FILATELIE tssssi V I 1 m Dammen Bridge Schrijvers over schrijvers en... zichzelf Eüi cMmmwjm m&wmI iPWilf -ATERDAG 22 APRIL 1961 Erbij PAGINA VIER P«8!i!!« M mmsm iü i rnrnm*mBmm Éi O lil iil HH Hf i pp? pp- W, lü B. Dukel Een slang Een poppetje voor in bad SURINAME. In de loop van de maand mei zal de kortgeleden uitgegeven serie met afbeeldingen van historische ge bouwen worden voortgezet met vijf waarden: 15 cent Hof van Justitie, 30 cent sluis in Nieuw-Amsterdam, «mmmg M -5, VT,H;r 35 cent gouvernementsgebouw, 40 cent paleis van de gouverneur, 60 cent Her vormde kerk. De zegels zijn uitgevoerd in veelkleurendruk bij Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem naar ontwerpen van Nic. Loning te Paramaribo. VERENIGDE ARABISCHE REP. (EGYPTE). Ter ere van de Wereld Ge zondheidsorganisatie, een van de ge specialiseerde organisaties van de Ver enigde Naties, zijn twee postzegels uit gekomen. Het zijn een 10 mills (bruin) en een 35 15 mills (bruin en geel). Op beide zegels ziet men twee handen op een in Braille-schrift vervaardigd boek. Ze zijn ontworpen door Abbas El Sheikh. Van de 10 mills zijn twee mil joen en van de 35 15 mills 400.000 stuks gedrukt. Voor gebruik in de Gaza- strook (Palestina) is de zegel van 10 mills in een blauwe kleur uitgegeven, waarvan de oplage 400.000 exemplaren bedraagt. MALI. Met het portret van president Mamadou Konate (18971956) zijn twee luchtpostzegels uitgekomen. De waar den zijn 20 fr. (groen en zwart) en 200 fr. (rood en zwart). Voorts is in dit land een postzegel van 100 fr. verschenen, bestemd voor de luchtpost, ter gelegen heid van de toelating als lid van de Verenigde Naties. Afgebeeld zijn een kaart van Mali, waarop het UNO-em- bleem en de vlag van het land. LUXEMBURG. Als propaganda voor de bescherming van de dieren zal op 15 mei a.s. een serie van vier waarden in omloop worden gebracht: 1 fr. met de bonte specht, 1,50 fr. met de kat, 3 fr. met het paard en 8,50 fr. met de das hond. De zegels zijn ontworpen door de Luxemburgse kunstenaar Auguste Tré- mont en gedrukt bij de Zwitserse druk kerij Courvoisier. AUSTRALIË. De Australische poste rijen geven op 3 mei a.s. in de koer- serende serie frankeerzegels een zegel ter waarde van 11 d. (blauw) uit met als voorstelling de kangoeroe-rat. De zegel is ontworpen door mej. Eileen Mayo, die reeds verscheidene Austra lische dierenzegels heeft getekend. CENTRAALAFRIKAANSE REP. Een :erie van drie postzegels, 15, 25 en 85 fr., is uitgegeven ter viering van het feit, -utm hu lat deze republiek is toegelaten als lid van de Verenigde Naties. Op de zegel zijn het UNO-embleem, de kaart en de vlag van het land afgebeeld. FINLAND. Vijfenzeventig jaar ge leden werd de Finse postspaarbank ge sticht. Deze gebeurtenis zal onder meer worden herdacht door de uitgifte (op 24 mei) van een postzegel van 20 mk. met als voorstelling het huidige em bleem van de postspaarbank. De zegel is ontworpen door Pentti Rahikainen en gegraveerd door R. Achrèn. Er zijn vijf miljoen exemplaren gedrukt. In het Claire-Benedict-toemooi werd de 24-jarige student Langeweg, eerste-bord- speler van het Bussums Schaak Genoot schap, achter Roessel opgesteld op de derde plaats van het Nederlandse viertal. Dit was een proef, welke uitstekend is geslaagd, want Langeweg scoorde met 3 uit 5 het hoogste percentage van onze spelers. Bijzonder goed was zijn positionele overwinning op de Duitse meester Bialas. Zijn taaiheid werd zwaar op de proef gesteld door de Oostenrijker Prameshuber in de laatste ronde. De betreffende partij begon 's morgens om 9 uur. mondde uit in een voor onze landgenoot gunstig dame eindspel, maar was 's avonds om half 7 nog aan de gang, terwijl om 7 uur de prijs uitreiking moest plaatsvinden. Langeweg stond gewonnen, maar zijn tegenstander wilde uitspelen. Slechts met aller mede werking. inclusief die van de Oostenrijkse kampioen Robatsch, kon men Prameshuber eindelijk om tien voor 7 vermurwen, van zijn recht op verder spelen af te zien! Zulke vermoeiende zaken horen nu een maal bij schaaktoernooien. Langeweg is een uitstekend modem stra teeg en komt in de meeste partijen in posi tioneel voordeel. In de combinatoire fase. vooral als de tijdnood een rol gaat spelen, schiet hij echter wel eens te kort. De toe komst zal leren, of hij door het opdoen van meer ervaring dit zwakke punt zal kunnen elimineren. In dat geval kan Langeweg zich tot een van onze sterkste spelers ont wikkelen. In de twaalfkamp om het kam pioenschap van Nederland, welke a.s. zaterdag in Den Haag begint, zal de Bus- summer kunnen tonen wat hij waard is. Hieronder zijn overwinning uit de twee de ronde van het Claire Benedict-toernooi tegen de Engelsman Haygarth. De strategi sche kwaliteiten van Langeweg worden er voortreffelijk in geïllustreerd. Wit: HAYGARTH. Zwart: LANGEWEG Oud-Indisch 1) d2-d4 Pg8-f6, 2) c2-c4 d7-d6. Deze inleiding van het oud-Indisch wordt veel minder frequent gespeeld dan g7-g6. het Konings-Indisch. zonder dat daarvoor een objectieve grond bestaat. Het voordeel is, dat de tegenstander geen ellenlange boekiesvarianten kan afdraaien en aan stonds tot zelfstandig denken wordt ge noopt, 3) Fbl-c3 c7-c6. De theorie gaat verder met e7-e5 en de tekstzet zal men in geen enkel boekje aantreffen, terwijl hij toch onberispelijk is. Telkens weer constateert men, hoeveel onontgonnen gebied er zelfs in de vroegste openingsphase nog braak ligt. 4) e2-e4 e7-e5. 5) d4-d5 Rf8-e7, 6) Rfl-d3 Dit is reeds minder goed, om dat de loper hier aanstonds komt bloot te staan aan de aanval van een zwart paard op c5. Volgens de zwartspeler was een beter plan: Re2f Pf3 en eventueel Pd2. Zwart zal op den duur wel tot de ruil c6&d5 moeten besluiten, waarna wit veld c4 beschikbaar krijgt voor ziin paard. 6) 0-0, 7) Pgl-e2 c6xd5, 8) c4xd5 Pb8-d7, 9) Pe2*g3 Pf6-e8! Minder om f7-f5 voor te bereiden dan wel om met Re7-g5 de slechte zwarte tegen de witte goede loDer te rui len. 10) Pg3-f5 Re7-g5, 11) Pf5-e3 Zo wordt die ruil voorlopig voorkomen. 11) Pd7-c5, 12) Rd3-c2 Misschien was het beter geweest, de afruil van het paard tegen de slechte witte loner maar toe te laten- 12) a7-a5, 13) h2-h4? Wit miskent de situatie en droomt nog van een koningsaanval. De tekstzet ontneemt wit de mogelijkheid, nog kort te rocheren en aanstonds blijkt, dat de lange kant te gevaarlijk is. De witte koning is dus ge doemd in het centrum te blijven, hetgeen hem noodlottig wordt. Beter was 13) 0-0, 13) Rg5-h6. Niet Rh4:?? Dh5. 14) g2- g4 Rh6-f4! Voortreffelijk; na 14) g6 zou wit met g4-g5 benevens h4-h5 inder daad zijn aanval krijgen. 15) Ddl-f3 b7-b5! Opnieuw meesterlijk gespeeld. Neemt wit het pinnnffer aan. dan krijgt zwart met Ra6+ Tb8 en Pc7 een zodanige druk, dat zijn minusoion niet telt. Het is nu wel duidelijk, dat ook de lange rochade voor wit niet aanlokkelijk is. 16) Pc3-e2 Rf4xe3, 17) Rclxe2 b5-b4. 18) Pe2-g3 Mis schien was hier Rg5 benevens 0-0 nog een plan. 18) Rc8-a6. Belet de rochade definitief. 19) Re3-d2 Om veld d3 te dekken 19) Ta8-b8. 20) Pg3-f5 Dd8- d7. Streeft eventueel naar b5. 21) b2-b3 Tb8-c8. 22) Tal-cl Pe8-c7. Zwart: LANGEWEG OOOOOOOorv v-, VVV ymr - vvy> onooo' ^yX> thans de leiding en het is vrijwel zeker dat hij de titel weer zal winnen. Op de tweede plaats komt de man die tot dusver steeds tweede is geweest, n.l. de heer Dussault. Hieronder volgt een winstpartij van Des- lauriers op Laloude gespeeld te Montreal. Stand van het spel na de 34ste zet van zwart: MARCEL DESLAURIERS OOOOOOOOOOTV YXXXy^'^ ^KXJOOOOCOOOOOOOOOOOOCOOOOOCOOOOOOO ww. www. VWrw. vfofiw. wwyfr. ooooooooooooocxx* «^JOCXXXYXK^DCOCXJGCOOOCCOOOOOOOOCOOOOOOOC PIERRE LALOUDE De oud-wereldkampioen heeft, met zwart, zeer belangrijk voordeel. Wit aan zet vervolgde met 21-16, welke voortzet ting niet sterk is. Beter is 35-30 en 45-40. In de partij won zwart. 35) 21-16? 13-19, 36) 35-30 5-10, 37) 48-43 4-9, 38) 45-40 10-15, 39) 40-35 9-13, 40) 30-24 19x30, 41) 35x24 18-22. Moet wel, om de ruil 29-23 te voor komen. 42) 49-44 22-28, 43) 43-39 13-18, 44) 41-37 3-8. Stand: wit 16, 24, 26, 29, 37, 39, 42, 44; zwart 7, 8, 12, 15, 17, 18, .20, 28. Wit vervolgde met 45) 24-19, waarna zwart met 18-23 vrij gemakkelijk stuk won en de partij. Sterker lijkt ons het volgende spel; 45) 42-38 18-23, 46) 29x18 20x29? (remise door 26-21, 17x26, 16-11?), 46) na 29x18 18x23, 47) 39-34 20x49, 48) 26-21 49x41, 49) 21x1 en het spel wit dam op 1 stuk 16, zwart dam 41 stukken op 8, 15, 23, 28 is met zwart aan zet niet meer te winnen. Deze variant is de Canadees Laloude ontgaan. In de partij ging het verder: 45) 24-19? 18-23, 46) 29x18 12x14, 47) 42-38 8-13, 48) 37-31 14-19, 49) 31-27 13-18, 50) 38-33 18-22, 51) 27x18 28-32, 52) 39-34 32-37, 53) 33-28 37-41, 54) 28-23 19x28, 55) 18-13 41-47, 56) 13-9 47-36, 57) 9-3 of? 20-24, 58) 3x21 28-32, 59) 21x20 15x24. De stand na de 59ste zet van zwart is: ODOQCX»"1 ^"lóoc* - OCOOC <"v*Xv OO OCXDOOOCOOOa>DOOOOÓ<X)OOex3ÓoO^ Zwart: 7, 24, dam op 36. Wit: 16, 26, 34, 44. In de partij won wit geestig door 60) 26-21 36-22, 61) 44-40 22-6, 62) 40-35 6-44. 63) 34-30? en geestig won 7-11 en 44-49. Na afloop merkte Laloude op, dat het spel steeds remise is. In plaats van 63) 34-30 moet 35-30 24x35, 34-29, en er is geen winst mogelijk. De schoonheid van het damspel komt het meest naar voren in de eindspelcompo sitie. In een Frans damblad kwam onder staand eindspel voor. 3COOOOOOCXvv vxXXXX* O T5C000000CO00CX50r*wv^noo0C)0000000O oooooooooooooooooooooooooooo< w/w. - oooocxvxxxxoooooooooccooooooaooouoocxxxxooocoo Wit: HAYGARTH (aan zet) Zwart staat strategisch overwegend. Pd7 dreigt via b5 het witte spel binnen te dringen. Zowel a3 als eventueel c3 of d4 zijn aantrekkelijke velden. Jammer genoeg krijgt zwart niet meer de gelegenheid de juistheid van zijn superieur positiespel te bewijzen, want wit pleegt thans zelfmoord in zijn wanhoop. 23) Pf5xg7?? Ziet het eenvoudige antwoord van zwart op de 25ste zet over het hoofd. 23) Kg8xg7, 24) Rd2-h6t Kg7-g8. Natuurlijk niet Kh6:? wegens 27) Df6 mat. 25) Df3-f6 Dd7xg4. Dekt het mat en dreigt zelf De2 mat. Wit gaf het op. Wij zijn benieuwd wat Langeweg in het kampioenschap van Nederland zal pres teren. Vermoedelijk gaat hij hoge ogen gooien. Mr. Ed. Spanjaard Zwart: een schijf op 43. Wit, drie dam men op 46, 12 en 13. Nu is drie dammen tegen één dam na tien zetten reglementair remise- Het zwarte stuk staat op een tempo van dam af en is dus niet te keren. En toch is de samen steller er in geslaagd dit eindspel te com poneren met de opdracht: Wit aan zet wint na drie zetten. Tot slot een leuke winst in het kam- pioenstoemooi van Nederland in de laatste ronde tussen de Noordhollandse kampioen Ansems en de Friese kampioen Bandstra, met zwart. Zwart: 13, 18, 27, 28, 29. Wit: 7, 37, 38, 44. Zwart aan zet vervolgde met 29-34, waarna Ansems na 38-32, 27x38, 7-2 direct won. Op 38-42 slaat wit 2x22 geestig en wint. Oplossingen aan het adres van de dam- redacteur B. Du kei, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmuiden. In de maanden maart en april wordt het jaarlijks toernooi om het kampioenschap van Canada gespeeld. De 55-jarige oud wereldkampioen Marcel Deslauriers heeft BIED-PROBLEMEN. Het valt niet te ontkennen, dat bridge in hoofdzaak een bied-spel is. De speeltech- niek die nodig is om op hoog niveau te kunnen meedoen kan men wel aanleren en er doen zich daarbij te weinig zéér moei lijke situaties voor om de goede speler een belangrijke voorsprong te geven. Maar bieden was, is en zal moeilijk blijven en de goede bieder zal een aanzienlijke voor sprong houden op de slechtere. Ondanks de talloze biedsysteempjes, systemen en conventies is goed bieden toch altijd nog een kwestie van logisch redene ren. In de diverse internationale bladen over bridge vindt men regelmatig series interessante biedvragen. Een tweetal wilde ik u ditmaal eens voorleggen: 1. Uit Frankrijk: Zuid gever, NZ kwets baar. Het bieden: Zuid l O 3 SA. West 1 dbl. Noord pas pas Oost 3 pas Zuid heeft: HV8 C 10 b AHV9 84 A V 10 Wat moet zuid op de plaats van de doen? Opl. onder. 2. Uit Engeland: Noord gever, niemand kwetsbaar. Het bieden: Noord 1 O 20 Oost pas pas Zuid 1 O West 2 Zuid heeft: *10 5 C 9 7 5 4 OH63 A A H B 4. a) Stemt u in met zuids bod van één harten? b) Wat moet zuid bieden? Oplossingen: 1. Van de 12 expert-juryleden kozen er 6 voor „pas", 5 kozen voor „4 ruiten" en één koos voor „4 klaveren". De „waar dering" voor deze biedingen was respec tievelijk 100-70-30. Jean Besse, de wed strijdleider dezer problemen wedstrijd ci teerde mijn commentaar als zeer juist: „Pas. Mijn beslissing hangt ondermeer af van noords humeur en van zijn kennis van het spel. Het is onjuist te zeggen, dat noord geen enkele verantwoordelijkheid in deze zaak 5eft. Hij behoort zich bewust te zijn van zuids probleem en aan de op- possing mede te helpen. Heeft noord een volkomen waardeloos spel, bij voorbeeld *62 9 9 7 4 2 <>765 B 8 4 3, dan behoort hij direct na het doublet weg te lopen naar 4 ruiten. Doet hij dat dus niet, dat garandeert hij met zijn „pas" enige hulp voor 3 SA. Tegenover een min der goede speler moet zuid geen 3 SA bie den tegenover een sterke partner wel en het doublet dan inlaten". 2. Van de 11 deelnemende experts stemde slechts één in met het bod van één harten. De overigen verkozen allen „twee klaveren" te bieden. En over de situatie zegt: Terence Reese: Ik prefereer 2 klaveren. Men eindigt in dwaze contracten als men de natuur geweld aandoet". Mevrouw Rixi Markus: „Prefereer 2 klaveren. Wellicht verwacht men één har ten van mij, daar naar veler mening dat bod het enige juiste is". Smart: „Zuid heeft geen hartenkleur en en wenst er niet in te spelen dus prefe reer ik twee klaveren". En nu de antwoorden op de vraag b: 6 stemmen voor 3 Sansatout, 4 stemmen voor 2 SA - 1 stem voor 3 ruiten. Waardering respectievelijk: 100-70-30. Een paar jury-stemmen: Phillips: 3 SA - Dit lijkt op het eerste gezicht een overbieding, doch geeft partner 6 redelijke ruitens en schoppenaas, waarna hij toch op 2 SA zou passen". Mevrouw Rixi Markus: „3 SA. De aan sluiting in ruiten en de afwezigheid van enig schoppenbod doen mij vermoedelijk 9 slagen neerleggen vóór er ongelukken gebeuren". Ja, Rixi Markus is altijd noig één van de meest moedige en kundigste speelsters in de wereld. Had u meegedaan met haar 3 SA? H. W. Filarski (Vervolg van pag. 1) tor J. Brunclair alweer een Zuid-Ne derlander die hier nauwelijks van naam bekend is schrijft, is precies wat Brun clair in zijn werk deed getuigen: de tijd „van de onzuivere wateren" tussen twee wereldoorlogen. In 1944 stierf Brunclair in een Duits concentratiekamp, „een publiek man doet wat hij kan". TEN SLOTTE: in de smakelijk uitge voerde reeks „Ontmoetingen", die de Bel gische uitgever Desclée de Brouwer als beknopte monografieën elk van om streeks zestig bladzijden over heden daagse schrijvers in en buiten Europa doet verschijnen, zal de meer-dan-lezer studies kunnen vinden die zijn zelfstandig oordeel boeiend op de proef stellen. Ik noem mij tot de „Vlamingen" bepalend Guido Gezelle, Stijn Streuvels, Felix Timmermans, Willem Elsschot, Paul van Ostaijen, Gerard Walschap, Kamiel van Baelen en Gabriëlle Demedts en ik beveel ze in de belangstelling aan: élke poging om in het Nederlandse taalgebied, waarin de Zuid-Nederlanders zich zo stimulerend roeren, geestelijke Moerdijken te bouwen verdient geanimeerde aandacht. C. J. E. Dinaux Het Concertgebouworkest. Het Con certgebouworkest zal een jonge Ameri kaanse dirigent uitnodigen om deel te nemen aan de viering van zijn 75-jarig be staan in het seizoen 1962-1963, zo heeft de heer P. C. Heuwekemeijer, de directeur van de Nederlandse Orkest Stichting ten behoeve van het Concertgebouworkest, donderdag in New York meegedeeld. Het orkest zal ook een werk van een heden daagse Amerikaanse componist uitvoeren, zei hij. ER WAS EENS EEN HONDJE. Hij heette Joep en hij was nog maar zo klein, dat hij nog niet eens had ge leerd hoe hij blaffen moest. Dat was erg vervelend, want nu was er nie mand om de baas van het hondje Joep te waarschuwen als er .iemand het tuin hek inkwam. „Jij kleine, domme hond" mopperde de baas, „zeg me eens, wat heb ik ei genlijk aan jou als je me toch niet heltp? Een verstandige hond behoort te blaffen, maar jij doet niets. Jij bent een nietsnut!" Ach, dat arme hondje Joep! Bedroefd liet hij zijn oren hangen, want hij wist best, dat de baas gelijk had. Een hond je, dat niet blaffen kon, was geen knip voor zijn hondeneusje waard en daarom schaamde het hondje Joep zich zo ver schrikkelijk, dat hij niet meer bij zijn baas durfde blijven. Hij liep weg, weg van huis en van zijn baas. Hij liep zomaar het tuinhek uit, stak de weg over en kwam terecht op een groot wei land. Dat weiland behoorde aan een groot, wild paard en toen deze het hondje Joep zag kwam met grote, wilde sprongen op hem af. Vl&k voor het hondje Joep bleef hij staan. „Wat kom jij hier doen, kleine hond?' sprak het paard, „weet je niet, dat dit weiland van mij is?" Het hondje Joep was wel een beetje bang voor dat grote, wilde paard. Hij maakte zich nog kleiner dan hij al was en antwoordde bedeesd: „Ik ben het hondje Joep en ik ben van huis weg gelopen, omdat ik niet blaffen kan" „Zo, is het anders niet?" hinnikte het paard „dan zal ik je helpen, want ik zal je zo bang maken, dat je van angst gaat blaffen." En meteen begon het grote, wilde paard te briesen. Hij sloeg met zijn hoeven en schudde zijn manen en hij sprong zo gevaarlijk, dat het hondje Joep wegrende zo vlug zijn vier pootjes hem dragen konden. Maar blaf fen deed hij niet en hij vervolgde treu rig zijn weg. NA EEN POOSJE kwam hij een meisje tegen. Ze droeg een brood onder haar arm en toen het hondje Joep aan het brood begon te snuffelen zei ze: „Wat kom je doen, kleine hond? Weet je niet, dat dit brood van mij is?" Het hondje Joep kwispelde verlegen met zijn staartje. „Ik ben het hondje Joep" antwoordde hij „en ik ben van huis weggelopen, omdat ik niet blaffen kan". „O, is het anders niet?" zei het meisje „dan zal ik je brood geven, zo dat je van blijdschap gaat blaffen." En ze nam een groot stuk van het brood en brak dat voor het hondje Joep in kleine brokjes. Toen hij genoeg gegeten had likte het hondje Joep uit dankbaar heid de hand van het meisje. Maar blaf fen had hij nog niet geleerd, zodat hij stilletjes weer verder ging. Van al dat verse brood had hij dorst gekregen en hij liep dus naar de slootkant om wat te drinken. Teken op een stuk papier een cirkel van 6 cm, en teken vanuit het middel punt een spiraal, die een tussenruimte van Vz cm binnen zijn lijn houdt. Uit de twee buitenste lijnen van die spiraal steekt buiten de cirkel uit een slangekop. Langs die tweede lijn, van buitenaf ge rekend, begin je nu binnenwaarts te knippen tot bijna aan het middelpunt. Een lange naald heb je nu met het oog in een platte kurk gestoken, op de naar boven gerichte punt steek je het uit einde van de slang: op een warme plaats gezet, zal de slang nu in het rond draaien. JUIST TOEN HIJ zich bukken wilde, kwam er een grote, dikke gans aanlopen „Wat kom jij hier doen, kleine hond?" sprak de gans „weet je niet, dat deze sloot van mij is?" Maar het hondje Joep had zo'n dorst, dat hij eerst wel dertig slokken water dronk, voordat hij ant woord gaf. „Ik ben het hondje Joep en ik ben van huis weggelopen, omdat ik niet blaffen kan", vertelde hij, terwijl hij de waterdruppels van zijn bek likte. „O, is het anders neit?" vroeg de gans „dan zal ik je eens iets grappigs laten zien en dan zal je zeker moeten blaffen" De gans klapte met haar vleugels en gakte zo hard ze kon en dadelijk kwa men er op een rijtje drie kleine gansjes aangetippeld. Ze gingen achter de luid gakkende moedergans staan en toen waggelden ze met z'n allen naar de slootkant, waar ze zich met een plons in het water lieten vallen. Het was een koddig gezicht, maar het arme hondje Joep moest er helemaal niet van blaf fen. Hij keerde die malle ganzen de rug toe en ging opnieuw de straatweg op. „WAT BEN IK TOCH een ongelukkig hondje" dacht hij droevig „ik kan niet blaffen tegen het wilde paard en niet tegen het lieve meisje en ook niet tegen die gekke ganzen. Ach, ik denk, dat ik nooit zal leren blaffen". Het hondje Joep was zo in gedachten verdiept, dat hij helemaal niet uitkeek waar hij liep. En ineens zag hij een groot, zwart beest vöör zich met fonkelende ógen en een dikke staart. Het was een poes. Het hondje Joep begon ineens te tril len, z'n oren stonden rechtovereind en op hetzelfde ogenblik sprong hij snel naar voren. Maar de poes was ook niet mis! Roetsj! Daar zat ze al boven in een boom. Ze maakte een hoge rug en blies naar het hondje Joep, die als een dolle tegen de boom opsprong. Pchch!" blies de kat en „waf, waf, waf!" klonk het opeens luid. Dat was het hondje Joep, die helemaal vergeten was, dat hij niet blaffen kon. Nijdig blaffend sprong hij omhoog. Hij wilde de poes pakken en hij was boos, dat ze niet naar beneden kwam. EINDELIJK ZAG HIJ in, dat er toch niets aan te doen was. Hij liet de poes met rust en sloeg de weg naar huis in. Bij de deur van z'n huis gekomen begon hij weer te blaffen. „Waf, waf, waf!" Hij blafte wel twintig keer ach ter elkaar en hield er pas mee op toen de baas de deur voor hem opendeed. „Wel heb ik van mijn leven!" riep de baas uit „ben jij het, hondje Joep? Ben jij het, die daar zo blaf? Kom maar gauw binnen, hoor, want het is tijd om te gaan slapen!" En dat deed het hondje Joep. Hij rol de zich lekker in zijn mandje en was al gauw in een diepe slaap verzonken. En weet je waar hij van droomde? Wat denk je? Wel, van poesjes natuur lijk! Van poesjes, die hij blaffend ach terna zat. Hij was immers groot ge worden en kon nu blaffen als de beste! Marjan van Beek Je maakt het van kurken: 3 platte voor hoofd en lijf, de armen en benen ieder van twee rechte lange kurkjes met tegen het uiteinde een dwarskurkje voor handen en voeten. Je bevestigt de kurken aan elkaar door stevig draad, dat je daar de gaten trekt die je met een gloeiende breipen (met een nijp tang vasthouden) door de kurken heen brandt. Ook op het gezichtje teken je ogen en mond met die pen, voor de neus kun je wel een stukje hout in de kurk steken. Het haar is van raffia, en ook de rok van plastic kan goed tegen water!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 16