ik kostte t>uiZEK'i> GULt>EN miETlIM FELICITATIEDIENST DEELT REEDS- DRIE JAAR GESCHENKEN UIT"-""" Groen Cc Volgende week.... De leeuwen christenen lusten geen vandaag" PANDA EN DE GROTBOKSER Bibïma en de Bosmannetjes ÏBLit hp Sjprlrbni fijh Polle KLOPJACHT OP BRUIDSPAREN De levensroman van een Chinees meisje door 13 h*) APRIL 1961 - Ons vervolgverhaal f 1 Centrale Verwarming Oliestook-instaüaties - vO )0 jaar cpleder - [G -Hl 4) De sporen van de wolf waren goed te volgen: overal had het kind zich aan vastgegrepen en op verscheidene plaatsen waren planten en gras uit de grond gerukt. Enkele mensen hadden inderdaad een paar wolven gezien die iets stonden te eten, maar ze hadden verondersteld dat ze ergens een varken hadden gestolen. Ik heb zelf ook eens iets meege maakt met wolven. Op een avond wa ren we bezig geweest met het oogsten van aardnoten. Het werk vlotte goed en voldaan keerden we naar huis te rug. Maar toen we amper thuis waren, bemerkte ik dat ik een etensketeltje vergeten had, terwijl me nog zo ge zegd was dat ik het beslist niet op het land mocht achterlaten. Ik durfde moeder niets te vertellen en daarom ging ik de volgende morgen al heel vroeg naar de plantage. Toen ik daar aankwam zag ik een paar hon den met elkaar vechten, maar ik rea liseerde me niet dat het geen honden waren doch wolven. Argeloos nader de ik hen tot op enkele meters. Toen kwam een der dieren op me toeren- nen sperde hij de bek wijd open. Ge lukkig stond er dichtbij een boom en het volgende moment zat ik al op een van de takken. Maar ik had mijn lesje geleerd en ben nooit meer zo vroeg naar buiten gegaan. Ook de tempels hebben in mijn jeugd een grote indruk op mij ge maakt. Zo herinner ik me er een die ik bezocht heb toen ik eens in een groot dorp was. Juist in die dagen werd het feest van de zevende maan gevierd en ieder gezin had op de een of an dere wijze zijn aandeel geleverd aan de plechtigheden. Overal werden ho ge papieren standbeelden opgericht en een menigte kleinere beelden. Onze dorpen brachten offers aan de hon- gerige geesten van hen die gestorven waren zonder dat zij bloedverwanten hadden nagelaten, die hun voedsel konden offeren. De dorpelingen ge- loofden dat deze geesten eenmaal per I jaar toestemming kregen om de we- reld der geesten te verlaten en dan j in groten getale rondgingen op zoek I naar de offers die voor hen gebracht j werden. Wij hadden dan als kinderen een vrolijke tijd want er werden al- i lerlei voorstellingen gegeven die door iedereen gratis mocht worden bijge- woond. Tijdens zo'n voorstelling I kwam een vriendinnetje op het idee j enkele beroemde tempels in het dorp I te bezoeken. Ik weet nog goed hoe wij het klaar speelden onopgemerkt zo'n tempel binnen te komen, waar- na wij ons aansloten bij een groep- i je bezoekers. De tempelbewaarder gaf juist een verklaring van de aan- j wezigheid in de tempel van een stel 1 huisraad. Hij zeide dat een jong meisje, dat 1 op het punt stond te gaan trouwen, in opdracht van haar ouders naar de tempel was gegaan om dank te bren- I gen aan de god. Ze ging echter lie- 1 ver niet alleen en nam daarom haar I schoonzusje mee. Toen de wierook- stokjes waren opgebrand keken de I meisjes nog wat rond in de tempel en I daarbij wees het schoonzusje op een van de goden, zeggende: „Wat is die I knap. Ik hoop dat je man zo knap is als hij." Ze had het nog niet ge- I zegd of het meisje verzwikte haar 1 enkel. Ze keerden daarop naar huis terug waar het toekomstige bruidje zwaar ziek werd. Dit deed de ouders i geloven dat de beide meisjes de god I hadden beledigd. Onmiddellijk ging de moeder naar de tempel om te po ll gen de belediging weer goed te ma- ken. Bij het beeld aangekomen meen- i de ze dat ze haar dochter bij de god zag zitten. Toen ze even later weer 1 thuis kwam vond ze haar dochter i dood. De moeder was er toen van overtuigd dat de god het meisje als zoenoffer had gekozen en daarom zond ze al het huisraad van het bruidspaar naar de tempel. Het feest van de zevende maan ging voorbij en andere feesten kwamen en gingen. Ik voelde mij erg gelukkig thuis, maar dat duurde slechts enkele jaren. Ik herinner mij nog hoe be- droefd mijn ouders waren toen mijn broertje die toen vier jaar oud was, erg ziek was geworden. Het was zo- mer en moeder kon in het hele huis geen plekje vinden dat voor hem koel genoeg was om er te slapen. Daar- om besloot ze hem zo nu en dan naar het plantsoen te brengen dat e tegenover onze dorpskerk lag, waar hij dan wat zou kunnen rusten. Op een dag werd hij daar wakker en zag dat er niemand bij hem was. On- middellijk stond hij op, pakte zijn kussen en mat bijeen en liep lang- zaam naar huis. Op een gegeven mo- ment stond hij tegenover me in de deuropening en ik zie nog zijn ma- ger uitgeteerd lichaampje voor me het was zo'n vreselijk gezicht dat ik wel had willen weglopen. Moeder ren- 1 de op hem toe en terwijl ze hem in haar armen nam riep ze uit: „Wat ben je toch een verstandige jongen! Al ben je dan nog zo ziek, je denkt er toch aan je spullen mee naar huis te brengen." Ze zat vele uren bij zijn bedje, soms wel een hele nacht. Op een morgen, het was nog heel vroeg, stierf hij en ik stond erbij toen zijn levenloze lichaampje koud en wit op de vloer werd gelegd. Iemand zei me toen dat hij naar een beter land was gegaan. „Ik zie hem de volgende week weer terug," dacht ik. De dood betekende toen nog weinig voor me; ik miste alleen mijn speelkameraadje. Daarna kwam er een kleine dood- kist. Mijn broertje kreeg drie lagen kleding over alkaar aan. De voorkan- ten van zijn hemden werden in re- pen geknipt, want moeder geloofde j dat als er geen openingen in zijn hemden zouden zitten hij in de andere wereld gedwongen zou zijn zand te j dragen en te helpen bij de bouw van j bruggen. Als ons gezin nog meer jon- gens had geteld, zouden mijn ouders j misschien niet zo bedroefd zijn ge- weest, maar het was voor hen een zware slag dat zij hun enige zoontje j verloren. Kort na de dood van mijn broertje begon mijn vader te tobben met zijn j gezondheid. Ik wist niet aan welke kwaal hij leed, maar hij hoestte veel i en kon op het laatst niet meer pra- ten. Nu ik eraan terugdenk geloof ik j dat hij tuberculose had. Ik was me inmiddels begonnen af te vragen waarom mijn broertje zolang weg bleef en de gedachte dat ook vader misschien weg zou gaan, joeg mij de schrik aan. Ik weet nog dat ik op een dag, toereik een hele .tijd naar hem had zitten kijken. W. ..Pappa, u mag niet van ons weggaan." Hij drukte mij zonder een woord te zeggen strak tegen zich aan en ik herinner mij dat er tranen in zijn ogen waren. Na de dood van mijn broertje en van mijn tweede zusje moeten mijn ouders zich erg eenzaam hebben ge voeld want ik was het enige kind dat hun was overgebleven. Vader had geen familieleden in de buurt. Zijn ouders waren al gestorven toen hij nog erg jong was en zijn enige zuster was na haar huwelijk ver weg ge trokken. Hij had nog een broer in Singapore, maar moeder en ik wis ten daar niets van tot hij het ons kort voor zijn dood vertelde. Terwijl de weken verstreken werd vader steeds zwakker en zwakker en op het laatst moest hij overal mee geholpen worden. Moeder en ik wikkelden hem in dekens als hij opstond want hij had het erg koud. Toch hield hij er van om buiten bij de deur van ons huis te zitten. Daar kon hij naar de voorbijgangers kijken en enkele woor den wisselen met zijn vrienden. Mis schien wist hij toen al dat hij ginS sterven want ik herinner me dat ik hem eens met moeder hoorde praten en hij haar aanwijzingen gaf hoe en wanneer ze bepaalde gewassen moest planten. Als ik nu aan hem teiug- denk geloof ik dat vader veel van me moet hebben gehouden. Ik herinner mij nog goed dat ik op een avond huiverend en rillend thuis kwam om dat mijn kleren nat waren geworden. Ondanks zijn zwakte kroop hij met moeite uit zijn bed en hielp mij bij het verwisselen van mijn kleren. Ik kan mij niet herinneren dat hij ooit kwaad op mij is geweest, behalve eens toen hij mij enkele keren had moeten zeggen dat ik niet uit zijn theekopje mocht drinken. Op een dag riep moeder mij tegen het middaguur bij zich en zei op fluis- terende toon en met tranen in haar ogen dat ik bij vader moest gaan zit ten. (Wordt vervolgd) AL MEER DAN DRIE JAAR wordt cr in ons land ijverig jacht gemaakt op jongelui, die op het punt staan in het huwelijksbootje te stappen. Sinds ok tober 1957 namelijk doorkruisen rood witte autootjes met voor en achter in feestelijk lakschrift het woord „Felici tatiedienst" ons land. Het eerst wer den ze waargenomen in Amsterdam. Daar is de victorie begonnen van het legertje geüniformeerde jonge vrouwen van deze instelling, dat aanstaande bruidsparen komt verrassen met ge schenken van het Nederlandse bedrijfs leven. Het idee komt men zou haast zeggen uiteraard uit Amerika. Een kwart eeuw geleden ongeveer is daar de welcome wagon"-organisatie opgericht, die een pracht van een reclamevorm vond in het geven van cadeaus. Oor spronkelijk was ook deze gedachte niet helemaal, want veel vroeger reeds ver welkomden de pioniers in het Wilde Westen hun nieuwe medeburgers door hen een huifkar met geschenken te gemoet te sturen. Anno 1961 gaat het in Nederland ietwat I anders. Want als het belgerinkel in de gang is weggestorven en de voordeur wordt opengadaan, stapt ze met een „Hier is de felicitatiedienst, is de bruid I thuis?" over de drempel, de juffrouw in haar charmante blauwe uniform met een vlot rood-wit-gebaand kraagje en op het hoofd een mutsje als van een stewardess Uit de bagageruimte van haar autootje heeft ze een kartonnen doos genomen en met dit pakket onder de arm gaat ze vol zelfvertrouwen naar binnen, naar de om bekende bruid en bruidegom, in de voor haar wildvreemde huiskamer. Zo biedt acht tot tien maal per dag I iedere „hostess" van de felicitatiedienst I haar collectie geschenken aan Ruim drie jaar werkt de felicitatie- I dienst nu me+ steeds toenemend succes De grondgedachte voor deze organisatie komt zoals gezegd uit Amerika. In de tijd der pioniers was het daar gebruikelijk, dat leden van een reeds gevestigde ge- meenschap bij het vernemen van het in aantocht zijn van een karavaan, hun toe' komstige medeburgers een „welcome wa^ gon" tegemoet stuurden. In deze kar had men groente, levensmiddelen, kortom al lerhande artikelen geladen, die de nieuw komers juist met het oog op de vaak lange en afmattende tocht, zeer te stade kwamen. In de nederzetting zelf waren ook de nodige voorzieningen getroffen om de nieuwe dorpsgenoten in de vreemde omgeving wat op weg te helpen. Men beschouwde dit als een volkomen normale nabuurplicht. De moderne versie van dit oude folk loristische gebruik vormt de „Welcome Wagon Internationar-organisatie, die meer dan 25 jaar geleden door de eigenaar van I een' reclamebureau in Amerika werd op gericht. Per jaar delen de ruim 4000 „hos tesses" van „Welcome Wagon" voor on I geveer 60 miljoen dollar aan geschenken uit. En naar dit voorbeeld startte in okto- ber 1957 in Amsterdam de Nederlandse „felicitatiedienst" met drie meisjes en I twee auto's. Oprichter en direkteur van Advertentie BI.OEMENDAAL TELEFOON 5485f> deze instelling is de heer P. Weduwer uit Leiden die al jaren op het gebied van re clame werkzaam is. Een half jaar draaide men proef. Die periode werd voor een soort marktonder zoek gebruikt, om te ervaren in hoeverre de felicitatiedienst bij fabrikanten en pu bliek aansloeg. Het experiment slaagde en dus besloot men in maart 1958 aan de organisatie een landelijk karakter te ge ven. Zij werkt thans in negen rayons over het hele land verspreid: 22 hostesses be strijken met hun opvallende in rood en wit geschilderde wagentjes ruim 60 plaat sen. Nu ook in het Noorden Er zijn plannen binnenkort een nieuw rayon in het noorden des lands met de stad Groningen als centrum aan de reeds bestaande reeks toe te voegen. In drie provincies treft men de dienst nog niet aan, te weten in Drente, Zeeland en Limburg. Eenmaal in de huiskamer aangeland, stalt de hostess alle cadeaus voor het ver raste bruidspaar uit en vertelt zij zeer ter zake kundig welke de eigenschappen daar van zijn. Het felicitatiepakket bestaat uit produkten van gerenommeerde Nederland se fabrikanten. Men is dus verzekerd van werkelijk goede waar. Regelmatig maken de hostesses excursies naar de deelnemen de bedrijven, waar zij een uitstekende voorlichting krijgen aangaande de mate rialen, het fabrikageproces, de typische hoedanigheden en het gebruik van de ar tikelen. Tijdens hun opleiding, die twee maanden duurt, worden de meisjes volle dig op de hoogte gesteld van het trouw- ceremonieel, krijgen zij richtlijnen voor woninginrichting enzovoort. De inhoud van het pakket is voor 80 percent gericht op de bruid. Ervarings cijfers hebben namelijk geleerd, dat het zelfde percentage van het inkomen be steed wordt voor het huishouden. Nog enkele cijfers: per jaar worden ongeveer 35.000 bruidsparen verrast, met geschen ken die in 1960 een totale waarde verte genwoordigden van ruim 800.000,-. In de na-zomer van dit jaar rekent men erop, het 100.000ste paar te kunnen registreren. Dat de dienst bij die gelegenheid met een zeer bijzondere attentie voor de dag zal komen, staat reeds vast. Wie komen in aanmerking voor de ca deaus van de felicitatiedienst? In feite allen, die in ondertrouw zijn gegaan, uiter aard voor zover zij wonen in een der plaatsen waar de organisatie werkt. Van de gemeenten ontvangt de dienst adres lijsten, waarvoor jaarlijks rond 15.000, betaald wordt. Al die paren worden aan geschreven, zij krijgen een fraai uitge voerd felicitatiealbum thuisbezorgd en Eenmaal in de huiskamer, stalt de „hostess" alle artikelen voor het ver raste bruidspaar uit en vertelt hen het hoe, het wat en het waarom. vervolgens maken de hostesses afspraken voor hun bezoeken. Het is een goed werkende organisatie de felicitatiedienst. Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat zij volkomen op commerciële basis gevormd is. Dat neemt niet weg, dat dit soort reclame bij de „begunstig den" over het algemeen zeer welkom is, want uiteindelijk krijgt iedereen graag iets cadeau. Elders in Europa is men daar klaarblijkelijk ook achter gekomen, ge tuige de vele delegaties reclamemensen, die van ver uit het buitenland naar Leiden komen om hun licht op te steken omtrent de gang van zaken bij de felicitatiedienst. In West-Duitsland zijn al vergevorderde plannen voor eenzelfde instelling aldaar. is het 50 jaar geleden dat het be ruchte Champagneoproer in Frankrijk een dieptepunt bereikte met de opmars van ruim tweeduizend rebellerende wijnboeren uit alle dorpen van de Mar- ne-vallei naar de centra Dizy, Damery en Lumières, waar zij hun woede koel den op de grote champagnefirma's Moët et Chandon, De Castellane en anderen, wier kelders zij bestormden, plunderden en in brand staken zonder dat de gendarme, versterkt met enkele eskadrons cavalerie, iets tegen de over macht der oproerlingen kon uitrichten. In Dizy, waar de firma De Castellane haar kelders had, werden 230.000 fles sen champagne leeggedronken of ver nield, waarbij de scherven in de om ringende straten op sommige plaatsen een halve meter hoog lagen. Terwijl de hemel zich rood kleurde van de vuur gloed der brandende bedrijven, rukten de rebellen op naar Reims, dat stellig hetzelfde lot gedeeld zou hebben als de regering niet in allerijl een regiment infanterie en een regiment jagers naar de bedreigde streek gedirigeerd had die de muitende, zwaar-beschonken boeren na enkele hevige charges in de buurt van Ay uiteen wisten te drijven, waar bij drie doden en vele tientallen gewon den vielen. De wijngaardeniers waren in opstand gekomen tegen de plannen van de regering, om de begrenzing van het gebied van Champagne op te hef fen, waardoor zij hun beschermde posi tie als exclusieve kwekers van de ech te champagnedruiven dreigden te ver liezen en minder goede prijzen voor hun produkt bij de grote champagnefirma's zouden kunnen bedingen. wordt door het hengel-comité IJzen- dijke langs de Zeeuwsvlaamse oevers van de Schelde tussen de dorpen Hoofd plaat en Breskens een zeehengelcon- cours gehouden (16 april), dat het grootste in de geschiedenis van de zoutwatersportvisserij belooft te wor den. Men verwacht negenhonderd sport vissers uit alle streken van Nederland, België, Frankrijk, Luxemburg en Duits land, die 's middags gedurende 2V2 uur op bot, schar, schol, paling, zeebaars en gul lostrekken. Prins Bernhard en jhr. De Casembroot, Commissaris der Koningin in Zeeland, hebben medailles voor de beste vissers beschikbaar ge steld. 99 Een boze stem riep „Heeft iemand de leeuwen gevoe derd? Ze lusten de christe nen niet vandaag!" En kort daarop: „Die dwergen wor den verondersteld, tegen de amazones te vechten en niet met ze te vrijen'. Deze en dergelijke kre ten klonken bij de eerste opnamen voor de film „Bar- abbas", die thans in de Noorditaliaanse stad Vero na gemaakt worden. Sterren in deze film zijn Anthony Quinn, Jack Pal- ance, Vittorio Gassman, Ernest Borgine, Katy Jur- ado en Silvana Mangano. In de bijbel wordt Bar- abbas slechts even ver meld. Het Joodse volk krijgt de keus tussen vrij lating van Christus of die van de dief en moordenaar Barabbas. Het kiest Barab- bas. Volgens de legenden ech ter, die om deze figuur zijn geweven, was Barabbas ook een opstandelingenlei der, die het Romeinse sol daten soms erg moeilijk maakte met verzetsacties. De eerste opnamen voor de film werden gemaakt in het prachtig geconserveer de colosseum van Verona, een vier-„rings"-circus, zouden wij tegenwoordig zeggen. In de centrale arena vochten enkele honderdtal len gladiatoren tegen el kaar op een brug, die over een kuil was gespannen waarin 13 leeuwen op een prooi wachtten. In een an dere piste liepen zes oli fanten rond die niets an ders verondersteld werden te doen dan eikaars staart vasthouden en in kringe tjes rondlopen. In de derde arena waren berenvellen, opgevuld met figuranten, bezig te vech ten tegen gladiatoren en in de vierde moesten 1.80 m lange vrouwen, amazones, vechten tegen dwergen en een paar jongens met val se baarden. De 6.000 acteurs en figu ranten kenden hun rollen, maar de dieren niet. Twee olifanten raakten in paniek en holden de hoofdpoort uit. De temmers gingen er schreeuwend achteraan. Een olifant werd teruggehaald, maar de an dere verdween. Hij werd later gevonden, toen hij rustig uit een prachtige vij ver stond te drinken. Twee honderd mensen stonden er naar te kijken, want Vero na is meer bekend om zijn duiven dan om zijn grof- wildstand. t De gladiatoren op de brug vochten fraai en vie len van tijd tot tijd in de kuil, om door de leeuwen te worden opgepeuzeld. Hiertoe werden poppen, goed gevuld met vlees, om laag gesmeten, maar de leeuwen snoven er alleen maar aan en wandelden dan hautain verder. De dwergen kwamen niet on der de indruk van de leng te van de vrouwen tegen wie zij moesten vechten en brachten de ochtend door in gezellige flirt. nrmm CCP. MASTEN TOONDEK I. i 7&-6Ö 78. Nu Joris Goedbloed dus blijkbaar zijn pogingen op gaf om de holbewoner tot wereldkampioen-boksen te maken, wilde Panda ook nog wel even beleefd en aardig zijn. Hij glimlachte dus instemmend toen Joris een zak flacon tevoorschijn bracht en uitriep: „Och. laat ons dan als afscheid samen een glaasje limonade drinken op de toekomstige schildersroem van Blabla! Ik zal mij dan wel offeren geen woord zult ge meer van me horen over uw ondankbaarheid na alles wat ik voor u en uw antieke vriend gedaan heb; in eenzaamheid zal ik achter blijven terwijl gij doet wat u goed dunkt. Maar gij, geachte Blabla, gij hebt mijn beste wensen en mooiste gedachten met u op de lange en moeilijke weg die voor u ligt. Ik vrees, dat ge van honger uw eigen schilderwerkjes zult moeten eten, maar daar acht ik u nog des te hoger om. Proost dus! Een heildronk!" Terwijl hij nog sprak begon de limonade zijn uitwer king op Panda al te doen gevoelen. Hij had nog net de kracht om te sissen: „Dat was vergif en uit de verte hoorde Jiij Joris nog verontwaardigd antwoorden: „Ei, makkertje hoe kunt ge me van zoiets verden ken? Neen, neen, integendeel; deze vermaarde frisse drank is juist zeer geprezen om de rustgevende invloed die zij op overspannen personen uitoefent. Nu, rust gaf het drankje wel. Panda viel in een diepe slaap. Oprechte Dingsdagse Haerlemse Courant den 7 April 1761 VRANKRIJK Parijs den 27 Maart, Mon seigneur de HERTOG van BOURGOGNE, Louis- Joseph - Xavier, ge boren den 13 September 1751 is den 22 deezer, een quartier voor 3 Uuren in den Ochtendstond op het Slot van Versailles in den ouderdom van 9 Jaaren, 6 Maanden en 9 Dagen, tot groote Droefheyd van het gantsche Hof en de Koninglyke Familie overleden. Dienzelven Avond wierd het Lyk na het Paleys der Tuilleries getrans porteerd en den 23 aldaar tot 's Ochtends ten 10 Uuren toe op een Parade Bed met ongedekten Aangezigte publyk ten Toon gesteld; vervolgens geopend gebalzemd en gekist en wyders met de gewoone Plech tigheden op een ander Parade Bed ge plaatst en door een groot Doodkleed van Wit Satyn met een Kruys van Zilver Moor gedekt. Advertentie I 7 WW I mixers haardrogers - keukenmachines 62 82-83. Help, riep Bïbina. Ik ben hier. Dat hoorden de Bosmannetjes, die om het huis je stonden. En toen ze haar stem hoorden werden ze nog bozer. Gromgram, maak onmiddellijk de deur open, riepen ze. Maar hij verscheen niet. Hij is vast gevlucht! meenden ze. Hij heeft ons zien komen en is op de loop gegaan. Maar dan kunnen we er ook niet in om Bibina te bevrijden, riepen anderen. Daar was maar één middel voor. Dan trappen we de deur in, zei een Bosmannetje. 4. Voor een hutje vinden zij de heer Kang, die werkelijk héél ingespannen zit na te denken! - Hij is er zwart van om z'n neus, zegt Polle medelijdend. - Hij slaapt geloof ik, zegt Pingo, en dan moeten we hem voorzichtig wakker maken, anders schrikt hij. Welnêé, zegt heer Kang, ik slaap helemaal niet. Ik zit na te denken en dat doe je het beste met je ogen dicht! Komen jullie méé helpen denken?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 13