op /eden Hp! Hausners requisitoir beweegt de toehoorders tot tranen Eerste Kamer heeft waardering voor minister Cals Atlantische eenheid met Engeland en Scandinavië Levensloop van mr. D. U. Stikker Pantsjen Lama gedood? Het vermoorden van onschuldigen, dat was overal Eichmanns werk" Engeland buigt zich voor Djakarta's verzoek c u 14 APRIL 1961 Ik was generaal Janssens Dodenmars Auschwitz Voorrecht Mr.D.U. STIKKER de nieuwe secretaris generaal van de NA VO 20 STUKS F1 NIEUW DELHI (India) (UPI) De „Hindustani Times", een dagblad te Nieuw Delhi bericht dat de Pantsjen Lama door de Chinezen om het leven is gebracht. De Pantsjen Lama is de wereldlijke heer ser van Tibet, welk land bezet is door communistisch China. In 1959 is de Pant sjen Lama door de bezetters ook als gees telijk leider aangewezen, wegens de vlucht van de Dalai Lama naar India. De cor respondent van de „Hindustani Times" in Sikkim, een staatje tussen India en Ti bet, meldt dat hij het bericht over de moord van Tibetaanse vluchtelingen heeft ontvangen. Van officiële Indische zijde kon van dit bericht echter geen beves tiging worden verkregen. Niet alleen vertelden de vluchtelingen dat de Pantsjen Lama wegens ongehoorzaam heid aan het regime van Peking ge dood was, ook brachten zij berichten over een hongersnood in grote delen van Tibet. Voorts zouden grote aantallen Tibetanen slavenarbeid moeten doen voor de bezet ters. Advertentie (Van onze reisredacteur W. L. Brugsma) JERUZALEM. Het proces-Eichmann is aangeland in wat zijn langste fase zal worden: de getuigenverhoren. Sneller dan verwacht werd, eindigde aan klager Hausner (dinsdag) al zijn marathonrede, somber overzicht van wat het Derde Rijk het Europese Jodendom heeft aangedaan. Verdediger Servatius maakte geen gebruik van zijn recht op antwoord. Hij rserveerde dat voor het tijdstip waarop alle getuigen a charge gehoord zullen zijn. De eerste getuigen bleven overigens in de stijl van dit proces, die een strikt doortimmerd juridische opzet prefereert boven dramatische effecten. Hoofdcommissaris van politie Bar Shalom legde uit hoe het bureau 06, dat de zaak tegen Eichmann voorbereidde, zijn documentatie bijeen gekregen had en staafde vooral de authenticiteit van dat schriftelijk materiaal. Hij werd in de getuigenbank opgevolgd door kapitein Less die Eichmann maandenlang verhoord heeft. Less is de man tegen wie Eichmann, toen hij een aantal Duitse documenten ter inzage kreeg om zijn geheugen op te frissen, zei: „Maar dat zijn toch allemaal geheime rijkszaken, ïs uw rang wel hoog genoeg dat ik er met u over kan spreken?". De procureur-generaal wees met de vin ger op Eichmann en zei: „Het vermoor den van onschuldigen dat was overal Eichmann's werk". Volgens Hausner zijn in Treblinka ten minste 750.000 mensen omgebracht. In het Poolse kamp Chelmno ontsnapten slechts vier mannen van de 340.000 gevangenen aan de dood. Verder las hij een verslag voor van de aankomst van 6.700 mensen bij het vernietigingskamp Belsec in Polen, waar meer dan 600.000 Joden werden ver moord. Joel Brand, de verteller van het boek Mensen als Koopwaar (in het midden met pijp), is een van de hoofdgetuigen in het proces tegen Adolf Eichmann. Hij heeft in het laatste jaar van de oorlog met Eichmann onderhandeld over het vrijlaten van miljoenen Joden. Eichmann stelde hem voor een miljoen Joden te zullen vrijlaten in ruil voor tienduizend vrachtauto's van de wes telijke geallieerden. Engeland heeft officieel het Indonesische verzoek aanvaard om de behartiging van de Nederlandse belangen in Indonesië te staken, zo is in gezaghebbende kring in Londen meegedeeld. De woordvoerder van het Britse minis terie van Buitenlandse Zaken heeft be kendgemaakt dat de Britse regering enke le dagen geleden heeft geantwoord op de Indonesische nota van 10 maart, waarin dit verzoek vervat was. Volgens gezaghebbende Britse kringen kon Groot-Brittannië „zich slechts buigen voor het eenzijdige verzoek van de Indo nesische regering". BRUSSEL De Belgische generaal Emi- le Janssens gaat, evenals zoveel van zijn illustere ranggenoten, zijn memoires pu bliceren. Ze zullen eind juni onder de titel: .Ik was generaal Janssens" verschijnen. Generaal Janssens is een schilderachtig figuur, die sinds 1954 opperbevelhebber van de weermacht in Ko(ngo is geweest. Na de eerste onlusten in januari 1959 liet hij verscheidene malen aan de Belgische regering weten, dat hij de zaken vast in de hand had. Later was het juist zijn weer macht die ging muiten. Loemoemba ont sloeg rem. Teruggekeerd in Brussel ging hij naar het standbeeld van Leopold II en sprak daar de gedenkwaardige en zeer becommentariseerde woorden: „Sire, ze hebben uw werk verknoeid." Later publiceerde hij, zonder toestem ming van zijn meerderen, een memoran dum over de muiterij in Kongo en hij kreeg daarvoor in december van het Vorig jaar veertien dagen huisarrest. De bureaucraat in Eichmann is nog steeds springlevend. Tijdens de rede van Hausner krabbelde bij een notitie voor zijn raadslieden: „Opmerkelijk hoe Hausner het Auswartige Amt (Ribbentrops minis terie van Buitenlandse Zaken) bij de za ken betrekt". Dat was Eichmanns reactie op Hausners rede die ook dinsdagochtend geharde oorlogs- en rechtbankverslagge vers tot tranen bracht. Hausner ging in zijn rede uitgebreid in op de Jodenvervolging in Nederland en memoreerde de februaristaking en duizen den Nederlanders die vrijwillig de gele Davidsster droegen. Maar de erepalm voor daadwerkelijke hulp aan de bedreigde Jo den. ging naar Denemarken. De Denen slaagden er immers in bijna hun gehele Joodse kolonie van zesduizend mensen in een moedige intelligente operatie overzee naar Zweden weg te smokkelen, terwijl Nederland met honderdvijfentwintigdui zend omgekomen Joodse staatsburgers bij na zijn gehele Joodse gemeenschap verloor. (Reuter-AFP-DPA) Hausner zei dat een nazi-functionaris, belast met de maat regelen tegen de Joden in Nederland, aan Berlijn gemeld heeft dat Eichmann erop had aangedrongen ook tegen mensen van gedeeltelijk Joodsen bloede op te treden. Eichmann en zijn ondergeschikten beva len de sterilisatie van deze mensen. In november 1943 gaf Eichmann opdracht de beloning voor het verraden van onderge doken Nederlandse Joden te verhogen. Hij wilde, dat de deportatie eind 1942 zou zijn voltooid. In april 1943 waren er 68.300 weg gevoerd en circa 71.700 nog niet, aldus een rapport van S.S.-kapitein Zöpf, Eich manns vertegenwoordiger in Nederland. De helft van de 1.750 Joden in Noorwe gen kon naar Zweden ontkomen. De an deren werden naar kampen in Polen ge deporteerd. Het wegvoeren van Deense Joden begon in september 1943. Om er zeker van te zijn dat zijn bevelen wer den uitgevoerd, zond Eichmann zijn plaats vervanger, S.S.-majoor Rolf Günther, naar Denemarken. Uit Monaco wilde Eichmann 15.000 Joden hebben. Ofschoon Üèf' Duitse consulaat hun aantal op slechts duizend schatte. Eichmann hield voet bij stuk. In Frankrijk voerden S.S.-kapitein Dannecker S.S.-kapitein Röthke en later S.S.-majoor Brunner Eichmanns bevelen uit met de hulp van de Fransen Pierre Laval en Dar- nand. De regering van Vichy liet de Jo den aan de Duitsers over. Eerst werden de statenlozen weggevoerd, toen de bui tenlanders en ten slotte, ondanks het ver zet van maarschalk Pétain, ook de Franse Joden. Hausner zei dat de Italiaanse bewind voerders in Zuid-Frankrijk, Griekenland en Joegoslavië de verdelgingsplannen van de nazi's hebben gesaboteerd, waardoor duizenden Joden gespaard bleven. Ook de geestelijkheid in Italië heeft zich ten be hoeve van de Joden ingespannen. 1.170 Joden uit Duitsland, Tsjechoslowakije en Oostenrijk, die trachtten naar Palestina uit te wijken, werden op last van Eich mann in Joegoslavië aangehouden. Toen de Joegoslavische autoriteiten aan Berlijn vroegen wat er met hen moest worden ge daan, kwam als antwoord: „Eichmann raadt aan hen dood te schieten." Som mige vluchtelingen hadden zich aangeslo ten bij de Joegoslavische partisanen en bleven gespaard. Volgens de openbare aanklager was Eichmann de enige die zich verzette te gen het plan van Himmler om met de westelijke geallieerden Joden tegen spoor wagons te ruilen. De poging van Himmler mislukte doordat de Londense radio het ruilvoorstel voortijdig bekendmaakte. Het Westen zag het als een poging om een wig tussen de westelijke bondgenoten en de Sovjet-Unie te drijven. Velen in de rechtszaal konden hun tra nen niet bedwingen toen Hausner vertelde van de dodenmars van duizenden Hongaar se Joden in de herfst van 1944. Eichmann kreeg een reprimande van Himmler we gens het gelasten van deze tocht. Inmid dels hadden de Russen Boedapest omsin geld en de Joden die nog in de stad wa ren, bleven gespaard. Tegen het einde van juni 1944 waren echter in totaal 437.402 Hongaarse Joden naar verdelgingskampen gevoerd. Het overbrengen van Roemeense Joden naar kampen in Polen, in 1941 begonnen werd door de Duitsers gestaakt omdat de kampen overvol waren, maar op persoon lijk bevel van Eichmann werden de trans porten in juli 1942 hervat. Hij stoorde zich niet aan de protesten van dé Roemeense regering, zej^s niet aan die van de Dujfse ambassadeur in Boekarest. Het „modelkamp" Theresienstadt in Bohe- men-Moravië was een persoonlijke schep ping van Eichmann. Het diende om dege nen die ongerust waren over de behande ling van de Joden, te misleiden. Hausner vervolgde, dat bij de misdaden van Eich mann in Tsjechoslowakije ook de moord op de christen-kinderen in Lidice moet ge voegd worden, welke plaats van het aard oppervlak werd weggevaagd. De kinderen werden naar het ghetto in Lodz overge bracht, waar zij hetzelfde lot ondergingen als de Joden. Hausner ging vervolgens in op de gru welen, gepleegd in het vernietigingskamp Auschwitz, waar de gaskamers en schoor stenen dag en nacht in werking waren en soms in een keer meer dan 10.000 Joden werden gedood. Volgens de bekentenis van de kampcommandant Rudolf Höss tijdens de processen in Neurenberg, zijn daar 2.500.000 mensen omgebracht, terwijl er een' half miljoen omkwamen als gevolg van ziekten, honger en martelingen. Haus ner verhaalde hoe Eichmann bij een be zoek aan Auschwitz instructies gaf welke transporten direct moesten worden geliqui deerd en welke pas later. Ook was Eich mann de leider van de uitpundering van de gevangenen, die fantastische afmetin gen had aangenomen, aldus de procureur generaal. Hausner zei aan het slot van zijn aan klacht dat hij niet meer dan een flauw beeld van dit enorme menselijke lijden had kunnen geven. Het gaat boven mijn kracht, zei hij. dit vreselijke gebeuren tot in zijn volle diepte te schilderen. Even naar de beklaagde kijkend, zei Hausner: „Adolf Eichmann geniet een voorrecht zoals hij aan geen van zijn slachtoffers toestond. Hij zal zich voor de rechtbank kunnen verdedigen. Over zijn lot zal volgens recht en getuigenis wor den beslist, waarbij de bewijslast bij het openbaar ministerie berust. De rechters van Israel zullen een rechtvaardig vonnis vellen." Het grootste deel van Hausners aan klacht hoorde Eichmann oplettend maar zonder teken van ontroering aan. Tegen het einde schoof hij soms onrustig op zijn stoel heen en weer of staarde vermoeid op zijn handen. Toen Haitsner uitgespro ken was, haalde beklaagde de schouders op en keek naar zijn rechters alsof hij zich afvroeg wat er nu verder zou gebeuren. (Vervolg van pag. 1) Mr. D. U. Stikker is op 5 februari 1897 in Winschoten geboren. Na een gynasiumop- leiding studeerde hij rechten aan de rijks universiteit in Groningen. Hij promoveerde in 1922. Toen hij was afgestudeerd, ging mr. Stikker in het bankwezen. Na bij de Groninger Bank en De Twentsche Bank in Amsterdam te hebben gewerkt, werd hij directeur van de Lissese Bankvereniging in Lisse. Deze bankvereniging werd overge nomen door De Twentsche Bank waarop mr. Stikker bestuurslid werd van het wes telijk rayon van De Twentsche Bank. In 1935 werd hij directeur van Heinekens Bierbrouwerij Maatschappij N.V. in Am sterdam. Bij de oprichting van de Stichting van de Arbeid in mei 1945 werd mr. Stikker tot voorzitter benoemd. Hij speelde een grote rol bij de oprichting van de Partij van de Vrijheid waarvan hij voorzitter werd en waarvoor hij in 1946 lid werd van de Eerste Kamer. Hij voerde met mr P. J. Oud nadat deze uit de Partij van de Arbeid was getreden, het zogenoemde „po litieke gesprek" dat leidde tot de oprich ting van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. Mr. Stikker werd in augustus 1948 mi nister van Buitenlandse Zaken. In deze functie ondertekende hij op 4 april 1949 in Washington het Noordatlantische verdrag. Hij maakte in 1948 en 1949 een aantal reizen naar Indonesië. In februari 1950 werd minister Stikker politiek bemiddelaar van de Organisatie voor Europese Econo mische Samenwerking en in april werd hij voorzitter van deze organisatie. Hij bleef dit tot 1952. De Tweede Kamer verwierp in januari 1951 een motie-Oud die gericht was tegen de Nieuw-Guineapolitiek van de regering. De V.V.D.-fractie stemde voor deze mo tie waarmee zij het vertrouwen in het ka binet opzegde. Dit was voor minister Stik ker aanleiding ontslag aan te vragen Het kabinet waaraan daardoor de vies-partijen grondslag werd ontnomen, verklaarde zich solidair met minister Stikker en stelde zijn portefeuilles ter beschikking. In het nieuwe kabinet kreeg hij opnieuw de portefeuille van Buitenlandse Zaken Hij bleef minister tot september 1952 nadat het kabinet in juni ontslag had gevraagd, omdat de parlementaire periode ten einde was. Mr. Stikker werd in 1952 benoemd tot ambassadeur in Londen. Hij behield deze post tot 1958 en is sedertdien hoofd van de gecombineerde Nederlandse permanen te vertegenwoordiging bij de N.A.V.O en de O.E.E.S. in Parijs. Mr. Stikker is gehuwd en heeft twee kinderen. In de Eerste Kamer hebben niet min der dan dertien leden het woord gevoerd over de begroting van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen. In het algemeen bleek er wel waardering een enkel lid sprak zelfs van lof voor minister Cals en zijn beide staatssecretarissen te bestaan, doch critische opmerkingen bleven toch niet uit. Van verscheidene kanten is vrij uitvoerig aandacht besteed aan het gebruik van de Nederlandse taal dat door sommige leden slordig werd genoemd. i Prof. Diepenhorst (A.R.) hekelde bijvoorbeeld het slordige gebruik van onze taal in, academische proefschriften. De heer De L o o r (P.v.d.A.) pleitte voor in voering van de zogenoemde voorkeursspel- (Van onze parlementaire redacteur) Mr D. U. Stikker, onze 64-jarige oud minister van Buitenlandse Zaken, is benoemd tot opvolger van Spaak als secretaris-generaal van de NAVO, een bindende figuur, waarvan zijn op richting van de Stichting van de Arbeid getuigt, en bevordering van de samen werking is in een organisatie als de NAVO van groot belang. Mr. Stikker is altijd een groot voorstan der geweest van de Atlantische eenheid. Men zei van hem, omstreeks 1950, in de nog arme jaren na de oorlog, dat hij re deneerde: „De eenwording van Europa is prachtig, maar het is tenslotte de eenheid van een groepje armelui. Beter is Atlan tische eenheid, waardoor Europa wordt betrokken bij de welvaart van het rijke Amerika". In het openbaar heeft hij dat nooit ge zegd, maar op de bijeenkomst van de NAVO-landen in september 1959 in Ottawa was hij de eerste die de woorden „Atlan tische federale unie" in zijn mond nam in verband met artikel 2 van het Atlan tisch verdrag dat spreekt van economi sche samenwerking en bevordering van welvaart. Beducht voor Frankrijk De verwezenlijking van de Atlantische eenheid werd in Europa echter sterk be twijfeld omdat men zich niet kon in denken dat Amerika met zijn overheersen de positie in de westerse wereld, bereid zou zijn machtsbevoegdheden over te dragen en zijn soevereiniteit te delen met andere landen. Daartegenover verklaarde mr. Stikker toen al er niet gerust op te zijn dat er ook in Europa geen landen zijn (en hij doelde op Frankrijk) die in de Europese gemeen schap een overheersende rol willen spelen Bij herhaling waarschuwde hij dat de Europese eenheid geheel Europa, met in begrip van Engeland en Scandinavië, zou moeten omvatten Indien naar Europese eenwording wordt gestreefd uitsluitend op het vaste land van Europa, zodat het na deel ontstaat dat Engeland en Scandina vië erbuiten blijven, dan kan misschien een oplossing worden gevonden in een gro tere Atlantjsche eenheid. Uit zijn ervaring op tal van internatiO' nale conferenties vertelde minister Stikker in november 1951 in de Tweede Kamer dat de Verenigde Staten van Amerika altijd bereid zijn rekening te houden met andere landen, ook de kleine landen. „Indien Euro pa, om sterker te staan tegenover Ameri ka, zich zou scharen om Frankrijk, is het niet zeker dat de Nederlandse stem in Washington zal worden gehoord als thans, want als Frankrijk voor Europa spreekt, dan is Nederland er niet bij". Over de 10 enll februari in Parijs gehou den ministersconferentie over de plannen van De Gaulle voor een nieuwe vorm van politieke samenwerking tussen de EEG- landen zei prof. S. Korteweg in de Tweede Kamer onder andere: De bedoeling van De Gaulle is kennelijk alleen het tot stand- brengen van een alliantie ten behoeve van de Franse politiek. Indien deze opzet zou slagen, zou De Gaulle in de NAVO en even tueel in de Verenigde Naties kunnen spre ken namens een groep van zes landen. Er zou in een dergelijke situatie helemaal geen plaats meer zijn voor zelfstandige buitenlandse politiek van Nederland. Minister Luns heeft zich tegen de plan nen van De Gaulle heftig verzet, maar hij staat in de kring van EEG-ministers vrij wel alleen en op 19 mei zullen in Bonn de plannen al weer verder worden besproken. In de Tweede Kamer zei minister Luns: Indien de zes EEG-landen zich zouden af zonderen en vervolgens met een gemeen schappelijke visie aan de consultatie in de NAVO zouden deelnemen, zou dat door de andere NAVO-partners, zoals Canada en de Scandinavische landen, niet worden gewaardeerd en als ongewenste blokvor ming worden aangemerkt. Gevaarlijke verdeeldheid Tegen deze achtergrond is het interes sant dat mr. Stikker thans dus is benoemd tot opvolger van Spaak als secretaris-generaal van de NAVO, om dat hij altijd sterk voorstander is geweest van de grotere Atlantische eenheid. Na zijn aftreden als minister in 1951 is hij ambassadeur in Londen geworden en daar zullen zijn denkbeelden niet beperkter van visie zijn geworden, zich bepalend tot de eenwording van een klein Europa. De EEG dreigt een economische split sing in Europa te veroorzaken. De plan nen van De Gaulle houden het gevaar in van een verdere politieke splitsing in Eu ropa. De enige drijfveer moet echter zijn, zei mr. Stikker al toen hij nog minister van Buitenlandse Zaken was: Hoe kan het westen zo sterk mogelijk worden ge organiseerd? De verzwakking van de wes terse eenheid, de verdeeldheid in Europa, zien Amerika, Engeland, Canada enzovoort met bezorgdheid. Met de aanzienlijks beperking van de dèfensiehulp heeft Amerika Europa al la ten voelen wat verbreking van de Atlanti sche eenheid betekent. Tegelijkertijd wordt echter blijkbaar getracht de Atlan tische eenheid weer te doen versterken door een figuur als mr. Stikker, wiens benoeming tot secretaris-generaal van de NAVO dus een politieke kwestie is op het hoogste internationale niveau. ling, maar de heer Van Hulst (C.H.U.) voelde meer voor een compromis. Dit Ka merlid drong echter wel aan op zo groot mogelijke eenvoud en uniformiteit. De heer A 1 g r a (A.R.) constateerde dat het blijkbaar moeilijk is tot overeenstemming over de spelling te komen. Een zekere vast heid vond dit Kamerlid wenselijk, maar aan de leerlingen van de gymnasia zou hij toch wel een gemotiveerde vrijheid willen laten. De heer D e r k s e n (K.V.P.) meende dat het euvel van het slordige gebruik van onze taal in de eerste plaats gezocht moet worden bij het kweekschoolonderwijs. De heer Derksen pleitte overigens voor een meer wetenschappelijke oplossing van het spellingvraagstuk boven de voorkeurspel ling zoals minister Cals die blijkbaar voor staat. Verscheidene leden schonken aandacht aan het voornemen van de minister de subsidie aan de studenteneettafels te ver minderen. Hiertegen maakten de heren Diepenhorst enSchermerhorn (P.v.d.A.) duidelijk bezwaar en ook me vrouw Schouwenaa r-F r a n s s e n (V.V.D.) toonde zich er niet gelukkig mee. Alleen prof. G i e 1 e n (K.V.P.) zei hierover nog geen definitief oordeel te hebben. Een onderwerp, dat ook vrij algemene belangstelling genoot was de verkorte werkweek en in verband daarmee het pro bleem voor het onderwijs. Van verschei dene kanten werd er op aangedrongen dat de minister op dit punt maatregelen zal nemen. In dit verband vroeg de heer D e L o o r ook maatregelen van de minister ten opzichte van de vakantiespreiding. De heer Van Hulst meende dat de drie uren van de vrije zaterdag, zo die even tueel wordt ingevoerd, niet straffeloos over de overige dagen kunnen worden verdeeld. Deze spreker toonde zich intussen al erg ongerust over het absentisme op zaterdag dat zich vooral in de grote steden nu reeds voordoet als gevolg van de vrije zaterdag in het bedrijfsleven. Mevrouw Schouwenaar-Frans- s e n en prof. G i e 1 e n maakten zich on gerust over de misdaad- en geweld- pleginglectuur, waarmee de schooljeugd in aanraking komt. Over de achterstand bij de bouw van scholen maakte de heer Van Veltho- v e n (K.V.P.) enkele critische opmerkin gen. Met de voornemens van de minister ten aanzien van de spaarregeling voor on derwijzers bij het bijzonder onderwijs was de heer A1 g r a niet geheel tevreden. Dit Kamerlid was het echter wel eens met de minister ten opzichte van diens weigering tot medewerking aan de oprichting van een gemeentelijk lyceum in Groningen. De heer Van de Vliet (V.V.D.) drong er bij de minister op aan over te gaan tot het opstellen van een analyse van de uitgaven voor het onderwijs. Deze spre ker schaarde zich bij enige andere leden die hadden gewezen op de onbevredigende salarisregeling voor de inspecteurs van het onderwijs. De heer Van de Vliet bracht verder onder meer het schriftelijk onder wijs ter sprake. Tegen steun aan de sport zei prof. Diepenhorst geen bezwaar te hebben, maar de minister wake tegen excessen. In dit verband bracht hij be paalde gebeurtenissen in Zwemkringen ter sprake. Over de kunst is betrekkelijk weinig ge sproken. De heer Van Hulst drong op een spoedige beslissing ten aanzien van de televisie aan, maar de heer A 1 g r a ver klaarde zich nu reeds een krachtig tegen stander van commerciële televisie. Tal van andere onderwerpen, zoals de Europese universiteit, de gehuwde onder wijzeres. „schuttingwoorden" in de littera tuur,» het economisch onderwijs, werden nog aan de orde gesteld. Vandaag antwoorden de minister en dp staatssecretarissen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 5