\K KOSTTE DUIZEW» GULDEN 1 India maakt zich op voor de massale I bedevaarten naar de heiliöe rivieren miEUIM PANDA EN DE GROTBOKSER Bibïma en de Bosmannetjes Polle Ons vervolgverhaal Inenting beschermt miljoenen pelgrims tegen de cholera rHoe is het ontstaan?^ t ZATERDAG 8 APRIL 1961 13 De levensroman van een Chinees meisje door RH I! Oertijd-fossielen in Londens bodem Dit woord: AAPJE 5. Zal ik jullie eerst eens laten zien, wat er aan de hand is? Misschien weten jullie raad met. het monster! Een monster?, zegt Pingo tegen Polle, terwijl ze helpen trekken aan de staart van heer Kang, daar hebben wij toch ook geen verstand van? Er komt echter een echte auto voor de dag en de vriendjes begrijpen niet, wat de moeilijkheid is. Kan dat ding niet rijden? 5) Bij het zien van haar bedroefde E gezicht dacht ik opeens weer aan de dood van mijn broertje en ik haastte me naar vader. Er was een mat op E de vloer gelegd met daaronder een laagje hooi voor de warmte. Daar lag vader op, gedekt door slechts en- kele dekens. Moeder en ik zaten de S hele dag naast hem. Toen het avond E werd wist hij dat hij ging sterven. Hij nam mijn handen in de zijne, keek moeder aan en zei: „Zorg goed voor E Chiu Mei". Daarna sprak hij met moe- der over de plantage, maar legde er ji de nadruk op dat ze er zich geen zor- E gen over hoefde te maken omdat hij E een broer had in Singapore. Vader geloofde absoluut in een voortbestaan na de dood en hij moet op dat mo- S ment gedacht hebben dat hij zodra hij gestorven zou zijn, in staat zou zijn zijn broer te waarschuwen. Tegen moeder zei hij: „als ik gestorven ben ga ik naar mijn broer in Singa- pore. Hij zal jou ook helpen met de plantage." Hij wees er nog op dat E hij niet wenste dat moeder zou her- tróuwen. Liever zag hij dat ze, over- eenkomstig de Chinese gewoonte, een E zoon zou adopteren om de familienaam E te laten voortleven. In de loop van de avond verloor hij het bewustzijn. E Nog enkele keren kwam hij bij: toen E stierf hij om drie uur in de morgen. Hoewel het nog donker was stuurde mijn moeder me toch naar de dorps- E oudste om hem de dood van vader E te melden. Ik herinner mij dat ik, toen ik terugkwam, naast vader ben S gaan liggen en ik geloof dat ik in slaap gevallen moet zijn. Drie dagen later was de begrafenis en ik heb er nog spijt van dat ik niet ben mee- E gegaan naar het kerkhof. Ik was nog maar amper zes jaar en ik had in ons gezin al drie doden gezien. Ik kon E niet geloven dat ik vader nooit meer E zou zien en besefte nauwelijks dat E zijn dood mijn hele leven zou veran- H deren. 1 ï?a vaders docd zorgden moeder en haar vriendinnen voor de plantage. E Maar in China waren vrouwen niet ge rechtigd eigendommen in erfenis te ontvangen. Alles ging over op de zoon E of, als er geen zoons waren, op broers E of neven. Nog in mijn kinderjaren wer- den verschillende wetten uitgevaar- li digd, die het erfrecht meer op Wes- terse leest schoeiden en die het moge- lijk maakten eigendommen aan we- E duwen en dochters na te laten, maar toen vader stierf, waren de oude wet- ten in de dorpen nog steeds van kracht. Of vader al beïnvloed was E door de nieuwe ideeën weet ik niet, maar hij liet de hele plantage aan E mij na. E Op een morgen ging moeder al vroeg het huis uit om met een vrien- din naar de markt te gaan. Dit bete- kende dat zij een voetreis van een EE dag moesten maken, want andere middelen van vervoer bestonden niet. Even na moeders vertrek ging ik naar E de achterkamer van het huis en nam EE een ontbijt van li-chees, waarvan twee zakken klaar stonden voor ex- S port. Opeens hoorde ik buiten het huis geluid. Ik gluurde door een sleu- telgat en zag een groepje mannen. Ik meende dat ze gekomen waren om on- E ze varkens te kopen en kon de gedach- te dat ik van deze dieren zou moeten scheiden niet verdragen. Toen ontdek- s te ik tussen hen een grote man die het evenbeeld was van vader. In min- E der dan geen tijd deed ik de deur open maar de grote man lette helemaal niet op me. E „Hij kan mijn papa niet zijn" dacht ik „Als hij het was zou hij me al- lang in zijn armen hebben genomen." De grote man keek me aan en glim- lachte, maar ik was bang nu ik zoveel mannen in huis zag. Afgezien van een vriendinnetje dat bij me was komen E spelen, was ik alleen en ik dacht on- middellijk aan de varkens. Wat er ook gebeurde niemand zou mijn var- kens iets doen! Ik bleef ze bewaken E tot de mannen weer weggingen, 's A- vonds kwam moeder terug en ik ver- telde haar alles wat er gebeurd was. §j Ze bleek niet verbaasd dat oom was EE gekomen, maar zijn komst moet bij haar het gevoel van eenzaamheid nog hebben versterkt, want ze raakte vre- selijk opgewonden en liet tussen haar E snikken door de oude Chinese spreuk horen: „Al ga je heel ver weg van huis, je kunt nog altijd terug. Maar Tot de belangrijkste godsdienstige plichten van de hindoes behoort de rituele wassing in een der heilige rivieren van India, waarbij lichaam en geest gelouterd 1 worden. De bekendste heilige rivier is de Ganges, die volgens het Hindoegeloof I geschapen is door de nymf Ganga, dochter van de god Himawan (Himalaja), 1 die daarmee de bede van een vrome kluizenaar verhoorde. Wie op zijn oever sterft, of voor zijn doood het Gangeswater drinkt, behoeft niet naar de aarde ben je eenmaal dood en weg, dan is terug te keren voor een volgende zielsverhuizing. Daarom ook brengt men de er geen terug." stervenden naar de Ganges, geeft hun het water te drinken en strooit hun as in Oom kwam al heel gauw terug. Hij rivief uit Tot voor weinige jaren was het trouwens gebmikelijk, de lijken der ^rstelgewSstdnooidtatmeer naa^Chlna overledenen zonder meer aan de stroom toe te vertrouwen. terug te keren, maar op een morgen vond hij plotseling dat hij toch moest gaan. Zo nu en dan ving ik een woord van hun gesprek op en ik kon zien dat het moeder niet gemakkelijk viel E Een andere heilige rivier is de Sarju in E Noord-India. Het centrum is hier het stad- E je Ayodhya, een provincieplaatsje van 30.000 inwoners, waar gedurende het groot- Waarschijnlijk spraken zij over het ste deel van het jaar een pastorale rust eigendom van de plantage. Oom bleef heerst. De lange rijen winkeltjes in de bij ons en tijdens de weken die voor- verlaten straten zijn gesloten en slechts bij gingen hadden ze verscheidene ke- E af en toe weerklinkt uit een der talloze ren ruzie met elkaar, wat ik heel erg s tempels het ijle geluid van een luidklokje vond. Tot overmaat van ramp hield als enige levensteken. Maar in de oom zich op met slechte vrienden en vroeffe lente verandert het beeld. De eer- verkocht hij telkens wat van ons bezit. E ste pelgrims voor de voorjaarsbedevaart Toen ontstond er op een dag een he- beginnen te arriveren en al gauw zullen vig gevecht, waarbij moeder een gro- E de smai]e straatjes weergalmen van de te snee over haar gezicht kreeg. Ik voetstappen van honderdduizenden. „Ram werd zo kwaad dat ik tussen hen in Naumi", zoals deze plechtigheid heet, is dook en oom in het been beet. Ik her- de grootste van de drie jaarlijkse bede- inner me dat we vele kilometers vaarten naar Ayodhya en zij trekt onge- moesten lopen voor we bij een politie- E veel van een kwart tot een half miljoen post kwamen en dat we na het opstel- bedevaartgangers, die hier de geboorte- len van een verklaring bij kennissen dag van koning Ram, een van de incarna- gingen logeren. De volgende dag gin- ties Van God. gedenken. Zij bezoeken er gen we terug naar de politiepost en E de plaatsen waar Ram's wieg gestaan zou toen was oom er ook. De politieman hebben waar zijn troon stond en de keuken stelde mij enkele vragen over hem, waarin'koningin Sita de maaltijden bereid- maar om de een of andere reden kon e de Er zijn 145 van zulke heilige plaatsen ik hun de waarheid niet zeggen omdat in en om Ayodha, alsook honderden tem- hij zoveel op vader leek. Oom moest pels die in de loop der eeuwen door rijke echter de gevangenis in. In die dagen pelgrims gebouwd werden. De meesten waren de gevangenissen in China oor- daarvan zijn gewijd aan Ram, maar er den vol verschrikking en toen ik oom zijn er 00k waarin zijn echtgenote Sita, in de gevangenis had gezien, had ik zijn broeders Lakshman en Bharat en di- medelijden met hem. Na een poosje verse andere figuren vereerd worden. En keerde hij terug en de ruzies over on- e de Vrome pelgrims zal al die tempels be ze bezittingen begonnen opnieuw. Ten ZOeken om er te bidden. slotte werd er een dorpsvergadering wekenlang duurt de trek naar Ayodhya belegd. In tegenwoordigheid van de s voor het Ram Naumi-feest. De meeste dorpsoudsten moesten wij loten. Ik bedevaartgangers komen, soms van hon- was nog te jong om te begrijpen wat derden kilometers ver, te voet, hun bun- er besloten was, hoewel ik me goed e dels kleding en voedsel op het hoofd tor kan herinneren dat er bij de aanwezi- send Anderen maken de reis op de fiets, gen een luid gejmch opging. Voor zo- I ip ossenwagens, per trein of autobus. Als i i u_. horde is neergedaald, is er in en tussen E de huizen, pelgrimsverblijven en tenten kampen geen vierkante meter grond meer vrij. De straten en pleinen zijn over- E dekt met mensen, armen en rijken, ge zonden en invaliden, grijsaards en zuige- oude geweest. We bleven voortgaan lingen Zeer talrijk zijn ook de zieken, die met onze avondgebeden voor de ziel een draagbaar gekomen zijn en voor van vader maar ik heb nooit van de- wie siechts met veel moeite een plaatsje ze gebeden gehouden omdat moeder, gevonden wordt steeds als de mensen weg waren, be- Q de d van de heilige wassing is gon te huilen. Ik kon er niet tegen dg £eyer van de stroom als een onaf- HET ANTWOORD op die vraag ver schaft de historie. De Ram Naumi-fees- ten in Ayodhya zijn, de eeuwen door, broedplaatsen geweest van vele besmet telijke ziekten, van de gevreesde cholera vooral, die zich hier onder de honderddui zenden opeengepakte mensen soms met razende snelheid voortplantte. Ayodhya is overigens slechts een voor beeld.Want overal in India worden, nu eens in het ene district, dan weer in een ande re provincie, het gehele jaar door derge lijke massabedevaarten gehouden. Alleen ver ik weet mochten moeder en ik het huis houden, waarin we dan ook ble ven wonen, maar ik kan me niet her inneren hoe de plantage werd ver deeld. Na die tijd is moeder nooit meer de haar zo ongelukkig te zien. Zelf voelde ik me ook ongelukkig want vader was mijn held. Moeder praatte nooit met mij zoals tegenwoordig de ouders met g hun kinderen praten. Uren zat ik bij de graven van mijn vader en mijn broertje. Daar was het ook dat ik ten- slotte de betekenis van de „dood" be- greep. Zo sleepten de maanden zich voort I tot het volgende jaar. Toen stond moe- j| der op een morgen vroeg op. Ze had de hele nacht gehuild en haar ogen waren rood en opgezwollen. Toen ik §E wakker werd was ze buitengewoon zienbare zee van mensenhoofden. De nacht is doorgebracht met het gezamen lijk zingen van kirtans religieuze ge zangen en bij het krieken van de och tend begint het baden. Nog steeds zin gend daalt de massa in het water af, terwijl zij fruit, bloemen, voedsel en melk offert en luid biddend Ram's ze gen afsmeekt over het eigen zieleheil en dat van de voorouders. Na de was sing gaat de menigte terug naar de stad om er in de vele tempels het ge bed voort te zetten. Zo'n gigantische massa, verenigd in ge loof en vrome toewijding, is een indruk- stadje welker bevolking plotseling vertien- vriendelqk tegen m6- e S E wekkend gezicht, maar zij vormt ook een wat ik wilde eten, zocht mijn^ enorm probleem. Wat komt er van de kleren op, kamde mijn ha i e - volksgezondheid terecht in een plattelands de me aan. Ik voelde dat er iets aan wplkpr b(= de hand was - misschien ging ze wel 11^X^0^ naar vader toe, iets dat ze vaak ge- I dreigd had te doen. Nadat we ontbe- ten hadden zei ze me dat ik naar het huis van mijn grootmoeder moest gaan en deze mee moest brengen naar ons huis. Moeder liep met me mee naar de grote weg en ze bleef al die tijd maar huilen, maar toen ze uit het gezicht was verdwenen ging ik niet verder in de richting van grootmoeder, maar slenterde de heuvel op. Het moet al na de middag zijn geweest toen ik bij vaders graf kwam. Daar kon ik mijn ee verdriet niet meer de baas. Ik trom- melde met mijn vuisten op de graf- steen en riep vader dat hij thuis moest komen. Het graf lag niet ver van de weg en verscheidene mensen die voor- bij kwamen, trokken zich mijn lot aan. Degenen die lezen konden begrepen dat het mijn vaders graf was en ze zeiden: „Arm kind! Is er dan nie- mand die voor je zorgt?" Het volgende dat ik mij herinner is dat de zon onderging en dat ik besef- te dat ik erg ver van huis was, maar ik kon maar niet tot een besluit ko- men of ik er nog naar zou terugkeren of niet. Stel je eens voor dat moeder g dood was als ik thuis kwam. Dit idee maakte mij bang. REEDS IN DE twintiger jaren heeft Sir Leonard Rogers, medisch adviseur van de Britse staatssecretaris voor India, een reeks maatregelen ontworpen tegen deze enorme bedreiging van de volksgezond heid. Rogers' plan was, bij alle pelgrims voor de grote Gangesbedevaarten (die om het jaar afwisselend1 in Allahabad en in Hardwar, aan de voet van de Himala ja gehouden wordt) in te enten tegen de cholera. Maar zijn plan mislukte wegens administratieve moeilijkheden en ook om psychologische redenen. Pas negen jaar later werd Rogers' voorstel voor het eerst in praktijk gebracht bij een kleine bede vaart in Pandharpur in de staat Bombay. Pelgrims die weigerden zich te laten vac cineren, mochten de stad niet binnen en tallozen lieten zich toen gewillig inspui ten. De actie werd een volledig succes en in 1940 adviseerde de regering van India de afzonderlijke staatsbesturen om chole- ra-inoculatie verplicht te stellen voor alle grote bedevaarten. DE EERSTE VERPLICHTE INENTING werd in 1945, voor de bedevaart in Hard war ingesteld. Er was felle oppositie voor al van de plaatselijke middenstand, die bevreesd was dat vele pelgrims zouden wegblijven, waardoor hun debiet schade zou lijden. Orthodoxe priesters fulmineer den tegen het feit dat mannelijke artsen Ayodhya. In World Health, maandblad van de Wereldgezondheidsorganisatie, ver telt een der Indiase gezondheidsautori teiten, hoe dit systeem in de praktijk werkt: „Twaalf vaccinatiebarrières wer den in 1960 opgericht op alle hoofdwegen, die naar Ayodhya leiden. Alle verkeer moest hier stoppen voor een controle van de papieren. Wie geen geldig vaccinatie bewijs kon tonen, moest terugkeren of zich ter plaatse laten inenten. Artsen en verpleegsters 114 in totaal werkten hier in ploegendienst de klok rond en ga ven duizenden spuitjes. Ondanks de stren ge bewaking zijn er toch pelgrims ge weest, die langs achterweggetjes en berg paden de bedevaartstad binnenkwamen zonder ingeënt te zijn, maar hun aantal moet zeer gering geweest zijn. In de stad zelf waren 500 latrines opgesteld. Poli tieagenten letten op dat de pelgrims daar inderdaad gebruik van maakten en niet van de openbare weg. Honderden straat vegers ruimden dag en nacht vuil en af val, er werd een buisleiding aangelegd om de pelgrims zuiver drinkwater te kun nen verschaffen en DDT-ploegen vernie tigden de vliegen in hun broedplaatsen. Alles verliep volgens plan en na afloop van de bedevaart konden de medische autoriteiten rapporteren, dat er zich geen enkel geval van cholera had voorgedaan". in de noordelijk staat Uttar Pradesh, aan de voet van het Himalaja gebergte, zijn ieder jaar 400 van zulke pelgrimages. Zeven daarvan zijn van nationale beteke nis en trekken telkenjare van 500.000 tot drie miljoen pelgrims elk. Daaronder zijn er een zesjaarlijkse en een twaalfjaarlijk- se, waarbij het bezoekertal tot vijf mil joen kan oplopen. Zesentwintig anderen ontvangen van 100.000 tot 500.000 pelgrims en 123 kleinere tussen de 20.000 en 100.000. Exacte cijfers over besmettelijke ziek ten zijn er pas sinds enkele tientallen ja ren. Zo weet men, dat tijdens de Ram Nau- mi-bedcvaart in Ayodhya in 1949 de cho lera 41 doden eiste, terwijl 103 andere pel grims de besmetting meedroegen naar hun eigen woonplaatsen, waar als gevolg hiervan diverse epidemieën optraden. In hetzelfde jaar stierven er in de staat Ut tar Pradesh 25.000 mensen aan de chole ra, waarvan de overgrote meerderheid moet worden toegeschreven aan besmet ting tijdens de bedevaarten. Nog moet de grote intocht der pelgrims beginnen, maar reeds baden vele vrome hindoes zich dagelijks in het water van de heilige stroom. (Foto „World Health") vrouwelijke pelgrims zouden inenten, het geen volgens hen geen pas gaf. Maar on danks alle verzet ging het plan door. De bedevaartplechtigheid duurde een maand en al gauw kwam men tot de ontdekking dat pelgrims, die al ingeënt waren, hun „pokkenbriefje" per post naar familie leden verstuurden, die daarna, gewapend met dit document, oningeënt de stad kon den binnenkomen. Toch slaagde het experiment naar wens. Vroegere bedevaarten in Hardwar waren onveranderlijk gevolgd door cholera-explo- sies; ditmaal was er geen enkel geval. SINDSDIEN IS voor vele grote be devaarten de cholera-vaccinatie verplicht gesteld. Ook voor die van Ram Naumi in COP. MAtTIN TOONDES (Wordt vervolgd) 79. De holbewoner had de hele fles met rustgevende frisse drank leeggedronken en zonk nu naast Panda op de vloer, terwijl hij dankbaar mompelde: „Ahwgrrr lekker dutslaap.Joris zag met welgevallen toe hoe zijn medewerkers zich te ruste begaven en wendde zich toen tot de directeur van het sport-instituut, die een beetje bezorgd kwam kijken hoe de zaken er voor ston den. „Geachte directeur", sprak Joris minzaam, „ge ziet zonder twijfel hoe uitgeput deze beide sportluidjes zijn na hun ingespannen training. Er wordt evenwel on der mijn bezielende leiding niet slechts geestdriftig ge oefend, maar ook te zijner tijd naar hartelust van een verkwikkend slaapje genoten. De rust van beide atleten mag nu onder geen voorwaarde gestoord worden. Doe mij dus het genoegen, even een automobile van een verhuurinrichting te halen, opdat ik hen in modern com fort naar een gepaste legerstede kan vervoeren!" Aan gezien hij hierbij een hoeveelheid geld tevoorschijn haalde, die hij nog van het bezoek van de heer Ahthur Anthropus over had, was de directeur bereidwillig ge noeg om aan zijn verlangens gehoor te geven. De auto stond al even later voor; het inladen van de oerfiguur leverde enige moeilijkheden op, maar onder de scherp zinnige aanwijzingen van Joris werd ook dit volbracht. „Ziezo," mompelde, Joris Goedbloed bii het wegrijden, „nu kan ik tenminste mijn zaken afiiandelen zonder voortdurende tegenwerpingen van Panda. En van de brave holbewoner zal ik stellig geen last ervaren." Dat zou hij ook voorlopig niet; maar in zijn slaap mompel de de oerfiguur verward: „Watte? Ikkie Blabla bovenop dinosaurus. Tijdens graafwerk voor een riolering in Hackney, Londen, zijn op een diepte van ruim zes meter fossiele tanden en been deren gevonden. Sindsdien heeft men ont dekt dat deze stammen van een wild paard, een olifant en een bison of reuze-os. Volgens de deskundigen zijn ze tenminste 200.000 jaar oud. De fossielen werden op gemerkt door een amateur-geoloog. Het eerste voorwerp dat hij vond was een bison-tand. Daarna werden ook botten, voornamelijk schedelbeenderen, aan het licht gebracht. Na te zijn schoongemaakt werden zij door dr. Sutcliffe van het Mu seum voor Natuurlijke Historie geïdentifi ceerd. Het voorkomen van de recht-tandige olifant inplaats van de mammoet toont aan dat de dieren in een van de drie warme interglaciale perioden moeten hebben ge leefd, waarschijnlijk in de tweede, die 200.000 jaar geleden ten einde liep. De vondsten, de eerste in hun soort in dit district, zijn van bijzonder belang aange zien zij min of meer uit dezelfde tijd stam men als de vroegste menselijke over blijfselen die tot dusverre in Groot Brit- tannië zijn gevonden, en wel die van de Swanscombe mens. Verscheidene rijtuigen dragen een naam welke is ontleend aan de plaats waar de rijtuigmakerij was gevestigd, die een bepaald type vervaardigde. De koets komt uit het plaatsje Koes in Hongarije; de landauer, het rijtuig waarvan de halve kap naar voren, de andere helft naar achter kan worden opengeslagen, stamt uit Landau, de b e r 1 i n e, een reiswagen met kleine voor- en grote achterwielen, heet naar Berlijn. Een woord dat sinds de taxi's op onze straten zijn verschenen, in vergetelheid dreigt te geraken, is de naam van het Amsterdamse huurrijtuig: aapje Het woord is afgeleid van de bestuurder die men aapjeskoetsier noemde, omdat hij was uitgedost met een knal rood vest. Hier heet dus het voertuig ^naar de bestuurder. 84-85. Met 'n geweldig gekraak vielen de planken van de deur uit elkaar; het Bos mannetje had er een paar stevige trappen tegen gegeven. En nu konden ze dus naar binnen. Met z'n allen stapten ze door de ope ning en ze keken dreigend rond. Waar zit je, Gromgram? Kom maar voor de dag, je hebt nou niets meer te ver tellen. Kom hier, als je durft! Maar het bleef stil in het huisje. Hij is niet thuis! zeiden ze. Hij is zeker weggelopen, toen wij aan kwamen! meende een ander. ïv\\N t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 13