FILATELIE
O
De eieren van de Paashaas
Raadselrijmpje
nüf
ZATERDAG 25 MAART 1961
m- fmmi
I
Bijzondere stempels
Paaien- Dh5-h3f (Dhlf? Kg3), 6) Tg4-g3,
Mr. Ed. Spanjaard
1 Wl£
""Ml "'f 'uT Pa! w°0k niet)' 10'15- 41 25"20 '14*25 5> 23'19 12-18 6)
Een poppetje dat
lopen kan
Jan Nelissen
Cor Beek
ITALIË. De Italiaanse posterijen heb
ben een serie van negentien postzegels
het licht doen zien, die gewijd is aan
het beroemde fresco „De schepping",
dat Michelangelo aan het plafond
gewelf van de Sixtijnse kapel in het
Vaticaan heeft aangebracht. De zegels
vertonen de koppen van zijn schik
godinnen (sibillen), profeten, slaven en
eerste mensen. Op de 1, 5, 10, 115 en
150 lire de kop van een naakt, op de
15 lire de profeet Joel, op de 20 lire de
sibille van Libye, op de 25 lire de pro
feet Jesaja, op de 30 lire de sibille van
Eritrea, op de 40 lire Daniël, op de
50 lire de sibille van Delphi, op de 55
lire de sibille van Cuma, op de 70 lire
Zacharias, op de 85 lire Jonas, op de
90 lire Jeremia, op de 100 lire Ezechiel,
op de 200 lire Michelangelo zelf, op de
500 lire Adam en op de 1000 lire Eva.
POLEN. De Poolse posterijen hebben
een serie van vier postzegels het licht
doen zien naar aanleiding van de eerste
Spartacistische Spelen van de verenigde
socialistische strijdkrachten: 40 gr. ijs
hockeyspeler, 60 gr. skispringer, 1 zl.
infanteristen op ski's en 1,50 zl. slalom.
De zegels zijn ontworpen door Janusz
Grabinski.
ISRAËL. In mei wordt in Ramat Gam
het zevende internationale congres van
de „HapoeV'-sportorganisatie gehouden.
Bij deze gelegenheid verschijnt binnen
kort een postzegel van 25 agorot (veel
kleurig), waarop een spieswerper is af
gebeeld. De zegel is ontworpen door
O. Adler.
BELGIË. Ter herdenking van de
400ste geboortedag van Nicolaus Rockox
(1560-1640), burgemeester van Ant
werpen van 1603-1640, is een postzegel
van 3 fr. uitgegeven met zijn portret.
Het ontwerp, gemaakt door Dolphijn, is
ontleend aan een oorspronkelijke teke
ning van Van Dijck. Tot 31 mei a.s. is
de zegel op de Belgische postkantoren
verkrijgbaar.
OPPER-VOLTA. Drie luchtpostzegels
zijn verschenen. Het zijn een 100 fr., die
gewijd is aan de binnenlandse lucht
postdienst (afbeelding een kaart van de
t SM
republiek met aanduiding van de vlieg-
route en een vliegtuig), een 200 fr. met
het vliegveld van Ouagadougou en een
500 fr. met de Champs Elysécs te Oua
gadougou.
ARGENTINIË. Ter herinnering aan
het feit, dat honderdvijftig jaar geleden
de schrijver dr. Mariano Moreno over
leed is een zegel van 2 pesos (blauw)
v J
in circulatie gebracht met als voorstel
ling een boek, waarop zijn portret is
afgebeeld. Er zijn drie miljoen exem
plaren gedrukt.
Ter gelegenheid van de nationale fila
telistische tentoonstelling zal van 7 tot en
met 9 april in de glazen zaal van het
Ahoy-gebouw in Rotterdam een tijdelijk
bijpostkantoor worden gevestigd. Tijdens
deze tentoonstelling zal op 8 april de 49e
Nederlandse filatelistendag worden gehou
den. De op 7 april in het bijpostkantoor
aangenomen gewone, aangetekende en ex
pressestukken, alsmede de op 9 april in
de brievenbus in de glazen zaal van het
Ahoy-gebouw ter post bezorgde stukken
zullen van een afdruk van een bijzonder
rubberstempel met het randschrift „Na
tionale Filatelistische Tentoonstelling
Rotterdam '61 7 tot en met 9 april
1961" worden voorzien.
De op 8 april in het bij postkantoor aan
genomen gewone, aangetekende en expres
sestukken en de in de te plaatsen brieven
bus ter post bezorgde stukken zullen van
een afdruk van een bijzonder rubberstem
pel met het randschrift „49e Nederlandse
Filatelistendag Rotterdam 8 april 1961"
worden voorzien.
Voor de op 7 april aan te nemen aan
te tekenen stukken zullen nummerstroken
met de bijzondere opdruk „Nationale Fi
latelistische tentoonstelling" en voor die
aan te nemen op 8 april nummerstroken
met de bijzondere opdruk „49e Nederland
se Filatelistendag" worden gebruikt.
moet pion d2 worden gedekt. Zwart heeft
Ons blad publiceert nu en in de komende telkens geen kans 1) b5-b4 2) Ddl-
weken ernstige schaakzaken. Tal en Bot- b3f Te2-e3, 3) Db3-d5f Te3-e4 4) Dd5-
winnik strijden om Caïssa's hoogste gunst f7f (mat op f5, daar anders de vol-
en de serieuze amateur heeft zijn handen gende zet niet mogelijk is)
vol met het volgen en analyseren van de 4) Te4-f4, 5) Df7-h5| Tf4-g4 6)
Vandaar bij wijze van contrast ditmaal 7) Dh3-hlf Tg3-g2, 8) Kfl-el! b4-b3. Deze
enige „frivolités", lichte kost, thuishorend gedwongen zet slui't veld c2 af. 9) Dhl-flf
op de randgebieden van ons onuitputtelijk Tg2-f2. Draaien, altijd maar draaien! 10)
snpl 1 ji mm£1
tweede moet er plaats worden gemaakt op moetingen, bewijst wel de stelling na de
de h-lijn voor de witte dame en ten derde 25ste zet.
JONKHART (ZAANDAM)
^OOOOOOGOCOOOOOCOC^ v^oTCOOCX^OCOOOCOayvvvvxXXSCOOOOOOO
spel.
De opgave van diagram 1 is nog geheel
conform de spelregels.
yooooorwry ccnooocrnrr~oo
Kel-dl Tf2xfl mat. Gedwongen! Tableau!
En nu maar weer vlijtig analyseren op
TalBotwinnik.
O DIE SLEMTECHNIEK.
Twee, bijzonder instructieve spellen,
voorgekomen in de selectiewedstrijden van
de NBB, hebben de kwestie der slemcon
venties weer eens in het volle licht ge-y////// x
plaatst. Wederom is gebleken, dat ook dit <xxxxxxxaaMococxMcrxxx}ccKrioococooocccccoc>oo .'ccccorx
onderwerp nog een bron van studie biedt GERREVINK (IJMUIDEN)
voor de Nederlandse topspelers. Een eerste
Zwart: 3, 6, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 18,
19' 23' 24' 26' Wit: 2728< 30> 31> 32- 33- 35,
H VB K) 8 6 3 36, 37, 38, 40, 42, 43, 45, 48.
Plotseling staat wit met het volgend
noot die niet werd gekraakt was:
A 9 7 4
9 H 10 9 8 6 5
-
4» H 7 2
(?AB
V 7 4
<*xxx>oóooóoooooöa>Doooccoocoooooocmoóoooooooo v*" V V 7 4 ,,_Qi T„ i u
ju h 7 2 Z A - sPel verloren; Jonkhart zag dit echter niet
Wit geeft mat in zeven zetten. Het bij- tijdig in. 26) 30-25 14-20. 27) 25x14 9x20.
zondere van deze stelling is de vrijwel vol- Oost gever, NZ kwetsbaar. Aan beide 28) 40-347 20-25. Aangewezen voor wit
komen symmetrie, welke aanleiding geeft tafels opende oost met 4 schoppen, wat ?8' was 27-22 18x27 31x22. Wit staat ver
tot twee hoofdvarianten, die elkanders gezien de kwetsbaarheid een goed bod was. ,e.n' °p 43-39 12-17 en wit kan wel in-
spiegelbeeld zijn. De oplossing is simpel Wat moet west doen? Men kan natuurlijk Pakken. 29) 27-22 18x27. 30) 31x22 12-18?
m??rJohjrinant' met honderd-en-één conventies komen Zwart wint na 24-30 35x24. 19x39 altijd
mL, 2 31 en nu: a: Ke4-e5, 2) aandragen, maar daar er bepaald niets te een stuk omdat na 33x44 12-18 28x19 18x27
t „?e5-e6_ (Kd5?3 Pf4 mat) Pg2- zeggen valt tegen de logica van common- 32x21 en 13x24 volgt,
sense, ga ik eerst het bod „5 schoppen" dtttcvt mnrn
verdedigen. Wat betekent dit?
Daar 4 schoppen praktisch nooit geopend
zal worden op een spel waarin twee of
f4f Ke6-f7, 4) Pc4-d6t Kf7-g7 (Kf8? 5)
Pe6 mat), 5) Pf4-e6t Kg7-h6 (Kh8? 6) Pf7
mat), 6) Pd6-f7t Kh6xh5, 7) Pe6-f4 mat.
b: 1) Ke4-d5, 2) Pg2-f4f en de mat
voering gaat precies als sub a maar nu woraen op een spel waarin twee of
aan de linkerkant van het bord.'De slotzet ^AasTanhebbehl °het h°0gSte
is 7) Pc4 mat hebben), betekent 5 schoppen
G Hume componeerde dit paardenspel ZJDkL®1:f^at ™eSV 6 m 1 nf 4 6 t}Yeeieer-
jn 1919 sle controles heeft en zeker geen twee
De opgave van diagram 2, een compo- di^cte verliesslagen in enige bijkleur,
sitie van T. R. Dawson, overschrijdt de °nder voorwaarden moet oost wellicht
grenzen van het normale spel.
6 schoppen bieden maar het blijft moei
lijk, omdat wanneer we wests bezit in
harten en ruiten omwisselen, 6 schoppen
kansloos is.
Een betere biedserie is: oost 4 schoppen
- west 5 ruiten - oost 5 harten - west 6
schoppen. Wel is het hier natuurlijk nodig
5 ruiten als absoluut forcing te spelen
(het toont sleminteresse en OAas of
renonce), waarna oost gratis zijn eerste
controle in kan tonen. Het nadeel van
de biedserie is, dat déze schreeuwt om
een uitkomst in klaveren en als oost twee
kleine klavertjes heeft is er een 50 percent
downkans.
Ook met askingbids is dit slem te bieden: zo w
oost 4 schoppen - west 5 klaveren (wat heb 47' 48
OOOOCOOOOOOrw
DE BREE (ZAANDAM)
Zwart: 3, 4, 7, 12, 13, 14, 16, 18, 19, 21, 22,'
26. Wit: 25, 31, 36, 37, 38, 39, 40, 42, 45, 46,
OCXXV AY-noOOOry-yVYXX> yyXYYV~>rv*3ooÖOOCX"X3ÓcxJOOOOC
Wit geeft mat in één zet.
je in klaveren?) - oost 5 harten (tweede
controle in klaveren en hartenaas) - west
6 schoppen. Hoewel één der paren asking
bids hanteerde, kwam er een misverstand
Een tweede slem-misser was deze com
binatie:
4 A V
9 H 10 6
<>6 4
4» A V 10 9 7 3
4
AV9 8 7543
O 9 5 2
4» H
.«T i tiaiiLcciuc, xvwdill cl cell JTllSVcxSLdl
Natuurlijk is de stelling onmogelijk, en bleef men ook op 5 schoppen steken
want zowel de witte als de zwarte koning
staan schaak. Dat kwam omdat zwart over
het hoofd zag. dat hij schaak stond, waar
door hij een onmogelijke zet met zijn dame
deed. Hij moet die terugnemen en inplaats
daarvan een andere damezet doen. Wat hij
dan ook speelt, steeds is er dan een mat
mogelijk door een verrassende interferen
tie. Zie:
a. DF6 2) Te3 mat (Te8 en Tf8 zijn ge-
interfereerd).
b. De6 2) Tf3 mat (als sub a).
c. Dd6 2) Pc7 mat (Rh2 geïnterfereerd).
d. Dc6 2) Db7: mat (Rhl geïnterfereerd)
e. Db6 2) Dc4 mat (b7 geïnterfereerd).
In diagram 3, van A. Akerblom 1925. is
ook iets bijzonders aan de hand.
Twee zetjes beslisten dit spel. 18-23?
31-27 21x34 40x20 stuk voor. 3-9 45-40'
19-24 20x29. 26-31 36x18 12x45 en zwart
won.
Een prachtig tempo-eindspel ontstond in
de partij aan het 10de bord na de 51ste zet.
P. BEUNDER (ZAANDAM)
50000000CX*
Oost opende met 4 harten (hiemand
kwb.) en aan tafel I bood west 5 harten -
een onjuist bod, daar hij twee verlies-
slagen in een bijkleur heeft. Oost bood 6
harten, maar zuid vond de uitkomst in
ruiten en OW gingen één down.
Aan de andere tafel ging het: oost 4
harten - west 4 SA (azen vragen) - maar
toen kwam noord in de bieding met 5
ruiten, - oost en zuid pasten - en west vol
stond met 5 harten. De noordspeler had 5
schoppens van de Heer-10, één hartentje,
één klavertje en zes hoge ruitens; een 5
schoppenbod in dit stadium zou een goed
geëindigd avontuur geweest zijn (1 down
slechts).
Laten we interventie even buiten be
schouwing, dan is een redelijke bieding
voor OW: oost 4 harten - west 4 schoppen
-X)OOOOOOonnOfYTYVYyyY>YYYYYYT ,mwvVYn, ,«vyyv^cOOCC.
IR. M. KRIJGSMAN (DCIJ)
Zwart: 10, 12, 14, 22, 26, 27. Wit: 23, 29,
(♦Aas en sleminvite) - oost 5 klaveren 30, 33, 37, 38.
(ik heb ten hoogste één verliesslag in n,,~' w i
klaveren; oost, de zwakke hand. heeft dp ,,?L-t °P-i1S na- aflot>p van
géén twee azen en mag ook daarom zijn voor tit of Sedlscussieerd: winst
tweede-ronde-controle in klaveren aan- het SDelvrHnon hpl'' t We eerst
geven) - west 5 harten (ik controleer de n 29-24 27 ,1 .0
Met askingbids gaat het: oost 4 harten - 19-14 18-23. 7) 24-19 23-28 8) 33-29 '8-3?
west 5 ruiten (wat heb je in ruiten part- 9) 14-9 32-38. 10) 9-4 22-27. 11) 4x36 38-43
ner.) - oost 5 harten (afwijzing - ik heb remise gegeven,
er twee directe verliesslagen in) - west pas.
a.
b.
d.
falen op 1) f5!
f5 1) Kf2! en 2) Th6 mat.
Niet 1) Pf3? wegens 1) f4 schaak!
Kgl: 1) Tf6! en 2) Tfl mat.
0 Z//////Z, Y//////A '/Av e#.
OCXXDOOOOOCXXOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
Wit geeft mat in twee zetten. We zien al
gauw dat dit niet kan. Verder onderzoe- el Lwee uirecie vernessiaeen mi - wpct na*
kend zien we dat niet wit maar zwart aan Voor wit ging het wel iets te vlug om
zet moet zijn, want er is geen laatste zet Allemaal feitelijk met zo heel moeilijk - eventueel na 19-13-8 nog van de aan-
van zwart aan te wijzen. me!ar e_fn kwestie van studie.. en van wezige kansen te profiteren. Naast het
Dit nu geeft aanleiding tot vier onder- ®n' wan, kan weer best een spelverloop in de partij biedt dit eindspel
ling verschillende aaS varianten: Somt SPSl doorn tn be/instellinS ka^n voor winst
fe6: 1) Ph3! en 2) Re4 mat. u W VilnreU e t
f6 1) Pf3! en 2) Th6 mat srjf aanS VvSn^ n*)? het
Men merke op dat hier 1) Ph3? zou Onze wekelijkse bridgevraag: Allen daml wit- 27 '8 31 3? 3/is
kwetsbar, parenwedstrijd. Als zuid hebt 43 4ST PoJLmAn' ,1' 0V8; 4°'
ge (als gever), volgende kaarten: 19' n 13 Te iT 19 23 24 9'
A V 8 4 2 9B10 OH 4» A H 9 5 4 wit'aan ze't kan niet'31_26 speJenj wgar_
Het bieden gaat (OW passen): zuid 1 na Postma zou winnen door het tvDe-
En als slot van deze lichte hors d'oeuvre klaveren noord 1 harten zuid 1 schop, zetje bekend uit de match Vos-Raihenbach
een zelfmat in tien zetten van P. A. Larsen Pen noord 2 harten. Wat moet zuid thans 1937. Na 31-26 24-30 34x25 gedwongen
uit 1926. Bij een zelfmat wordt zwart door doen? U kunt uw antwoord ditmaal zelfs 18-22 27x29 16-21 26x17 11x31 36x27 19 23
wit gedwongen om wit mat te spiegelen aan de uitspraak ener interna- 29x18 13x31 met winst voor zwart Maar
zetten.^ Het is een kostelijk gedraai van tionale jury van experts. Zie elders op dit wit kan ook een zeer goede damzet 'nemen
blad- in de cijferstand door 27-22 18x27 32x21
23x41 36x47 16x36 47-41 38-33 en 34x5
Zwart moet dan na 11-17 de dam direct
afnemen, daar 5-19 24-29 19-41 verplicht
tu is> waarna 29-34 9-14 en 13-19 de over-
dp n,™nl,iheSir wgJar!igt bestaan is het blijvende drie om vier stand temauwer-
eS^club IJmuiden dit jaar voor de nood steeds remise is voor zwart Tn^n
vijfde keer gelukt het clubkampioenschap Bos deze combinatie wilde uitvoeren viel
van Noordholland te winnen. Met de twee- de vlag en had de Zaandammer^Si®,
de annkomende, Jozeph Blankenaar, zal tair verloren. Je moet maar geluk hebben'
DCIJ eveneens voor de vijfde keer deel- neoDen.
nemen aan de eindstrijd om de nationale B. Dukel
damtitel.
Éénmaal, in 1937, gelukte het DCIJ de
top te bereiken.
■f it ucicmm. 'sbm usuutm sj gipnoAuse uajreq f Jebm
De prestatie van het DCIJ-tiental is des ua§uïS «Mop ua uopoq uaddoips z „Japids
AT«7a11on^Ov< r\w\Ani- Al 1 -T31 CT^TAT" anTTaTTTTMPT^* o v-»t^ T a t
witte dame en zwarte toren met een ver
rassende slotstand.
De sleutelzet is buitengewoon moeilijk
te vinden.
OOOOOOCN V OOOOOOO
XXXXX X.-„ODCX30<XXX30000(X
V//////A O
cocoooooocoooocoooooooooooooooooooccocooooocoo
te opvallender, omdat de drie overige kan
didaten (Zaandam, Gezellig Samenzijn en
Jozeph Blankenaar) alle met 12—8 en
119 werden geklopt.
Wij laten hier een aantal fragmenten
volgen uit de laatste wedstrijd tegen Zaan
dam, dat op een uitstekend seizoen kan
1) Th4-d4! De bedoeling van deze terugzien.
zet is drieledig. Ten eerste moet de zwarte Dat Vrouwe Fortuna een grote rol heeft ui t .jca <uui dq
b-pion naar voren worden gedwongen; ten gespeeld in deze zenuwslopende ont- iSBBJAaSpijq asijftiajjaM ap do pjoowjuv
-.lajsjajM" apuaujqosjaA lep tooujsojusred
uaa ui }aq apjnaqag qoo; ïjaspeej uaa si
jn3TO3ojj srajaq uaa jeeu uasjfijj noz uio
Sou uaui oiojebav 'l-ieeq-i uajjojqaS uaa jo
1 .n:nq-9 abtp.iee uaa ijaaq pjoou ja:janjj?
-uoD qfnauiej uaiaeq z s? atjaspaiq azap uj
jeejuauiuiooAinf 'uaiund z uba stijdisoojj
uaa uaddoqas g jam 'uaiund 9 uajjeq
t ua uajund 01 uajjeq g :jeg xmf aa
OEI, OEI, WAT HAD de Paashaas
wekenlang hard gewerkt. Duizend eie
ren had ie moeten schilderen. Het was
maar goed, dat de elfjes en kabouters
allemaal heel goed hadden geholpen,
anders was de oude Paashaas nooit
klaar gekomen.
Het had vijf weken geduurd eer alle
eieren geverfd waren. Maar nu waren
ze eindelijk klaar en mooi dat ze ge
worden waren! Ze hadden alle kleuren;
rood, groen, blauw en oranje. De elf
jes hadden er mooie bloemetjes opge
schilderd, met kwastjes van heel fijn
muizehaar. Toen de eieren klaar waren
mochten alle bosbewoners komen kij
ken. Ze stonden met open mond en
Knagelijntje Marmot vond het eigenlijk
wel jammer dat de Paashaas al die
mooie eieren naar de eieren naar de
tuinen van de mensen ging brengen om
ze daar te verstoppen. Er waren nóg
een paar bosbewoners die het jammer
vonden dat de paaseieren naar de men
sen zouden gebracht worden. Dat wa
ren de gebroeders Egel, Diefje Egel,
Pakkertje Egel en Boef Egel. Ze keken
met begerige ogen naar de eieren en
likten hun tongen af.
„Als wij die eieren hadden," zei Boef
E^el, „konden we wel een jaar lang
iedere dag eieren eten."
„Misschien verliest de Paashaas ze
onderweg wel," vond Pakkertje.
Diefje Egel begon te grinniken en zei:
„En anders zullen wij wel zorgen dat
ie ze onderweg verliest."
TEGEN DE AVOND ging de Paas
haas op stap, hij had een grote mand
op zijn rug, waar de eieren inzaten.
De bosbewoners gingen hun slaapplaats-
je opzoeken en zodoende werd het erg
stil in het grote Sprookjes woud.
Rustig liep de Paashaas door, hij had
niet in de gaten, dat hij werd gevolgd
door drie boeven
Ja, de gebroeders Egel waren de
Paashaas gevolgd. Ze hadden alledrie
een zak op de rug om er de eieren in
te doen, die ze van plan waren te ste
len. Niets had de Paashaas in de gaten,
ook niet, dat Diefje Egel ineens snel
voorbij hem liep en een heel eind vóór
hem in een kuiltje midden op de weg
ging liggen.
Diefje rolde zich als een balletje in
elkaar en stak al zijn stekelige pennen
uit.
De paashaas liep rustig door, want
haast had ie niet. Maar ineens danste
de oude Paashaas op twee poten in het
rond en piepte .van de pijn. Wat was
er gebeurd? De Paashaas had in de
scherpe stekels van Diefje Egel ge
trapt. O, o. wat deed dat zeer! De
Paashaas zette zijn mand op de grond
en probeerde toen de stekels Uit zijn
voet te halen. Daar hadden de drie
boefjes juist op gewacht. Snel liepen ze
naar de mand en vulden hun zakken
boordevol eieren. Het waren er zoveel,
dat de lelijkerds de vracht bijna niet
konden tillen.
ZO SNEL ZE MAAR konden maakten
de gebroeders Egel dat ze weg kwa
men. „Haha", schaterde Pakkertje.
„Wat zullen wij met Pasen 'smullen.
Wat liep de Paashaas mooi in de val
hè?"
„Wat zal die haas een paar grote
ogen opzetten," grinnikte Diefje Egel,
„als ie in de mand kijkt."
O 1.
Je maakt het van karton, waarop je
het eerst tekent, daarna uitknipt en
kleurt. Het heeft alleen nog geen be
nen, want die maak je apart. Je tekent
er 4 in een cirkel, op onderling gelijke
afstand van elkaar. Ook die benen kleur
je en knip je uit, maar zo, dat het mid
den van die cirkel gesloten blijft. Dat
midden wordt met een splitpen aan de
achterkant van de pop bevestigd, die
wel een meisje met een wijde rok moet
zijn, anders zou je zien dat bij het lo
pen er telkens twee extra benen
voorschijn kwamen..
te-
De Paashaas zette zeker grote ogen
op, toen hij na een minuut of tien weer
verder wilde gaan. Hij wist niet wat
hij zag en dacht een ogenblik dat ie
niet goed wakker was.. Maar al gauw
had de Paashaas in de gaten, dat ie
helemaal niet sliep, maar dat hij be
stolen was.
Het was een heel bedroefde Paashaas
die na een uurtje bij zijn huisje kwam.
Verschrikt kwamen de bosbewoners kij
ken.
„Wat is er aan de hand Paashaas?"
vroegen ze, waarom ben je al zo gauw
terug?" Bijna huilend deed de Paas
haas zijn verhaal.
O, wat vonden de bosbewoners dat
erg. Zo'n brutale beroving was nog
nooit gebeurd in het Sprookjèswoud.
„Dat is te erg," zei een eekhoorn,
als de Paashaas niet eens meer onge
stoord zijn eieren kan wegbrengen
wordt het toch al te bont. Ik ga eens
kijken of ik die gemene rovers niet op
kan sporen."
„Ik ook, ik ook," riepen een heleboel
andere bosbewoners en al gauw ging
er een heel stel op zoek naar de ro
vers.
ZE HADDEN GELUK, want na een
uurtje zoeken zagen ze ineens een heel
stel mooi geschilderde eierdoppen lig
gen. „Hoera!" riep bosfazant, „we zijn
op het goede spoor hoor. Dit zijn scha
len van de paaseieren".
Ja, de drie broertjes Egel hadden
niet kunnen wachten tot ze thuis wa
ren en waren alvast van de eieren gaan
snoepen. Dat was wel dom van ze, want
de andere bosbewoners hoefden alleen
maar naar de eierdoppen te kijken om
de dieven te vinden. Diefje, Boefje en
Pakkertje zaten net lekker onder een
grote spar een eitje op te peuzelen toen
er ineens wel vijftig bosdieren om hen
heen stonden.
Jandoppie wat schrokken de broer
tjes!
„Gemeners", riepen de bosbewoners,
„lelijke boeven, geef terug die eieren
van de Paashaas."
De broertjes waren zo geschrokken,
dat ze zonder tegen te pruttelen de
eieren terug gaven.
De eekhoorn was nog zo kwaad, dat
ie een paar eieren nam en er de drie
booswichten helemaal mee insmeerde.
Het eigeel zat op hun stekels en op
hun snuit en ze schaamden zich dood.
Wat was de Paashaas blij toen hij
zijn eieren weer terug had. De volgen
de dag ging hij weer op stap naar het
land van de mensen, maar de eek
hoorn ging voor alle zekerheid met hem
mee. De drie egeltjes durfden zich in
het sprookjeswoud niet meer te laten
zien en zijn gauw ergens anders gaan
wonen.
'k Zoem overal, in Weesp, Zaltbommel,
en 's zomers rond de snoepjestrommel,
ik haal je pa uit zijn gedommel.
Wie ben ik dan? Ik ben een
Mijn voer gaat door een lange keel,
van de woestijn houd ik erg veel,
mijn naam lijkt wel wat op kaneel
Wie ben ik dan? 'k Ben een
Op koolblad loop ik traag of hups,
soms heel alleen, soms ook in clubs,
de boer zegt: 'k dood de hele bubs
Weet je het al? Ik ben de
Soms steek ik je in arm of rug,
dan hoor ik: vang hem, toe nou, vlug!
En is een Haarlemmer erg stug,
dan heet hij net als ik: een