FILATELIE
tssssi
V
I
1
m
Dammen
Bridge
Schrijvers over
schrijvers en...
zichzelf
Eüi cMmmwjm
m&wmI iPWilf
-ATERDAG 22 APRIL 1961
Erbij
PAGINA VIER
P«8!i!!«
M
mmsm iü i
rnrnm*mBmm
Éi O lil
iil HH Hf
i pp? pp-
W, lü
B. Dukel
Een slang
Een poppetje voor
in bad
SURINAME. In de loop van de maand
mei zal de kortgeleden uitgegeven serie
met afbeeldingen van historische ge
bouwen worden voortgezet met vijf
waarden: 15 cent Hof van Justitie,
30 cent sluis in Nieuw-Amsterdam,
«mmmg
M -5,
VT,H;r
35 cent gouvernementsgebouw, 40 cent
paleis van de gouverneur, 60 cent Her
vormde kerk. De zegels zijn uitgevoerd
in veelkleurendruk bij Joh. Enschedé en
Zonen te Haarlem naar ontwerpen van
Nic. Loning te Paramaribo.
VERENIGDE ARABISCHE REP.
(EGYPTE). Ter ere van de Wereld Ge
zondheidsorganisatie, een van de ge
specialiseerde organisaties van de Ver
enigde Naties, zijn twee postzegels uit
gekomen. Het zijn een 10 mills (bruin)
en een 35 15 mills (bruin en geel). Op
beide zegels ziet men twee handen op
een in Braille-schrift vervaardigd boek.
Ze zijn ontworpen door Abbas El
Sheikh. Van de 10 mills zijn twee mil
joen en van de 35 15 mills 400.000
stuks gedrukt. Voor gebruik in de Gaza-
strook (Palestina) is de zegel van 10
mills in een blauwe kleur uitgegeven,
waarvan de oplage 400.000 exemplaren
bedraagt.
MALI. Met het portret van president
Mamadou Konate (18971956) zijn twee
luchtpostzegels uitgekomen. De waar
den zijn 20 fr. (groen en zwart) en 200
fr. (rood en zwart). Voorts is in dit land
een postzegel van 100 fr. verschenen,
bestemd voor de luchtpost, ter gelegen
heid van de toelating als lid van de
Verenigde Naties. Afgebeeld zijn een
kaart van Mali, waarop het UNO-em-
bleem en de vlag van het land.
LUXEMBURG. Als propaganda voor
de bescherming van de dieren zal op
15 mei a.s. een serie van vier waarden
in omloop worden gebracht: 1 fr. met
de bonte specht, 1,50 fr. met de kat, 3 fr.
met het paard en 8,50 fr. met de das
hond. De zegels zijn ontworpen door de
Luxemburgse kunstenaar Auguste Tré-
mont en gedrukt bij de Zwitserse druk
kerij Courvoisier.
AUSTRALIË. De Australische poste
rijen geven op 3 mei a.s. in de koer-
serende serie frankeerzegels een zegel
ter waarde van 11 d. (blauw) uit met
als voorstelling de kangoeroe-rat. De
zegel is ontworpen door mej. Eileen
Mayo, die reeds verscheidene Austra
lische dierenzegels heeft getekend.
CENTRAALAFRIKAANSE REP. Een
:erie van drie postzegels, 15, 25 en 85 fr.,
is uitgegeven ter viering van het feit,
-utm
hu
lat deze republiek is toegelaten als lid
van de Verenigde Naties. Op de zegel
zijn het UNO-embleem, de kaart en de
vlag van het land afgebeeld.
FINLAND. Vijfenzeventig jaar ge
leden werd de Finse postspaarbank ge
sticht. Deze gebeurtenis zal onder meer
worden herdacht door de uitgifte (op
24 mei) van een postzegel van 20 mk.
met als voorstelling het huidige em
bleem van de postspaarbank. De zegel
is ontworpen door Pentti Rahikainen en
gegraveerd door R. Achrèn. Er zijn vijf
miljoen exemplaren gedrukt.
In het Claire-Benedict-toemooi werd de
24-jarige student Langeweg, eerste-bord-
speler van het Bussums Schaak Genoot
schap, achter Roessel opgesteld op de
derde plaats van het Nederlandse viertal.
Dit was een proef, welke uitstekend is
geslaagd, want Langeweg scoorde met 3
uit 5 het hoogste percentage van onze
spelers. Bijzonder goed was zijn positionele
overwinning op de Duitse meester Bialas.
Zijn taaiheid werd zwaar op de proef
gesteld door de Oostenrijker Prameshuber
in de laatste ronde. De betreffende partij
begon 's morgens om 9 uur. mondde uit in
een voor onze landgenoot gunstig dame
eindspel, maar was 's avonds om half 7 nog
aan de gang, terwijl om 7 uur de prijs
uitreiking moest plaatsvinden. Langeweg
stond gewonnen, maar zijn tegenstander
wilde uitspelen. Slechts met aller mede
werking. inclusief die van de Oostenrijkse
kampioen Robatsch, kon men Prameshuber
eindelijk om tien voor 7 vermurwen, van
zijn recht op verder spelen af te zien!
Zulke vermoeiende zaken horen nu een
maal bij schaaktoernooien.
Langeweg is een uitstekend modem stra
teeg en komt in de meeste partijen in posi
tioneel voordeel. In de combinatoire fase.
vooral als de tijdnood een rol gaat spelen,
schiet hij echter wel eens te kort. De toe
komst zal leren, of hij door het opdoen van
meer ervaring dit zwakke punt zal kunnen
elimineren. In dat geval kan Langeweg
zich tot een van onze sterkste spelers ont
wikkelen. In de twaalfkamp om het kam
pioenschap van Nederland, welke a.s.
zaterdag in Den Haag begint, zal de Bus-
summer kunnen tonen wat hij waard is.
Hieronder zijn overwinning uit de twee
de ronde van het Claire Benedict-toernooi
tegen de Engelsman Haygarth. De strategi
sche kwaliteiten van Langeweg worden er
voortreffelijk in geïllustreerd.
Wit: HAYGARTH. Zwart: LANGEWEG
Oud-Indisch
1) d2-d4 Pg8-f6, 2) c2-c4 d7-d6.
Deze inleiding van het oud-Indisch wordt
veel minder frequent gespeeld dan g7-g6.
het Konings-Indisch. zonder dat daarvoor
een objectieve grond bestaat. Het voordeel
is, dat de tegenstander geen ellenlange
boekiesvarianten kan afdraaien en aan
stonds tot zelfstandig denken wordt ge
noopt,
3) Fbl-c3 c7-c6. De theorie gaat verder
met e7-e5 en de tekstzet zal men in geen
enkel boekje aantreffen, terwijl hij toch
onberispelijk is. Telkens weer constateert
men, hoeveel onontgonnen gebied er zelfs
in de vroegste openingsphase nog braak
ligt. 4) e2-e4 e7-e5. 5) d4-d5 Rf8-e7, 6)
Rfl-d3 Dit is reeds minder goed, om
dat de loper hier aanstonds komt bloot te
staan aan de aanval van een zwart paard
op c5. Volgens de zwartspeler was een
beter plan: Re2f Pf3 en eventueel Pd2.
Zwart zal op den duur wel tot de ruil
c6&d5 moeten besluiten, waarna wit veld
c4 beschikbaar krijgt voor ziin paard. 6)
0-0, 7) Pgl-e2 c6xd5, 8) c4xd5 Pb8-d7,
9) Pe2*g3 Pf6-e8! Minder om f7-f5 voor te
bereiden dan wel om met Re7-g5 de slechte
zwarte tegen de witte goede loDer te rui
len. 10) Pg3-f5 Re7-g5, 11) Pf5-e3
Zo wordt die ruil voorlopig voorkomen.
11) Pd7-c5, 12) Rd3-c2 Misschien
was het beter geweest, de afruil van het
paard tegen de slechte witte loner maar
toe te laten- 12) a7-a5, 13) h2-h4?
Wit miskent de situatie en droomt nog van
een koningsaanval. De tekstzet ontneemt
wit de mogelijkheid, nog kort te rocheren
en aanstonds blijkt, dat de lange kant te
gevaarlijk is. De witte koning is dus ge
doemd in het centrum te blijven, hetgeen
hem noodlottig wordt. Beter was 13) 0-0,
13) Rg5-h6. Niet Rh4:?? Dh5. 14) g2-
g4 Rh6-f4! Voortreffelijk; na 14) g6
zou wit met g4-g5 benevens h4-h5 inder
daad zijn aanval krijgen. 15) Ddl-f3 b7-b5!
Opnieuw meesterlijk gespeeld. Neemt wit
het pinnnffer aan. dan krijgt zwart met
Ra6+ Tb8 en Pc7 een zodanige druk, dat
zijn minusoion niet telt. Het is nu wel
duidelijk, dat ook de lange rochade voor
wit niet aanlokkelijk is. 16) Pc3-e2 Rf4xe3,
17) Rclxe2 b5-b4. 18) Pe2-g3 Mis
schien was hier Rg5 benevens 0-0 nog een
plan. 18) Rc8-a6. Belet de rochade
definitief. 19) Re3-d2 Om veld d3 te
dekken 19) Ta8-b8. 20) Pg3-f5 Dd8-
d7. Streeft eventueel naar b5. 21) b2-b3
Tb8-c8. 22) Tal-cl Pe8-c7.
Zwart: LANGEWEG
OOOOOOOorv v-, VVV ymr - vvy> onooo' ^yX>
thans de leiding en het is vrijwel zeker dat
hij de titel weer zal winnen. Op de tweede
plaats komt de man die tot dusver steeds
tweede is geweest, n.l. de heer Dussault.
Hieronder volgt een winstpartij van Des-
lauriers op Laloude gespeeld te Montreal.
Stand van het spel na de 34ste zet van
zwart:
MARCEL DESLAURIERS
OOOOOOOOOOTV YXXXy^'^ ^KXJOOOOCOOOOOOOOOOOOCOOOOOCOOOOOOO
ww. www. VWrw. vfofiw. wwyfr.
ooooooooooooocxx* «^JOCXXXYXK^DCOCXJGCOOOCCOOOOOOOOCOOOOOOOC
PIERRE LALOUDE
De oud-wereldkampioen heeft, met
zwart, zeer belangrijk voordeel. Wit aan
zet vervolgde met 21-16, welke voortzet
ting niet sterk is. Beter is 35-30 en 45-40.
In de partij won zwart. 35) 21-16? 13-19,
36) 35-30 5-10, 37) 48-43 4-9, 38) 45-40 10-15,
39) 40-35 9-13, 40) 30-24 19x30, 41) 35x24
18-22. Moet wel, om de ruil 29-23 te voor
komen. 42) 49-44 22-28, 43) 43-39 13-18,
44) 41-37 3-8. Stand: wit 16, 24, 26, 29,
37, 39, 42, 44; zwart 7, 8, 12, 15, 17, 18,
.20, 28. Wit vervolgde met 45) 24-19, waarna
zwart met 18-23 vrij gemakkelijk stuk won
en de partij.
Sterker lijkt ons het volgende spel; 45)
42-38 18-23, 46) 29x18 20x29? (remise door
26-21, 17x26, 16-11?), 46) na 29x18 18x23,
47) 39-34 20x49, 48) 26-21 49x41, 49) 21x1
en het spel wit dam op 1 stuk 16, zwart
dam 41 stukken op 8, 15, 23, 28 is met
zwart aan zet niet meer te winnen. Deze
variant is de Canadees Laloude ontgaan.
In de partij ging het verder: 45) 24-19?
18-23, 46) 29x18 12x14, 47) 42-38 8-13, 48)
37-31 14-19, 49) 31-27 13-18, 50) 38-33 18-22,
51) 27x18 28-32, 52) 39-34 32-37, 53) 33-28
37-41, 54) 28-23 19x28, 55) 18-13 41-47, 56)
13-9 47-36, 57) 9-3 of? 20-24, 58) 3x21 28-32,
59) 21x20 15x24.
De stand na de 59ste zet van zwart is:
ODOQCX»"1 ^"lóoc* -
OCOOC <"v*Xv OO
OCXDOOOCOOOa>DOOOOÓ<X)OOex3ÓoO^
Zwart: 7, 24, dam op 36. Wit: 16, 26, 34,
44. In de partij won wit geestig door 60)
26-21 36-22, 61) 44-40 22-6, 62) 40-35 6-44.
63) 34-30? en geestig won 7-11 en 44-49.
Na afloop merkte Laloude op, dat het spel
steeds remise is. In plaats van 63) 34-30
moet 35-30 24x35, 34-29, en er is geen winst
mogelijk.
De schoonheid van het damspel komt
het meest naar voren in de eindspelcompo
sitie. In een Frans damblad kwam onder
staand eindspel voor.
3COOOOOOCXvv vxXXXX* O T5C000000CO00CX50r*wv^noo0C)0000000O
oooooooooooooooooooooooooooo<
w/w. -
oooocxvxxxxoooooooooccooooooaooouoocxxxxooocoo
Wit: HAYGARTH (aan zet)
Zwart staat strategisch overwegend. Pd7
dreigt via b5 het witte spel binnen te
dringen. Zowel a3 als eventueel c3 of d4
zijn aantrekkelijke velden. Jammer genoeg
krijgt zwart niet meer de gelegenheid de
juistheid van zijn superieur positiespel te
bewijzen, want wit pleegt thans zelfmoord
in zijn wanhoop. 23) Pf5xg7?? Ziet
het eenvoudige antwoord van zwart op de
25ste zet over het hoofd. 23) Kg8xg7,
24) Rd2-h6t Kg7-g8. Natuurlijk niet Kh6:?
wegens 27) Df6 mat. 25) Df3-f6 Dd7xg4.
Dekt het mat en dreigt zelf De2 mat. Wit
gaf het op.
Wij zijn benieuwd wat Langeweg in het
kampioenschap van Nederland zal pres
teren. Vermoedelijk gaat hij hoge ogen
gooien.
Mr. Ed. Spanjaard
Zwart: een schijf op 43. Wit, drie dam
men op 46, 12 en 13.
Nu is drie dammen tegen één dam na
tien zetten reglementair remise- Het zwarte
stuk staat op een tempo van dam af en is
dus niet te keren. En toch is de samen
steller er in geslaagd dit eindspel te com
poneren met de opdracht: Wit aan zet wint
na drie zetten.
Tot slot een leuke winst in het kam-
pioenstoemooi van Nederland in de laatste
ronde tussen de Noordhollandse kampioen
Ansems en de Friese kampioen Bandstra,
met zwart.
Zwart: 13, 18, 27, 28, 29. Wit: 7, 37, 38, 44.
Zwart aan zet vervolgde met 29-34, waarna
Ansems na 38-32, 27x38, 7-2 direct won.
Op 38-42 slaat wit 2x22 geestig en wint.
Oplossingen aan het adres van de dam-
redacteur B. Du kei, Wijk aan Zeeërweg 125,
IJmuiden.
In de maanden maart en april wordt het
jaarlijks toernooi om het kampioenschap
van Canada gespeeld. De 55-jarige oud
wereldkampioen Marcel Deslauriers heeft
BIED-PROBLEMEN.
Het valt niet te ontkennen, dat bridge in
hoofdzaak een bied-spel is. De speeltech-
niek die nodig is om op hoog niveau te
kunnen meedoen kan men wel aanleren en
er doen zich daarbij te weinig zéér moei
lijke situaties voor om de goede speler een
belangrijke voorsprong te geven. Maar
bieden was, is en zal moeilijk blijven en de
goede bieder zal een aanzienlijke voor
sprong houden op de slechtere.
Ondanks de talloze biedsysteempjes,
systemen en conventies is goed bieden toch
altijd nog een kwestie van logisch redene
ren. In de diverse internationale bladen
over bridge vindt men regelmatig series
interessante biedvragen. Een tweetal wilde
ik u ditmaal eens voorleggen:
1. Uit Frankrijk: Zuid gever, NZ kwets
baar. Het bieden:
Zuid
l O
3 SA.
West
1
dbl.
Noord
pas
pas
Oost
3
pas
Zuid heeft:
HV8 C 10 b AHV9 84 A V 10
Wat moet zuid op de plaats van de
doen? Opl. onder.
2. Uit Engeland: Noord gever, niemand
kwetsbaar. Het bieden:
Noord
1 O
20
Oost
pas
pas
Zuid
1 O
West
2
Zuid heeft: *10 5 C 9 7 5 4 OH63
A A H B 4.
a) Stemt u in met zuids bod van één
harten?
b) Wat moet zuid bieden?
Oplossingen:
1. Van de 12 expert-juryleden kozen er
6 voor „pas", 5 kozen voor „4 ruiten" en
één koos voor „4 klaveren". De „waar
dering" voor deze biedingen was respec
tievelijk 100-70-30. Jean Besse, de wed
strijdleider dezer problemen wedstrijd ci
teerde mijn commentaar als zeer juist:
„Pas. Mijn beslissing hangt ondermeer
af van noords humeur en van zijn kennis
van het spel. Het is onjuist te zeggen, dat
noord geen enkele verantwoordelijkheid in
deze zaak 5eft. Hij behoort zich bewust
te zijn van zuids probleem en aan de op-
possing mede te helpen. Heeft noord een
volkomen waardeloos spel, bij voorbeeld
*62 9 9 7 4 2 <>765 B 8 4 3,
dan behoort hij direct na het doublet weg
te lopen naar 4 ruiten. Doet hij dat dus
niet, dat garandeert hij met zijn „pas"
enige hulp voor 3 SA. Tegenover een min
der goede speler moet zuid geen 3 SA bie
den tegenover een sterke partner wel
en het doublet dan inlaten".
2. Van de 11 deelnemende experts
stemde slechts één in met het bod van één
harten. De overigen verkozen allen „twee
klaveren" te bieden. En over de situatie
zegt:
Terence Reese: Ik prefereer 2 klaveren.
Men eindigt in dwaze contracten als men
de natuur geweld aandoet".
Mevrouw Rixi Markus: „Prefereer 2
klaveren. Wellicht verwacht men één har
ten van mij, daar naar veler mening dat
bod het enige juiste is".
Smart: „Zuid heeft geen hartenkleur en
en wenst er niet in te spelen dus prefe
reer ik twee klaveren".
En nu de antwoorden op de vraag b: 6
stemmen voor 3 Sansatout, 4 stemmen voor
2 SA - 1 stem voor 3 ruiten. Waardering
respectievelijk: 100-70-30.
Een paar jury-stemmen:
Phillips: 3 SA - Dit lijkt op het eerste
gezicht een overbieding, doch geeft partner
6 redelijke ruitens en schoppenaas, waarna
hij toch op 2 SA zou passen".
Mevrouw Rixi Markus: „3 SA. De aan
sluiting in ruiten en de afwezigheid van
enig schoppenbod doen mij vermoedelijk
9 slagen neerleggen vóór er ongelukken
gebeuren".
Ja, Rixi Markus is altijd noig één van de
meest moedige en kundigste speelsters in
de wereld. Had u meegedaan met haar
3 SA?
H. W. Filarski
(Vervolg van pag. 1)
tor J. Brunclair alweer een Zuid-Ne
derlander die hier nauwelijks van naam
bekend is schrijft, is precies wat Brun
clair in zijn werk deed getuigen: de tijd
„van de onzuivere wateren" tussen twee
wereldoorlogen. In 1944 stierf Brunclair
in een Duits concentratiekamp, „een
publiek man doet wat hij kan".
TEN SLOTTE: in de smakelijk uitge
voerde reeks „Ontmoetingen", die de Bel
gische uitgever Desclée de Brouwer als
beknopte monografieën elk van om
streeks zestig bladzijden over heden
daagse schrijvers in en buiten Europa
doet verschijnen, zal de meer-dan-lezer
studies kunnen vinden die zijn zelfstandig
oordeel boeiend op de proef stellen. Ik
noem mij tot de „Vlamingen" bepalend
Guido Gezelle, Stijn Streuvels, Felix
Timmermans, Willem Elsschot, Paul van
Ostaijen, Gerard Walschap, Kamiel van
Baelen en Gabriëlle Demedts en ik beveel
ze in de belangstelling aan: élke poging
om in het Nederlandse taalgebied, waarin
de Zuid-Nederlanders zich zo stimulerend
roeren, geestelijke Moerdijken te bouwen
verdient geanimeerde aandacht.
C. J. E. Dinaux
Het Concertgebouworkest. Het Con
certgebouworkest zal een jonge Ameri
kaanse dirigent uitnodigen om deel te
nemen aan de viering van zijn 75-jarig be
staan in het seizoen 1962-1963, zo heeft de
heer P. C. Heuwekemeijer, de directeur
van de Nederlandse Orkest Stichting ten
behoeve van het Concertgebouworkest,
donderdag in New York meegedeeld. Het
orkest zal ook een werk van een heden
daagse Amerikaanse componist uitvoeren,
zei hij.
ER WAS EENS EEN HONDJE. Hij
heette Joep en hij was nog maar zo
klein, dat hij nog niet eens had ge
leerd hoe hij blaffen moest. Dat was
erg vervelend, want nu was er nie
mand om de baas van het hondje Joep
te waarschuwen als er .iemand het tuin
hek inkwam.
„Jij kleine, domme hond" mopperde
de baas, „zeg me eens, wat heb ik ei
genlijk aan jou als je me toch niet
heltp? Een verstandige hond behoort
te blaffen, maar jij doet niets. Jij bent
een nietsnut!"
Ach, dat arme hondje Joep! Bedroefd
liet hij zijn oren hangen, want hij wist
best, dat de baas gelijk had. Een hond
je, dat niet blaffen kon, was geen knip
voor zijn hondeneusje waard en daarom
schaamde het hondje Joep zich zo ver
schrikkelijk, dat hij niet meer bij zijn
baas durfde blijven. Hij liep weg, weg
van huis en van zijn baas. Hij liep
zomaar het tuinhek uit, stak de weg
over en kwam terecht op een groot wei
land. Dat weiland behoorde aan een
groot, wild paard en toen deze het
hondje Joep zag kwam met grote,
wilde sprongen op hem af.
Vl&k voor het hondje Joep bleef hij
staan.
„Wat kom jij hier doen, kleine hond?'
sprak het paard, „weet je niet, dat dit
weiland van mij is?"
Het hondje Joep was wel een beetje
bang voor dat grote, wilde paard. Hij
maakte zich nog kleiner dan hij al was
en antwoordde bedeesd: „Ik ben het
hondje Joep en ik ben van huis weg
gelopen, omdat ik niet blaffen kan"
„Zo, is het anders niet?" hinnikte het
paard „dan zal ik je helpen, want ik
zal je zo bang maken, dat je van angst
gaat blaffen." En meteen begon het
grote, wilde paard te briesen. Hij sloeg
met zijn hoeven en schudde zijn manen
en hij sprong zo gevaarlijk, dat het
hondje Joep wegrende zo vlug zijn vier
pootjes hem dragen konden. Maar blaf
fen deed hij niet en hij vervolgde treu
rig zijn weg.
NA EEN POOSJE kwam hij een
meisje tegen. Ze droeg een brood onder
haar arm en toen het hondje Joep aan
het brood begon te snuffelen zei ze:
„Wat kom je doen, kleine hond? Weet
je niet, dat dit brood van mij is?"
Het hondje Joep kwispelde verlegen met
zijn staartje. „Ik ben het hondje Joep"
antwoordde hij „en ik ben van huis
weggelopen, omdat ik niet blaffen
kan". „O, is het anders niet?" zei het
meisje „dan zal ik je brood geven, zo
dat je van blijdschap gaat blaffen." En
ze nam een groot stuk van het brood
en brak dat voor het hondje Joep in
kleine brokjes. Toen hij genoeg gegeten
had likte het hondje Joep uit dankbaar
heid de hand van het meisje. Maar blaf
fen had hij nog niet geleerd, zodat hij
stilletjes weer verder ging. Van al dat
verse brood had hij dorst gekregen en
hij liep dus naar de slootkant om wat
te drinken.
Teken op een stuk papier een cirkel
van 6 cm, en teken vanuit het middel
punt een spiraal, die een tussenruimte
van Vz cm binnen zijn lijn houdt. Uit
de twee buitenste lijnen van die spiraal
steekt buiten de cirkel uit een slangekop.
Langs die tweede lijn, van buitenaf ge
rekend, begin je nu binnenwaarts te
knippen tot bijna aan het middelpunt.
Een lange naald heb je nu met het oog
in een platte kurk gestoken, op de naar
boven gerichte punt steek je het uit
einde van de slang: op een warme plaats
gezet, zal de slang nu in het rond
draaien.
JUIST TOEN HIJ zich bukken wilde,
kwam er een grote, dikke gans aanlopen
„Wat kom jij hier doen, kleine hond?"
sprak de gans „weet je niet, dat deze
sloot van mij is?" Maar het hondje Joep
had zo'n dorst, dat hij eerst wel dertig
slokken water dronk, voordat hij ant
woord gaf. „Ik ben het hondje Joep en
ik ben van huis weggelopen, omdat ik
niet blaffen kan", vertelde hij, terwijl
hij de waterdruppels van zijn bek likte.
„O, is het anders neit?" vroeg de gans
„dan zal ik je eens iets grappigs laten
zien en dan zal je zeker moeten blaffen"
De gans klapte met haar vleugels en
gakte zo hard ze kon en dadelijk kwa
men er op een rijtje drie kleine gansjes
aangetippeld. Ze gingen achter de luid
gakkende moedergans staan en toen
waggelden ze met z'n allen naar de
slootkant, waar ze zich met een plons in
het water lieten vallen. Het was een
koddig gezicht, maar het arme hondje
Joep moest er helemaal niet van blaf
fen. Hij keerde die malle ganzen de rug
toe en ging opnieuw de straatweg op.
„WAT BEN IK TOCH een ongelukkig
hondje" dacht hij droevig „ik kan niet
blaffen tegen het wilde paard en niet
tegen het lieve meisje en ook niet tegen
die gekke ganzen. Ach, ik denk, dat ik
nooit zal leren blaffen". Het hondje
Joep was zo in gedachten verdiept, dat
hij helemaal niet uitkeek waar hij liep.
En ineens zag hij een groot, zwart
beest vöör zich met fonkelende ógen
en een dikke staart. Het was een poes.
Het hondje Joep begon ineens te tril
len, z'n oren stonden rechtovereind en
op hetzelfde ogenblik sprong hij snel
naar voren. Maar de poes was ook niet
mis! Roetsj! Daar zat ze al boven in
een boom. Ze maakte een hoge rug en
blies naar het hondje Joep, die als een
dolle tegen de boom opsprong. Pchch!"
blies de kat en „waf, waf, waf!" klonk
het opeens luid. Dat was het hondje
Joep, die helemaal vergeten was, dat
hij niet blaffen kon. Nijdig blaffend
sprong hij omhoog. Hij wilde de poes
pakken en hij was boos, dat ze niet
naar beneden kwam.
EINDELIJK ZAG HIJ in, dat er toch
niets aan te doen was. Hij liet de poes
met rust en sloeg de weg naar huis
in. Bij de deur van z'n huis gekomen
begon hij weer te blaffen. „Waf, waf,
waf!" Hij blafte wel twintig keer ach
ter elkaar en hield er pas mee op toen
de baas de deur voor hem opendeed.
„Wel heb ik van mijn leven!" riep
de baas uit „ben jij het, hondje Joep?
Ben jij het, die daar zo blaf? Kom
maar gauw binnen, hoor, want het is
tijd om te gaan slapen!"
En dat deed het hondje Joep. Hij rol
de zich lekker in zijn mandje en was
al gauw in een diepe slaap verzonken.
En weet je waar hij van droomde?
Wat denk je? Wel, van poesjes natuur
lijk! Van poesjes, die hij blaffend ach
terna zat. Hij was immers groot ge
worden en kon nu blaffen als de beste!
Marjan van Beek
Je maakt het van kurken: 3 platte
voor hoofd en lijf, de armen en benen
ieder van twee rechte lange kurkjes
met tegen het uiteinde een dwarskurkje
voor handen en voeten. Je bevestigt de
kurken aan elkaar door stevig draad,
dat je daar de gaten trekt die je met
een gloeiende breipen (met een nijp
tang vasthouden) door de kurken heen
brandt. Ook op het gezichtje teken je
ogen en mond met die pen, voor de neus
kun je wel een stukje hout in de kurk
steken. Het haar is van raffia, en ook
de rok van plastic kan goed tegen
water!