PANDA EN DE GROTBOKSER Machine leest sneller dan de mens Bibina NATUURRESERVAAT IN LONDEN Garcia de Léon Het brandende dal J* fs:! Oudjes JUBILEUM VAN HET ROOKGENOT ^Hoe is het ontstaan?^ de kerkuil ÊmÊ J Z A T E D A G 18 MAART 1961 <3 voor een goed en verantwoord advies door Radu Tudoran Vertaling Margot Bakker Centrale verwarming Airconditioning Aut. oliestook Dit woord: MOT 1 cor. MASitK raoNDPf 63. De heren Anthropus en Vlinderslag gingen in een onwaardige buiteling de trap van het Paleis der Sporten af en pas omstreeks de al meermalen genoemde goot vonden zij een rustplaats. Er was echter geen sprake van dat zij daar tot enige verstandhouding kwamen, want de bokser had allerlei pijnlijks te overdenken en de maatschappelijk werker gaf zijn pogingen om binnen te dringen tijdelijk op. „Maar ik. kom terug," bezwoer hij binnensmonds, „en dan zal ik meer doorslaggevende argumenten meebrengen. Ik móet die vent spreken!" Intussen was er in het gebouw eindelijk enige rust inge treden en de holbewoner maakte hiervan een dankbaar gebruik om zijn tekenwerk voort te zetten. „Ik vind het toch allemaal wel een beetje ruw," klaagde Panda. „En die Bla tekent zo aardig! Dat vond die mijnheer Anthro pus ook. Misschien zit daar een toekomst voor hem in.„Kom nu toch, kereltje," vermaande Joris. „Wie heeft daar nu ooit van gehoord een toekomst in tekenen? Neen, neen! Het enige waar wij thans belang in stellen is boksen.„O ja? Nou dan zal ik jou eens boksen," zei een hese stem. De spreker was de teruggekeerde adjunct-directeur Vlinderslag, die veront waardigd was, omdat de ondervonden behandeling af week van wat Joris hem had voorgespiegeld. „Kalmte! Tranquilus erat demonstrandum, roep ik u mèt de Klas sieken toe!" kreet Joris ontzet; maar de bokser scheen niet in een gezeggelijke stemming te zijn. A - v>' - De nieuwe Amerikaanse leesmachine. Met een druk op de knop worden de (Van onze correspondent) WASHINGTON Zelfs de beste secre taresse heeft haar hoofd weieens niet bij haar werk, maar wanneer haar baas zich een (dure) leesmachine van Farrington heeft aangeschaft is dat niet zo erg. Die machine leest sneller en nauwkeuriger dan welke .secretaresse ook en kan alles onthouden. Op bijgaande foto ziet men zulk een leesmachine. De pagina's worden gestopt in het vakje waarop de wijsvinger van de secretaresse gericht is en achter de rug van het meisje komt een strook met ponsgaatjes uit het instrument. Zo men wil kan men die strook weer op een andere machine zetten en die tweede ma chine tikt dan precies zulk een pagina als het meisje juist in de eerste machine heeft gestopt. Het lijkt vrij zinloos, maar dat is aller minst het geval. Die leesmachine is voor al van belang, omdat zij snel, nauw keurig, en zonder dat er mensenhersenen aan te pas behoeven te komen het ma teriaal kan voorbereiden, waarmede elek tronische hersenen „gevoed" moeten wor den. Al jaren kunnen elektronische herse nen razend snel conclusies trekken, maar zij kunnen dat alleen, wanneer men eerst alle gegevens heeft ingestopt, waarop die conclusies gebaseerd moeten zijn. Dat „voeden" van het elektronische brein was tot dusverre een langdurig en saai kar wei. Nog niet zo lang geleden zagen wij te Washington een demonstratie met een ma chine, die juristen in staat kon stellen snel alle gegevens te vinden die zij nodig kon den hebben bij de studie van een bepaald probleem. Voordat die machine hun daar bij behulpzaam kon zijn, moesten secre taressen wekenlang wetsartikelen en juri dische beschouwingen hebben overgetikt op bandjes, die pasten bij de „spijsver tering" van het elektronische brein. Dat „voeden" door mensen vergt veel tijd en fouten zijn bij mensenwerk nooit uitgeslo ten. Thans heeft men echter een machine, die dat omslachtige en saaie voorberei- dingswerk kan overnemen en bespoedigen. De machine leest zowel letters als cijfers met haar „oog" dat ongeveer werkt als een televisie-camera. Helaas is men nog niet zo ver dat het oog alles kan lezen. Het opneemvermogen is nog gebonden aan een bepaald letter- en cijfertype. Men hoopt de machine evenwel voor allerlei drukletters geschikt te maken. Heeft men een gedrukte, of getypte, pa gina eenmaal op een band overgebracht (dat kan een ponsband zijn of een mag netische strook), dan kan men er allerlei mee doen. Men kan die band „voeden" in een elektronisch brein om er, als dat zo te pas komt, feiten aan te ontlenen, maar nen kan die band ook in een telexmachine toppen en bijvoorbeeld op hetzelfde mo- ïent in Europa laten uittikken in onmid- dlijk leesbaar machineschrift. Verder kent men in Amerika thans ook 'rtaalmachines. Wanneer men de band arin stopt, krijgt men de tekst in het >aans of Russisch terug, zij het mis- i hien ietwat vrij vertaald. De machine heeft één nadeel vergeleken ftet een secretaresse: het lezen gaat nog niet geruisloos. Gezoem en geklikklak zijn nog niet te vermijden. En.... koffiezet ten doet het ding ook nog niet. elektronische hersenen aan het werk Britse technici zijn deze week begonnen met de restauratie van twee stokoude lo comotieven. Een van de twee'oudjes is de eerste locomotief voor passagierstreinen die ooit gebouwd werd. De machine is 136 jaar oud en draagt de naam „Locomotion nr. 1", Zij werd in 1841 buiten dienst ge steld maar heeft daarna nog lang dienst gedaan als motor voor mijnpompen. Het traject waarop de oude loc gereden heeft was het lijntje van Stockton naar Darling ton. De andere locomotief is 116 jaar oud. Ook deze machine, die jarenlang posttrei nen gereden heeft, eindigde zijn loopbaan als mijnpompmotor. Advertentie GRACHT23VTEL 17063 52-53 Ook Bibina kreeg het erg druk na die storm. Er waren zoveel bloemen ge knakt zoveel takken gebroken. Daar moest ze nu op letten en proberen, de schade zo veel mogelijk te herstellen. Zo ging ze de hele dag het bos door, hier een tak opbindend, daar een blad uit de kreukel halend. Er waren vogelnestjes beschadigd, die hielp ze herstellen. Overal was wel iets te doen. De kleine dieren waren blij, dat Bi bina ze kwam helpen. Ja, zo'n elfje heeft een druk leventje, hoor, neem do.t maar van me aan! Ondanks ijverige pogingen van de wetgever blijft Londen een ongezonde stad. De atmosfeer is er zwaar van fabriéksrook en, wat misschien nog erger is, van de uitlaatgassen der tienduizenden auto's en bussen. Dwars door de huizenzee heen loopt echter een (bijna) ononderbroken groene strook van parken, van St. James's Park bij het regeringskwartier via Green Park, Hyde Park, Kensington Gardens naar Regent's Park. Met welbehagen snuift men er de frisse lucht in. Maar boven dien is het mogelijk per bus of met de Underground in een kwartier of twintig minuten midden in ongerepte natuur te komen. De Northern Line brengt u in de korte spanne tij ds naar Hampstead Heath, een natuurreservaat vlakbij het centrum van een wereldstad. Op mooie zondagen kan het er wel eens wat té druk zijn, daarom is een bezoek door de week aan te bevelen. Vierhonderd hectaren heuvel achtig bosterrein met glooiende speelweiden en grootse vergezichten, met de zuiverste atmosfeer die men zich denken kan, liggen als een bekoorlijke oase te wachten op de toerist, die gedurende het grootste deel van zijn verblijf zijn longen moet vullen met een zeer kwalijk mengsel. Het dorp Hampstead maakt al lang deel uit van Groot Londen, maar het is nog steeds een plaatsje met een ge heel eigen karakter. Op de hoogste heu vel van de stad gelegen, met charman te hellende en kronkelende straten en straatjes, vormt het een levensgroot contrast met de rest van de conglome ratie. Het is altijd een toevluchtsoord geweest voor kunstenaars, die hier de noodzakelijke rust zochten om zich op hun werk, wat dan ook, te kunnen con centreren. Dat is het nog dat blijkt gauw genoeg als men maar even om zich heen kijkt en ook al houden de schilders bovenaan High Street geen openlucht tentoonstelling. De bolhoed en de paraplu doen het hier niet; men loopt er, ook 's zondags, rond in ty- pisch-Britse ruige tweeds of (de jonge re generatie) in luchtige moderne kle ding. Het aantal baarden is in Hamp stead procentsgewijze hoger (Jan overal elders in Londen. Hetzelfde kan worden gezegd van het aantal meisjes in jeans, zonder of met zeer weinig make-up en rondslenterend in 'n karakteristiek-ar- tistieke onverschilligheid. De hele streek is bezaaid met litte raire reminiscenties. Men wandelt met een gemakkelijk opgedane kennis in een van de vele koffiehuizen door het dorp en over de Heath dezelfde pa den, waarin de voetafdrukken van Co leridge, Lamb en Shelley hebben ge staan. Men moet niet verwonderd zijn, wanneer hij onderweg losjes opmerkt: „Daar heeft Keats gewoond." En hij gaat graag een ogenblik met mij naar binnen om mij zoveel mogelijk bijzon derheden te wijzen. John Keats noemde dit huis, waarin hij van december 1818 tot september 1820 woonde, Wentworth Place. In de tuin heeft hij zijn beroemde „Ode to a nightingale" geschreven. Hij deelde de woning met 'n weduwe. Mrs. Braw- ne, en haar gezin. Een dochter, Fanny, was zijn grote liefde. Keats wist toen al dat hij ongeneeslijk ziek was, wat aan zijn liefdesverhouding met Fanny een nog dramatischer karakter gaf. Haar verlovingsring, die zij tot haar dood heeft gedragen, ligt als een stille getuige van wat zich in dit huis heeft afgespeeld in een vitrine. Er is zoveel te zien op Hampstead Heath, dat we niet te lang bij de her inneringen aan Keats kunnen stilstaan. Een flinke wandeling brengt ons bij Spaniard's Inn, daterend uit de acht tiende eeuw. In een omgeving, die ge dachten oproept aan Dickens en aan de befaamde roverhoofdman Dick Turpin (een naar hem genoemd kamertje op de eerste verdieping is te bezichtigen) laven we ons met een glas bier. De rook van honderdduizenden pijpen hangt aan de lage eiken zoldering. Ik dwaal even van de bar af, neem een kijkje in een kamertje met hetzelfde antieke interieur, waar kunstzinnige gesprek ken worden gevoerd, sla een hoek om, ontdek een ander kamertje het is warempel een toer mijn oude plaatsje terug te vinden. Wat al beroemde namen rollen over de lippen van mijn metgezel. „Shelley en Constable kwamen hier regelmatig. Later behoorden Compton Mackenzie (Whisky Galore), George du Maurier, Reynolds en Gainsborough tot de vaste klanten. Kom mee, dan zal ik u een collectie doeken laten zien, die u hier beslist niet zou hebben verwacht." Doel van de volgende trip is Ken wood, een kasteelachtig landhuis uit de achttiende eeuw. Robert Adam, de architect van tal van aristocratische be huizingen in Londen, heeft het in 1767 voor Lord Mansfield, Lord Chief Justi ce van George III, gebouwd. Tegen woordig zijn 't huis en zijn kunstschat ten open voor elke bezoeker. Ik mag dan al niet bijster verrast zijn hier doeken aan te treffen van de beste Engelse schilders, Thomas Gains borough, Joshua Reynolds en George Romney, ik sta even te kijken en voel me een beetje trots wanneer ik voor Rembrandt en Vermeer wordt geleid. Van de eerste bewonder ik een prach tig zelfportret, de laatste is vertegen woordigd met „De gitaarspeler". Er komt letterlijk geen eind aan de interessante bijzonderheden, die Hamp stead heeft te bieden. Het is trouwens onmogelijk alles in één dag af te doen, maar dat geeft het dorp juist zijn spe ciale attractie: je wordt er telkens en telkens wepr heengetrokken. John Con stable maakte hier zijn bekende land schappen en op het kerkhof vindt men zijn graf. Men kan achteloos over Par liament's Hill wandelen, om met wat meer interesse rond te kijken als men u vertelt, dat Guy Fawkes van dit punt af de uitwerking van de bomaan slag op het parlementsgebouw trachtte te zien. Hij moet wel zeer teleurgesteld zijn geweest, dat hij geen enkel extra rookwolkje in de verte ontwaarde: het complot was uitgelekt. En daar is Jack Straw's Castle, een herberg, die ge noemd is in de „Pickwick Papers" van Dickens en in de „Tales of a Traveller" van Washington Irving. William Make peace Thackeray was er overigens geen onbekende. Verwondert het u, na dit alles, dat de Heath een uitgezocht terrein is voor buitenopnamen van films? En dat veel buitenlandse gasten van de Engelse hoofdstad geen zondags bezoek aan Hampstead overslaan? (Nadruk verboden) (Van onze correspondent) PARIJS Deze maand wordt in Frankrijk met recepties, filmvertoningen, minis teriële en wetenschappelijke voordrachten en de oprichting van regionale vrienden kringen het feit feestelijk herdacht dat vierhonderd jaren geleden de tabak zijn entree maakte voor een zegetocht in en door dit land. Het was de diplomaat Jean Nicot, die by zijn terugkeer uit Portugal, waar hij als huwelijksmakelaar echtelijke banden moest leggen tussen een telg uit een Frans koningsgeslacht, Marguerite de Valois, en Don Sebastian, een pakje tabakspoeder meenam naar Parijs ten behoeve van Catherina cle Medici als geneesmiddel tegen de migraine waarvan ze zwaar te lijden had. Of de Franse koningin veel baat bij dat medicament heeft, gevonden, vertelt de geschiedenis niet. Daarentegen behoeft men geen diepvorsend onderzoek in de historie te verrichten om vast te kunnen stellen dat Jean Nicot's geschenkje aan de vorstin zich voor zijn land tot een bron van genoegens en welvaart heeft ontwikkeld. Ofschoon, zo men recente rap porten over het verband tussen nicotine en longkanker moet geloven, ook minder gunstige gevolgen op rekening van de tabak geschreven moeten worden. Over de hele wereld worden nu jaar lijks 2100 miljard sigaretten gefabriceerd om onmiddellijk weer in rook te worden omgezet en van die massa neemt Frank rijk er 44 miljard ofwel ruim twee per cent voor zijn rekening. De verwerking en de handel van tabak, die in Frankrijk zelf gekweekt wordt, bracht de minister van Financiën alleen vorig jaar al twee miljard nieuwe franken in het laatje. Met het oog op de Euromarkt heeft de Franse regering de nationale tabaksregie onlangs echter niettemin een wat liberaler statuut gegeven om de concurrentie van andere landen beter het hoofd te kunnen bieden De nieuwe directie wil nu een grootscheep se campagne in het raam van dat jubi leum organiseren met de bedoeling het tabaksgebruik nog hoger op te voren. De Fransman besteedt gemiddeld twee per cent van zijn budget aan sigaretten en tabak De doorsnee Duitser blaast voor een dubbel en de Engelsman zelfs voor 70)' Dimopol was in de' salon achtergebleven en kwam snel tot rust. Hij was evenzeer aan woede als aan vrien delijkheid gewend. De mensen die boos op hem wer den ergerden hem al evenmin als de welwillende men sen hem ontroerden. Ifij daalde de trap naar het souterrain af, want wat Virgilica zou zeggen wilde hij liever niet horen. Buiten gekomen zocht hij de chauf feurs op. Zij stonden rondom zijn eigen chauffeur Amilcar ver zameld en gaven hem goede raad of lachten hem uit. Amilcar kwam uit zijn gebukte houding overeind. De zweetdruppels stonden hem op het voorhoofd. Hij was aan de oude wagen van Dimopol aan het prutsen. „Lukt het, Amilcar?" vroeg Dimopol. „Jawel, meneer, maar het is niet gemakkelijk". Een andere chauffeur boog zich over het wiel en onderzocht de rubberband, die grote rode en zwarte vlekken vertoonden alsof er sprake was van een af schuwelijke huiduitslag. „Dat ding is te oud. Dat heeft zijn dienst wel gedaan. Zoiets is alleen nog goed om weg te gooien". „Nee, vriend, dat ziet u verkeerd", zei Dimopol mild. „Als wij naar uw woorden zouden handelen zouden wij immers ook onze ouders moeten vermoorden, zodra zij niet meer tot werken in staat zijn. En zou u dat Christelijk gedacht of gehandeld willen noemen? Nee. wij verzorgen hen, wij laten hen door de dokter be handelen". „Dat is toch niet precies hetzelfdetrachtte de chauffeur zich te handhaven. „Kom, kom. dat begrijpt u waarschijnlijk niet zo goed, vriend," zei Dimopol welwillend. Hij klopte de chauf feur op de schouder. Daarna wilde hij het huis weer binnengaan. Hij had evenwel de deur nog niet bereikt toen hij stappen achter zich hoorde. Amilcar was hem met de andere chauffeur gevolgd. „Meneer Dimopol", zei de andere chauffeur verlegen, „ik ben in dienst van de commissaris. Ik zal u de reserveband geven. Dat kan best. Bij ons valt zoeits immers niet op Dimopol spitste dadelijk de oren. De chauffeur maak te een hoofdbeweging in Amilcars richting en ging ver der. „Ik kan het niet aanzien, dat die jongen altijd met die ellendige band zit te knoeien. En als ik hem die reserveband nu geef „Goed. laat maar eens zien. Als het een goede is De chauffeur ging naar zijn wagen en Dimopol zag hem de kofferruimte openen. Hij kwam terug met een rode band, met het stof van de fabriek er nog op. Dimo pol bekeek de band aandachtig van binnen en van bui ten en gaf hem aan zijn chauffeur. „Hier, neem maar mee. En wees er voorzichtig mee, hè?" Met een grootmoedig gebaar wilde hij weggaan, maar de chauffeur van de commissaris hield hem, zij het weifelend, tegen. „Jawel, meneer, maar hoe doen we nu met „Ben ik u iets schuldig?" vroeg Dimopol argeloos. „Ja, ziet u, meneereen nieuwe band kost dui zend lei. „Die band heeft u niets gekost, vriend". „Als u het zo opvat „Denk eraan, vriendje, dat ik de commissaris hier van op de hoogte zou kunnen stellen!" Toen de man ver schrikt achteruitdeinsde ging Dimopol op zijn gebruike lijke milde toon verder, „Maar ik ben de kwaadste niet. Zegt u maar wat u hebben wilt". „Geeft u mij liever wat u ervoor over hebt". De bankier stak zijn hand in de zak en koos met geoefende vingers vijf munten, ieder ter waarde van twintig lei. Hij haalde ze te voorschijn en telde ze na. „Kijk, die zijn voor u". „Zo'n beetje voor een splinternieuwe band, meneer?" Dimopol dacht even na en haalde toen uit een andere zak een stukje gekleurd papier te voorschijn. „Nou, daar hebt u er nog een vrijkaartje voor de bioscoop bij." Dimopol was kort tevoren eigenaar ge worden van de zaal, waarin de bioscoop Casino geves tigd was en hij perste op zijn welwillende manier de bedrijfsleider van het theater dagelijks vijf of zes vrij kaarten af, die hij uitdeelde aan politieagenten koet siers, straatvegers, bedelaars en andere bekenden. „Denkt u dat ik belang bij de bioscoop heb?" zei de chauffeur ontgoocheld. „U doet uzelf te kort als u het kaartje niet aanneemt," zei Dimopol als een welwillende vermaning. „Gaat u die film nu eens zien, Ik heb haar zelf ook gezien. En ik ben ervan overtuigd, dat u me dankbaar zult zijn". Uit de open ramen van de eetzaal klonk vrolijk applaus naar buiten. Nadat de rust terug gekeerd was liet de stem van Virgilica zich weer horen „Want, naar de verkiezingsleus van die lord, die Enge land tot een groot land heeft gemaakt, wil ook onze partij ons land rijk maken. Terwijl de vooruitgang van de ene partij de andere altijd tot ontevredenheid stemt hebben wij een nieuw ideaal tot beginsel gekozen: dat allen rijk worden." „Bravo! Leve meneer Virgilica!" „In dit verband, geachte dames en heren, moet ik ook aan dit feest, dat wij de eer hebben bij te wonen, tegen mijn zin een politieke tint verlenen. Hier hebben wij in ons midden een luisterrijk voorbeeld van datgene, wat wij allen trachten na te streven. Waarde Lipanescu, ik heb de zekerheid niet te overdrijven, wanneer ik ver klaar dat niet alleen de klasse waaruit u voortgekomen bent, niet alleen uw medeburgers, maar ook onze partij, ja het hele land, trots op u mogen zijn Lipanescu beluisterde hem met bonzend hart. Hij had de neiging de armen uit te slaan en weg te vliegen. Hoe had hij enkele ogenblikken geleden nog sombere ge dachten kunnen koesteren! Het treffen met Dumitrica had hem niet alleen aan zijn verplichtingen ten opzichte van de bankier herinnerd, maar tevens aan het geld, dat hij in de komende dagen aan het „Industriekrediet'' moest terugbetalen en aan de wissel op de Petroleum- bank, die hij poogde te verlengen. Terwijl zijn oliepro- duktie daalde en de prijs zich nauwelijks wilde herstel len vermeerderden de uitgaven en sloten hem als in een noodlottige cirkel in. Driekwart van de naburige olie velden was al gesloten en nog steeds werden er meer bedrijven stilgelegd. De olielaag raakte uitgeput, de uit gemergelde bodem wilde niets meer geven. Sommige ondernemers hadden diepere boringen gemaakt, maar ook daarbij geen olie gevonden en waren weggetrokken Hij alleen was gebleven en koppig vocht hij met zijn schuldeisers, betaalde hogere rente, nam hier geld op om ginds een geldschieter die niet langer wilde wachten tevreden te stellen. Hij wrong zich kreunend in de meest ondenkbare bochten, teneinde zijn plannen alsnog te kunnen verwerkelijken. Nu evenwel voelde hij zich weer een vrij man en een man die gewonnen had. Hij had de indruk dat alleen door het wenden van dit heerlijke feest de keten van zorgen hem van de hals was geno men. Hij luisterde nog wel, maar de woorden drongen niet duidelijk meer tot hem door. Hij voelde alleen het kloppen in zijn slapen, dat hem maande de frisse zee lucht op te zoeken. Pas de slotwoorden van Virgilica drongen weer tot zijn bewustzijn door: daarom verzoek ik u allen met mij het glas te hef fen, ter ere van onze gastheer, die men niet anders kan noemen dan overwinnaar!" Meneer Virgilica ging met een voldaan lachje zitten, terwijl de gasten in de handen klapten. Lipanescu spreid de de armen uit en ademde diep in. „Overwinnaar" fluisterde hij in zichzelf, terwijl hij een verwarde blik van de ene kant van de tafel naar de andere liet dwa len, een blik overigens die op mensen noch op muren bleef rusten, maar in de verte verdween, alsof hij een andere wereld wilde binnendringen. Weer applaudisseerden de gasten, maar hij leek het niet te horen. Zijn blik bleef wazig. „Rondom mij verheffen de vijanden zich: Lipanescu geef je over! Ik heb evenwel de lans op hen gericht en hun gezegd, „Honden ga opzij! Lipanescu moet als overwinnaar uit de strijd te voorschijn komen!" Onthutst keken de gasten elkaar aan. Alleen zij, die zijn woorden niet hadden verstaan, klapten. „Sedert veertig jaar strijd ik tegen de vijand. In alle mogelijke gedaanten heeft hij zich aan mij vertoond, maar ik heb hem met de lans doorboord...." De burgemeester hief traag het hoofd op en keek de gastheer aandachtig aan. De glimlach in zijn mondhoe ken verstarde. Lipanescu praatte door en maakte hef tige gebaren. De ene punt van zijn snor was omlaag- gezakt en misvormde zijn gezicht. Meneer Virgilica boog zich naar de burgemeester: „Hij is dronken...." (Wordt vervolgd) een drievoudig bedrag de lucht in. In ver band met die propaganda betreurt de di rectie het echter wel dat generaal De Gaulle sinds een paar jaar helemaal van het roken is afgeraakt. Hij kon beter, zo menen de tabakssupporters, een voorbeeld nemen aan de reuzensigaren van Winston Churchill. Toen De Gaulle als rustend bur- ber zijn gedenkschriften schreef, rookte hij vijftig sigaretten per dag. Wanneer hij met roken was doorgegaan, zo aarzelen de officiële propagandisten van de Franse sigaret niet te verzekeren, zou de gene raal naast zijn staatszaken gemakkelijk nog een deel aan zijn memoires toe heb ben kunnen voegen. Traditiegetrouw dient iedere Angel saksische vrouw met Pasen een nieuw hoedje te dragen. Hier is zo'n „Easter bonnet", gemaakt door de Londense hoedenontwerpster Gina Davies uit zwart stro en witte zijde en gegarneerd met een feestelijke lentebloem. Advertentie N.V. MIJ. „HOLSTER" - ©VERVEEN Tel. K 2500 - 00002. 57290 en 57833 Er zijn in de gemeenzame taal twee woorden voor het begrip ruzie, die enige trekken gemeen hebben, name lijk mot en hommeles. Men brengt het eerste soms in verbanad met het schubvleugelige insect, het tweede met de soort b ij. die men hommel noemt. Ook echter wordt verwantschap gezocht met mot in de betekenis: s 1 ij k en: het in dat slijk levende varken. Zo denkt men dan bij hommeles aan de hom van vissen. Het punt van verge lijking is het begrip: weke massa die s 1 ij k en hom gemeen hebben. Een afzonderlijke moeilijkheid is de over gang van betekenis naar ruzie Die is het gemakkelijkst bij hommels: daar waar het gonst en bromt kan men zich onenigheid voorstellen. Ook komt een werkwoord hompen voor. dat sto- i ten, duwen betekent. M ot kan op deze wijze echter moeilijk verklaard l worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 15