Britse regering bepleit aansluiting bij de EEG Dr. Scharf zag Rotterdam van de Euromast af Ontrouw JEUGDIG FRIS SSÈL Fa. B. ENGELENBERG Katholieken schuwen de verantwoordelijkheid Conservatieven kopschuw van toetreden tot EEG <~Praatótoeh NIEUW Frans-Duits gesprek over militaire produktie l DONDERDAG 18 MEI 1961 3 A merikaanse studie: Juist wat we zoeken, een machtige KLEINBEELDCAMERA met „alles in een" sneltransport, 2,8 lens en grote, goudgecoate lijnkaderzoeker. met een jaar garantie» Een ILFORD film - in elke camera - altijd raak! vanzelfsprekend uitsluitend bij de vakbekwame fotohandel. Lord Home's woordvoerder Heath betoogt dat Britse toetreding op den duur onvermijdelijk wordt Nederlandse ambassadeur bezoekt premier Lefèvre OFFICIëLE VERKOOP SIKKENS LAKKEN Op de Marjan van Beek spray AMN ARBOR (Michigan-UPI) Prof- fessor Gerhard Lenski, die maatschappij leer doceert aan de universiteit van Mi chigan, komt in een boek, dat vrijdag zal verschijnen, tot de conclusie dat katho lieken over het algemeen de voorkeur geven aan een werkkring waar zij geen grote verantwoordelijkheid hoeven te dragen. Lenski heeft de voorstudie van zijn boek in de Verenigde Staten gemaakt. In zijn conclusies, die de resultaten be vatten van een vijf jaar lange studie van het geloofselement in de taakopvatting van het individu, stelt Lenski dat de na druk, welke onder katholieken gelegd wordt op de gehoorzaamheid, vooral de jongeren hindert bij een loopbaan in de wetenschap en het zakenleven. Joden neigen naar zelfstandigheid en protestanten en Joden vinden bevrediging in veeleisende functies met grote verant woordelijkheid. Katholieken zijn volgens Lenski het meest op hun gemak „in de ongeschoolde of halfgeschoolde sfeer". Spaarzaam Kopen op afbetaling komt bij Joden vrij wel niet voor, omdat zij de voorkeur ge ven aan sparen. Protestanten steunen de vakbonden niet zo krachtig als katholieken. De algemene conclusie van Lenski is dat de godsdienstige achtergrond een belang rijke rol speelt in het bepalen van de hou ding welke het individu aanneemt tegen over zijn werkkring. Advertentie Gedurende de camera-inruilactie ontvangt U - bij aankoop van een „Sportsman" - voor Uw oude camera f 10.- terug. (Van onze correspondent) LONDEN Edward Heath, de Britse Grootzegelbewaarder en onderminister van Buitenlandse Zaken (die in het Lagerhuis de voornaamste woordvoerder van dit de partement is, omdat Lord Home, de mi nister van Buitenlandse Zaken, als lid van de erfelijke adel de toegang tot de geko zen volksvertegenwoordiging is verboden) wijdde woensdag bij de opening van het tweedaagse debat over de buitenlandse po litiek het grootste deel van zijn rede aan het vraagstuk van Groot-Brittannië en de Europese Economische Gemeenschap. De ze toespraak vormde kennelijk een onder deel van de thans werkelijk op gang geko men psychologische voorbereiding door de regering van de tegenstanders van Britse aansluiting by de E.E.G. In de afgelopen weken heeft Macmillan hierover reeds een aantal verklaringen af gelegd, zonder dat men hiervan veel wij zer is geworden. Zijn uitspraken waren even vaag en verwarrend als de tegelij kertijd van hoger hand ingegeven geruch ten. Heath was in elk geval klaarder in zijn uitlatingen. Hij verdedigde de vroegere vaagheid, omdat men eenmaal te maken heeft met een vloeiende situatie. In tegen stelling met vroeger, toen de regering de grootste voorzichtigheid betrachtte en de Britse bezwaren tegen aansluiting breed uitmat, liet Heath voor het eerst een posi tief geluid horen. Hij sprak in gloedvolle bewoordingen over het toenemende econo mische en politieke succes van de E.E.G., een groep die met 170 miljoen zielen slechts vergelijkbaar is met de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie en welks groeien de macht het voor Groot-Brittannië met 50 miljoen inwoners op den duur onvermijde lijk zal maken met de E.E.G. in zee te gaan. Hij verklaarde veelbetekenend, dat het Gemenebest voor Groot-Brittannië geen uitvlucht meer mag vormen om terzijde te blijven. De theorie van Heath is, dat het Westen juist door toenemende kracht beter in staat zal zijn het Gemenebest te helpen. De economische en politieke voor delen acht hij, op lange termijn gezien, groter dan bepaalde nadelen. Er dreigen in de toekomst grote economische en poli tieke gevaren, indien Groot-Brittannië zou nalaten zich aan te sluiten. Heath deed zijn uiterste best om de twij fel in zijn eigen partij te overwinnen. Bij de oppositie, welke, wat Europa be treft, conservatiever is dan de Conserva tieven, kon men geen spoor van geestdrift voor Heath's betoog ontdekken. Hij kreeg van Labourzijde het verwijt te horen, dat het vage gepraat van de regering over aansluiting bij de E.E.G., de halsstarrig heid van „de zes" en speciaal van De Gaulle om Groot-Brittannië op eigen voor waarden toe te laten, alleen maar groter heeft gemaakt. Heath ontkende, dat de Britse regering alleen maar voordelen voor zichzelf zou zoeken. Men zal van bei de kanten water in de wijn moeten doen, om Groot-Brittannië's toetreding als vol waardig lid mogelijk te maken. Een stap vooruit is het, dat de Britse regering thans bepaalde aspecten van het probleem in bijzonderheden met de E.E.G bestudeert. Een belangrijk punt is ook dat de Britse regering pas bereid is tot formele onderhandelingen met de E.E.G indien succes van te voren verzekerd is Heath gelooft, dat de E.E.G. bereid is, tot samengaan met Groot-Brittannië. De oppositie betwijfelt dit echter. Zo lang De Gaulle nog verwikkeld is in het Algerijnse probleem zal er geen sprake zijn van een oplossing van de kwestie van „de zes" (E.E.G.) en „de zeven" (EVA), zo bewe ren de pessimisten. De Britse regering, die thans van vurige bewondering voor de E.E.G. getuigt, zon der echter te gewagen van de beoogde po litieke vervlechting, heeft gedaan wat pre sident Kennedy van Londen verwacht, na melijk, dat het zijn lauwe houding tegen over het Europese vaste land opgeeft en positieve stappen doet. Heath zinspeelde erop, dat de Verenigde Staten dit hebben vergemakkelijkt door hun bereidheid zelf bepaalde economische offers te brengen terwille van grotere westelijke politieke saamhorigheid. Hij zei nog, dat de Britse regering er niet aan denkt zich de toegang tot de E.E.G. te forceren. Hij bestreed de liberale motie, die wil, dat Groot-Brittannië om alle twijfel aan de oprechtheid van zijn bedoelingen weg te nemen, onmiddellijk het verdrag van Rome zou moeten tekenen, om daarna pas over de details te onderhandelen. Het is onmogelijk toelating te vragen zonder dat het hele plan in grote lijnen is uitgewerkt, aldus Heath, die herhaalde, dat waarbor gen nodig zijn voor de Britse handel met de rest van het Gemenebest, de Britse landbouw, alsmede voor de andere leden van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA), welke, aldus Heath, als alles naar wens verloopt, zal kunnen verdwijnen. BRUSSEL De Nederlandse ambassa deur te Brussel, jonkheer mr. P. D. Teixeira de Mattos heeft woensdag een be zoek gebracht aan de Belgische eerste mi nister Lefèvre. Deze ontmoeting is niet meer dan een beleefdheidsvisite geweest Wanneer er in België na verkiezingen een nieuwe minister van Buitenlandse Zaken is aangewezen, plegen de vertegenwoor digers van buitenlandse mogendheden bij hem hun opwachting te maken. Zo heeft Spaak reeds op 26 april, de eerste dag waarop hij zijn ambt op het ministerie van Buitenlandse Zaken uitoefende, jonkheer Teixeira de Mattos ontvangen, aldus dui delijk makend dat België waarde hecht aan een nauwe verbondenheid van beide landen. Onze ambassadeur zal dezer dagen zeker ook bezoeken brengen aan de heren Van Den Acker en Struye, respectievelijk voorzitter van de Kamer en van de Senaat. Advertentie Doelstraat 39 - Haaricm Tel. 15232 .ALPHA" MUURVERVEN LONDEN Onder de Conservatieven heerst, ondanks het betoog van Heath in het Lagerhuis, die voor het eerst de nadruk had gelegd op de politieke kant van het Europese probleem, nieuwe twijfel over de wenselijkheid van aansluiting bij de EEG door een teleurstellende rede van de Britse minister van Landbouw, Churchill's schoonzoon Christopher Soames, voor de Conservatieve fractie. Daardoor is de vrees, dat de Britse landbouw in de steek zal wor den gelaten, ir. geval Groot-Brittannië zich vastkoppelt aan het Europese vasteland, in plaats van verminderd nog toegenomen is. Op alle angstige vragen antwoordde Soames met algemeenheden, welke nie mand bevredigden. Van vele zijden eist men nieuwe algemene verkiezingen, voor dat de regering de sprong neemt naar Eu ropa, maar Macmillan wil hiervan niets weten. Het is trouwens de vraag, of spoe dige onderhandelingen met de EEG moge lijk zijn. Het kan, gezien de ingewikkeld heid van het vraagstuk, nog wel enkele ja ren vergen, voordat er van een samengaan van Groot-Brttannië met het vasteland sprake is. In elk geval ziet het er niet naar uit, dat er voor 1963 algemene verkiezin gen zullen worden gehouden. Het vijfjari ge regeringsmandaat loopt tot 1964. De Oostenrijkse bondspresident, dr. Scharf, vergezeld door Prinses Irene, be zocht gistermorgen Rotterdam. Overal hin gen de vlaggen uit en het stadhuis was met bloemen versierd, zodat het geheel een feestelijke "aanblik bood. In de burgerzaal hield burgemeester Van Walsum een korte rede in het Duits, waarin hij getuigde van de warme sympathie die in Nederland voor Oostenrijk bestaat. Een kleine expositie „Rotterdam und das Meer" gaf de presi dent een indruk van Rotterdam als haven stad en was tevens aanleiding tot een ge animeerde gedachtenwisseling, onder meer over de Rijn-Donauverbinding. De Oosten rijkse gemeenschap in Rotterdam had zich voor het stadhuis opgesteld. De Oostenrij kers en ook talrijke Rotterdammers hiel den niet op het Oostenrijkse staatshoofd en Prinses Irene hartelijk toe te juichen. Na het bezoek van ruim een half uur aan het stadhuis ging de stoet naar de Euromast. Het heldere weer maakte het mogelijk van dit hoogste punt van de Maasstad een indruk te krijgen van de uitgestrektheid en de grote bedrijvigheid van stad en havens. Zowel Prinses Irene als de president toon den zich in hoge mate geïnteresseerd tij dens de rondwandeling over het wat win derige platform en de bezichtiging van de maquette binnen, die de ontwikkeling van het Rotterdamse havengebied in de loop der tijden laat zien. Bij het verlaten van de Euromast werd de president een kris tallen bokaal en de Prinses een kristallen vaas aangeboden, beide gegraveerd met het silhouet van de Euromast. Daarmee was dit kort bezoek aan de Maasstad ten einde. Per auto reden de president en de Prinses naar Den Haag, naar het Binnen hof waar de Koningin, Prins Bernhard, de Oostenrijkse president en zijn dochter Hoofdzaak Ik heb een kennis. Hij heeft een wilde baard en een mooie vrouw en, u raadt het al, hij is artiest. Tot zover niets bijzon ders. Maar nu komt het gekke: hij draagt een hoed. Nu sta ik bekend als een ver draagzaam mens en ik zal er niets van zeggen als ik mijn overbuurman of mijn pianostemmer met een hoed zie lopen. Trouwens, onze groenteman en onze bloe- menman dragen ook hoeden en ik ben er niet warm of koud van geworden. Maar dat een artiest een hoed draagt, dat ver draag ik niet! Dat kan ik niet verstou wen! En dan denkt U misschien, dat het een soort flambard is, een hoofddeksel, dat het uiterlijk van de drager een romantisch en interessant tintje moet geven. Maar, niets van dit alles! Het exemplaar van mijn kennis is zwart, klein en stijf en roept associaties op aan een zondag op het boerenland. Vanwege die hoed heb ik deze man dus zoveel mogelijk links laten liggen en het was slechts na veel aandringen van zijn kant, dat ik er eindelijk in toestemde hem op zijn boot te komen bezoeken. De kale, verlaten dijk, waaraan zijn boot gemeerd lag, bood precies die troosteloze aanblik, die ik mij ervan had voorgesteld. Maar, bij nauwkeuriger toezien, welk een vrolij ke bedrijvigheid heerste daar temidden van al die samengedreven woonschuiten! Langzaam, nieuwsgierig rondkijkend wan delde ik met mijn kennis langs dat nij vere volkje, dat met een air van de trotse eigenaar hamer, zaag of teerkwast han teerde. In stilte geneerde ik mij een beetje voor mijn kennis en zijn hoed, maar deze mannen schenen daar geen last van te hebben, want overal werd joviaal gegroet. „Dit is L.P., de pianist" lichtte mijn be geleider toe, doelend op een tengere man, die blootshoofds en in het ribfluweel, wat schuurwerk stond te verrichten. „En dit is B.R. Heeft pas drie jaar opgeknapt. Ju- welendiefstal!" Ik had vaag teruggegroet naar de sportief geklede heer met sport- pet en zonnebril, die als B.R. was aange duid. De buurman van B.R., die eveneens gasten waren aan een noenmaal, aangebo den door de ministerraad. De maaltijd werd gebruikt in de histo- met sportpet en zonnebril was toegerust, rische Trèveszaal. bleek architect te zijn. Maar ik nam het zekere voor het onze- Gesprek met dr. Drees kere en groette niet terug toen we langs leen onguur type kwamen, die gewapend In de Witte Sociëteit ontving de president me^ een hamer op ons afkwam en wat vervolgens ongeveer 200 leden van de Oos- spijkers te leen vroeg. Hij droeg een vet- tenrijkse kolonie in Nederland. Dr. Schart vlekkerige overall en een even vies drukte zijn landgenoten stuk voor stuk de alpinopetje. „En wie was dat nou?" vroeg hand. Ook liet hij zich fotograferen met aan m$jn hennis toen hij weer weg een delegatie van Oostenrijkse mijnwer- was kers, die sinds enige jaren in de Oranje- die?" Dat is een van de directeuren Nassaumijn werken. Spoedig daarna trok van de JH W fabrieken, je weet wel!" het vermoeide staatshoofd zich terug. Inderdaad, die kende ik, alhoewel ik er Slechts zeer enkelen wisten, dat de pre- n0g joe geen denkbeeld van had sident in een der bovenvertrekken een ge- I gevormd op welke wijze de directeuren hun sprek had met dr. W. Drees, die zÜn oude VTije pleegden door te brengen. Dat vriend Scharf daags tevoren reeds tijdens I dus nu en vanaf dit ogenblik werd het galadiner in Huis ten Bosch de hand ge- Ujg hoed van mijn kennis mij steeds sym- drukt had. De socialistische fractieleider pathieker. Ik ging begrijpen wat een moed mr. J. Burger woonde een deel van dit I ervoor nodig was om in deze omgeving gesprek bij. een hoed te dragen. Sindsdien ontloop ik Balletvoorstelling n^et ianger het gezelschap van mijn ken- Des avonds waren de president, Koningin en z?n Ik ^ede mee Juliana en Prins Bernhard de gasten van ZtZkZi „Svt r 7, „w het gemeentebestuur van Den Haag in de getrokken, met onthouden. Laat u niet Koninklijke Schouwburg, die prachtig met ^leiden door het hoofddeksel. Van be- bloemen was versierd. Na het spelen der \lan0 slechts bet hoofd, dat eronder zit! volksliederen bracht het Nederlands Ballet een programma, dat door het Residentie orkest onder directie van Willen van Otter- loo werd begeleid, eerst de „Serenade" van Tsjaikowsky met choreografie van I George Balanchine en nadien de „Suite en blanc" van Eduard Lalo met choreo-1 grafie van Serge Lifar. Na afloop van de voorstelling werden I enige medewerkers van orkest en ballet aan de Koningin, de Prins en de president voorgesteld. Vóór het vertrek uit de schouwburg werd het „Gouden Boek" van de gemeente 's Gravenhage getekend. Advertentie Het nieuwste mensentype, dat wij om ons heen zien op schieten tot een hoogte die in onze jeugd zeer ongebruikelijk was, is anders dan het onze. Dit is geen verrassing, geen reden tot ontsteltenis, omdat het zo traditioneel en logisch is: iedere nieuwe generatie is anders dan haar voorgang sters. Dat de laatste editie der mensheid lichamelijk met kop en schouders boven de voor laatste gaat uitsteken, is uiter aard niet logisch, doch overi gens een bijkomstigheid van weinig belang. Het belang rijke zit voornamelijk in het overhaaste tempo der ver andering een tempo dat soms werkelijk benauwt. Vroeger voltrok zich de vernieuwing van de mens per generatie op een gezapige, bijna onmerkbare wijze. Als de kenmerkende vernieuwin gen zich duidelijk prononceer den, waren alle ouderen reeds dood en de nog levenden merkten er weinig van. Een mens uit 1700 verschilde slechts in onopvallende inner lijke en uiterlijke details van zijn voorvader uit 1600. Zijn omgeving bleef nagenoeg de zelfde de nieuwe levens verschijnselen en maatschap pelijke requisieten hadden slechts een ondergeschikte wij ziging en modernisering on dergaan, die hun karakter voor de niet al te diepzinnige beschouwer niet had aange tast. Het leven en de maat schappij waren roerloos, on beweeglijk als oude bomen, waarvan de groei slechts in eeuwen was te meten. Doch in onze tijd storten de kraamkamers en klinieken hele scheepsladingen totaal verbouwde eh herziene mense lijke wezens naar buiten, die in een bijna zichtbaar tempo opgroeien tot vreemde, onbe grijpelijke persoonlijkheden. Hun opvattingen, voorkeuren, oordelen, liefhebberijen en in spiraties verschillen zodanig van de onze, dat het lijkt alsof twee eeuwen in twintig jaren zijn voorbijgegaan. Het leven is een versnelde film gewor den, die de tijd en de evolutie processen in korte bestekken samenperst. Een mens van 1900 en een gelijknamig wezen van 1960 kennen elkander niet meer zij missen zelfs de aansluitingspunten tot herken ning of kennismaking. Het heeft daarbij weinig zin, toestanden of factoren van vroeger met spijt en hoofd schudden te memoreren. „Vroeger" .is in jarental zo kort geleden en toch zo af doende achterhaald, dat men tijd tekort komt om enigszins in de pas te blijven met het voortsnellende heden. Wat wel bij een onwillekeurige vergelijking telkens weer na drukkelijk komt opvallen is het feit, dat de snelle wijzi gingen in het algemeen-men selijke karakter steeds duide lijker het kenmerk der kunst matigheid gaan dragen. Het is alsof in de loop van de twin tigste eeuw de mens definitief gebroken heeft met het na tuurlijke en spontane, om wel bewust de weg van de kunst matigheid op te gaan. Een even moeilijk vraagstuk als dat der primariteit van kip of ei is het probleem, of de techniek oorzaak dan wel ge volg van die hang naar het kunstmatige in het menselijke karakter is geweest. Heeft de levende schepping de mens geïnspireerd tot tech nische nabootsing of heeft de mechanische produktie de mens weggesleurd van de le vende natuur? Ofschoon wel licht zowel het ene als het andere waar is, moet er toch ergens in onze rusteloze be- staansaanvaarding een ele ment van naijver op de onna volgbare natuurlijke ont- en bestaansprocessen aanwezig zijn, dat ons verleidt tot on- trouw en afwijzing van de on definieerbare en onvindbare levensstimulans en ons koppig doet proberen zo'n stimulans zelf te maken en toe te passen. Eenmaal op die weg voort gegaan over een plaveisel van successen, is de mens zeer snel bezig zichzelf tot een aanbid der der kunstmatigheid te maken. Het is alsof hij, zoals een echte ketter, niet alleen zijn verloren geloof negeert doch het zelfs haat. Een men taliteit waarin hij consequent een hekel krijgt aan alles wat uit zichzelf en zonder zijn hulp ontstaat, groeit en bestaat. De verschijnselen daarvan zijn niet zo uitzonderlijk of spora disch als men menen zou. Zij beginnen namelijk steeds veelvuldiger tot maatschappe lijk principe te worden, al ztin ze niet altijd aan de opper vlakte der samenleving waar neembaar. Een kleuter uit 1850 heeft zich ongetwijfeld nimmer het kleine hoofd gebroken over de vraag, hoe het mogelijk was dat een paard met zijn vier benen zo snel en berekend vooruit kon komen. De proces sen die verborgen lagen onder de glanzende huid van de vier voeter, in diens spierenbun dels en zenuwstrengen en her sencellen, bleven voor de kleine buiten het bereik van zijn weetgierigheid en interes seerden hem dus evenmin als de oppervlaktetemperatuur van de planeet Mars. Toen hij echter in zijn later leven de voorlopers van de auto kuchend en schommelend voorbij zag gaan, vroeg hij zich aanstonds verbijsterd af hoe het mogelijk was dat een rij tuig op eigen kracht tot voort beweging in staat kwam. Hij had een gezond en elementair onderscheid behouden tussen natuur en onnatuur, tussen levende scheppingen en dode mechanieken. Voor onze hedendaagse jeugd echter is een voort razende auto geen vraagstuk van verbijstering. Zij heeft de onnatuur aanvaard als een tweede natuur en de kunst matigheid als een geloof om helst, zonder zich in het hoe en waarom te verdiepen. Wanneer men toeristen aan het werk ziet met hun uit voerige fototoestellen, die om de haverklap voor het oog worden geheven, merkt men dat velen van hen hun natuur lijke oog en hun primaire schoonheidsgenieting ontrouw zijn geworden, en er de voor keur aan geven het schone om zich heen zo min mogelijk te zien en zo veel mogelijk te knippen. Hun oog blijft bedekt en dus verstoken van het di recte beeld, waarmee tegelijk de mogelijkheid om zich in de schone vormen van dat beeld te vermeien, wordt afgesneden. Pas later, thuis, wanneer de levende schoonheden op plat papier zijn gemechaniseerd, schenkt hun oog er waar derende aandacht aan. Ontrouw aan de natuur, adoratie van de techniek, be vrediging van de lust om het natuurlijke in kunstmatigheid te herscheppen en als een eigen produkt te annexeren. Een mooie, oeroude boom met knoestige takken en schonkige wortels de eeuwen overspannend en het stempel van vergane tijden dragend, wekt de naijver en ergernis van de kunstmatigheidlievende mens op. Hij zet er woedend de bijl in en verkondigt de stelling van zijn tijd, dat zelfs de levende schepping zonder de regulerende en dirigerende mensenhand niet bestaanbaar is. Hij plant nieuwe bomen, netjes op een rij, sprietig en nietig, veredeld door kunst matige ingrepen en als mo derne zuigelingen tegen alle kwalen en aandoeningen ge prepareerd. Het nieuwe bos wordt een kunstmatig bos, ge schapen door de mens. En de natuur mag blij zijn dat zij nog regen en zon mag leveren als een bescheiden aandeel in het gereglementeerde leven. De weldadige kruiden der woeste gronden, vroeger ge zocht en geplukt door natuur verbonden geneesheren, staan heden gerangschikt op de zwarte lijsten der kwakzalve rij. Diezelfde kruiden echter, geselecteerd en geteeld in kunstmatige tuinen en ver werkt tot zalven en tabletten in automatische fabriekspro- duktie, heten in keurige ver pakkingen patentgeneesmidde len en dragen het gulden ken merk van het ware. De natuur is nog slechts bruikbaar om haar redeloze schepselen af te staan aan afgelegen labora toria, waar vivisectienaalden en lancetten haar prikkelen tot een toestemmend antwoord op de verbeten vraag: Geeft ge toe, dat alleen de mens het kan? Toch rijst de ontmoedigende vraag, of dit streven naar ab solute kunstmatigheid wel lei den kan tot het vreemde doel, waarmee het moet zijn aange vangen: het construeren van een nieuwe, kunstmatige na tuur van onafhankelijke be staansmogelijkheid, die de na ijver en de haat van de met ijzer en plastic scheppende mens volledig kan bevredigen. Het gevaar is groot, dat hij, al scheppende en nabootsende, zo onherstelbaar zal vervreem den van zijn eigen oorspronke lijkheid, dat hij een dwalend kind zonder tehuis zal worden in een wereld van stalen sta ketsels op een ijzerharde betonbodem, waaronder hij niets meer kan terugvinden van wat hem tot dan toe in leven heeft gehouden. Misschien zal hij dan in volledige massa voor goed dood gaan. Prettig, 8x4 spray, als finishing touch van uw toilet - of om u snel even op te frissen: de hele dag omringd door jeugd en frisheid. Verrukkelijk. Ook in poeder en toiletzeep. Een product van Beiersdorf. PARIJS (DPA) De Westduitse minis ter van Defensie, Strauss, en zijn Franse ambtgenoot Messmer zijn bij besprekin gen in Parijs dinsdag overeengekomen, dat hun landen gezamenlijk zullen werken aan de constructie van een tank. Voorts zullen de twee landen beide gebruik maken van middelzware hefschroefvliegtuigen van een Frans type. Tenslotte zullen zij komen tot een radarstelsel voor hun gebied. Minister Strauss, die over deze kwesties voor de derde maal in de Franse hoofd stad kwam praten, zei dat in de periode 1961-1962 een voorserie van de bedoelde tank zal worden gebouwd. Pas als alle risico's zullen zijn overwonnen, zal begon nen worden met de seriebouw van ver scheidene duizenden stuks. De Franse helikopter zal gelden als het uitgangspunt voor een Europese ontwikke ling op dit gebied, aldus de Westduitse mi nister. Voor serieproduktie is het toestel echter nog niet rijp. Wat de samenwerking op radargebied betreft zei Strauss, dat gestreefd zal wor den naar een gezamenlijk Frans-Westduits Brits stelsel volgens een Frans denkbeeld. Hij zei dat een deel van de voor Bundes- wehr nodige wapens in Frankrijk zal wor den besteld, omdat de wapenindustrie in West-Duitsland niet mag worden uitge breid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 3