op /eden Hp!
Hausners requisitoir beweegt
de toehoorders tot tranen
Eerste Kamer heeft waardering
voor minister Cals
Atlantische eenheid
met Engeland
en Scandinavië
Levensloop van
mr. D. U. Stikker
Pantsjen Lama gedood?
Het vermoorden van onschuldigen,
dat was overal Eichmanns werk"
Engeland buigt zich
voor Djakarta's verzoek
c
u 14 APRIL 1961
Ik was generaal Janssens
Dodenmars
Auschwitz
Voorrecht
Mr.D.U. STIKKER
de nieuwe secretaris
generaal van de NA VO
20 STUKS F1
NIEUW DELHI (India) (UPI) De
„Hindustani Times", een dagblad te Nieuw
Delhi bericht dat de Pantsjen Lama door
de Chinezen om het leven is gebracht.
De Pantsjen Lama is de wereldlijke heer
ser van Tibet, welk land bezet is door
communistisch China. In 1959 is de Pant
sjen Lama door de bezetters ook als gees
telijk leider aangewezen, wegens de vlucht
van de Dalai Lama naar India. De cor
respondent van de „Hindustani Times"
in Sikkim, een staatje tussen India en Ti
bet, meldt dat hij het bericht over de
moord van Tibetaanse vluchtelingen heeft
ontvangen. Van officiële Indische zijde
kon van dit bericht echter geen beves
tiging worden verkregen. Niet alleen
vertelden de vluchtelingen dat de
Pantsjen Lama wegens ongehoorzaam
heid aan het regime van Peking ge
dood was, ook brachten zij berichten over
een hongersnood in grote delen van Tibet.
Voorts zouden grote aantallen Tibetanen
slavenarbeid moeten doen voor de bezet
ters.
Advertentie
(Van onze reisredacteur W. L. Brugsma)
JERUZALEM. Het proces-Eichmann is aangeland in wat zijn langste fase
zal worden: de getuigenverhoren. Sneller dan verwacht werd, eindigde aan
klager Hausner (dinsdag) al zijn marathonrede, somber overzicht van wat het
Derde Rijk het Europese Jodendom heeft aangedaan. Verdediger Servatius
maakte geen gebruik van zijn recht op antwoord. Hij rserveerde dat voor het
tijdstip waarop alle getuigen a charge gehoord zullen zijn. De eerste getuigen
bleven overigens in de stijl van dit proces, die een strikt doortimmerd juridische
opzet prefereert boven dramatische effecten. Hoofdcommissaris van politie Bar
Shalom legde uit hoe het bureau 06, dat de zaak tegen Eichmann voorbereidde,
zijn documentatie bijeen gekregen had en staafde vooral de authenticiteit van
dat schriftelijk materiaal. Hij werd in de getuigenbank opgevolgd door kapitein
Less die Eichmann maandenlang verhoord heeft. Less is de man tegen wie
Eichmann, toen hij een aantal Duitse documenten ter inzage kreeg om zijn
geheugen op te frissen, zei: „Maar dat zijn toch allemaal geheime rijkszaken,
ïs uw rang wel hoog genoeg dat ik er met u over kan spreken?".
De procureur-generaal wees met de vin
ger op Eichmann en zei: „Het vermoor
den van onschuldigen dat was overal
Eichmann's werk".
Volgens Hausner zijn in Treblinka ten
minste 750.000 mensen omgebracht. In het
Poolse kamp Chelmno ontsnapten slechts
vier mannen van de 340.000 gevangenen
aan de dood. Verder las hij een verslag
voor van de aankomst van 6.700 mensen
bij het vernietigingskamp Belsec in Polen,
waar meer dan 600.000 Joden werden ver
moord.
Joel Brand, de verteller van het boek
Mensen als Koopwaar (in het midden
met pijp), is een van de hoofdgetuigen
in het proces tegen Adolf Eichmann.
Hij heeft in het laatste jaar van de
oorlog met Eichmann onderhandeld
over het vrijlaten van miljoenen Joden.
Eichmann stelde hem voor een miljoen
Joden te zullen vrijlaten in ruil voor
tienduizend vrachtauto's van de wes
telijke geallieerden.
Engeland heeft officieel het Indonesische
verzoek aanvaard om de behartiging van
de Nederlandse belangen in Indonesië te
staken, zo is in gezaghebbende kring in
Londen meegedeeld.
De woordvoerder van het Britse minis
terie van Buitenlandse Zaken heeft be
kendgemaakt dat de Britse regering enke
le dagen geleden heeft geantwoord op de
Indonesische nota van 10 maart, waarin
dit verzoek vervat was.
Volgens gezaghebbende Britse kringen
kon Groot-Brittannië „zich slechts buigen
voor het eenzijdige verzoek van de Indo
nesische regering".
BRUSSEL De Belgische generaal Emi-
le Janssens gaat, evenals zoveel van zijn
illustere ranggenoten, zijn memoires pu
bliceren. Ze zullen eind juni onder de titel:
.Ik was generaal Janssens" verschijnen.
Generaal Janssens is een schilderachtig
figuur, die sinds 1954 opperbevelhebber
van de weermacht in Ko(ngo is geweest.
Na de eerste onlusten in januari 1959 liet
hij verscheidene malen aan de Belgische
regering weten, dat hij de zaken vast in
de hand had. Later was het juist zijn weer
macht die ging muiten. Loemoemba ont
sloeg rem. Teruggekeerd in Brussel ging
hij naar het standbeeld van Leopold II en
sprak daar de gedenkwaardige en zeer
becommentariseerde woorden: „Sire, ze
hebben uw werk verknoeid."
Later publiceerde hij, zonder toestem
ming van zijn meerderen, een memoran
dum over de muiterij in Kongo en hij
kreeg daarvoor in december van het Vorig
jaar veertien dagen huisarrest.
De bureaucraat in Eichmann is nog
steeds springlevend. Tijdens de rede van
Hausner krabbelde bij een notitie voor zijn
raadslieden: „Opmerkelijk hoe Hausner
het Auswartige Amt (Ribbentrops minis
terie van Buitenlandse Zaken) bij de za
ken betrekt". Dat was Eichmanns reactie
op Hausners rede die ook dinsdagochtend
geharde oorlogs- en rechtbankverslagge
vers tot tranen bracht.
Hausner ging in zijn rede uitgebreid in
op de Jodenvervolging in Nederland en
memoreerde de februaristaking en duizen
den Nederlanders die vrijwillig de gele
Davidsster droegen. Maar de erepalm voor
daadwerkelijke hulp aan de bedreigde Jo
den. ging naar Denemarken. De Denen
slaagden er immers in bijna hun gehele
Joodse kolonie van zesduizend mensen in
een moedige intelligente operatie overzee
naar Zweden weg te smokkelen, terwijl
Nederland met honderdvijfentwintigdui
zend omgekomen Joodse staatsburgers bij
na zijn gehele Joodse gemeenschap verloor.
(Reuter-AFP-DPA) Hausner zei dat
een nazi-functionaris, belast met de maat
regelen tegen de Joden in Nederland, aan
Berlijn gemeld heeft dat Eichmann erop
had aangedrongen ook tegen mensen van
gedeeltelijk Joodsen bloede op te treden.
Eichmann en zijn ondergeschikten beva
len de sterilisatie van deze mensen. In
november 1943 gaf Eichmann opdracht de
beloning voor het verraden van onderge
doken Nederlandse Joden te verhogen. Hij
wilde, dat de deportatie eind 1942 zou zijn
voltooid. In april 1943 waren er 68.300 weg
gevoerd en circa 71.700 nog niet, aldus
een rapport van S.S.-kapitein Zöpf, Eich
manns vertegenwoordiger in Nederland.
De helft van de 1.750 Joden in Noorwe
gen kon naar Zweden ontkomen. De an
deren werden naar kampen in Polen ge
deporteerd. Het wegvoeren van Deense
Joden begon in september 1943. Om er
zeker van te zijn dat zijn bevelen wer
den uitgevoerd, zond Eichmann zijn plaats
vervanger, S.S.-majoor Rolf Günther, naar
Denemarken. Uit Monaco wilde Eichmann
15.000 Joden hebben. Ofschoon Üèf' Duitse
consulaat hun aantal op slechts duizend
schatte. Eichmann hield voet bij stuk. In
Frankrijk voerden S.S.-kapitein Dannecker
S.S.-kapitein Röthke en later S.S.-majoor
Brunner Eichmanns bevelen uit met de
hulp van de Fransen Pierre Laval en Dar-
nand. De regering van Vichy liet de Jo
den aan de Duitsers over. Eerst werden
de statenlozen weggevoerd, toen de bui
tenlanders en ten slotte, ondanks het ver
zet van maarschalk Pétain, ook de Franse
Joden.
Hausner zei dat de Italiaanse bewind
voerders in Zuid-Frankrijk, Griekenland
en Joegoslavië de verdelgingsplannen van
de nazi's hebben gesaboteerd, waardoor
duizenden Joden gespaard bleven. Ook de
geestelijkheid in Italië heeft zich ten be
hoeve van de Joden ingespannen. 1.170
Joden uit Duitsland, Tsjechoslowakije en
Oostenrijk, die trachtten naar Palestina
uit te wijken, werden op last van Eich
mann in Joegoslavië aangehouden. Toen
de Joegoslavische autoriteiten aan Berlijn
vroegen wat er met hen moest worden ge
daan, kwam als antwoord: „Eichmann
raadt aan hen dood te schieten." Som
mige vluchtelingen hadden zich aangeslo
ten bij de Joegoslavische partisanen en
bleven gespaard.
Volgens de openbare aanklager was
Eichmann de enige die zich verzette te
gen het plan van Himmler om met de
westelijke geallieerden Joden tegen spoor
wagons te ruilen. De poging van Himmler
mislukte doordat de Londense radio het
ruilvoorstel voortijdig bekendmaakte. Het
Westen zag het als een poging om een
wig tussen de westelijke bondgenoten en
de Sovjet-Unie te drijven.
Velen in de rechtszaal konden hun tra
nen niet bedwingen toen Hausner vertelde
van de dodenmars van duizenden Hongaar
se Joden in de herfst van 1944. Eichmann
kreeg een reprimande van Himmler we
gens het gelasten van deze tocht. Inmid
dels hadden de Russen Boedapest omsin
geld en de Joden die nog in de stad wa
ren, bleven gespaard. Tegen het einde van
juni 1944 waren echter in totaal 437.402
Hongaarse Joden naar verdelgingskampen
gevoerd.
Het overbrengen van Roemeense Joden
naar kampen in Polen, in 1941 begonnen
werd door de Duitsers gestaakt omdat de
kampen overvol waren, maar op persoon
lijk bevel van Eichmann werden de trans
porten in juli 1942 hervat. Hij stoorde zich
niet aan de protesten van dé Roemeense
regering, zej^s niet aan die van de Dujfse
ambassadeur in Boekarest.
Het „modelkamp" Theresienstadt in Bohe-
men-Moravië was een persoonlijke schep
ping van Eichmann. Het diende om dege
nen die ongerust waren over de behande
ling van de Joden, te misleiden. Hausner
vervolgde, dat bij de misdaden van Eich
mann in Tsjechoslowakije ook de moord
op de christen-kinderen in Lidice moet ge
voegd worden, welke plaats van het aard
oppervlak werd weggevaagd. De kinderen
werden naar het ghetto in Lodz overge
bracht, waar zij hetzelfde lot ondergingen
als de Joden.
Hausner ging vervolgens in op de gru
welen, gepleegd in het vernietigingskamp
Auschwitz, waar de gaskamers en schoor
stenen dag en nacht in werking waren en
soms in een keer meer dan 10.000 Joden
werden gedood. Volgens de bekentenis van
de kampcommandant Rudolf Höss tijdens
de processen in Neurenberg, zijn daar
2.500.000 mensen omgebracht, terwijl er
een' half miljoen omkwamen als gevolg
van ziekten, honger en martelingen. Haus
ner verhaalde hoe Eichmann bij een be
zoek aan Auschwitz instructies gaf welke
transporten direct moesten worden geliqui
deerd en welke pas later. Ook was Eich
mann de leider van de uitpundering van
de gevangenen, die fantastische afmetin
gen had aangenomen, aldus de procureur
generaal.
Hausner zei aan het slot van zijn aan
klacht dat hij niet meer dan een flauw
beeld van dit enorme menselijke lijden
had kunnen geven. Het gaat boven mijn
kracht, zei hij. dit vreselijke gebeuren tot
in zijn volle diepte te schilderen.
Even naar de beklaagde kijkend, zei
Hausner: „Adolf Eichmann geniet een
voorrecht zoals hij aan geen van zijn
slachtoffers toestond. Hij zal zich voor de
rechtbank kunnen verdedigen. Over zijn
lot zal volgens recht en getuigenis wor
den beslist, waarbij de bewijslast bij het
openbaar ministerie berust. De rechters
van Israel zullen een rechtvaardig vonnis
vellen."
Het grootste deel van Hausners aan
klacht hoorde Eichmann oplettend maar
zonder teken van ontroering aan. Tegen
het einde schoof hij soms onrustig op zijn
stoel heen en weer of staarde vermoeid
op zijn handen. Toen Haitsner uitgespro
ken was, haalde beklaagde de schouders
op en keek naar zijn rechters alsof hij zich
afvroeg wat er nu verder zou gebeuren.
(Vervolg van pag. 1)
Mr. D. U. Stikker is op 5 februari 1897 in
Winschoten geboren. Na een gynasiumop-
leiding studeerde hij rechten aan de rijks
universiteit in Groningen. Hij promoveerde
in 1922. Toen hij was afgestudeerd, ging
mr. Stikker in het bankwezen. Na bij de
Groninger Bank en De Twentsche Bank in
Amsterdam te hebben gewerkt, werd hij
directeur van de Lissese Bankvereniging in
Lisse. Deze bankvereniging werd overge
nomen door De Twentsche Bank waarop
mr. Stikker bestuurslid werd van het wes
telijk rayon van De Twentsche Bank.
In 1935 werd hij directeur van Heinekens
Bierbrouwerij Maatschappij N.V. in Am
sterdam.
Bij de oprichting van de Stichting van
de Arbeid in mei 1945 werd mr. Stikker
tot voorzitter benoemd. Hij speelde een
grote rol bij de oprichting van de Partij
van de Vrijheid waarvan hij voorzitter
werd en waarvoor hij in 1946 lid werd
van de Eerste Kamer. Hij voerde met mr
P. J. Oud nadat deze uit de Partij van de
Arbeid was getreden, het zogenoemde „po
litieke gesprek" dat leidde tot de oprich
ting van de Volkspartij voor Vrijheid en
Democratie.
Mr. Stikker werd in augustus 1948 mi
nister van Buitenlandse Zaken. In deze
functie ondertekende hij op 4 april 1949 in
Washington het Noordatlantische verdrag.
Hij maakte in 1948 en 1949 een aantal
reizen naar Indonesië. In februari 1950
werd minister Stikker politiek bemiddelaar
van de Organisatie voor Europese Econo
mische Samenwerking en in april werd hij
voorzitter van deze organisatie. Hij bleef
dit tot 1952.
De Tweede Kamer verwierp in januari
1951 een motie-Oud die gericht was tegen
de Nieuw-Guineapolitiek van de regering.
De V.V.D.-fractie stemde voor deze mo
tie waarmee zij het vertrouwen in het ka
binet opzegde. Dit was voor minister Stik
ker aanleiding ontslag aan te vragen Het
kabinet waaraan daardoor de vies-partijen
grondslag werd ontnomen, verklaarde zich
solidair met minister Stikker en stelde zijn
portefeuilles ter beschikking.
In het nieuwe kabinet kreeg hij opnieuw
de portefeuille van Buitenlandse Zaken Hij
bleef minister tot september 1952 nadat
het kabinet in juni ontslag had gevraagd,
omdat de parlementaire periode ten einde
was.
Mr. Stikker werd in 1952 benoemd tot
ambassadeur in Londen. Hij behield deze
post tot 1958 en is sedertdien hoofd van
de gecombineerde Nederlandse permanen
te vertegenwoordiging bij de N.A.V.O
en de O.E.E.S. in Parijs.
Mr. Stikker is gehuwd en heeft twee
kinderen.
In de Eerste Kamer hebben niet min
der dan dertien leden het woord gevoerd
over de begroting van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen. In het algemeen
bleek er wel waardering een enkel
lid sprak zelfs van lof voor minister
Cals en zijn beide staatssecretarissen te
bestaan, doch critische opmerkingen
bleven toch niet uit. Van verscheidene
kanten is vrij uitvoerig aandacht besteed
aan het gebruik van de Nederlandse taal
dat door sommige leden slordig werd
genoemd.
i
Prof. Diepenhorst (A.R.) hekelde
bijvoorbeeld het slordige gebruik van onze
taal in, academische proefschriften. De
heer De L o o r (P.v.d.A.) pleitte voor in
voering van de zogenoemde voorkeursspel-
(Van onze parlementaire redacteur)
Mr D. U. Stikker, onze 64-jarige oud
minister van Buitenlandse Zaken, is
benoemd tot opvolger van Spaak als
secretaris-generaal van de NAVO,
een bindende figuur, waarvan zijn op
richting van de Stichting van de Arbeid
getuigt, en bevordering van de samen
werking is in een organisatie als de
NAVO van groot belang.
Mr. Stikker is altijd een groot voorstan
der geweest van de Atlantische eenheid.
Men zei van hem, omstreeks 1950, in de
nog arme jaren na de oorlog, dat hij re
deneerde: „De eenwording van Europa is
prachtig, maar het is tenslotte de eenheid
van een groepje armelui. Beter is Atlan
tische eenheid, waardoor Europa wordt
betrokken bij de welvaart van het rijke
Amerika".
In het openbaar heeft hij dat nooit ge
zegd, maar op de bijeenkomst van de
NAVO-landen in september 1959 in Ottawa
was hij de eerste die de woorden „Atlan
tische federale unie" in zijn mond nam
in verband met artikel 2 van het Atlan
tisch verdrag dat spreekt van economi
sche samenwerking en bevordering van
welvaart.
Beducht voor Frankrijk
De verwezenlijking van de Atlantische
eenheid werd in Europa echter sterk be
twijfeld omdat men zich niet kon in
denken dat Amerika met zijn overheersen
de positie in de westerse wereld, bereid zou
zijn machtsbevoegdheden over te dragen
en zijn soevereiniteit te delen met andere
landen.
Daartegenover verklaarde mr. Stikker
toen al er niet gerust op te zijn dat er ook
in Europa geen landen zijn (en hij doelde
op Frankrijk) die in de Europese gemeen
schap een overheersende rol willen spelen
Bij herhaling waarschuwde hij dat de
Europese eenheid geheel Europa, met in
begrip van Engeland en Scandinavië, zou
moeten omvatten Indien naar Europese
eenwording wordt gestreefd uitsluitend op
het vaste land van Europa, zodat het na
deel ontstaat dat Engeland en Scandina
vië erbuiten blijven, dan kan misschien
een oplossing worden gevonden in een gro
tere Atlantjsche eenheid.
Uit zijn ervaring op tal van internatiO'
nale conferenties vertelde minister Stikker
in november 1951 in de Tweede Kamer dat
de Verenigde Staten van Amerika altijd
bereid zijn rekening te houden met andere
landen, ook de kleine landen. „Indien Euro
pa, om sterker te staan tegenover Ameri
ka, zich zou scharen om Frankrijk, is het
niet zeker dat de Nederlandse stem in
Washington zal worden gehoord als thans,
want als Frankrijk voor Europa spreekt,
dan is Nederland er niet bij".
Over de 10 enll februari in Parijs gehou
den ministersconferentie over de plannen
van De Gaulle voor een nieuwe vorm van
politieke samenwerking tussen de EEG-
landen zei prof. S. Korteweg in de Tweede
Kamer onder andere: De bedoeling van
De Gaulle is kennelijk alleen het tot stand-
brengen van een alliantie ten behoeve van
de Franse politiek. Indien deze opzet zou
slagen, zou De Gaulle in de NAVO en even
tueel in de Verenigde Naties kunnen spre
ken namens een groep van zes landen. Er
zou in een dergelijke situatie helemaal
geen plaats meer zijn voor zelfstandige
buitenlandse politiek van Nederland.
Minister Luns heeft zich tegen de plan
nen van De Gaulle heftig verzet, maar hij
staat in de kring van EEG-ministers vrij
wel alleen en op 19 mei zullen in Bonn de
plannen al weer verder worden besproken.
In de Tweede Kamer zei minister Luns:
Indien de zes EEG-landen zich zouden af
zonderen en vervolgens met een gemeen
schappelijke visie aan de consultatie in
de NAVO zouden deelnemen, zou dat door
de andere NAVO-partners, zoals Canada
en de Scandinavische landen, niet worden
gewaardeerd en als ongewenste blokvor
ming worden aangemerkt.
Gevaarlijke verdeeldheid
Tegen deze achtergrond is het interes
sant dat mr. Stikker thans dus is
benoemd tot opvolger van Spaak als
secretaris-generaal van de NAVO, om
dat hij altijd sterk voorstander is geweest
van de grotere Atlantische eenheid. Na
zijn aftreden als minister in 1951 is hij
ambassadeur in Londen geworden en daar
zullen zijn denkbeelden niet beperkter van
visie zijn geworden, zich bepalend tot de
eenwording van een klein Europa.
De EEG dreigt een economische split
sing in Europa te veroorzaken. De plan
nen van De Gaulle houden het gevaar in
van een verdere politieke splitsing in Eu
ropa. De enige drijfveer moet echter zijn,
zei mr. Stikker al toen hij nog minister
van Buitenlandse Zaken was: Hoe kan
het westen zo sterk mogelijk worden ge
organiseerd? De verzwakking van de wes
terse eenheid, de verdeeldheid in Europa,
zien Amerika, Engeland, Canada enzovoort
met bezorgdheid.
Met de aanzienlijks beperking van de
dèfensiehulp heeft Amerika Europa al la
ten voelen wat verbreking van de Atlanti
sche eenheid betekent. Tegelijkertijd
wordt echter blijkbaar getracht de Atlan
tische eenheid weer te doen versterken
door een figuur als mr. Stikker, wiens
benoeming tot secretaris-generaal van de
NAVO dus een politieke kwestie is op het
hoogste internationale niveau.
ling, maar de heer Van Hulst (C.H.U.)
voelde meer voor een compromis. Dit Ka
merlid drong echter wel aan op zo groot
mogelijke eenvoud en uniformiteit. De
heer A 1 g r a (A.R.) constateerde dat het
blijkbaar moeilijk is tot overeenstemming
over de spelling te komen. Een zekere vast
heid vond dit Kamerlid wenselijk, maar
aan de leerlingen van de gymnasia zou hij
toch wel een gemotiveerde vrijheid willen
laten.
De heer D e r k s e n (K.V.P.) meende
dat het euvel van het slordige gebruik van
onze taal in de eerste plaats gezocht moet
worden bij het kweekschoolonderwijs. De
heer Derksen pleitte overigens voor een
meer wetenschappelijke oplossing van het
spellingvraagstuk boven de voorkeurspel
ling zoals minister Cals die blijkbaar voor
staat.
Verscheidene leden schonken aandacht
aan het voornemen van de minister de
subsidie aan de studenteneettafels te ver
minderen. Hiertegen maakten de heren
Diepenhorst enSchermerhorn
(P.v.d.A.) duidelijk bezwaar en ook me
vrouw Schouwenaa r-F r a n s s e n
(V.V.D.) toonde zich er niet gelukkig mee.
Alleen prof. G i e 1 e n (K.V.P.) zei hierover
nog geen definitief oordeel te hebben.
Een onderwerp, dat ook vrij algemene
belangstelling genoot was de verkorte
werkweek en in verband daarmee het pro
bleem voor het onderwijs. Van verschei
dene kanten werd er op aangedrongen dat
de minister op dit punt maatregelen zal
nemen. In dit verband vroeg de heer D e
L o o r ook maatregelen van de minister
ten opzichte van de vakantiespreiding. De
heer Van Hulst meende dat de drie
uren van de vrije zaterdag, zo die even
tueel wordt ingevoerd, niet straffeloos over
de overige dagen kunnen worden verdeeld.
Deze spreker toonde zich intussen al erg
ongerust over het absentisme op zaterdag
dat zich vooral in de grote steden nu reeds
voordoet als gevolg van de vrije zaterdag
in het bedrijfsleven.
Mevrouw Schouwenaar-Frans-
s e n en prof. G i e 1 e n maakten zich on
gerust over de misdaad- en geweld-
pleginglectuur, waarmee de schooljeugd in
aanraking komt.
Over de achterstand bij de bouw van
scholen maakte de heer Van Veltho-
v e n (K.V.P.) enkele critische opmerkin
gen. Met de voornemens van de minister
ten aanzien van de spaarregeling voor on
derwijzers bij het bijzonder onderwijs was
de heer A1 g r a niet geheel tevreden. Dit
Kamerlid was het echter wel eens met de
minister ten opzichte van diens weigering
tot medewerking aan de oprichting van
een gemeentelijk lyceum in Groningen.
De heer Van de Vliet (V.V.D.)
drong er bij de minister op aan over te
gaan tot het opstellen van een analyse van
de uitgaven voor het onderwijs. Deze spre
ker schaarde zich bij enige andere leden
die hadden gewezen op de onbevredigende
salarisregeling voor de inspecteurs van het
onderwijs. De heer Van de Vliet bracht
verder onder meer het schriftelijk onder
wijs ter sprake. Tegen steun aan de sport
zei prof. Diepenhorst geen bezwaar
te hebben, maar de minister wake tegen
excessen. In dit verband bracht hij be
paalde gebeurtenissen in Zwemkringen ter
sprake.
Over de kunst is betrekkelijk weinig ge
sproken. De heer Van Hulst drong op
een spoedige beslissing ten aanzien van de
televisie aan, maar de heer A 1 g r a ver
klaarde zich nu reeds een krachtig tegen
stander van commerciële televisie.
Tal van andere onderwerpen, zoals de
Europese universiteit, de gehuwde onder
wijzeres. „schuttingwoorden" in de littera
tuur,» het economisch onderwijs, werden
nog aan de orde gesteld.
Vandaag antwoorden de minister en dp
staatssecretarissen.