ik kostte t>uiZEK'i>
GULt>EN
miETlIM
FELICITATIEDIENST DEELT REEDS-
DRIE JAAR GESCHENKEN UIT"-"""
Groen Cc
Volgende week....
De leeuwen
christenen
lusten geen
vandaag"
PANDA EN DE GROTBOKSER
Bibïma en de Bosmannetjes
ÏBLit hp Sjprlrbni fijh
Polle
KLOPJACHT OP BRUIDSPAREN
De levensroman van een Chinees meisje
door
13
h*)
APRIL 1961
-
Ons vervolgverhaal
f 1
Centrale Verwarming
Oliestook-instaüaties
- vO
)0 jaar
cpleder
-
[G -Hl
4) De sporen van de wolf
waren goed te volgen: overal had het
kind zich aan vastgegrepen en op
verscheidene plaatsen waren planten
en gras uit de grond gerukt. Enkele
mensen hadden inderdaad een paar
wolven gezien die iets stonden te eten,
maar ze hadden verondersteld dat ze
ergens een varken hadden gestolen.
Ik heb zelf ook eens iets meege
maakt met wolven. Op een avond wa
ren we bezig geweest met het oogsten
van aardnoten. Het werk vlotte goed
en voldaan keerden we naar huis te
rug. Maar toen we amper thuis waren,
bemerkte ik dat ik een etensketeltje
vergeten had, terwijl me nog zo ge
zegd was dat ik het beslist niet op
het land mocht achterlaten. Ik durfde
moeder niets te vertellen en daarom
ging ik de volgende morgen al heel
vroeg naar de plantage. Toen ik
daar aankwam zag ik een paar hon
den met elkaar vechten, maar ik rea
liseerde me niet dat het geen honden
waren doch wolven. Argeloos nader
de ik hen tot op enkele meters. Toen
kwam een der dieren op me toeren-
nen sperde hij de bek wijd open. Ge
lukkig stond er dichtbij een boom en
het volgende moment zat ik al op
een van de takken. Maar ik had mijn
lesje geleerd en ben nooit meer zo
vroeg naar buiten gegaan.
Ook de tempels hebben in mijn
jeugd een grote indruk op mij ge
maakt.
Zo herinner ik me er een die ik
bezocht heb toen ik eens in een groot
dorp was. Juist in die dagen werd het
feest van de zevende maan gevierd
en ieder gezin had op de een of an
dere wijze zijn aandeel geleverd aan
de plechtigheden. Overal werden ho
ge papieren standbeelden opgericht en
een menigte kleinere beelden. Onze
dorpen brachten offers aan de hon-
gerige geesten van hen die gestorven
waren zonder dat zij bloedverwanten
hadden nagelaten, die hun voedsel
konden offeren. De dorpelingen ge-
loofden dat deze geesten eenmaal per
I jaar toestemming kregen om de we-
reld der geesten te verlaten en dan
j in groten getale rondgingen op zoek
I naar de offers die voor hen gebracht
j werden. Wij hadden dan als kinderen
een vrolijke tijd want er werden al-
i lerlei voorstellingen gegeven die door
iedereen gratis mocht worden bijge-
woond. Tijdens zo'n voorstelling
I kwam een vriendinnetje op het idee
j enkele beroemde tempels in het dorp
I te bezoeken. Ik weet nog goed hoe
wij het klaar speelden onopgemerkt
zo'n tempel binnen te komen, waar-
na wij ons aansloten bij een groep-
i je bezoekers. De tempelbewaarder
gaf juist een verklaring van de aan-
j wezigheid in de tempel van een stel
1 huisraad.
Hij zeide dat een jong meisje, dat
1 op het punt stond te gaan trouwen, in
opdracht van haar ouders naar de
tempel was gegaan om dank te bren-
I gen aan de god. Ze ging echter lie-
1 ver niet alleen en nam daarom haar
I schoonzusje mee. Toen de wierook-
stokjes waren opgebrand keken de
I meisjes nog wat rond in de tempel en
I daarbij wees het schoonzusje op een
van de goden, zeggende: „Wat is die
I knap. Ik hoop dat je man zo knap
is als hij." Ze had het nog niet ge-
I zegd of het meisje verzwikte haar
1 enkel. Ze keerden daarop naar huis
terug waar het toekomstige bruidje
zwaar ziek werd. Dit deed de ouders
i geloven dat de beide meisjes de god
I hadden beledigd. Onmiddellijk ging
de moeder naar de tempel om te po
ll gen de belediging weer goed te ma-
ken. Bij het beeld aangekomen meen-
i de ze dat ze haar dochter bij de god
zag zitten. Toen ze even later weer
1 thuis kwam vond ze haar dochter
i dood. De moeder was er toen van
overtuigd dat de god het meisje als
zoenoffer had gekozen en daarom
zond ze al het huisraad van het
bruidspaar naar de tempel.
Het feest van de zevende maan ging
voorbij en andere feesten kwamen en
gingen. Ik voelde mij erg gelukkig
thuis, maar dat duurde slechts enkele
jaren. Ik herinner mij nog hoe be-
droefd mijn ouders waren toen mijn
broertje die toen vier jaar oud was,
erg ziek was geworden. Het was zo-
mer en moeder kon in het hele huis
geen plekje vinden dat voor hem koel
genoeg was om er te slapen. Daar-
om besloot ze hem zo nu en dan
naar het plantsoen te brengen dat e
tegenover onze dorpskerk lag, waar
hij dan wat zou kunnen rusten. Op
een dag werd hij daar wakker en
zag dat er niemand bij hem was. On-
middellijk stond hij op, pakte zijn
kussen en mat bijeen en liep lang-
zaam naar huis. Op een gegeven mo-
ment stond hij tegenover me in de
deuropening en ik zie nog zijn ma-
ger uitgeteerd lichaampje voor me
het was zo'n vreselijk gezicht dat ik
wel had willen weglopen. Moeder ren- 1
de op hem toe en terwijl ze hem in
haar armen nam riep ze uit: „Wat
ben je toch een verstandige jongen!
Al ben je dan nog zo ziek, je denkt
er toch aan je spullen mee naar
huis te brengen." Ze zat vele uren
bij zijn bedje, soms wel een hele
nacht. Op een morgen, het was nog
heel vroeg, stierf hij en ik stond erbij
toen zijn levenloze lichaampje koud
en wit op de vloer werd gelegd.
Iemand zei me toen dat hij naar een
beter land was gegaan.
„Ik zie hem de volgende week weer
terug," dacht ik. De dood betekende
toen nog weinig voor me; ik miste
alleen mijn speelkameraadje.
Daarna kwam er een kleine dood-
kist. Mijn broertje kreeg drie lagen
kleding over alkaar aan. De voorkan-
ten van zijn hemden werden in re-
pen geknipt, want moeder geloofde j
dat als er geen openingen in zijn
hemden zouden zitten hij in de andere
wereld gedwongen zou zijn zand te j
dragen en te helpen bij de bouw van j
bruggen. Als ons gezin nog meer jon-
gens had geteld, zouden mijn ouders j
misschien niet zo bedroefd zijn ge-
weest, maar het was voor hen een
zware slag dat zij hun enige zoontje j
verloren.
Kort na de dood van mijn broertje
begon mijn vader te tobben met zijn j
gezondheid. Ik wist niet aan welke
kwaal hij leed, maar hij hoestte veel i
en kon op het laatst niet meer pra-
ten. Nu ik eraan terugdenk geloof ik j
dat hij tuberculose had. Ik was me
inmiddels begonnen af te vragen
waarom mijn broertje zolang weg
bleef en de gedachte dat ook vader
misschien weg zou gaan, joeg mij de
schrik aan. Ik weet nog dat ik op een
dag, toereik een hele .tijd naar hem
had zitten kijken. W. ..Pappa, u mag
niet van ons weggaan." Hij drukte
mij zonder een woord te zeggen strak
tegen zich aan en ik herinner mij dat
er tranen in zijn ogen waren.
Na de dood van mijn broertje en
van mijn tweede zusje moeten mijn
ouders zich erg eenzaam hebben ge
voeld want ik was het enige kind dat
hun was overgebleven. Vader had
geen familieleden in de buurt. Zijn
ouders waren al gestorven toen hij
nog erg jong was en zijn enige zuster
was na haar huwelijk ver weg ge
trokken. Hij had nog een broer in
Singapore, maar moeder en ik wis
ten daar niets van tot hij het ons
kort voor zijn dood vertelde. Terwijl
de weken verstreken werd vader
steeds zwakker en zwakker en op het
laatst moest hij overal mee geholpen
worden. Moeder en ik wikkelden hem
in dekens als hij opstond want hij
had het erg koud. Toch hield hij er
van om buiten bij de deur van ons
huis te zitten. Daar kon hij naar de
voorbijgangers kijken en enkele woor
den wisselen met zijn vrienden. Mis
schien wist hij toen al dat hij ginS
sterven want ik herinner me dat ik
hem eens met moeder hoorde praten
en hij haar aanwijzingen gaf hoe en
wanneer ze bepaalde gewassen moest
planten. Als ik nu aan hem teiug-
denk geloof ik dat vader veel van me
moet hebben gehouden. Ik herinner
mij nog goed dat ik op een avond
huiverend en rillend thuis kwam om
dat mijn kleren nat waren geworden.
Ondanks zijn zwakte kroop hij met
moeite uit zijn bed en hielp mij bij
het verwisselen van mijn kleren. Ik
kan mij niet herinneren dat hij ooit
kwaad op mij is geweest, behalve
eens toen hij mij enkele keren had
moeten zeggen dat ik niet uit zijn
theekopje mocht drinken.
Op een dag riep moeder mij tegen
het middaguur bij zich en zei op fluis-
terende toon en met tranen in haar
ogen dat ik bij vader moest gaan zit
ten.
(Wordt vervolgd)
AL MEER DAN DRIE JAAR wordt
cr in ons land ijverig jacht gemaakt op
jongelui, die op het punt staan in het
huwelijksbootje te stappen. Sinds ok
tober 1957 namelijk doorkruisen rood
witte autootjes met voor en achter in
feestelijk lakschrift het woord „Felici
tatiedienst" ons land. Het eerst wer
den ze waargenomen in Amsterdam.
Daar is de victorie begonnen van het
legertje geüniformeerde jonge vrouwen
van deze instelling, dat aanstaande
bruidsparen komt verrassen met ge
schenken van het Nederlandse bedrijfs
leven. Het idee komt men zou haast
zeggen uiteraard uit Amerika. Een
kwart eeuw geleden ongeveer is daar de
welcome wagon"-organisatie opgericht,
die een pracht van een reclamevorm
vond in het geven van cadeaus. Oor
spronkelijk was ook deze gedachte niet
helemaal, want veel vroeger reeds ver
welkomden de pioniers in het Wilde
Westen hun nieuwe medeburgers door
hen een huifkar met geschenken te
gemoet te sturen.
Anno 1961 gaat het in Nederland ietwat
I anders. Want als het belgerinkel in de
gang is weggestorven en de voordeur
wordt opengadaan, stapt ze met een
„Hier is de felicitatiedienst, is de bruid
I thuis?" over de drempel, de juffrouw in
haar charmante blauwe uniform met een
vlot rood-wit-gebaand kraagje en op het
hoofd een mutsje als van een stewardess
Uit de bagageruimte van haar autootje
heeft ze een kartonnen doos genomen en
met dit pakket onder de arm gaat ze vol
zelfvertrouwen naar binnen, naar de om
bekende bruid en bruidegom, in de voor
haar wildvreemde huiskamer.
Zo biedt acht tot tien maal per dag
I iedere „hostess" van de felicitatiedienst
I haar collectie geschenken aan
Ruim drie jaar werkt de felicitatie-
I dienst nu me+ steeds toenemend succes
De grondgedachte voor deze organisatie
komt zoals gezegd uit Amerika. In de tijd
der pioniers was het daar gebruikelijk,
dat leden van een reeds gevestigde ge-
meenschap bij het vernemen van het in
aantocht zijn van een karavaan, hun toe'
komstige medeburgers een „welcome wa^
gon" tegemoet stuurden. In deze kar had
men groente, levensmiddelen, kortom al
lerhande artikelen geladen, die de nieuw
komers juist met het oog op de vaak
lange en afmattende tocht, zeer te stade
kwamen. In de nederzetting zelf waren
ook de nodige voorzieningen getroffen om
de nieuwe dorpsgenoten in de vreemde
omgeving wat op weg te helpen. Men
beschouwde dit als een volkomen normale
nabuurplicht.
De moderne versie van dit oude folk
loristische gebruik vormt de „Welcome
Wagon Internationar-organisatie, die meer
dan 25 jaar geleden door de eigenaar van
I een' reclamebureau in Amerika werd op
gericht. Per jaar delen de ruim 4000 „hos
tesses" van „Welcome Wagon" voor on
I geveer 60 miljoen dollar aan geschenken
uit. En naar dit voorbeeld startte in okto-
ber 1957 in Amsterdam de Nederlandse
„felicitatiedienst" met drie meisjes en
I twee auto's. Oprichter en direkteur van
Advertentie
BI.OEMENDAAL
TELEFOON 5485f>
deze instelling is de heer P. Weduwer uit
Leiden die al jaren op het gebied van re
clame werkzaam is.
Een half jaar draaide men proef. Die
periode werd voor een soort marktonder
zoek gebruikt, om te ervaren in hoeverre
de felicitatiedienst bij fabrikanten en pu
bliek aansloeg. Het experiment slaagde en
dus besloot men in maart 1958 aan de
organisatie een landelijk karakter te ge
ven. Zij werkt thans in negen rayons over
het hele land verspreid: 22 hostesses be
strijken met hun opvallende in rood en
wit geschilderde wagentjes ruim 60 plaat
sen.
Nu ook in het Noorden
Er zijn plannen binnenkort een nieuw
rayon in het noorden des lands met de
stad Groningen als centrum aan de
reeds bestaande reeks toe te voegen. In
drie provincies treft men de dienst nog
niet aan, te weten in Drente, Zeeland en
Limburg.
Eenmaal in de huiskamer aangeland,
stalt de hostess alle cadeaus voor het ver
raste bruidspaar uit en vertelt zij zeer ter
zake kundig welke de eigenschappen daar
van zijn. Het felicitatiepakket bestaat uit
produkten van gerenommeerde Nederland
se fabrikanten. Men is dus verzekerd van
werkelijk goede waar. Regelmatig maken
de hostesses excursies naar de deelnemen
de bedrijven, waar zij een uitstekende
voorlichting krijgen aangaande de mate
rialen, het fabrikageproces, de typische
hoedanigheden en het gebruik van de ar
tikelen. Tijdens hun opleiding, die twee
maanden duurt, worden de meisjes volle
dig op de hoogte gesteld van het trouw-
ceremonieel, krijgen zij richtlijnen voor
woninginrichting enzovoort.
De inhoud van het pakket is voor 80
percent gericht op de bruid. Ervarings
cijfers hebben namelijk geleerd, dat het
zelfde percentage van het inkomen be
steed wordt voor het huishouden. Nog
enkele cijfers: per jaar worden ongeveer
35.000 bruidsparen verrast, met geschen
ken die in 1960 een totale waarde verte
genwoordigden van ruim 800.000,-. In de
na-zomer van dit jaar rekent men erop,
het 100.000ste paar te kunnen registreren.
Dat de dienst bij die gelegenheid met een
zeer bijzondere attentie voor de dag zal
komen, staat reeds vast.
Wie komen in aanmerking voor de ca
deaus van de felicitatiedienst? In feite
allen, die in ondertrouw zijn gegaan, uiter
aard voor zover zij wonen in een der
plaatsen waar de organisatie werkt. Van
de gemeenten ontvangt de dienst adres
lijsten, waarvoor jaarlijks rond 15.000,
betaald wordt. Al die paren worden aan
geschreven, zij krijgen een fraai uitge
voerd felicitatiealbum thuisbezorgd en
Eenmaal in de huiskamer, stalt de
„hostess" alle artikelen voor het ver
raste bruidspaar uit en vertelt hen het
hoe, het wat en het waarom.
vervolgens maken de hostesses afspraken
voor hun bezoeken.
Het is een goed werkende organisatie
de felicitatiedienst. Het spreekt natuurlijk
vanzelf, dat zij volkomen op commerciële
basis gevormd is. Dat neemt niet weg,
dat dit soort reclame bij de „begunstig
den" over het algemeen zeer welkom is,
want uiteindelijk krijgt iedereen graag iets
cadeau. Elders in Europa is men daar
klaarblijkelijk ook achter gekomen, ge
tuige de vele delegaties reclamemensen,
die van ver uit het buitenland naar Leiden
komen om hun licht op te steken omtrent
de gang van zaken bij de felicitatiedienst.
In West-Duitsland zijn al vergevorderde
plannen voor eenzelfde instelling aldaar.
is het 50 jaar geleden dat het be
ruchte Champagneoproer in Frankrijk
een dieptepunt bereikte met de opmars
van ruim tweeduizend rebellerende
wijnboeren uit alle dorpen van de Mar-
ne-vallei naar de centra Dizy, Damery
en Lumières, waar zij hun woede koel
den op de grote champagnefirma's
Moët et Chandon, De Castellane en
anderen, wier kelders zij bestormden,
plunderden en in brand staken zonder
dat de gendarme, versterkt met enkele
eskadrons cavalerie, iets tegen de over
macht der oproerlingen kon uitrichten.
In Dizy, waar de firma De Castellane
haar kelders had, werden 230.000 fles
sen champagne leeggedronken of ver
nield, waarbij de scherven in de om
ringende straten op sommige plaatsen
een halve meter hoog lagen. Terwijl de
hemel zich rood kleurde van de vuur
gloed der brandende bedrijven, rukten
de rebellen op naar Reims, dat stellig
hetzelfde lot gedeeld zou hebben als de
regering niet in allerijl een regiment
infanterie en een regiment jagers naar
de bedreigde streek gedirigeerd had die
de muitende, zwaar-beschonken boeren
na enkele hevige charges in de buurt
van Ay uiteen wisten te drijven, waar
bij drie doden en vele tientallen gewon
den vielen. De wijngaardeniers waren
in opstand gekomen tegen de plannen
van de regering, om de begrenzing van
het gebied van Champagne op te hef
fen, waardoor zij hun beschermde posi
tie als exclusieve kwekers van de ech
te champagnedruiven dreigden te ver
liezen en minder goede prijzen voor hun
produkt bij de grote champagnefirma's
zouden kunnen bedingen.
wordt door het hengel-comité IJzen-
dijke langs de Zeeuwsvlaamse oevers
van de Schelde tussen de dorpen Hoofd
plaat en Breskens een zeehengelcon-
cours gehouden (16 april), dat het
grootste in de geschiedenis van de
zoutwatersportvisserij belooft te wor
den. Men verwacht negenhonderd sport
vissers uit alle streken van Nederland,
België, Frankrijk, Luxemburg en Duits
land, die 's middags gedurende 2V2 uur
op bot, schar, schol, paling, zeebaars
en gul lostrekken. Prins Bernhard en
jhr. De Casembroot, Commissaris der
Koningin in Zeeland, hebben medailles
voor de beste vissers beschikbaar ge
steld.
99
Een boze stem riep „Heeft
iemand de leeuwen gevoe
derd? Ze lusten de christe
nen niet vandaag!" En kort
daarop: „Die dwergen wor
den verondersteld, tegen de
amazones te vechten en
niet met ze te vrijen'.
Deze en dergelijke kre
ten klonken bij de eerste
opnamen voor de film „Bar-
abbas", die thans in de
Noorditaliaanse stad Vero
na gemaakt worden.
Sterren in deze film zijn
Anthony Quinn, Jack Pal-
ance, Vittorio Gassman,
Ernest Borgine, Katy Jur-
ado en Silvana Mangano.
In de bijbel wordt Bar-
abbas slechts even ver
meld. Het Joodse volk
krijgt de keus tussen vrij
lating van Christus of die
van de dief en moordenaar
Barabbas. Het kiest Barab-
bas.
Volgens de legenden ech
ter, die om deze figuur zijn
geweven, was Barabbas
ook een opstandelingenlei
der, die het Romeinse sol
daten soms erg moeilijk
maakte met verzetsacties.
De eerste opnamen voor
de film werden gemaakt in
het prachtig geconserveer
de colosseum van Verona,
een vier-„rings"-circus,
zouden wij tegenwoordig
zeggen.
In de centrale arena
vochten enkele honderdtal
len gladiatoren tegen el
kaar op een brug, die over
een kuil was gespannen
waarin 13 leeuwen op een
prooi wachtten. In een an
dere piste liepen zes oli
fanten rond die niets an
ders verondersteld werden
te doen dan eikaars staart
vasthouden en in kringe
tjes rondlopen.
In de derde arena waren
berenvellen, opgevuld met
figuranten, bezig te vech
ten tegen gladiatoren en in
de vierde moesten 1.80 m
lange vrouwen, amazones,
vechten tegen dwergen en
een paar jongens met val
se baarden.
De 6.000 acteurs en figu
ranten kenden hun rollen,
maar de dieren niet.
Twee olifanten raakten
in paniek en holden de
hoofdpoort uit. De temmers
gingen er schreeuwend
achteraan. Een olifant werd
teruggehaald, maar de an
dere verdween. Hij werd
later gevonden, toen hij
rustig uit een prachtige vij
ver stond te drinken. Twee
honderd mensen stonden er
naar te kijken, want Vero
na is meer bekend om zijn
duiven dan om zijn grof-
wildstand. t
De gladiatoren op de
brug vochten fraai en vie
len van tijd tot tijd in de
kuil, om door de leeuwen
te worden opgepeuzeld.
Hiertoe werden poppen,
goed gevuld met vlees, om
laag gesmeten, maar de
leeuwen snoven er alleen
maar aan en wandelden
dan hautain verder. De
dwergen kwamen niet on
der de indruk van de leng
te van de vrouwen tegen
wie zij moesten vechten en
brachten de ochtend door
in gezellige flirt.
nrmm
CCP. MASTEN TOONDEK
I. i
7&-6Ö
78. Nu Joris Goedbloed dus blijkbaar zijn pogingen op
gaf om de holbewoner tot wereldkampioen-boksen te
maken, wilde Panda ook nog wel even beleefd en aardig
zijn. Hij glimlachte dus instemmend toen Joris een zak
flacon tevoorschijn bracht en uitriep: „Och. laat ons
dan als afscheid samen een glaasje limonade drinken
op de toekomstige schildersroem van Blabla! Ik zal mij
dan wel offeren geen woord zult ge meer van me
horen over uw ondankbaarheid na alles wat ik voor u
en uw antieke vriend gedaan heb; in eenzaamheid zal
ik achter blijven terwijl gij doet wat u goed dunkt. Maar
gij, geachte Blabla, gij hebt mijn beste wensen en
mooiste gedachten met u op de lange en moeilijke weg
die voor u ligt. Ik vrees, dat ge van honger uw eigen
schilderwerkjes zult moeten eten, maar daar acht ik
u nog des te hoger om. Proost dus! Een heildronk!"
Terwijl hij nog sprak begon de limonade zijn uitwer
king op Panda al te doen gevoelen. Hij had nog net de
kracht om te sissen: „Dat was vergif en uit de
verte hoorde Jiij Joris nog verontwaardigd antwoorden:
„Ei, makkertje hoe kunt ge me van zoiets verden
ken? Neen, neen, integendeel; deze vermaarde frisse
drank is juist zeer geprezen om de rustgevende invloed
die zij op overspannen personen uitoefent. Nu, rust
gaf het drankje wel. Panda viel in een diepe slaap.
Oprechte Dingsdagse Haerlemse Courant
den 7 April 1761
VRANKRIJK Parijs den 27 Maart, Mon
seigneur de HERTOG van
BOURGOGNE, Louis-
Joseph - Xavier, ge
boren den 13 September
1751 is den 22 deezer, een
quartier voor 3 Uuren in
den Ochtendstond op het
Slot van Versailles in den
ouderdom van 9 Jaaren, 6 Maanden en
9 Dagen, tot groote Droefheyd van het
gantsche Hof en de Koninglyke Familie
overleden. Dienzelven Avond wierd het
Lyk na het Paleys der Tuilleries getrans
porteerd en den 23 aldaar tot 's Ochtends
ten 10 Uuren toe op een Parade Bed met
ongedekten Aangezigte publyk ten Toon
gesteld; vervolgens geopend gebalzemd en
gekist en wyders met de gewoone Plech
tigheden op een ander Parade Bed ge
plaatst en door een groot Doodkleed van
Wit Satyn met een Kruys van Zilver Moor
gedekt.
Advertentie
I 7 WW I mixers
haardrogers - keukenmachines
62
82-83. Help, riep Bïbina. Ik ben hier. Dat
hoorden de Bosmannetjes, die om het huis
je stonden. En toen ze haar stem hoorden
werden ze nog bozer.
Gromgram, maak onmiddellijk de
deur open, riepen ze.
Maar hij verscheen niet.
Hij is vast gevlucht! meenden ze. Hij
heeft ons zien komen en is op de loop
gegaan.
Maar dan kunnen we er ook niet in
om Bibina te bevrijden, riepen anderen.
Daar was maar één middel voor.
Dan trappen we de deur in, zei een
Bosmannetje.
4. Voor een hutje vinden zij de heer Kang, die werkelijk héél ingespannen
zit na te denken! - Hij is er zwart van om z'n neus, zegt Polle medelijdend.
- Hij slaapt geloof ik, zegt Pingo, en dan moeten we hem voorzichtig
wakker maken, anders schrikt hij. Welnêé, zegt heer Kang, ik slaap
helemaal niet. Ik zit na te denken en dat doe je het beste met je ogen
dicht! Komen jullie méé helpen denken?