Er zijn ongeveer 1.500.000
kampeerders in Nederland
Kamperen is bijna zo
oud als de wereld
Jeugd leren
kamperen
betekent voor velen
CARAVANNEN
OF KAMPEREN
Wegen
Rijden en varen
in één vehikel
13
WOENSDAG 12 APRIL 1961
Comfort
KAMPEREN IS waarschijnlijk een van
de oudste vorm van wonen. De lijn loopt
helemaal naar het oude testament en ver
der behoeven we eigenlijk niet te gaan om
de deugdelijkheid van de tent te bewij
zen. Er is vooral na de laatste oorlog nog
al wat verandering gekomen in de soort
tenten.
Toen men nog geen huizen kende woon
de men vaak in tenten. Nomaden vinden
dit soort wonen nog heel gewoon. Toen wij
allang woonhuizen kenden kwam de tent
weer terug. Misschien is hij nog nooit weg
geweest. We gingen er in kamperen en de
fabrieken en tentenbouwers vonden voor
ons de meest uiteenlopende soorten en mo
dellen uit.
De goeie ouderwetse kampeerder droeg
zijn tentje op zijn rug en trok er zo mee
door het land. Maar steeds meer mensen
motoriseerden en de eisen die aan een tent
werden gesteld werden groter. Groter wer
den de tenten en nog groter. Het eenmans-
sheltertje groeide uit tot de bungalowtent
waar de hele familie met een aantal kin
deren makkelijk in kon slapen. En nu, we
wonen praktisch weer in de tenten.
Er zijn niet veel gemakken meer die we
ons in een tent behoeven te ontzeggen.
Draagbare radio's behoren tot de gewone
artikelen en het ontbreekt er alleen maar
aan dat de televisie kan worden meege
nomen. Op het gebied van de verlichting
is men ai zeer ver en t.l. buizen verlich
ting ligt binnen ieders bereik die er het
geld en de ruimte om mee te nemen voor
heeft.
Maar de tent heeft het allemaal niet
goed genoeg kunnen doen. Zij die over
een auto beschikken en dat zjin er nog
al wat kunnen nu hun huis al dan niet
opgevouwen achter de auto hangen.
Het huis op wielen, de caravan, is be
zig terrein te winnen op de tent En al
is de aanschaf van een caravan nog wel
zo duur dat men voor hetzelfde geld een
aantal tenten zou kunnen kopen, de cara
van is al een vertrouwd beeld op de kam
peerterreinen geworden.
MAAR NOG STAAT DE ontwikkeling
niet stil. Het is duidelijk dat de wat gro
tere caravan meer comfort biedt dan de
tent. Maar de ontwerpers en de consumen
ten willen verder. Meer comfort grotere
luxe. Vandaar dat op tentoonstellingen de
meest vreemdsoortige aanbiedingen zijn te
vinden.
En de kopers, zij vinden het allemaal
wat moeilijk om uit de veelheid van gebo-
dene een juiste keus te doen. Het lijkt
erg makkelijk om wanneer je in het be
zit bent van een auto daar een caravan
achter te hangen en dan maar naar Oos
tenrijk of Frankrjjk, jongens.
Zo eenvoudig is het meestal niet. Afge
zien van het feit dat de chauffeur wel de
gelijk een andere rijtechniek zal moeten
toepassen wanneer hij een caravan achter
zijn auto heeft hangen, hij zal bij het aan
schaffen van een caravan ernstig rekening
moeten houden met de mogelijkheden van
zijn auto.
Men zal zich goed op de weg thuis moe
ten voelen voor dat men een caravan ach
ter de auto hangt.
Zo kan het dus gebeuren dat we onze
vakantie doorspekt vinden van technische
problemen. Van het eenvoudig kamperen
in een tentje van voorheen waar zeer wei
nig techniek aan te pas kwam trekt de
moderne caravankampeerder er nu met
zijn hele gezin inclusief een kleine inboe
del op uit.
Er zijn naast de A.N.W.B. nog wel
enkele organisaties die zich op het gebied
van het kamperen bewegen. Een van de
belangrijkste op dit gebied is de Neder
landse Kampeerraad. Het is een instelling
die niet zo erg veel aan de weg timmert
en waarvan de meeste mensen niet eens
weten wat ze nou eigenlijk doen.
Voor hen die het nog niet weten, de
Nederlandse Kampeerraad houdt zich be
zig met het adviseren van exploitanten
van kampeerterreinen over de grootst mo
gelijke doelmatigheid van hun terreinen.
Aparte afdelingen zien er op toe dat de
jeugd vooral veilig kampeert.
En dan is er nu een nieuw initiatief.
Begonnen wordt namelijk met het geven
van theoretische en praktische voorlich
ting en instructie over het kamperen.
De enige instructeur waarover de kam
peerraad op het ogenblik beschikt, de heer
J. W. F. Stoovelaar, deed dit werk voor
heen al in de avonduren. Nu er echter
een fonds beschikbaar is gekomen zal het
voor de heer Stoovelaar een dagvullende
taak worden.
De eerste stap is gedaan bij de kweek
scholen. In samenwerking en met een aan
beveling van het ministerie van Onderwijs
Kunsten en Wetenschappen is een stencil
verzonden naar alle kweekscholen. De
meeste kweekscholen hebben in de mid
dag nog wel een uurtje over. In die tijd
wil de heer Stoovelaar zijn instructies ko
men geven aan de 'aanstaande onderwij
zers die hun kennis weer kunnen door
geven aan de jeugd.
Aanleiding tot het instellen van een in
stituut van voorlichting was de overwe
ging dat allerlei jeugdgroepen in steeds
toenemende mate er kamperend op uit
trekken. In veel gevallen komt er van zo'n
kamptocht niet dat van wat men er zich
van had voorgesteld. Het is duidelijk dat
een ook in technisch opzicht goed geleid
kamp veel invloed ten gunste kan uitoefe
nen op de jeugdige deelnemers.
Het instituut zal behalve met de kweek
scholen ook contact opnemen met jeugd
verenigingen, buurt- en speeltuinvereni
gingen en sportorganisaties. Het stencil
waarin de Nederlandse Kampeerraad zich
tot de kweekscholen richt is ongeveer een
week geleden verzonden. Kweekscholen in
Rotterdam en Zwolle zijn tot nog toe in
onderhandelingen met de heer Stoovelaar.
peerbedrijven. Hieronder zijn alle soor
ten bedrijfsvormen begrepen.
Deze 4800 bedrijven kunnen 225.000 slaap
plaatsen opleveren. Dit zijn niet allemaal
kampeerterreinen zoals iedereen zal be
grijpen. Echte kampeerterreinen zijn er
in Nederland ongeveer duizend met een
gezamelijk capaciteit van ongeveer
102.000 slaapplaatsen.
IN HET ZO KORTE zomerseizoen
in Nederland dat ongeveer honderd da
gen telt moeten dus al die kampeerders
die niet de grens overgaan het zich gemak
kelijk proberen te maken op een van de
groene plekjes In Nederland. En met hem
zijn er natuurlijk nog de buitenlanders die,
de laatste jaren vooral uit het Oosten, in
steeds groter aantal binnen komen.
De kusstrook die vrijwel altijd een ge
liefd oord voor vakantiegangers is geweest
moet na de oorlog zeker worden beschouwd
als een van de belangrijkste vakantiege-
bieden in Nederland.
Steeds meer kampeerterreinen zijn in
de loop van de tijd aangelegd terwijl be
staande terreinen werden uitgebreid. Maar
HET IS NIET ALLEEN de tentkampeer-
der die het moeilijk heeft in Nederland,
ook zij die er met hun caravan op uit trek
ken, krijgen het steeds moeilijker.
Pas de laatste paar jaren wordt de ca
ravan in Nederland populair. Een en ander
heeft vanzelfsprekend te maken met de
mate van welvaart van een land en de be
hoefte die de mens heeft om zijn vakantie
verder van huis te gaan doorbrengen.
De buitenlandse caravanners om dit
nieuwe woord eens te gebruiken heb
ben al een grote tijd van ervaring achter
de rug. Dat is dan ook duidelijk te mer
ken. Is de Nederlander in het bezit van
een caravan in het algemeen nog een ech
te toerist, in het buitenland en met name
in Engeland is dat al lang niet meer zo.
In Engeland zeker is het een soort sta
tisch kamperen. Aan het begin van de va
kantie worden de caravans gebracht, of
wat ook vaak gebeurt aan het begin van
het seizoen en dienen de familie een heel
seizoen of alleen gedurende de vakantie
tot buitenverblijf.
Het komt ook maar al te vaak voor dat
de caravans zomer en winter op het ter
rein blijven staan omdat er in de steden
geen ruimte voor is.
De caravans stellen hogere eisen aan
de kampeerterreinen. Wegen moeten ver
hard zijn. Wat voor een tentkampeerder
van geen belang is, moet voor een cara
van tot de noodzakelijkheden worden ge
rekend.
OP HET OGENBLIK ziet men op vele
terreinen de caravans zo dicht mogelijk
bij de ingang opgesteld staan. Zodoende
behoeft de kampeigenaar zo weinig moge
lijk verharde weg aan te leggen. Wegen
zijn duur en zoals we al eerder hebben
betoogd exploitanten van dit soort terrei
nen worden doorgaans toch al niet rijk.
Toch zullen ze er rekening mee moeten
houden dat ook het caravannen een steeds
grotere vlucht neemt zodat dat plaatsje
aan de ingang straks niet groot genoeg
meer zal zijn.
Het is niet zo onwaarschijnlijk dat de
caravan dezelfde weg op zal gaan als de
boot die voor watersport wordt gebruikt.
Al gaat deze laatste dan wel niet de weg
op maar het water in. De eigenaren van
een boot gaan er niet alleen in de vakantie
op uit maar ook tijdens de weekeinden.
Ook de eigenaren van een boot zochten
en de meesten hebben dat tegenwoordig
wel gevonden, een plaatsje in een zoge
naamde winterstalling. Zulke stallingsmo
gelijkheden zullen er ook moeten komen
voor de caravans.
Dat betekent opnieuw investeren voor
de exploitanten van kampterreinen. De ca-
ravanbezitter zal terecht van zijn vrije
zaterdag gebruik maken door er met zijn
huisje op wielen op uit te trekken.
De kampeerbedrijven -met de beste voor
zieningen en de beste service zullen daar
van profiteren.
Wij hebben het al eerder gezegd, de
constructeurs op caravangebied gaan
steeds verder om het u, kampeerders-
caravanners naar de zin te maken. We
kennen alle mogelijke soorten vouw- en
kantelcaravans, waarvan het voor
sommige mensen bijna niet meer mo
gelijk is om ze in en uit elkaar te krijgen.
Er bestaan aanbouwluifels voor uw
caravan die op maat speciaal voor u
kunnen worden gemaakt. En het nieuw
ste, een caravan waarvan u het dak kunt
gebruiken als boot. Zo een soort cara
van wordt gebouwd in Duitsland. Het
is een opvouwbare caravan met een diep
soort dak van polyester. Als de wagen
ingevouwen is past de boot er precies
overheen.
Alles wat u heeft te doen om er in te
varen is het dak er af te halen en een
buitenboordmotor aan de achterkant te
bevestigen. Die wordt er niet bijge
leverd. Ook in Nederland bestaat een
soortgelijke caravan. Het verschil is dat
hier niet het dak maar de vloer van de
eveneens opvouwbare caravan als boot
kan worden gebouwd. De boot is wat
lager en alleen de onderkant is van
polyester, de rest is van linnen.
Heeft u zin om zoiets te kopen. De
prijzen lopen ongeveer van vier- tot vijf
duizend gulden exclusief de buiten
boordmotor die u nog enkele honderden
guldens kost.
ZOALS ER SOORTEN MENSEN ZIJN, zo zijn er ook
soorten reacties van mensen op het voorjaar en de zon. Er
zijn mensen die onmiddellijk denken aan grote buitenlandse
reizen per schip, maar er zijn er ook die voldoende hebben
aan een terrasje in de zon En dan zijn er een heleboel die
bij de eerste zonnestralen in bet voorjaar toevallig in de
kast moeten zijn waar hun kampeerspullen liggen opge
borgen. Dat toeval keert ieder voorjaar terug en we bedoelen
natuurlijk de onverbeterlijke echte verwoede kampeerder
die er ieder jaar weer op uittrekt, vroeger alleen met een
tent, tegenwoordig vaak met een caravan. Vakantie, het
toverwoord waar duizenden een heel jaar op leven krijgt
in het voorjaar voor de meesten zo duidelijk gestalte dat er
over weinig anders meer wordt gepraat en gedacht. En die
„meesten" zijn er nog al wat ook al beperken we ons tot
diegenen die kamperen, caravannen of iets doen wat daar
aan verwant is. Op grond van waarnemingen en deels schat
tingen mag worden aangenomen dat 1.500.000 Nederlanders
de vakantie besteedt met gebruikmaking van tenten, zomer
huisjes, caravans en dergelijke. Dit aantal is niet zo ver
wonderlijk als we weten dat in 1960 3.000.000 mensen recht
op vakantie hadden volgens een C.A.O.
HET CENTRAAL BUREAU voor de
statistiek heeft een rapport in bewerking
over de vakantiebesteding van het Neder
landse volk dat eind van dit jaar zal ver
schijnen. Het is natuurlijk moeilijk uit te
maken op dit ogenblik hoeveel van die
anderhalf miljoen mensen die er jaarlijks
op uit trekken, echte kampeerders zijn.
Het is misschien mogelijk dat zij die een
jaar hebben gekampeerd het volgend jaar
weer in een hotel gaan wonen. Maar ge
zien de ontwikkeling kan dit percentage
toch niet groot zijn.
Prognoses maken ons zonder meer dui
delijk dat het aantal kampeerders per jaar
zal stijgen en stijgen. En daar zal dus
ruimte voor moeten komen. Over die
ruimte voor kampeerders en voor dit soort
vakantiegangers niet alleen zou nog een
heleboel gezegd kunnen worden.
We kunnen tot nog toe in Nederland be
schikken over 4800 geregistreerde kam-
veel meer dan de bestaande gelegenheid
wat geschikter maken voor kampeerders
kon men hier eigenlijk niet doen.
De moeilijkheden voor uitbreiding van
deze openluchtrecreatieterreinen zijn groot.
Grote delen van het kustgebied kunnen
niet worden gebruikt omdat ze nodig zijn
voor zeewering en waterwinning. Terwijl
het juist de kust is waar nog veel behoefte
bestaat aan terreinen. Meer landinwaarts
zijn de moeilijkheden eigenlijk net zo groot.
Er is in het algemeen gesproken weinig,
te weinig ruimte in Nederland voor re
creatieve doeleinden.
Grond is bijna overal duur en dus is het
voor de meeste ondernemers niet zo aan
trekkelijk om een kampterrein te gaan
exploiteren. De kampprijzen in Neder
land liggen niet hoog en zijn zeer redelijk.
Het is voor de ondernemer in het wissel
vallige Hollandse klimaat niet altijd even
eenvoudig om een sluitende begroting te
krijgen.
Velen hebben hun kampeerbedrijven dan
ook niet als hoofd maar als nevenbedrijf.
Naast een hotel of café-bedrijf bijvoor
beeld.
I