De Foire de ia Ferraiiie in Parijs is een Waterlooplein in reuzeformaat DE 0 GEBODEN VAN HET André Malraux voor Hoge Raad gedaagd De waarde van een man m ZATERDAG 15 APRIL 1961 Erbij PAGINA D F. - WAT HAD U OOK WEER NODIG? Een degen, een musket, een kande laar, een opgezette Sint-Bernhardhond, een braadspit met een houten namaak- kippebout, een koperen weegschaal, isolatiedraad of een zilveren fruitschaal? Of misschien een grote trom, een geprepareerde voet van een berggeit, een hutkoffer, Chinese eetstokjes, een harnas of een kruiwagen vol kralen? Had u het toch even gezegd, want op de Foire de la Ferraille in Parijs had ik het voor u kunnen kopen. Het jaarlijkse oudroestfestijn waar de Parijzenaars zo tegen Pasen vol verlangen naar uitkijken, is weer gehouden. Ieder jaar in de week voor Pasen, en in het najaar in de eerste week van oktober, sjouwen alle Parijse sjacheraars en dat zijn er nogal wat hun hele hebben en houwen naar de boulevards Richard Renoir en Jules Ferry. In kilometers lange rijen kramen stallen zij hun waar uit. Het is de meest rommelige en de meest universele markt ter wereld. De meest schilderachtige ook. Het is een Waterlooplein in reuzeformaat. WANNEER MEN ERGENS op be zoek gaat, neemt men bepaalde beleefdheidsregelen in acht. Geldt het bezoek een verjaardag, dan neemt men een geschenk mee, geldt het een bruiloft dan trekt men soms handschoenen aan, kortom elk bezoek brengt zijn gebruiken mee. Dat is ook het geval met een ziekenbezoek. Welke zijn nu de gebruiken die wij in acht moeten nemen bij een ziekenbezoek Veiling van moderne Engelse kunstwerken ONZE TUIN- EN KAMERPLANTEN Signor Pêdro, een in Parijs werkzame Spaanse antiquair, bespeelt zijn Oosten rijkse gitaar. EEN MAROKKAAN bood mij zilverkleurige armbanden en roodgekleurde Marokkaanse portefeuilles te koop aan. Een clochard sjokte achter zijn kinderwagen langs de trottoirband. Een jongeman van achter in de twintig vroeg of de andere stoel aan mijn tafeltje vrij was. Terwijl hij ging zitten, zag hij mijn Nederlandse krant. „Juwelen in prrrullemand van politie" las hij een kop mee. Hij sprak aardig Nederlands. Hij bleek een studiegrage Fransman die met twee vrienden onze taal had geleerd. Aan de overkant van de boulevard ontdekte hij een vriend. Met: „Deze meneer wil ook het Nederlands leren" kwam hij even later met een Zwitser terug. „Dat is mooi, prachtig zelfs", vond ik. „Maar weet u: Laat hem eerst een andere taal leren, misschien heeft hij daar meer aan". De Fransman schoot in de lach. „Ja, bij voorrrbeeld et Frrrieszei hij. EEN KWARTIER LATER stapte ik met Jean-Claude, mijn nieuwe vriend, de vuil-bedompte métro uit. Recht voor ons lag de Foire de la Ferraille, de eeuwenoude jaarmarkt, die vroeger voor de Notre Dame werd gehouden, enkele malen verhuisde en nu zijn standplaats heeft op de boulevard Richard Renoir. Tussen Place de la Bastille en Place de la République kunt u elk jaar in de week voor Pasen vrijwel heel Parijs en vooral een groot gedeelte van de dichtbevolkte Parijse artiestenwereld ontmoeten. Allemaal op zoek naar iets aparts: een weerhaan, een blaasbalg, een stallantaarn of, zoals Marie-José Neuville, de jonge, ernstig kijkende zangeres, een negentiende-eeuws harmoniumpje. Ik wandelde door een bizarre wereld; door een wereld die vrolijk, speels en amusant was als het door grijze wolken getemperde voorjaarslicht over de markt gleed, maar die zwaar was van melancholie en tragiek als de wolken de strijd tegen de zon voor een paar minuten wonnen. Vier rijen kramen van twee kilometer lang vele malen groter dus dan de beroemde Marché aux Puces bij Porte de Clignancourt. Een ventje past een sjako van de Garde Impériale. Hij ziet zich al met dit fraaie hoofddeksel door de straat lopen, zijn jaloerse vriendjes achter zich aan. „Dix francs" zegt de koopman. Maar dat vindt pa te duur. IN EEN GROTE FAUTEUIL met gscheurde bekleding wachten twee poppen tot zij weer een kind gelukkig mogen maken. Even rusten in de fauteuil naast die van hen is aan genaam. Ik zie rondom mij een spinnewiel, een vioolkist, een opgezette Sint-Bernardhond, een naakte etalagepop, een vlieg tuigpropeller, een kunstbeen, een kimono. Onverwacht klinken uit een donkere kraam speelse tonen van een Oostenrijkse gitaar. Signor Pédro speelt zijn verveling weg. Hij heeft het niet druk, want zijn cliënten, artiesten en inteilectuelen vertrouwt hij me niet zonder trots toe komen nu niet. Het is nu de tijd dat arbeiders rondneuzen en die hebben geen interesse voor zijn waar: archeologische pro- dukten. Signor Pédri, een Spaanse antiquair die al jaren in Parijs werkt, heeft bijlen uit het stenen tijdperk, oude munten, potten en kannen. In het loopje krijg ik college in archeologie. Hij spreekt in een met Spaans accent ontsierd Frans, maar met veel hartstocht over néolotique, paléotique. over het voorwereld lijke dierenrijk, het bronzen tijdperk. Hij schrijft de namen en adressen van enkele oudheidkundige musea in mijn notitie boekje. Ik moet hem met besliste zekerheid beloven dat ik er heen zal gaan. En met evenveel enthousiasme demonstreert hij me even later een verascope, een fototoestel voor het maken van diepte-opnamen. Maar halverwege de demonstratie weigert het ding. Hetgeen mij, en ook Signor Pédro, in het geheel niet verbaasde. Langs gieters die in de bodem harder lekken dan aan de tuit, langs verroeste vogelkooien, oude fietsen, een wieg vol ansicht kaarten, bontjassen, een carillon, wandel ik naar koopman Jacques, die me voor één frank een lorgnet wil verkopen. „Ik verkoop' ze met dozijnen tegelijk aan Engelsen en Amerikanen." verzekert hij, me daarmee een troef in handen gevend zijn aanbod af te wimpelen. „Bent u dan Duitser?" vraagt hij en grijpt meteen in een doos oude medailles. „Hollandais?" „Oui, c'est ga!" Hij kruipt onder zijn kraam en duikt weer op"met een afgrijselijk „delftsblauw" boertje.... VERDER WEER. Langs oude telefoontoestellen, pistoletten, haardplaten, afgedankte koffiemolens, radio's, oude poppe- wagens, cowboy-hoeden en crucifixen. Een t.v.-toestel staat voor 350 franken te koop. „Ik bied tweehonderd francs" roept een clochard, maar hij krijgt niet eens antwoord»Dan besteed ik m'n kapitaal ergens anders" zegt de snuiter en in zijn kapotte jas, met een touw om zijn middel gebonden, schommelt hij met de stroom nieuwsgierigen mee. Er moet een mannequin worden gefotografeerd, voor een uitgebreide collectie imitatie-kristallen schalen en schaaltjes Het duurt wel even voor er kan worden geknipt. Want de klos garen tussen haar ceintuur op haar rug zit niet goed en ook de wasknijpers en de spelden die haar rok in model moeten hou den moeten worden verzet Er blijft een oude man, met een droge, door de zon verweerd huid, met dun grijs haar en witte baardstoppels vlak bij staan. Hij heeft nog nooit een fotomodel gezien. Zijn staat half open, zijn hoofd een beetje schuin, zijn handen houdt hii diep in zijn broekzakken. „Hé, jij daar, loop eens een eindje door!" De fotograaf komt met zijn hoofd onder zijn zwarte doek vandaan Met een rauwe schreeuw verknoeit hij de kans van zijn leven: de oude man die vol bewondering een mooi meisje bekijkt, wordt niet geknipt. En één ding vergeef ik mijzelf nooit. Dat ik niet onmiddellijk een nieuwe film in mijn toestel had gedaan, nadat ik de eerste had volgemaakt. Nu miste ook ikEVEII LATER verdwijnt de zon voor die dag voorgoed achter het grijze wolkendek. De markt krijgt het melancholieke van een grauwe volksbuurt, waar de zon nooit schijnt. Een fonteintje in een klein parkje doet nog zijn best althans een stukje van de markt haar speelse karakter te laten behouden. Maar ook een fontein sterft zodra het zonlicht is verdwenen. Ik snuif de geur van dikke hammen en glimmende worsten in en voel me overvallen door deze overgang. Monsieur Gaston Planhard uit Bouvigne vertelt me over de Foire aux Jambons, de jaarlijkse hammenmarkt die ook sinds eeuwen m de week voor Pasen wordt gehouden. Monsieur Planhard verkoopt andouille, een zwarte worst uit Normandië. Terwyl hi] druk tegen me praat, steekt hij een ijzeren pin tn een van de worsten, als geeft hij hem een injectie, en laat even later een voorbij ganger aan de pin ruiken. Een radioreporter dringt zich door de mensenstroom heen. „Ik mag u straks wel wat vragen he? zegt hij tegen Gaston Planhard, terwijl zijn technicus het op name-apparaat in gereedheid brengt. De verslaggever hij heeft zó een grote hangsnor dat ik de neiging in me voel op komen hem te zeggen extra hard te praten omdat anders zijn stem omfloerst op de band zou komen begint de microfoon te vertellen van de eeuwenoude Parijse hammenmarkt, waar je de heerlijkste vleeswaren uit heel Frankrijk kunt kopen: ham men uit Bayonne en Lorraine, de dikke, sterk gekruide worsten uit Aries, Lyon en Auvergne en de andouilles uit Normandië. haar mond „Wachten poppen tot zij een kind gelukkig mogen maken". „Aanschouwt een houten beeld het publiek". Peinzen twee vrouwen over hun vergane glorie" (Van een medisch medewerker) 1. HET BEZOEK mag niet lang duren. Bezoek vermoeit de patiënt altijd veel meer dan hij zelf bevroeden kan. Hij of zij zal het bezoek vragen, langer te blijven, hetzij omdat de zieke nog niet vermoeid is of zich nog niet vermoeid voelt, dan wel uit beleefdheid tegen over de bezoeker(s), die soms van ver zijn gekomen. 2. Er mogen niet teveel bezoekers ko men. Veel bezoekers vermoeien de pa- (Van onze correspondent) PARIJS Tegen de Franse minister van Cultuur, de vermaarde schrijver An- dré Malraux, is bij de hoge raad een klacht ingediend in verband met diens be noeming van de schilder Balthus tot di recteur van het Franse Instituut of de Villa de Medicis te Rome. Het is het ruim 90-jarige lid van het Franse insti tuut (het officiële genootschap voor scho ne kunsten). De architect Charles le Ma- resquier, die deze procedure aanhangig heeft gemaakt. Pikant detail: architect Le Maresquier is de schoonvader van premier Michel Debré, die nu aldus in een wat delicate positie is geplaatst tussen een fa milielid en een zijner ministers. OVER DE BENOEMING van een opvol ger van de componist Jacques Ibert, die tot voor kort en sinds lang de leiding voerde over de Villa de Medicis, waar de Franse Prix de Rome-winnaars ieder drie jaar op staatskosten mogen verblijven, is al veel te doen geweest. Malraux, die ook een radicale hervorming wil doorvoeren van het instituut en de reglementen van deze nationale kunstonderscheidingen, had voor een nieuwe directeur al lange tijd zijn oog laten vallen op dé 50-jarige schil der van Poolse afkomst Balthus, die ech ter geen lid is van enig officieel genoot schap. De leden van het „Institut de Fran ce" hadden van hun kant een lijst met drie kandidaten opgesteld waaruit, volgens hen, de minister een keus moest doen. De vraag of de minister inderdaad vrij was in zijn keuze zal nu dus door de hoge raad moe ten worden beantwoord. IN 1937 HAD, schijnt het, de Franse re gering zich dit recht wel toegekend, doch in 1959 moet dat privilege door een decreet van de toenmalige minister van justitie Michel Debré weer ongedaan zijn gemaakt. De bejaarde architect Le Maresquier, die doorgaat voor het enfant terrible van het eerwaarde gezelschap van het Institut de France, heeft verklaard dat hij zijn schoon zoon, de eerste-minister, zeer graag mag doch dat die gevoelens hem toch niet weer houden van een protest nu de regels met voeten werden getreden. „Ik heb met Michel over deze stap niet gesproken", vertelde de grijsaard nog, „maar ook hij zou mij in ieder geval toch niet tot andere gedachten hebben kunnen brengen. Ik sta misschien al met 4»én voet in het graf, maar daarom kan ik nog geen onrecht matigheden verdragen". EEN GROOT RISICO loopt minister Malraux intussen niet. Wel heeft hij al eerder bij de benoeming en daarna het ontslag van de administrateur van de Comédie Frangaise bewezen dat hij 't met de voorschriften of althans de traditie niet altijd even nauw belieft te nemen. INDIEN U ONVERHOOPT in een zie kenhuis terecht komt, laten wij zeggen voor de operatie van een blindedarmont steking, komen op het ogenblik dat u de deur binnen komt, tientallen mensen voor „P1 u „in het geweer". De portier moet weten worden lastig en zij vragen belangstel- waar u ligten elke dag enig ber^?*e°j?~ trent u hebben terwille van de familie, up het kantoor van de administratie moeten uw papieren in orde worden gemaakt. Eigenlijk zou u dit zelf moeten doen, doch neer bij iemand op bezoek bent gaat omdat u ziek bent en omdat de familie u ook niet op de rand van zijn stoel over het algemeen geen weg weet met al- zitten. Bovendien kan elke beweging te- le paperassen wordt al het administratie gen het bed uitermate onaangenaam ve op het kantoor van h^ ziekenhuis g s - - daan. In de keuken komt een speciale lijst over uw voeding. In vele gevallen moet uw voeding geheel afzonderlijk wor den bereid. Wanneer u in uw bed ligt, komt de eerste arts om u inwendig te on derzoeken: hart en longen en verificatie van de diagnose. Na hem komt een ana liste, die u prikt voor bloedonderzoek. Dan komt de narcotiseur een praatje maken, doch dat doet hij om u te „verkennen". Dan komt de chirurg om nog na te gaan of alles „klaar is voor de start". Maar tiënt zeer. Men neemt aan dat twee be zoekers de patiënt viermaal zo sterk vermoeien als één. .Neem geen kleine kinderen mee bij het bezoek. Zij gaan zich vervelen en ling van de zieke. 4. LEUN NIET OP HET bed, steun niet op het bed en zit niet op het bed. Wan- voor de patiënt zijn. Verder kan de be zoeker niet weten of de patiënt onder dekens een boog of andere accessoires heeft. De patiënt staat dan duizend angsten uit. Dit geeft onaangename spanningen, die eveneens vermoeiend zijn. 5. Voer geen lange en drukke gesprekken. Het ziekenbezoek is geen feestje. 6. Houd kritiek op artsen en verpleeg sters voor u. Ze brengen de patiënt in een zekere opstand, hetzij tegen hen, hetzij tegen uzelf. Het bedillen van zus ters, die volgens vele patiënten nooit komen als zij gebeld worden (de zus- dan bent u nog niet uitgepraat. Er zijn op de afdeling een hoofdzuster en iedere pa tiënt heeft.drie zusters! Door de acht urige werkdag moeten de zusters elkaar om de drie uur aflossen en hierom zult u ters zitten heus niet te bridgen) is heel elke dag minstens drie verschillende zus dikwijls ongegrond en onbillijk en toont vooral een volkomen gebrek aan in zicht over de taak van de verpleegsters. 7. SPEEL GEEN DOKTER door met al lerlei eigen adviezen aan te komen, het verhaal dat een tante hetzelfde heeft gehad en zo goed genezen is met middeltje x, is afgezaagd en het is ten ene male onmogelijk een zieke te be handelen met middeltjes van tantes, die hetzelfde zouden hebben gehad. 8. Indien u, bezoeker, van mening zijt, dat de patiënt niet goed ligt, bel dan de zuster, doch ga niet zelf zeulen met kussens en dekens. 9. Wees zuinig met bloemen. Soms is het blijkbaar noodzakelijk om een patiënt een grote mand fruit of bloemen te stu ren, doch meestal zijn dergelijke ca deaus ondingen. Een gezellig pocket boek met een klein bloempje kost min der en is meer welkom. 10. Vraag, als u iets vragen wilt, of de ra dio op de ziekenzaal de patiënt stoort. U kunt dit dan misschien tactvol door geven aan het zaalhoofd. Er zijn na melijk inrichtingen, waar de radio de gehele dag staat te galmen en waar men niet weet of men in een ziekenhuis dan wel in een fabriek-met-muziek is. HET ZIEKENBEZOEK is een bezoek uit belangstelling en niet bedoeld om een avond door te brengen en de patiënt te vermoeien. Wist u, dat na het bezoekuur in het ziekenhuis de temperatuur van de pa tiënten altijd iets stijgt? De Prof. Dr. G. van der Leeuw-stichting (ontmoetingscentrum van Kerk en Kunst, in het leven geroepen door de Oecumeni sche Raad van kerken in Nederland) houdt van 24-26 mei in de stad Utrecht een conferentie over kerkmuziek. De vraag stelling zal er toegespitst zijn op de ver houding van muziek en taal, de manifesta tie voert dan ook als motto: „Woord en Toon". Ze is bedoeld voor cantores en or ganisten en verder voor een ieder, die de kerkmuzikale vragen ter harte gaan. Er zijn daarom ook werkvergaderingen voor de congresdeelnemers zowel als openbare oefen- en voorlichtingsavonden. Eerste inleider zal zijn Dr. Walter Blan kenburg, in Duitsland bekend als redac teur van het maandblad „Musik und Kir- che" en als directeur van de evangelische kerkmuziek-school in Schlüchtern (Hes sen). Tijdens het congres zullen voor dat doel geschreven Nederlandse psalmcom posities worden uitgevoerd van Kees van Baaren, Carel Brons, Jaap Geraedts, Ro bert Heppener, Anthon van der Horst, Ber- tus van Lier, Hans Keuning, Henk Stam en Willem Vogel. Hun composities, waar aan de onberijmde psalmtekst ten grond slag is gelegd, zullen tot klinken worden gebracht door het N.C.R.V.-Vocaal- ensemble onder leiding van Marinus Voor berg. ters bij uw bed zien staan. Aangezien deze zusters ook andere patiënten moeten hel pen, wordt van elke patiënt begrip ver wacht voor de enorme taak van de ver pleging. NÓG ZIJN WIJ NIET uitgepraat. De dag na die van de opname in het ziekenhuis wordt al vroeg in de operatiekamer door een der operatiezusters uw operatiebestek klaargemaakt. Instrumenten worden uit gekookt, verbandgaas gesteriliseerd. Dit alles moet goed verlopen, omdat er in een groot ziekenhuis in meer dan één operatie kamer wordt gewerkt en er de gehele dag wordt geopereerd. Tegen de tijd, dat de patiënt naar de operatiekamer moet, zul len twee zusters hem of haar moeten ver voeren. In de operatiekamer aangekomen staan de narcotiseur en twee of drie zus ters klaar om de patiënt volgens de meest moderne methoden, waarop Klaas Vaak jaloers zou zijn, in slaap te brengen. Nu weet u verder niet meer, dat er nog weer eens vijf of soms tien mensen aan u zul len werken. Meestal bestaat het team uit twee artsen voor de operatie en een arts voor de narcose met een aantal zeer ge routineerde zusters, die de instrumenten aangeven (zij weten altijd precies, welk „Kijkt een etalagepop u aan". Een inleiding van zeker drie minuten krijgt de microfoon te slikken. De man is zenuwachtig; hij stapt iedere vijf seconden op een ander been, wiegt met zijn bovenlichaam en laat druk zijn ogen rollen. „En hoeveel ham hebt u vandaag al verkocht, monsieur Plan hard?" Monsieur Planhard schudt verschrikt zijn hoofd, wacht even, kijkt naar de langzaam doordraaiende bandrecorder en zegt dan vlug: „Maar ik verkoop helemaal geen ham. Alleen maar andouille en kruidenkoeken DAT HAD DE RADIOMAN in zijn zenuwen ook niet gezien. Dat kan de beste overkomen. Het vak van radioverslaggever i s immers niet gemakkelijk. „Quelle andouille", roept iemand uit het publiek. Dat was niet aardig. De radioman weet niet wat hij er van moet denken. Andouille is de naam van de Norman- dische worst, maar het betekent immers ook sufferd Het eind van de schilderachtige markt komt in zicht. Vlak bij de Colonne de Juillet, die midden op Place de la Bastille 52 meter omhoog torent, roept een oud Marokkaantje: „Kijk eens hier! Prachtige souvenirs van Parijs!" Ik stop even om te kijken en als wordt hij door een wesp gestoken, zo snel grijpt hij naar zijn koopwaar. „Prachtige spullen, niet?" roept hij, en toont me een boekje stopnaalden. Aan originaliteit ontbreekt het hem niet. Ik ben blij onverwacht Signor Pédro weer te zien. Hij blaast op een oude trompet die eigendom is van een sjacheraar die een met bloemen beschilderde draagstoel, een goudkleurige namaak-kroon en een serie pruiken te koop heeft. Signor Pédro drukt me een oude saxofoon in de handen. Na drie keer pro beren slaag ik er in het ding te laten loeien als een koe. Laburnum anagy- roides kent men veel beter als de Gouden Regen; een sierlijke kleine boom, die men echter ook in struik- vorm kan bestellen en kweken. Voor de niet te kleine tuin is het een mooie boom die niet veel ruimte in beslag neemt; als hij eenmaal goed groeit kan hij elk voorjaar enorm rijk bloeien, doch op zandgrond bevriezen vroeg in het voorjaar de bloemknoppen nog wel eens; langs de kust heeft men hier van geen last en ook niet in de vochtige polders; in de stad evenmin. Nu is het nog de goede tijd een exemplaar te bestel len. Zorg ervoor dat hij voldoende ruimte krijgt; als men al vroeg moet snoeien gaat het model ver loren en dat zou jammer zijn. Deze struik of kleine boom kan aanvankelijk sterk groeien, maar als de groei iets min der sterk wordt kan men op een massa gouden trossen rekenen. Zolang de groei dus flink aanhoudt behoeft men de eerste jaren niet extra te bemesten en zeker niet in- Dick J. Dijs dien men de grond bij het aanplanten bemest heeft. instrument nodig is) en op andere wijze de chirurgen assisteren. Wanneer de operatie is afgelopen wordt u weer rustig naar uw bed gebracht. En wanneer u bijkomt uit de slaap, waarin u zoveel belangrijks en gelukkig zoveel heil is overkomen, is het eerste wat u ziet een zuster, die naast uw bed de wacht houdt. IN „DE VERZEKERINGSBODE", weekblad van de Nederlandse Bond ter Bevordering van het levensverzekerings wezen troffen wij de volgende berekening aan van de waarde van een man, waar mee wij onze lezeressen een verrassing willen bereiden. Het „Institute of Life Insurance" heeft een nieuwe berekening gemaakt betreffen de de waarde van een man in de Verenig de Staten. De gebruikte gegevens hebben betrekking op het jaar 1958. Ter vergelij king dient een vroeger uitgevoerde bereke ning betrekking hebbend op 1949. Karakte ristiek is daarbij, dat de waasde van een man, in dollars en dollarcenten uitgedrukt, belangrijk is toegenomen, doordat de ge middelde levensduur in het laatst be schouwde jaar merkbaar langer geworden is. In beide vergelijkinsjaren speelt de we tenschappelijke opleiding een grote rol. De volgende tabel geeft het totale inkomen aan, dat een man van het begin van zijn loopbaan af, te verwachten heeft. Inkomen gedurende het gehele leven Opleiding Lager onderwijs Middelb. onderwijs Hoger onderwijs Gemiddelde 1949 116.000 165.000 268.000 133.000 1958 178.000 243.000 347.000 200.000 Tot het verhogen van de materiële waar de van een man dragen, buiten de lan gere levensduur, nog de volgende factoren bij: de verlenging van de gemiddelde duur van de levensperiode gedurende welke aan het arbeidsproces wordt deelgenomen; toe nemende mogelijkheden in een zich uit breidende volkshuishouding; toegenomen gelegenheid tot algemene ontwikkeling en betere beroepsopleiding. De man leeft ge middeld meer dan 66 jaren dus ongeveer 20 jaren langer dan bij het begin van onze eeuw. Daarvan worden gemiddeld 41,6 ja ren doorgebracht als tot de arbeidsge meenschap der bevolking behorend en iets minder dan 25 jaren worden besteed aan ontwikkeling en opvoeding.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 15