel van tabak, die in Frankrijk
zelf gekweekt wordt, bracht de minister
van Financiën alleen vorig jaar al twee
miljard nieuwe franken in het laatje. Met
het oog op de Euromarkt heeft de Franse
regering de nationale tabaksregie onlangs
echter niettemin een wat liberaler statuut
gegeven om de concurrentie van andere
landen beter het hoofd te kunnen bieden
De nieuwe directie wil nu een grootscheep
se campagne in het raam van dat jubi
leum organiseren met de bedoeling het
tabaksgebruik nog hoger op te voren. De
Fransman besteedt gemiddeld twee per
cent van zijn budget aan sigaretten en
tabak De doorsnee Duitser blaast voor
een dubbel en de Engelsman zelfs voor
70)'
Dimopol was in de' salon achtergebleven en kwam
snel tot rust. Hij was evenzeer aan woede als aan vrien
delijkheid gewend. De mensen die boos op hem wer
den ergerden hem al evenmin als de welwillende men
sen hem ontroerden. Ifij daalde de trap naar het
souterrain af, want wat Virgilica zou zeggen wilde hij
liever niet horen. Buiten gekomen zocht hij de chauf
feurs op.
Zij stonden rondom zijn eigen chauffeur Amilcar ver
zameld en gaven hem goede raad of lachten hem uit.
Amilcar kwam uit zijn gebukte houding overeind. De
zweetdruppels stonden hem op het voorhoofd. Hij was
aan de oude wagen van Dimopol aan het prutsen.
„Lukt het, Amilcar?" vroeg Dimopol. „Jawel, meneer,
maar het is niet gemakkelijk".
Een andere chauffeur boog zich over het wiel en
onderzocht de rubberband, die grote rode en zwarte
vlekken vertoonden alsof er sprake was van een af
schuwelijke huiduitslag.
„Dat ding is te oud. Dat heeft zijn dienst wel gedaan.
Zoiets is alleen nog goed om weg te gooien".
„Nee, vriend, dat ziet u verkeerd", zei Dimopol mild.
„Als wij naar uw woorden zouden handelen zouden
wij immers ook onze ouders moeten vermoorden, zodra
zij niet meer tot werken in staat zijn. En zou u dat
Christelijk gedacht of gehandeld willen noemen? Nee.
wij verzorgen hen, wij laten hen door de dokter be
handelen".
„Dat is toch niet precies hetzelfdetrachtte de
chauffeur zich te handhaven.
„Kom, kom. dat begrijpt u waarschijnlijk niet zo goed,
vriend," zei Dimopol welwillend. Hij klopte de chauf
feur op de schouder. Daarna wilde hij het huis weer
binnengaan.
Hij had evenwel de deur nog niet bereikt toen hij
stappen achter zich hoorde. Amilcar was hem met de
andere chauffeur gevolgd.
„Meneer Dimopol", zei de andere chauffeur verlegen,
„ik ben in dienst van de commissaris. Ik zal u de
reserveband geven. Dat kan best. Bij ons valt zoeits
immers niet op
Dimopol spitste dadelijk de oren. De chauffeur maak
te een hoofdbeweging in Amilcars richting en ging ver
der.
„Ik kan het niet aanzien, dat die jongen altijd met
die ellendige band zit te knoeien. En als ik hem die
reserveband nu geef
„Goed. laat maar eens zien. Als het een goede is
De chauffeur ging naar zijn wagen en Dimopol zag
hem de kofferruimte openen. Hij kwam terug met een
rode band, met het stof van de fabriek er nog op. Dimo
pol bekeek de band aandachtig van binnen en van bui
ten en gaf hem aan zijn chauffeur.
„Hier, neem maar mee. En wees er voorzichtig mee,
hè?" Met een grootmoedig gebaar wilde hij weggaan,
maar de chauffeur van de commissaris hield hem, zij
het weifelend, tegen.
„Jawel, meneer, maar hoe doen we nu met
„Ben ik u iets schuldig?" vroeg Dimopol argeloos.
„Ja, ziet u, meneereen nieuwe band kost dui
zend lei.
„Die band heeft u niets gekost, vriend".
„Als u het zo opvat
„Denk eraan, vriendje, dat ik de commissaris hier
van op de hoogte zou kunnen stellen!" Toen de man ver
schrikt achteruitdeinsde ging Dimopol op zijn gebruike
lijke milde toon verder, „Maar ik ben de kwaadste
niet. Zegt u maar wat u hebben wilt".
„Geeft u mij liever wat u ervoor over hebt".
De bankier stak zijn hand in de zak en koos met
geoefende vingers vijf munten, ieder ter waarde van
twintig lei. Hij haalde ze te voorschijn en telde ze na.
„Kijk, die zijn voor u".
„Zo'n beetje voor een splinternieuwe band, meneer?"
Dimopol dacht even na en haalde toen uit een andere
zak een stukje gekleurd papier te voorschijn.
„Nou, daar hebt u er nog een vrijkaartje voor de
bioscoop bij." Dimopol was kort tevoren eigenaar ge
worden van de zaal, waarin de bioscoop Casino geves
tigd was en hij perste op zijn welwillende manier de
bedrijfsleider van het theater dagelijks vijf of zes vrij
kaarten af, die hij uitdeelde aan politieagenten koet
siers, straatvegers, bedelaars en andere bekenden.
„Denkt u dat ik belang bij de bioscoop heb?" zei de
chauffeur ontgoocheld. „U doet uzelf te kort als u het
kaartje niet aanneemt," zei Dimopol als een welwillende
vermaning. „Gaat u die film nu eens zien, Ik heb haar
zelf ook gezien. En ik ben ervan overtuigd, dat u me
dankbaar zult zijn". Uit de open ramen van de eetzaal
klonk vrolijk applaus naar buiten. Nadat de rust terug
gekeerd was liet de stem van Virgilica zich weer horen
„Want, naar de verkiezingsleus van die lord, die Enge
land tot een groot land heeft gemaakt, wil ook onze
partij ons land rijk maken. Terwijl de vooruitgang van
de ene partij de andere altijd tot ontevredenheid stemt
hebben wij een nieuw ideaal tot beginsel gekozen: dat
allen rijk worden."
„Bravo! Leve meneer Virgilica!"
„In dit verband, geachte dames en heren, moet ik ook
aan dit feest, dat wij de eer hebben bij te wonen, tegen
mijn zin een politieke tint verlenen. Hier hebben wij in
ons midden een luisterrijk voorbeeld van datgene, wat
wij allen trachten na te streven. Waarde Lipanescu, ik
heb de zekerheid niet te overdrijven, wanneer ik ver
klaar dat niet alleen de klasse waaruit u voortgekomen
bent, niet alleen uw medeburgers, maar ook onze partij,
ja het hele land, trots op u mogen zijn
Lipanescu beluisterde hem met bonzend hart. Hij had
de neiging de armen uit te slaan en weg te vliegen. Hoe
had hij enkele ogenblikken geleden nog sombere ge
dachten kunnen koesteren! Het treffen met Dumitrica
had hem niet alleen aan zijn verplichtingen ten opzichte
van de bankier herinnerd, maar tevens aan het geld,
dat hij in de komende dagen aan het „Industriekrediet''
moest terugbetalen en aan de wissel op de Petroleum-
bank, die hij poogde te verlengen. Terwijl zijn oliepro-
duktie daalde en de prijs zich nauwelijks wilde herstel
len vermeerderden de uitgaven en sloten hem als in een
noodlottige cirkel in. Driekwart van de naburige olie
velden was al gesloten en nog steeds werden er meer
bedrijven stilgelegd. De olielaag raakte uitgeput, de uit
gemergelde bodem wilde niets meer geven. Sommige
ondernemers hadden diepere boringen gemaakt, maar
ook daarbij geen olie gevonden en waren weggetrokken
Hij alleen was gebleven en koppig vocht hij met zijn
schuldeisers, betaalde hogere rente, nam hier geld op
om ginds een geldschieter die niet langer wilde wachten
tevreden te stellen. Hij wrong zich kreunend in de meest
ondenkbare bochten, teneinde zijn plannen alsnog te
kunnen verwerkelijken. Nu evenwel voelde hij zich weer
een vrij man en een man die gewonnen had. Hij had de
indruk dat alleen door het wenden van dit heerlijke
feest de keten van zorgen hem van de hals was geno
men. Hij luisterde nog wel, maar de woorden drongen
niet duidelijk meer tot hem door. Hij voelde alleen het
kloppen in zijn slapen, dat hem maande de frisse zee
lucht op te zoeken. Pas de slotwoorden van Virgilica
drongen weer tot zijn bewustzijn door:
daarom verzoek ik u allen met mij het glas te hef
fen, ter ere van onze gastheer, die men niet anders
kan noemen dan overwinnaar!"
Meneer Virgilica ging met een voldaan lachje zitten,
terwijl de gasten in de handen klapten. Lipanescu spreid
de de armen uit en ademde diep in. „Overwinnaar"
fluisterde hij in zichzelf, terwijl hij een verwarde blik
van de ene kant van de tafel naar de andere liet dwa
len, een blik overigens die op mensen noch op muren
bleef rusten, maar in de verte verdween, alsof hij een
andere wereld wilde binnendringen.
Weer applaudisseerden de gasten, maar hij leek het
niet te horen. Zijn blik bleef wazig.
„Rondom mij verheffen de vijanden zich: Lipanescu
geef je over! Ik heb evenwel de lans op hen gericht
en hun gezegd, „Honden ga opzij! Lipanescu moet als
overwinnaar uit de strijd te voorschijn komen!"
Onthutst keken de gasten elkaar aan. Alleen zij, die
zijn woorden niet hadden verstaan, klapten. „Sedert
veertig jaar strijd ik tegen de vijand. In alle mogelijke
gedaanten heeft hij zich aan mij vertoond, maar ik
heb hem met de lans doorboord...."
De burgemeester hief traag het hoofd op en keek de
gastheer aandachtig aan. De glimlach in zijn mondhoe
ken verstarde. Lipanescu praatte door en maakte hef
tige gebaren. De ene punt van zijn snor was omlaag-
gezakt en misvormde zijn gezicht. Meneer Virgilica
boog zich naar de burgemeester: „Hij is dronken...."
(Wordt vervolgd)
een drievoudig bedrag de lucht in. In ver
band met die propaganda betreurt de di
rectie het echter wel dat generaal De
Gaulle sinds een paar jaar helemaal van
het roken is afgeraakt. Hij kon beter, zo
menen de tabakssupporters, een voorbeeld
nemen aan de reuzensigaren van Winston
Churchill. Toen De Gaulle als rustend bur-
ber zijn gedenkschriften schreef, rookte
hij vijftig sigaretten per dag. Wanneer hij
met roken was doorgegaan, zo aarzelen
de officiële propagandisten van de Franse
sigaret niet te verzekeren, zou de gene
raal naast zijn staatszaken gemakkelijk
nog een deel aan zijn memoires toe heb
ben kunnen voegen.
Traditiegetrouw dient iedere Angel
saksische vrouw met Pasen een nieuw
hoedje te dragen. Hier is zo'n „Easter
bonnet", gemaakt door de Londense
hoedenontwerpster Gina Davies uit
zwart stro en witte zijde en gegarneerd
met een feestelijke lentebloem.
Advertentie
N.V. MIJ. „HOLSTER" - ©VERVEEN
Tel. K 2500 - 00002. 57290 en 57833
Er zijn in de gemeenzame taal twee
woorden voor het begrip ruzie, die
enige trekken gemeen hebben, name
lijk mot en hommeles. Men brengt
het eerste soms in verbanad met het
schubvleugelige insect, het tweede met
de soort b ij. die men hommel noemt.
Ook echter wordt verwantschap gezocht
met mot in de betekenis: s 1 ij k en: het
in dat slijk levende varken. Zo
denkt men dan bij hommeles aan de
hom van vissen. Het punt van verge
lijking is het begrip: weke massa die
s 1 ij k en hom gemeen hebben. Een
afzonderlijke moeilijkheid is de over
gang van betekenis naar ruzie Die is
het gemakkelijkst bij hommels: daar
waar het gonst en bromt kan men zich
onenigheid voorstellen. Ook komt een
werkwoord hompen voor. dat sto- i
ten, duwen betekent. M ot kan op
deze wijze echter moeilijk verklaard l
worden.