Britse regering bepleit
aansluiting bij de EEG
Dr. Scharf zag Rotterdam
van de Euromast af
Ontrouw
JEUGDIG
FRIS SSÈL
Fa. B. ENGELENBERG
Katholieken schuwen de
verantwoordelijkheid
Conservatieven kopschuw
van toetreden tot EEG
<~Praatótoeh
NIEUW
Frans-Duits gesprek over
militaire produktie
l
DONDERDAG 18 MEI 1961
3
A merikaanse studie:
Juist wat we zoeken,
een machtige
KLEINBEELDCAMERA
met „alles in een" sneltransport,
2,8 lens en grote, goudgecoate
lijnkaderzoeker.
met een jaar garantie»
Een ILFORD film -
in elke camera - altijd raak!
vanzelfsprekend uitsluitend
bij de vakbekwame fotohandel.
Lord Home's woordvoerder Heath betoogt dat Britse
toetreding op den duur onvermijdelijk wordt
Nederlandse ambassadeur
bezoekt premier Lefèvre
OFFICIëLE VERKOOP SIKKENS LAKKEN
Op de
Marjan van Beek
spray
AMN ARBOR (Michigan-UPI) Prof-
fessor Gerhard Lenski, die maatschappij
leer doceert aan de universiteit van Mi
chigan, komt in een boek, dat vrijdag zal
verschijnen, tot de conclusie dat katho
lieken over het algemeen de voorkeur
geven aan een werkkring waar zij
geen grote verantwoordelijkheid hoeven te
dragen. Lenski heeft de voorstudie van
zijn boek in de Verenigde Staten gemaakt.
In zijn conclusies, die de resultaten be
vatten van een vijf jaar lange studie van
het geloofselement in de taakopvatting
van het individu, stelt Lenski dat de na
druk, welke onder katholieken gelegd
wordt op de gehoorzaamheid, vooral de
jongeren hindert bij een loopbaan in de
wetenschap en het zakenleven.
Joden neigen naar zelfstandigheid en
protestanten en Joden vinden bevrediging
in veeleisende functies met grote verant
woordelijkheid. Katholieken zijn volgens
Lenski het meest op hun gemak „in de
ongeschoolde of halfgeschoolde sfeer".
Spaarzaam
Kopen op afbetaling komt bij Joden vrij
wel niet voor, omdat zij de voorkeur ge
ven aan sparen.
Protestanten steunen de vakbonden niet
zo krachtig als katholieken.
De algemene conclusie van Lenski is dat
de godsdienstige achtergrond een belang
rijke rol speelt in het bepalen van de hou
ding welke het individu aanneemt tegen
over zijn werkkring.
Advertentie
Gedurende de camera-inruilactie ontvangt U - bij aankoop van een „Sportsman" - voor Uw oude camera f 10.- terug.
(Van onze correspondent)
LONDEN Edward Heath, de Britse
Grootzegelbewaarder en onderminister van
Buitenlandse Zaken (die in het Lagerhuis
de voornaamste woordvoerder van dit de
partement is, omdat Lord Home, de mi
nister van Buitenlandse Zaken, als lid van
de erfelijke adel de toegang tot de geko
zen volksvertegenwoordiging is verboden)
wijdde woensdag bij de opening van het
tweedaagse debat over de buitenlandse po
litiek het grootste deel van zijn rede aan
het vraagstuk van Groot-Brittannië en de
Europese Economische Gemeenschap. De
ze toespraak vormde kennelijk een onder
deel van de thans werkelijk op gang geko
men psychologische voorbereiding door de
regering van de tegenstanders van Britse
aansluiting by de E.E.G.
In de afgelopen weken heeft Macmillan
hierover reeds een aantal verklaringen af
gelegd, zonder dat men hiervan veel wij
zer is geworden. Zijn uitspraken waren
even vaag en verwarrend als de tegelij
kertijd van hoger hand ingegeven geruch
ten.
Heath was in elk geval klaarder in zijn
uitlatingen. Hij verdedigde de vroegere
vaagheid, omdat men eenmaal te maken
heeft met een vloeiende situatie. In tegen
stelling met vroeger, toen de regering de
grootste voorzichtigheid betrachtte en de
Britse bezwaren tegen aansluiting breed
uitmat, liet Heath voor het eerst een posi
tief geluid horen. Hij sprak in gloedvolle
bewoordingen over het toenemende econo
mische en politieke succes van de E.E.G.,
een groep die met 170 miljoen zielen
slechts vergelijkbaar is met de Verenigde
Staten en de Sovjet-Unie en welks groeien
de macht het voor Groot-Brittannië met 50
miljoen inwoners op den duur onvermijde
lijk zal maken met de E.E.G. in zee te
gaan.
Hij verklaarde veelbetekenend, dat het
Gemenebest voor Groot-Brittannië geen
uitvlucht meer mag vormen om terzijde
te blijven. De theorie van Heath is, dat
het Westen juist door toenemende kracht
beter in staat zal zijn het Gemenebest te
helpen. De economische en politieke voor
delen acht hij, op lange termijn gezien,
groter dan bepaalde nadelen. Er dreigen
in de toekomst grote economische en poli
tieke gevaren, indien Groot-Brittannië zou
nalaten zich aan te sluiten.
Heath deed zijn uiterste best om de twij
fel in zijn eigen partij te overwinnen.
Bij de oppositie, welke, wat Europa be
treft, conservatiever is dan de Conserva
tieven, kon men geen spoor van geestdrift
voor Heath's betoog ontdekken. Hij kreeg
van Labourzijde het verwijt te horen, dat
het vage gepraat van de regering over
aansluiting bij de E.E.G., de halsstarrig
heid van „de zes" en speciaal van De
Gaulle om Groot-Brittannië op eigen voor
waarden toe te laten, alleen maar groter
heeft gemaakt. Heath ontkende, dat de
Britse regering alleen maar voordelen
voor zichzelf zou zoeken. Men zal van bei
de kanten water in de wijn moeten doen,
om Groot-Brittannië's toetreding als vol
waardig lid mogelijk te maken.
Een stap vooruit is het, dat de Britse
regering thans bepaalde aspecten van het
probleem in bijzonderheden met de E.E.G
bestudeert. Een belangrijk punt is ook
dat de Britse regering pas bereid is tot
formele onderhandelingen met de E.E.G
indien succes van te voren verzekerd is
Heath gelooft, dat de E.E.G. bereid is,
tot samengaan met Groot-Brittannië. De
oppositie betwijfelt dit echter. Zo lang De
Gaulle nog verwikkeld is in het Algerijnse
probleem zal er geen sprake zijn van een
oplossing van de kwestie van „de zes"
(E.E.G.) en „de zeven" (EVA), zo bewe
ren de pessimisten.
De Britse regering, die thans van vurige
bewondering voor de E.E.G. getuigt, zon
der echter te gewagen van de beoogde po
litieke vervlechting, heeft gedaan wat pre
sident Kennedy van Londen verwacht, na
melijk, dat het zijn lauwe houding tegen
over het Europese vaste land opgeeft en
positieve stappen doet. Heath zinspeelde
erop, dat de Verenigde Staten dit hebben
vergemakkelijkt door hun bereidheid zelf
bepaalde economische offers te brengen
terwille van grotere westelijke politieke
saamhorigheid. Hij zei nog, dat de Britse
regering er niet aan denkt zich de toegang
tot de E.E.G. te forceren.
Hij bestreed de liberale motie, die wil,
dat Groot-Brittannië om alle twijfel aan
de oprechtheid van zijn bedoelingen weg
te nemen, onmiddellijk het verdrag van
Rome zou moeten tekenen, om daarna pas
over de details te onderhandelen. Het is
onmogelijk toelating te vragen zonder dat
het hele plan in grote lijnen is uitgewerkt,
aldus Heath, die herhaalde, dat waarbor
gen nodig zijn voor de Britse handel met
de rest van het Gemenebest, de Britse
landbouw, alsmede voor de andere leden
van de Europese Vrijhandelsassociatie
(EVA), welke, aldus Heath, als alles naar
wens verloopt, zal kunnen verdwijnen.
BRUSSEL De Nederlandse ambassa
deur te Brussel, jonkheer mr. P. D.
Teixeira de Mattos heeft woensdag een be
zoek gebracht aan de Belgische eerste mi
nister Lefèvre. Deze ontmoeting is niet
meer dan een beleefdheidsvisite geweest
Wanneer er in België na verkiezingen een
nieuwe minister van Buitenlandse Zaken
is aangewezen, plegen de vertegenwoor
digers van buitenlandse mogendheden bij
hem hun opwachting te maken. Zo heeft
Spaak reeds op 26 april, de eerste dag
waarop hij zijn ambt op het ministerie van
Buitenlandse Zaken uitoefende, jonkheer
Teixeira de Mattos ontvangen, aldus dui
delijk makend dat België waarde hecht
aan een nauwe verbondenheid van beide
landen. Onze ambassadeur zal dezer dagen
zeker ook bezoeken brengen aan de heren
Van Den Acker en Struye, respectievelijk
voorzitter van de Kamer en van de Senaat.
Advertentie
Doelstraat 39 - Haaricm Tel. 15232
.ALPHA" MUURVERVEN
LONDEN Onder de Conservatieven
heerst, ondanks het betoog van Heath in
het Lagerhuis, die voor het eerst de nadruk
had gelegd op de politieke kant van het
Europese probleem, nieuwe twijfel over
de wenselijkheid van aansluiting bij de
EEG door een teleurstellende rede van de
Britse minister van Landbouw, Churchill's
schoonzoon Christopher Soames, voor de
Conservatieve fractie. Daardoor is de vrees,
dat de Britse landbouw in de steek zal wor
den gelaten, ir. geval Groot-Brittannië zich
vastkoppelt aan het Europese vasteland,
in plaats van verminderd nog toegenomen
is.
Op alle angstige vragen antwoordde
Soames met algemeenheden, welke nie
mand bevredigden. Van vele zijden eist
men nieuwe algemene verkiezingen, voor
dat de regering de sprong neemt naar Eu
ropa, maar Macmillan wil hiervan niets
weten. Het is trouwens de vraag, of spoe
dige onderhandelingen met de EEG moge
lijk zijn. Het kan, gezien de ingewikkeld
heid van het vraagstuk, nog wel enkele ja
ren vergen, voordat er van een samengaan
van Groot-Brttannië met het vasteland
sprake is. In elk geval ziet het er niet naar
uit, dat er voor 1963 algemene verkiezin
gen zullen worden gehouden. Het vijfjari
ge regeringsmandaat loopt tot 1964.
De Oostenrijkse bondspresident, dr.
Scharf, vergezeld door Prinses Irene, be
zocht gistermorgen Rotterdam. Overal hin
gen de vlaggen uit en het stadhuis was met
bloemen versierd, zodat het geheel een
feestelijke "aanblik bood. In de burgerzaal
hield burgemeester Van Walsum een korte
rede in het Duits, waarin hij getuigde van
de warme sympathie die in Nederland voor
Oostenrijk bestaat. Een kleine expositie
„Rotterdam und das Meer" gaf de presi
dent een indruk van Rotterdam als haven
stad en was tevens aanleiding tot een ge
animeerde gedachtenwisseling, onder meer
over de Rijn-Donauverbinding. De Oosten
rijkse gemeenschap in Rotterdam had zich
voor het stadhuis opgesteld. De Oostenrij
kers en ook talrijke Rotterdammers hiel
den niet op het Oostenrijkse staatshoofd
en Prinses Irene hartelijk toe te juichen.
Na het bezoek van ruim een half uur
aan het stadhuis ging de stoet naar de
Euromast.
Het heldere weer maakte het mogelijk
van dit hoogste punt van de Maasstad een
indruk te krijgen van de uitgestrektheid en
de grote bedrijvigheid van stad en havens.
Zowel Prinses Irene als de president toon
den zich in hoge mate geïnteresseerd tij
dens de rondwandeling over het wat win
derige platform en de bezichtiging van de
maquette binnen, die de ontwikkeling van
het Rotterdamse havengebied in de loop
der tijden laat zien. Bij het verlaten van
de Euromast werd de president een kris
tallen bokaal en de Prinses een kristallen
vaas aangeboden, beide gegraveerd met
het silhouet van de Euromast. Daarmee
was dit kort bezoek aan de Maasstad ten
einde. Per auto reden de president en de
Prinses naar Den Haag, naar het Binnen
hof waar de Koningin, Prins Bernhard,
de Oostenrijkse president en zijn dochter
Hoofdzaak
Ik heb een kennis. Hij heeft een wilde
baard en een mooie vrouw en, u raadt het
al, hij is artiest. Tot zover niets bijzon
ders. Maar nu komt het gekke: hij draagt
een hoed. Nu sta ik bekend als een ver
draagzaam mens en ik zal er niets van
zeggen als ik mijn overbuurman of mijn
pianostemmer met een hoed zie lopen.
Trouwens, onze groenteman en onze bloe-
menman dragen ook hoeden en ik ben er
niet warm of koud van geworden. Maar
dat een artiest een hoed draagt, dat ver
draag ik niet! Dat kan ik niet verstou
wen! En dan denkt U misschien, dat het
een soort flambard is, een hoofddeksel, dat
het uiterlijk van de drager een romantisch
en interessant tintje moet geven. Maar,
niets van dit alles! Het exemplaar van
mijn kennis is zwart, klein en stijf en
roept associaties op aan een zondag op
het boerenland.
Vanwege die hoed heb ik deze man dus
zoveel mogelijk links laten liggen en het
was slechts na veel aandringen van zijn
kant, dat ik er eindelijk in toestemde hem
op zijn boot te komen bezoeken. De kale,
verlaten dijk, waaraan zijn boot gemeerd
lag, bood precies die troosteloze aanblik,
die ik mij ervan had voorgesteld. Maar,
bij nauwkeuriger toezien, welk een vrolij
ke bedrijvigheid heerste daar temidden
van al die samengedreven woonschuiten!
Langzaam, nieuwsgierig rondkijkend wan
delde ik met mijn kennis langs dat nij
vere volkje, dat met een air van de trotse
eigenaar hamer, zaag of teerkwast han
teerde. In stilte geneerde ik mij een beetje
voor mijn kennis en zijn hoed, maar deze
mannen schenen daar geen last van te
hebben, want overal werd joviaal gegroet.
„Dit is L.P., de pianist" lichtte mijn be
geleider toe, doelend op een tengere man,
die blootshoofds en in het ribfluweel, wat
schuurwerk stond te verrichten. „En dit is
B.R. Heeft pas drie jaar opgeknapt. Ju-
welendiefstal!" Ik had vaag teruggegroet
naar de sportief geklede heer met sport-
pet en zonnebril, die als B.R. was aange
duid. De buurman van B.R., die eveneens
gasten waren aan een noenmaal, aangebo
den door de ministerraad.
De maaltijd werd gebruikt in de histo- met sportpet en zonnebril was toegerust,
rische Trèveszaal. bleek architect te zijn.
Maar ik nam het zekere voor het onze-
Gesprek met dr. Drees kere en groette niet terug toen we langs
leen onguur type kwamen, die gewapend
In de Witte Sociëteit ontving de president me^ een hamer op ons afkwam en wat
vervolgens ongeveer 200 leden van de Oos- spijkers te leen vroeg. Hij droeg een vet-
tenrijkse kolonie in Nederland. Dr. Schart vlekkerige overall en een even vies
drukte zijn landgenoten stuk voor stuk de alpinopetje. „En wie was dat nou?" vroeg
hand. Ook liet hij zich fotograferen met aan m$jn hennis toen hij weer weg
een delegatie van Oostenrijkse mijnwer- was
kers, die sinds enige jaren in de Oranje- die?" Dat is een van de directeuren
Nassaumijn werken. Spoedig daarna trok van de JH W fabrieken, je weet wel!"
het vermoeide staatshoofd zich terug. Inderdaad, die kende ik, alhoewel ik er
Slechts zeer enkelen wisten, dat de pre- n0g joe geen denkbeeld van had
sident in een der bovenvertrekken een ge- I gevormd op welke wijze de directeuren hun
sprek had met dr. W. Drees, die zÜn oude VTije pleegden door te brengen. Dat
vriend Scharf daags tevoren reeds tijdens I dus nu en vanaf dit ogenblik werd
het galadiner in Huis ten Bosch de hand ge- Ujg hoed van mijn kennis mij steeds sym-
drukt had. De socialistische fractieleider pathieker. Ik ging begrijpen wat een moed
mr. J. Burger woonde een deel van dit I ervoor nodig was om in deze omgeving
gesprek bij. een hoed te dragen. Sindsdien ontloop ik
Balletvoorstelling n^et ianger het gezelschap van mijn ken-
Des avonds waren de president, Koningin en z?n Ik ^ede mee
Juliana en Prins Bernhard de gasten van ZtZkZi „Svt r 7, „w
het gemeentebestuur van Den Haag in de getrokken, met onthouden. Laat u niet
Koninklijke Schouwburg, die prachtig met ^leiden door het hoofddeksel. Van be-
bloemen was versierd. Na het spelen der \lan0 slechts bet hoofd, dat eronder zit!
volksliederen bracht het Nederlands Ballet
een programma, dat door het Residentie
orkest onder directie van Willen van Otter-
loo werd begeleid, eerst de „Serenade"
van Tsjaikowsky met choreografie van I
George Balanchine en nadien de „Suite
en blanc" van Eduard Lalo met choreo-1
grafie van Serge Lifar.
Na afloop van de voorstelling werden I
enige medewerkers van orkest en ballet
aan de Koningin, de Prins en de president
voorgesteld. Vóór het vertrek uit de
schouwburg werd het „Gouden Boek" van
de gemeente 's Gravenhage getekend.
Advertentie
Het nieuwste mensentype,
dat wij om ons heen zien op
schieten tot een hoogte die in
onze jeugd zeer ongebruikelijk
was, is anders dan het onze.
Dit is geen verrassing, geen
reden tot ontsteltenis, omdat
het zo traditioneel en logisch
is: iedere nieuwe generatie is
anders dan haar voorgang
sters. Dat de laatste editie der
mensheid lichamelijk met kop
en schouders boven de voor
laatste gaat uitsteken, is uiter
aard niet logisch, doch overi
gens een bijkomstigheid van
weinig belang. Het belang
rijke zit voornamelijk in het
overhaaste tempo der ver
andering een tempo dat
soms werkelijk benauwt.
Vroeger voltrok zich de
vernieuwing van de mens per
generatie op een gezapige,
bijna onmerkbare wijze. Als
de kenmerkende vernieuwin
gen zich duidelijk prononceer
den, waren alle ouderen reeds
dood en de nog levenden
merkten er weinig van. Een
mens uit 1700 verschilde
slechts in onopvallende inner
lijke en uiterlijke details van
zijn voorvader uit 1600. Zijn
omgeving bleef nagenoeg de
zelfde de nieuwe levens
verschijnselen en maatschap
pelijke requisieten hadden
slechts een ondergeschikte wij
ziging en modernisering on
dergaan, die hun karakter
voor de niet al te diepzinnige
beschouwer niet had aange
tast. Het leven en de maat
schappij waren roerloos, on
beweeglijk als oude bomen,
waarvan de groei slechts in
eeuwen was te meten.
Doch in onze tijd storten de
kraamkamers en klinieken
hele scheepsladingen totaal
verbouwde eh herziene mense
lijke wezens naar buiten, die
in een bijna zichtbaar tempo
opgroeien tot vreemde, onbe
grijpelijke persoonlijkheden.
Hun opvattingen, voorkeuren,
oordelen, liefhebberijen en in
spiraties verschillen zodanig
van de onze, dat het lijkt alsof
twee eeuwen in twintig jaren
zijn voorbijgegaan. Het leven
is een versnelde film gewor
den, die de tijd en de evolutie
processen in korte bestekken
samenperst. Een mens van
1900 en een gelijknamig wezen
van 1960 kennen elkander niet
meer zij missen zelfs de
aansluitingspunten tot herken
ning of kennismaking.
Het heeft daarbij weinig zin,
toestanden of factoren van
vroeger met spijt en hoofd
schudden te memoreren.
„Vroeger" .is in jarental zo
kort geleden en toch zo af
doende achterhaald, dat men
tijd tekort komt om enigszins
in de pas te blijven met het
voortsnellende heden. Wat
wel bij een onwillekeurige
vergelijking telkens weer na
drukkelijk komt opvallen is
het feit, dat de snelle wijzi
gingen in het algemeen-men
selijke karakter steeds duide
lijker het kenmerk der kunst
matigheid gaan dragen. Het is
alsof in de loop van de twin
tigste eeuw de mens definitief
gebroken heeft met het na
tuurlijke en spontane, om wel
bewust de weg van de kunst
matigheid op te gaan.
Een even moeilijk vraagstuk
als dat der primariteit van kip
of ei is het probleem, of de
techniek oorzaak dan wel ge
volg van die hang naar het
kunstmatige in het menselijke
karakter is geweest.
Heeft de levende schepping
de mens geïnspireerd tot tech
nische nabootsing of heeft de
mechanische produktie de
mens weggesleurd van de le
vende natuur? Ofschoon wel
licht zowel het ene als het
andere waar is, moet er toch
ergens in onze rusteloze be-
staansaanvaarding een ele
ment van naijver op de onna
volgbare natuurlijke ont- en
bestaansprocessen aanwezig
zijn, dat ons verleidt tot on-
trouw en afwijzing van de on
definieerbare en onvindbare
levensstimulans en ons koppig
doet proberen zo'n stimulans
zelf te maken en toe te passen.
Eenmaal op die weg voort
gegaan over een plaveisel van
successen, is de mens zeer snel
bezig zichzelf tot een aanbid
der der kunstmatigheid te
maken. Het is alsof hij, zoals
een echte ketter, niet alleen
zijn verloren geloof negeert
doch het zelfs haat. Een men
taliteit waarin hij consequent
een hekel krijgt aan alles wat
uit zichzelf en zonder zijn hulp
ontstaat, groeit en bestaat. De
verschijnselen daarvan zijn
niet zo uitzonderlijk of spora
disch als men menen zou. Zij
beginnen namelijk steeds
veelvuldiger tot maatschappe
lijk principe te worden, al ztin
ze niet altijd aan de opper
vlakte der samenleving waar
neembaar.
Een kleuter uit 1850 heeft
zich ongetwijfeld nimmer het
kleine hoofd gebroken over de
vraag, hoe het mogelijk was
dat een paard met zijn vier
benen zo snel en berekend
vooruit kon komen. De proces
sen die verborgen lagen onder
de glanzende huid van de vier
voeter, in diens spierenbun
dels en zenuwstrengen en her
sencellen, bleven voor de
kleine buiten het bereik van
zijn weetgierigheid en interes
seerden hem dus evenmin
als de oppervlaktetemperatuur
van de planeet Mars. Toen hij
echter in zijn later leven de
voorlopers van de auto
kuchend en schommelend
voorbij zag gaan, vroeg hij zich
aanstonds verbijsterd af hoe
het mogelijk was dat een rij
tuig op eigen kracht tot voort
beweging in staat kwam. Hij
had een gezond en elementair
onderscheid behouden tussen
natuur en onnatuur, tussen
levende scheppingen en dode
mechanieken.
Voor onze hedendaagse
jeugd echter is een voort
razende auto geen vraagstuk
van verbijstering. Zij heeft de
onnatuur aanvaard als een
tweede natuur en de kunst
matigheid als een geloof om
helst, zonder zich in het hoe en
waarom te verdiepen.
Wanneer men toeristen aan
het werk ziet met hun uit
voerige fototoestellen, die om
de haverklap voor het oog
worden geheven, merkt men
dat velen van hen hun natuur
lijke oog en hun primaire
schoonheidsgenieting ontrouw
zijn geworden, en er de voor
keur aan geven het schone om
zich heen zo min mogelijk te
zien en zo veel mogelijk te
knippen. Hun oog blijft bedekt
en dus verstoken van het di
recte beeld, waarmee tegelijk
de mogelijkheid om zich in de
schone vormen van dat beeld
te vermeien, wordt afgesneden.
Pas later, thuis, wanneer de
levende schoonheden op plat
papier zijn gemechaniseerd,
schenkt hun oog er waar
derende aandacht aan.
Ontrouw aan de natuur,
adoratie van de techniek, be
vrediging van de lust om het
natuurlijke in kunstmatigheid
te herscheppen en als een
eigen produkt te annexeren.
Een mooie, oeroude boom
met knoestige takken en
schonkige wortels de eeuwen
overspannend en het stempel
van vergane tijden dragend,
wekt de naijver en ergernis
van de kunstmatigheidlievende
mens op. Hij zet er woedend
de bijl in en verkondigt de
stelling van zijn tijd, dat zelfs
de levende schepping zonder
de regulerende en dirigerende
mensenhand niet bestaanbaar
is. Hij plant nieuwe bomen,
netjes op een rij, sprietig en
nietig, veredeld door kunst
matige ingrepen en als mo
derne zuigelingen tegen alle
kwalen en aandoeningen ge
prepareerd. Het nieuwe bos
wordt een kunstmatig bos, ge
schapen door de mens. En de
natuur mag blij zijn dat zij
nog regen en zon mag leveren
als een bescheiden aandeel in
het gereglementeerde leven.
De weldadige kruiden der
woeste gronden, vroeger ge
zocht en geplukt door natuur
verbonden geneesheren, staan
heden gerangschikt op de
zwarte lijsten der kwakzalve
rij. Diezelfde kruiden echter,
geselecteerd en geteeld in
kunstmatige tuinen en ver
werkt tot zalven en tabletten
in automatische fabriekspro-
duktie, heten in keurige ver
pakkingen patentgeneesmidde
len en dragen het gulden ken
merk van het ware. De natuur
is nog slechts bruikbaar om
haar redeloze schepselen af te
staan aan afgelegen labora
toria, waar vivisectienaalden
en lancetten haar prikkelen tot
een toestemmend antwoord op
de verbeten vraag: Geeft ge
toe, dat alleen de mens het
kan?
Toch rijst de ontmoedigende
vraag, of dit streven naar ab
solute kunstmatigheid wel lei
den kan tot het vreemde doel,
waarmee het moet zijn aange
vangen: het construeren van
een nieuwe, kunstmatige na
tuur van onafhankelijke be
staansmogelijkheid, die de na
ijver en de haat van de met
ijzer en plastic scheppende
mens volledig kan bevredigen.
Het gevaar is groot, dat hij,
al scheppende en nabootsende,
zo onherstelbaar zal vervreem
den van zijn eigen oorspronke
lijkheid, dat hij een dwalend
kind zonder tehuis zal worden
in een wereld van stalen sta
ketsels op een ijzerharde
betonbodem, waaronder hij
niets meer kan terugvinden
van wat hem tot dan toe in
leven heeft gehouden.
Misschien zal hij dan in
volledige massa voor
goed dood gaan.
Prettig, 8x4 spray,
als finishing touch
van uw toilet - of
om u snel even op
te frissen: de hele
dag omringd door
jeugd en frisheid.
Verrukkelijk.
Ook in poeder
en toiletzeep.
Een product van Beiersdorf.
PARIJS (DPA) De Westduitse minis
ter van Defensie, Strauss, en zijn Franse
ambtgenoot Messmer zijn bij besprekin
gen in Parijs dinsdag overeengekomen, dat
hun landen gezamenlijk zullen werken aan
de constructie van een tank. Voorts zullen
de twee landen beide gebruik maken van
middelzware hefschroefvliegtuigen van een
Frans type. Tenslotte zullen zij komen tot
een radarstelsel voor hun gebied.
Minister Strauss, die over deze kwesties
voor de derde maal in de Franse hoofd
stad kwam praten, zei dat in de periode
1961-1962 een voorserie van de bedoelde
tank zal worden gebouwd. Pas als alle
risico's zullen zijn overwonnen, zal begon
nen worden met de seriebouw van ver
scheidene duizenden stuks.
De Franse helikopter zal gelden als het
uitgangspunt voor een Europese ontwikke
ling op dit gebied, aldus de Westduitse mi
nister. Voor serieproduktie is het toestel
echter nog niet rijp.
Wat de samenwerking op radargebied
betreft zei Strauss, dat gestreefd zal wor
den naar een gezamenlijk Frans-Westduits
Brits stelsel volgens een Frans denkbeeld.
Hij zei dat een deel van de voor Bundes-
wehr nodige wapens in Frankrijk zal wor
den besteld, omdat de wapenindustrie in
West-Duitsland niet mag worden uitge
breid.