GULDEN
JANET 1IM
WOBBO EN DE HOED
Afrika's wildstand
wordt uitgemoord
door „sportslachters"
PANDA EN DE PLASTIC PLASTIEK
vervolgverhaal
De levensroman van een Chinees meisje
door
VRIJDAG 12 MEI 1961
o.b.-methode
32. Een eindje verder op de rivier springen de zalmen zo maar in de lucht!
Zeerob maakt dat hij weg komt, tot grote verbazing van Potte. Maar even
later blijkt, dat hij een goeie inval heeft gehad! Hij komt terug met de
rootste braadpan aan boord, en vangt daar de grootste vis in! Potte pro-
eert ondertussen, of de vissen ook witten blijven, als hij ze vast een mooi
liedje voorzingt. Wie weet, houden ze wel van muziek.
tampons
Want de o.b.-methode is beter
om de volgende redenen:
o.b. geeft Onmerkbare Bescherming:
o.b. tampons, inwendig gedragen, voelt
men niet, merkt men niet, ziet men niet
ik Kosrre duizend
31) En onweer-
S staanbaar drongen in deze nacht in
mijn herinnering de woorden van een
van die liederen naar voren:
Juist als ik Hem het hardste nodig
heb,
Is Jezus nabij om mij te troosten en
op te beuren,
Juist als ik Hem het hardste nodig
heb.
Deze woorden gaven mij de moed
H en de kracht om vol te houden.
Elk uur dat voorbijging, nam de
kou toe en ten slotte klapperden we
hoorbaar met onze tanden. De lucht
klaarde op en de sterren rijden zich
H aaneen tot miljoenen lichtpuntjes die
5 ons schenen te willen opvrolijken in
onze toestand. We spanden onze ogen
in en tuurden in de duisternis, hopend
5 op een wonder. Plotseling verscheen
B er in de verte een lichtpuntje. Even
B verdween het weer, maar na een se
ll conde was het terug. We zagen het
B allemaal. Iemand riep opgewonden:
„Een schip! Roep om hulp. Als ze
horen dat er een meisje bij ons is,
5 komen ze vast naar ons toe."
Met een zwakke schrille stem riep
E ik om hulp. Telkens als ik ophield met
1 roepen scheen ook het lichtje te stop-
B pen en daarom bleef ik aan de gang.
Toen het dichter bij was zagen we
dat het geen boot was maar iets
groots en zwarts, dat recht op ons af
kwam. Wij konden niet zien wat het
was. Plotseling dook het onder en het
volgende ogenblik werd ik met het
hele vlot omhoog getild.
Gelukkig had ik nog altijd mijn red-
dingsgordel om. In de duisternis rie-
pen stemmen: „Waar ben je?"
„Hier".
„Waar is het meisje naar toe ge-
gaan?"
„Hier ben ik."
E „Heb je het vlot vast?"
„Ja."
Het lot was ons gunstig gestemd en
E we vonden elkaar weer. De wil om
S te leven en de vrees voor de onbeken-
S de diepten van de zee prikkelden ons
kleine groepje om hardnekkig bij el-
E kaar te blijven.
S Toen het grijze licht van de dage-
raad aan de horizon verscheen, keek
s ik naar mijn armen en benen en ik
E schrok toen ik zag hoe opgezwollen
en levenloos ze waren. Tranen van
medelijden met mezelf welden in mijn
E ogen op en wezenloos staarde ik in
E de ruimte. Plotseling verscheen er een
heldere gloed voor me en toen zag
ik het gezicht van mijn eigen moe-
li der. Ze begon tegen me te spreken
en ik kon haar met haar plechtige
stem horen zeggen: „Kind, wees niet
S bang, ik ben altijd bij je." Met uit-
E gestrekte armen smeekte ik haar om
bij me te blijven, maar zo plotseling
als ze gekomen was, verdween ze ook
E weer. In al de jaren die we van el-
kaar gescheiden waren geweest, was
dit de eerste keer dat ze aan me ver-
scheen. Ik had altijd vermeden er-
S over te piekeren of ze dood zou zijn
dan wel nog ergens zou leven. Nu ik
zo dicht bij de dood was, was ik er
plotseling heel zeker van dat ze dood
g moest zijn. Toch had ik het gevoel
dat haar woorden een betekenis moes-
ten hebben: ik moest me blijven vast-
E klampen aan het leven,
g De zon bescheen ons onbarmhartig
en dit had een noodlottig effect. Gelei-
delijk werd onze groep kleiner. Geen
S van hen liet een kreet van wanhoop
of van vrees horen als ze beseften dat
het laatste onvermijdelijke moment
E van hun leven was aangebroken. De-
ze dappere mannen aanvaardden hun
lot als zij de een na de ander stil in
E het water gleden. En bij degenen die
E overbleven, was er ook geen teken
van opwinding te bespeuren; ieder
E vroeg zich slechts af wanneer zijn
beurt zou komen.
Er was een eiland in zicht gekomen,
maar door de snelle stroming konden
E we er niet dichter bij komen. Ergens
uit het niet kwamen drie vliegtuigen
op ons af en we dachten dat ze ons
E zouden gaan beschieten. Ze cirkelden
even boven ons maar joegen toen weg
in de richting van het eiland. Een
poosje daarna konden we het verre
g gedreun van bommen horen.
Het land bleef nog een hele tijd in
zicht, maar we hadden het gevoel dat
E we het nooit zouden bereiken. Van
E honger merkten we niets meer tenge-
volge van de ondraaglijke dorst die
ons kwelde. Als ik nu op de gebeurte-
nissen van toen terugzie, wordt het
me steeds duidelijker dat de houding
van ons groepje bewonderenswaardig
was. Niemand van ons liet zich gaan
in hysterische uitbarstingen.
Zo dreven we nog weer een hele
middag verder terwijl er nauwelijks
een woord werd gesproken. Al die tijd
bleef ik maar denken aan het beeld
van mijn moeder en heel gemakkelijk
welden de gebeden in mij op, ondanks
het feit dat ik dacht dat God ons ver
geten was.
De zon begon onder te gaan en de
gedachte dat we opnieuw een nacht
op zee zouden moeten doorbrengen
was verschrikkelijk, want de kans om
dit te overleven werd nu wel heel ge
ring. Toen het was juist voor de
schemering inviel doemde er een
klein bootje op tegen de achtergrond
van het eiland. Ik durfde het eerst
niet te geloven; en toch was het in het
schermerdonker duidelijk te zien. Er
kon ook geen twijfel over bestaan dat
er twee mensen in zaten. Ik riep en
zwaaide naar hen. De mensen in de
boot zagen ons! Een van de mannen
in het bootje stond op en begon naar
ons te wenken. Het waren gebaren die
we niet begrepen. We zagen hen in
tussen langzaam verdwijnen om een
bocht in de oever van het eiland. Een
hevige ongerustheid maakte zich van
ons meester terwijl wij wachtten op
de hulp die nu zeker moest komen.
Toen kwam een grotere boot op ons
toevaren.
Er werd niet gejuicht. Daar waren
we te uitgeput voor, en de kracht die
ons was overgebleven ebde nu snel
weg. Toen de boot langszij kwam wist
ik niet wat ik doen moest, want ik kon
mijn armen niet meer optillen. Ik
werd over de rand van de boot ge
beurd; de anderen volgden. Toen ik
eenmaal aan boord van het scheepje
was, kwam er een vreemd gevoel
over me. Ik moet enkele ogenblikken
buiten bewustzijn zijn geweest. Toen
ik weer bijkwam leek het wel of ik in
de lucht zweefde en ik kan me slechts
heel vaag herinneren dat ik aan land
werd gedragen. Ik weet nog wel dat
ik een stem hoorde zeggen: „Til haar
voorzichtig op; ze is erg ziek."
Ik werd dicht bij het strand op de
grond gelegd, en toen werd een mat
over mij heen gelegd, want ik had
bijna gaen kleren meer aan.
We waren aangekomen op een ei
landje dat slechts door enkele mensen
bewoond werd. Tot op de dag van van
daag ben ik niet te weten kunnen ko
men hoe het eilandje en degenen die
ons het leven heeft gered, heetten. Ze
gingen bij ons rond met een ketel wa
ter, maar ik kon het niet door mijn
keel krijgen. Toen nam iemand mij
op zijn schouders en droeg mij naar een
kleine hut, waar ik op de grond werd
neergelegd. Ik kreeg een droge sa
rong aan, die de plaats innam van de
gescheurde vodden die om mijn li
chaam hadden gehangen en mijn geld
werd te drogen gelegd. Een gouden
ketting met een kruisje, een vulpen en
twee verkreukelde fotootjes, dat wa
ren mijn overige bezittingen.
Het duurde een hele tijd vóór ik in
slaap viel. Met een brandende koorts
rolde ik van de ene zij op de andere,
terwijl een afschuwelijke pijn door
mijn maag trok. De maan wierp gril
lige schaduwen op de grond van de
zwaaiende palmbomen buiten de hut
en mijn geest kon geen rust vinden.
Tenslotte ging ik bidden en toen gleed
ik langzaam weg in een onrustige
slaap.
Toen ik mijn ogen open deed legde
een vriendelijke eilandbewoner een
hand op mijn voorhoofd. Hij gaf me
een paar kininetabletjes en een glas
water.
„Missie, drink dit eens op; u bent
erg ziek Maa>- ik kon niet meer slik-
ken.
De morgen brak aan. Een van de
mannen vroeg onze redders ons naar
een plaats te brengen waar we direct
medische hulp zouden kunnen krijgen,
en er werden maatregelen getroffen
ons te evacueren. Het was de zestien
de februari. Er werd een boot gereed
gemaakt en daarin werden we naast
elkaar gelegd, waarna we bedekt
werden met kokosnootbladeren om ons
aan het oog te onttrekken. Er gebeur
de op deze tocht niets, maar urenlang
slingerden we heen en weer op de gol
ven tot een stoomschip in zicht kwam
Het was de Florence Nightingale van
het Rode Kruis, die naar overleven
den zócht.
(Wordt vervolgd)
g7. Maar grootvader had zorgen.
Als ze aan tafel zaten en grootmoeder de
pap opschepte, kon grootvader zo terneer
geslagen voor zich uit zitten kijken.
Dat kwam, doordat er maar zo weinig
verdiend werd met al het zware werk op
de akker. En de huw voer het huisje en
het kleine stukje land moest altijd op tijd
betaald worden, want de eigenaar was
daar erg streng op.
De laatste tijd vooral was het aan groot
vader duidelijk te merken, dat hij zorgen
had. En Wobbo dacht daar vaak over, als
hij 's avonds in bed lag.
Absoluut safe:
Men voelt zich overal en onder alle om
standigheden veilig beschermd.
Medisch verantwoord:
Wetenschappelijk onderzoek in Ame
rika en vele Europese landen heeft aan
getoond, dat de o.b. methode aan alle
eisen van de moderne hygiëne voldoet.
5. Joris had zich weldra van de schok hersteld. „Kom
aan," sprak hij, het plastic beeld in zijn kist leggend,
„laat ik het thans goed opbergen, opdat ik het niet
meer verlies." „Maar het is daar helemaal niet goed
in opgeborgen!" riep Panda, „er zit een gat in die
kist, waaruit je het beeldje steeds weer verliest! Je
kunt het beter onder je arm houden!" „Tut, tut, uit
uw opmerking blijkt helaas weder, dat ge weinig gevoel
voor kunst hebt, manneke," sprak Joris. „Men loopt
niet met kunstwerken onder de arm. De aloude Romei
nen voelden dit reeds aan, toen zij uitriepen: „Ars est
celare artem!", waarmede zij zeggen wilden, dat de
ware kunstenaar zijn kunst verbergt". „Ben jij dan een
kunstenaar?" vroeg Panda. Joris schudde verwijtend het
hoofd. „Helaas", sprak hij, „indien ge in mij, de maker
van Pompo, de baanbreker in plastic-plastiek niet de
ware kunstenaar kunt zien, is het droevig met uw ar
tistiek inzicht gesteld. Maar ik neem het u niet kwa
lijk, ik zal u zelfs groeten, nu ik heenga. Dag Panda!"
Hij stond op en verliet waardig de bus. „Tsjonge", dacht
Panda, hem nakijkend, „ik schijn hem beledigd te heb
ben! Maar als hij dat rare beeldje werkelijk zo'n mees
terwerk vindt, begrijp ik niet, dat hij er zo slordig mee
omspringt. Hij heeft het al twee keer verloren!
„Nee drie keer al!" hijgde hij het volgende ogenblik,
toen hij naast zich keek en daar het beeldje Pompo zag
zitten.
de moderne hygiëne
Per pakje van 10 tampons
voldoende voor maandelijks gebruik*
Normaal f 1.% Speciaal f 1.25
"""gratis
Aan Drogerijen Mij., Mijdrecht
Gelieve mij in discrete blanco envelop te
zenden gratis en franco, uw uitvoerige,
geïllustreerde brochure met proefpakje
o.b. tampons.
Naam
Straat-
Woonplaats
DE WILDSTAND in Afrika gaat bijna zienderogen achteruit.
Vele schuwe en dus „zeldzame" diersoorten zijn eigenlijk
constant op de vlucht voor de opdringende civilisatie. Hun natuur
lijke leefgebieden zijn geschonden of verdwenen. Enorme oer
wouden hebben plaats moeten maken voor plantages, industrie
terreinen en steden. Langs het zich steeds uitbreidende wegennet
davert het motorische verkeer en ook de hemel is vol lawaai van
vliegtuigen en helikopters. De dieren trekken zich terug in het
diepst van de donkere wouden en in de verre uithoeken der gras-
steppen, waar velen van hen echter niet het voedsel en de levens
voorwaarden vinden waaraan zij gewend waren. Sommige soorten
kunnen zich op den duur aanpassen bij de gewijzigde omstandig
heden, anderen echter raken in deze ballingschap zo uit hun „even
wicht" dat zij zich zelfs niet meer voortplanten, degenereren en
als soort langzaam uitsterven.
Zelfs in de beschermde wildreservaten
komt het een enkele keer voor dat een
moederdier haar jongen verstoot. Deze
verlaten giraffebaby was de honger
dood nabij toen een opzichter hem
vond. Het dier, dat thans met de zuig
fles gevoed wordt, uit zijn dankbaar
heid met een kusje voor de verzorger.
ten zoals het Krugerpark of desnoods
in dat park zelf.
Als de conferentie mislukt, valt er niet
aan te twijfelen of de huidige onbeheerste
afslachting van wild zal voortduren. De
kans is dan zeer groot, aldus Britse zegs
lieden, dat een groot aantal van de thans
bekende diersoorten binnen 25 jaar volko
men uitgegroeid zal zijn.
Erger is echter nog, dat er in de grote
nog resterende wildrevieren een genadelo
ze jacht op de dieren en vooral op
„grof wild" gemaakt wordt. Deze „sport"
is in sommige delen van Afrika ontaard
tot een walgelijke slachtpartij met geen
ander doel dan de (rijke) toerist „aange
naam" bezit te houden. Daar het hier
meestal lieden betreft die thuis, in Europa
of Amerika, hoogstens op hazen en fazan
ten gejaagd hebben, zijn alle voorzorgs
maatregelen voor hun veiligheid getroffen.
Zij opereren dan ook vaak vanuit de be
schutting van een autocabine en worden
voorts vergezeld door ervaren broodja
gers, die het aangeschoten wild in geval
van nood tijdig neerknallen. In deze bloe
derige vreemdelingenindustrie wordt grof
geld verdiend, maar de wildstand heeft er
onnoemelijke schade door geleden. In Tan-
gayika en andere wildrijke gebieden heeft
men aan dit euvel paal en perk proberen
te stellen door een vergunningenstelsel.
De prijs van zo'n vergunning is exhorbi-
tant hoog en de houder mag, afhankelijk
van de plaatselijke toestand, ten hoogste
een eland, een leeuw of een olifant neer
leggen, voor welk voorrecht hij dan ge
middeld zo'n drie- tot achtduizend gulden
moet neertellen.
DIT SYSTEEM zou goed kunnen werken
als Afrika niet zo groot, en het toezicht
van de jachtopzieners niet zo moeilijk was.
In grote delen van centraal Afrika is
trouwens geen enkele vorm van controle
op de handel en wandel van deze „sport-
jagers" mogelijk en dus worden er jaar
lijks vele tienduizenden wilde dieren neer
geknald zonder dat er een haan naar
kraait.
OP EEN INTER-AFRIKAANSE confe
rentie, die in september in Arusha (Tan-
ganjika) gehouden zal worden wil men
proberen, gezamenlijk tegenmaatregelen
tegen deze zinloze massaslachtingen op te
stellen. Afgevaardigden van de jonge Afri
kaanse staten zullen op deze conferentie
voorgelicht worden over het belanng van
de instandhouding der fauna en over de
daartoe beschikbare middelen. De ervarin
gen, opgedaan in het Kruger-wildreservaat
in Zuid-Afrika, zullen daarbij goede dien
sten kunnen bewijzen, want in dit wereld-
befaamde nationale park gedijen de die
ren, onder de deskundige zorgen van bio
logen en bewakers als nergens anders in
het Donkere Werelddeel. Uit het zojuist
verschenen rapport van de „Nasionale
Parkeraad" blijkt dat er thans 1087 leeu
wen, 986 olifanten, 2479 nijlpaarden 47
soorten vissen, 412 soorten vogels, veertig
hagedissenrassen en 42 slangensoorten
in het Kruger-reservaat geteld zijn, dat het
aantal jachtluipaarden (cheetahs) sinds
twee jaar van 122 tot 614 is toegenomen
en dat de aanwas van gewone luipaarden
maar liefst 250 bedroeg. Ook zebra's, gi
raffen, „rooiribbokke", „swartwitpensbok-
ke", „basterd-hartebeeste" en buffels zijn
aanzienlijk in aantal toegenomen, terwijl
de rode vos en de „witkwas-jakkals (wit-
staartvos) sinds de vorige telling zoveel
gezinsuitbreiding kregen dat zij „niet te
tel niet" waren, aldus het rapport van de
Parkeraad.
DE KOMENDE conferentie wordt geor
ganiseerd door Engeland, dat besloten
heeft, van „een sentimentele benadering
van het probleem af te zien, omdat dit bij
politici weinig gewicht in de schaal legt".
Liever wil men praktische mogelijkheden
onder ogen zien tot behoud van het wild-
bestand bijvoorbeeld: het concentreren
van alle zeldzame diersoorten in reserva-
Advertentie
Miljoenen moderne vrouwen
voelen zich met o.b. tampons
veilig altijd en overall
Gemakkelijke toepassing:
Bii o.b. tampons heeft men geen schuif-
koker nodig. Men kan ze meenemen in
het kleinste tasje en na gebruik onge
merkt wegdoen.
Volkomen bewegingsvrijheid:
Niet langer gehinderd door gordel,
zwachtel of spelden, kunt u gewoon
alles blijven doen: sport, fietsen, dan
sen, uitgaan, baden enz.
Onopvallend:
o.b. tampons kunnen zich niet aftekenen
onder dunne, nauwsluitende kleding of
badpak.
Aan de Rivièra is het seizoen in volle gang. De dames hullen zich (nou, hullen?)
ingevolge de wensen van Koning Mode weer gehoorzaam in minuscule bikini's.
t
4